HUISMOEDERS
IS
VOOR DE FILM DOOR BORNEO
BAKKERIJ ,,'T SMULHUIS"
AMERSFOORTSCH
DAGBLAD
MET GRATIS
ONGEVALLENVERZEKERING
DROGISTERIJ „DE GAPER"
MODE NIEUWS
Over boeken en schrijvers
VARIA UIT DE
Brood is hel belangrijkste voedse
Vraagt daarom het beste
uit het beste en be
trek Uw brood uit de
Soesterweg Telefoon 89C
THANS
CENT PER WEEK
de diepte der visie en de kracht der
verbeelding.
Wij willen, om de schrijvers recht te
doen, een fragment citeeren, waaruit
deze vlakheid geenszins blijkt. Het
geeft een beschrijving van het werk tot
droogmaking van de Pontijnsche moe-
issen:
„De eerste maanden op de Pontijn
sche landen waren een harde proef.
Verscheidene weken lang stonden de
mannen in modder en plassen, om de
greppels te graven, die naar de nabije
sloten en tochten het water afvoeren
zouden. Leone in zijn oude vetlaar-
zen, de anderen, om geen schoeisel te
bederven, barrevoets.
Met een vreugdevolle benauwdheid
overschouwden zijn hun vijftien hecta
ren onherbergzaam aarde, slechts ééne
maal, een meter diep, door het genade-
looze kouter der Fowlers omgewoeld. De
ontzaglijke, zwartgrijze schollen en klon
ten leken de kwade golven van een
heftig bewogen zee, waar hier en ginds
nog een spookachtige worteltronk als
een wrak op dreef. En over de wijde
plekken was dat vervaarlijk omgewor
pen, wreede land doorzogen en door-
zompt van de onheilspellende drassig
heid, die hun hart benarde. Vol verbeten
overwinningswil stonden zij onder de
dreigende luchten en stootten de spade
in de klevende kluiten en groeven, moei
zaam, greppel na greppel. Maar
's nachts hoorden zij opnieuw de stort
regens razen, en de verdronkenheid van
het land nam eer toe dan af. Vaak was
hun werk van den vorigen dag weer ten
halve weggespoeld en verwoest
Doch zij volhardden in hun worste
ling. Dagen aaneen wrochten zij voort
Totdat aan het einde der week de he-
Carel Scharten
mei klaarde en de eerste koude sterren
nacht in ademlooze stilte flonkerde.
Den volgenden morgen hing de reine
MEER BETALEN
ZOU DWAASHEID ZIJN!
De beste koffie. Hulsko's
Semkoffiekost nu 25 ct.
per pond I Hulsko heeft
één soortt het beste! la
gepatenteerde, luchtdichte
verpakking. - Vraagt Urt
Winkelier I
KOFFIE
DE KOFFIE WAAR PIT IN ZITI
JULIANAPLEIN 4
naast Apotheek Haan.
Wij ontvingen:
Lenkodont Tandpasta 0.85
Tandborstels 0.75
Mondwater 1.50
Volgens voorschrift v. Tandarts
Mertens den Haag (Ned. Fabr.)
znnnedamp over een verloste wereld, en
zij zagen, dat het water minderde."
Zulk een fragment is voortreffelijk.
Het is het resultaat van een volkomen
nauwkeurige waarneming, vervat in
een volkomen nauwkeurige uitbeelding.
Maar het wil ons voorkomen, dat het
geheele beeld van het groote epos der
drooglegging van de Pontijnsche moe
rasden, ondanks deze voortreffelijke be
schrijvingen niet geheel den lezer ver
overt, en dat de lyrische aanblazingen,
die het op gang houden, vaak een gemis
aan sterke constructieve kracht verra
den.
Deze nieuwe roman van de Schartens
geeft ons, zooals de lezers reeds hebben"
goraden, het beeld van de verovering
door pioniers en boeren, van het drassi
ge land der Pontijnsche moerassen. Het
verhaal groepeert zich, ten slotte om
Mussolini, het schildert ons bezoeken
van Mussolini aan akkers en werkers,
en den persoonlijken arbeid van Mus
solini bij het dorschen van het graan.
Terwijl de schrijvers duidelijk pogen de
liefde van Mussolini voor het landbou
wende volk, en de verafgoding door het
volk van hun Duce te verbeelden en te
verklaren.
Ook om deze, blijkbaar authentieke
teekening van feiten is dit boek een
curieus boek, dat men wil gelezen heb
ben. Maar een zekere tendenz heb
ben de schrijvers niet weten te vermij
den, en wij betwijfelen of die tendenz
liet eenigszins afbreuk heeft gedaan aan
de literaire waarde van-hun geschrift
P. H. RITTER Jr.
VOGELWERELD
Van den levensduur in het wild le
vende vogels is niets bekend. De ring-
methode zal hierover hopeliik in de toe
komst wel gegevens brengen. Wèl be
zitten we die omtrent in gevangen
schap levende (of geleefd hebbende)
individuen, waarover S. S. Flower in
de „Proceedings of the Zoological So
ciety of London" uitvoerig mededeeling
heeft gedaan.
Zooals uit het navolgende, daaraan
ontleende blijkt, variëeren de leeftijden,
bereikt door in gevangenschap gehou
den vogels, tot ruim 900 verschillende
soorten behoorende, van 6 tot 30 jaar
en ouder.
Vogels, behoorende tot 909 verschil
lende soorten, leefden 6 jaar of langer;
009 soorten langer dan 10; 137 soorten
langer dan 20 en 41 soorten langer dan
30 jaar.
Het getal, achter de hierna te noe
men vogelsoorten vermeld, geeft het
nantal jaren aan, dat. in hoofdzaak in
dierentuinen, bereikt werd.
Roek: 8: boerenzwaluw, huiszwaluw,
waterhoen, regenwulp: 9 (zie hieron
der): nachtegaal, witte kwikstaart,
spreeuw, kemphaan* 10; kauwtje, fa
zant. tureluur, kokmeeuw, verschillen
de duiven-soorten: 11: merel, huis-
musoh grocnling. ekster, torenvalk: 12;
zanglijster, vlaamsche gaai, meerkoet,
kievit, scholekster, pampa-struisvogel:
13; kneutje: 14; zeemeeuw: 15; kwak:
21: blauwe reiger: 22; aalscholver: 23;
raaf. ooievaar, wilde eanzen. Afrik,
struisvogel: 24; wilde zwanensoorten:
25; wilde eenden-soorten, casuaris-soort
26: boschuil. witte pelikaan: 27: emu:
28; vale gier: 37; kraanvogel: 42: zil
vermeeuw: 44 steenarend: 46; papegaai
soorten 50 en ouder.
In de „Proceedings of the Royal Zoo
logical Society of N.S. Wales" 1933—
'34) vind ik melding gemaakt van een
regenwulp, die in zijn 2e levensjaar
naar Sydney werd gebracht en einde
1934 29 jaren oud was. Al dien tijd
bracht die vogel in vrijheid in een tuin
door.
Een Huismusschen-nest, gebouwd In
een met Wilde Wingerd begroeiden
muur. bestond geheel uit versch gras,
afkomstig van een vlak nabij gelegen
gemaaid gazon. De bodem van het nest
was met veeren bekleed en met nog
sappig gras overdekt. (Uit buitenland-
sche ornith. litteratuur).
Archibald Thorburn f
Met Archibald Thorburn. 9 October
j.l. op 75-jarigen leeftijd overleden, is
een dierenschildcr van den eersten
rang heengegaan. Zijn Vogel-afbeeldin
gen in Lilford's „Coloured Figures of
the Birds of the British Islands" heb
ben hem beroemd gemaakt: ze worden
in oen necrologie in een der buiten-
landsche natuurwetenschappelijke bla
den als „edclsteenen van het zuiverste
water" geprezen. Ook een groot aantal
afbeeldingen van Faz.anten in Beebc's
standaard-nionogrnphie over die Vogel-
famiJie zijn van Thorhurn's hand. De
prachtige afbeeldingen o.a. van Veld
muizen en Insecten-eters in zijn „Bri
tish Mammals" en die der Vogels in
zijn ..British Birds" zijn ongeëvenaard.
Bij Thorburn. wiens vader een ver
maard miniatuur-schilder was, paar
den zich aan streng wetenschappelijke
nauwkeurigheid een compositie-talent
en kleurgevoel op een wijze zooals
slechts zelden wordt aangetroffen.
A. A. VAN PELT LECHNER.
Arnhem. December 1935.
EEN AVONTUURLIJKE
TOCHT
Onderhoud met Victor
baron von Plessen
Medewerking der Dajaks
In Januari van dit jaar stapte de hier
te lande welbekende Duitsche reiziger
en zoöloog Victor Baron von Plessen in
gezelschap van zijn jonge vrouw, bei
den nog met de kleur der Europeesche
lucht op het gelaat frisch en vroolijk te
Priok aan wal om wederom een zijner
expedities naar Indië's binnenlanden te
ondernemen.
Hedenmorgen ontving hij, vermagerd,
gebruind en met een vermoeide uit
drukking in de lichte oogen, doch
niettemin nog sterk en lenig in zijn
luchtig tropencostuum, bestaande uit
een los overhemd, shorts en gemakke
lijke schoenen, de Aneta-redaëwur, die
hem naar zijn avonturen in Borneo's
„jungle" kwam vragen.
In een met prachtig oude meubelen
uit den Compagnie's tijd ingerichte
kamer in het huis van een zijner vrien
den, bij wien het echtpaar thans in
Indië's hoofdstad logeert, begon het on
derhoud, waarin Baron Von Plessen
op levendige wijze, nog vol van de be
levenissen zijner jongste expeditie (het
was opmerkelijk, hoe toen elk teeken
van vermoeienis bij hem verdween),
het verhaal deed van een zevental pio
niers, waaronder een jonge vrouw, die
nota-bene voor de eerste maal in Indië
was, dat honderden kilometers ver een
vrijwel ongerept gebied, bedekt met wil
dernis, binnendrong om een film te
maken, waarvan straks duizenden zul
len genieten, rustig gezeten in hun
pluche stoelen in Europa's bioscoop
theaters. Een spel der menschelijke ver
beelding, tot werkelijkheid gebracht
door den moed en de volharding van
dit handjevol onverzettelijken.
Baron von Plessen vertelde, daarop,
hoe hij reeds in Januari met zijn vrouw
in Indië kwam met de bedoeling een
zoölogische expeditie te maken, doch
deze tegelijk te combineeren met. de
uitvoering van de filmplannen welke
toen reeds bestonden. Het duurde ech
ter nog tot Maart, voordat men hier be
richt ontving dat de plannen zouden
doorgaan.
Naar de Engelsche grens
Baron von Plessen begaf zich toen
naar Noord-Oost-Borneo, waar hij
Tandjoeng Solor als uitgangspunt voor
de expeditie koos. Van hieruit is hij
met zijn vrouw en 3 preparateurs, be
nevens den huisjongen Amat, het bin
nenland ingetrokken, de Kajan-rivier
op. Op drie dagreizen van Toendjoeng
Solor werd halt gemaakt en bivak be
trokken. Na korten tijd echter bereikte
hen daar een telegram van de filmon
dernemers. waarop eerst de eigenlijke
reis aanving, 400 kilometers verder het
binnenland in, hetgeen ongeveer een
maand reizen beteekende, met 24 Da-
jaksche roeiers, verdeeld over 3 prau
wen, voer men allereerst de Ivajan ver
der op en vervolgens de Bahau, totdat
men ongeveer, de Engelsche grens be
reikte. Waartoe deze Dajaksehe roeiers
in staat bleken, vervulde Baron von
Plessen van diepe bewondering. Geen
stroomversnelling, noch andere hinder
paal bleek vooi hen onoverkomelijk.
En wat dit he'eekent zal men kunnen
begrijpen, als men weet. dat er zooda
nige van dco ,.k'nn>s" waren, dat men
in één dag tijd* n et meer dan 1 Kilo
meter vorderde
Tenslotte werd 1 ong Badan bereikt,
waar het gezelschap zijn verblijf op
sloeg op een top in een gebied, dat voor
het evrvaardigen van de film geschikt
bleek. Dit verblijf duurde niet minder
dan 2 maanden, welken tijd Baron von
Plessen zich ten nutte maakte voor
werk op etnografisch gebied.
In den tusschcntijd arriveerde intus-
schen dr. Dalsheim, de productieleider
der filmexpeditie met zijn Hollandsche
assistent, van Praag. En met hem wer
den daarop de voornaamste acteurs uit
de bewoners van het gebied gekozen,
met name een priester of „doekon". die
veel macht over de menschen had en
twee kleine kinderen, die zich al spoe
dig sterk aan mevrouw von Plessen
hechtten.
Om verschillende redenen moest ech
ter het operatie-terrein verlegd worden
naar een kampong, die aan de rivier
lag en waarvoor weer een reis van 6 a
10 dagen noodig was. Op die plek, te
midden van de Borneosche rimboe,
schreef dr Dalsheim het manuscript
voor de film.
Het duurde vervolgens weer eenige
maanden, voor de technische medewer
kers met hun uiteraard groote bagage
gearriveerd waren.
Het waren de heeren Angst, Traut
en Staudinger, die op 25 Juli met de
„Johan van Oldenbarnevelt" te Tand
jong Priok aangekomen waren en eenl-
Besneeuwd berglandschap in St. Moritz
gen tijd later de reis naar Borneo aan
vingen.
Voor het werk, dat deze drie came
ramannen gepresteerd hebben, was Ba
ron von Plessen vol bewondering. On
der de bezwarendste omstandigheden
(in het gebied, waarin men werkte,
heerschten malaria en dysenterie, ter
wijl men elk oogenblik de kans liep
voetwonden op te loopen, welke slechts
moeilijk genezen) deden zij meer dan
hun plicht was. Zonder physieke tegen
slagen kwamen zij er echter niet af.
Traut liep ernstige voetwonden op,
Angst viel 30 pond af en Staudinger
werd door malaria aangetast.
En u-zelf? vroegen wij.
O, ik had er ook een beetje van
te lijden,-evenals dr. Dalsheim, maar
mijn vrouw is op de meest bewonde
renswaardige wijze alle bedreigingen
van land en klimaat ontkomen.
Dajaks als acteurs
Hoe ging het intusschen met uw
acteurs? Voldeden zij?
Het is ongelooflijk, hoe deze Da
jaks kunnen tooneelspelen, antwoordde
baron von Plessen. En ook overigens
hadden wij van hen niets dan mede
werking. Aan de film zelf werkte het
heele dorp mee. En bovendien nog een
aantal „Poenans", boschbewoners en
nomaden, een zeer merkwaardig ras
van menschen met een lichte huids
kleur. van sommigen nog lichter dan
de huidskleur van een Europeaan. Dit
is op zichzelf overigens niet zoo ver
wonderlijk, als men bedenkt, dat zij
bijna altijd in hun donkerebosschen
blijven en practisch dus nooit met het
zonlicht in aanraking komen. Maar
merkwaardig blijft het verschijnsel
uiteraard, hoe dan ook. Deze „Poe
nans" leven in kleine groepen, van 20
tot hoogstens 50 menschen. Hun wa
pen, een zeer gevaarlijk wapen, is het
blaasroer. En zij bedienen zich daarbij
van zwaar vergiftige pijlen. Hun voed
sel bestaat uit de opbrengst van de
jacht, vruchten en sago, doch ook drij
ven zij ruilhandel in boschproducten
met do Dajaks, die in kampongs wo
nen. Zij maken een zeer intelligcntcn
indruk en wat Baron von Plessen op
viel was de gemakkelijkheid, waarme
de zij zich van verschillende talen be
dienden. Enkelen hunner kenden zelfs
Maleisch Polyglotten dus, midden in
de Borneosche rimboe!
En heeft u hen, ondanks hun nei
ging tot isolement, gemakkelijk kun
nen overhalen om voor de film te'spe
len?
O, ja, antwoordde Baron von Ples
sen. Zij waren tegenover ons de wel
willendheid zelve en wij bewaren aan
hen de beste herinneringen. Ja, het is
zelfs zoover gegaan, dat wij nog ver
schillende geschenken, bestaande uit
kains, e.d. van hen in ontvangst moes
ten nemen.
Spannende en angstige momenten
beleefde de expeditie, toen de woning,
welke zij zich gebouwd had en waarin
ook de films bewaard werden, welke
reeds „belicht" waren, door een over
strooming dreigde ten onder te gaan.
En zulks niettegenstaande alle voor
zorgsmaatregelen getroffen waren
tenminste zoo meende men door het
huis op een hoogte van niet minder
dan 15 meter boven het normale peil
van de rivier te bouwen!
Op den dag van de bandjir echter
drong het water uit de hooper gelegen
streken met zulk een geweld door de
nabijzijnde stroomversnelling, dat men
met angst en beven den steeds stijgen
den vloed gadesloeg. Met elk uur steeg
Zwart en goud zijn de kleuren van
deze jurk, gedragen door Gail Patrick,
de Paramount-actrice. Een sleep, lange
nauwe mouwen en een rijk borduursel
van gouddraad verleenen deze japon een
bijzondere distinctie. Een jasje van goud-
lamé voltooit het geheel.
het water hooger en tenslotte stond een
deel van het huis onder water.
Intusschen had men, ondanks alles
met deze mogelijkheid rekening hou
dend, een troep Dajaks naar den hoo-
geren overkant der rivier gezonden om
in allerijl aldaar een nieuw verblijf in
te richten, waarin men althans voor
den nacht veilig zou zijn. Maar toen
het eenmaal zoover was, was de band
jir zoo hevig geworden (waarbij nog
kwam, dat er ook in een zijrivier een
overstrooming was komen opzetten,
dat de Dajaks niet naar dezen kant
terug konden, maar evenmin de men
schen aan dezen kant de rivier konden
oversteken. In de rimboe werkt men
intusschen met krachtige middelen én
binnen betrekkelijk korten tijd waren
een paar meters dikke stammen geveld
en dwars over den bruisenden stroom
geworpen, die in kokende vaart er on
der door stormde, brokken van huizen-
ladders, doode honden en varkens met
zich voerend.
Over die gevaarlijke bruggen, daarbij
nog belast en beladen met de 25.000 M.
belichte films, welke uiteraard een ka
pitaal vertegenwoordigden, kwam men
tenslotte in veiligheid.
Gaat u nu naar Europa terug
vroegen wij Baron von Plessen.
Ja; Dalsheim cn de cameraman
nen zijn met de „Indrapoera" metis
vertrokken. Wij blijven nog een tijdje
uitrusten op Bali.
C. en M. S char ten-A n.-
t i n k, Littoria. Amster
dam: Wereldbibliotheek.
HET nieuwe boek van C. en M.
SchartenAntink is var»* vele
commentaren voorzien. Er is
allereerst een voorwoord waarin de
schrijvers zich min of meer veront
schuldigen, dat zij aan het Neder-
landsche publiek een boek aanbie
den, waarin de groote daden van het
Italiaansch fascisme worden verheer
lijkt. Zij gaan zoover, dat ze de houding
van Italië in de Abessijnsche quaestie
verdedigen. Deze voorrede schaadt. Wij
verdenken er de Schartens niet van,
ook indien ze vol sympathie zouden
zijn voor de fascistische zegeningen, in
een roman propaganda te willen ma
ken voor het thans in Italië heerschend
Regiem. Wij vertrouwen dat zij „de
schoone eenheid van werkgever en ar
beiders". en het Fascistisch gevoel, dat
de arbeid, en bovenal de arbeid te mid
den van gevaar een verlossende vreug
de kan zijn", kunnen doen doorstralen
in een roman, zonder dat wij hen maar
eenigszins verdenken kunnen van eeni
ge bepaalde gezindheid. En indien zij
de gezindheid der fascisten zouden zijn
toegedaan, welnu, wij zullen haar als
niet-fascisten op den koop toe nemen,
wanneer de auteurs ons een levend
verhaal schenken. Daarnaar alleen,
vragen wij: is dit boek levende litera
tuur? De politieke problemen, die er
zich omheen bevinden, laten ons als
in literatuur belangstellende lezers
koud.
Intusschen beperkt zich de lardeering
van dit nieuwe werk der Schartens niet
tot de voorrede. Er wordt ons, na die
voorrede nog een „Voorspel" opgedischt,
waarin wij een heel stuk Italiaansche
geschiedenis aantreffen, die betrekking
heeft op de drooglegging der Pontijn
sche moerassen, welke drooglegging
door vele persoonlijkheden-en vele'ge
slachten is gepoogd, maar die alleen aan
Mussolini is gelukt.
Nadat wij, bij het lezen van dc voor
rede de noodzakelijkheid dier voorrede
hebben betwijfeld, beginnen wij, bij de
lectuur van het, nogal lyrisch gesteld
voorspel, de wenkbrauwen te fronsen.
Waartoe is die weidsche historische in
leiding noodig? Zou het misschien kun
nen zijn, om een pompeusen achter
grond te geven aan een ietwat mager
verhaal?' Het is een booze hypothese,
maar de schrijvers zelf brengen ons op
de gedachte.
En inderdaad, wanneer wij eindelijk,
na de vele plichtplegingen, waarmede
de auteurs hunne vertelling inleiden,
eindelijk aan de kern toe zijn, die zij
ons willen bieden, dan... valt het niet
erg mee.
Wij bedoelen hiermee niet, dat er niet
veel goeds over dit boek zou zijn te
zeggen. Allereerst bezit het waarde om
zijn documentair karakter. De auteurs
vertellen ons zelf in hunne voorrede,
dat er in dit boek geen tafereel, geen
Inzonderheid, economische, sociale of
politieke waarden betreffend, zich voor
doet, die niet persoonlijk door de
auteurs zijn meegeleefd of uit den
mond hunner vrienden, de Littoriaan-
schc boeren opgeteekend." Dit maakt
het boek van belang. En ook is van
belang, dat de Schartens er in herken
baar zijn, in hun beproefde schrijftech
niek, in hun duidelijke, afgeronde voor
stellingen, psychologisch waarnemings
vermogen en vlotheid van zegging.
Maar het wil ons toch voorkomen, dat
de gebondenheid aan bepaalde gege
vens, die het boek historische waarde
verleenen, afbreuk gedaan heeft aan