15 DAGBLAD AMERSFOORTSCH DAGBLAD Over Boeken en Schrijvers MET GRATIS DE ZUIL ZONDER BEELD Karakter en uiterlijk Anecdotes van beroemdheden THANS CENT PER WEEK ONGEVALLENVERZEKERING HET VERSTEENDE MEISJE DROGISTERIJ „DE GAPER" iimmiuiiiiiiniiiiiiniiiiiiniiiiimHiiHiniiiiiiiBBJiflBiiiwnMwiwiwijaaMMW!—miiniiiiimi^ GIJ ZIJT GEEN „AMERSFOORTER" ZONDER HET „AMERSFOORTSCH DAGBLAD" illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllull lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll De kus van een edelman bracht haar tot het leven terug OP dc Piazra San Marco Ie cnetid staat rechts van de beroemde kerk, die haar naam gaf aan het plein, een eenvoudige zuil, die veler belangstelling trekt, al is er eigenlijk weinig aan te zien. Ze is ongeveer een meter hoog en van vrij grooten omvang De bovenkant vormt geen kapiteel, maar is een rond plat vlak. ITet is duidelijk, dat daarop vroeger een beeld heeft gestaan. Of waarvoor zou zij anders hebben gediend? Rn hot is te begrijpen, dat op dit mooie wereld bekende plein duizenden zich afvragen, wat bij dit kloeke stuk marmer gepast heeft. Behoorde zij tot de oorsnronke lijke St. Marcus-kerk, die in 070 doo' brand vernield werd? En zoo ja. is het voetstuk geweest van een beeld, dat toen of in den loop der eeuwen is verdwenen? De Yenetianen hebben deze onaan zienlijke, doch eeuwenoude zuil in haar simpelen vorm lief. want eene legende, weinig hekend men kan haast zeggen onbekend buiten Venetië hecht zich aan haar verweerd gesteente en, zoo zij een oogenblik als waarheid map worden aangenomen, zou zii Uunr antwoorden op dc gestelde vragen. In den tijd van Venetië's groote macht en rijken bloei, aldus vermeldt de legende, woonde in liet Palazzo Ca- valli aan liet Canal Grande de Vcncti- aansche nobile Diego Cavallo. liet palazza had hij van zijn vader geërfd, evenals zeer groote rijkdommen. Aan gezien hij niet alleen buitengewoon rijk maar ook zeer schoon van gestalte was, ontbrak bet niet aan voorname, donker- oogige, Vcnetiaansclie jonkvrouwen, die gaarne baar fijne bandjes zouden ge legd hebben in de goedgevormde, man nelijke hand van den jongen nobile. Er waren er onder haar van de aanzien lijkste adellijke geslachten; de schoon ste, de meest op den voorgrond treden de dongen naar zijn gunst. Doch al haar smachten of intrigeeren was te vergeefs. Diego's hart bleef onberoerd door haar adel zoowel als door haar schoonheid. Al zijn verlangen ging uit naar een schepping, een droombeeld zijner gedachten, naar eene figuur, die als een Madonna zou zijn. zóó leer. zoo edel, zoo verhevenMaar. hoe hij ook zocht, haar vond hij niet „.wes halve zoo zegt de legende hij in groote droefheid verkeerde." Hooger op aan liet Canal Grande woonde echter een oude koopman, die door ongelukkige speculation een groot deel van zijn vermogen had verloren. Hij liad een dochter, die zeer schoon was en die hij gaarne aan een rijken man wilde uithuwelijken. Eerzuchtig en hebzuchtig als hij was, had hij zijn oog gevestigd op een jongen, rijken Venetiaan. die echter niet in dén smaak viel van Corinna, des koopmans dochter. De vergramde vader, aldus in zijn plannon gedwarsboomd, hield nu zijn dochter in strenge afzondering thuis, verbood haar, haar woning te verlaten en regeerde haar met zoo strenge hand, dat zij eindelijk beloofde den onbeminden minnaar te zullen huwen. Dagen en nachten bracht het schoone meisje door in gebed en tranen. De hemel scheen geen oor Ie hebben voor haar smeekingen. Inmiddels naderde de huwelijksdag. Corinna was der wan hoop nabij. Aan den vooravond nam zij een ernstig besluit. Toen allen ter ruste waren gegaan en alleen de fon teinen haar geklater lieten hooren, was zij gereed om te vluchten, al zou de vluclit baar ook den dood moeien bren gen. Daar liet huis gelijk steeds goed gesloten was, scheurde zij de lakens van haar bed in lange reepen, knoopte die samen en bond liet eene eind vast aan het vensterkozijn. Met groote moeite en doodsangstig liet zij zich naar beneden glijden en had het geluk ln een der gondels neer te komen, die aan de palen voor het huis van haar vader waren vastgebonden. Met beven de handen maakte zij de touwen los en roeide het Canal Grande af naar de zee.1 Ternauwernood had zij in hel duis ter een kwartier geroeid of zij hoorde andere riemslagen achter zich. Knar vader was door het losmaken der pon dels wakker geworden, was ipgostann en had bespeurd, dat zoowel een gondel als zijn dochter ontbraken Snel wekt* hij een bediende en met dezen ging hij zijn dochter achterna. Toen Corinna den anderen pondel steeds nader hoorde komen, roeide /ij met verdubbelde kracht, doch steeds werd dc afstand tusschen de heide booten kleiner. Waar zou voor haar redding zijn Eindelijk bereikte zij de Piazelta en zonder zich 1e bedenken stuurde zij recht op de landingsplaats aan en sprong uit den gondel Daarop liep zij. z.oo snel als haar voeten haar konden dragen, naar de kerk van San Marco, terwijl zij met heel haar ziel had tot dc Moeder Gods om hulp en hij stand. Reeds was zij hij de kerk; haar vervolgers waren nog niet geland en konden haar niet zien. Tot haar onuit sprekelijke teleurstelling was de kerk gesloten. Daar bespeurde zij, naast bot heiligdom, aan de zijde van liet paleis der dogen, een eenvoudige zuil, die er uitzag als een voetstuk, waarop vroeger een of ander Bacclius-becld bad ge staan. Het beeld was op onverklaar bare wijze eens tegen den grond gesla gen, wat de Yenetianen als een zaak van beangstigende bcteekenis hadden beschouwt!. Nu was ue zuil, die nau welijks een meter hoog was, leeg; Co rinna klom er op en bleef onbewegelijk taan, in de hoop, dat haar vervolgers baar in de duisternis wellicht niet zou den bemerken. Reeds zag zij haar \ader met zijn bediende landen op de zelfde aanlegplaats. Ook zij richtten hun schreden naar het plein en naar de San Marco. Corinna versteende van schrik en meende reeds verloren te zijn. Doch eensklaps voelde zij. dat deze verstee ning niet van haar weck en zij geheel in marmer veranderde. Toen hare ver volgers bij de kerk waren gekomen en zochlen, konden zij baar niet vinden. Wel verwonderden zij er zich over. boe zij bad kunnen ontsnappen, terwijl de smalle toegangen tot bel Marcus-plein des nachts gesloten waren. Na lang ge zocht en rondgedoold le bobben, gin gen de mannen bij bet eerste morgen- gloren met de beide gondels naar huis terug. En toen in den loop van den voormiddag Corinna's bruidegom in feestelijk getooiden gondel zijn bruid kwam lialen, vertelde de vader hem, dat zijn dochter zich des nachts in liet kanaal had gestort en verdronken was Doch dienzelfden dag was er groote beroering in Venetië. Men vertelde el kaar dat op dezelfde plek, waar eer tijds een Bacchus-beeld door onzicht bare macht van zijn voetstuk was ge worpen. waarschijnlijk door dezelfde macht een Madonna-beeld op de zuil was geplaatst. Dit moest voor Venetië bcteckencn. dat het zich moest afkoe ren van zijn wereldsche vermaken en zirh bezighouden met het heil der zie len zijner bewoners. Uit alle deelen der stad stroomden de scharen toe om het wionder, bet nieuwe Madonna-beeld te aanbidden. En zie: „het beeld bezat dc wonderdoende macht om leed tc ver zachten en wenschcn te vervullen. Vrouwen brachten har? zieke kinderen naar de zuil: jonge meisjes klaagden haar liefdeleed en de roem van de zuil- heilige verbreidde zich over heel het land van Venetië. Ook Diego Cavallo hoorde in de pen zaamheid van zijn palazzo spreken over de wonderdoende Madonna. Na 'ang aarzelen besloot hij tot haar tf «raöfi innerlijk hopend, dat zij ook hem '.ooals aan zoovele anderen, dc vervul •ing zou brengen van zijn wensch: eene vrouw met de trekken oener Madonna. „Weer keert het najaar en het najaarsweer op aarde" Doch hij wilde niet, dat de Yenetianen hem zagen. Daarom wachtte hij tot dc nacht was aangebroken en op hetzelfde uur. dat eens Corinna haar vaders huis zag verlaten, verliet hij zijn paleis om naar de Piazza te gondelen. Toen hij dc San Marco-kerk naderde, zag hij reeds van verre het wille marmer van de Madonna in het donker oplichten. Hoe nader hü kwam. hoe erooter werd zijn verwondering. Voor hef beeld staande brak zijn blijde verrukking uit; dat, dat was het beeld, hetwelk hem vva kond en droomend. voor oogen had ge slaan: dat was de vrouw zijner innigste wenschcn. Helaas, het was geen vrouw Aan Vlèésch en bloed, maar van steen. Toch scheen het, of haar oogen schit terden. alsof de marmeren lippen glim lachten. Diego viel op dc knieën en in vurig gebed klaagde hij zijn leed aan de Madonna, sprak hij van zijn teleur stellend zoeken en van zijn wanhoop nu hij. na eindelijk gevonden te heb ben wat hij zocht, zijn ideaal te moeten zien in koud marnier. Tranen drongen zich uit zijn oogen en druppelden over de voeten der Madonna. Hij stond eindelijk op en zip, het was hem alsof de Madonna zich had bewo gen. Getroffen keek hij top met scher pen blik. Ilii klom op de zuil om te zien of werkelijk het gehocle beeld van steen aaas en koud.... Toch Avas het zoo. maar desniettemin straalden de oogen en lachten de lippen. Tiet scheen zelfs alsof de oogen van uitdrukking veranderden, of de lippen zich plooi den in zachteren, feederen glimlach. O. deze zachte, smalle lippen tc kussen moest zaligheid zijn. al waren zij dan ook van marnier. In vurig verlangen omvatte Diego het heiligenbeeld en drukte zijn mond op de lippen Ier Madonna. Toen ge schiedde het groote wónder: De kus wekte in het marmer het ver steende leven van Corinna op. Lang zaam keerde levcnsvvarmto en beweging in baar lichaam terug tot grenzen loose verbazing van Diego. die aldus zijn be geerten plotseling vervuld zag. Vol tcc- derheid nam hij de gestalte in zijn armen en liet haar zacht van de zuil afglij den. Toen eindelijk vond Corinna haar spraak Avcder en vertelde haar redder de geschiedenis van haar leven en haar versteening, waaruit zij slechts door den kus van een reinen ïongeling kon worden verlost. Diego Cavallo nam zijn heilige mede naar zijn palazzo als zijn jonge, schoo ne vrouw en aldus de kroniek der oude legende .zii werden het geluk kigste paar. dat de lagunen-stad ooit had aanschouwd". Van de Yenetianen echter maakte zich een groote opwindig meester, toen 7.ij zagen, dat de wonderdoende Madon na van San Marco spoorloos verdAvenen Avas en zij vreesden, dat der stad een ongeluk zou overkomen. Daarom lieten zij door den 'tc Venetië Avoncnden beeld houwer Antonio Rizzi een dergelijke Madonna uit wit marmer maken en plaatsten het op dc zuil bij San Marco. Doch het ging niet dit beeld als niet dat van Bacchus. Op een.kwaden mor gen lag het verbrijzeld op den grond. Hetzelfde gebeurde met tAvee andere beelden. Toen zagen de Yenetianen in, dat een hoogere wil zich verzette tegen hun Avil en eischte. dat de zuil leeg bleef. En aldus geschiedde tot den huidigen dag. A. .T. BOTHENIUS BROUWER. Sinds onheuglijke tijden hebben wij menschen de gewoonte om het karakter van onze medeschepselen voor een niet gering gedeelte naar hun uiterlijk te bcoordeelcn. Een vooruitspringende kin duidt vol gens veler oordeel op wilskracht. Wijkt dit lichaamsdeel daarentegen terug, dan spreekt men van een zwak karakter. Zonder ons verder Ie verdiepen in de vraag óf en in hoever deze beoordec- lingeu juist zijn, willen aa ij hier iets OAernenien van de aanwijzingen door de Engclsehe psychologe Sylvia Thom son gepubliceerd inzake hel karakterlo zen op de Avijze, zooals hierboven Avcrd geschetst. Volgens deze deskundige moet, om een juiste diagnose aangaande het ka- Twee dichteressen Ongeveer tegelijkertijd zijn er tAvee bundels uitgekomen van dichteressen, die ieder een bepaalde periode, een be paald levensgeAoel en levensverlangen vertegenwoordigen i" onze literatuur. De eerste bundel, getiteld. „Wijding" van I-Ielènc Swarth (uitgavé La Rivière cn Voorhoeve, ZavoIIc) en „De Stem die roept, zes kleine Spelen en Koren, dooi IIcnriëtte Roland Holst—van der Schalk (uitgave Brusse, Rotterdam). Een ver gelijking tusschen de beide, merkwaar dige vrouwefiguren in onze literatuur, waartoe deze bundels aanleiding geven, leidt tot het besef eencr merkwaardige tegenstelling. De stijl van literatuur is niet iets, dat op zichzelf staat. In den stijl van dichters en schrijvers ademt een be paalde tijdsperiode, en wie poogt den slijl aan tc hemen van een andere pe riode dan die waarin hij literair gebo ren werd, is niet meer in staat, bet eigen wezen uit te beelden. Het is daar. om een getuigenis van wijsheid, dat Hé- lène Swarlh haar leven lang getrouw bleef aan de Kunst van haar oorsprong. De poëzie van Hélène Swarth is nim mer verzwakt, noch in factuur, noch in sentiment. Dat zij op den achtergrond trad in de poëzie met het klimmen der jaren beteekent niet, dat zij ook maar in bet minst iets prijs gaf van baar groot talent, bet beteekent alleen dat onze belangstelling verflauwde voor de gevoelswereld, die zij vertegenwoordigt. Maar bet is met heimwee naar de da gen, waarin wij het individueel gevoel konden cultiveeren, dat wij haar poëzie ter hand nemen. De stijl van literatuur hangt ten nauwste sanien met den inhoud van Weit gezegd wordt. Hebben wij begrip van het levensgebaar van een schrijver, dan weten wij al iets van zijn gevoels en gedachte sfeer. Waardoor kenmerkt zich de factuur van Hélène Svvarth's poëzie Het is een zorgzaam geconstrueerd mozaïek van klanken, maar een mozaïek, dat altijd levend blijft. De klank, de muzikale schoonheid van haar vers, blijft altijd een waarde op zichzclve, een waarde primair aan de gevoelens, die dc dichte res er mee vertolkt. En de/.e gevoelens kunnen zuiver cn sprekend cn bezie lend blijven, bij een zoo gedetailleerde klank-structuur als bet vers van Hélène Swarth te aanschouwen geeft, omdat do gevoelens simpel zijn. Het is het eeuwig menschel ijk ontbeten en verlangen, de eeuwig weerkccrende herinnering aan een wereld, die alleen in onze kinder- droomen beeft, bestaan, en de eeuvvig- berustendo overgave aan den geliefde of aan God. Op het stramien dezer zeer eenvoudige algemccne menschclijkheid bloeit dan de kleur van baar klank. Zij kan die klank verzorgen, omdat de aard van haar poëzie ego centrisch is. Deze dichteres wordt nimmer opge nomen door de machtige golven eener in worsteling zich bewegende gemeen schap. In de rust van liet zelfbeklag, van bet persoonlijk verlangen en de persoonlijke overgave kan zij haar colo- riet verzorgen en geeft /ij ons terug aan ontplooiing van dc levende natuur om baar heen, wat zij ons onlhield aan verbondenheid met de levende gemeen schap. Eén vers uit dezen bundel moge worden geciteerd, om den lezer in de gelegenheid te stellen, onze beschou wingen te controleeren. „Ik hef de handen, in den blanken schijn, Vol teêr mysterie, van de lentemaan En voel me in 't glanzen van haar wijding staan En duizel, dronken van den manewijn. O nam een Heemling in gena mij aan! O vatte een hand, als die van de Englen zijn, Mijn handen zacht en hief mij op .in rein Doorzilverd nachtblauw, boven levens- waan! Nu daal lot mij! Alleen ontbreekt mij kracht Om óp te zweven, in den blauwen nacht En hoort niet één mij, die mij helpen wil? O teedere Engel van mijn morgenrood. Die, moederzacht, weleer me in de armen sloot l U roep ik aan! De nacht is heilig siil:" Mevrouw Roland Holst is de tegen pool van Hélène Swarth. De factuur barer poëzie geeft ons niet een con structie Ie aanschouwen, maar een groei. Zij denkt zich in binnen haar on lervverp, het begin is dikwijls dor, dog matisch, struikelend over herhalingen, maar het is bij haar of het denken, wanneer bet is uitgemond in de reali teit van het gevoelsleven plotseling een zoo onstuimige vaart krijgt cn een zoo onweerstaanbare suggestie, dat liet ons meesleurt naar duizelende diepten en ongekende hoogten Het beeld breekt zicli uit den gevoelsstroom los, het stei gert omhoog. Wij worden getrokken midden door de verbijstering van hel leven en ojigetild naar een verwachting die geen andere basis beeft dan dc le vensliefde en levenskracht. „Hij die kon zien O hij, die kon zien de scharen der nargenjóozen, zooals zij over de aarde nu zwerven om werk en brood, of zwijgend neerhurken, tusschen leven cn sterven, in hokken, vaal en grauw als zij, wie ze zag strompelen langzaam voorbij, dof van oog, hol van maag zich sleepen naar het eind van hun lijden. De weg van den honger naar den dood is lang, hij klimt omhoog aan den steilte dei- tijden. O hij die zag, die zag hun scharen niet af te zien in geen duizend dagen, niet af te zien in een honderd jaren millioenen geknakte aren millioencn gebluschle sterren, die ze zag, opkome' uit het verre en nadre' altijd andre, altijd meer, een zee van jammer, een zee van lijden die zou willen vluchten achter de tijden, die legde zich liefst tol sterven neer." Mevrouw Roland Holst leeft alleen door haar liefde tot de menschheid. Eerst wannéér zij door deernis, geloof, een de anderen is vebonden breekt dc stroom harcr geweldige rhylitmiek los. Men moet dc beide boeken lezen, om de groote tegenstelling tusschen de sta tische beschouwelijkheid van een ver langend en berustend individualisme pn de dynamische vaart van onzen ver- brijzelenden en harenden tijd in hun essen l ieelste verschijningsvormen te leeren verstaan. Meer dan door dui zend tijdsbeschóuwingen krijgt men be grip van de verschuiving van het as pect der actueele historie, wanneer men oen. vergelijkende studie niaakt van deze beide dichteressen. „Dc slem die roept," van mevr. Roland Holst is een bundel, die uit verschillen de bijdragen is samengesteld Wij vin den erin, de „Hymne aan het Leven", „Lijden", „Een Klein Kerst-oratorium", „Kinderen van den Geest". Een klein prcokkoor" en „Geest van den Mei dag". Het is de „Hymne aan het Leven", waaruit wij de merkwaardige geniali teit van deze dichteres kunnen waar nemen Het genie is nooit gelijkmatig, het doet ons het verhevenste aanschou wen dat uit het gebrekkigste voort komt. Daarom is de rijke, nooit gebrek kige, immer de techniek der dichtkunst beiiecrschende dichteres Hélène Swarth, een talent Zij stijgt niet, als IIcnriëtte Roland Holst uit de nooddruft der po- verheid tot de overmeesterende kracht der profetie. Aan geen andere Nederland sche dichteres is de juistheid van Vcr- vveij's uitspraak, dat poëzie in rhythme overgaand denken is, zoozeer te bewij zen als aan Hcnriëtte Roland Holst. Want haar denken begint gebrekkig en blijft gebrekkig tot aan bet punt waar bet in een volkomene verbeelding over slaat. In de „Hymne aan bet Leven" begint zij met de dogmatische Godsvoorstelling, die een God boven de wereld ziet, te ontkennen. Die God, zegt zij, is niet an ders dan een product van ons maaksel, van onze vvenschdroomcn. Toch is er een Gód. De God binnenin ons. Dc eenigszins wijsgeerig geschoolde lezer vraagt zich af: doet dc dichteres hier iels anders dan op een nieuwe wijze de voorstelling hernemen, die zij verwor pen heeft? Wat is „de God binnenin ons" anders dan een geabstraheerd Godsbegrip Indien, zooals zij schrijft „dc hemelen leeg zijn", indien het geloof aan God ons geen hoop en bezieling kan schen ken, dan is die bezieling ook niet te putten uit een God in ons, die toch als abstractie „buiten ons" wordt geplaatst. Men kan God zien als de diepste wer kelijkheid, als bet diepst mysterie. Men kan, agnostisch. God betwijfelen Maar de bron vernietigen, waaruit men toch drinkt, dat is absurd. Deze absurditeit wordt niet opgeheven in bet denk systeem der dichteres, maar in haar levend, van goddelijk gevoel doordrenkt rhythme. Men kan meer schrijven over Hen- riëlle Holst dan de ruimte van een courantenartikel gedoogt. Indien dfeze aanteekeningen tot een aandachtige lie schouwing van haar nieuwe bundel aanleiding mochten geven, dan hebben zij heur doel bereikt. P. H. RITTER Jr. JULIAN APLEIN 4 uaast Apotheek Haan. Wij ontvingen: Leukodont Tandpasta 0.65 Tandborstels 0.75 Mondwator 1-50 Volgens voorschrift v. Tandarts Mertens den Haag (Ncd. Fabr.) rakter tc stellen, altijd meer dan één kcnlecken aanwezig zijn. Een sterk vooruitspringende kin op zich /.elf verraadt geen w'ilskraclit. Deze eigenschap kan alleen dan geconsta teerd worden, wanneer daarnaast ook een flinke neus, een vastberaden mond en een niet te korte bovenlip aanwezig zijn; en aan dit alles moet zich dan nog een bepaald rhythme in gang en beweging paren. Hoewel men zich nooit uitsluitend door den eersten indruk mag laten bc- iivloeden, kan daardoor toch vaak reeds een algemeen beeld van bet ka rakter worden gevormd. Miss Thomson's theorie, dat men schcn met donkergrijze pogen koel en nuchter zijn, terwijl zachte, bruine oogen een rijk gevoelsleven, maar vol strekt geen zachtheid verraden, wordt in het dagelijksch leven dikwijls beves tig'. Stralende, lichtblauwe oogen duiden meestal op levenskracht cn levendig heid, dof-blauwe oogen daarentegen op onverschilligheid cn traagheid. Donkere oogen gaan veelal gepaard niet een levendig temperament of een vroolijke levensopvatting, vaak ook mcl allebei. Groenachtige oogen worden dikwijls als oen bewijs van verstand beschouwd; groene of grijze oogen, met donkere vlekken schijnen vaak bij buitengewoon begaafde menschen voor le komen. Over het algemeen acht miss Thom son groote oogen als een bewijs van ar tistieke begaafdheid en rijke fantasie. Speciaal bij volwassenen wordt de vorm van den mond in meer of min dere male beïnvloed door hun manier van donken en handelen. Gesloten menschen hebben dunne, saarngeknepen lippen. Een dikke onder lip (luidt op een zekere mate van be geerlijkheid en op gebrek aan zelfbe- heersching. Een mond, die nooit geheel gesloten is. verraadt besluiteloosheid cn zwak heid van wil. Opgeworpen lippen zijn een toeken van zelfbehcersciung en uit scherpe, naar heneden getrokken mondhoeken meent miss Thomson een slecht hu meur of een ontevreden temperament te kunnen concludecren. Een korte bovenlip is vaak identiek met een karakter zonder vastheid. Een goed gevormde, breedc mond be schouwt de Engclsehe psychologe als een bewijs, dat men met een edelmoe dig, onbaatzuchtig cn trouw iemand te doen heeft. Daarentegen kan een kleine mond als een waarschuwing dienen om den bezitter of bezitster niet zonder meer tc vertrouwen. De Cupido-boog, die een mooie gc- vormde bovenlip kenmerkt, duidt, spe- ciaal bij vrouwen, op een vriendelijk, vroolijk en goedhartig karakter, ten minste als de lippenstift in dezen niet van zich deed blijken. Het allerbelangrijkste voor de karak- tcrbeoordocling schijnt echter de allure te zijn. „Grillige, onevenwichtige menschen", aldus miss Thomson, „kenmerken zirh door een stijve houding. Schuchtere lie den mogen dan al trachten zich een flink allure aan te nieten, dat zij het hoofd vooruitsteken en dc schouders laten zakken, verraadt den ingewijde hun natuurlijken aanleg, „Een vrije, natuurlijke gang is het ptevolg van het feit. dat karakter en geest zich op harmonische wijze heli- ben ontwikkeld. „Zenuwachtige, onbeheorschte men schen kenmerken zicli door onrustige, onhchcerschté gebaren. Menschen, die zirh gauw opwinden, maken kleine pas sen. rustige lieden daarentegen nemen groote schreden." 't Gebeurde in een dorpsrestaurant in de huurt van Schloss Moritzburg, een zomerresidentie van dc vroegere ko- ningcii van Saksen. In een van dc bei de eetzalen stond de koffietafel gedekt mot als pi*cc de milieu een geweldige hoeveelheid Berliner Pfannkuchen. De koning zal dien middag met zijn gezin in bet restaurant de vier uurs koffie gebruiken. Eerst verschijnt de jonge prins Ernst Hèinrich in gezelschap van een hofdame. Hij ziet dc tafel gedekt en roept enthousiast: Da genn wer abcr f rossen. Verschrikt tikt de hofdame den jon gen man aan en fluistert een en al verontwaardiging: Maarkoninklij ke hoogheid, wat zijn dat voor uitdruk kingen. Stol u voor. dat zijne majesteit het gehoord had. Vijf minuten later komt de koning met de andere kinderen binnen, bekijkt de keurig gedekte tafel on roept, ter wijl hij in de handen klapt: „Na Gin der. da gennt er eich je mae ordentlich satt f rossen."

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 11