Regeerings- verklaring BiAhenland Opnieuw naar Schoolstrijd? GEEN GELOOP MEER AAN DE DEUR U heeft er geen omkijken naar. Besparing, want incasso-kosten vervallen. WALDO R P RADIO-TOESTELLEN PRIJZEN vanaf f 115.- VERMEERSTRAAT 61 - TEL. 398 Dr.A.A.L. RUTGERS VAN DALSUM OVER „DE BEUL" VOOR DEN V.P.R.O. BIJKANTOOR AMERSFOORTSCH DAGBLAD J. LAMBRECHTS OVER HET IJS NAAR MARKEN? 3c BLAD PAG. 1. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 21 DECEMBER 1935 TWEEDE KAMER De heer de Geer wil inzake de concentratie der bijz. scholen geen blinde valbijlsmethode zien toegepast Strijd met de grondwet? 's-GRAVENHAGE, 20 Dec. De ver- gatlering der Tweede Kamer werd gis teravond te 8 uur heropend. Voorzitter de lieer mr. Ruys de Beerenbrouck. Aan de orde is de voortzetting der behandeling van het ontwerp tot ver laging van openbare uitgaven voor het onderwijs. Bij par. 12 (concentratie van bijz. lagere scholen) noemt de heer de Geer (C.H.) het onjuist bij de con centratie plannen grondwettelijke be zwaren aan te voeren. Toch is spr. ge neigd, de aanneembaarheid van het voorstel af te wijzen. Spr. betwijfelt of 't middel voor de schatkist wezenlijk voordeel brengt en acht het tegendeel zelfs mogelijk. Het psychologische van den maatregel mag den doorslag niet geven. Er zou anders dan bij de open bare school, zonder onderzoek van ge val voor geval worden geconcentreerd; men laat zich slechts door een cijfer leiden. Wanneer voor de openbare school dezelfde minima als de voorge stelde zouden gelden, dan zouden min stens zeshonderd openbare scholen moeten verdwijnen. Spr. prefereert vrij willige concentratie welke echter finan cieel mogelijk moet worden gemaakt: Spr. wil geen blin.de valbijl methode toegepast zien. Hij wil den natuurlijken groei der concen tratie afwachten; men kan later altijd nog de voorgestelde methode aangrij pen. Door een natuurlijke selectie zul len eerst die scholen verdwijnen, die 't eerst in aanmerking komen. Daardoor worden heel wat gunstiger financieele resultaten bereikt. De geprojecteerde dispensatie bevoegdheid .van den minis ter wekt een willekeur gevoel. Spr. geeft het kabinet in overweging niet tot eiken prijs aan par. 12 vast te houden. De heer Lingbeek (H.G.Stp.) zal het voorstel Collard hoewel niet enthou siast toch steunen. De lieer Van Dis (S.G.) kan de ont- {vverpen onmogelijk aanvaarden. De heer Coops (V.P.) wijst er op, Öat de. minister-president de voorgestel de maatregelen reeds verleden jaar aan kondigde. De verwerping zou een groot onrecht voor de openbare school betee- kenen. De heer Suriiig (R.K.) zegt, dat er t.a.v. de bijzondere school veel misver stand bestaat. Zonder groot geldelijk Verlies was concentratie van de bijz. scholen niet mogelijk. Spr. heeft tegen het voorstel grondwettelijke bezwaren en acht de gelijke behandeling van openbaar en bijzonder onderwijs in 't. gedrang. Spr. noemt de voorstellen onaanvaardbaar. De heer Terpstra (A.R.) betwijfelt, of de regeering juist deed toen zij het voorstej indiende. De gevolgen acht hij onrechtvaardig voor het bijz. onderwijs en spr: waarschuwt tegen her opening van den schoolstrijd. Spr. neemt aan, dat de geschapen uit zonderingsgevallen in zeer sterke mate zullen gelden. Hij ziet strijd met de grondwet. Spr. vraagt maatregelen om vrijwillige concentratie van bijzondere scholen mogelijk te maken, en dringt aan op hét ophieuw ih overweging nemen der materie. De heer Sneevliet (R.S.) hekelt Öe houding der rechterzijde. De heer A1 b a r d a (S.D.A.P.) zegt, dat de schoolvrede in gevaar komt, het rechtsgevoel der massa is geschokt door de onrechtvaardige concentratie der openbare school. De lieer Ketelaar (V.D.) begrijpt niet waarom de rechterzijde de voor stellen afwijst.Gaat het slechts om teruggave van geld bij opheffing van een B. O., dan is er geen sprake van principieele bezwaren. De heer W ij n k o o p (Comm.) ziet in het optreden van de rechterzijde een schijnaanval op de Regeering. De heer Van Houten (Chr. Dem.) zal tegen het wetsontwerp stemmen. De Min. van On d e r w ij s acht het voorstel zeer redelijk. Voor willekeur bij de uitzonderingsbepalingen behoeft geen vrees te bestaan, doch spr. be schouwt eventueele afstemming van art. 4 niet als een halszaak. Bij de replieken handhaaft de heer Suring zijn onoverkomelijke bezwa ren. De hcCr Terpstra zegt, dat verwer ping van art. 4 geen oplossing brengt. De heer De Geer blijft bezwaren koesteren. De Minister zal morgenmiddag op een en ander nog antwoorden. De vergadering wordt te 11.30 tot hedenmiddag 1 uur verdaagd. Naar oplossing gezocht •s-GRAVENHAGE, 20 December. Verschillende kleinere wetsontwerpen en conclusies inzake adressen worden zonder debat, en z.h.st. aangenomen. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp tot verlaging der open bare uitgaven van het onderwijs. Minister Colijn legt de volgende ver klaring af: Bij den aanvang van de vergadering van de Tweede Kamer hedenmiddag, heeft de minister-president een verkla ring afgelegd ten aanzien van para graaf 12 van het wetsontwerp tot ver laging van de openbare uitgaven voor het onderwijs. De minister merkte op, dat uit de beraadslagingen is gebjeken, dat in de Kamer hiervoor geen meerderheid kan worden gevonden. De regeering be treurt dit, omdat zij van oordeel is, dat concentratie op het terrein van het, bi zonder onderwijs noodzakelijk is, zoo wel uit het oogpunt van bezuiniging op de overheidsuitgaven als met hetgeen op het terrein van het openbaar onder- wijs is gedaan. De ministers, behoorende tot de lin kerzijde achten een afwijzing van par. 12 zoo ernstig, dat zij daarin aanlei ding zouden vinden aan H.M. te ver zoeken hen van hun ambt te ontheffen. Waar daarbij echter de grondslag aan het kabinet zou ontvallen, zou deze zaak tot zeer ernstige gevolgen kunnen leiden. De ministers hadden zich onder deze omstandigheden met het kabinet beraden over een oplossing, die het hun mogelijk zou maken aan te blij ven. Daarom heeft het kabinet besloten dat par. 12 voor het oogenblik wordt teruggenomen. Het kabinet blijft echter staan op het standpunt dat een wettelijke rege ling moet worden getroffen om de con centratie van bizondere scholen te be vorderen, want de regeering acht dit niet mogelijk met par. 13 alleen. De vraag of het mogelijk is tot zoodanige regeling te komen zal op korten tijd worden onderzocht door een staatscom missie van veelzijdige samenstelling, die zal arbeiden onder leiding van de regeering. De regeering hoopt dat bin nen korten tijd dit onderzoek zal lei den tot een oplossing, welke voor re- geering en etaten-generaal aanvaard baar is. Indien dit niet mogelijk zal zijn, zal de regeering met een eigen voorstel komen. Inmiddels zal met de concentratie, wat de openbare school betreft, niet worden voortgegaan, door toepassing van art. 22 4e lid van de L.O.-wet. De regeering hoopt, dat voorts de colleges van Gedeputeerde Staten de noodige behoedzaamheid zullen be trachten met de' toepassing van het 3e lid van dit art. Bij par. 13 verdedigt de heer van D ij k e r een amendement om de samen voeging van bizondere scholen te ver gemakkelijken. De heer Al bar da betoogt, dat niet gebleken is of de rechterzijde een kabi netscrisis durfde te aanvaarden. De heer W ij n k O o p betoogt, dat de rechterzijde de aandacht van de arbei ders van hun werkelijke belangen wil de afleiden. De heer Sneevliet betoogt, dat zóó sociaal onrecht wordt verdoezeld. Minister Slotemaker de Bruine neemt het amendement over. Art. 1 en par. 13 worden z.h.st. aan genomen. Bij par. 14 (bezuiniging onderwij zers opleiding) bepleit de heer Zijl stra een amendement om hooger be roep tegen een schadevergoeding bij opheffing van kweekscholen mogelijk te maken. Nadat mej. Meyer en de heeren Thijssen en Suring eenïge kleine opmerkingen hebben gemaakt, zegt mi nister Slotemaker de Bruine het amen dement over te nemen, Par. 14 wordt z.h.st. aangenomen. Bij par. 15 (voorloopige pensionnee- ring 60-jarige onderwijzers) verdedigt de lieer Suring een amendement op wanneer U de abonnementsgelden op het A m e r s- (oortsch Dagblad automatisch gireert, Op aanvraag aan onze administratie (Tel. 513) zenden wij aan kwartaal-abonnés een machtiging ter teekening en de girodienst zorgt voor de rest. Indien U thans aanvraagt, kunnen de abonnements gelden voor het eerste kwartaal 1936 reeds automa tisch overgeschreven worden. Adm. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. NED. FABRIKAAT 00K IN HUURKOOP mama w puts&HCft QncuKri art. 16 van afd. A om buiten twijfel te stellen, dat een onderwijzer met voor- loopig pensioen zich het uitzicht op pensioen kan verzekeren tegen een bij drage van 5Vi In het algemeen had spreker de pensionneering voor alle 60 jarigen facultatief willen stellen. Spre ker wil in bepaalde gevallen de indi recte verplichting om op 60-jarigen leef tijd voorloopig pensioen aan te vragen niet doen bestaan. Spreker belichaamt dit in een tweede amendement. De heeren Ketelaar en Thijssen achten de amendementen niet noodig. De heer Z ij 1 s t r a beveelt de amen dementen aan. De Minister zegt., dat het doel is, jongeren meer perspectief te bieden. Spreker neemt het eerste amende- ment-Suring over en laat inzake het tweede het oordcel aan de Kamer. Het nieuwe lid van den Raad van State Het nieuw benoemde lid van den Raad van State (zie de Staatscourant) dr. A. A. L. Rutgers, is een zoon van wijlen prof, dr. F. I.. Rutgers, destijds hoogleeraar in de theologie aan de Vrije Universiteit, en is 24 Juli 1884 te Amsterdam geboren. I-Iij studeerde aan de Vrije zoowel als aan de Gemeente- -ijke Universiteit tc Amsterdam en pro moveerde te Utrecht, waar hij assistent in de zoölogie bij prof. Hubrecht èn in de botanie bij prof. Went was. in 1910 tot doctor in de botanie op een proef schrift: „De invloed der temperatuur op den praesentatielijd bij gcotropie". Dr. A. A. L. Rutgers Direct na zijn promotie vertrok dr. Rutgers naar Ned.-Indië. na 14 Novem ber 1910 in het huwelijk te zijn getre den met een dochter van den oud-gou verneur-generaal wijlen staatsraad A. W. F. Idenburg. In Indië was hij werk zaam in het laboratorium van het de partement van Landbouw, waarna in 1917 zijn benoeming volgde tot direc teur van het proefstation van de Alg. Ver, van Rubberplanters ter Oostkust xan Sumatra. In 1923 vertrok dr. Rut gers van Medan naar Buitenzorg, waar hij den heer Sibinga Mulder opvolgde als directeur van den Landbouw. Dr. Rutgers was een gezaghebbend lid van den Volksi-aad. In 192S werd hij benoemd tot gou verneur van Suriname, welk hooge ambt hij tot 1933 bleef vervullen. Na zijn terugkeer in Nederland werd de heer Rutgers in 1933 voor de anti- revolutionnaire partij gekozen tot lid van de Tweede Kamer, als hoedanig hij thans nog zitting heeft. Dr. Rutgers is ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en Com mandeur in de Orde van Oranje-Nas- sau. BRANDKAST TEVERGEEFS GEFORCEERD GOUDA. 19 December. In dc afge- loopen nacht is ingebroken in het kan toor van de Coöp. Producenten han- uelsvereemeing te Gouda. De inbrekers hebben in het kantoor de kluisdeur opengebroken doch de in de kluis aan wezige brandkast, heeft men niet kun nen open krijgen, zoodat er niets is ont vreemd. De politic stelt een uitgebreid onderzoek in. ERNSTIGE MESSTEEK TOEGEBRACHT HEERDE, 19 December. Gister avond had bij het uitgaan van de be schuitfabriek alhier een vechtpartij plaats tusschen twee jeugdige arbei ders, den 15-jarigen Bertus Blom en den 14-jarigen Eibert van het Goor. De beide jongens hadden el Kaar reeds den geheelen dag dwars gezeten. Toen ech ter de fabriek uit ging werd Blom op gewacht en op lafhartige wijze door van het Goor met een mes in don rug gesloken. De steek was diep en trof de longen. Het slachtoffer is in zorg- wekkenden toestand naar het R.K ziekenhuis te Zwolle overgebracht. De politie stelt een onderzoek in. Hij wordt ingeleid door ds. B. J. Aris, Vrijz. Herv. predikant te Amsterdam „Van mensch tot mensch" Gisteravond heeft de tooneeldirecteur Albert van Dalsum voor de microfoon van de V.P.R.O. gesproken over het ge ruchtmakend drama „De Beul". Hij werd ingeleid door den bekenden Amsterdamschen predikant bij de Vrijz. Hervormden, ds. B J. Aris. Ds. Spelberg deelde van te voren mee, dat de Controle-Commissie den tekst onveranderd had goedgekeurd. De V.P.R.O. heeft, aldus ds. Aris, meer dan één reden waarom hij den heer van Dalsum gevraagd heeft om hier straks voor U te spreken over zijn bedoeling met het stuk ..De Beul". In de eerste plaats zijn wii van mee ning, dat de hoofdgedachte van het stuk door velen, die het veroordeelen en ook door velen die het toejuichèn, niet is begrepen. Dit zou echter op zichzelf nog geen voldoende reden zijn om voor een be tere en juiste waardcering met zooveel nadruk op te komen, indien het Be stuur van de V.P.R.O. niet de overtui ging had, dat het hier om een hoofd gedachte gaat. waaraan de V.P.R O. zich ten nauwste verwant voelt cn die de V.P.R.O. geheel onderschrijft. In dit verband willen wii beginnen met er nog eens op te wijzen, dat er een principieel verschil is tusschen de tekst die Par Lagerkvist heeft -geschre ven, en de tekst die de Amsterdamsche Tooneelvereeniging heeft gespeeld. De geschreven tekst heeft een negatief slot. Par Lagerkvist laat de menschlieid zelf ten gronde richten, zonder hoop, zonder geloof en zonder uitweg. Maar de tekst, die gespeeld wordt, eindigt met een positief beroep op de ménsch: heid om zich te bekeeren en om de beul gedaan te geven. Men ziet dus. dat de gespeelde tekst lijnrecht staat tegenover de geschrevene. Zij staan tegenover elkaar als ja en neen. als ge loof en ongeloof. Deze radicale verandering is het werk geweest van den heer van Dalsum. De V.P.R.O. zou er zeker niet aan gedacht hebben hem hier voor onze microfoon te vragen, in dien hij de novelle van Lagerkvist ongewijzigd had gelaten. Dat de heer v. Dalsum. die reeds meerdere malen voor onze microfoon optrad, deze radicale verandering aan bracht. heeft ons echter allerminst van hem verwonderd. Hij beeft dat gedaan op grond van humanisti sche en godsdienstige beginselen, waaraan de V.P.R.O. zich ten nauwste verwant voelt. De vraag, die men bij dit stuk moet stellen is niet, of het mooi is, maar of het waar is. Het stuk beeldt alle rauwe werkelijkheid en liederlijk heid niet uit, om die te verheerlijken, maar juist om die te bestrijden, om ze U voor te houden als een spiegel, waar in gij een stuk van Uw eigen wereld herkennen zult, om ze U in het hart te branden als een waarschuwing, opdat gij verantwoordelijkheid ervoor zoudt gevoelen, dat dit alles nog bestaat, ge handhaafd en zelfs aanbevolen wordt in onze wereld, die hiermee steeds weer opnieuw het Evangelie van Jezus Christus verwerpt. De uitbeelding in dit stuk is zóó kras, dat aan velen de hoofdgedachte blijk baar ontgaat. Dat dit helaas zoo is, ligt misschien aan het stuk. Ook wij heb ben daar wel bezwaren tegen. Maar het kan ook liggen aan de toeschouwers en aan de wijze waarop de toeschouwers zijn voorgelicht. In ieder geval hebben wij den indruk dat deze hoofdgedachte in de klem is gekomen, en dreigt ver stikt te worden onder argumenten en ovtrwegingen, van welken aard dan ook, die de aandacht afleiden van de kern van de zaak, waarom het hier gaat. Wie de hoofdgedachte van dit stuk goed heeft begrepen, zal, naar onze mecning. zich beschaamd voelen over al het geweld, dat nog op de wereld, is en hij zal den schouwburg verlaten met een gevoel van schuld, en zonder haat zal hij zich als vrijwilliger stellen in het leger dergenen, die geen ander verlangen hebben dan dat de Beul op aarde gedaan krijgt. Wij zijn van mee ning. dat dit een zuiver Christelijke •gedachte is. Van Dalsum aan het woord Daarna sprak Albert van Dalsum o. m. als volgt: Ik heb bevonden, dat de aether mij wellicht de eenige mogelijkheid biedt, om op alles, wat over mijn hoofd is losgebroken, iets te kunnen zeggen, zonder dat ik door iemand of iets in de rede wordt gevallen. De aether stelt mij in de ge legenheid m ij van mensch tot mensch te richten. Het zal U niet verwonderen, dat ik daar be-, hoefte aan heb, omdat ik het' gevóél heb, dat er allerlei over het stuk efi over mijzelf is gezegd en geschreven, waardoor een kloof tusschen mij en U is ontstaan, die ik niet heb bedoeld, noch heb gewenscht. Ik ben daarom de V.P.R.O. buitenge woon dankbaar, dat zij mij in de gele genheid stelt ook mijn standpunt, waar het waarschijnlijk al lang niet meer om gaat. uiteen te zetten. Ik wensch dan hierbij te verklaren, dat ik niet aangesloten hen hij eenige politieke nartii en dat het alleen miin bedoeling is geweest on te komen voor die men scheliike beginselen, waaron het l oste in onze cultuur naar mijn meening steunt. Ik meen dan ook, dat ik het recht heb met m ii n mi d'd e 1 e n. dus in dit opzicht het tooneel, mij te mogen koe ren tegen datgene, wat zich op dit oogenblik tegen deze humanitaire be ginselen gekeerd heeft en waarvan ver schijnselen als toegespitste rassenhaat en verheerlijking van geweld, de daar uit voortvloeiende excessen zijn. Laat mén niet aankomen met de bewering: „Schoenmaker houd je hij je leest" en dat ik mij met de opvoering van dit stuk op een terrein begeef, waar ik als kunstenaar niet. op thuis hoor. Zeker een tooneelleider heeft in een normale tijd de taak stukken op te voeren, die uit een aesthetisch en kunstzinnig standpunt volkomen verantwoord zijn, maar het tooneel heeft niet twee polen te maken, met den vorm en den in houd. Maar wij .leven in een tijd, waar in het zeer wel. mogelijk is, dat het den tooneelkunstenaar geboden is, meer voor de waarachtigheid van deh Inhoud in te staan, dan acht te geven op de aesthetische waarde van den vorm, waarin deze inhoud gekleed is. De hoofdgedachte van dit tooneelstuk is een gedachte, die beslissend had moeten zijn voor alle weidenkenden in hun aanvaardend of verwerpend oor dcel in deze: het stuk stelt de anti these de figuur de Beul contra de fi guur van Christus, geweld contra „Vre de op Aarde", in het middelpunt van zijn doelstelling. Het stuk wil den mensch van dezen tijd toeroepen: Hier zult gij hebben te kiezen en wordt U bewust, dat zoo ooit, nu het oogenblik gekomen is, waarop gij zult moeten kiezen, om niet te worden meegesleurd in de maalstroom van ver warring. die over de wereld losbreekt. Maar deze gedachte, waaraan alle ne venbedoelingen van dit stuk zich on dergeschikt maken, deze gedachte, die een recht kan laten gelden zich te doen hooren vanaf de planken van den eer sten schouwburg des lands, de Stads schouwburg van Amsterdam, deze het stuk beheerschende gedachte heeft men niet gehoord. Mijn persoonlijke indruk is, dat deze hoofdgedachte in den stroom van cri- tiek geheel op den achtergrond geraakt en dreigt verzwegen en vertroebeld te worden. Eén criticus gaat zelfs zoover, dat hij mij verwijt: „Eens per jaar op een hooge stellage te willen klimmen om over God te redekave len". Ja, dat wil ik ook, want het is noodig. Niemand, ook geen too- neelcriticus, kan als voorlichter van een groot pubiek. deze verant woordelijkheid negeeren en vanuit een artistiek „ivoren Torentje" njinachtend neerzien op de pro blemen, die op het oogenblik de ge- heele menschheSl Jeroéreri. Maar de tijd is niet ver meer, dat ook de tooneelcriticus ziin ivoren toren zal hebben te verlaten en als mensch een richting zal moeten kiezen in een geestelijke crisis, die haast niet tegen is te houden en clan zal blijken, aan welken kant hij zal staan. Maar de strijd, die het tooneel als cultuurfactor heeft uit te strijden, zal uitgevochten worden over de hoofden van die kunst critici. die hem trachten te ontkennen of te verdoezelen. In dezen tijd breekt zich een levens houding baan, die bewust met het humaniteitsbeginsel wil afrekenen; een levenshouding, die terreur propa geert, een levenshouding, die ondanks de enorme vlucht van techniek en we tenschap het geweld tot haar wezen lijke levensinhoud gemaakt heeft, tot een groot deel harer ideologie, die „diepten en instincten" hooger acht dan de. rede, die „bloed en bodem" in plaats heeft gezet voor geestelijke evo- lueering. Voor zoover deze uitbeelding van dc werkelijkheid niet van de waarheid af wijkt, heb ik haar ongewijzigd kunnen behouden, maar wat het einde van dit stuk betreft, kon ik met den schrijver niet meegaan, waar hij in zijn slot- woorden den beul een totale verwer ping van hét menschdom laat uitspre ken en het stuk laat eindigen in een volkomen negatie van het leven en een totale zclfvernieting. Hij doet het voor komen, dat de figuur van Christus voor de menschheid onbeteekenend en onbe langrijk is geweest, als was zijn bood schap niet meer geweest dan een on machtig woord, uitgeroepen in een woestenij van haat en nutteloos wegge worpen in oen stroom van Barbarisme. Een positief gestelde eindmonoloog Met deze opvatting van den schrijver kon ik me niet vereenigen waar de auteur nu toch eenmaal een beul ten töoneele brengt, die moe van zijn Beuls werk aan een hartstochtelijk om hem roepende wereld vraagt eindelijk met rust gelaten te worden om heen tc mo gen gaan in de groote barmhartige duis ternis en hem eindelijk te ontslaan van een werk, waar hij zelf van walgt, daar meende ik, als uitvoerend, maar 'toch ook voor den gesproken tekst nu een maal verantwoordelijk tooneelkunste naar. dit negatieve slot te mogen om werken tot een positief gestelde eind- monoloog. Op zijn tocht naar God, komt de beul tot het inzicht, dat Hij, die werkelijk God is, een geheel andere is, dan de gene, in wiens naam de menschen cn nok hijzelf dacht zijn werk te doen. Da' het Gods-idool, waarmede de menschen meenen, dat het beulswerk kan worden vereenzelvigd, volkomen in strijd is met zijn waarachtig wezen. Door deze ontdekking wordt de beul tot een profeet, die in naam van den waarachtigen God den menschen verkondigt, dat hij zijn werk niet doet in opdracht van een hoogere macht, maar in opdracht van de menschen. Daarom zegt hij tot hen, dat zij de heul moeten los scheuren uit zich zelf. vóór hij heen P. PIJPERSTRAAT 10 OUDE SOESTERWEG 93 Abonnementen en advertenties worden hier aangenomen kan gaan en zijn bloedige bijl kan achterlaten op deze aarde als een herinnering aan het geslacht, dat hier nu leeft. Dat is wel iets geheel anders en in lijnrechte tegenstelling met het slot, zooals de novelle dat geeft. Het is mij een raadsel, dat men deze gedachte godslasterlijk heeft kunnen noemen. Naar mijn meening is het tegendeel het geval. Er zijn cr misschien onder u, die zich afvragen of het noodig is aan het ver kondigen van deze gedachte een zoo schril beeld van de werkelijkheid te la ten voorafgaan. Hierop zou ik willen antwoorden, dat door alle tijden heen het drama deze structuur heeft gehad, n.i. dat een oplossing eerst dan pas zijn volle uitwerking op den toeschouwer kon hebben, nadat de werkelijkheid hem ontvankelijk heeft gemaakt voor die oplossing. Wanneer het mij gelukt is u hiermeo duidelijk te maken de bedoeling die dit stuk heeft, dan zult u kunnen voelen, welk een teleurstelling het voor mij is geweest, dat deze bedoeling zoo is mis verstaan. En waarschijnlijk zult u nu ook kunnen begrijpen, dat die bedoe ling alleen in haar zuiverheid kon wor den gered door haar tegen ontwijding te beschermen. Daarom hébben wij be sloten geen openbare voorstellingen, meer van dit stuk te geven. AMSTERDAM. 20 Dec. De traditio- neele tocht naar Marken en Volendam zal zoo de vorst aanhoudt, reeds spoe dig kunnen worden ondernomen. De verschillende afdeelingen van den IJs- bond „Holland's Noorderkwartier", die de baan vanaf Schellingwoude, via Ransdorp en Zundcrdorp tc verzorgen hebben, zijn reeds druk doende den weg uit te zetten. Op de Gouwzee wordt zelfs door velen al gereden, hoewel de kwaliteit van het ijs verre van ideaal is. Het IJsetmeer voot, zeilvaart gestremd AMSTERDAM, 20 Dec. Ondervond de zeilgang op liet IJsselmeer Maandag reeds ernsitige hinder van het ijs, thans is de vaart voor zeilschepen geheel ge stremd. Binnen gekomen schippers van motorschepen doelen mede, dat zij na bij Marken en Schokland op zeer veel drijfijs zijn gesuit, terwijl dc vaart bij Pampus al zeer moeilijk is. Het aantal vaartuigen dat de Oranjesluizen pa» seert, is miniem. UIT DE STAATSCOURANT Bij K. B. is met ingang van den dag, waarop hij zijn betrekking zal aanvaarden, benoemd tot lid van den Raad van State: dr. A. A. L. Rutgers, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Bij K. B. is benoemd tot Officier In de Orde van Oranje Nassau W. Poort man, president-hoofdman van /le Rot- terdamschc Vrijwillige Brandweer te Rotterdam. Bij beschikking van den Minister van Financiën is de ontvanger der registra tie en domeinen J. T. ter Marsch ver plaatst van het kantoor Weert naar 's-Gravenhage en tijdelijk werkzaam gesteld aan het departement van Finan ciën. Bij beschikking van den Minister van Financiën is de ontvanger der registra tie en domeinen L. H, C. Mariens ver plaatst van het kantoor Oorschot naar het kantoor Weert. Bij beschikking van den Minister van Sociale Zaken is benoemd tot werkgever-lid van den Raad van Ar beid A. H. Vegtcr te Rotterdam. BANKIER SCHAAP VOOR DE RECHTBANK AMSTERDAM, 20 Dec. Naar wij vernemen zal waarschijnlijk tegen ein de Januari voor de rechtbank te Haar lem de strafzaak worden behandeld te gen bankier Schaap te Wormerveer, verdacht van ernstige malversaties. AANRIJDING TE HEEMSTEDE HEEMSTEDE, 20 Dec. Hedenavond te ongeveer acht uur toen de 28-jarige II. M. Janssen uit Avereest dep rijks straatweg te Heemstede wilde overste ken, werd hij aangereden door een per sonenauto, bestuurd door den heer J. S. uit Nieuwe Niedorp. Deze had tever geefs getracht door te remmen een aan rijding te voorkomen. De heer Janssen werd tegen den grond geworpen en be kwam ernstige hoofdwonden en een beenbreuk. Na door dr. Tombrok te zijn verbonden is het slachtoffer in zorgwekkenden toestand naar de Ma- rinstichting te I-Iaarlem vervoerd. Men vreest voor zijn leven. EEF.1TS KAMER De Eerste Kamer is ter afdoening van een aantal kleine wetsontwerpen in vergadering bijeen geroepen tegen Dins- Hng 24 npTm'ifr des middags te 1 uur.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 9