LUX
VERTREK AMBULANCE
HET MOOISTE WAT MEN GEVEN KAN
IS... EEN PARAPLUIE VAN SPIEKERMAN
PLECHTIGHEID TE
ROTTERDAM
i\ i
V, I
HDHH
Sigarenhandel HOOFT
LANGESTRAAT 31
Particuliere weer-
corpsen
TOILET ZEEP
in fóestverpahhing
4 ORIG'NELE STUKKEN
MET JAARKALENDER 1936
SLECHTS
50 as
St-7licolaasen Kerstmi»
VsLijdwikw SESF" V. faM&iL&vgh MQjuhU&Jiinq
FEUILLETON
DE ONBU1GZAMEN
U BLAD PAG. X
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 3 DECEMBER 193S
H.K.H. Prinses Juliana noudt een
rede ten afscheid, die door
Dr. Wincke! wordt be«
antwoord
Dank voor veler hulp
Hedenmiddag ia de Ncderlandache
ambulance voor Abessyniê ruet het mo
torschip KoUa Radja van Rotterdam
vertrokken. Prinses Juliana was in
haar hoedanigheid van voorzitster van
het Nederiandsche Roode Kmis bij dit
vertrek tegenwoordig, vergezeld van het
geheele hoofdbestuur van deze instel
ling. en heeft bij het vertrek de volgende
afscheidsrede uitgesproken:
Dames en Heeren,
Zoo is dan thans de ure aangebro
ken, die de kroon komt zetten op al
hetgeen in de afgeloopcn weken met
vereende krachten werd voorbereid.
Van alle kanten is daartoe zoowel in
Nederland als in Oost- en West-Indië
medewerking verleend. Met voldoening
en groote dankbaarheid wordt dat door
het Nederiandsche Roode Kruis erkend
en dit is het oogenblik om namens het
Hoofdbestuur aan die groote dankbaar
held uiting te geven. Onwillekeurig zul
len daarhii veler gedachten terug gaan
r.
-
V
V
4.1*11 MéiMrd
f*
f» i
#J:v:
§3SÈ1v
jÉGE i
Prinses Julinna
naar de dagen van den Balkanoorlog en
het afscheid, dat destijds door mijnen
Vader, en zijno toenmaligo medewer
kers, werd genomen van hen. die gereed
stonden om te vertrekken, ten einde in
verre landen met inzet hunner beste
krachten en hunner volste toewijding
leniging te gaan brengen In den nood
8INT NICOLAAS
en
FIJNPROEVERS
koopen hun Sigaren
en Sigaretten in
H. v. Vlaodenstr. SS. T»L 1835
DAAR is sorteering.
der gewonde en zieke strijders.
Van den eersten aanvang af is ten
duidelijkste gebleken talloos zijn
daarvan de bewijzen: ik noem U slechte
het wakkere Rotterdamsche Comité, dat
ons zoo krachtig heeft gesteund, en de
comité's die zich in den Haag en elders
zoo verdienstelijk hebben gemaakt
talloos zijn de bewijzen .dat de gedach
te ook van deze hulpverleening zich in
bijzondere mate in de sympathie van
onze landgenooten mocht verheugen
Deze sympathie is voor de volijverige
Ambulance-Commissie bij haren veel-
omvattenden arbeid een voortdurende
steun en aansporing geweest Doch dat
niet alleen. Zij heeft hare vertolking ge
vonden in eene offervaardigheid, die de
verwezenlijking van de plannen van
het Nederiandsche Roode Kruis, in
weerwil van de tijdsomstandigheden,
inderdaad practlsch mogelijk heeft ge
maakt Groot is dan ook onze dank
baarheid, dat wij hier mogen getuigen,
dat personeele en materiëele hulp ons
als om strijd van alle zijden is
komen toevloeien. Reeds voordat in
beginsel tot het uitzenden eener am
bulance was besloten, hebben zich ver
pleegsters, en daaronder ongetwijfeld
uitnemende krachten, bij tientallen
aangeboden. Op uitdrukkelijk verzoek
van het Ethiopische Roode Kruis moest
er echter van worden afgezien vrouwe
lijke hulpkrachten bij de ambulance in
te deelen. Ook verplegers en leden van
transportcolonnes van het Nederiand
sche Roode Kruis hebben zich in groo-
ten getale aangemeld. Al kon van hunne
diensten op eene zeer enkele uitzon
dering na geen gebruik worden ge
maakt, de verzekering zij hun gegeven,
dat onze Vereeniging, hun aanbod ten
volle waardeerend, op het offer hunner
toewijding blijft rekenen, wanneer hun
ne hulp te eeniger tijd noodig mocht
zijn.
Uitnemende medici stelden zich te
onzer beschikking, hetgeen eene selectie
mogelijk gemaakt heeft, die de beste
verwachtingen rechtvaardigt omtrent
hunne verrichtingen, wanneer zij straks
de plaats hunner bestemming zullen
hebben bereikt
Dat hunne taak niet licht zal zijn,
daarvan zijn wij allen doordrongen, zij
zei ven ongetwijfeld wel in de eerste
plaats. Des te meer waardeeren wij hun
vastberaden aanbod. Bij de vervulling
hunner taak zullen hun de veelzijdige
ervaringen, door den Heer de Vries ge
durende een verblijf van eenige jaren
in Ethiopië opgedaan, ongetwijfeld van
het grootste nut zijn.
Na dank te hebben gebracht aan de
regeering voor haar volle en voort
varende medewerking aan de Rot
terdamsche Lloyd voor de groote
tegemoetkoming, betoond bij de voor
waarden voor het transport van perso
neel en materieel der ambulance, en
aan den heer Ruijs voor diens bereid
willige hulpvaardigheid, vervolgde de
Prinses:
„Tal van firma's hebben ons deels
door het schenken van dikwijls aan
zienlijke hoeveelheden van verschillen
de benoodigdheden deels door aanbie
dingen onder buitengewoon gunstige
prijsvoorwaarden ln de gelegenheid ge
steld tot het treffen van verdere voor
zieningen, waartoe de beschikbare mld
delen anders misschien niet zouden
hebben gereikt. Namen te noemen zou
de nagenoeg onvermijdelijk het begaan
van omissies ten gevolge moeten heb-
/slechts
54 ct. kost hef origineels
pakje Sanka Koffie, de
tweede soort, maar het
goede, gegarandeerd
coffeïnevriie product van
Hag.
Laag in prijs, goed en
rdeelig in hef gebruikj
ben. Wij moeten ons dus daarvan ont
houden en volstaan met aan al die
firma's evenals aan de tallooze parti
culieren. die door hunne schenkingen
in natura of in financiëelen vorm dan
wel door aanbiedingen hunner persoon
lijke diensten de uitvoering onzer plan
nen hebben helpen verwezenlijken, de
verzekering te herhalen van onzen hart-
grondigen dank.
En nu nog een laatste afscheids
woord aan alle leden van de Nederiand
sche Roode Kruis ambulance. Dadelijk
gaat gij op weg naar Uw doel, vol
doende aan de roeping van het Roode
Kruis, en, zooals wij hebben mogen con-
stateeren, aan een wensch in Uw Vader
land, dat Uw arbeid in Ethiopië met
zijn sympathie zal blijven volgen. Wij
wenschen U geluk op Uw tocht! Gij
zult dat zeker vinden in de groote en
dankbare taak die gij op U hebt geno
men. Wij weten, dat wat gij waagt U
door nog grootere bevrediging zal wor
den terugbetaald, en daarom mogen wij
ons voor U verheugen, nu wij U zien
gaan. Wij hopen U als het kan spoedig
tot de Uwen en ook in ons midden te
zien wederkeeren.
Ik heb gezegd.
Antwoordrede drWinckel
Dr. C h. W. F. Wincke 1. leider der
ambulance, antwoordde op de rede der
Prinses:
Koninklijke Hoogheid,
Als voorzitster van het Nederiand
sche Roodo Kruis heeft Uwe Koninklij
ke Hoogheid zich do moeite willen ge
troosten, do voor Ethiopië bestemde
ambulance uitgeleide te doen, en aan
de leden daarvan een woord van vaar
wel toe te roepen. Hedenmorgen had
den wij de door ons zoo hoog gewaar
deerde oer, aan Hare Majesteit de Ko
ningin op Iloogstderzelver uitdrukke
lijk verlangen to worden voorgesteld,
zoodat op den dag van heden het hoog
tepunt bereikt is van de onderscheidin
gen. welke aan ons. leden der ambu
lance, de laatsto weken ten deel moch
ten vallen.
N.V. SIERKUNST
UTR.WEG 90a Hk. St. v. d. Hagenlaan
GROOTE KEUZE GESCHENKEN
IN ALLE PR IJ ZEN
EET-, THEE- en ONTBIJTSERVIEZEN
IN HET TENTOONSTELUNGS GE
BOUW WERKEN VAN DEN SCHIL
DER ALBERT FIKS TOEGANG VRIJ
Wij allen die thans op punt staan te
vertrekken, voelen het als een onder
scheiding, dat het hoofdbestuur van net
Nederiandsche Roode Kruis ons uit een
schare uitkoos, ter vervulling der taak
van een ambulance in oorlogstijd en
op een oorlogsterrein. Van harte hoop
ik. dat uwe Koninklijke Hoogheid en
het geheele hoofdbestuur van het Ne
deriandsche Roode Kruis de verzeke
ring wil aanvaarden, dat het ons aller
streven zal zijn. ieder naar de mate
zijner krachten, in eensgezindheid en
kameraadschap mede te werken aan
Ie verwezenlijking van het doel van
liet Roode Kruis: caritas in armis. Wij
heseffen volkomen, welke verantwoorde
lijkheid op onze schouders is gelegd: het
Nederiandsche volk bracht in een moei
lijken tijd de middelen bijeen, om in
het verre Afrika aan gewonde en zieke
krijgers bijstand te verleenen; deze
middelen zijn aan ons toevertrouwd,
wat ons den plicht oplegt, te trachten
het maximum van nuttig effect ermede
te bereiken.
Uwe Koninklijke Hoogheid sprak zoo
even onder andere over het persoonlijk
offer, dat wij zullen brengen, mag ik
daaraan een korte beschouwing vast-
knoopen? Zeker, wij zijn bereid offers
te brengen, doch tot nu toe zijn die niet
van ons verlangd: wat de toekomst in
dit opzicht brengen en eischen zal,
weet ik niet. Wél weet ik. dat reeds
nu door anderen offers zijn gebracht:
ik doel thans speciaal op onze nabe
staanden. op de ouders, op de gezinnen
van enkelen onzer, die ons thans zien
gaan! Wij voelen onszelf allerminst
als slachtoffers: wij gaan een druk le
ven vol afwisseling, vol nieuwe indruk
ken tegemoet, bevrediging vindende in
de vervulling van onze taak. Maar hen,
die achterblijven rest alleen het wach
ten: het wachten op berichten, welke
ongetwijfeld kort en vrij schaarsch zul
len zijn. en op onzen terugkeer. Aan
hen moge ik daarom deze woorden wij
den: houdt goeden moed; wij begeven
ons niet noodeloos in gevaren, zullen
elkaar bijstaan, en hopen met Gods
hulp over eenige maanden weer terug
te komen in het vaderland.
Mijne heeren. leden van het hoofdbe
stuur van het Nederiandsche Roode
Kruis, gij weet, hoe wij over onze uit
zending denken, hoe wij die opvatten
als een onderscheiding, en ook als een
uitverkiezing tot een nobele taak.
Houdt u ervan overtuigd, dat wij onze
uitersten best zullen doen. die taak zoo
goed mogelijk te vervullen.
In het bijzonder gelieve Uwe Konink
lijke Hoogheid onzen dank te aanvaar
den. voor de tot ons gesproken woor
den.
Ten slotte nog dit: Wij voelen, dat
wij in Afrika niet alleen het Roode
Kruis vertegenwoordigen. Wij verte
genwoordigen er ook het Nederiand
sche volk. In Ethiopië, waar vermoe
delijk nog nooit zoovele Nederlanders
tegelijk aanwezig waren, zal men Ne
derland beoordeelen naar ons. die thans
erheen gaan. Het Roodo Kruis kan er
van overtuigd zijn, dat wij onzen best
zullen doen. den Nederlandschen naam
in den vreemde hoog te houden.
Ik heb gezegd.
A.V.R.O.;uit zending
der plechtigheid
De A.V.R.O. zal hedenavond terstond
na de nieuwsberichten van het A.N.P.
dus te circa 8.10 de reportage uitzenden
van het vertrek der ambulance-leden
die door het Roode Kruis naar Ethiopië
zijn gezonden en bij welks afscheid
H.K.H. Prinses Juliana het woord heeft
gevoerd.
NAT. CRISISCOMITE
In de periode van 16 tot en met 30
November j.l. werden door het Natio
naal Crisis Comité aan plaatselijke
comité's uitkèeringen gedaan tot een
totaal bedrag van f 25111. in den vorm
van natura en kolen.
Voor 18 bijzondere gevallen werd
voorts door tusschenkómst van de
plaatselijke comité's f 151250 verstrekt.
FELLE FABRIEKSBRAND
TE ALPHEN a.d. RIJN
Gas? en waterleidingbuizen»
fabriek „Rhenania" in
vlammen opgegaan
ALPHEN A. D. RIJN, 2 Dcc. - Een
felle brand heeft in den afgeloopen
nacht het kantoor en het fabrieksge
bouw van de N.V. Rhenania. fabriek
van geasphalteerde gas- en waterlei
dingbuizen in de asch gelegd.
De brandweer stond reeds van het eer
ste oogenblik af machteloos tegenover de
vuurzee, die, aangewakkerd door den he
vigen N. W.-storm, zoowel het fabrieks
als het kantoorgebouw, welke beide ge
heel in hout zijn opgetrokken, in lichter
laaie zette. Bovendien vond het vuur gre
tig voedsel in een groote hoeveelheid teet
en afval welke in de loodsen was opge
slagen en die door den hevigen wind tien
tallen meters ver werden geslingerd. F.en
gelukkige omstandigheid was, dat de ge
bouwen buiten de bebouwde kom lagen
daar anders bij den heerschenden storm
uitbreiding van den brand zeker niet te
voorkomen zou zijr geweest Hoewel door
de brandweer volop water werd gegeven
kon men niet voorkomen, dat het geheele
gebouw tot den grond toe afbrandde
Niets is gered.
Omtrent de oorzaak vernemen wij. dat
deze vermoedelijk moet worden gezocht
in het feit, dat een plaatsvervangend sta
ker, die Zondagavond te 10 uur de stoom
ketel heeft aangemaakt wat te hard heeft
gestookt, hoewel het ook mogelijk is, dat
door den storm het vuur in de ketel feller
dan gewoonlijk is gaan branden.
Hoewel het bedrijf door den brand uit
teraard stagnatie zal ondervinden zullen
de leveranties gewoon voortgang kunnen
hebben, daar de voorraad buiten de fa
briek was opgeslagen. De schade wordt
door verzekering gedekt
Jhr. Mr. F. J. J M. VAN
RIJCKEVORSSEL f
BERLICUM, 2 Dec. In den ouder
dom van 77 jaar is gisteren op zijn
landgoed overleden Jhr. Mr. F. J. J. M.
van Rijckevorssel, oud-lid van Gedepu
teerde Staten van Noord-Brabant.
OUD-DOELVERDEDIGER VAN DER
MEULEN PROMOVEERT
AMSTERDAM, 2 Dec. Naar wij
vernemen zal de bekende oud-doelver-
dediger van het Nederlandsch elftal
A. J. van der Meulen op 11 Dec. aan
de gemeente-universiteit te Amster
dam promoveeren tot doctor in de ge
neeskunde op proefschrift, getiteld:
Over het foramen van magendie. De
promotie zal om half 4 's middags
plaats vinden.
Wetsontwerp inzake hef
verbieden ervan
ingediend
Thans is ingediend het aangekondigd
de wetsontwerp, houdende voorzienin
gen omtrent weercorpsen.
In de toelichting wordt o.m. gezegd:
Reeds sedert eenigen tijd heeft de
regeering met bijzondere aandacht de
meer en meer tot uiting komende nei
ging van bepaalde politieke groepen in
den Lande gadegeslagen om, hetzij bin
nen, hetzij naast de partij, doch met
haar nauw verbonden, organisaties te
vormen, welke zich onder omstandighe
den kunnen leenen tot daadwerkelijke
machtsontplooiing. Ook zoolang zekere
particuliere organisaties zich nog niet
tot formeele quasi-militaire groepen
hebben kunnen ontwikkelen, kan in
haar aanwezigheid een gevaar schui
len. Ook zonder wapenbezit en zonder
dat in het openbaar in uniform wordt
opgetreden, is in vrij aanzienlijke mate
militaire vooroefening en aankweeking
van een geest van militaire discipline
mogelijk. Organisaties, waarin zulks ge
schiedt, bestaan heden ten dage. Bij
toenemende ontwikkeling kunnen zij
zonder veel moeite worden omgezet in
een soort particuliere legercorpsen. Pre
ventie is hier noodzakelijk. De regee
ring is daarom te rade geworden, dat
het aanbeveling verdient, alle organisa
ties van particulieren, welke een quasi-
militair of quasi-politiair karakter dra
gen, te verbieden, behoudens uitzonde
ringen.
Dat door de algemeenheid van dit
wetsontwerp ook de categorie van ze
ker loyale vereenigingen (burgerwach
ten e.d.) onder het wettelijk toezicht
komt te staan, is een consequentie, wel
ke men geenszins behoeft te betreuren.
Vereenigingen, welker bestaan en op-,
treden het wettig gezag slechts met er
kentelijkheid kan waardeeren, zullen
met zekerheid op de in het ontwerp
gedachte toelating kunnen rekenen. De
op haar betrekking hebbende voor
schriften zijn veelal gebrekkig en ver-
tooncn niet het gewenschte systeem en
samenhang. De door die organisaties
zelf geambieerde dienstbaarheid aan
het wettig gezag en zijn organen be
hoort wat. nader te worden geregeld. De
uitvoering van do nieuwe wet zal een
voortreffelijke gelegenheid bieden, die
regeling op systematische en deugde
lijke wijze te doen geschieden.
Behoudens toelating bij of krachtens
algemecnen maatregel van bestuur zul
len verboden zijn het tot stand bren
gen van weercorpsen, het daarvan deel
uitmaken en het steunen van deze.
sj DELFTS-AARDEWERK
Een goede daad is als het ware een
vrijbrief, die ons toegang verschaft tot
de harten van onze naasten.
Naar 1 Engetsch van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. P. H.
81
D« anderen waren hen een eindje
vooruit cu bleven nu stilstaan. Toen
Rawlinson en Louis hen inhaalden,
stonden Washington en Crabtree, met
de lantaarns boven het hoofd geheven,
aan Oliver te toonen, welke schade er
was veroorzaakt. Met verbazing keek
Rawlinson naar de groote blokken
steen, die van hun plaats waren geslin
gerd alsof zc niet meer wogen dan een
stuk kinderspeelgoed.
.,U kunt zien, hoe het gebeurd moet
zijn", zei Crabtree. zijn licht zoover mo
gelijk over de borstwering houdend.
J>e dynamielpatroon moet ergens daar
beneden geplaatst zijnkijk, daar
aan het einde van die scheur en
die is zoo als u ziet slechts een paar
nieter lang. Maar ja, alt het waar is,
wat mijnheer I-ouis denkt.... als die
zich diep onder de oppervlakte door
zet r
Jk zal Je zeggen, wat er gebeuren
moetzei Oliver, zich uit zijn gebogen
houding hoog oprichtend en sprekend
met iets van zijn oude kracht. ..want
eén ding staat vast? Vannacht moeten
jullie zorgen, dat deze plek met de
grootste zorgvuldigheid bewaakt wordt.
Niet uit angst voor een herhaling
{k denk. dat die schurk zijn werk beter
gedaan heeft, dan jullie denken
maar voor het geval, dat de storm erger
wordt en het water in die scheur zou
komen. Er moeten hier overal wachten
komen Enhoe staat het met de
sluisdeuren? Kunnen jullie niet flink
spuien, zoodat de druk van het water
minder wordt?"
„Dat is vooreerst nog niet noodig".
zei Crabtree. en gaf verder eenigen
technischen uitleg. ..Maar ik zal toch
zorgen, dat de dam hier bewaakt wordt.
Ik zal een paar van mijn mannen op
post zeiten en zelf vannacht ieder uur
komen kijken. Maar ik geloof niet, dat
er op het oogenblik ten minste veel
gevaar is".
„Veel gevaar?" riep Oliver uit. „Maar
man, er mag heelemaal geen gevaar
zijn!"
Hij bleef wachten, tot de opzichter
voor de noodige bewaking gezorgd had
en Louis bleef met Rawlinson op hem
wachten. Maar eindelijk was alles ge
daan, wat mogelijk was en keerde Oli
ver. hoewel met tegenzin, naar zijn huis
terug.
„Ik ben hier morgenochtend vroeg
terug, Crabtree". zei hij. „Zoodra het
Jicht wordt, kom ikl En mocht er in
dien tusschentijd iets verkeerd gaan
..ik zou nog graag iets zeggen', on
derbrak Crabtree hem. „U zit belden
ir. het gemeentebestuur en... mis
schien 1» het iets. dat onderzocht moet
worden. Wilt u misschien nog een paar
minuten binnen komen?"
HOOFDSTUK XVIII.
Angst I
Zoodra ze weer in de kamer van den
hoofdopzichter waren, wendde Oliver
zich terstond tol hem met de vraag:
„Wat bedoel je met te zeggen, dat
we in het gemeentebestuur zitten? Weet
je dan soms iets. wat een rechtszaak
kon worden? Wat hiermee te maken
heeft?"
Crabtree keek eerst zijn ondervrager
en dan Washington aan.
„Ik heb er over loopen denken van
het oogenblik af, dat we naar buiten
zijn gegaan om te kijken", zei hij. ..En
ik weet zelf niet. of ik wel behoor te
zeggen wat ik eigenlijk denk; ik zou
niet graag iets zeggen, waardoor ik
een onschuldige in verdenking bracht.
Maar u weet toch wel, mijnheer Was
hington, dat we dat geval met Barstow
hebben gehad?"
Washington schrok er van op en be
gon zachtjes te fluiten. Blijkbaar bracht
de naam. door Crabtree genoemd, een
of ander feit voor zijn geest.
„Zoozou dat het zijn!" riep hij uit.
„Daar had ik nog niet aan gedacht".
„Ik ook niet... tot daareven'" zei
Crabtree „U weet toch wel, wat er
gebeurd is, toen hij ontslag kreeg?"
„Waar heb je het over?" vroeg Oliver.
„Ie hebt me gevraagd binnen te ko
men, om Iets te vernemen. Maar wat
ik nu hoor Is Spaansch voor me! Wie
is Barstow? Waarom is hij ontslagen?
Wat is er gebeurd? Vertel het toch wat
duidelijker!"
„Barstow was een van mijn werklui",
antwoordde Crabtree. „Hij was hier al
een paar jaar en hij woonde in een
van de huisjes daar aan den dijk. IJij
begon te drinken en zijn werk te ver-
waarloozen en nadat ik hem ontelbare
keeren gewaarschuwd had, moest ik
hem tenslotte wel bij het bestuur aan
brengen. Dat weet mijnheer Washing
ton ook wel. Ze hebben hem toen nog
een paar maal een kans gegeven, maar
hij verbeterde niet en toen moest hij
weg. En toen hij ontslag kreeg, werd
hij razend van woede en gooide er al
lerlei dreigementen uit... wat weet ik
'zoo precies niet meer. Maar hij zei in
elk geval, dat hij zich wreken zou!"
„En?" vroeg Oliver.
„Ik heb gehoord, dat hij werk heeft
gevonden in de steengroeven van
Dibbs", zei Crabtree.
„Wat zou dat?" vroeg Oliver.
„Weldaar gebruiken ze nog al
dynamiet", zei Crabtree. „Daar laten ze
elk oogenblik de rotsen springen. En.,
een man, die daar aan het werk is, zou
gemakkelijk kans hebben om aan wat
springstof te komen. Natuurlijkhet
is maar een veronderstelling van me
Louis John tikte zijn vader op den
arm.
„Het is al erg laat", zei hij. „Ik zou
graag naar huis gaan. Als er, in wat
Crabtree zegt, iets zit, dan kan dat
morgen nagezocht worden. Maar als ik
in jullie plaats stond", vervolgde hij
tot Crabtree en Washington, „dan zou
ik de .politie er liever buiten laten tot
dat de ingenieurs er geweest zijn. Op
het oogenblik is er nog niet ie zeggen,
welke schade er Is aangericht".
Hij trok zijn vader mee en gevolgd
door Rawlinson gingen ze alle drie
zwijgend over de heide den weg naar
huis op door den stroomenden regen.
Zoodra hij thuis was. gooide Oliver zijn
druipende regenjas uit en begaf zich
naar zijn werkkamer en toen de an
deren zich daar hij hem voegden, za
gen ze hem bezig met zich een flink
glas whisky in te schenken. Hij schoof
hun den karaf toe.
„Schenk zelf maar in, jongens" zei
hij. „Dat heeft 'n mcnsch na zoo'n
tocht wel noodig' Ik denk, dat ik van
nacht geen oog dicht zal doen! En in
dat geval zal het mijn eerste slapelooze
nacht zijn in
Maar hij hield zich opeens in, want
hij bedacht zich, hoe hij den nacht had
doorgebracht, nadat hij van de handel
wijze van Joe Bickerdyke gehoord had.
„Nou ja", wierp hij het meteen over
een anderen boeg. ..Het is in elk geval
een leelijke geschiedenis! Erg leelijk!
Louis, je moest vannacht maar liever
hier blijven... ik zal je kamer wel..."
„Neen, ik moet naar huis", zei Louis.
„Maar ik zou wet graag even met u
praten, voordat ik wegga".
Rawlinson, die zich juist een glas
whisky met spuitwater had ingeschon
ken, begreep dien wenk en nam zijn
glas op.
„Als het goed is, dan ga ik naar
bed", zei hij. „Ik ben zulke nachtelijke
tochten niet gewend en ik kruip regel
recht onder de dekens en drink dit dan
in bed leeg. Neen, het is niet noodig.
dat u mee naar boven gaat. mijnheer
Carsdale ik heb alles, wat ik noodig
hebben kan".
Maar Oliver bracht zijn gast toch
naar zijn kamer. En hij bleef er eenige
minuten, om zich te overtuigen, dat
zijn gast alles had. wat hij noodig heb
ben kon.
Toen hij beneden kwam. .vond hij
Louis voor den haard staan. leunend
tegen den schoorsteenmantel met de
handen diep in de zakken en de oogen
si rak gericht op het patroon van net
haardkleedje.
„En, jongen?" vroeg hij bezorgd, de
deur achter zich sluitend. „Wat is er?"
Louis wees op den leunstoel van zijn
vader en Oiiver ging er in zitten.
„Allemaal klets... dat verhaal over
Barstow!" hegon Louis John.
Oliver keek op. Hij had zich reeds
vastgeklemd aan de hoop, dat het ver
moeden van Crabtree waar zou zijn.
„Denk je dat werkelijk?" vroeg hij.
„Waarom dan? Het kwam me zoo voor,
dat er wel grond voor zou kunnen zijn".
„Geen enkele grond!" verklaarde
Louis l>eslist. „Het was de moeite niet
waard om er naar te luisteren. Ik zeg
uen ik weet, wat ik zegdat de
slof, die gisternacht gebruikt werd om
den dam op te blazen, dynamiet was
van de samenstelling, die ik u noem
de".
„Enwat zou dat?" vroeg Oliver.
„Dat soort gebruiken ze niet in de
steengroeve van Dibbs", zei Louis. „In
geen enkele steengroeve zelfs. Het is
veel te zwaar voor het gewone ge
bruik de springwerking is te sterk.
Degene, die den aanslag op den dam
gepleegd heeft, was drommels goed op
do hoogte met de moderne springstof
fenDat weet een man als Barstow
riet".
Oliver voelde een koude rilling van
angst angst voor onzichtbaar ge
vaar voor een verborgen vijand. Hij
zat zijn zoon zwijgend aan te staren
en keek hom vragend aan, zonder het
onder woorden te durven brengen. En
na een poosje begon Louis weer, rond
uit als oen echte Carsdale. te spreken.
„Hoyland!" zei hij, zich voorover
buigend en zijn vader recht in het
gelaat ziende. „Abe Hoyland! Dat is
de man! Hij wil zich wreken op u!"
Oliver voelde, hoe zijn lippen en
tong plotseling kurkdroog werden en
hoe een huivering over zijn rug kroop.
Hij stak de hand naar zijn glas uit
en Louis zasr, hoe die hand beefde. En,
om zijn vader tijd te geven zichzelf
wat te herstellen, praatte hij door.
(Wordt vervolgd).