AMBRSFOOM5CH DAGBLAD Het Nederlandsche volk blijve rustig Dr. COLIJN SPREEKT VOOR DE RADIO DE EEMLANDEU „DOEN ALSOF ER NIETS GEBEURD IS Maandag 28 September 1936 Uitgave: VALKHOFF Co. Bureau: Arnhemschepoortwal 2a 35e Jaargang No. 77 Een ernstige waarschuwing tegen onnoodige prijsopdrijving en tegen een vlucht de goederen in Hieronder laten wij Eind van moeilijken weg De sterkste geeft op Het was hard.... Het besluit valt Nieuwe wetten Waarschuwing Een goede raad BIJEENROEPING DER KAMERS ABONNtMENTSPRIJS per j maanden voor Amerstoort 1.95; per maand 0.65; per 1 week met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.15. Binnenjana .rancc per post per 3 maanden 2.85. Afzonderlijke nummers f 0.05 'POSTREKENING 47910 TELEFOON INTERC. 513 I PRIJS DER AOVERTENTIEN van 1—4 regels f 1.05 met inbegrip van een cew.,snummer -elke regel meer f 0.25 Liefdadigheids-advertentiën voor de helft van den prijs. - Kleine Advertentiën „KEITJES" bij vooruitbetaling 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen f 1.—. Bewijsnummer extra f 0.05 X-X EDENMORGEN te 8 uur heeft de Minister-President, Dr. H. Colijn, voor de microfoon van de beide Nederlandsche omroepzenders zijn aangekondigde rede over den monetairen toestand gehouden. Deze rede werd ook uit gezonden naar Oost- en West-Indië, Suriname en Curasao. Dr. Colijn heeft uiteengezet, hoe Nederland in een ge dwongen positie is gekomen, doordat de Zwitsersche regee ring besloot om den gouden standaard te verlaten. Om te verhinderen, dat er groote hoeveelheden goud uit Neder land zouden wegvloeien, heeft de regeering besloten om den uitvoer van goud te verbieden. In verband daarmede moet met eenige waardevermindering van den gulden wor den gerekend. Het betalingsverkeer blijft volkomen vrij. Er zal worden ingesteld een egalisatiefonds om invloed te kunnen uitoefenen op den loop van de wisselkoersen met het buitenland, terwijl de regeering zal optreden tegen on noodige prijsstijging. Ten slotte heeft de Minister-President de bevolking gewaarschuwd om rustig te blijven, niet te vervallen in de fouten, die elders wel zijn gemaakt, en te doen alsof er niets gebeurd is. volgen den woordelijken tekst van dc belangrijke, en zeer nadrukkelijk uitgespro* ken rede van Dr. Colijn, waarnaar vanmorgen onge* twijfeld tienduizenden heb* ben geluisterd. Alvorens een nadere motiveering te geven van het in den nacht van Zater- Idag op Zondag genomen besluit der re geering in zake onze monetaire politiek, roep ik eerst in de herinnering terug, 'dat een zeker aantal landen in 1933, tij- 'dens de Londensche Wereldconferentie, als hun gemeenschappelijk gevoelen tot Uitdrukking brachten, dat het wensche- lijk was den z.g. gouden standaard te handhaven, d.w.z. door afgifte van goud aan elkander de onderling be slaande muntverhoudingen in het wis sel verkeer te verzekeren. Deze landen "waren 6 in getal, n.l. Frankrijk, Italië, Zwitserland, België, Polen cn Nederland. Van deze 6 konden Italië en Polen den laatsten tijd niet meer meegerekend wor- 'den, terwijl België, na het vorige jaar een devaluatie zijner munt te hebben door gemaakt, onlangs wel weer tot het goud terugkeerde, doch niet meer behoorde tot het oorspronkelijke goudbloc. Zoo waren er van de 6 dan maar 3 meer overgebleven n.l. Frankrijk, Zwitserland en Nederland, en wel is waar behoorde ook Amerika sinds eeni- gen tijd tot de landen die het wissel- verkeer door goudafgifte steunden, doch de goudwaarde van den dollar was daar nog niet definitief, de dollarwaarde kon nog door den president der V. S. ver der verlaagd worden, nadat hij reeds 40% van zijn waarde had ingeboet. Niet zonder bezorgdheid heeft de Neder landsche regeering den laatsten tijd den gang van zaken op monetair ter rein gevolgd. Niet omdat zij twijfelde aan de juist heid harer eigen politiek. Het tegendeel is waar. De aanpassing aan de gewijzig de internationale verhoudingen op eco nomiscli en financieel terrein was hier te lande een heel eind en in Ned.-Indië nagenoeg geheel geslaagd en men mocht hopen, dat het eind van een zeer moei lijken weg in het zicht was. De bezorgdheid der Regeering vond haar oorzaak dan ook in hetgeen hier en daar om ons heen plaats greep en waar van geducht moest worden, dat de voor naamste pilaar onder het reeds gehaven de goudbloc bezwijken zou. Men mocht zich niet verhelen, dat de positie van Zwitserland en Nederland heel veel moeilijker zou worden, indien Frankrijk zich genoodzaakt zou zien het Belgische voorbeeld van 1935 te volgen en eenigen tijd den gouden standaard prijs te geven. Toch meende de regeering, toen be kend werd. dat Frankrijk den gouden standaard ging verlaten, en zij zich daarover in den nacht van Vrijdag op Zaterdag te beraden had, hare beproef de politiek nog niet te mogen prijsgeven, vandaar dat in de ochtendbladen van Zaterdag de mededeeling verscheen, dat de Regcering hare tot nu toe gevolgde monetaire politiek onveranderd zou handhaven. Op die houding was mede van invloed de op dat tijdstip volstrekt gegronde verwachting, dat Zwitserland den gouden standaard zou blijven hand haven. Zaterdag in den loop van den na middag ontving de regeering evenwel door haren gezant te Bern de mede deeling van den Zwitserschen Bonds raad, dat men integendeel in Bern besloten had tot aanpassing van den Zwitserschen frank aan de leidende va luta's en men dus tot prijsgeving van den gouden standaard zou overgaan. Dit feit maakte een hernieuwden over weging van het Nederlandsche stand punt noodzakelijk. De positie van de Zwitser» sche Nationale Bank was banktechnisch sterker dan die van de Nederlandsche zusterinstelling. Toen dus de sterkere van de beide banken den strijd meende te moeten opgeven moest in de natio» nale cn internationale geld» wereld wel de vraag opko» men: nu het eene goudland na het andere den gouden standaard heeft moeten prijs» geven, nu van de twee de vlag strijkt, waarom zou nu de laatst overgeblevene het wél kunnen houden? Dit al» les noopte er toe om opnieuw „Met biddend hart en eenparig willen de nieuwe toekomst tegemoet" de positie van Nederland in beschouwing te nemen. Nederland zou nu, met Amerika, dat al i0% gedevalueerd had en waar de mogelijkheid van verdere devaluatie nog aanwezig was cn met België, dat ook reeds gedevalueerd had, deel blijven uit maken van een trio, waarin het het eenige lid was het eenige land zelfs in do geheele wereld dat zijn oude muntpariteit ongerept had weten te be waren. Het was hard van die eereposilie af stand te moeten doen en het besluit is der Regeering dan ook onnoemelijk zwaar gevallen, maar persoonlijke ge voelens moesten wijken voor het belang van het land. Zij heeft toch die hand having van hare aan den gouden stan daard gebonden muntpolitiek niet alleen beoordeeld van economisch standpunt, maar haar steeds ook gezien als een zaak van financieele waardig heid, die nimmer vrijwillig mocht wor den prijsgegeven, doch alleen als ge volg van overmacht, alleen als er vol strekte noodzaak toe bestond. De volstrekte noodzaak was, naar het oordeel der regeering, ingetreden nu nu Nederland f e i t e 1 ij k, d.w.z. in het licht van de geboorte van het goudbloc, het eenig overgebleven lid van dat bloc was gebleven en bet eenige land, dat de oude muntpariteit had gehandhaafd. Immers sprak het vanzelf, dat elke deining op het terrein der internationale wisselmarkt zich in bijzondere mate zou openharen tegen den Nederlandschen gulden. Een voortdurende en toenemende druk op den gulden en daardoor op den goud voorraad der Nederlandsche Bank moest met zekerheid worden aangenomen. In elk geval kon dc mogelijkheid om onze tot nu toe gevolgde monetaire po litiek blijvend te handhaven niet lan ger aanwezig worden geacht. Maar hoe werd dan het beeld van den toestand? Zóó, dat men dan enkele weken, of, op zijn best, een paar maanden zou blij ven doorworstelen, met doorloopende sterke schommelingen in den rentevoet, met al de daaraan voor het bedrijfs leven verbonden bezwaren, om dan ten slotte toch te eindigen met het prijs geven van den gouden standaard, doch dan met een op onverantwoordelijke wijze verzwakten goudvoorraad van de Nederlandsche Bank, Dit moest worden voorko» men, omdat wij, te midden van deze grenzelooze ver» warring op financieel terrein niet weten wat de toekomst ons nog brengen kan. Daarbij kwam dan nog, dat men zienderoogen aan som» migen de gelegenheid bleef schenken om, door middel van het afvloeiende goud van de Nederlandsche Bank, zich in een nabije toekomst win» sten te verzekeren, waarop niet aleen geen enkele zede» lijke aanspraak bestond, doch die bovendien aan het land ernstige schade berokkenden. In die overwegingen wor» telt het besluit van de Regee» ring om met ingang van 27 September den uitvoer van goud te verbieden. Daardoor is verzekerd, dat de Neder» landsche goudschat ter be» schikking blijft van het eigen land en van het algemeen be» lang. Wat beteekent deze maatre gel nu eigenlijk? Hij beteekent. dat we don 7,.g. gouden standaard tijdelijk hebben prijsgegeven. zooals dat ook het ge- val is geweest vanat Augustus 1914 tot eind April 1925. In zooverre is het dus ook voor ons niet iets nieuws. Beteekent het nu ook waar» devermindering van den gul» den zooals door devaluïsten gewenscht wendt? Met volkomen zekerheid valt dit niet te zeggen.. In de periode 19141925 zijn er tij den geweest, dat de waarde van den gulden, met betrekking tot pond en dollar, lager dan normaal kwam te liggen, doch er waren ook perio den waarbij het omgekeerde het ge val was. Nu is dit laatste thans niet te verwachten en moet er met het eerste, d.i. eenige waardevermindering van den gulden tegenover buiten* landsche valuta, gerekend worden. Twee factoren oefenen daarop voornamelijk invloed uit. De eerste is de kapitaalbeweging en de tweede de aanpassing, voor zooveel nog noodig, aan het buitenlandsche prijs peil. In het oog moet worden gehouden dat het wenschelijk is, dat dc weggevloeide kapitalen weer naar Nederland tcrugkec- ren, waardoor kapitaal vlucht van zelf wordt tegengegaan, en ook dat de concurrentiemogelijkheden voor onzen oxport ten zeerste de aandacht verdie nen. Dit brengt mee, dat de Regeering den nieuw geschapen toestand niet geheel aan zijn eigen ontwikkeling kan overlaten. Het betalingsverkeer b 1 ij f t volkomen v r ij. Maar wel stelt de Regcering zich voor onverwijld aan de Staten-Generanl te doen toekomen een ontwerp van wet tot instelling van een egalisatiefonds van omtrent 300 milliocn gulden, ten einde daardoor harerzijds invloed te kunnen uitoefenen op den loop der wisselkoer sen met het buitenland, gelijk Enge land ook heeft gedaan en in Frankrijk en" Zwitserland in overweging is. Daardoor hebben we het in de hand, in samenwerking met de Nederlandsche Bank, onnoodige daling van de waarde van den gulden te voorkomen. Dit is ook onvermijdelijk met, het oog op het binnenlnndsche prijspeil. Ver hooging van dat prijspeil zal niet ge heel zijn te ontgaan. Wat we uit het buitenland moeten betrekken zal duur der worden indien de gulden belang rijk in waarde dalen zou. Maar voor het binnenland ligt de zaak ten deele an ders. Daarom is ook een woord van ernstige waarschuwing tegen onnoodige prijs- opdrijving op zijn plaats. Wie zich daaraan schuldig maakt, ver richt een onsociale, een onvader landslievende daad en dc regeering zal niet aarzvlen daartegen op te treden met alle bevoegdheden waarover zij beschikt en die haar verder bij de wet zullen worden verleend. Een ontwerp van wet tot het te gengaan van onredelijke prijsopdrij ving zal dezer dagen aan de Staten Generaal worden aangeboden. Ook het koopend publiek waar schuw ik met ernst tegen het z.g. „hamsteren" van goederen, daarvoor bestaat geen enkele reden. Er ontstaat geen gebrek aan goe deren, dus is de vlucht in de goede ren niet noodig. Wel is zulk een vlucht in de goederen en een buiten gewone vraag naar goederen, oor zaak van prijsstijging die anders ge heel of ten deele zou zijn uitgebleven. Laat ons volk niet vervallen in de fouten die elders, onder gelijke omstan digheden, wel eens gemaakt zijn, laat ons onze koele bezinning behouden. De moeilijkheden waarvoor we zullen komen te staan zijn ongetwijfeld vele en groot. Ze zijn te overwinnen, maar niet als het volk een anderen kant uit trekt dan de Regeering. De Regeering kent haar koei's, ze volgt een doelbe wuste lijn nu zij den nieuwen toestand onder dc oogen heeft te zien. Ze acht zichzelf in staat om de voornaamste schokken op te vangen en den koers naar de haven te vinden. Maar voor waarde daarbij is. dat men in het land met den raad en de aanwijzingen van de Regcering rekening houdt en die niet, bewust of onbewust, wederstreeft Voor de eerstvolgende dagen is die raad allereerst: rustig blijven niet zenuwach» tig worden en nog minder zenuwachtig handelen. Doe zooveel mogelijk precies wat 's-GRAVENHAGE, 27 September. De Tweede Kamer is bijcenge- roe tegen aanstaande Dinsdag te half twee ure, ter behandeling van eenige spoed wetsontwerpen. De Eerste Kamer is bijeengeroe pen tegen a s. Dinsdag des avonds te half negen ure. ge ook de vorige weck en een maand geleden gedaan hebt. Doe alsof er niets veranderd was dan zult ge dra bemer* ken dat er inderdaad maar heel weinig veranderingen behoeven in te treden. Als ons volk zich op die wijze gedraagt dan zullen we, met Gods hulp, ook dezen nieuwen schok wel tc boven komen. Ik ben niet getreden in allerlei tech nische beschouwingen, zooals b.v. over de werking van het in te stellen egali satiefonds. Ilct volk als geheel heeft daaraan geen behoefte en de personen die dat moeten weten kunnen zich vervoegen bij dc directie der Nederlandsche bank. Wel moet ik nog iets zeggen over de verklaringen te Parijs, te Londen en te Washington afgegeven, waarbij ook Bel gië zich heeft aangesloten. De iNedcrlandsche regeering heeft de handelsbelemmeringen en de instabili teit van het internationale geldverkeer altijd gezien als de voornaamste hin derpalen op den weg naar herstel. Het spreekt dus vanzelf, dat zij van harte bereid is mede te werken aan alle pogingen, die ondernomen zullen wor den tot opheffing van die handelsbclem. meringen en tot stabilisatie van het in ternationale geldverkeer, zonder zich daarbij intusschen over te geven aan al te rooskleurige verwachtingen. Ik meen te mogen aannemen, dat de overgroote meerderheid van ons volk ge hoopt heeft, dat wij in staat zouden zijn onze beproefde, rustige, stabielo monetai re politiek te blijven voortzetten Dat was ook de wensch der Regcering en Neder land is daarvan dan ook niet afgeweken vóór dat alle anderen den strijd hadden opgegeven, en toen voor ons alle kan sen op een gunstig resultaat hadden op gehouden te bestaan Thans gelde als wachtwoord: niet meer blijven hangen aan het verleden, dat is voorbijgegaan. Vooruitzien naar de toe komst. De handen nu allen ineengesla gen en allen saam, mot biddend hart en eenparig willen, den nieuwen toestand tegemoet. HERUITZENDING REDE MINISTER COLIJN DOOR N.C.R.V. HILVERSUM, 28 Sept. Hedenavond te 19.45 uur geeft de N.C.R.V. reportage over de groote manoeuvres, welke ver leden week in Nederland werden ge houden. Voorts zal te 20.30 uur de rede, welke Minister Dr. Colijn hedenmorgen te acht uur uitsprak, worden herhaald, door middel van eigen opnamen. GEEN STORTINGEN IN CLEARINGEN 's-GRAVENHAGE, 28 Sept. Het Nederlandsch Clearing-instituut maakt bekend, dat het krachtens verkregen machtiging der regeering, in verband met de door haar geno men maatregelen op monetair ge bied, met ingang van heden voor- loopig geen stortingen in verschil lende clearingen aanneemt. EERSTE KAMER 's-GRAVENHAGE, 28 Sept. In over leg niet de betrokken ministers heeft de voorzitter de kamer op morgen, Dins dagavond, bijeengeroepen met de bedoe ling, één of meer wetsontwerpen, welke inmiddels bij de Staten-Generaal zullen worden ingediend, dien avond in de af- deelingen te doen onderzoeken en in openbare behandeling te brengen, bij al dien de genoemde wctsvoordrachten dien dag door de Tweede Kamer moch ten zijn aangenomen. MINISTERRAAD 's-GRAVENHAGE, 28 Sept. De ministerraad is hedenochtend bij eengekomen ter bespreking van de spoed-wetsontwerpen, welker indie ning bij de Staten-Generaal heden avond te verwachten is.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 1