De korting op Indische pensioenen DE TOESTAND IN HET MIJNBEDRIJF Minister contra Volksraad RAPPORT VAN MR. VERSCHUUR Lof voor technische inrichting UIT DE STAATSCOURANT DE RAMP VAN DE v. d. WYCK TEGEN DEN TIJD Globale korting 20% 2e BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 27 OCTOBER 1936 Mogelijkheden om de verlies zen der mijnen weg te werken •s-GRAVENHAGE. 26 October. De mi- uister van waterstaat heeft aan de Tweede Kamer- doen toekomen een ver kort uittreksel van het rapport van mr. T. J. Verschuur, d.d. 17 September 1936, in zake den toestand in den Neder- landschen mijnbouw en de methoden om daarin verbetering te brengen. In zijn begeleidend schrijven wijst de minister er op, dat sinds i7 September 1935 de toestand niet onbelangrijk is gewijzigd en in verschillend opzicht zich minder ongunstig laat aanzien, waardoor verschillende opmerkingen in het rapport thans niet meer ter zake dienende zijn. Zooals bekend, zijn onderhandelingen tusschen de kolenconvcntie en den han del gaande ter regeling van de distri butie van steenkolen. De strekking van het rapport van mr. Verschuur is, daar in verbetering te brengen, zoodat ook in dit opzicht de denkbeelden van bet rapport door de feiten achterhaald zijn. Hangende deze onderhandelingen scheen publicatie van dit verkort uit treksel minder gewenscht Hoewel de regeering zich haar uitein delijk oordeel omtrent de te nemen maatregelen voorbehoudt, meent de minister met het oog op de gedane toe zegging, zich aan de toezending van dit uittreksel niet. te mogen onttrekken. Het eerste deel van het rapport is ge wijd aan de voorgeschiedenis van het conflict in de mijnen. Vervolgens wordt een overzicht gege ven van de economische beleekenis van den mijnbouw voor ons land, waarbij op de volgende twee feiten wordt ge- .wezen: Mr. T. J. Verschuur le. het geen door de Nederlandsche mijnen op concurreerende wijze wordt geproduceerd, voorkomt, dat het jaar lijks groeiende deficit op de betalings balans nog grootcr wordt dan het reeds is; 2e. meer in het bijzonder heeft de mijnindustrie een zoodanige beteekenis voor de provincie Limburg, dat dit gewest bij verval van deze industrie ca- lamiteus zou worden. In dit verband wordt in het bijzonder gewezen op het feif, dat op 31 December 1933 de mijn werkersgezinnen 41 pet, van de bevol king in de Limburgsche mijnstreek uit maakten (tegen 43 pcL een jaar te vo ren). Ten aanzien van het effect der con- tingenteering meent mr. Verschuur dat aanvankelijk de kolenconventie belette dat het geheele effect der contingentee- ring aan de Nederlandsche mijnen ten goede kwam. Haar bepalingen brach ten immers mede, dat de Duitsche pro ducenten konden medeprofiteeren van elke verruiming van den afzet der mij nen hier te lande, hetgeen dus de nood zaak van verhooging van het Duitsche contingent en daarmede ook van het uit Engeland toe te laten quantum me debracht. Bij de vernieuwing der conventie [voor het kol en jaar 1935/1936 is hieraan een einde gekomen. Dit bracht een ver- meerdere afzetmogelijkheid voor de Limburgsche mijnen van 5S8.189 ton mede. Niettemin is bij de particuliere mij- Ben sedert 1931 een gestadige achter uitgang waar te nemen, terwijl in den groei der Staatsmijnen sinds October 1934 eveneens een omkeer is gekomen. Vervolgens worden uitvoerige be schouwingen gewijd aan de loonen. De groote prijsdaling der steenkolen 'dwong de mijnen tot een steeds verder gaande rationalisatie, zoo zelfs, dat met haar effect per man de Nederlandsche mijnindustrie thans bovenaan staat. Dit beteekent echter, bij een eenigszins ver minderde productie, een belangrijke achteruitgang in de werkgelegenheid en wel in die mate, dat het aantal ver- zuimdiensten in 1934 (naar schatting 700.000) belangrijk meer bedroeg dan het aantal diensten, dat noodig zou zijn geweest om de productie in dat jaar op het peil van 1931 te handhaven (on geveer 361.000 diensten), met andere woorden, dat een opvoering van de productie in 1034 tot het peil van 1931 had kunnen geschieden met een deeL van de verzuimdienstcn van het aan wezige personeel. Ook dit jaar gaan de ontslagen nog steeds voort. Er openbaart zich een streven om het aantal arbeiders sneller te verminderen dan het aantal dien sten. Daarbij wordt men geleid door het verlangen om zooveel mogelijk te ko men tot een arbeidsweek yan ten min ste 5 dagen, dus een arbeidsweek met slechts een verzuimdienst. Dit brengt in de mijnstreek een dui delijke malaise teweeg. In dit verband acht de rappor teur het wenschelijk, dat, zoo eenigszins mogelijk, achteruitgang van het kolenverbruik langs den weg van belasting van zware olie wordt tegengegaan. Weliswaar is slechts belasting van stookolie voor de mijnen van belang, de dieselolie zou evenwel, om douane-technische redenen, ook onder deze maatregel moeten worden betrokken. Wat do economische zijde van het loon betreft hierbij neemt de rapporteur het fictieve weekloon zonder verzuim dienstcn in beschouwing. Hij consta teert, dat dit voor een houwer (den meest representatieven goed ge schoolden arbeider) in April 1935 inclusief kindertoeslag 33.1S en zon der kindertoeslag 30.66 bedroeg. Hij vergelijkt hiermede het normale week loon van een geschoolden arbeider in de metaalindustrie in een gemeente der eerste klasse, dat 34.08 bedraagt. Inwendiüe ioestand der ondernemingen Het onderzoek naar den inwendigen toestand der particuliere mijnonderne mingen werd ingesteld door ir. A. Groot hof f, te Amersfoort, die op verzoek der mijndirecteuren daarbij werd bijge staan door den hoofdingenieur der mij nen mr. dr. W. A. J. M. van Water schoot van der Gracht. Uit hun onderzoek concludeerden de opstellers van het rapport dat het de Limburgsche mijnindustrie, en met name de particuliere mijnen, slecht gaat. Aan de mijnbouwinstallaties kan dit niet worden geweten, daar de Limburg sche mijnen tot de meest moderne in richtingen op dit gebied mogen worden gerekend. Onze delfstofafzettingen nemen slechts een middelmatige plaats in. Toch is de qualiteit van het product, door zorgvul dige nabehandeling, zoo goed, dat dit, ondanks alle belemmeringen, een markt kan vinden in het buitenland. De productie per arbeider staat, in vergelijking met de omliggende, gelijk soortige mijndistricten, bovenaan. De organisatie der mijnbouwonderne- mingen is algemeen doelmatig. Er bestaat in Limburg over het al gemeen een veelbetere verhouding tus schen bedrijfsleiders en arbeiders dan in de omliggende landen in den regel het geval is. Deze omstandigheid werpt ook commercicele voordeelen af en dient te worden gehandhaafd Voorkomen dient nu te worden, 'dat de mijnen, welke gedurende de afgeloo- pen crisisjaren niet zijn beschermd te-J gen de zeer harde en vaak door export premies gesteunde buitenlandscho con currentie, in het gedrang zouden komen. De stellers van het rapport gaan ver volgens de verschillende maatregelen na, waardoor het mogelijk zou zijn den mijnbouw te hulp te komen en het voortbestaan er van mogelijk te maken. Onder deze punten noemen wij be sparing op transportkosten. Een van do meest voor de hand lig gende middelen om den particulieren mijnen tegemoet te komen, is gelegen in verlaging der spoorwegvrachten, zoo wel voor lange als korte afstanden (met name tot aan de grens, in verband met den export). Wat betreft de wenschelijkheid van een centrale verkoopsorganisatie wordt opgemerkt, dat een centrale organisatie eenige verlaging der verkoopkosten mede kan brengen en een saneering van den brandstoffenhandel zou kun nen vergemakkelijken, doch men moet de hierdoor te verkrijgen besparingen niet overschatten. Het wil den rapporteurs niet voorko men, dat er op het oogenblik zulk een concurrentiestrijd tusschen de mijnen op de binnenlandsche markt bestaat, dat een zoo drastische stap als een af gedwongen centraal verkoopbureau ge boden schijnt. Hef distributieproces Een bestudeering der cijfers gaf den indruk, dat het door een beperking der groothandels, en tusschenhandelsmar- ges mogelijk zou zijn om, zonder ver hooging der consumentenprijzen, de verliezen voor do mijnen weg te werken. Om een beter inzicht in dit vraagstuk te kunnen verkrijgen, werd aan dr. J. A. Wever, te Tilburg, opgedragen om een onderzoek naar het distributie- vraagstuk in te stellen. Aan de hand van dit rapport maakt mr. Verschuur de volgende gevolgtrek kingen. De huidige zoogenaamde saneering heeft het bezwaar, d$t zij door het be lang der kleinhandelaren wordt be- heerscht, waarmede de producenten zich, ten gevolge der groote achterstal lige schulden van den handel, solidair voelen. Dit moet principieel anders worden. Men zal intusschen op dit oogenblik zonder veel bezwaar het geheele sa menstel van prijsregelingen, leverings voorwaarden en uitsluitingen, klanten bescherming en erkenningssysteem kun nen dekken met de goedkeuring en de medewerking van de overheid, slechts zal op enkele wijzigingen moeten aan gedrongen worden, waardoor het over- heerschendc belang van de detaillisten en andere handelaren plaats maakt voor een iets bescheidener positie. De rapporteur stelt derhalve voor om van de conventie ende huis brandcommissie te eischen, dat de commissie voor den groothandel en de detailhandelsmarge met resp. 50 pet, en 50 cent per ton (25 cent voor eierkolen) worde verminderd. De prijzen voor de mijnen en de impor teurs zouden met de aldus vrijko mende bedragen moeten worden verhoogd. De eenvoudigste oplossing is deze, dat de prijzencommissies voortgaan met de detailprijzen vast te stellen, welke niet hooger mogen zijn dan in 1935. De marges worden niet afzonderlijk bepaald, doch kunnen worden afgeleid uit het verschil tusschen detailprijs en den verhoogden verkoopprijs der mij nen of importeurs. Eventueel zou dan nog voor bepaalde districten kunnen worden nagegaan, of daar de prijzen voor den consument niet kunnen worden verlaagd, dan wel de winstmarge voor den detaillist ver der kan worden ingekrompen. DE FRIESCH-HOLLANDSCHE REISVEREENIGING 's-GRAVENPIAGE, 26 October. De Hooge Baad heeft heden arrest gewe zen in het cassatieberoep van bestuurs leden der Friesch-Hollandsche Reis- vereeniging, die hebben terecht gestaan voor liet kantongerecht te Sneek. Hun was ten laste gelegd, dat zij zonder de vereischte vergunning een geregelden autobusdienst hebben geëxploiteerd tusschen Leeuwarden over den Afsluit dijk, Amsterdam en Den Haag naar Rotterdam. Wij brengen in herinnering, dat de kantonrechter te Sneek do tenlasteleg ging niet bewezen achtte, met name niet. dat het vervoer geregeld ge schiedde. De rechtbank te Leeuwarden bevestigde dit vrijsprekend vonnis, waartegen de officier van justitie cas satie aanteekende, stellende, dat hier een bedekt ontslag van rechtsvervol ging aanwezig was. welk cassatiebe roep werd bestreden door Mr. N. J. Polak uit Groningen. De Hooge Raad heeft, thans het cas satieberoep niet ontvankelijk verklaard Onderscheidingen Bij Koninklijk Besluit van 23 Octo ber is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau J. van den Heuvel te Berghem, lid van het hoofdbestuur van den Noord-Brabantschen Christe- lijken Boerenbond. Bij Koninklijk Besluit van 22 Octo ber 1936, is verleend de eere-medaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau in goud aan J. G. Oremus, or ganist van de Roomsch-Katholieke St. Martinuskerk te Arnhem. Generale thesaurie Bij Koninklijk Besluit van 22 October 1936, is met ingang van 1 November 1936 aan H. J. de Boer op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit zijn betrek king van commies bij het departement van justitie en is bij met ingang van denzelfden datum benoemd tot in specteur bii de generale thesaurie van het departement van financiën. Directe belastingen Bij Koninklijk Besluit van 22 October 1936, is met ingang van 1 Februari 1937 aan E. Bakker, ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Leek op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit 's Rijks dienst. Is benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Onderden- dam. A. L. Lievense. commies der di recte belastingen, invoerrechten en ac cijnzen ter inspectie der directe belas tingen te Bergen op Zoom. Bij beschikking van den Minister van Financiën is de ontvanger der directe belastingen, enz., J. E. Nieboer, ver plaatst van de inspectie der directe be lastingen te Rotterdam naar de in spectie dier middelen te 's-Gravenhage. Registratie en domeinen Bij beschikking van den Minister van Financiën is ingetrokken de ver plaatsing naar het kantoor Leeuwar den van den ontvanger der registratie en domeinen W. van der Linde te 's-Hertogenbosch en is verplaatst de ontvanger der registratie en domeinen W. van der Linde van het kantoor 's Hertogenbosch naar het kantoor Bre da, de ontvanger der registratie en do meinen T. W. F. Passtoors van het kantoor der registratie no. 1 en suc cessierechten tc Maastricht naar het kantoor der registratie en domeinen te Groningen en de ontvanger der regis tratie en domeinen A. S. Roem van het kantoor Tiel naar het kantoor Leeuwarden. Landbouw Bij beschikking van den minister van landbouw en visscherij is, voor het tijdvak van 19 October 1936 tot. 1 Octo ber 1937, benoemd tot tijdelijk assis tent aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen, Ir. W. Horsting, aldaar. Bij beschikking van den Minister van landbouw en visscherij is met in gang van 1 November 1936 aan J. J- Wessels te 's Heerenberg. op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als lid van de commissie van toezicht op de Rijkslandbouwwinterschool te Winters wijk. onder dankbetuiging voor de door hem in deze functie bewezen diensten, en is. met ingang van denzelMen ria- tum, als zoodanig benoemd G. J. Heu- sinkveld, te De Heurne (gem. Dinxper- lo). Raad van Arbeid Bij beschikking van den Minister van Sociale Zaken is benoemd tot werk gever-lid van den Raad van Arbeid te Leiden het plaatsvervangend werkge ver-lid Ir. J. J. G. van Hoek te Leiden en is benoemd tot plaatsvervangend werkgever-lid van genoemden raad van arbeid P. Boot Jr. to Leiderdorp. Zulks in verband met het tusschen- tijdsch uittreden van plaatsvervangend werkgever-lid P. Boot Sr., vroeger te Oegstgeest. Oproep van het Dorus Rijkersfonds 's-GRAVENHAGE, 26 October. Het hoofdbestuur van het helden-der-zee fonds „Dorus Rijkers" verzoekt plaat sing van den volgenden oproep: „Het is niet overdreven te zeggen, dat heel Nederland is opgeschrikt door de tijding van do verpletterende ramp welke het K.P.M.-schip: „Van der Wijck" heeft getroffen. De berichten omtrent deze ramp be* vingen ons niet alleen met innig me- dedoogen met de omgekomen passa giers en hun nagelaten betrekkingen, maar ook met eerbiedige bewondering voor den held Uytermerk, aan wicn velen hun leven te danken hebben en die als slachtoffer van zijn intens plichtsgevoel is tcnondergegaan. He sober verslag van de redding der schipbreukelingen deed ons een zucht van verlichting slaken, toen bleek, dat 15 Europecschc, 130 inlandscho passa giers en de etat-major waren gered. Het verslag zegt. dat behalve de be manning der Dornier-vliegtuigen schit terend reddingwerk is verricht door de visschersbevolking van Dessa Bron- dong. De assistent-resident van La- mongan verzekert, dat zonder hun hulp het aantal omgekomenen aanzienlijk grooter geweest zou 4zijn. De prauwen der inlanders Kaslibin, Troenoredjo, Mardjiki en Modwie hebben 145 schip breukelingen aan wal gebracht. Het hoofdbestuur van het Dorus Rij kers-fonds doet een beroep op de Ne derlanders in het Moederland voor het afzonderen van een kleine gave voor de ai-mo visschers van de stille Dessa Brondong. Mochten de giften in belangrijke ma te binnenvloeien, dan zal overwogen worden om na aftrek van de te ver doelen gelden een afzonderlijk fonds te stichten voor de belooning en aanmoe diging van redders bij scheepsrampen in Indië. Het hoofdbestuur van het Dorus Rij- kerfcrfonds venvacht, dat even spon taan als de leden der Kamer van Af gevaardigden van Uruguay na de ramp van de „Principessa Mafalda", Welker schipbreukelingen onder leiding van kapitein Smolenaars zijn gered, onderling 1274.bijeenbrachten voor de Nederlandsche redders in steun bij het D.R.-fonds, en de Nederlanders, te Buenos Aires 570.hiervoor inza melden. thans het Nederlandsche volk een flink bedrag zal geven voor de Javaansclie redders to Brondong. Zij. die onze pogingen willen steunen met een geldelijke bijdrage worden verzocht hiervan tc doen blijken aan het adres van het secretariaat D.R.- fonds, Koninginnegracht 90, Den Haag, onder motto: „Ramp Van der Wijck" of „Redders te Brondong". Het post- gironummer is: 21602, Den Haag". Het jongste gedicht van A. Roland Holst Wij citeerden uit het October-nummer van Groot-Nederland onlangs een in drukwekkend vers van A. Roland H ol s t tegen den geest dezer eeuw. Ditzelfde vers geeft den criticus D. A. M. Binnendijk in De Groene aanlei ding tot de volgende opmerkingen. „Hoe verontrustend de tijden gewor den zijn, doet zich eerst duidelijk ge voelen, nu ook zij, die jaren en jaren lang „terzij de horde" hebben geleefd, zonder zich ernstig om samenleving of politiek te bekommeren, nu ook de dichters zich, blijkbaar bewust van hun intellectueelen noodtoestand, in genoot schappen van geestelijke weerbaarheid en in anti-fascistische vereenigingen gaan organiseeren. Het romantische le ven der bohémiens uit de vorige en het begin van deze eeuw gold weliswaar reeds lang als een verouderde bestaans wijze van aanstellerige derderangs- kunstenaars, maar de eenzame droo- mer, de dichter in zijn ivoren to ren, was nog tot voor korten tijd een artistiek levensbeeld, dat bui tenstaanders en leeken lief gekregen hadden. Wanneer de jongere en jongste schrijvers zich al niet in pacifistische, anti-fascistische of positïef-politieke bonden hebben aaneengesloten, gaat toch tegenwoordig hun belangstelling met grooter intensiteit uit naar de le vens- en maatschappijverschijnselen, die niet in strikten zin hun eigen kunste naarsbedrijvigheid raken. Nog opmerke lijker en treffender dunkt het mij ech ter, dat oudere dichters hun stem in de ze tijden laten klinken tegen den geest der eeuw, ter verdediging van de waar den der vrijheid en onafhankelijkheid van hen, die. geacht worden in de eerste plaats de cultuur van volk en vaderland te vertegenwoordigen. De hordegeest, het dwingend en afgericht rhythmc der „gedrilde drommen", het „bevolen op- marcheeren", al het de dommen im poneerend, rumoer der zinledige luid ruchtigheid, hebben zelfs een zoo van politiek leven en maatschappelijk lot afzijdige als den dichter A. Roland Holst bezield om in een van smartelijke, be- heerschte, koninklijke verontwaardiging en zelfvertrouwen getuigend gedicht „Een dichter van thans" (Groot Neder land, October 1936) vermanend, doch vrij van elk rhetorisch middel, te herin neren aan de waardigheid van den dich ter. die, luisterend naar de „verre stem" en het licht van de „iile glinster" bewa rend. dient te beseffen wat hij caat ver liezen en moet bfgVhorm°n wat hem van oudsher als een -rmderscheiding is toe vertrouwd." Onlangs haalden wij uit De Groene een sarcastisch stukje van Mcrkelhaeh aan tegen de nlannen van luitenant-ko lonel b.d. A. Captiin om een monument door hem persoonlijk ontworpen ge sticht te krijgen bij fort Honswijk. De heer Captiin heeft echter de vorige week meegedeeld dat op zijn voorstel een prijsvraag zal worden uitgeschreven. Handhaving der voorstel» len, zij het met eenige wijziging Aan dc memorie van antwoord op het wetsontwerp inzake de herbereke ning van d(f Indische pensioenen wordt het volgende ontleend: Bij de behandeling van het wetsont werp, dat leidde tot de wet van 30 De cember 1935 waarbij de op de Indische pensioenen toegepaste korting tot 1 Ja nuari 1937 werd verlengd, gaf de minis ter van koloniën uitdrukking aan de hoop, dat hij met voorlichting van een daartoe door hem in te stellen commis sie er in zou slagen een wetsontwerp tot vervanging van do huidige kortings regeling door een meer bevredigende regeling, gaande in de richting van nor malisatie dezer pensioenen, tijdig ge reed te hebben voor behandeling in dc zomerzitting van den Volksraad. Op 21 September werd èen wetsont werp bij den volksraad ingediend, en in zijn vergadering van S October d.a.v. heeft het college zich met 30 tegen 10 stemmen tegen dc tijdens de schrifte lijke behandeling door de regeering ge amendeerde voorstellen uitgesproken. Uit de gehouden beraadslagingen blijkt, dat deze stemming in 6terkc ma te onder den invloed heeft gestaan van den veranderden monctairen toestand en de vrees, dat de daarvan verwachte stijging van de kosten van levensonder houd de gepensionneerden, wier pen sioen voor verdere vermindering in aanmerking zou komen, in moeilijke omstandigheden zou brengen. Met de Indische regecring stelt de minister zich te dezer zake op het stand punt, dat, indien de waardeverminde ring van den gulden ten opzichte van het goud de kosten van levensonder houd zoodanig zou opvoeren, dat een verhooging van door crisiskortingen en herzieningen getroffen salarissen cn pensioenen niet kan uitblijven, deze verhooging ten aanzien van de pen sioenen onmogelijk op billijke wijze te regelen is, wanneer daaraan niet is voorafgegaan ee,n nivelleering van het pensioènpeil door opheffing of verklei ning van de zeer groote tegenstellingen, welke de Indische pensioenen, genoten door personen, die gelijke of gelijk waardige betrekkingen In 's lands dienst "hebben bekleed, thans te zien geven. Handhaving der voorstellen Waar deze nivelleering, naast behoud van de door de huidige korting verkre gen besparing op den Indischen pen- siocnslast, de hoofdstrekking van het wetsontwerp is, acht de minister zich verplicht, ondanks het afwijzend advies van den Volksraad, do onderhavige voorstellen in hoofdzaak te handhaven. Dat het financieel motief nog onver zwakt van kracht blijft, behoeft zijns inziens geen breedvoerig betoog. Ook al mocht de verwachting van de voorstan ders van depreciatie onzer geldccnhcid uitkomen, dat Indië daarvan zoowel fi nancieel als economisch groot voordeel zal plukken, dan is een blik op den uitermate verzwakten staat, waarin de Indische financiën als gevolg van de crisis zijn geraakt, voldoende om er zich van te doordringen, dat een niet door de omstandigheden dwingend voor geschreven uitzetting van de uitgaven boven het door de bezuinigings- en ver- soberingspolitiek met zooveel inspan ning en moeite bereikte peil ernstige gevaren zou opleveren voor het herstel van het begrootingsevenwicht. De minister acht het dan ook zon der meer duidelijk, dat de reeds ver kregen besparing op de pensioen uitgaven niet mag worden prijsge geven. Dit vooropgesteld, gaat het er thans alleen om dezen op de ge pensionneerden gelegden last op rechtvaardiger wijze te verdoelen dan thans geschiedt. De bezwaren tegen de vigeerende re geling, welke alle pensioenen, ongeacht de groote onderlinge verschillen, ver hand houdende met het tijdstip van pensionneering als anderzins. over één kam scheert, zijn genoegzaam bekend. Met de wijze, waarop de commissie voorstelt aan deze bezwaren tegemoet te komen, kan de minister zich in het algemeen zeer wel vereenigen. Al maakt de ingewikkeldheid van het vraagstuk, hetwelk om administratieve redenen niet anders dan op globale wijze kan worden opgelost, het. niet mogelijk om alle ongelijkheden volledig op te hef fen, een zeer groote verbetering zal reeds worden bereikt met een regeling als door dc commissie voorgesteld, wel ke de uiteenloopende pensioenen aan bekleeders van gelijke of gelijkwaardige betrekkingen toegekend, zooveel moge lijk naar elkaar toebuigt, daarbij uit gaande van een logische vergel ij kings- basis: het pen6ioenpeil, dat aan de trans in dienst zijnde generatic van landsdienaren in uitzicht is gesteld. Sluit dit in, dat de nieuwe pensioenen onaangetast blijven, ten aanzien van sommige nieuwe pensioenen maakt de commissie op dezen regel een uitzonde ring. De minister heeft echter besloten de ze uitzondering niet over te nemen, in verband waarmede de te dezer zake aan den volksraad in uitzicht gestolde wij ziging in het ontwerp is aangebracht. Merkelbach brengt in antwoord daarop een eere-saluut aan den heer C. „Beter tpn halve gekeerd dan ten heele ge dwaald." E. Zoo is thans bepaald, dat alle op den nieuwen voet toegekende en toe te ken nen pensioenen zullen zijn vrijgesteld van herberekening, waartegenover als consequentie i6 gesteld, dat de oude pensioenen door de herberekening niet beneden do nieuwe pensioenen mogen dalen, Dc hieraan verbonden ad ministratieve bezwaren, daarin be staande, dat een groot aantal pensioe nen uit dc periode 1925—1934 stuk voor stuk in beschouwing moeten worden ge nomen, een omstandigheid, welke aan vankelijk na een oplossing in vorenbe- doclden zin in den weg stond, zijn na ingesteld onderzoek niet onoverkomelijk gebleken. De kinderaftrek De door vele leden in don Volksraad aangevoerde bezwaren tegen het doen vervallen van tien bij dc huidige pen sioenkorting toegepasten kinderaftrek hebben den minister aanleiding gege ven dit punt te overwegen. De minister is bereid aan de gepen sionneerden, die door de herberekening in pensioeninkomsten achteruitgaan, nog gedurende twee jaren een speciale tegemoetkoming voor schoolgaande kin deren, te verzekeren. Een uitzondering meent hij eohter te mogen maken voor pensioenen van 6000 en meer, omdat zij, die deze pensioenen genieten, niet geacht kunnen worden aan dc bedoel de tegemoetkoming bepaaldelijk behoef te te hebben. De suggestie van de commissie om de militaire gagementen en pensioenen van voor 1 Januari 1920 gelijk te maken met die van 1920 wordt door den mi nister gaarne aanvaard. De commissie raamde dc opbrengst der herberekening op 9.100.000. Hier van dient thans in mindering te worden gebracht 400.000 voor de integrale vrij stelling der nieuwe pensioenen, 600.000 voor den kindertoeslag, 700.000 voor de gelijkstelling der oud militairen en 70.000 voor de ophef fing van dc door de commissie in alinea 11 van haar verslag besproken ongelijk heid in de verplichte bijdrage voor ge zinspensioen tusschen gepensionneerde officieren en onderluitenants eenerzijds en alle andere gepensionneerden ander zijds, waarin afzonderlijk zal worden voorzien. Aldus zal uiteindelijk de be sparing rond 7.300.000 bedragen, dus minder dan de huidige regeling aan be sparing oplevert 7.700.()00). liet systeem van herberekening komt in hoofdzaak hierop neer, dat dc pen sioenen, welke hooger zijn dan de over eenkomstige pensioenen, zooals deze voortaan op grond van dc herziene" bo- zoldigings- cn pensioenregelingen zul len worden toegekend, tot dit peil wor den teruggebracht, behoudens dat de vermindering in het algemeen niet meer zal bedragen dan 20 pet. en alleen voor exceptioneele gevallen tot 25 pet. kan gaan. De pensioenen, welke op of heneden dit niveau liggen, zullen on aangetast blijven. Dc herberekening naar dezen grond slag geschiedt voor de .grootste groep, de pensioenen uit de periode 1925193i, door vergelijking van het in de laatst bekleede betrekking bereikbare maxi mum-pensioen volgens de vroegere en de huidige regelingen. Een individueel c herberekening is voor deze groep practisch onuitvoerbaar en ook onnoodig, daar de verhouding tusschen de maximum-pensioenen ook voor de pensioenen bij minder dienst tijd dan voor het bereiken van het ma ximum vereischt is. dc verschillen tus schen het oude en het nieuwe peil bij benadering juist weergeeft, Voor de pensioenen van voor 1925 is een herberekening op individueele ba sis minder bezwaarlijk. Deze pensioe nen worden zoo noodig verminderd tot de bedragen, welke na herberekening op vorenbedoelden voet toegekend zou den zijn bij toepassing van de op 1 Fe bruari 1925 van kracht zijnde regelin gen. Het aangenomen beginsel geldt zoo wel voor de burgerlijke als voor de mi litaire pensioenen, met dien verstande, dat voor beide groepen, waar zij in aard verschillen, afzonderlijke bepalingen zijn ontworpen. Als gevolg van een en ander zal het meerendeel der pensioenen een vermindering ondergaan van 20 pet. omdat zij 20 pet. of meer liggen bo ven het huidige pensioenpcil, ter wijl een relatief klein aantal pen sionen uit de periode 19251934 en een groot aantal pensioenen van voor 1925, met minder dan 20 pet, of in het geheel niet worden ver minderd. Ttot deze laatste categorie behooren de meeste inlandsche pen- ensioencn vap voor 1925. E. E. G. VAN DER VEN Op 12 November hoopt de schilder E, E. G. van der Ven te Laren zijn zeventigsten verjaardag te vieren. Het grootste gedeelte van zijn kunstenaars loopbaan heeft hij in die gemeente doorgebracht met het schilderen van bloemen en landschappen in het Gooi. Enkele oude vrienden van den kun stenaar hebben het initiatief genomen tot vorming van een commissie, in samenwerking met do Vereeniging van beeldende kunstenaar Laren-Blaricum Het ligt in het voornemen gelden bij een te brengen, die besteed zullen wor den om de kosten te bestrijden, verbon den aan een eere-tentoonstelling en om zoo mogelijk een werk aan te koopen, teneinde dit af te staan aan de ge meente Laren ter plaatsing in het te stichten museum aldaar. De huldiging zal tegelijk geschieden met de opening van de tentoonstelling op 12 November in de kunstzalen van hotel Hamdorff. G. DELWEL f Zondagavond is te Wassenaar over leden de heer G. Delwei. directeur van de N.y. Uitgevers Mij. v.h. G. Delwei.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 7