De korting op Indische
pensioenen
DE TOESTAND IN HET
MIJNBEDRIJF
Minister contra
Volksraad
RAPPORT VAN MR.
VERSCHUUR
Lof voor technische
inrichting
UIT DE STAATSCOURANT
DE RAMP VAN DE
v. d. WYCK
TEGEN DEN TIJD
Globale korting 20%
2e BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 27 OCTOBER 1936
Mogelijkheden om de verlies
zen der mijnen weg te
werken
•s-GRAVENHAGE. 26 October. De mi-
uister van waterstaat heeft aan de
Tweede Kamer- doen toekomen een ver
kort uittreksel van het rapport van mr.
T. J. Verschuur, d.d. 17 September 1936,
in zake den toestand in den Neder-
landschen mijnbouw en de methoden
om daarin verbetering te brengen.
In zijn begeleidend schrijven wijst de
minister er op, dat sinds i7 September
1935 de toestand niet onbelangrijk is
gewijzigd en in verschillend opzicht
zich minder ongunstig laat aanzien,
waardoor verschillende opmerkingen in
het rapport thans niet meer ter zake
dienende zijn.
Zooals bekend, zijn onderhandelingen
tusschen de kolenconvcntie en den han
del gaande ter regeling van de distri
butie van steenkolen. De strekking van
het rapport van mr. Verschuur is, daar
in verbetering te brengen, zoodat ook
in dit opzicht de denkbeelden van bet
rapport door de feiten achterhaald zijn.
Hangende deze onderhandelingen
scheen publicatie van dit verkort uit
treksel minder gewenscht
Hoewel de regeering zich haar uitein
delijk oordeel omtrent de te nemen
maatregelen voorbehoudt, meent de
minister met het oog op de gedane toe
zegging, zich aan de toezending van dit
uittreksel niet. te mogen onttrekken.
Het eerste deel van het rapport is ge
wijd aan de voorgeschiedenis van het
conflict in de mijnen.
Vervolgens wordt een overzicht gege
ven van de economische beleekenis van
den mijnbouw voor ons land, waarbij
op de volgende twee feiten wordt ge-
.wezen:
Mr. T. J. Verschuur
le. het geen door de Nederlandsche
mijnen op concurreerende wijze wordt
geproduceerd, voorkomt, dat het jaar
lijks groeiende deficit op de betalings
balans nog grootcr wordt dan het
reeds is;
2e. meer in het bijzonder heeft de
mijnindustrie een zoodanige beteekenis
voor de provincie Limburg, dat dit
gewest bij verval van deze industrie ca-
lamiteus zou worden. In dit verband
wordt in het bijzonder gewezen op het
feif, dat op 31 December 1933 de mijn
werkersgezinnen 41 pet, van de bevol
king in de Limburgsche mijnstreek uit
maakten (tegen 43 pcL een jaar te vo
ren).
Ten aanzien van het effect der con-
tingenteering meent mr. Verschuur dat
aanvankelijk de kolenconventie belette
dat het geheele effect der contingentee-
ring aan de Nederlandsche mijnen ten
goede kwam. Haar bepalingen brach
ten immers mede, dat de Duitsche pro
ducenten konden medeprofiteeren van
elke verruiming van den afzet der mij
nen hier te lande, hetgeen dus de nood
zaak van verhooging van het Duitsche
contingent en daarmede ook van het
uit Engeland toe te laten quantum me
debracht.
Bij de vernieuwing der conventie
[voor het kol en jaar 1935/1936 is hieraan
een einde gekomen. Dit bracht een ver-
meerdere afzetmogelijkheid voor de
Limburgsche mijnen van 5S8.189 ton
mede.
Niettemin is bij de particuliere mij-
Ben sedert 1931 een gestadige achter
uitgang waar te nemen, terwijl in den
groei der Staatsmijnen sinds October
1934 eveneens een omkeer is gekomen.
Vervolgens worden uitvoerige be
schouwingen gewijd aan de loonen.
De groote prijsdaling der steenkolen
'dwong de mijnen tot een steeds verder
gaande rationalisatie, zoo zelfs, dat met
haar effect per man de Nederlandsche
mijnindustrie thans bovenaan staat. Dit
beteekent echter, bij een eenigszins ver
minderde productie, een belangrijke
achteruitgang in de werkgelegenheid en
wel in die mate, dat het aantal ver-
zuimdiensten in 1934 (naar schatting
700.000) belangrijk meer bedroeg dan
het aantal diensten, dat noodig zou zijn
geweest om de productie in dat jaar
op het peil van 1931 te handhaven (on
geveer 361.000 diensten), met andere
woorden, dat een opvoering van de
productie in 1034 tot het peil van 1931
had kunnen geschieden met een deeL
van de verzuimdienstcn van het aan
wezige personeel.
Ook dit jaar gaan de ontslagen nog
steeds voort. Er openbaart zich een
streven om het aantal arbeiders sneller
te verminderen dan het aantal dien
sten. Daarbij wordt men geleid door het
verlangen om zooveel mogelijk te ko
men tot een arbeidsweek yan ten min
ste 5 dagen, dus een arbeidsweek met
slechts een verzuimdienst.
Dit brengt in de mijnstreek een dui
delijke malaise teweeg.
In dit verband acht de rappor
teur het wenschelijk, dat, zoo
eenigszins mogelijk, achteruitgang
van het kolenverbruik langs den
weg van belasting van zware olie
wordt tegengegaan. Weliswaar is
slechts belasting van stookolie voor
de mijnen van belang, de dieselolie
zou evenwel, om douane-technische
redenen, ook onder deze maatregel
moeten worden betrokken.
Wat do economische zijde van het
loon betreft hierbij neemt de rapporteur
het fictieve weekloon zonder verzuim
dienstcn in beschouwing. Hij consta
teert, dat dit voor een houwer (den
meest representatieven goed ge
schoolden arbeider) in April 1935
inclusief kindertoeslag 33.1S en zon
der kindertoeslag 30.66 bedroeg. Hij
vergelijkt hiermede het normale week
loon van een geschoolden arbeider in
de metaalindustrie in een gemeente der
eerste klasse, dat 34.08 bedraagt.
Inwendiüe ioestand
der ondernemingen
Het onderzoek naar den inwendigen
toestand der particuliere mijnonderne
mingen werd ingesteld door ir. A. Groot
hof f, te Amersfoort, die op verzoek der
mijndirecteuren daarbij werd bijge
staan door den hoofdingenieur der mij
nen mr. dr. W. A. J. M. van Water
schoot van der Gracht.
Uit hun onderzoek concludeerden
de opstellers van het rapport dat
het de Limburgsche mijnindustrie,
en met name de particuliere mijnen,
slecht gaat.
Aan de mijnbouwinstallaties kan dit
niet worden geweten, daar de Limburg
sche mijnen tot de meest moderne in
richtingen op dit gebied mogen worden
gerekend.
Onze delfstofafzettingen nemen slechts
een middelmatige plaats in. Toch is de
qualiteit van het product, door zorgvul
dige nabehandeling, zoo goed, dat dit,
ondanks alle belemmeringen, een
markt kan vinden in het buitenland.
De productie per arbeider staat, in
vergelijking met de omliggende, gelijk
soortige mijndistricten, bovenaan.
De organisatie der mijnbouwonderne-
mingen is algemeen doelmatig.
Er bestaat in Limburg over het al
gemeen een veelbetere verhouding tus
schen bedrijfsleiders en arbeiders dan
in de omliggende landen in den regel
het geval is. Deze omstandigheid werpt
ook commercicele voordeelen af en
dient te worden gehandhaafd
Voorkomen dient nu te worden, 'dat
de mijnen, welke gedurende de afgeloo-
pen crisisjaren niet zijn beschermd te-J
gen de zeer harde en vaak door export
premies gesteunde buitenlandscho con
currentie, in het gedrang zouden
komen.
De stellers van het rapport gaan ver
volgens de verschillende maatregelen
na, waardoor het mogelijk zou zijn den
mijnbouw te hulp te komen en het
voortbestaan er van mogelijk te maken.
Onder deze punten noemen wij be
sparing op transportkosten.
Een van do meest voor de hand lig
gende middelen om den particulieren
mijnen tegemoet te komen, is gelegen
in verlaging der spoorwegvrachten, zoo
wel voor lange als korte afstanden (met
name tot aan de grens, in verband met
den export).
Wat betreft de wenschelijkheid van
een centrale verkoopsorganisatie wordt
opgemerkt, dat een centrale organisatie
eenige verlaging der verkoopkosten
mede kan brengen en een saneering
van den brandstoffenhandel zou kun
nen vergemakkelijken, doch men moet
de hierdoor te verkrijgen besparingen
niet overschatten.
Het wil den rapporteurs niet voorko
men, dat er op het oogenblik zulk een
concurrentiestrijd tusschen de mijnen
op de binnenlandsche markt bestaat,
dat een zoo drastische stap als een af
gedwongen centraal verkoopbureau ge
boden schijnt.
Hef distributieproces
Een bestudeering der cijfers gaf den
indruk, dat het door een beperking der
groothandels, en tusschenhandelsmar-
ges mogelijk zou zijn om, zonder ver
hooging der consumentenprijzen, de
verliezen voor do mijnen weg te
werken.
Om een beter inzicht in dit vraagstuk
te kunnen verkrijgen, werd aan dr. J.
A. Wever, te Tilburg, opgedragen om
een onderzoek naar het distributie-
vraagstuk in te stellen.
Aan de hand van dit rapport maakt
mr. Verschuur de volgende gevolgtrek
kingen.
De huidige zoogenaamde saneering
heeft het bezwaar, d$t zij door het be
lang der kleinhandelaren wordt be-
heerscht, waarmede de producenten
zich, ten gevolge der groote achterstal
lige schulden van den handel, solidair
voelen.
Dit moet principieel anders worden.
Men zal intusschen op dit oogenblik
zonder veel bezwaar het geheele sa
menstel van prijsregelingen, leverings
voorwaarden en uitsluitingen, klanten
bescherming en erkenningssysteem kun
nen dekken met de goedkeuring en de
medewerking van de overheid, slechts
zal op enkele wijzigingen moeten aan
gedrongen worden, waardoor het over-
heerschendc belang van de detaillisten
en andere handelaren plaats maakt
voor een iets bescheidener positie.
De rapporteur stelt derhalve voor
om van de conventie ende huis
brandcommissie te eischen, dat de
commissie voor den groothandel en
de detailhandelsmarge met resp. 50
pet, en 50 cent per ton (25 cent voor
eierkolen) worde verminderd. De
prijzen voor de mijnen en de impor
teurs zouden met de aldus vrijko
mende bedragen moeten worden
verhoogd.
De eenvoudigste oplossing is deze,
dat de prijzencommissies voortgaan
met de detailprijzen vast te stellen,
welke niet hooger mogen zijn dan
in 1935.
De marges worden niet afzonderlijk
bepaald, doch kunnen worden afgeleid
uit het verschil tusschen detailprijs en
den verhoogden verkoopprijs der mij
nen of importeurs.
Eventueel zou dan nog voor bepaalde
districten kunnen worden nagegaan, of
daar de prijzen voor den consument
niet kunnen worden verlaagd, dan wel
de winstmarge voor den detaillist ver
der kan worden ingekrompen.
DE FRIESCH-HOLLANDSCHE
REISVEREENIGING
's-GRAVENPIAGE, 26 October. De
Hooge Baad heeft heden arrest gewe
zen in het cassatieberoep van bestuurs
leden der Friesch-Hollandsche Reis-
vereeniging, die hebben terecht gestaan
voor liet kantongerecht te Sneek. Hun
was ten laste gelegd, dat zij zonder de
vereischte vergunning een geregelden
autobusdienst hebben geëxploiteerd
tusschen Leeuwarden over den Afsluit
dijk, Amsterdam en Den Haag naar
Rotterdam.
Wij brengen in herinnering, dat de
kantonrechter te Sneek do tenlasteleg
ging niet bewezen achtte, met name
niet. dat het vervoer geregeld ge
schiedde. De rechtbank te Leeuwarden
bevestigde dit vrijsprekend vonnis,
waartegen de officier van justitie cas
satie aanteekende, stellende, dat hier
een bedekt ontslag van rechtsvervol
ging aanwezig was. welk cassatiebe
roep werd bestreden door Mr. N. J.
Polak uit Groningen.
De Hooge Raad heeft, thans het cas
satieberoep niet ontvankelijk verklaard
Onderscheidingen
Bij Koninklijk Besluit van 23 Octo
ber is benoemd tot ridder in de Orde
van Oranje Nassau J. van den Heuvel
te Berghem, lid van het hoofdbestuur
van den Noord-Brabantschen Christe-
lijken Boerenbond.
Bij Koninklijk Besluit van 22 Octo
ber 1936, is verleend de eere-medaille
verbonden aan de Orde van Oranje
Nassau in goud aan J. G. Oremus, or
ganist van de Roomsch-Katholieke St.
Martinuskerk te Arnhem.
Generale thesaurie
Bij Koninklijk Besluit van 22 October
1936, is met ingang van 1 November
1936 aan H. J. de Boer op zijn verzoek
eervol ontslag verleend uit zijn betrek
king van commies bij het departement
van justitie en is bij met ingang van
denzelfden datum benoemd tot in
specteur bii de generale thesaurie van
het departement van financiën.
Directe belastingen
Bij Koninklijk Besluit van 22 October
1936, is met ingang van 1 Februari 1937
aan E. Bakker, ontvanger der directe
belastingen en accijnzen te Leek op
zijn verzoek eervol ontslag verleend uit
's Rijks dienst.
Is benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnzen te Onderden-
dam. A. L. Lievense. commies der di
recte belastingen, invoerrechten en ac
cijnzen ter inspectie der directe belas
tingen te Bergen op Zoom.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is de ontvanger der directe
belastingen, enz., J. E. Nieboer, ver
plaatst van de inspectie der directe be
lastingen te Rotterdam naar de in
spectie dier middelen te 's-Gravenhage.
Registratie en domeinen
Bij beschikking van den Minister
van Financiën is ingetrokken de ver
plaatsing naar het kantoor Leeuwar
den van den ontvanger der registratie
en domeinen W. van der Linde te
's-Hertogenbosch en is verplaatst de
ontvanger der registratie en domeinen
W. van der Linde van het kantoor
's Hertogenbosch naar het kantoor Bre
da, de ontvanger der registratie en do
meinen T. W. F. Passtoors van het
kantoor der registratie no. 1 en suc
cessierechten tc Maastricht naar het
kantoor der registratie en domeinen te
Groningen en de ontvanger der regis
tratie en domeinen A. S. Roem van
het kantoor Tiel naar het kantoor
Leeuwarden.
Landbouw
Bij beschikking van den minister
van landbouw en visscherij is, voor het
tijdvak van 19 October 1936 tot. 1 Octo
ber 1937, benoemd tot tijdelijk assis
tent aan de Landbouwhoogeschool te
Wageningen, Ir. W. Horsting, aldaar.
Bij beschikking van den Minister
van landbouw en visscherij is met in
gang van 1 November 1936 aan J. J-
Wessels te 's Heerenberg. op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend als lid
van de commissie van toezicht op de
Rijkslandbouwwinterschool te Winters
wijk. onder dankbetuiging voor de door
hem in deze functie bewezen diensten,
en is. met ingang van denzelMen ria-
tum, als zoodanig benoemd G. J. Heu-
sinkveld, te De Heurne (gem. Dinxper-
lo).
Raad van Arbeid
Bij beschikking van den Minister
van Sociale Zaken is benoemd tot werk
gever-lid van den Raad van Arbeid te
Leiden het plaatsvervangend werkge
ver-lid Ir. J. J. G. van Hoek te Leiden
en is benoemd tot plaatsvervangend
werkgever-lid van genoemden raad van
arbeid P. Boot Jr. to Leiderdorp.
Zulks in verband met het tusschen-
tijdsch uittreden van plaatsvervangend
werkgever-lid P. Boot Sr., vroeger te
Oegstgeest.
Oproep van het Dorus
Rijkersfonds
's-GRAVENHAGE, 26 October. Het
hoofdbestuur van het helden-der-zee
fonds „Dorus Rijkers" verzoekt plaat
sing van den volgenden oproep:
„Het is niet overdreven te zeggen,
dat heel Nederland is opgeschrikt door
de tijding van do verpletterende ramp
welke het K.P.M.-schip: „Van der
Wijck" heeft getroffen.
De berichten omtrent deze ramp be*
vingen ons niet alleen met innig me-
dedoogen met de omgekomen passa
giers en hun nagelaten betrekkingen,
maar ook met eerbiedige bewondering
voor den held Uytermerk, aan wicn
velen hun leven te danken hebben en
die als slachtoffer van zijn intens
plichtsgevoel is tcnondergegaan.
He sober verslag van de redding der
schipbreukelingen deed ons een zucht
van verlichting slaken, toen bleek, dat
15 Europecschc, 130 inlandscho passa
giers en de etat-major waren gered.
Het verslag zegt. dat behalve de be
manning der Dornier-vliegtuigen schit
terend reddingwerk is verricht door de
visschersbevolking van Dessa Bron-
dong. De assistent-resident van La-
mongan verzekert, dat zonder hun hulp
het aantal omgekomenen aanzienlijk
grooter geweest zou 4zijn. De prauwen
der inlanders Kaslibin, Troenoredjo,
Mardjiki en Modwie hebben 145 schip
breukelingen aan wal gebracht.
Het hoofdbestuur van het Dorus Rij
kers-fonds doet een beroep op de Ne
derlanders in het Moederland voor het
afzonderen van een kleine gave voor
de ai-mo visschers van de stille Dessa
Brondong.
Mochten de giften in belangrijke ma
te binnenvloeien, dan zal overwogen
worden om na aftrek van de te ver
doelen gelden een afzonderlijk fonds te
stichten voor de belooning en aanmoe
diging van redders bij scheepsrampen
in Indië.
Het hoofdbestuur van het Dorus Rij-
kerfcrfonds venvacht, dat even spon
taan als de leden der Kamer van Af
gevaardigden van Uruguay na de
ramp van de „Principessa Mafalda",
Welker schipbreukelingen onder leiding
van kapitein Smolenaars zijn gered,
onderling 1274.bijeenbrachten voor
de Nederlandsche redders in steun bij
het D.R.-fonds, en de Nederlanders, te
Buenos Aires 570.hiervoor inza
melden. thans het Nederlandsche volk
een flink bedrag zal geven voor de
Javaansclie redders to Brondong.
Zij. die onze pogingen willen steunen
met een geldelijke bijdrage worden
verzocht hiervan tc doen blijken aan
het adres van het secretariaat D.R.-
fonds, Koninginnegracht 90, Den Haag,
onder motto: „Ramp Van der Wijck"
of „Redders te Brondong". Het post-
gironummer is: 21602, Den Haag".
Het jongste gedicht van
A. Roland Holst
Wij citeerden uit het October-nummer
van Groot-Nederland onlangs een in
drukwekkend vers van A. Roland
H ol s t tegen den geest dezer eeuw.
Ditzelfde vers geeft den criticus D. A.
M. Binnendijk in De Groene aanlei
ding tot de volgende opmerkingen.
„Hoe verontrustend de tijden gewor
den zijn, doet zich eerst duidelijk ge
voelen, nu ook zij, die jaren en jaren
lang „terzij de horde" hebben geleefd,
zonder zich ernstig om samenleving of
politiek te bekommeren, nu ook de
dichters zich, blijkbaar bewust van hun
intellectueelen noodtoestand, in genoot
schappen van geestelijke weerbaarheid
en in anti-fascistische vereenigingen
gaan organiseeren. Het romantische le
ven der bohémiens uit de vorige en het
begin van deze eeuw gold weliswaar
reeds lang als een verouderde bestaans
wijze van aanstellerige derderangs-
kunstenaars, maar de eenzame droo-
mer, de dichter in zijn ivoren to
ren, was nog tot voor korten tijd
een artistiek levensbeeld, dat bui
tenstaanders en leeken lief gekregen
hadden. Wanneer de jongere en jongste
schrijvers zich al niet in pacifistische,
anti-fascistische of positïef-politieke
bonden hebben aaneengesloten, gaat
toch tegenwoordig hun belangstelling
met grooter intensiteit uit naar de le
vens- en maatschappijverschijnselen, die
niet in strikten zin hun eigen kunste
naarsbedrijvigheid raken. Nog opmerke
lijker en treffender dunkt het mij ech
ter, dat oudere dichters hun stem in de
ze tijden laten klinken tegen den geest
der eeuw, ter verdediging van de waar
den der vrijheid en onafhankelijkheid
van hen, die. geacht worden in de eerste
plaats de cultuur van volk en vaderland
te vertegenwoordigen. De hordegeest,
het dwingend en afgericht rhythmc der
„gedrilde drommen", het „bevolen op-
marcheeren", al het de dommen im
poneerend, rumoer der zinledige luid
ruchtigheid, hebben zelfs een zoo van
politiek leven en maatschappelijk lot
afzijdige als den dichter A. Roland Holst
bezield om in een van smartelijke, be-
heerschte, koninklijke verontwaardiging
en zelfvertrouwen getuigend gedicht
„Een dichter van thans" (Groot Neder
land, October 1936) vermanend, doch
vrij van elk rhetorisch middel, te herin
neren aan de waardigheid van den dich
ter. die, luisterend naar de „verre stem"
en het licht van de „iile glinster" bewa
rend. dient te beseffen wat hij caat ver
liezen en moet bfgVhorm°n wat hem van
oudsher als een -rmderscheiding is toe
vertrouwd."
Onlangs haalden wij uit De Groene
een sarcastisch stukje van Mcrkelhaeh
aan tegen de nlannen van luitenant-ko
lonel b.d. A. Captiin om een monument
door hem persoonlijk ontworpen ge
sticht te krijgen bij fort Honswijk. De
heer Captiin heeft echter de vorige week
meegedeeld dat op zijn voorstel een
prijsvraag zal worden uitgeschreven.
Handhaving der voorstel»
len, zij het met eenige
wijziging
Aan dc memorie van antwoord op
het wetsontwerp inzake de herbereke
ning van d(f Indische pensioenen wordt
het volgende ontleend:
Bij de behandeling van het wetsont
werp, dat leidde tot de wet van 30 De
cember 1935 waarbij de op de Indische
pensioenen toegepaste korting tot 1 Ja
nuari 1937 werd verlengd, gaf de minis
ter van koloniën uitdrukking aan de
hoop, dat hij met voorlichting van een
daartoe door hem in te stellen commis
sie er in zou slagen een wetsontwerp
tot vervanging van do huidige kortings
regeling door een meer bevredigende
regeling, gaande in de richting van nor
malisatie dezer pensioenen, tijdig ge
reed te hebben voor behandeling in dc
zomerzitting van den Volksraad.
Op 21 September werd èen wetsont
werp bij den volksraad ingediend, en
in zijn vergadering van S October d.a.v.
heeft het college zich met 30 tegen 10
stemmen tegen dc tijdens de schrifte
lijke behandeling door de regeering ge
amendeerde voorstellen uitgesproken.
Uit de gehouden beraadslagingen
blijkt, dat deze stemming in 6terkc ma
te onder den invloed heeft gestaan van
den veranderden monctairen toestand
en de vrees, dat de daarvan verwachte
stijging van de kosten van levensonder
houd de gepensionneerden, wier pen
sioen voor verdere vermindering in
aanmerking zou komen, in moeilijke
omstandigheden zou brengen.
Met de Indische regecring stelt de
minister zich te dezer zake op het stand
punt, dat, indien de waardeverminde
ring van den gulden ten opzichte van
het goud de kosten van levensonder
houd zoodanig zou opvoeren, dat een
verhooging van door crisiskortingen en
herzieningen getroffen salarissen cn
pensioenen niet kan uitblijven, deze
verhooging ten aanzien van de pen
sioenen onmogelijk op billijke wijze te
regelen is, wanneer daaraan niet is
voorafgegaan ee,n nivelleering van het
pensioènpeil door opheffing of verklei
ning van de zeer groote tegenstellingen,
welke de Indische pensioenen, genoten
door personen, die gelijke of gelijk
waardige betrekkingen In 's lands
dienst "hebben bekleed, thans te zien
geven.
Handhaving der voorstellen
Waar deze nivelleering, naast behoud
van de door de huidige korting verkre
gen besparing op den Indischen pen-
siocnslast, de hoofdstrekking van het
wetsontwerp is, acht de minister zich
verplicht, ondanks het afwijzend advies
van den Volksraad, do onderhavige
voorstellen in hoofdzaak te handhaven.
Dat het financieel motief nog onver
zwakt van kracht blijft, behoeft zijns
inziens geen breedvoerig betoog. Ook al
mocht de verwachting van de voorstan
ders van depreciatie onzer geldccnhcid
uitkomen, dat Indië daarvan zoowel fi
nancieel als economisch groot voordeel
zal plukken, dan is een blik op den
uitermate verzwakten staat, waarin de
Indische financiën als gevolg van de
crisis zijn geraakt, voldoende om er
zich van te doordringen, dat een niet
door de omstandigheden dwingend voor
geschreven uitzetting van de uitgaven
boven het door de bezuinigings- en ver-
soberingspolitiek met zooveel inspan
ning en moeite bereikte peil ernstige
gevaren zou opleveren voor het herstel
van het begrootingsevenwicht.
De minister acht het dan ook zon
der meer duidelijk, dat de reeds ver
kregen besparing op de pensioen
uitgaven niet mag worden prijsge
geven. Dit vooropgesteld, gaat het
er thans alleen om dezen op de ge
pensionneerden gelegden last op
rechtvaardiger wijze te verdoelen
dan thans geschiedt.
De bezwaren tegen de vigeerende re
geling, welke alle pensioenen, ongeacht
de groote onderlinge verschillen, ver
hand houdende met het tijdstip van
pensionneering als anderzins. over één
kam scheert, zijn genoegzaam bekend.
Met de wijze, waarop de commissie
voorstelt aan deze bezwaren tegemoet
te komen, kan de minister zich in het
algemeen zeer wel vereenigen. Al maakt
de ingewikkeldheid van het vraagstuk,
hetwelk om administratieve redenen
niet anders dan op globale wijze kan
worden opgelost, het. niet mogelijk om
alle ongelijkheden volledig op te hef
fen, een zeer groote verbetering zal
reeds worden bereikt met een regeling
als door dc commissie voorgesteld, wel
ke de uiteenloopende pensioenen aan
bekleeders van gelijke of gelijkwaardige
betrekkingen toegekend, zooveel moge
lijk naar elkaar toebuigt, daarbij uit
gaande van een logische vergel ij kings-
basis: het pen6ioenpeil, dat aan de
trans in dienst zijnde generatic van
landsdienaren in uitzicht is gesteld.
Sluit dit in, dat de nieuwe pensioenen
onaangetast blijven, ten aanzien van
sommige nieuwe pensioenen maakt de
commissie op dezen regel een uitzonde
ring.
De minister heeft echter besloten de
ze uitzondering niet over te nemen, in
verband waarmede de te dezer zake aan
den volksraad in uitzicht gestolde wij
ziging in het ontwerp is aangebracht.
Merkelbach brengt in antwoord daarop
een eere-saluut aan den heer C. „Beter
tpn halve gekeerd dan ten heele ge
dwaald."
E.
Zoo is thans bepaald, dat alle op den
nieuwen voet toegekende en toe te ken
nen pensioenen zullen zijn vrijgesteld
van herberekening, waartegenover als
consequentie i6 gesteld, dat de oude
pensioenen door de herberekening niet
beneden do nieuwe pensioenen mogen
dalen, Dc hieraan verbonden ad
ministratieve bezwaren, daarin be
staande, dat een groot aantal pensioe
nen uit dc periode 1925—1934 stuk voor
stuk in beschouwing moeten worden ge
nomen, een omstandigheid, welke aan
vankelijk na een oplossing in vorenbe-
doclden zin in den weg stond, zijn na
ingesteld onderzoek niet onoverkomelijk
gebleken.
De kinderaftrek
De door vele leden in don Volksraad
aangevoerde bezwaren tegen het doen
vervallen van tien bij dc huidige pen
sioenkorting toegepasten kinderaftrek
hebben den minister aanleiding gege
ven dit punt te overwegen.
De minister is bereid aan de gepen
sionneerden, die door de herberekening
in pensioeninkomsten achteruitgaan,
nog gedurende twee jaren een speciale
tegemoetkoming voor schoolgaande kin
deren, te verzekeren. Een uitzondering
meent hij eohter te mogen maken voor
pensioenen van 6000 en meer, omdat
zij, die deze pensioenen genieten, niet
geacht kunnen worden aan dc bedoel
de tegemoetkoming bepaaldelijk behoef
te te hebben.
De suggestie van de commissie om
de militaire gagementen en pensioenen
van voor 1 Januari 1920 gelijk te maken
met die van 1920 wordt door den mi
nister gaarne aanvaard.
De commissie raamde dc opbrengst
der herberekening op 9.100.000. Hier
van dient thans in mindering te worden
gebracht 400.000 voor de integrale vrij
stelling der nieuwe pensioenen,
600.000 voor den kindertoeslag,
700.000 voor de gelijkstelling der oud
militairen en 70.000 voor de ophef
fing van dc door de commissie in alinea
11 van haar verslag besproken ongelijk
heid in de verplichte bijdrage voor ge
zinspensioen tusschen gepensionneerde
officieren en onderluitenants eenerzijds
en alle andere gepensionneerden ander
zijds, waarin afzonderlijk zal worden
voorzien. Aldus zal uiteindelijk de be
sparing rond 7.300.000 bedragen, dus
minder dan de huidige regeling aan be
sparing oplevert 7.700.()00).
liet systeem van herberekening komt
in hoofdzaak hierop neer, dat dc pen
sioenen, welke hooger zijn dan de over
eenkomstige pensioenen, zooals deze
voortaan op grond van dc herziene" bo-
zoldigings- cn pensioenregelingen zul
len worden toegekend, tot dit peil wor
den teruggebracht, behoudens dat de
vermindering in het algemeen niet
meer zal bedragen dan 20 pet. en alleen
voor exceptioneele gevallen tot 25 pet.
kan gaan. De pensioenen, welke op of
heneden dit niveau liggen, zullen on
aangetast blijven.
Dc herberekening naar dezen grond
slag geschiedt voor de .grootste groep,
de pensioenen uit de periode 1925193i,
door vergelijking van het in de laatst
bekleede betrekking bereikbare maxi
mum-pensioen volgens de vroegere en
de huidige regelingen.
Een individueel c herberekening is
voor deze groep practisch onuitvoerbaar
en ook onnoodig, daar de verhouding
tusschen de maximum-pensioenen ook
voor de pensioenen bij minder dienst
tijd dan voor het bereiken van het ma
ximum vereischt is. dc verschillen tus
schen het oude en het nieuwe peil bij
benadering juist weergeeft,
Voor de pensioenen van voor 1925 is
een herberekening op individueele ba
sis minder bezwaarlijk. Deze pensioe
nen worden zoo noodig verminderd tot
de bedragen, welke na herberekening
op vorenbedoelden voet toegekend zou
den zijn bij toepassing van de op 1 Fe
bruari 1925 van kracht zijnde regelin
gen.
Het aangenomen beginsel geldt zoo
wel voor de burgerlijke als voor de mi
litaire pensioenen, met dien verstande,
dat voor beide groepen, waar zij in aard
verschillen, afzonderlijke bepalingen
zijn ontworpen.
Als gevolg van een en ander zal
het meerendeel der pensioenen een
vermindering ondergaan van 20 pet.
omdat zij 20 pet. of meer liggen bo
ven het huidige pensioenpcil, ter
wijl een relatief klein aantal pen
sionen uit de periode 19251934 en
een groot aantal pensioenen van
voor 1925, met minder dan 20 pet,
of in het geheel niet worden ver
minderd. Ttot deze laatste categorie
behooren de meeste inlandsche pen-
ensioencn vap voor 1925.
E. E. G. VAN DER VEN
Op 12 November hoopt de schilder
E, E. G. van der Ven te Laren zijn
zeventigsten verjaardag te vieren. Het
grootste gedeelte van zijn kunstenaars
loopbaan heeft hij in die gemeente
doorgebracht met het schilderen van
bloemen en landschappen in het Gooi.
Enkele oude vrienden van den kun
stenaar hebben het initiatief genomen
tot vorming van een commissie, in
samenwerking met do Vereeniging van
beeldende kunstenaar Laren-Blaricum
Het ligt in het voornemen gelden bij
een te brengen, die besteed zullen wor
den om de kosten te bestrijden, verbon
den aan een eere-tentoonstelling en om
zoo mogelijk een werk aan te koopen,
teneinde dit af te staan aan de ge
meente Laren ter plaatsing in het te
stichten museum aldaar. De huldiging
zal tegelijk geschieden met de opening
van de tentoonstelling op 12 November
in de kunstzalen van hotel Hamdorff.
G. DELWEL f
Zondagavond is te Wassenaar over
leden de heer G. Delwei. directeur van
de N.y. Uitgevers Mij. v.h. G. Delwei.