SElté%) AMERSFOORTSCH DAGBLAD MEER BETALEN ZOU DWAASHEID ZIJN! KOFFIE LIEM VAN DEN DOOD GERED Groote toekomst voor Sing weggelegd Aan het Belgische prinsje en prinsesje De beste koffie. Hulsko'» Setnkoffiekost nu 25 ct. per pond 1 Hulsko heeft één soorti het bestel In gepatenteerde. luchtdichte verpakking. - Vraagt Uw Winkelier i HULSKO.—N DE KOFFIE WAAR PIT IN ZITl OP een eenzamen weg, in de nabijheid van Foetsjou, waar nog slechts een chaos van grooto cn kleine steenklompen aanduidde, dat op deze plek eens een Chi- neesche tempel stond, liepen Licm en Wang twee kleine jongens, druk te babbelen over liet Tjap-Gomch, het lentefeest, dat in heel China elk jaar met zooveel pracht wordt gevierd. ,ft)e optocht zal iets bijzonders worden, Zegt mijn vader," sprak juist weer Licm. „Kom er vlug uit, Liem!" schreeuwde Wang luid en angstig. En ook Licms stem riep van uit de pul: „Help me vlug er uit! ITelp! help!" Radeloos van angst en schrik wilde Wang naar boven klauteren, denkende Liem uit de pul te kunnen trekken. Doch nog vóórdat hij met klimmen be gon, riep een schelle stem hem toe: „Wacht, ik weet iets beters!" Hij, die dit meer schreeuwde dan riep, was Sing, het zoontjo van een arme weduwe, die den kost verdiende met het verkoopen van vruchten. Sing had juist vruchten voor zijn moeder weggebracht en was met zijn juk, waaraan dc twee leege manden hengel den, op weg naar huis. Maar nu had- hij vlug het juk op den grond gewoipcn, greep even vlug een groot en, puntigen steen en begon daarmee zóó hard tegen het dikke *,En de Liong wordt nog véél grootcr tfan verleden jaar Wang zei niets; hij luisterde zelfs niet meer naar wat Liem nog meer vertelde. Zijn verstandige, scheeve oogjes keken naar iets, dat heel zijn aandacht vroeg. Dit was een topvormige pul van 100de leem, die zóó hoog was, dat zelfs geen groot mensch over den rand kon kijken. Het vreemde ding stond niet ver van de tempel-ruïne, en dit vond Wang nóg vreemder. „Zie jij daar die vreemdo pul, Liem?" .vroeg hij. „Wat zou daar wel in kunnen zijn?" „Ik denk, dat er water in zit," meende Liem, „Maar wc kunnen er niet inkijken. >Vel jammer, hè?" „Met brokken steen op elkander stapelen, gaat het best," stelde Wang zijn vriendje voor. „Kom mee, wie weet, wat er voor Vreemds in verborgen is...." 't Duurde toen niet lang, of Licm en Wang hadden eenigc groote stcenbrokkon naar dc pul gesjouwd en deze weldra zóó opeengestapeld, dat, als zij daarop klom men,, hun nieuwsgierigheid wel bevredigd zou worden. Zoo besloten zij dan ook om beurten naar de opening te klimmen en Liem zou, als de oudste, het eerste den klimtOQht ondernemen. Vqn steen op steep klauterend, bereikte hij weldra dc opening en, met zijn handen om den leemen boven rand gekleind, trok hij zich aan den rand op, boog zich daarover en keek. „O, 'k zie water en daarin drijft iets!" riep hij Wang 'top. „Ik geloof, dat het vischjes zijnl" Dit roépende boog Liem zich nog wat verder over den rand, en wel zóó ver, dat hij zijn evènwicht verloor en'.... in de pul viel! Een van papier of dunne zijde nage maakte draak, in wiens geopenden muil vele kaarsjes branden. Deze draak wordt in 'den optocht meegedragen op de schouders van zooveel Chineezen, als voor do lengte Van het monster noodig is. gedeelte der pul te beuken, dat het broze leem weldra een barst vertoonde, waardoor het water sijpelde. En steeds feller sloeg Sings steen tegen dezen barst, totdat daar in een gat kwam, waardoor nu met kracht het water naar buiten stroomde. En al maar door sloeg Sing, totdat het gat zóó groot was, dat hij Liem daardoor gemak kelijk kon bereiken en naar buiten kon trekken, waarbij nu ook Wang hem hielp. Liem, die reeds veel water had binnen gekregen, kwam toen, ook al door Sings flinkheid, weer heel gauw bij, zoodat hij, met Wang en Sing, cn een nat pak. op eigen becnen thuis kwam. Dóar verteldo hij toen zijn ouders, hoe hij door Sing was gered. „U moogt hem wol een flinke bclooning geven, vader," sprak hij. „Want zijn va der is dood, en zijn moeder is heel arm Gelukkig was Liems vader heel rijk, cn Liem was zijn ecnige zoon. Toen hij er nu aan dacht, hoe vrecsclijk het zou geweest zijn, als Sing zijn jongen niet had gered door zijn verstandig optreden, sprak hij lot don armen jongen: „Hoe kan ik je beloo- nen voor je verstandig en moedig gedrag, beste jongen?" Toen antwoordde Sing, dat dc grootste belooning voor liem zou zijn, als hij heel veel mocht leeren, opdat hij ict3 kon wor den, waardoor hij later zijn moeder een prettigen en onbezorgden ouderdom zou kitnpen verschaffen. „Ik zou wel graag zoo iets als een mandarijn worden, weet u," zei hij wat verlegen. Liems vader moest lachen om Sings wat èl te grooten wensch. Maar tóch wilde hij den jongen, die zoo heel verstandig bleek, laten leeren zooveel h\j wilde. En hij hielp óók Sings moeder, zoodat zij en Sing het beter kregen. Sing leerde veel, en door zijn groot ver stand bracht hij het, veel jaren later heel ver. Ja, het gebeurde toen waarlijk, zoo als hij als klein ventje reeds had gewenscht, want hij werd een mandarijn! En een flink en buitengewoon verstandig mandarijn werd Sing-Ho-Koang, zooals men hem nu noemde. Zóó bleef hij geacht en geëerd door allen. En dat Sing-IIo-Koang werkelijk heeft bestaan cn stierf in 't begin 'der Xlle eeuw, blijkt nu nog, omdat zijn naam voortleeft. Want als men, in sommige streken van China, iemands groot verstand wil prijzen, zegt men: „Hij is zoo verstandig als eens de groote Sing-Ho-Koang was." TANTE JOH. (Nadruk verboden). 't Is nacht cn in het groote bosch Is het Kabouterfeest, Want Langhaard is juist vijftig jaar Hun Koning reeds geweest. Dc grijze Vorst zit op zijn troon, Kijkt vergenoegd in 't rond. Kabouters ziet hij overal: Zij zitten op den grond Rondom zijn troon, een paddenstoel. De grootst* uit heel het bosch! Wat kleurt die donkerbruine troon Toch goed bij 'I groene mos! Kabouters spelen mooi mooI En and'ren zingen luid. Ze zijn toch werk'lijk onvermoeid, Want 't lied is nauw'lijka uit Of weer een ander heffen zaan Ter cere van hun Vorst. Zij zingen maar aan één stuk door En steeds uit volle borst. Tot eind'lijk langzaam komt dc dag. Uit is dan 'l mooie feest. Kabouters denken: Wat ben 'k blij, Dat ik er ben geweest! ANNIE O. (Nadruk vorbodon). Een prinsj' en een prinsesje. Die komen op bezoek In Noordwijk. Is het eig'lijh Niet net iets uit een boek? Ze willen Hollandsch leeren Al spelende aan zee! Ze baden en ze graven En doen van alles mee Met kindertjes uit Holland. Of zij elkaar verstaan? Ik denk, dat valt wel mee, hoor! 't Zal zeker heel gauw gaan. Lief prinsje cn prinsesje, Welkom zijn jullie hier! Ilcb samen aan de zee maar In Noordwijk veel plézicrl Wij hopen, dat in Holland Je het heel prettig vindt. Do groeten van wat veel, hè? Van ieder Hollandsch kind. C. E. DE LILLE IIOGERWAARD. (Nadruk verboden). OPLOSSING FOUTEN-ZOEKPLAATJE UIT HET VORIGE NUMMER De 7 fouten zijn: I. Er is geen toegang tot het varkens hokje. II. Eén big hoeft geen staart. III. Do voederbak is aan één kant open. IV. Het juk heeft geen ketting. V» De emmer mist een hengsel. VI. De hark heeft maar één verbin dingsstuk. VII. De knecht mist een klomp. (Nadruk verboden) Beste Nichten en Neven! Tjiftjaf vraagt mo of een meisje met een M. U. L. O.-diploma en eindexamen 5-jarige meisjesschool direct als journaliste bij een krant kan komen of dat zc eerst nog Neder- la.ndsch moet studceren. Daar kan ik je dit f/ntwoord op geven Tjiftjaf, dat tegenwoor dig als eerste eisch gesteld wordt: 5-jarige H,B.S. (meisjesschool) of 6-jarig Gymnasium. Maar natuurlijk wordt weer de voorkeur gegeven aan een meisje, dat Ncderlandschc letteren gestudeerd heeft, maar toch in principe kan jouw vriendin of kennis jour nalistieke opleiding ontvangen. Vertel haar dat maar Tjiftjaf! En nu het gebruikelijke nieuws. Allereerst moet ik jullio mcdcdeclen, dat onze neef Flierefluiter heel ernstig ziek is geweest en nu gelukkig langzaam beter wordt, al zal dat nog lang duren waarschijn lijk. Ik geloof, dat ik wel uit jullie aller naam spreek, wanneer ik licm van deze plaats nog eens spoedige beterschap toe- we nsch. Vorige week heb ik geschreven, dat ik piet zoovele brieven had ontvangen, maar nu heb ik weer dat aardige stapeltje gehad, dat mij zoo bekend is cn waarvan de in houd juist zoo fijn is. Nog wel allemaal bedankt voor dc ruilbonucn, die jullie stuurde. De groctenafdceling. Dc groeten doet: Zwartkop aan Flierefluiter cn Klaverblaad je; Praatgraag aan Krullcbol; Slorpivogel tje aan Flierefluiter en Sip-Su; Johann Strausz aan II. de J.; Sip-Su aan Kikker cn Rembrandt; Zonnestraaltje aan Rateltje; Kamcrolifantjc aan Woelwater; Harlekijntje aan Veldmuisje en Kemphaantje; Koren bloem aan Tompoes, Cab Calloway aan Wa- lerchinces en Cow-Boy; Veldmuis aan Kik ker cn Kemphaantje; Rateltje aan Zonne straaltje; Klaverblaadje aan Piccolo, Sip-Su en Krullcbol. Verder krijgt Cow-Boy, die de groeten doet aan Zwartkop, het verzoek van Korenbloem om weer eens een verhaal in de krant te schrijven. Het heeft geholpen hoor! Kamcrolifantjc vraagt of jullie alle maal voor haar en Watcrchinccs duimen wilt, want zc beeft Maandag toelatings examen tot de H.B.S. Ik hoop dat ons fami- lie-geduim helpen zal! En nu stock ik maar van wal mei de briefwisseling, maar Iaat eerst Cow-Boy aan het woord. Dc Fakir Zeg lui, ik ben gepikeerd (noemen zc dat zoo in Holland?). Nu moet je jo verbeelden dat Oom Bob schreef in de rubriek: Ik geloof dat Cow Boy zijn zomerslaap inge gaan is. Jk vind het knap brutaal. Ilij ziet ine zeker aan voor een grooten luilak. Maar ja, zoo de waard is, vertrouwt hij zijn gas ten. Intusschen zal ik jullie iets vertellen over een ware bijzonderheid. Dit was dan jn dit geval een cow-boy van de water- ranch. Do Water-ranch lag in onze. streek. En wat ik hier vertel is gedeeltelijk door me zelf beleefd en gezien, cn gedeeltelijk aan mij verteld. Maar in ieder geval is het geen „verhaal", maar werkelijkheid. Er bestaan jongens die konijnen houden, cn marmotjes, duiven, schildpadden, slan gen cn hagedissen, eenden en kevers, enfin die cr een ware menagerie op na houden. Meestal doen zc het niet uit liefde voor die ren, maar alleen om het feit iets te hebben waar jc druk mee bent, of waar je je druk mee kunt maken. Die jongens (ook wel meisjes), zullen altijd probccrcn hun dieren kunstjes te leeren, of bij daarvoor ongeschik te beesten vinden zo het al fijn dat de beesten uit hun liand eten. Op dc Waterranch leefde (cn nu nog hoogstwaarschijnlijk), dc cow-boy Gus. Zijn bijnaam vertaald luidde: de Fakir. Hoe hij aan dien naam kwam hooien jullie zoo. Tot z'n menagerie behoorde o.a. een poe ma en een groote ratelslang. Want Gus had zich een waren huisdierentuin aangeschaft. Dat het altijd met volle toestemming van den ranch-eigenaar ging mag niet gezegd worden. In ieder geval had hij liet zoo ver gebokst, dat hij, „te zijnen pleziere", een leege schuur kreeg. En het was het eenigc gebouw op dc Water-ranch, dat iemand niet gauw betrad. Want in zijn vrijen tijd kon je Gus daar altijd vinden. Nu had hij dit voor op dc meeste cow-boys, dat hij „huisjesmelker" was. Hier heeft dat woord een andere beteokenis, maar hoiuc-cow boys waren zij, die het corral-vee liaddcn, d. w. z. het vee dat altijd of voorloopig in de buurt van de ranch blijft. Wanneer hij zoowel steeds op stap was, was het geen doen die ren te houden. Dc Fakir had zooals ik zei een poema en een ratelslang, cn verder een bosch-kat, groote hagedissen van ruim een voet, adders en geweldige sprinkhanen. Padden en ste kelvarkens. ratten en muizen, een aapje met één hand enz. Ik bedenk dat een aap fei telijk vier handen heeft, dus dan had het beest nog drie handen. Wij noemden Gus Fakir, omdat hij altijd bezig was dc dieren te bezweren. Jlij pro beerde net als dc Indiërs, de slang door fluitspel te „bctoovoren". Of het nu lag aan de muzikale kwaliteiten van Gus, want het was de slang niet kwalijk te nemen wanneer hij niet onder den indruk kwam, of aan de fluit, maar do slang bleef even ge vaarlijk zoowei zonder als mèt fluit. Meer succes bereikte hij bij liet aapje, dat ondanks z'n drie „handen" heole aardige kunstjes kon. Jammer was «Jat hij zijn bees ten niet meer onder dc cow-boys bracht. Zoo wel mensch als dier zouden zich daar niet mee verveeld hebben. Maar het gevaarlijkste dier was wel de poema. Deze, dc ratelslang, dc boschkat en de groote hagedissen had hij allen uit Mexico meegebracht. Die poema was juist gevaarlijk om zijn onbetrouwbaarheid. Durf de Gus 's middags zijn hand in de poema zijn bek te houden, 's avonds durfde hij z'n vinger nog niet om een der tralies van do kooi te spannen. Na maanden van proefnemingen slaagde Gus cr eindelijk in de poema zoover te krij gen, dat deze hem niets durfde te doen. Jammer was bet dat Gus nu niet bepaald een „geliefde jongeling" was. Hij was erg norsch, en kinderachtig wat zijn heesten be trof. Als je niet jo vinger naar een van zijn lievelingen wees maakte hij jo al uit voor dierenbeul. Zulke menschcn kan jc beter „in hun vet gaar laten smoren", zeggen wc hier! Maar wc vonden het toch wel erg jammer dc wijze waarop hij zijn meeste dieren kwijtraakte. Jammer genoeg was ik daar niet bij. Maar liet is zoo gcloopen. 's Mid dags, terwijl dc Fakir weg was, heeft het aapje de poema niet een hout geplaagd en het beest raakte door zijn dolle woede heen. Die liecle scène woonden de thuis-zitters bij. Dc schuur trilde van liet gebruil en dc Dc schuur trilde van het gebrul en do het was een geweldig groot cn sterk beest. Beangst voor do gevolgen wapenden de jon gens zich om op alles bedacht te zijn. Want het was te voorzien dat de poema uit z'n kooi zou springen cn daarom durfde nie mand naar binnen om de aap, die nu luid krijschcnd van angst in een hoek zat, weg tc halen. Plots gebeurde wat voorzien was, de kooi begaf zich en het woedende dier sprong naar dc aap toe. Het werd een verschrikke lijk krijgertje-spelen. Keer op keer sprong de poema, maar het aapje, dol van angaj, ontsprong steeds de. geweldige klauwen. Maar ook do terrariums niet dc adders en hagedissen werden stuk gesprongen en de poema verwondde zich aan do glasscherven, wal hem hoe langer hoe meer tot krank zinnigheid bracht. Eindelijk sprong liet aap je door één der gebroken vensters naar bui ten en viel stervend neer, maar meteen sprong lot ontzetting der menschcn de poe ma ook en kwam voor het aapje neer. Een geweldige slag van z'n poot en 't aapje was niet meer. Direct daarop klonk een salvo, want de jongens schoten meteen om verdere onheilen tc voorkomen. Wentelend en brul lend stortte het beest neer, om toch weer op te springen, maar het laatste salvo van do jongens was afdoende, cn liet beschadigde beest viel stuiptrekkend neer. Gus, die ge- waarschuwd was, kwam te. laat, maar hij had toch weinig kunnen doen. En op den grond in de schuur lagen tusschcn scherven cn andere ruïnes van dc eens mooie ver blijfplaatsen dc bewoners deels dood. Wei nig dieren waren gespaard, alleen z'n ratel slang en de adders waren nog actief en schuifelden blazend en sissend op de deur af. Nadat Gus z'n inventaris opgemaakt had bleek dat cr maar weinig onbeschadigd was. De ruimte van zijn schuur bleek nu wel tien keer tc groot. Al mag je iemand niet erg graag, dat is geen reden om „op" te gaan in iemands on geluk. Want dat dieren elkaar op die ma nier nemen moet voor een dierenvriend als dc Fakir verschrikkelijk zijn. En... troosten hielp niet! Volgende week hen ik weer present met een andere ranch. Dan is hctdc Star-ranch waar ik van vertel. COW BOY. ONZE BRIEFWISSELING Kikker, jij hebt dus nog wat tc doen, dezen zomer, want kikkers, die niet zwem men kunnen zijn geen goede kikkers. Dan zijn jc zeven kindertjes jc al een heel eind voor cn ik vind liet leuk dat ze ook mij gedag zeggen in je brief. Aardig schrijfpa pier heb jij anders, Kikker, alleen moet je den volgenden keer eens alle kantjes vol schrijven met nieuws! Nu was je zoo gauw uitgekwaakt en dus weet ik ook niet meer wat ik jc nog schrijven moet. Het beste hoor! Zwartkij kstertje, nu ben je prach tig op tijd met je pcnnestrcUen. Jij bent iets ouder dan klaverblaadje, maar nog geen 14 jaar geloof ik. Ik zou wel eens zoo'n thee visite waar drie nichtjes bij elkaar zijn, mee willen maken. En dan is vooral Woelwater in haar element, die aangekleede bezemsteel zooals jij haar noemt! Dat laatste zal ze wel niet erg vinden, als ze het leest, want het is alleen maar een vergelijking! Ik zal je verzoek aan Zonnestraaltje overbrengen en ik geloof, dat ze wel naar jo luisteren zal. Praatgraag roep ik als nieuw nichtje een hartelijk welkom binnen onzen familie-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 13