„Rembrandt van Rijn" GROOT WILD STERFT UIT DE MISKENDE HELD WALTER RUTTMAN VAN ROTTUM TOT WALCHEREN CHAPLIN ZONDER CHAPLIN? Charles La light, on speelt de titelrol: Rembrandt van Rijn als een rondborstige, maar toch ook vaak arro gante man, meestal arm, wat aardsche goederen betreft, doch rijk aan schep pingskracht, grootsch in zijn kunst en vorstelijk in zijn edelmoedigheid. Men ziet hem tusschen zijn 35ste en zijn 60ste jaar, als een levendig, vierkant man met een zorgeloos, goed humeur, dat echter achter zich de demon der artis tieke inspiratie verbergt. Charles Laughton, die men ongetwij feld mag rekenen tot de brillantste karakterspelers van het witte doek, ■werd in 1899 to Scarborough geboren. Hij vierde tijdens de opnamen van Rembrandt zijn 37sten verjaardag. Zijn Londenscfte tooneelsuccessen waren o.a. „The cherry orchard", „.Alibi" en „On tbc spot". Zijn grootste filmrol was „Het liefdeleven van Hendrik VIU", die ge volgd werd door zeer opvallende crea ties in „The Barretts of Wimpole Street" „Ruggles of Red Cap" en „Muiterij op de Bounty". E 1 s a Lanchester, in het gewone leven de echtgenoot e van Laughton, speelt de rol Aan Hendrickje Stoffels, het Zeeuwsche meisje, dat in Rem brandt's huis in Amsterdam niet alleen dc scepter in den keuken voert, doch ook in het schilders-atelier een rol van be lang speelt, als zij voor enkele van Rembrandt's beroemdste schilderijen poseert. Zij heeft ook in Hollywood gewerkt, o.a. in „David Copperfield" en „De bruid van Frankenstein". Van haar jeugd af, heeft, zij zich voor het tooncel geïnteres seerd. Zij richtte een kindertheater in Soho op en later Avas zij leidster van „The cave of Harmony", waar zij stuk ken Aan Pirandello, Housman en Ana- tolc France over het voetlicht bracht. Gertrude L a av r e n c e vertolkt de rol van Geertje Dirx, dienstmeisje in Rembrandt's huis. Na den dood van zijn vrouw Saskia werd zij Rembrandt's minnares en zorgde voor de opvoeding van zijn zoon Titus. Zij verliet het huis, toen IIcndrickje Stoffels er binnen kwam, aangezien zij zeer jaloersch wus en haar rivale, onder beschuldiging van onzedelijk gedrag, voor een speciaal consistorie daagde. Gertrude Lawrence heeft in korten tijrl naam gemaakt als tooncelspcelster, doch trad nog niet in films van betee- kenis. op. Zij huwde korten tijd geleden met Douglas Fairbanks Jr. Ed Avar d Chapman zlct men als 'den lijken Amsterdamschen koopman Jan Six, die zich len allen tijd een goed vriend van Rembrandt toonde. Toen Rembrandt na zijn bankroet geen dak meer boven z'n hoof t had, leende Tan Six hem in zijn tuin een klein huisje, dat. als tijdelijk home voor Rembrandt en Hendrickje Stoffels dienst dood. Edward Chapman speelde een groote rol in dc Wclls'-film ..De wereld in Avording". In „Rembrandt" heeft hij. als de rondborstige, vriendelijke koopman, een rol, die hem uitstekend ligt. Chap man Avas aanvankelijk bankbediende, maar kwam, via liet dilettantentooneel hij oen beroeps-gezelschap terecht. Hij vervult nok een zeer belangrijke rol in de London Film „De man. die wonderen kon doen", welke binnenkort in ons land wordt uitgebracht. TT c n r y TT e av i 11 vertolkt de rol van Frans Banning Cocq. officier van de schutterij. Op do „Nachtwacht" ziet men deze Banning Cocq aan het lioofd van Paul Robeson, de bekende negerzanger vervult thans de hoofdrol in een Engelsche rolprent: „King Solo mon's Mines" Een van de meest ver» dienstelijke pionniers van de film JAREN geleden de historie gaat snel en speciaal in de filmgeschie denis vergeet men snel toen do sprekende 'film nog niet was ontdekt, toen bioscopen nog niet de grootscheep- sche paleizen van thans waren, toen Rudolf Valentino, Gloria Swanson en Nora Talmadge als sterren groot e suc cessen oogstten, toen „Nibelungen" en „De tien geboden" de filmwerken wa ren, Avelke het meest dc aandacht trok ken. hoorde men voor het eerst den naam van Walter Ruttman. Hot was in den tijd, even na 1920, dat er zoowel bij het publiek en dc critici als hij enkele der productieondernemers, symptomen Avaar tc nemen vielen van oen kentering in de opvattingen ten aanzien van de beteekenis de cultu- rccle bctcekenis van do film. Men Avas tot dc slotsom gekomen, dat een film toch aa cl iets meer kon zijn, dan een verfilming van een reeks toonoclen van spelers die vreeselijk overdreven gebaren noodig meenden Ic hebben om hun gevoelens te uilen, tooneelen. die zonder veel verandering in denzelfden vorm in den schouwburg zouden kunnen worden .gespeeld. Men had geleerd, dat het curiosum van de film: de. aanstor mende. treinen en vele andere vermake lijkheden, waarvan in den beginne de kermisexploitanten rijk Avcrden, geen perspectieven meer hood en, last not least, de techniek was in een korten ontwikkelingsgang op veel hoogcr pcïl gekomen. Kortom: men had de film ontdekt rn begon zich te verdiepen in haar spe cifieke vormgeving en vele moeilijk heden. De camera Avas in staat een onderwerp op verschillende wijzen te bezien, zij kon een onderdeel van een geheel plotseling naar voren halen en, voorwerpen een eigen sfeer en leven geven, Avaarvan men tevoren nauAvelijks had kunnen droomen, men kon door montage dc bewogenheid cn uitdruk kingskracht van het geheel versterken. Ongekende cxpressiemogclijkheden bleek de film te bezitten en met steeds toenemende intensiviteit verdiepte men zich in dezen nieuwen kunstvorm. Tot dc, naar verhouding zeer Aveini- gen, die dit zoeken van do film tot. in de uiterste consequentie hebben door gevoerd behoort Walter Ruttman. In dc „Nibelungen" van Fritz Lang kwam een kort stukje film voor, geheel afAvijkend van de beelden welke men tot op dat oogenbiik gewoon was tc zien, en dat we op liet oogenbiik als „abso luut" zouden betitelen. ITet Avas voor dien tijd een experi ment, en het bewees de fascinecrende kracht van een stukje film, dat in een totaal onbekende vormgeving een be paalde emotie onmiskenbaar Avakker riep. (Het was de droom van Kricm- hildc, waarin zij voelt hoe dc dood haar man bedreigt). In meer, zelfstandige filmpjes heeft Ruttman later bewezen, dat hij het ge heim van de vormgeving van dc film doorgrond had. Hef, Avarcn o.m.: zijn „Kleine Opera" Avnarin Ti ij met abstracte figuren werkte cn Inter: „Berlin Symphonic einer Groszstndt"; „Melodie der Welt": „Klei ner Film einer Grossen Stadt" en „Stuttgart" in Avelke laatste hij zijn motieven aan de Averkclijkheid ontleen de en „Staal". Zonder uitzondering boeien deze vrij korte AAerken van het boerin tot het einde door hun bekoorlijke wisseling van heelden, hun fraaie camera-instel- linrrcn cn hun dramatische spanning, ondanks het feit. dat er vrij"wel geen spoor van eenigc dramatische handeling in te bespeuren valt. Tiet zijn prachtige voorbeelden van film-kunst, Avaarin schijnbaar doode dingen tot leven zijn geroepen en een eigen taal spreken. Referendum onder de jagers en vakkundigen scherpe controle uitgeoefend op de vreemdelingen, zoodat geen enkel stuk ivoor en geen enkel tijgervel naar hei buitenland kan worden verscheept, zonder dat er de noodige belasting op betaald is. Zelfs Avanneer een jager slechts uit noodweer schoot, dient hij zulks onder ecde te verklaren, opdat hem geen geldboete als straf behoeft te worden opgelegd Dieren die niet uitroei een klein kamertj'e, grenzende aan zijn atelier. Zijn leerlingen troffen de ruwere voorbereidingen, zooals het vermalen en het verfijnen der grondstoffen. Zooals men Aveet ligt het. geheim van de ver bazingwekkende diepte in kleur, die Rembrandt in zijn Averk Avist te brengen voor een groot deel in het feit, dat hij zoon uitmuntend „verfbereider" was. Al deze toebereidselen, die men gevon den heeft in oude boeken en beschrij vingen zijn met groote accuratesse in beeld gebracht. CHAPLIN'S AVERK EN BETEEKENIS „Dc ballade van den hoo« gen hoed" liet nieuwste werk van „Visie" DE film „Rembrandt" Avcrd door London Film, de maatschappij, die o.a. films als „Hendrik VII1", „Gatharina de Groote", „De roode Pim pernel", „.Sanders of the river" en „De wereld in Avoi ding" maakte, vervaardigd in dc nieuwe Denham studio's, nabij Londen, het grootste en modernste stu dio-complex van Europa dat wat inrichting en outillage betreft niet voor Hollywood behoeft onder te doen. De directeur van de London Film, Alexander Korda. voerde tevens de regie van deze film, die door Loet C. Barn- stijn's Filmdistributie in Nederland zal worden uitgebracht. Architect avhs de broer van Korda, tVinccnt, clic voor dc Hollandsche sfeer en de details Averd bijgestaan door onzen landgenoot Johan dc Meester, die als tooneclrogisseur zijn sporen reeds verdiend heeft. Aan de camera stond George Perinal, die dc meeste van de hierboven genoemde London Films photografeerde, tcnvijl dc costuums ont worpen Averdcn door Rene Hubert. Het scenario en het draaiboek werden ge schreven door Carl Zuckmayer, in sameiiAverking met Lajos Biro Rembrandt op 40-jarigen leeftijd (C.harles Laughton) (London Films) tuinlijke kleine heros in zijn vruchle* loos verzet legen de grofheid, de domme luidruchtigheid en de noodlottige ver vlakking door machtsvertoon en gebor neerdheid; liet door hem gecreëerde type is dat van den eeuwigen opposant tegen de autoriteitspose, welke, krach tens haar ooi-sprong in den schijn, geen subtielere gevoelsschakeeringen dan die, welke dien schijn onaangetast laten, verdragen kan. Zijn clownerie heeft altijd een achter grond van ernst, van schrijnenden ernst, waardoor zijn humor vaak een satyriek relief krijgt. Doch het is opvallend, cn dat is de kracht èn de bekoring van zijn parodistisch genie dat hij zoo goed als nimmer de grenzen van het redelijke overschrijdt. Zijn critiek op rnensch en maatschappij, hoe treffend en scherp soms ook, wordt nooit door haat ingegeven. Weirsma komt tot de conclusie, dat in Chaplin's filims de figuur van Charlie essentieel is en niets anders. Denkt men deze figuur weg uit dc Chaplinfilms, dan zou er overblijven: een veelal hoogst onbeduidend scenario met kwa lijke romantiek cn veel sentimentaliteit, middelmatig geregisseerd en gesneden, in één woord een stuk Kitsch, dat in de eerste de beste „jongens-bioscoop" niet meer zou Avorden geaccepteerd. Als Charlie echter over het doek schaduwt, verzoent men zich met den decoratieven achtergrond van het blinde bloemen meisje uit City Lights, e.t.q. Door het relief, dat Charlie aan de situatie geeft, Avordt de Kitsch in het bewustzijn van den toeschouwer naar den achtergrond gedrongen: de entourage is dan niet meer hoofdzaak, doch Charlie. Bij Chaplin waardeert men in de eerste plaats de intenties van den kunstenaar, die in en door de figuur van Charlie worden gerechtvaardigd; men schat deze hoogp.r dan de zeer aanvechtbare- en gebrekkige dramatische rcaliseering daarvan Daarom is dc vraag of Charlie in Chaplin's films zou kunnen ontbreken, nauAyelyks een vraag meer. De waar- doering van de Chaplinfilms staat en valt met dc alomtegenAvoordigheid van Charlie. DE BALLADE VAN DEN HOOGEN HOED DE nieuwe Nederlandsche geluids film „Ballade van den hoogen hoed" gemaakt door de Neder landsche Fiimassoeiatie „Visie", naar een scenario van Max de TIaas, waar van de opnamen gemaakt zijn door Jo de Haas, is een verfilming van oen meditatie van een visschcr, die aan een der Anisterdamsclie grachten zit t.e hen gelen. Een hooge hoed drijft in het Avater. Wanneer dc visscher een stuk brood neemt uit een krant naast hem, valt zijn oog op een foto van het Yol- kenbondspalcis. Een gedachten-associatie ontstaat: de visscher ziet hoe de diplomaten hun hooge hoeden dragen; een bruigom, ge tooid met dit hoofddeksel, zijn levens gezellin op hel stadhuis zijn ja-Avoord geeft, hoe dc hooge hoed dienst doet bij een begrafenis, verkocht Avordt op een veiling, gedragen Avordt op oen fuif van een 50jarig huwelijksfeest., in een vod- denkroeg verhandeld wordt cn tenslotte door hoefjes van dc straat in do gracht geschopt, wordt, in de nabijheid van den visscher. Max de Haas geeft in deze film, waar aan ongeveer driehonderd personen allen Nederlanders hun medewerking vel reenden, veel symboliek niet hier en daar een persiflage op maatschappelijke toestanden. Cor Lomairo slaagde er in een uitste kende muzikale illustratie te componec- ren, waardoor mede een film is tot stand gekomen, die hooAvel bedoeld als geestige amusementsfilm en als zoo danig zeer goed geslaagd, toch inhoud heeft. STEEDS meer neemt de mensch be zit van hel onbewoond gebied der aarde; gebied, dat vóór enkele ja ren op de atlas nog een Avitte plek was. De Avilde dieren echter, de lot dan toe de ecnige heerschers dier gebieden, moeten voor den mensch cn zijn ge vaarlijk wapen wijken. Waterlooze woestijnen, moeilijk te beklimmen ge bergte. dat zijn de laatste oorden. Avaar- hecn het dier zijn toevlucht kan ne men. Vóór eenigen tijd heeft het Konink lijk Britsch Zoölogisch Genootschap te Londen den uitslag van een referen dum onder grootwildjagers en andere vakkundigen gepubliceerd. Ilct Ge nootschap had n.l. tot deze mensehen een rondvraag gericht, Avelke luidde: „Hoeveel Avilde dieren leven volgens uw schatting nog in de wildernissen over de geheele wereld?" Het aantal leeuwen die zooals be kend nog in de woestijnen van het ge heele Afrikaansehc vasteland en in een zeer klein aantal in de Britsch-Indische provincie KathiaAvar te vinden zijn bedraagt naar schatting elf- tot. tAA'aalf- duizend. Typisch is het tc weten, dat zich ongeveer eenzelfde aantal achter tralies in zoölogische tuinen, circus- hokken en reservaten bevindt. De tijger komt er beter af en dat heeft zij te danken aan baar bescher mende huidskleuren. Van dit dier mag men zeggen, dat er nog ongeveer 16.000 te vinden zijn. Alleen reeds op de. uit gestrekte jaehtgronden van den Maha- radja van Nepal, een der rijkste vor sten ter wereld, vindt, men er 5000! In de onherbergzame woestijngebie den van Kangcruh (Australië) leven nog ongeveer 24.000 tijgers. Enkel en alleen de beer laat zich door de jagen de menschheid niet uitroeien. Óngc- tAvijfold door het feit. dat de beer den mensch geen kwaad doet, wanneer men hem met rust laat. Men heeft bere kend. dat-over de geheele wereld on geveer 45.000 beren leven; niet achter tralies of aan een ketting. Bij den uit slag van dc rondvraag publiceerde bo vengenoemd Genootschap tevens inte ressante bijzonderheden omI rent den leeftijd der verscheidene wilde dieren. Oud op 15'jarigen leeftijd Beginnen wij hij den olifant, die. een zeer hoogen ouderdom kan bereiken. Op 50-jarigen leeftijd is het dier het krachtigst, op 100-jarigen leeftijd is hij grijs, maar kan ondanks dat toch nog we 1 de 15 kruisjes halen. Zijn Afri- kaansche broeder daarentegen bereikt, ondanks zijn grootcre ooren (hij de menschen een toeken van lang leven') niet zulk een hoogen ouderdom. De kameel wordt ongeveer 30 jaar oud, evenals de giraffe. De leeuw is in het volle bezit van zijn krachten, wanneer hij vijf jaar is, doch reeds vijf jaar later beginnen deze af tc nemen cn moet hij het vaak afleggen tegen zijn jongere collega's. Wanneer de tijger ouder wordt dan 10 jaar, clan komt hij tot de ontdekking dat het gemakkelijker is het „tweebee- nig Avild" te verslinden, clan te jagen op viervoeters. Daarom zijn het ook meestal oudere tijgers, die den mensch aanvallen De jacht in Afrika en Indië Het levenseinde van ieder dier, dat zich in de vrije natuur in zijn element voelt, is geheimzinnig. De ouderdom knaagt aan de krachten der reuzen en wanneer de dieren voelen, dat hun ein de nadert, vallen zij ter aarde cn wach ten af... Men denke hierbij aan dc uitgestrekte olifant-kerkhoven in Indie en Afrika, welke reeds door de men schen zijn ontdekt. Om do vondst van zulk 'n kerkhof, met het oog op den grooten voorraad ivoor, liet av elk eeuwenlang mooi en altijd waardevol blijft, zijn deze plaatsen des doods vaak het onderwerp van romans cn legen den. Tot op heden heeft men echter nog geen enkele reden ontdekt, waarom do wilde olifanten uit alle landsdeelen tozamcnslroomcn, cn juist op één be paalde plek den laatslcn adem uit tc blazen. Dc tijd der massa-afslachtingen door cle grootwildjagers is zoo goed als voorhij. Voor ieder schot, dal gelosi wordt op een olifant, een neushoorn, een leeuAV of een giraffe, dient men thans een groote som gelds te betalen aan de gouvernementen, Avaartoe cle wilddistrictcn bohooren. In cle Afrikaansche havens wordt baar zijn! Daartegenover stelt de regeering in Britsch-Indië premiën beschikbaar voor het doodschieten van bepaalde dier soorten, die liet leven der menschheid bedreigen en die niettegenstaande de regeerings-maatregelen in aantal toene men. Zoo werden daar in één jaar tijds 3000 menschen door wilde dieren ge dood. De meeste doodsveroorzakers wa ren luipaarden, krokodillen en slangen. In één opzicht zijn mensch en dier volkomen gelijk, nl. in hun haat tegen het. reptiel. Slangen vindt men nog bij milliocnen over den aardbodem rond kruipen. Na de insecten is wel de slang cle grootste vijand van cle menschheid en der dieren. En als er eenmaal geen gevaarlijk grootwild meer zal zijn, als de laatste exemplaren Avilde dieren in de reservaten cn dierentuin leven, dan nóg zullen cle slangen ongehinderd rondkruipen, zich vermenigvuldigen en den mensch aan dén tijd herinneren, waarin hij nog niet hot. machtigste schepsel onder dc zon was.... Een zonnige najaarsmiddag bracht ons laatst nog eens, ver na het. drukke zomerseizoen, naar Terschelling. Zoo'n kort tochtje alleen al over de Wadden zee in herfstzonneglans. met het sil houet van Harlingen en de wijkende Friesche kust, met Griend het vogel eiland oprijzend uit de wateren, na de aalscholvers van den Pollendam, met straks de prachtige aankomst aan de reede van Terschelling, die cle helaas 7.00 jong gestorven groote vriend van Terschelling, dr. J. W. van Dieren, in zijn hoekje De Lof van Schellingerland een der mooiste momenten telkens wéér in zijn leven noemt, zoo'n kort tochtje alleen al, met even een indruk van duin en strand, van vergezicht en intimiteit, waar 't eiland vol van is en straks de terugtocht, in dalend zonlicht en over de donkere avondzee zou rijkelijk stof bieden voor een reeks van bijdra- Ren. Ik wil ditmaal, naar aanleiding van dit. tochtje, het, onderwerp wat ruimer nemen. Van Rottum tot, Walcheren heb ik er daarom boven gezet. Ik heb daarbij ook aan een boek, een heel mooi boek gedacht, dat. hier voor mij ligt en dat op suggestieve Avijze in hot Avoord van Viruly. Strijbos en Daalder, cn met voel kostelijke foto's de schoon heid van onze Noordzeekust voor den geest roept. Dat boek heet troiiAvens niet „Van Rottum tot Walcheren" en Avil het eerste deel zijn van een reeks, die prachtig worden kan, over<. „de schoonheid van Nederland" (Uitgeverij Contact. Amsterdam). Wat benoorden of liever beoosten Texel ligt: Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnik oog en Rottum wordt in dit boek niet vermeld, maar een leemte mag dit nainvelijks heeten, wanneer we Texel als grootste der Waddeneilanden, als pars pro toto. als deel van het geheel rekenen. Er is dan ook geen aanleiding om dc diverse eilanden en kusten en stranden tegen elkaar af te wegen, het eene is gemakkelijker tc bereiken dan het andere, het eene grooter, het an dere kleiner, hot eene rustiger en in tiemer, het andere drukker bezocht, maar dc edele schoonheid van de zee, de spiegelgladde en de rustelooze, van het duin, het wilde ongerepte, van de Avulpenroep en dc kreet der meeiiAven, van do schelpen van het strand en de schepen veraf cn dichtbij, die schoon- scheid is cr overal op Rottum en op Texel, op Schoorl's gebied en langs Voorne's duin, aan den Hoek van Hol land en op Walcheren, langs heel de kust. waarvan Viruly terecht zegt. dat hef onze kust is misschien het land schap aa aar de menschen van Neder land zich zelf het diepst cn duidelijkst kunnen begrijpen, omdat het eeuAvïge en het tijdelijke cr elkander vinden, omdat zij en hun voorgeslacht in dit grensgebied tusschen het kleine land en de groote Noordzee zijn geboren en gegroeid cn de zeeAvind door hun gan- sche historie van ernstige werkzaam heid de zilte lucht van de oneindigheid geblazen heeft Rottum, hoe eenzaam is het niet al leen de familie Cupido als bcA\roners, Schevcningexi, hoe druk kan het zijn als in den vollen zomer liet seizoen op zijn hoogte punt is cn op warme dagen het strand en de zeo krioelen van groot en klein. Maar om liet eenzame Rottum en liet. drukke Schevoningcn, om den hoo gen Brandaris van Terschelling en om de kleurige dracht van Zoutelande waait dezelfde zeewind, waarin dezelf de Avitte meeuwen Avleken en aan den voet van alle. duinen bruist dezelfde branding cn zingt de zee zijn eeuwig en eeuwig-klagend lied. liet is een vreugde aan den winter- schen haard in boeken te bladeren, die een herinnering aan en een vooruit zicht op deze schoonheid kunnen geven. Nog grooter vreugde is het op een stil len, zonnigen herfstdag, of ook wel voor wie er goed tegen kan, over een wilde stormbewogon zee nog eens als een af scheid aan den zomer en een voorproef van hopelijk nieuwe zomervreugde later een zeetocht te maken, en het te zoggen met den dichter, met Adama van Scheltema mee: Charles Laughton en Gertrude Lawrence in „Rembrandt van Riin" (I/)ndon Films) „Mijn hart heb ik gedragen Tot aan de wijde zee. Dc geur van oude dagen Waait op haar adem mee. In haar gerucht bedolven Luistert mijn hart bevrijd Naar 'I lied van wind en golven En van vergetelheid." A. L. B. Een der fraaie opnamen uit „Staal", Avelke film Walter Ruttman ver vaardigde naar een idee van Hans Gross. Aan de camera 6tond Ger hard Müller, de muziek is van Wal ter Gronostay (Ufa) zijn troep. De schutterij-officieren, in wier opdracht Rembrandt dit beroemde doek vervaardigde, vonden het. echter te gedempt van toon en niet fel genoeg. Een hevige twist was het gevolg cn de opdrachtgevers weigerden het schilderij tc accepteeren. Henry HeAvitt heeft groote tooneel- en filmervaring. Men kon hem in ons land aanschouwen in cle voortreffelijke film „Jood Süss". Een der indrukAvekkendste scènes uit de film is: het begrafenismaal na den dood van Rembrandt's vrouw Saskia. Een ander belangrijk décor stelt Rembrandt's atelier voor, A\-aar hij werk te tijdens de periode van zijn hoogste roem, en waarin vele van zijn bekendste schilderijen werden geschilderd. Laugh ton werd precies geïnstrueerd, hoe hij met zijn palet en cle lange verfkAvasten moest omgaan. Rembrandt mengde al zijn kleuren in IN „De OpbouAv", democratisch tijd schrift. voor Nederland en Indië be spreekt J. A. Wiersma, onder den titel „Wat nu, kleine man" geruchten, die eenigen tijd geleden de ronde doden, namelijk, dat Charlie C.haplin een film zou maken, waarin niet hij zelf de hoofdrol zou vervullen, waarin hij zelfs heelemaal niet op het doek zou ver schijnen. De schrijver geeft in zijn artikel een karakteristiek van het „fenomeen Cliapliii" waaruit we de volgende pas sages lichten: „Het zien van een Chaplinfilm wekt gemengde gevoelens: sympathie en be wondering voor liet kunstenaarschap van Chaplin èn een zekere teleurstelling over het feit, dat diens films, gemeten met. de criteria van de huidige film- aeslhetiek en -techniek over het alge meen beneden de maat blijven. Chap lin's werk mist de technische perfectie, de brill ante fotografie, de scènischc vol maak lbeid en cle verhalende continuï teit van de beste Amerikaansche en Europeesche films zooals die van een Frank Capra, Henry HathaAvay, Hitch cock en Anatole Litvèk (Mayerling!) Zij hebben veelal iets stunteligs en onver zorgds. Daarbij komt, dat C.haplin het geluid verwaarloost. Het Avordt den cri- tischen toeschouAver duidelijk, dat Chaplin geen groot filmkunstenaar in aesthetischen cn technischen zin is; hij is een groot en belangrijk filma c t e u r, die. niettemin als regisseur en practicus het medium, Avaardoor hij tot de wereld spreekt, de film, slechts middelmatig beheerscht. Wat echter de films van Chaplin ten allen tijd zoo waardevol en, ondanks de technische en aesthetische inperfectie, zoo boeiend doet. zijn. dat. is de figuur van den Don Quichotte onzer „moderne tijden" op zichzelf. Charlie is 'n vleesch geworden anachronisme: hij is de repre sentant van den romantischen mensch eener vroeger periode. Hij is in de film een miskende en hoogst onfor-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 12