St. Emilion 1929 f. A. SchotermanZn. DE STAP VAN Mr. MARCHANT H.M. de Koningin te Brussel DE BEZETTING VAN ZIJN ZETEL Een ordeningskabinet? ONDER WIJ SBEZUINIG1N G f Bezoek aan het Nederlandsche paviljoen op de Wereld» tentoonstelling Groote waardeering voor onze afdeeling per flesch f 1.45 per anker f58.— VERLAGING DER VASTE LASTEN Landarbeidersplaats j es VRIJE GELUIDEN 2e BLAD PAG. 1. AMERSFOORTSCH DAGBLAD DONDERDAG 16 MEI 1935 BINNENLAND Volgens het algemeen oordeel moet 's ministers ontslagver» zoek worden aanvaard Naar de Telegraaf verneemt zal het af treden van minister Marchant Zondag 26 Mei besproken worden op een buitengewo nen partijraad van den Vrijzinnig Demo crat ischcn Bond. Vrijdag komen de vrijzinnig-democrati schc fracties van Tweede Kamer en Eerste Kamer in gemeenschappelijke vergadering bijeen. „De Standaard", het anti-revolutionaire hoofdorgaan, komt in een hoofdartikel tot de conclusie, dat aan het verzoek van mi nister Marchant om ontslag gevolg moet worden gegeven. Het blad schrijft o.m. „Daarom begrijpen wij, nu de heer Mar chant de consequentie zag van zijn prin- cipiecle verandering, zijn verzoek om ont heffing van zijn ministersambt ten volle. Omdat hij de leider was van de Vrijzinnig- democraten, althans in hun kring een zeer vooraanstaande plaats innam, is hij opge nomen in het kabinet-Colijn. Daarbij komt nog, dat de partijraad van de V.-D. Bond, zeer waarschijnlijk mede uit hoofde van zijn politieke positie, tegen zijn optreden als minister in dit kabinet geen bezwaar heeft gemaakt. Nu zich een zoo buitengewoon be langrijke verandering in hem voltrok, kwam er tevens een vérstrekkende wijziging ln zijn politieke positie, waarbij zijn verzoek om ontslag als minister geheel past. Wij nemen aan, dat hij dit niet heeft ingediend, dan na overleg met den ministerraad of met zijn voorzitter, tevens kabinets-formateur, en achten op dien grond het resultaat van zijn verzoek niet onzeker". Tot dezelfde slotsom komt ook de R.K. dagblad „De Tijd", welk blad zegt, „dat de positie van den heer Marchant als katho liek minister, blijvend te scheef zou zijn om hem of den formateur aanlokkelijk te lijken". Dit blad noemt onder de mogelijke opvolgers van den aftredenden minister, den directeur-generaal van onderwijs prof. Van Poelje. Nog enkele perscommem laren Uit een beschouwing in de Nieuwe Courant: „Als men leest, dat minister Marchant. thans reeds afgetreden, is overgegaan tot do R.K. Kerk, dan moet men hem het ver wijt maken, dat hij geen leidsman is ge weest, die «het in hem gestelde vertrouwen heeft verdiend. Wij erkennen zijn recht om over te gaan tot een ander kerkgenootschap, volkomen. Hij bezit dat recht als ieder ander, maar de heer De Geer heeft zeer juist in de Tweede Kamer gezegd, dat de minister zich le gemakkelijk aanpast. De minister heeft door zijn overgang tot dc R.K. Kerk, die niet van vandaag of gisteren is, zijn positie in het Kabinet onmogelijk gemaakt en de verwachtingen, op hem ge vestigd, teleur gesteld. Wanneer hij zoo zwak stond in zijn overtuiging, had hij zich niet voor het ministerschap beschikbaar mo gen stellen. Hij heeft niet slechts het Kabi net in moeilijkheden gebracht, maar ook de verwarring der geesten vermeerderd." Dc Nieuwe Arnhcmsche Courant kan 's ministers woorden over den „bom die springen zal" onmogelijk fijn en delicaat sinden. „Wie op dien ouderdom gekomen een zeer ernstig besluit neemt dat een alge- heele wending brengt in het eigen bestaan en dat een complicatie tevens veroorzaakt in het politieke leven, kan over de conse quenties zich rustiger uitdrukken en minder eclatant. Doch elk vogeltje zingt, zooals het gebekt is en de heer Marchant, Protestant of Ka tholiek, zal blijven houden, van dergelijke exclamaties. Wij gelooven het gaarne, dat de heer Marchant thans niet zwijgend door het le ven zal gaan. Doch hij heeft de kunst van zwijgen een half jaar lang met succes be oefend. Immers het staat vast, dat hij reeds een half jaar geleden tot het R.K. geloof is overgegaan. Maandenlang reeds gingen de geruchten, die steeds vastcren vorm aan namen. De heer Marchant sprak ze niet tegen in zoo'n stelligen vorm, dat men zeg gen kon: „Er is niets van aan." Maar het dementi klonk toch ook niet zoo, dat er de conclusie uit getrokken kon worden: De heer Marchant zal zich inder daad bij de Roomschen scharen. Wie onbe vooroordeeld de uitlatingen van den minis ter las, kreeg den indruk, dat de ontkenning van de geloofswisseling toch sterker was, dan de bevestiging." De Limburger Koerier zegt o.a.: „Was de aanbieding van zijn ontslag als Minister evenzeer noodzakelijk? Men zou de stelling kunnen verdedigen, dat dit kabinet, al is het dan ook extra-par lementair, een juister beeld van do politie ke machtsverhoudingen in den lande zou geven, wanneer niet drie doch '"-r Minis ters behoorden tot de katholieke richting. Immers, naar verhouding van de sterkte der partijen in de Tweede Kamer, is het niet juist, dat de Vrijzinnig-Democraten, die één vierde van de katholieke fractie aan leden tellen, zich twee en de katholieke slechts drie portefeuilles zagen toegewezen. Marchant als katholiek in het kabinet- Colijn... de overgang zou wel te groot ge weest zijn voor het bevattingsvermogen van velen. Doch bovendien: de Vrijzinnig-Democra tische Bond heeft het extra-parlementaire karakter van het kabinet-Colijn nooit geheel aanvaard. Vóór hun toetreden tot het minis terie hebben de heeren Marchant en Oud het hoofdbestuur van hun partij geraad pleegd en achteraf heeft de algemeene part ij vergadering de medewerking den regeeringsarbeid goedgekeurd. Marchant zat aldus als mandataris van zijn partij in het kabinet. Het uittreden uit zijn partij moest noodzakelijk zijn aftreden als Minister ten gevolge hebben. Zal de formateur van het kabinet een op volger voor Marchant zoeken, óf aan dit uittreden nog verder strekkende gevolgen verbinden? Met andere woorden: zal het ministerio collectief aftreden? Het is nog te vroeg om deze vraag aan een diepgaande beschouwing te onderwer pen. Politieke factoren van allerlei aard komen daarbij in aanmerking. Misschien brengen de berichten uit Den Haag hierom trent spoedig meer licht. In afwachting daarvan zou het ons niet verwonderen, wanneer het kabinet-Colijn deze ongezochte gelegenheid zou aangrijpen om door een collectief ontslag den weg voor reconstructie vrij te maken. De tijd van het crisis-kabinet naar dc op vatting van Dr. Colijn is voorbij. Een nationaal ordenings kabinet zou thans meer aan de behoeftent van het volk en zeker meer aan de wenschen van het katholieke volksdeel beantwoorden. Een aclres van de Unie van Christ, onderwijzers Het hoofdbestuur der Unie van Chr. On derwijzers en Onderwijzeressen in Neder land heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden in verband met het wetsontwerp ter verlaging van de Openbare Uitgaven. In dit adres worden bezwaren geopperd tegen de grootc offers die het onderwijs opnieuw moet brengen, met name het volksonder wijs, dat voor verreweg het grootsto deel van onze volksgemeenschap de eenige ba sis vormt van de ontwikkeling. Geprotes teerd wordt o.m. tegen de „omrekening" van de reeds verleende eigen pensioenen, terwijl ernstige bezwaren worden aangevoerd te gen de geleidelijke vervanging van een der de deel der onderwijzers door kweekelingen met akte, tegen dc wijze van beperking van het aantal scholen voor g.l.o. Het adres spreekt er ook teleurstelling over uit, dat dit ontwerp de arbeidsmoge- lijkheid der werklooze jonge onderwijzers in de toekomst nog geringer maakt dan de ze reeds is. Berekend wordt, dat bij verwe zenlijking van dit bezuinigingsplan het aantal wachtgelders tot ten minste 5500 zal stijgen. Het adres dringt er bij de Kamer op aan, al haar invloed aan te wenden om de nood lottige gevolgen van dit ontwerp voor het onderwijs en de onderwijzers zooveel moge lijk af te wenden of te verzachten. BRUSSEL, 15 Mei. (V. D.) Het was heden een grootc dag voor de Nederlandsche deel neming op dc wereldtentoonstelling te Brus sel. liet bezoek van de Koningin aan het Nederlandsche Paviljoen is een gebeurte nis geworden, die ook van betcekenis was voor de wereldtentoonstelling zelf, aange zien Koningin Wilhelmina de eerste regec- rende vorstin is, die na de officicele ope ning der tentoonstelling door het Belgische vorstenpaar, dc tentoonstelling met een be zoek vereert. Op aangename wijze wordt hierdoor dc aandacht gevestigd op de be scheiden doch «keurige Nederlandsche inzen ding, die bij dc bezoekers der wereldten toonstelling een goede reputatie geniet, en des tc aangenamer is men er daarom in Belgische kringen door getroffen, dat de Koningin Donderdagmorgen, voor zij naar Nederland terugkeert, ook het Belgische hoofdpaviljoen zal bezoeken. Desondanks heeft hedenmorgen het ko ninklijk bezoek aan hot Nederlandsche pa viljoen, evenals het geheele verblijf te Brus sel, een zeer eenvoudig karakter godragen en was do Koningin ook ditmaal wars van alle uiterlijk vertoon. Het tentoonstcllingsbestuur had, in over leg met de leiding der Nederlandsche deel neming, reeds tijdig de noodige maatregelen genomen. Tenloonstellingspolitie en Brus- selsche politie hadden reeds tegen tien uur de omgeving van het Nederlandsche pavil joen, dat natuurlijk den gohcelen ochtend voor het publiek gesloten bleef, afgezet. Sicchts de leden der Nederlandsche kolonie cn andere genoodigden, die voorzien waren van een oranjekaart, werden binnen de af zetting toegelaten en mochten zich opstel len voor dc grootc statietrap. Op het bordes zelf werd voorloopig eveneens niemand toe gelaten, r»n voor het bordes stonden de ruim honderd leerlingen opgesteld van dc Prinses Juliana-school te Brussel en de Marnix- school te Antwerpen, die dc Koningin en de Prinses bij-aankomst zouden toezingen. Voor de ontvangst der hooge gasten was vrijwel het gohccle uitvoerende comité aan wezig, in de eerste plaats de commissaris- generaal der Nederlandsche deelneming, oud-minister dl*, inr. T. J. Verschuur, de adjuiv t-sceretaris-generaal nu*. H. van Rom- hurgh, consul-generaal der Nederlanden en handels-attaché der Nederlandsche legatie Brussel, de penningmeester dc heer W. .T. van Dusseldorp cn de secretaris van c?c Nederlandsche deelneming de heer H. F. R Snoek. Verder waren aanwezig het volledig per soneel der Nederlandsche legatie mot hun dames, de burgemeester van Rotterdam, mr. Droogleever Fortuyn, de leden der verschil lende sub-commissies van de leiding der verschillende afdcclingen der tentoonstel ling. I-Ielaas werkte ook vandaag het weer niet mee en weldra werd besloten, dat men de kinderen der beide Nederlandsche scholen, die de Koningin zouden toezingen, niet aan dc stióomcnde regen zou blootstellen. Zij werden tot het paviljoen toegelaten en op gesteld tegenover den ingang. Tc kwart voor elf hield dc regen cenigszins op, doch dc grauwe betrokken lucht deed veel af aan het kleurige schouwspel, dat het tentoonstel lingsterrein met zijn vele wonderlijke bouw werken bij zonlicht of bij a\ondvcrlichting biedt. Tc tien minuten voor elf arriveerde de koninklijke stoet, voorafgegaan door motorrijders der Brusselsche politie, aan don hoofdingang der tentoonstelling. Do stoet bestond uit gesloten hofauto's. de Koningin ontvan- Utr, straat 17 Wijnhandel Gevestigd 1S78 Telefoon hl5 Gemeld wordt, dat dc indiening bij dc Tweede Kamer van een eerste ontwerp van wet betreffende verlaging der vaste lasten zeer binnenkort te verwachten is. Het Handelsblad teekent hierbii aan: Wij achten het zeer waarschijnlijk Gat bovenbedoeld wetsvoorstel betrekking zal hebben op een regeling inzake de lande lijke hvpotheck. Uit de formuleering der mededccling van den regeeringspersdienst is het o.i. duids lijk, dat het intusschen, zooals trouwer. ook te verwachten was. niet bii dit eci.^ onderwerp zal blijven: het bericht gewaagt immcr3 van een eerste ontwerp. In een R.K. blad. „Ons Noorden", treffen wii een verhaal aan. dat reeds door bovej staand bericht als volkomen gefantaseer^ te brandmerken valt. Dc veronderstelling, dat het kabinet het niet tot een strijd over het bezuinieingsontwerp in het open vel.' zal laten komen, durven wij klinkklar.-n onzin noemen. Het liidt o.i. geen twijfel of het ministerie zal er iuist Driis on stel len in de Kamer zelf slag leveren. Dc regeerina draait bij! Onder dezen titel schrijft Het Volk: Een curieus bericht. Toen het Kamerlil Vliegen een motie voorstelde tegen het weglaten van „aanpassing" der vasto las ten in het bezuiniginesontwerp. bleek dui delijk. dat dit verwijt door een groot deel der Kamer gedeeld wordt. De regeering is er dan ook eenigszins aan tegemoet geko men. blijkbaar om de kansen van haar hezuinigingsontwerp te verbetereen. Maar zij dient slechts een „eerste ontwerp" in Met andere woorden: zij komt niet verder aan de wenschen der Kamer tegemoet dan onvermijdelijk is. maar laat de vaste las ten toch nog zoo ver onaangetast als haar in politiek onzicht maar mogeliik schijnt Rovaal is anders. Maar van tegenstanders van beperking der vaste lasten was kwa lijk anders te wachten. Herschatting kan volgens den Minister, niet worden bevorderd Op de vragen van den heer Hicmstra be treffende herschatting van de krachtens de Landarbeiderswet uitgegeven plaatsjes, het in overeenstemming brengen van de ver leende voorschotten met de uitkomsten dier schatting en het verleenen van uitstel van de door houders van bedoelde plaatsjes te betalen aflossing der aan hen verleende voorschotten, heeft de heer Oud, minister van Financiën het volgende antwoord ge geven. Herhaaldelijk is dc kwestie van de her- taxatie van krachtens de Landarbeiderswet uitgegeven plaatsjes aan dc orde geweest. De regeering heeft daartegenover steeds een afwijzend standpunt moeten innemen. Het stelsel der Landarbeiderswet verzet zich te gen een geheel of gedeeltelijk voor rekening van het Rijk nemen van schade, die aan dc uitvoering der wet door daling van grond prijzen als anderszins verbonden kan zijn. Bovendien zou de verantwoordelijkheid der gemeentebesturen voor een richtigc uitvoe ring der wet daardoor worden verzwakt. Ook is het niet wel verdedigbaar, dat het Rijk de schade, door sommige landarbeiders geleden, zou overnemen en die van anderen niet. Op grond van deze principieele overwe gingen is de ondergeteekende ook thans nog van meening. dat een herschatting van de uitgegeven plaatsjes niet kan worden bevor derd. Dit klemt te meer. nu de Regeering in 1931 het rentepercentage der voorschotten van 4 tot 3 pet. heeft verlaagd, waardoor de lasten voor de landarbeiders met 12 pet. zijn verlaagd. Voor wat betreft het geven van uitstel bij gebleken onmacht voor de door de houders van plaatsjes te betalen aflossing van de aan hen verleende voorschotten moge wor den verwezen naar hetgeen door den onder geteekende in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer betreffende Hoofdstuk VIIB der Rijksbe- grooting voor het dienstjaar 1931 is mede gedeeld, gen door den Commissaris-Generaal der I wereldtentoonstelling graaf Van den Burgh I en den directeur der wereldtentoonstelling, den heer Fonck, terwijl ter verwelkoming j van dc vorstelijke bezoekster hier tevens aanwezig was dc burgemeester van Brussel, dc heer Adolpli Max. Bij dc aankomst van do Koningin aan dc Centcnaire begon bet carillon in den toren van het Nedcrlandsch paviljoen het Wilhelmus te spelen. Onder gejuich van dc menigte, die zich langs den weg had opgesteld, reed dc stoet den korten afstand van do Eeuwfccstingang naar het Nederlandsche paviljoen. Het publiek zette het Wilhelmus in, toen do Koningin uit de auto stapte. Aan den voet van den statietrap werd II. M. ontvan gen door den commissaris-generaal der Ne derlandsche deelneming, Mr. dr. Verschuur en den adjunct-commissaris-generaal mr. Van Romburgh. Toen de Koningin cn Prinses Juliana niet haar gevolg het paviljoen betraden zetten do 150 kinderen onder leiding van don beer Zcylstra, onderwijzer aan de Nederlandsche school te Brussel, bet Wilhelmus in en hoog klonken dc stemmen der groo^cndeels wel zeer jonge kinderen. Zij zongen twee cou pletten, waarna de Koningin vriendelijk togen hen zeide: „Dank jullie wel, kinders, voor het zingen!" Vervolgens werden de heeren II. F. R. Snoek en W. C. J. van Dusseldorp, leden van bet uitvoerend comité, aan H. M. voor gesteld, waai*na dc Koningin en dc Prinses, mevr. Tjarda van Starkenborch, echtgenootc van den Nederlandschcn gezant, en mevr. Van Boctzclaer van Oosterhout. echtgenootc \an den gezantschapssecretaris, alsmede mr. Droogleever Fortuj n, burgemeester van Rotterdam, begroetten. Hot gezelschap werd hierna naar de eerezaal geleid, waar dc Ne- 'erlandsche gezant te Brussel, jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborch Stachou- ver, een veertigtal daartoe uitverkoren per sonen, w.o. dc Nederlandsche consuls in dc voornaamste Belgische steden cn do voor zitters van dc Nederlandsche vereenigingon m instellingen in België aan dc Koningin n de Prinses voorstelde. Hierna begon het ezelschan zijn rondgang door de tentoon stelling. Terwijl de Koningin den linkerkant •an de zaal bezichtigde bleef het toegelaten ••ubliek aan de rechterzijde geschaard. Toen 'e Koningin de coulon der Indische afdce- 'ing bezichtigde, schaarde het publiek zich aan den linkerkant van de groote zaal, waarna II. M. den rechterkant bezichtigde. Voor de meeste maquettcn cn voorstellin gen toonde dc Koningin groote belangstel ling. Zij onderhield zich met tal van leiders van inzendingen, die haar belangstelling hadden opgewekt. De Koningin werd rond geleid door rnr. dr. Verschuur en de Prinses door mr. Van Romburgh. In de Koloniale afdeeling werd deze taak overgenomen door pi of. Lo Cosquino de Bussy, directeur van bet handclsmuscum van het Koloniaal Insti tuut tc Amsterdam cn dr. Utcrmark, even eens van net Koloniaal Instituut. Ook de oud-minister van Koloniën mr. Koningsber gen was hierbij aanwezig. In de Indische af deeling werden de Koninklijke gasten ont vangen door prof. L. R. van Royen en den heer G. E. Haagcns, terwijl hier tevens de vertegenwoordigster mevr. Niclaes geb. Groen aan de Koningin werd voorgesteld. Vooral voor de industrieele afdeeling toonde de Koningin veel belangstelling, evenals dc Prinses, die hier langdurig ver- loefde bij de vitrines met vliegtuigmodellen der Fokkerfabrieken, welke haar groote be langstelling inboezemde. Nabij de Koloniale afdeeling bevindt zich de stand van P.T.T. met de glascabine, van waaruit gesprekken met Ned.-Indië kunnen worden gevoerd. Een gesprek met Indië Wij zagen de Prinses en haar hofdame freule De Brauw eenigen tijd in gesprek met ir. Damme, directeur-generaal der P.T.T. en even later namen de Prinses en haar vriendin in de cabine plaats. Een zuster van freule Dc Brauw, mevr. Schimmelpen- ninckdc Brauw, woont sedert korten tijd in Batavia en zoowel de Prinses als freule De Brauw spraken hierover bij het bezichti gen van de P.T.T.-stand. Onmiddellijk werd een verbinding met Batavia aangevraagd cn even later waren de Prinses en freule De Brauw in druk gesprek met Indië gewik keld. Na eenige minuten verliet de Prinses de cabine, waarna freule De Brauw nog ruim 10 minuten in gesprek mot haar zus ter bleef, tot H. M. de stand naderde en enthousiast van deze gelukkige draadlooze ontmoeting op de hoogte werd gesteld. Te ongeveer kwart voor 12, terwijl het torcncarillon opnieuw begon te luiden, ver liet de Koningin met haar gevolg het hoofd gebouw en begaf men zich naar de naast het Nederlandsche paviljoen gelegen Juliana-hoeve, de Wieringermeerhoerderij, die geheel voor de afdeeling zuivelindustrie is ingericht. Terwijl de Koningin hier korten tijd vertoefde begaven dc in het paviljoen toegelatenen zich naar buiten naar den achterkant van het Nederlandsche pavilioen, waar de hofauto's reeds stonden te wachten. Het was ruim twaalf uur toen de Koningin de Julianahoeve verliet, om naar het Koninklijk paleis terug tc keeren. Op nieuw gine er een luid geiuich uit de wach tende menMe on. Nabij den ingang had rich een viiftien-tal Javaantjes ongesteld, dat zich on het tentoonstelHngsterrein be vond. Zii maakten met gekruiste armen «en diene „<dam*t" voor de Koningin en de Prinses. Vooraforegofloor motorpolitie keerde de Koninki;;v0 sJoet langs den ge wonen weg naar Brussel terug. Lunch ten Paleize Hedenmiddag vond in het Koninklijk naleis een lunch plaats, waaraan o. m. werd deelgenomen door Koning Leopold. Koningin Asfrid. Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana met gevolg, terwijl tevens waren genoodigd de Nederlandsche gezant te Brussel en mevr. Tjarda van Starken- Proefnummer van het gereor« ganisccrde orgaan van den V.P.R.O. Zooals de luistervinken van dc .P.R.O, al lang wisten, heeft het weekblad van dezen omroep een grondige wijziging on dergaan. Een wijziging die een belangrijke uitbreiding aan den beredeneerden inhoud heelt gegeven, en die de veelzijdigheid groolcr maakt, liet proefnummer, ons thans toegezonden, maakt ccn opvallend goeden, aantrekkelijkcn indruk. Do omslag is modern, dc typografische verzorging is in gocdo handen geweest, cn de bijdragen van medewerkers en redactie doen het beste hopen. Prof. Lindeboom opent met ccn overden king over geloof, dan geeft dn Redactie ccn uiteenzetting van haar bedoelingen. IIet werd mogelijk liet gchcelc radio-program ma van één dag op twee samenhangendo pagina's af te drukken. Waar de lezers van Vrije Geluiden nooit naar luisteren, liet men rustig vervallen. Het werkelijk be langrijke wordt vet afgedrukt. De Holland- sche programma's bleven vrijwel gclieol. intact. „Een groot aantal medewerksters cn me dewerkers uit onze kringen, van stad zoo wel als van platteland verklaarden zich bereid om ons wekelijks van artikelen van den meest verscheiden aard tc voorzien. Onze illustraties stellen, die \nn andere omroeporganen in de schaduw. Er is geen sprake van. dut Vrije Gelui den alleen maar een weekblad zou worden voor een kleineren selecten kring van meer ontwikkelden, maar toch verheugen wij ons bijzonder, dat wij in beschei denheid een staf van bijzondere mede werkers aan onze lezers kunnen voorstel len, waarvan de meesten regelmatig ook in onzen omroep zullen arbeiden en dio een garantie zijn voor liet peil, waarop dit gedeelte van onze radio- en joumalisticko taak staat." De heer J. W. van Nieuwenhuyscu schrijft over Persoonliik Bijbellezen. An- thonie Donker over volk en litteratuur. Balthazar Verhagen over dc vraag of het tooneel sterft, dr. G. Knutlel over beelden de kunst voor de radio, Dirk C.oster over litteratuur en lezer. Balthazar Verhagen betoogt dat dc schuld van het afsterven der tooneelbelangslelling alleen liet bii bet tooneel zelf. Ofschoon wij zijn „optimisme" slechts ten halve deelen, laten wij hier toch zijn betoog zonder com mentaar volgen: „Er zouden sublieme repertoires opge bouwd kunnen worden met reeksen van prachtige drama's van geniale dichters, die het publiek weder naar de theaters zouden doen stroomen. Het tooneel doet in dit opzicht echter niets meer. Het onderneemt slechts hopolooze pogingen om ziin kwij nend bestaan tc rckkeif, door het opvoeren van stukken, waarin enkele „sterren" kunnen schitteren, ongeacht dc waarde, of vaak do onwaarde, van die stukken-zelf: of wel men speculeert op het snobisme door het opvoeren van quasi-modernc experi menten van steeds ininder allooi, in dc vage. door niets gemotiveerde hoop. dat het publiek daarin ziin smaak zal inden en dan wellicht bereid zal zijn. de lecgc fooneelkassen met ziin entréegeldcri tc vul len. Het resultaat van al deze speculaties is niet alleen, dat het publiek steeds nadruk kelijker zijn „smaak" demonstreert, door uit de schouwburgen weg te blijven, maar ook hetgeen veel erger is dat het too neel steeds minder bekwaam wordt, om de werkelijk waardevolle kunst door gave opvoeringen lot het publiek te doen spre ken. De volslagen mislukkingen der enkele pogingen, in de laatste iaren to hooi en tc gras in dit opzicht ondernomen, zijn beden kelijke aanwijzingen voor het lage peil, waarop het tooneel is teruggevallen. Neen, een tragedie van Shakespeare is niet „ver ouderd". maar ons tooneel is niet meer canabel. het te spelen. Toch zal het tooneel niet sterven. liet •igt maar braak. Dit. is een tijd van kente ring van afwachten, bezinning en voorbe reiding. F.n sicchts wanneer zii. van wie een herbloei van het tooneel mag worden venvacht, tot dit inzicht zullen zijn geko men. en dienovereenkomstig zullen weten Ie handelen, kan er hoop zijn. nat de akker gezuiverd en bewerkt zal worden voor een nieuwe oogst in de toekomst." VERGADERING DER EERSTE KAMER De Eerste Karner is bijeengeroepen tegen Dinsdagavond 21 Mei half 9. Aan de orde is alleen: mededeeling van het besluit der Centrale Afdeeling. De voor zitter zal aan de Centrale Afdeeling voor stellen, een. aantal wetsontwerpen in de af deel? ngen te doen onderzoeken onmiddellijk na deze openbare vergadering. Des Woensdags d.a.v. zullen eenige wets ontwerpen in de afdeelingen worden onder zocht, o.m. de Kieswet cn het algemeen ver bindend cn onverbindend verklaren van on dernemersovereenkomsten. borch Stachouwer. de Belgische minister president van Zeeland, do commissaris- generaal der Nederlandsche afdeeling op de Wereldtentoonstelling mr. Verschuur en mevr. Verschuur, de leider der Nederland sche ruiter-réquipe on het internationale con cours hinniaue te Brussel maioor Camer- lingh Helmont en baron Sirtema van Gro- ventins van het Nederlandscli ruiter-réquipe en oud ordonnansofficicr van H. M. do Koningin.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 3