w. DEGOUVE DE NUNCQUES
Eere-tentoonstelling schilderijen
van A. van Weezei Errens
Het Stichtsche Montessori Lyceum
Eerste tentoonstelling van den
Amersfoortschen Kunstkring
„CONCORDIA LANGESTRAAT
Tentoonstelling Schilderijen Etsen, Enz.
A. VAN WEEZEL ERRENS
Geopend van 10-5 uur, Dinsdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag
ook
s av
ond
s van
uur
UITVOERING VAN
„JONGE KRACHT"
2e BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 12 OCTOBER 1936
STADSNIEUWS
Wp*
W'.
TN afwijking van de oorspronkelijke
x plannen, zoo deelde Jhr. den Beer
Poortugael Zaterdagmiddag in zijn
openingswoord tot de eerste expositie
Van den Kunstkring in de zalen van
„De Poth" mede, is hier, dank zij de
medewerking \an de firma Buffa, -een
collectie schilderijen geexposeerd van
Willem Degouve de Nuncques. Deze
schilder is een Belg van Fransche ori
gine, die vrijwel zijn gcheele leven in
België gewerkt heeft. Hij was nog jong,
toen hij Toorop ontmoette, waaruit een
levenslange vriendschap ontstond. Eeni-
6choling van buiten heeft Degouve de
Nuncques niet gehad: hij vormde ge
heel zichzelf. In de oorlogsjaren weck
hij uit naar ons land, na den oorlog
keerde hij weer naar België terug, waar
hij vóór enkele jaren overleed. Wat zal
spreker van't werk zeggen? Het spreekt
geheel zijn eigen taal. liet is kennelijk
afkomstig van iemand met een diep in
nerlijk leven, van een droom en-de zacht
heid, een meditatieve natuur. Ook uit
zijn door Toorop geschilderd portret
blijkt dat wij hier te doen hebben met
een geestelijk levend, fijn mensch, die
van de stilte hield, en niet van de ru
moerige beweeglijkheid en de haast
van het moderne loven. Als hij natuur
schildert, alle détails vermijdend, geeft
hij meer van zijn innerlijke gesteldheid
dan van het landschap vóór hem, het
is hem om de totaliteit te doen, om het
pure, klare, ruime, het ongerepte en
eindelooze, dat correspondeert met het
oneindige van zijn geest, of van den
Geest die door hem heen werkte, hem
bezielde. Een religieus accent liet oppn
voor ieder die dit werk op de juiste wij
ze beziet. Degouve de Nuncques was in
derdaad een religieus mensch. wat ook
uit zijn enkele stukken met religieuse
thema's blijkt, er gaat iets door al zijn
werk van de onzienlijke wereld.
Het kan moeilijk beter worden gefor
muleerd dan Jhr. den Beer Poortugael
het Zaterdagmiddag deed. Het werk
van Degouve de Nuncques is meer dan
enkel schoone landschapsschildering;
het is een reflex van zijn romantisch
heimwee tevens; een trilling van on
eindigheidsverlangen geeft er de edele
ontroering aan, die moeilijk onder woor
den is te brengen, maar door ieder
kunstgevoelige wordt beseft, die niet
hij de oppervlakte blijft staan, die inte
gendeel de inncnijke melodie van het
werk poogt op te -vangen I-Iet is on
juist hem uitsluitend tc zien als schil
der van sneeuwgezichten, ofschoon de
ze wel een belangrijk onderdeel van
zijn oeuvre vormen. In zijn jeugd heeft
ook hem de trek naar het Zuiden te
pakken gehad. Dan maakt hij stukken
als le Cap Formentor (1002), en de baai
van Pollenza (1002). beide in 6terke pas
teltinten met veel blauw en oranje den
indruk gevend van een weelderiger, al
thans zonniger landschap dan het zijne
Ook is er dan dat bijzondere doek Oran-
jeboomen op de Balearen, nog altijd
een van zijn schoonste stukken, waar
•hij een fraaie eenheid bereikt in een
curieuze styleering van de boompar
tijen op den voorgrond en het hooge
bergland daarachter.
Van het impressionisme is dit werk
al een heel eind verwijderd. Het is veel
meer samenvattend in den vorm,
allerminst de indruk van één oogen-
blik, het is ook minder uitdagend van
coloriet. Uit diezelfde jaren dateert de
ochtendstemming met de amandelboo-
rncn, waar de sneeuwig-blanke linten
niets te maken hebben met den winter,
maar wel met den prillcn bloei van de
lente. Maar enkele jaren later komen
de avondstukken alweer terug, waar
mee hij in '97 is begonnen (Nocturne au
Pare Royal). Ze zijn minder ijl, bezon-
kener, zooals Soir de Neiere (1905), maar
de maanlichtstemming lijkt mij toch een
aanduiding van zijn melancholieke
zielsgesteldheid.
liet is niet gemakkelijk uit deze col
lectie een soort chronologisch overzicht
van zijn innerlijke evolutie te disfille?
ren. maar zij levert toch wel. ondanks
verschillende hiaten, concrete aanwij
zingen. Terwijl de wereld den trotschcn
bloei van de voor-oorlogsjaren door
maakt, en in de gelukkige roes ver
keert zich naar binnen, misschien oor
gang, wendt hij zich veelbetekenend
naar het religieuse werk. Zijn geest
keert zich naar binnen, missehieh voor-
\oelt hij hot leed. dat op deze stoute
hoovaardij schijnt te moeten volgen. Hij
schildert de Kruisiging en den Judas
kus. Beide zijn zij een nocring om in de
symbol isch-psychologisclie stemmings
kunst van die dagen bet leed van den
Verlosser weer ere ven De Kruisiging
is een aangrijpend droefgeestig werk in
sombere kleuren niet zonder een pa
thetisch accent. Degouve de Nuncques
Is meer een lvrisch schilder dan een
episch beschrijver of dramatisch hele
ver. Hetzelfde bliikt uit den Judaskus,
waar in vage contouren de Christuskop
te zien komt. 'n wereld uitdrukkend
van smartelijke gelatenheid. Heeft bij
in ddt gruwelijke Verraad dat andere
W. Degouve de Nuncques,
Sneeuwlandschap
verraad van den wereldoorlog, die zoo
straks de menschheid zou teisteren,
voorvoeld? Het is geenszins fantastisch,
om bepaalde kunstenaars een profeti
sche visie toe te kennen.
Gedurende den oorlog en in de
jaren daarna neemt het sneeuwgc-
zicht een steeds meer domineeren-
de plaats in. liet formaat van
zijn doeken groeit, de lyrische beschou
welijkheid krijgt meer en meer een
episch accept. Üit. 1915 dateert, het eer
ste groote sneeuwlandschap, in Brabant
ontstaan. Er is een ander sneeuwge-
zicht uit de omgeving van Volendam,
niet het blauwe bootje, er is dat gorige
dichtgesneeuwe land uit 1917, waarop
als eenige stoffeering de scharensliep
te zien is achter zijn kar. De gevoels
toon van zijn werk lieeft hier wel het
somberst niveau bereikt. In België te
rug, waar het heuvellandschap der Ar
dennen wijdscher perspectieven en gol-
vender lijnenspel mogelijk maakt, wordt
ook de melancholie minder beklem
mend. Het hoogste en schoonste wat hij
in deze richting vermag, geeft hij mijns
inziens in no. 4 La Warchc en hi ver,
waar lucht en landschap een wonder
lijke eenheid hebben bereikt, en waar
zijn romantisch verlangen zich een
welhaast heroïsch monument heeft ge
sticht.
De schilderlijke kwaliteiten in dit
werk zijn vele. De eentonigheid, die me-
nigen belangrijken geest eigen is, zoo
ook Degouve de Nuncques, is geenszins
vervelend. Belangwekkend is het te
zien. met hoeveel kleurmodulaties hij
elk van deze winterlandschappen Mi
<>cn aparten toonaard zet, en hoe hij
telkens weer andere contrasten vindt
tegenover het wit van de sneeuw.
Ik geloof, om te besluiten, dat Degouve
de Nuncques niet tot de waarlijk groo
te schilders te rekenen is. Zijn werk
is daarvoor te subjectief, te veel „fin
de siècle". Ook is hij als zoeker van
een nieuwen stijl tegenover liet impres
sionisme geen hervormende mccslee
pende kracht geweest. Tot het laatst
toe is zijn werk nog van het impressio
nisme af te leiden, al werd het ook door
een svnthetischer geest gedragen. Maar
een bijzonder kunstenaar, een eenzelvig
beschouwer, die de uitspraak van zijn
schoonste verlangen aan de mensch
beid als een blijvende troost, heeft mce-
gege\en, zóó zal hij ook door het
nageslacht worden gezien en erkend.
C. A. SCHILP.
Mevrouw Degouve de Nuncques is
bezig met het samenstellen van een ca
talogus, en zou in verband daarmee
gaarne opgave van werken van haar
man in het bezit van particulieren te
gemoet zien. Men kan deze opgeven bij
den heer F. W. J. Barkey Wolf, secre
taris afd. tentoonstellingen van den
Amersfoortsclien Kunstkring.
In de zaal van Concordia was Zater
dagmiddag een groot gezelschap bijeen
ter gelegenheid van de opening van do
eere-tentoonstelling van schilderijen cn
etsen van Adolphe van Weezei Errens.
Zooals men weet was er een comité
samengesteld niet het doel een retro
spectieve tentoonstelling van het werk
van den zeventig-jarigen kunstenaar
mogelijk tc maken. De burgemeester
mr. J. C. Graaf van Randwyck voerde
liet eerst het woord en vertelde, dat de
aarzeling, die hij eerst ondervond, toen
hem verzocht werd een schilderijenten
toonstelling te openen, spoedig over
wonnen was, toen hij besefte, dat het
van Weezei Errens gold, die hier zoo
veel jaren gewerkt heeft als kunstenaar
en als tcckenleeraar hij het Middelbaar
Onderwijs. Hij schetste van Weezei Er
rens als een schilder van liet licht, die
om het licht in de natuur zoo te kun
nen weergeven, ook het innerlijke licht
moest bezitten. Spr. eindigde met den
heer van Weezei Errens hartelijk geluk
te wenschen met het bereiken van zijn
zeventigste levensjaar.
Dr. R. Miedema voelde zich temid
den van de schilderijen van v. Weezei
Errens als in zijn studeerkamer. Im
mers hij werkte het liefste en het beste
tc midden van de natuur en van de
mooie plekjes om Amersfoort, die van
Weezei Errens op zijn doeken heeft
weergegeven. Spr. trok vervolgens een
parallel tusschen het werk van zijn
vader, den beeldhouwer, en dat van
v. Weezei Errens. Beide waren wars ge
weest van experimenten en nieuwlich
terij, waardoor het wel eens den indruk
maakte, dat ze buiten hun tijd stonden.
Maar het zuivere en echte in hun
kunst, dat ze op hun wijze hadden
weergegeven, zal blijven leven, ondanks
andere richtingen, die zijn ingeslagen
en misschien thans ook wel weer ver
laten.
Met deze plechtigheid was de tentoon
stelling geopend. Wij geven hierbij
het woord aan onzen kunstverslagge
ver, na er hier nog op gewezen te heb
ben, dat de tentoonstelling ingevolge
vele verzoeken ook 's avonds geopend
zal zijn en wel op a.s. Dinsdag. Donder
dag, Vrijdag en Zaterdag van 810 uur.
Toen ik deze tentoonstelling bezich
tigde, ontmoette ik er ook een ecnvou
dig man, die met groote ambitie mij op
bepaalde stukken attent maakte. Hij
vertelde, dat bij weliswaar geen ver
stand van kunst had, maar de stelligt
overtuiging bij zich omdroeg, dat dit
werk in de verre toekomst nog zijn
grootsten room zou oogsten. Het bleek
mij dat deze genegenheid voor het werk
voortkwam' uit oude relatie's tot den
maker; in zijn jeugd, op de school, had
hij les gehad van den heer A. v. Wee-
zcl Errens. En over die lessen sprak hij
nog met onverzwakte geestdrift en be
wondering.
De man, die zulke duurzame gene
genheden bij de jeugd wekken kan.
dacht ik, moet iets in zich hebben, dat
misschien nog méér waard is dan het
maken van mooie dingen. Hij is extra
benijdenswaard, wanneer hij dit nog bo
vendien kan. Aldus de heer van Weezei
Errens, die niet alleen op onzichtbare
gevoelens, bij derden gewekt en ont
vonkt, met gerechtvaardigden trots
terug kan zien, maar hier zicht- en
tastbaar om zich heen heeft de vele
vruchten van een artistieke werkzaam
beid, die hij aan zijn lecraarshezigheid
heeft toegevoegd. Het één is voor hem
wellicht ondenkbaar geworden zonder
liet ander. Uit zijn scheppende bezig
beid putte hij troost en vernieuwd en
thousiasme zoo stel ik mij voor
in de uren, dat zijn docentschap hem
wel eens dor en steriel toescheen. En
do moeilijkheden die hij niet zijn leer
lingen tezamen had uit te knobelen,
zullen hem naast het permanent con
tact inet de jeugd ongetwoiXeid ook
A. van Weezei Errens
steund hebben in zijn scheppende werk
zaamheid.
Zoo wandelen wij dan langs deze
wanden, die spreken van jarenlang
zich bezinnen op de schoonheden die de
natuur, het bosch- en heidelandschap,
de hoornen en bloemen, de vennen en
moerassen, de boschpaden en de water
loopjes, de luchten daarboven met hun
wolken, de distribuanten van licht en
schaduw, de romantische schemeringen
en de nog romantischer maannachten,
in onuitputtelijken overvloed opleveren.
De vraag of dit werk een blijvende en
diepere waarde vertegenwoordigt, of zij
in het gebied der kunst nieuwe lichten
heeft ontstoken, verdwijnt achter de
zekerheid dat deze schilderijen stuk
voor stuk de uitkomst zijn van een on-
gebluschte liefde voor de natuur, een
meer of minder moeizaam worstelen
met de problemen van het vak. en den
toeschouwer iets van de louterende wer
king der natuur en de geestdrift voor
liet schoone ambacht vermogen over tc
brengen. Reeds uit 1906 dateert het
groote werk, hier op een eereplaats op
gesteld, dat de gouden medaille van dc
stad Lyon ontving, een inderdaad
respectabel kunnen vertegenwoordi
gend. Mij persoonlijk hebben de maan
landschappen het meest te zeggen ge
had, voorts het geschilderde ven (S) dat
mij aan Cornells Kuypers deed denken
(zonder dat van directen invloed te
spreken is) cn het kleine zondoorstoof-
de paneeltje (50) door een zandverstui
ving bij Kootwijk geïnspireerd, dat de
bezoeker misschien gemakkelijk voor
bij loopt, en dat ik daarom extra rele
veer. Éénmaal is dc schilder van zijn
gebruikelijke landschapskunst afgewe
ken, namelijk in het oorlogsjaar 'li of
'15, toen hij, geschokt door dc tragische
wereldramp, zich geroepen voelde een
Kruisiging af tc beelden op het oogen-
blik dat het laatste kruiswoord weer
klonk „Consummatum ect"! De donkere
toon waarin dit grootscheeps opgezette
werk is gebonden, is inderdaad wel in
stijl niet het tragische thema.
Overigens vestig ik speciaal de aan
dacht op de etspn die dc zeventigjarige
in den loep der jaren heeft gemaakt.
Persoonlijk stel ik menige ets boven
menige schilderij. Het is of dc speciale
stylistischo eischcn, die de etstechniek
stelt, zijn scheppende functie meerma
len hebben opgestuwd en versterkt. Hoe
hij het karakter van onze bodemvcgeta-
tie heeft bestudeerd en tot op het
hart gevolgd, blijkt uit vele etsen als
8-1 0
Officiëele opening van het nieuw betrokken school
gebouw „Huize Schutterhoef" te Leusden
Zaterdagmiddag heeft te Leusden de
officieelc opening plaats gehad van het
door dc studie- en werkgemeenschap
„Het Stichtsche Montessori Lyceum"
nieuw betrokken schoolgebouw, huize
Schut tershoef.
De voorzitter van do werkgemeen
schap, de heer B. A. V e r h e y sprak
het volgende openingswoord tot de vele
aanwezigen, waaronder wij opmerkten
mr. J. C. Graaf van Randwijck; den
lieer Monsma, hoofd O.L.S. te Leusden;
den heer de Jong, hoofd van de Utrecht
schc Montessorischool; mr. Meyer, voor
zitter der Ned. Montessorivcrceniging;
voorts afgevaardigden van het Kenne-
nier en Amsterdamschc Montessori Ly
ceum en de Bilthovcnsche Montessori
school.
Het openingswoord
„De bespreking, die een vijftiental
ouders in Juni van het jaar 1934 niet
mevrouw Montessori heeft mogen heb
ben, heeft de richting van de school
aangegeven.
Het waren hare denkbeelden over den
puberteitslceftijd, die wij zooveel moge
lijk verwerkelijken wilden.
In het kleine gebouw, dat wij zoo
juist verlaten hebben, was dit zeer
moeilijk, terwijl de leerplichtwet ook
verschillende banden aanlegde.
In dit nieuwe gebouw is de verwer
kelijking van hetgeen wij ons voorstel
den iets minder moeilijk, waarbij wij
ons wel bewust zijn, dat dit gebouw in
deze omgeving slechts de mogelijkheid
schept, doch dat de verwerkelijking
voor een groot deel zal afhangen van de
vraag hoe wij, leeraren en bestuur on
ze taak zullen opvatten.
Wat is nu onze bedoeling?
Wij zijn van mecning, dat het be
langrijkste wat de Montessori ons ge
bracht heeft niet is een beter en voor
onze kinderen prettiger onderwijs
systeem; wij ineenen, dat zelfs het be
grip opvoedings-systeem de grenzen te
nauw trekt, omdat deze opvoeding niet
het doel, doch het middel is om de
maatschappij in alle opzichten beter
toegeruste menschen af te leveren; vrije
nienschcn, die beseffen, dat ware vrij
heid slechts in gebondehheid kan be
staan.
Wij onderschrijven dus de groote ge
dachte van de Montessori, die de jeugd
indeelt in vier groepen, die elk hare
speciale gevoeligheid hebben voor
geestelijke indrukken.
liet zijn de groep der kleuters, die
ongeveer bij den zesjarigen leeftijd ein
digt, de groep der kinderen, die al naar
gelang de geaardheid van elk kind op
12- a li-jarigen leeftijd eindigt, de pu
berteitsjaren en de jeugd na de puber
teitsjaren.
Ik mag hier opmerken, dat het wen-
schelijk zou zijn, de kinderen tot den
puberteitsleeftijd op dc lagere school te
houden; in verband met de hier te lan
de ingeburgerde gewoonte de middel
bare opleiding op het 12e of 13e jaar te
doen beginnen, zoomede de wettelijke
moeilijkheden verbonden aan liet on
derwijzen van de vakken der lagere
klassen der middelbare school op de
lagere school, zal dit voorloopig niet
wel uitvoerbaar zijn.
Toch zullen wij er naar streven deze
moeilijkheid op te lossen.
In den kleuterleeftijd kan het door
de kinderen te verrichten werk nog
niet geheel geestelijk genoemd worden.
Het is de ontwikkeling der zintuigen,
die hier de belangrijke rol speelt, doch
als opzettelijke voorbereiding van het
geestelijk werk, dat daarop in den kin
derleeftijd volgen moet.
De opvoeding van de hierboven be
doelde leeftijden, was hier ter stede
reeds gcruinien tijd geleden aangevan
gen.
Voor hen, die door dc Monlessorie ge
geven denkbeelden naar waarde wisten
te schatten, was hot noodzakelijk den
opgenomen arbeid voor de heide oudste
groepen te vervolgen.
Zij beseffen de daaraan verbonden
mooi lij kheden ten zeerste.
Zij weten dat de Montessori deze kin
deren, juist in don tijd, dat zij van kind
tot mensch groeien, wil laten beseffen,
dat zij niet slechts schoolkinderen zijn,
doch dat zij later in de maatschappij
een taak te vervullen zullen krijgen.
Zij zullen deze taak zoo moeten zien,
dat zij aangewezen zullen zijn met an
deren samen te werken, dat ieder naar
vermogen zijn beste krachten aan de
gemeenschap zal moeten gevon en dat
de zinspreuk niet zal zijn: „ikzelf togen
allen", doch „wij tezamen voor de ge
meenschap".
Het zal moeilijk zijn in de school de
voorbereiding lot het leven in ie inent-
Wilgen (1, II en III), Beuken bij het
Uddelermeer, maar ook het Treeker
meertje, avond op de Heide etc. Mooi
van stemming zijn deze bladen en gaaf
van vvit-en-zwart-verdeeling. Wie zou
niet dat heerlijk intieme etsje willen
bezitten, Put hij Garderen. en is het zoo
vreemd om bij dat charmante brugje te
Yccnendaal de herinnering aan Van
Ostade te plaatsen?
Ik moet nog één opmerking maken,
die buiten de eigenlijke tentoonstellin
gen omgaat, maar er toch zeer veel
mee te maken heeft. Namelijk deze: is
liet niet gewenscht dat voortaan met
het arrangoeren van expositie's onder
ling eenig overleg plaats heeft? Hei
openen van niet minder dan drie ver
schillende tentoonstellingen op éénzelf
de tijdstip in deze gemeente kan niet
anders dan fnuikend werken op de be
langstelling, althans voor elk dezer ope
ningsplechtigheden. Het oude woord
„verdeel en heersch" mag ook hier toe
gepast, dunkt me.
C. A. SCHILP.
schappij zoo in te richten, dat het niet
in spel of geliefhebber ontaardt.
Nog moeilijker zal het zijn, de kin
deren in deze periode op dc juiste wij
ze tevens in contact met dc groote
maatschappij te brengen.
Het is echter ons voornemen aan de
oplossing van deze vragen onze krach
ten te geven.
Tot goed begrip meen ik hier aan te
moeten toevoegen, dat het niet de lie
doeling is dc wetenschappelijke oplei
ding in deze periode te verwaarioozen.
Deze behoort met het ander werk een
harmonisch geheel tc vormen.
Wanneer deze kinderen in de puber
teitsjaren zelf hun weg gevonden heb
ben, gesteund door hunne steeds op de
achtergrond blijvende leidsters en lei
ders, dan zullen degenen, die daartoe
aangelegd zijn in vlot tempo hun mid
delbare schooltijd kunnen beëindigen.
Doch ook do kinderen, die niet be
stemd zijn om aan de eindexamens deel
te nemen, zullen, zoo zij er ooit toe in
staat zijn, hier de opleiding vinden,
zich voor meer practische examens tc
bekwamen.
Hoewel wij daar nog niet aan toe
zijn, mag toch een blik geworpen wor
den op liet hooger onderwijs. Hoe be
geerlijk dit velen, die het niet kunnen
bereiken toeschijnt, heeft het studeeren
aan de hoogescholen en universiteiten
het nadeel, dat de studentenjaren bui
ten liet maatschappelijk verband staan.
Slechts degenen, die dit opzettelijk
zoeken, hebben contact met de groote
maatschappij, maar dan slechts in per
soonlijk contact van mensch tot mensch
cn niet werkend in dc maatschappij.
Deze jonge menschen komen veel Ie
laat aan hunne bestemming, wat in al
le opzichten te betreuren is.
Wanneer liet mogelijk zou zijn de
maatschappelijke werkzaamheid te
combineeren niet de studie dan zou een
belangrijke stap in dc goede richting
gezet zijn.
Wij hebben u uitgenoodigd hier tc
komen, niet omdat wij U wilden laten
zien wat wij prestoeren; wij hebben u
duidelijk willen maken, dat het hier
niet zoo zeer een school van middel
baar en voorbereidend hooger onder
wijs is, doch een levensschool, waarin
het hereiken van dc eindexamens voor
deze scholen tot een der mogelijkheden
behoort."
Spreker besloot met een Kort woord
tot de~ jeugdige leerlingen.
Hierna bracht de voorzitter van dc
N'cd. Montessori-vereeniging, M r.
Meijer, zijn gelukwenschcn tot het
bestuur. Hij acht het doelwit, nl. het
verkrijgen van vrijheid voor dc jeugd
en hot vormen van een sociale gemeen
schap, nooit te bereiken in het wette
lijke keurslijf Spreker is zich bewust,
dat het bestuur nog voor vele moeilijk
heden zal komen te staan, maar ook,
dat het deze zal oplossen door een zoe
ken langs weloverwogen lijnen en
daarmede zal bereiken wat mevrouw
Montessori nastreeft. Hij spreekt den
wensch uit, dat hier uit een kleine, een
groote gemeenschap groeien zal, want
ruimte en terrein zijn er voldoende. Mo
ge er, aldus besloot mr. Meijer, een
groei zijn in innerlijke vreugde cn ge
luk voor de ouders en dc kinderen en
deze school een steun zijn voor dc
jeugd, die daar zoozeer behoefte aan
heeft.
D r. R. van de Veld e, conrector
van 't Johan van Oldcnbai nevelt Gym
nasium alhier, gaat in gedachten terug
naar het „gymnasium" in de Athccn-
sche slaat, als een passende omgeving
waar de jeugd samenkwam, zij het, dat
toentertijd de jongelieden meer de sport
dan liet geestelijke beoefenden. Naast
deze uiterlijke overeenkomst, ziet spre
ker twee innerlijke overeenkomsten, nl.
harmonie en het maatschappelijke,
waarop de voorzitter reeds in zijn in
leiding gedoeld heeft.
In twee opzichten, aldus spreker,
heeft het Montessori liet „Gymnasium"
getroefd en wel met den leeftijd
reeds 3 jaar oud komt het kind soms
„onder het bewind" en verder, dat
ook meisjes op deze school mogen zijn,
wat in de Atheensche staat niet moge
lijk was. Dr. v. d. Velde wijst er ten
slotte op, dat deze school en het Johan
van Oldcnbarnevclt Gymnasium geen
concurrenten zijn, al komen beide langs
andere wegen tot ontplooiing van de
beste krachten. Hij wenscht de school
een tijd van bloei toe.
D r. H. J. E. B e t h, directeur van de
R.H.B.S. alhier, acht dc belangstelling
voor het onderwijs een lichtpunt in de
zen slechten tijd. Ook tie R.H.B.S. zal de
werkzaamheden van deze school met
belangstelling volgen.
De voorzitter dankte hi.'ma de spre
kers voor hun waardeerende woorden
en verheugt zich over de aanwezigheid
van de reeds bovengenoemde afgevaar
digden. Wel betreurt hij de afwezigheid
van de Inspecteurs van Middelbaar en
Lager Onderwijs. Tenslotte werd door
dc aanwezigen een rondganj? door den
tuin en het gebóuw gemaakt.
KAASMARKT
Aangevoerd werden 29 wagens, teza
men wegende 7250 Kg. Prijzen van 20
tot 23 per 50 Kg. Handel matig.
EXAMEN
Voor het examen Staatsinrichting
slaagde te Den Haag onze stadgenoot de
heer G. E. Boshuizen.
Ter gelegenheid van de her.
denking van het tien=
jarig bestaan
Gymnastiek van
goed gehalte
De uitvoering, waarmede de gymnas
tiekvereniging „Jonge Kracht" Zater
dagavond in liet nieuwe clubgebouw
der speeltuinverecniging „Het Soster-
kwarticr" haar tienjarig bestaan vier
de, was er één van gemoedelijkheid cn
eenvoud, maar ook een avond van goed
gehalte. Van gemoedelijkheid, omdat de
uitvoering gegeven word voor, we zou
den het willen noemen, één groot fami
liegezelschap. Want zoo zouden wij die
allen willen beschouwen, allen, of al
thans bijna allen, lid van bovengenoem
de speeltuinvereniging, waarvan „Jon
ge Kracht" een ondcrafdeeling is. Van
eenvoud, omdat de leider der gymnas
tiekvereniging, de heer O. v. Doorn,
bij geen der oefeningen te hoog gegre
pen had. En van goed gehalte, omdat
de leider, gebonden nis men is aan een
beperkt aantal gymnasten (alleen leden
der speeltuinvereniging kunnen als lid
toetreden), met deze kleine groep over
het algemeen buitengewoon goed werk
liet zien.
De avond werd geopend door den
voorzitter van „Jonge Kracht", den heer
M. J. Welter, die de aanwezigen hartelijk
welkom heette en daarna hot woord
gaf aan den voorzitter der speeltuinver-
eeniging, den heer K. P. Cornelissen.
Eén van onze kinderen, aldus spr., is
vandaag tien jaar geworden en hoewel
wegens financicelc omstandigheden dit
feit niet op feestelijke wijze herdacht
kan worden, hoopt spr. dezen avond
toch op een feestelijke stemming. Spr.
noemt dan eenige namen van leden, die
zich in de afgeloopcn tien jaar voor de
vcreeniging bijzonder verdienstelijk
maakten. Vervolgens deed hij een be
roep op dc ouders om hun kinderen
naar de gymnastiekvereniging te stu
ren. Spr. beslont met de jubileercnde
vereeniging op dezen avond veel succes
toe te wenschen.
Na den opmarsch, welke door dc zaal
naar bet toonocl ging, werd onder het
spelen van het turnlied de vaandel-
groet gebracht. Het bevreemdde ons in
hooge mate, dat geen der aanwezigen,
waaronder vooraanstaande leiders van
gymnastiekverenigingen, deze opening
op de juiste waarde wisten te schatten,
door zich van hun zetel te verheffen.
Het programma, dat vlot. afgewerkt
werd, ving aan met het zangspel
„Hansjc's droom in boschbesscnwoud"
voor meisjes en jongens van 610 jaar.
Hoewel aanvankelijk aarzelend, was het
een hijzonder aardige opvoering. De
vrije oefeningen voor dames waren meer
rhylhmisch dan gymnastisch, doch ook
hier weer een goede weergave. Het zou
ons te ver voeren alle nummers van
het programma afzonderlijk te hespre
ken. Laten we ons tot de hoofdlijnen
bepalen. Er w erden hier en daar kleine,
doch geenszins storende foutjes gemaakt
en we denken hier speciaal aan de vrije
oefening voor de jongens van 1016
jaar, terwijl hij dezelfde groep het lirug-
turnen goed belooft te worden, als do
leeftijd wat meer ernst brengt. Eenige
bijzonder mooie nummers waren de
knotsoefeningen der dames, welke na de
pauze op veelvuldig verzoek nog eens
herhaald moesten worden. Absoluut
.geruischloos" werd er met de knotsen
gewerkt cn ook de bewegingen waren
egelmatig. Het menuet voor de dames,
de dansjes door de meisjes, de rekoefc-
ningon van de. hecren, allen lieten ze
zien dat er flink gestudeerd was en dit
niet alleen, maar bovendien dat er wat
bereikt was. Ongetwijfeld kan „Jonge
Kracht" en tevens haar leider op ean
geslaagde uitvoering terugzien. Met een
gezellig hal, dat tot lang in den nacht
voortduurde, werd deze avond besloten.
ACCORDEON- EN MONDORGELCLUB
HET LEUSDERKWARTIER
Feestavond in „De Valk"
De accordeon- en mondorgelclub „Het
Leusderkwartier" heeft Zaterdag in de
groote zaal van „De Valk" een feest
avond gehouden, die goed bezocht was.
De heer M. van Es sprak een kort
openingswoord, waarin hij wees op on
gesteldheid van eenige medewerkers
aan liet feestprogramma, waardoor dit
een kleine wijziging moest ondergaan.
Op vlotte wijze werd daarna het pro
gramma. dat bestond in muziek van de
accordeonisten en de mondorgelclub,
alsmede tooneel, afgewerkt. Begrij
pelijk was het, dot al spoedig eert
prettige stemming in Dc Valk heersehte,
waaraan vooral wel de pittige muziek
debet was. Daarna werd nog langen tijd
gedanst, van eiken feestavond een on
misbaar slot!
Een avond, die volkomen aan zijn
doel beantwoord heeft.
U.S.O.-CONCERT IN TIVOLI
Op Woensdag 14 October a.s. heeft in
Tivoli te Utrecht het tweede abonne
mentsconcert door het U.S.O. onder lci-
ling van Henri van Goudoever plaats.
Medewerkenden zijn Julie de Stuers,
alt, en Henk Noort. tenor.
1. Symphonic VIII in b („Onvoltooi
de"), Franz Schubert.
2. „Das Lied von der Erde",
Gustav Mahler