Het begin der 16e eeuw
„Muiterij op de Bounty5
MERKWAARDIG SCENARIO
D'
JAN MOSTAERT
De opkomende Renaissance
Ingewikkeld beeld
Hef
manierisme
„LOST HORIZON"
KUNST
Allerlei invloeden van binnen
en buiten die elkaar
kruisen
heeft geschonden. Het feit, dat er ten
slotte nog zóóveel gespaard is gebleven,
als deze Rotterdamsche tentoonstelling
ons bewijst, mag het nageslacht toch
nog reden tot dankbaarheid geven.
Dat in die dagen de schilderkunstige
hedriivigheid groot is geweest, is evi
dent. Verschillende centra doen daar
met afwisselend succes aan mee. Dan
weer komt de eene. dan weer de andere
stad met prominente geesten naar vo
ren. Hef spreekt wel vanzelf, dat we-
derzijdsehe beïnvloeding niet uitblijft.
Niet alleen dat de schilders eikaars
werk kennen en ook wel legen elkaar
uitruilen, er zijn ook persoonlijke ont
moetingen die van meer of minder ge
wicht worden, en natuurlijk is er de
overdracht van bepaalde werkwijzen en
tenden7en van den leermeester op den
leerling. Van de wederzijdsche beïn
vloeding van Noord en Zuid werd reeds
in het perste artikel gesproken. Tus-
schen 1500 en 1550 wemelf het, vooral
in Antwerpen (dank zij den ongerem-
den bloei van doze hayen- en stapel
plaats) van Noord-Ncderlandeche ta
lenten, die hier krachten opnemen en
afeeven tegelijkertijd. De geslotenheid
der middeleeuwsche wereld en van het
middeleeuwsch kerkelijk geloof is door
broken en opgeheven De behoefte om
Biibelsrhe voorstellingen op individu
eele wijze te interpreteeron wordt steeds
grooter.
De „manier" doet haar intrede in
onze schilderkunst en oefent haar
werking op uiteenloopende figuren
uit. Friedlander, die deze periode
aan een indringende analyse heeft
onderworpen, wil onder „manier"
verstaan alle on-naïeve wijze van
uitbeelden in tegenstelling tot het
gezonde, organische en origineele
scheppen.
Het spreekt vanzelf, dat deze „ma
nier" zich het levendigst doet gelden
bij de zwakkere broeders, die juist van-
ZOOWEL de invloed van Gcortgcn
(wiens „omgeving" o.a. dien naar
hot monumentale neigenden ftaai-
geschildcrdcn Paulits voortbracht, welke
op de beroemde Apostclgestalten van
Diirer vooruitloopt), als die van den
Virgo-meester bepaalt een tijdlang, naar
't schijnt, de gedragingen van onze
schilderkunst in de eerste helft der lGe
eeuw.
In den Meester van Alk
maar zoogoed als in den M e e s-
t e r v a n Delft, hoewel onder
ling zeer duidelijk van elkaar te
6chciden, kan men sporen aanwij
zen, die van de beide groote voor
gangers af te leiden zijn. Van Geert-
gen de stille intensiteit in verhe
ven gebeurtenissen; vap den Virgo-
mccster de meer beweeglijk-drama
tische en effectvolle handelingen.
Beider kunst blijft intusschen pro-
Vincialer van aard, en neigt in de por
tretten al hier en daar naar de carica-
tuur. Misschien is deze toegespitste ka
rakteristiek nog weer aan den invloed
van een anderen groote te danken,
wéér een Haarlemmer, wiens figuur en
wiens werk dank zij de nasporin
gen en ontdekkingskunst van Gustav
Glück uit den nevel der vergetelheid
zijn gehaald: Jan Mostaert. Hij
schijnt van aanzienlijke afkomst te
zijn, was achttien jaar achtereen in
dienst van Marga-
rctha van Oosten
rijk, de kunstzin
nige dochter van
Maximihaan I, en
verbleef deswege
lang in hef. Zui
den, maar sleet
zijn latere nog lan.
ge leven in zijn
geboorteplaats,
waar hij vaok
bezoek van hoogc
bperen ontving
■toen, als nu, iets
zeldzaams voor
schilders. De mid
deleeuwen schijnen
in zijn werk vrij
wel gehepl over
wonnen. De vrije,
zelfstandige, seig-
neurialc persoon
lijkheid kondigt
zich in zijn fraaio
portretkunst reeds
onafwijsbaar aan.
Wie heeft niet wel
eens als geclcctri-
seerd gestaan voor
•dat sublieme mans.
portret in de pri
mitieven-zaal van
bet Museum te
Brussel? Die be
wondering daalt
wel iet6 als men
bij Boymans ont
dekt dat hij meer
malen dergelijke
portretten op vrij
wel analoge wijze
geschilderd moet
hebben. Toch is
dat. uit Liverpool
naar Rotterdam Christus als Hovenier door Jacob Cornelisz. van
gezonden portret
van den jongen
edelman of aris-
tocratischen burger minstens even
magnetisch door zijn sobere pracht in
de compositie en rlc frappante vvcer-
geving van de stof als door de stijlvolle
behecrschle uitdrukking.
Misschien is het kenteekenend
voor zijn Renaissancistisch gevoel,
dat hij in dat curieuze paneel
Christus voor Pilatus met meer
nadruk welhaast de bemoeiingen
van Pilatus naar voren brengt dan
dat hij licht laat vallen op de tra
giek der Christusgestalte.
Hoe hij het verhevene weet uit te
drukken in een alledaagschc situatie
kan blijken uit het Keulsche paneel,
waar Jozef en Maria aan de burger
lijke ontbijttafel zitten. Zijn edele por
tretkunst vindt nog bevestiging in het
subtiele vrouweportret met Jen poéti-
schen achtergrond, dat ik reeds in mijn
vorig artikel releveerde, en in de beel
tenis van een Moor, waar hij in een
treffende karakteristiek op Rembrandt
en Rubens beide praeludieerf. Dat zijn
fantasie intusschen geen gelijken tred
houdt met zijn waarnemingskrarht kan
men gewaarworden uit den Boom van
Jesse en de Ontdekking van Amerika,
waarvan vnoral het laatste paneel ons
met zijn kinderlijke voorstelling van
den strijd tu«^chen de Spaansche solda
ten en de naakte Tnrlianen onwillekeu
rig wat komisch aandoet Treffpnd ech
ter blijft de visie op het landschap met
de kale, grillige rotspartijen.
Het is niet gemakkelijk op de in
gewikkelde landkaart van onze be-
gin-16e ecuwsche schilderkunst vaste
verbindingslijnen en parallellen te
trekken, de juiste overgangen te
vinden en aan de vele elkaar krui
sende en snijdende invloeden recht
te doen.
Het is extra bezwaarlijk geworden
cloor de gevolgen van den Beelden
storm, die veel heeft weggevaagd, dat
in bedoelde periode en kort daarvoor
werd gemaakt, en die de phvsionomie
onzer toenmalige kunst onherroepelijk
Oostsanen
wege hun gemis aan scheppingskracht
de behoefte krijgen te pralen met de
kundigheid hunner handen en met de
weelderigheid van hun vernuft.
Machtige invloeden van ver over on
ze grenzen doen zich niet minder gel
den. Sedert in 1508 Jan Gossacrt als
gunsteling van bisschop Philips van
Bourgondic een reis naar Italic maakte,
waar hij onder den indruk komt van
de beeldhouwkunst der antieken en de
schildertechniek der groote Italiaan-
sche meesters, slaat het „Romanisme"
ten onzent als 'n vuur dat steeds wijder
om zich heen grijpt, in. En tenslotte
mag niet v\orden onderschat de invloed
die door middel vooral van gravures
en prenten, later ook door persoonlijk
contact (Dürer, die in die dagen ons
land bereist) van de Duifsche kunst op
dc onze overgaat. Het is niet doenlijk
in een krantenartikel uitvoerig bij al
die elementen stil te slaan of ze bij
elk der na te noemen meesters nauw
keurig aan te wijzen.
De kenmerken van het „maniërisme"
omschrijft Friedlander als volgt: de
figuren zijn slank en groot, sterk bewo
gen, met vertrokken gebaren, coquet en
geaffecteerd. Om met nieuwigheden te
imponeeren doen allerlei kleine vorm-
invallcn hun intrede. De compositie is
gedrongen en onrustig. De vrouwen
hebben dunne hooge halzen en bewe
gen zich sierlijk en discreet. De man
nen dragen dikwijls lange baarden,
hun scherp gesneden koppen met groo
te gebogen neuzen zien er Joodsch. in
«eder geval exotisch uit. De uitdruk
king der gezichten gaat meermalen in
een boosaardig grijnzen over. Kapsel en
cosfuum zijn uiterst opvallend en
overdreven gedetailleerd. Fladderende
linten en sjerpen moeten het beeldvlak
verlevendigen. Vaak worden glanzende
decoratieve effecten bereikt.
Zijn deze kenmerken niet in groot
aantal te vinden bij schilders als de
Leidsche Engelbrechtsz. (leer
meester van Lucas van Leiden) en bij
Jacob Cornelisz. van O o 6 t s a-
n c n. die op de Rotterdamsche exposi
tie een royale zaal met hun werken
vullen?
Men voelt voor
deze paneelen in 't
algemeen een over
wicht van verstand
en vernuft boven
hart en gevoel.
Niettemin vinden
ook deze meeste» <5
meer dan eens
treffende accenten
en inzonderheid de
portretkunst van
Oostsanen, ook wel
Jacob Cornelisz.
van Amsterdam, of
enkel Jacob Corne
lisz genoemd, blijkt
vaneen penetrante
kracht, niet belet
tend evenwel, dat
in de waarneming
wel eens iets moei
zaams en in Je
kleur iets droog is
De individueel-e
karakoristiek is
voortgeschreden,
verder nog dan bij
Mostaert, die in
zijn personenteeke-
ning een aantal
reserves bewaart
"of een neiging var-
toont tot, idealisee-
ren. Als typisch
iHollandsch mag
wellicht «en por
tret gelden als dat
van Jacob Pijns-
sen, waar hPt
nieuw zich ont
plooiende burger
lijke magistratendom in 6trenge, intelli
gente en doorploegde gelaatsvormen
duidelijke laai spreekt. Meer wellicht
dan de katholieke geest stempelt het
humanisme deze koppen, en dat het
stroeve, steile Calvinisme in zulke ka
rakters een willigen bodem gaat vin
den, wie kan zich er over verbazen?
Van Oostsanen is als veelzijdig en
veranderlijk getypeerd. De collectie
hier bevestigt dat oordeel. Het mysterie
is uit zijn religieusc werk grootendeels
weg. Nog het meest welicht is het te
vinden in het eenige voorbeeld van mo
numentale kunst, dat deze tentoonstel
ling bevat: de fragmenten, bewaard in
de Nieuwe Kerk te Amsterdam, met
voorstellingen van het Mirakel van dc
Heilige Stede. Jammer dat van deze
tempera-schildering zoo weinig meer
over is. Maar wij troosten ons met een
schilderij uit Kassei, dat Christus als
Mansportret door Jan Mostaert
Hovenier voorstelt, Maria Magdalena
knielend vóór hem. Een klein licht en
helder werkje uit 1507, waar ondanks
de „manier" toch ook een schoone de
votie in leeft, en waar de schildering
zoo'n kostelijke verfijning vertoont, do
kleur zoo flonkerend en emailachtig is
doorglooid, dat -men het turen erop niet
moe wordt! Het is een der j u w c e 1 c n
van deze tentoonstelling.
Van Cornells Engelbrechtsz
wijs ik op een uiterst gevoelig paneel
tje Maria Magdalena en Johannes de
Dooper, waarin het schuldbewuste en
nadenkelijke in de vrouw zeer goed is
getroffen, en op een devoot geschilder
den gekrqisten Christus. Waar hij vol
op maniërist is zooals in de Heilige
Constantijn en Helpna blijft de expres
sie al te decoratief.
C. A. S.
CHARLES LAUGHTON
OP ZIJN BEST
Historisch gegeven
met een avontuurlijken
inslag
AF en toe zet de filmindustrie van
Hollywood, die toch anders voor
geen kleinlje vervaard is, een film
op stapel van zoo ongehoorde afmetin
gen, dat zelfs Hollywood zich daarover
verbaast. „Ben Hur" in 1922 was zulk
een onderneming, die zelfs door de
daartoe bcnoodigde concentratie van
kapitaal tot het ontstaan der Metro-
Goldwyn-Mavcr leidde.
In 1925 was het debuut van wijlen Ir
ving G. Thalberg met „De Groote Para
de", een film, die zijn eigen en in een
romantisch waas gehuld leven gevoerd
heeft. Deze film scheen een bijna demo
nische macht op alle betrokkenen uil
te oefenen.
Thans is een dergelijke film, Muit e-
rij op de Bounty, eveneens onder
Irving G. Thalberg tot stand gekomen.
Reeds tijdens het maken van deze film
deden zich tal van incidenten voor. Het
nagebouwde oude driemastfregat moest
in vliegenden storm de zee op. Ongeluk
ken bleven niet uit. De weinige toe
schouwers tijdens de filmopnamen
deels op Tahiti, deels op Catalina Is
land huiten de kust van California,
brachten zonderlinge verhalen mee naar
huis.
Drie j'aar geleden werd de film gecon
cipieerd en toen zij klaar was bleek, dat
zij drie milliocn gulden gekost had, oen
bedrag, dat zelfs in Hollywood onge
woon werd gevonden.
Zij is een prachtig epos van de zee
geworden deze film, waarin Charles
Laugthon een voortreffelijke creatie
geeft van den wreeden, sadistischen ka
pitein Bligh. Een tikje gechargeerd,
maar een levende figuur, een ten
minste zoo stelt de film hem voor
onredelijk strenge bevelhebber, die zijn
bemanning noodeloos tot een beest
achtige discipline dwingt. Die beman
ning vormt een soms wat Ie sterke te
genstelling met kapitein Bligh en be
staat uit eigenlijk louter bra\e men-
schen, een tegenstelling, die historisch
niet geheel juist is, want de zeelieden
van vroeger jaren waren werkelijk geen
kwajongens en de strenge tucht was
noodig.
Clark Gable is een uitstekende „be
man" van een officier en Franchot Tone
speelt een van zijn beste rollen als dc
verfijnde adelborst Bvam.
Ware geschiedenis
Aan deze Metro-Goldwyn-Maycr film
ligt een ware geschiedenis ten grond
slag, die als een achttiende ecuwsche
zeemansballadc in de verbeelding van
het scheepsvolk is blijven voortleven en
ook door Lord Byron in de onsterfelijke
verzen van zijn lied ,The Island, or
Christian and his comrades" bezongen
wordt. Dat Charles Laughton zich in
deze grandioos wreede rol van Captain
Bligh zoozeer heeft ingeleefd, komt
niet alleen door het conscentieuze werk
van dezen acleur, maar ook omdat
Laughton, geboren in Yorkshire, wist
dat bij aan een der onvergetelijk geble
ven. zij het allerminst populair gewor
den helden der Engelsche zeevaarthisto
rie raakte
De historische Captain Bligh was dc
beestmensch, zooals Laughton hem ook
uitbeeldde. Niettemin was hij een held
in zijn soort. Nadat hij een reis rondom
de wereld gemaakt had, dienende onder
den famenzen Captain Cook, aan wien
wij vrijwel de gehcele landkaart van
Polynesia danken, werd aan den tocn-
maligën luitenant Bligh liet. commando
opgedragen over H.M.'s Bounty, een
niet meer geheel zeewaardig driemast-
fregat, dat op Kerstmis 1787 met groo
tendeels geronselde bemanning van
ruwe klanten voor Engeland's kust zeil
ree lag. Het fregat was echter behoor
lijk bewapend met vier-ponders en tien
draaibassen. Opgave was, broodboomen
op Tahiti te knopen, (te stelen) en deze
naar West In die te brengen. Een reis
dus om Kaap de Goede Hoop zoowel als
om Kaap Hoorn, een wereldreis waar
voor alle zeemanschap noodig was.
October 1788 lag men voor Tahiti.
Toen zij 2V dagen onder zeil waren
naar hun volgende bestemming Jamai
ca, brak de muiterij uit. Do oorzaken
waren precies dezelfde als men op de
film ziel: gedeeltelijk de schandelijke
tyrannic \an bloedhond Bligh, die an
deren noch zichzelf spaarde, gedeelte
lijk de zoele herinneringen aan hel ver
re paradijs Tahiti, waar de. ruwe Engel
sche jongens de droom van hun leven
hadden geleefd. Officier Fletcher Chris
tian, dc rol door Clark Gable in de film
gespeeld, maakte zich lot tolk van de
muiters, men zotte Captain Bligh met
18 getrouwen over boord in de scheeps-
jol.
Odyssee van Captain
Bligh
Toen begon de Odyssee van Cap
tain Bligh: 8.600 zeemijlen legde
het wrakke boitje af. Van 28 April
lot li Juni dreven zij zonder voed
sel, zonder kaart of sextant ovpr de
door de haaien bevolkte zeeën van Polv-
nesië. Onderweg zagen zij in de verte
een eiland zonder het. te kunnen berei
ken. Hpt werd later ter eere van Cap-
lain Bligh naar hem genoemd en maakt
thans deel uit van dc Fidji eilanden.
Toen landde men op het Nederlandsche
bezit Timor. Caplain Bligh liad niet één
van zijn mannen verloren!
De muiters waren aanvankelijk naar
Tahiti teruggekeerd, hadden zich daar
de begeerde vrouwen gehaald en uit
angst voor de straf (die ook prompt
volgde toen Captain Edwards op H.M.'s
Pandora met Captain Bligh aan boord
naar Tahiti terugkeerde en enkele ach
tergebleven muiters terechlsteldc)
scheepten zij zich in met deze vrouwen
en bereikten ten slotte het onontdekte
Pitcairn Island, en daar leefden voort
aan officier Fletcher Christian, acht
Britsche zeelui, zes Tahitancn en twaalf
vrouwen. In 1808, toen een Amerikaan-
sche boot. voor het eerst op dit on
vruchtbare, rotsachtige eiland zonder
-ecnigc haven landde, waren de resten
van de door de muiters verbrandde
Bounty natuurlijk verdwenen.
Alle Britten waren tengevolge van
hun uitspattingen gestorven, uitgezon
derd Alexander Smith, die zich later
John Adams noemde en de wedervaren
der muiters aan zijn landgenooten ver
halen kon. De gemengde bevolking van
Pitcair.n Island bedroeg in 1859 zeven
tien personen, in 1884 130. Hun ras geldt
als buitengewoon schoon.
In hetzelfde jaar 1808 vond Captain
Bligh zijn einde. Hij was aanvankelijk
op een ander schip uitgestuurd om hem
gelegenheid te geven zijn oorspronkelij
ke opdracht naar dc wetten der zeelucht
Ie volbrengen; en hij bracht dit keer
broodboomen van Tahiti naar Jamaica.
Gedurende den zeeoorlog tegen Frank
rijk sloeg de bemanning onder zijn lei
ding andermaal aan het muilen en
bracht zijn schip zonder kapitein naar
pen Fransche haven. Hel gouvernement
hield Bligh echter de hand hoven het
hoofd en benoemde hem tot Gouverneur
van Nieuw Zuid Wales bij Australië,
welke kolonie hij met zulk een barbaar-
sclie wreedheid beheerde, dat de civiele
autoriteiten hem ten slotte gevangen
namen en naar Engeland zonden.
En daarmede eindigde het leven van
Engeland's „bloedhond ter zee".
Als een scherzo in de symphonic van
de film is het intermezzo op het para
dijsachtige eiland in de Stille Zuidzee.
Frank Lloyd, de regisseur heeft werke
lijk getracht don toeschouwer te sug-
gereeren, dat de mannen hier in een
volmaakte omgeving woonden, op het
gevaar af van over te hellen naar het
lè zoetelijke en tè mooie.
De aanwezigheid van de neiging
om het goede als zeer goed .en het kwa
de als zeer slecht voor te stellen doet
evenwel niets af aan de dramatische
verdiensten van de film.
Dergelijke zee-films zijn op het oogen-
blik in dc mode we herinneren ons
nog „Kapitein Blood" en ze geven
eeii friscli en pakkend schouwspel, dat
voor ons Hollanders voor wie de zee
immer de grootste aantrekkingskracht
heeft gehad, een bijzondere bekoring
heeft.
Het geheimzinnige
Tibet als décor voor
een origineele handen
ling
E bekende Columbia-regisseur
Frank Capra las James Hilton's
enorm veel gelezen boek „Lost IIo
rizon" en zag daarin dadelijk een
nieuwe film. Ook de scenario-schrijver
Robert Iiiskin, die reeds jaren lang met
Capra samenwerkt, was enthousiast.
Riskin begon onmiddellijk met het
schrijven van een draaiboek en hoewel
de stof van „Lost Horizon" in ieder op
zicht afwijkt van het genre, dat Capra
en Riskin tot heden vervaardigden, was
het in recordtijd gereed. Ruim een jaar
hebben de voorbereidingen en liet ma
ken van de film, die in Nederland uit
gebracht wordt door Loet C. Barnstijn's
Standaardfilms, geduurd. Het resultaat
is, dat het een film geworden is, die
men in Amerika met de grootste
nieuwsgierigheid tegemoet ziet. De
hoofdrollen worden vervuld door Ronald
Colman, Isabel Jewel, Jane Wyatt, Ed
ward Everett Horton. De korte inhoud
is als volgt.:
Conway, de Engelsche consulaire
agent, tevens een verdienstelijk auteur,
is op weg naar Engeland met het s.s.
„Manchuria". Hij lijdt aan geheugen
verlies, maar op zekeren avond speelt hij
aan boord op de piano een vreemde me
lodie. Daardoor komt langzaam zijn ge
heugen terug en hij begint te vertellen.
Het is een vreemd verhaal, dat zijn me
depassagiers te hooren krijgen. Hij
wordt tijdens een revolutie in Baskul op
gelicht met vier anderen, zijn broer
George, Barnard, een voortvluchtige
zwendelaar, Lovett, een geleerde, en een
meisje, Gloria Stone. Door een vliegtuig
worden zij over woeste bergketens ge
voerd, zonder te weten waarheen. Alen
landt eindelijk in het woeste plalcau-
land van Tibet bij een plaats Shangri
La.
Shangri La kent geen tijd. Dc Opper-
Lama wordt verondersteld 300 jaar oud
te zijn. 1-Iet is een plaats van vrede en
rust, geen haat, geen afgunst, geen
felle strijd om liet bestaan, zooals in
t|o verdere wereld. De bewoners van
Shangri La geloovcn vast, dat eenmaal
hun stad een wereldheerschappij zal
voeren, als de zinlooze wereld daarbui
ten genoeg zal hebben gekregen van
haat en bloedige oorlogen. De plaals is
als een paradijs op aarde. Menschcn van
zestig jaar zien er uit als twintig. Al dc
reizigers, op George, Conway's broer na,
voelen zich dan ook langzaam onder de
bekoring van de plaats komen. Conway
leert daar ook Sandra Bizet kennen, de
vrouw, die opdracht voor zijn ontvoering
heeft gegeven, omdat zij uit zijn boeken
had begrepen, dat hij een man was, die
naar geluk smachtte. Van haar leerde
hij de melodie, die hem aan boord zijn
geheugen terug bracht. Dan benoemt de
Opper-Lama hem tot zijn opvolger, maar
Convvav gaat op dringend verzoek van
zijn broer, met hem weg.
Aan hel eind van zijn verhaal wordt
Conway cloor een vlaag van razernij
aangegrepen, door zijn verlangen om tc-
Eon vreemde vogel in een geheimzinnig land.
„Lost horizon".
Een opname uit de film
(Columbia).
rug te gaan. Hij springt over boord en
het laatste wat men van hem hoort, is,
dat hij de Tibctaansche grens is over
getrokken.
De voorbereiding voor deze merk
waardige film was waarlijk reusachtig.
Fotografen zochten Azië en Europa af
naar geschikte achtergronden, die me|i
in Columbia's Studio's zou kunnen imi-
teeren.
Vijf maanden lang bouwde men aan
het groote Lamaklooster, omdat regis
seur Capra er op stond, dat er echte
grasvelden en tuinen zouden komen.
De tuinen zijn exotisch, met koele vij
vers en klaterende fonteinen, die den in
druk wekken of zij er al eeuwen zoo
gelegen hebben. Het klooster zelf is U-
vormig gobouwd en heeft een diepte
van 100 M. De architectuur is prachtig,
wat niet te verwonderen valt, als men
nagaat, dat Stephan Goosson en zijn
staf 6 maanden voor hot ontwerpen
noodig hadden. Als er geen opnamen
gemaakt worden, is dit film-bouwwerk
voor het publiek opengesteld, (een uni
cum voor Hollywood) en het wordt
druk bezocht door studenten en autori
teiten op architectonisch gebied.
Voor „Lost Horizon" werden verder
in de omgeving van Hollywood nog een
Tibclaansch dorp, een Chineesch vlieg
veld en een nomadenkamp gebouwd,
buiten talrijke andere gebouwen. Vijf
groote passagiers-vliegtuigen werden
gehuurd en een duizendtal Chineesche
figuranten werdpn aangenomen. Deze
film zal ongetwijfeld lot een der meest
besproken films van dit jaar behooren,
niet alleen omdat het de grootste
is, tot nu toe door Columbia vervaar
digd, of door de machtige entourage,
maar ook door het eigenaardige gege
ven. dat, blijkens de berichten uit de
studio's, op voortreffelijke wijze ge
speeld wordt.
RUSSISCHE ARISTOCRATEN
IN AMERIKA
Onder de aristocraten, die New-York
overstroomden, nemen de Russische de
eerste plaals in. Het gros der voormali
ge Russische aristocraten gaat in New-
York in burgerlijke beroepen en slaat
zich zoo goed en kwaad als het gaat,
door het leven.
Bovenaan op de lijst van vertegen
woordigers van den oudrussischen adel
staat grootvorstin Mar ja Pawlowna, de
dochter van grootvorst Paul Alexan-
drowitsj, kleindochter van tsaar Alexan
der 11. Zij heeft een woning van drie
kamers in een voorname wijk der
stad. Zij houdt radiovoordrachten over
étiquette, is bedrijfsleidster van een
schoonheidssalon, houdt zich bezig met
artistieke fotografie en schrijft nu en
dan korte verhalen voor Amcrikaan-
sclie .magazines". Dank zij deze werk
zaamheden, kan zij een leven zonder
zorgen leiden.
Vorstin Tatjana Oholenskaja Kan
men achter de toonbank van haar zaak
in Park Avenue vinden. Zij is eigenares
van een magazijn van dames handwer
ken en de daarvoor benoodigde artike
len, dat zij in het jaar 1929 heeft ge
opend. Indertijd was zij te Parijs leid
ster van een rlamesmodesalon onder de
firmanaam „Tao".
Haar echtgenoot, vorst Alexei Obo-
lenski, is dirigent van een Russisch
koor en is een bekend zanger. Haar
zoon Alexei heeft dezer dagen een be
trekking gekregen in de textiel-indu-
strie te New-Orleans.
Vorstin Toemanowa, die zich een
voudig Mrs. Toemanowa noemt, geeft
voordrachten over de l'tansche taal en
letterkunde aan de Columbia Universi
teit te New-York.
Vorst Sidamon Eristow is eigenaar
van het restaurant „De Ivaukasische
Adelaar" in de 57e straat.
De pianist in dit restaurant is de
voormalige generaal Docbjaio.
Vorstin Kello Mikladje begon als
„show girl" in de Ziegfcld-revues. Daar
na werd ze mannequin in een deftige
modezaak en heeft onlangs een mode-
salon van haarzelf geopend. Op alle
groote bals kan men deze becldschoone
brunette zien.
Vorstin Marina Matsj'abelli bestuurt
de parfumeriefabriek van Jiuar overle
den echtgenoot.
Niet ver van het Central Park hebben
de Vorsten Sergei en Grigarij Sagarin,
voormalige garde-officieren, een man^
ge geopend.
Een afstammeling van graaf Leo T#
stoi, graaf Andrei Tolstoi, is chauffeur.