„Rembrandt van Rijn"
GROOT WILD
STERFT UIT
DE MISKENDE
HELD
WALTER RUTTMAN
VAN ROTTUM TOT
WALCHEREN
CHAPLIN ZONDER
CHAPLIN?
Charles La light, on speelt de
titelrol: Rembrandt van Rijn als een
rondborstige, maar toch ook vaak arro
gante man, meestal arm, wat aardsche
goederen betreft, doch rijk aan schep
pingskracht, grootsch in zijn kunst en
vorstelijk in zijn edelmoedigheid. Men
ziet hem tusschen zijn 35ste en zijn 60ste
jaar, als een levendig, vierkant man
met een zorgeloos, goed humeur, dat
echter achter zich de demon der artis
tieke inspiratie verbergt.
Charles Laughton, die men ongetwij
feld mag rekenen tot de brillantste
karakterspelers van het witte doek,
■werd in 1899 to Scarborough geboren.
Hij vierde tijdens de opnamen van
Rembrandt zijn 37sten verjaardag. Zijn
Londenscfte tooneelsuccessen waren o.a.
„The cherry orchard", „.Alibi" en „On
tbc spot". Zijn grootste filmrol was „Het
liefdeleven van Hendrik VIU", die ge
volgd werd door zeer opvallende crea
ties in „The Barretts of Wimpole Street"
„Ruggles of Red Cap" en „Muiterij op
de Bounty".
E 1 s a Lanchester, in het gewone
leven de echtgenoot e van Laughton,
speelt de rol Aan Hendrickje Stoffels,
het Zeeuwsche meisje, dat in Rem
brandt's huis in Amsterdam niet alleen
dc scepter in den keuken voert, doch ook
in het schilders-atelier een rol van be
lang speelt, als zij voor enkele van
Rembrandt's beroemdste schilderijen
poseert.
Zij heeft ook in Hollywood gewerkt,
o.a. in „David Copperfield" en „De bruid
van Frankenstein". Van haar jeugd af,
heeft, zij zich voor het tooncel geïnteres
seerd. Zij richtte een kindertheater in
Soho op en later Avas zij leidster van
„The cave of Harmony", waar zij stuk
ken Aan Pirandello, Housman en Ana-
tolc France over het voetlicht bracht.
Gertrude L a av r e n c e vertolkt de
rol van Geertje Dirx, dienstmeisje in
Rembrandt's huis. Na den dood van zijn
vrouw Saskia werd zij Rembrandt's
minnares en zorgde voor de opvoeding
van zijn zoon Titus. Zij verliet het huis,
toen IIcndrickje Stoffels er binnen
kwam, aangezien zij zeer jaloersch wus
en haar rivale, onder beschuldiging van
onzedelijk gedrag, voor een speciaal
consistorie daagde.
Gertrude Lawrence heeft in korten
tijrl naam gemaakt als tooncelspcelster,
doch trad nog niet in films van betee-
kenis. op. Zij huwde korten tijd geleden
met Douglas Fairbanks Jr.
Ed Avar d Chapman zlct men als
'den lijken Amsterdamschen koopman
Jan Six, die zich len allen tijd een goed
vriend van Rembrandt toonde. Toen
Rembrandt na zijn bankroet geen dak
meer boven z'n hoof t had, leende Tan
Six hem in zijn tuin een klein huisje,
dat. als tijdelijk home voor Rembrandt
en Hendrickje Stoffels dienst dood.
Edward Chapman speelde een groote
rol in dc Wclls'-film ..De wereld in
Avording". In „Rembrandt" heeft hij. als
de rondborstige, vriendelijke koopman,
een rol, die hem uitstekend ligt. Chap
man Avas aanvankelijk bankbediende,
maar kwam, via liet dilettantentooneel
hij oen beroeps-gezelschap terecht. Hij
vervult nok een zeer belangrijke rol in
de London Film „De man. die wonderen
kon doen", welke binnenkort in ons
land wordt uitgebracht.
TT c n r y TT e av i 11 vertolkt de rol van
Frans Banning Cocq. officier van de
schutterij. Op do „Nachtwacht" ziet men
deze Banning Cocq aan het lioofd van
Paul Robeson, de bekende negerzanger vervult thans
de hoofdrol in een Engelsche rolprent: „King Solo
mon's Mines"
Een van de meest ver»
dienstelijke pionniers
van de film
JAREN geleden de historie gaat
snel en speciaal in de filmgeschie
denis vergeet men snel toen do
sprekende 'film nog niet was ontdekt,
toen bioscopen nog niet de grootscheep-
sche paleizen van thans waren, toen
Rudolf Valentino, Gloria Swanson en
Nora Talmadge als sterren groot e suc
cessen oogstten, toen „Nibelungen" en
„De tien geboden" de filmwerken wa
ren, Avelke het meest dc aandacht trok
ken. hoorde men voor het eerst den
naam van Walter Ruttman.
Hot was in den tijd, even na 1920, dat
er zoowel bij het publiek en dc critici
als hij enkele der productieondernemers,
symptomen Avaar tc nemen vielen van
oen kentering in de opvattingen ten
aanzien van de beteekenis de cultu-
rccle bctcekenis van do film. Men
Avas tot dc slotsom gekomen, dat een
film toch aa cl iets meer kon zijn, dan
een verfilming van een reeks toonoclen
van spelers die vreeselijk overdreven
gebaren noodig meenden Ic hebben om
hun gevoelens te uilen, tooneelen. die
zonder veel verandering in denzelfden
vorm in den schouwburg zouden kunnen
worden .gespeeld. Men had geleerd, dat
het curiosum van de film: de. aanstor
mende. treinen en vele andere vermake
lijkheden, waarvan in den beginne de
kermisexploitanten rijk Avcrden, geen
perspectieven meer hood en, last not
least, de techniek was in een korten
ontwikkelingsgang op veel hoogcr pcïl
gekomen.
Kortom: men had de film ontdekt
rn begon zich te verdiepen in haar spe
cifieke vormgeving en vele moeilijk
heden. De camera Avas in staat een
onderwerp op verschillende wijzen te
bezien, zij kon een onderdeel van een
geheel plotseling naar voren halen en,
voorwerpen een eigen sfeer en leven
geven, Avaarvan men tevoren nauAvelijks
had kunnen droomen, men kon door
montage dc bewogenheid cn uitdruk
kingskracht van het geheel versterken.
Ongekende cxpressiemogclijkheden
bleek de film te bezitten en met steeds
toenemende intensiviteit verdiepte men
zich in dezen nieuwen kunstvorm.
Tot dc, naar verhouding zeer Aveini-
gen, die dit zoeken van do film tot. in
de uiterste consequentie hebben door
gevoerd behoort Walter Ruttman.
In dc „Nibelungen" van Fritz Lang
kwam een kort stukje film voor, geheel
afAvijkend van de beelden welke men
tot op dat oogenbiik gewoon was tc zien,
en dat we op liet oogenbiik als „abso
luut" zouden betitelen.
ITet Avas voor dien tijd een experi
ment, en het bewees de fascinecrende
kracht van een stukje film, dat in een
totaal onbekende vormgeving een be
paalde emotie onmiskenbaar Avakker
riep. (Het was de droom van Kricm-
hildc, waarin zij voelt hoe dc dood haar
man bedreigt).
In meer, zelfstandige filmpjes heeft
Ruttman later bewezen, dat hij het ge
heim van de vormgeving van dc film
doorgrond had.
Hef, Avarcn o.m.: zijn „Kleine Opera"
Avnarin Ti ij met abstracte figuren werkte
cn Inter: „Berlin Symphonic einer
Groszstndt"; „Melodie der Welt": „Klei
ner Film einer Grossen Stadt" en
„Stuttgart" in Avelke laatste hij zijn
motieven aan de Averkclijkheid ontleen
de en „Staal".
Zonder uitzondering boeien deze vrij
korte AAerken van het boerin tot het
einde door hun bekoorlijke wisseling
van heelden, hun fraaie camera-instel-
linrrcn cn hun dramatische spanning,
ondanks het feit. dat er vrij"wel geen
spoor van eenigc dramatische handeling
in te bespeuren valt.
Tiet zijn prachtige voorbeelden van
film-kunst, Avaarin schijnbaar doode
dingen tot leven zijn geroepen en een
eigen taal spreken.
Referendum onder de
jagers en vakkundigen
scherpe controle uitgeoefend op de
vreemdelingen, zoodat geen enkel stuk
ivoor en geen enkel tijgervel naar hei
buitenland kan worden verscheept,
zonder dat er de noodige belasting op
betaald is. Zelfs Avanneer een jager
slechts uit noodweer schoot, dient hij
zulks onder ecde te verklaren, opdat
hem geen geldboete als straf behoeft te
worden opgelegd
Dieren die niet uitroei
een klein kamertj'e, grenzende aan zijn
atelier. Zijn leerlingen troffen de ruwere
voorbereidingen, zooals het vermalen en
het verfijnen der grondstoffen. Zooals
men Aveet ligt het. geheim van de ver
bazingwekkende diepte in kleur, die
Rembrandt in zijn Averk Avist te brengen
voor een groot deel in het feit, dat hij
zoon uitmuntend „verfbereider" was.
Al deze toebereidselen, die men gevon
den heeft in oude boeken en beschrij
vingen zijn met groote accuratesse in
beeld gebracht.
CHAPLIN'S AVERK EN
BETEEKENIS
„Dc ballade van den hoo«
gen hoed" liet nieuwste
werk van „Visie"
DE film „Rembrandt" Avcrd door
London Film, de maatschappij,
die o.a. films als „Hendrik VII1",
„Gatharina de Groote", „De roode Pim
pernel", „.Sanders of the river" en „De
wereld in Avoi ding" maakte, vervaardigd
in dc nieuwe Denham studio's, nabij
Londen, het grootste en modernste stu
dio-complex van Europa dat wat
inrichting en outillage betreft niet
voor Hollywood behoeft onder te doen.
De directeur van de London Film,
Alexander Korda. voerde tevens de regie
van deze film, die door Loet C. Barn-
stijn's Filmdistributie in Nederland zal
worden uitgebracht.
Architect avhs de broer van Korda,
tVinccnt, clic voor dc Hollandsche sfeer
en de details Averd bijgestaan door
onzen landgenoot Johan dc Meester, die
als tooneclrogisseur zijn sporen reeds
verdiend heeft. Aan de camera stond
George Perinal, die dc meeste van de
hierboven genoemde London Films
photografeerde, tcnvijl dc costuums ont
worpen Averdcn door Rene Hubert. Het
scenario en het draaiboek werden ge
schreven door Carl Zuckmayer, in
sameiiAverking met Lajos Biro
Rembrandt op 40-jarigen leeftijd
(C.harles Laughton)
(London Films)
tuinlijke kleine heros in zijn vruchle*
loos verzet legen de grofheid, de domme
luidruchtigheid en de noodlottige ver
vlakking door machtsvertoon en gebor
neerdheid; liet door hem gecreëerde
type is dat van den eeuwigen opposant
tegen de autoriteitspose, welke, krach
tens haar ooi-sprong in den schijn, geen
subtielere gevoelsschakeeringen dan
die, welke dien schijn onaangetast laten,
verdragen kan.
Zijn clownerie heeft altijd een achter
grond van ernst, van schrijnenden ernst,
waardoor zijn humor vaak een satyriek
relief krijgt. Doch het is opvallend,
cn dat is de kracht èn de bekoring van
zijn parodistisch genie dat hij zoo
goed als nimmer de grenzen van het
redelijke overschrijdt. Zijn critiek op
rnensch en maatschappij, hoe treffend
en scherp soms ook, wordt nooit door
haat ingegeven.
Weirsma komt tot de conclusie, dat in
Chaplin's filims de figuur van Charlie
essentieel is en niets anders. Denkt men
deze figuur weg uit dc Chaplinfilms,
dan zou er overblijven: een veelal
hoogst onbeduidend scenario met kwa
lijke romantiek cn veel sentimentaliteit,
middelmatig geregisseerd en gesneden,
in één woord een stuk Kitsch, dat in de
eerste de beste „jongens-bioscoop" niet
meer zou Avorden geaccepteerd. Als
Charlie echter over het doek schaduwt,
verzoent men zich met den decoratieven
achtergrond van het blinde bloemen
meisje uit City Lights, e.t.q. Door het
relief, dat Charlie aan de situatie geeft,
Avordt de Kitsch in het bewustzijn van
den toeschouwer naar den achtergrond
gedrongen: de entourage is dan niet
meer hoofdzaak, doch Charlie. Bij
Chaplin waardeert men in de eerste
plaats de intenties van den kunstenaar,
die in en door de figuur van Charlie
worden gerechtvaardigd; men schat
deze hoogp.r dan de zeer aanvechtbare-
en gebrekkige dramatische rcaliseering
daarvan
Daarom is dc vraag of Charlie in
Chaplin's films zou kunnen ontbreken,
nauAyelyks een vraag meer. De waar-
doering van de Chaplinfilms staat en
valt met dc alomtegenAvoordigheid van
Charlie.
DE BALLADE VAN DEN
HOOGEN HOED
DE nieuwe Nederlandsche geluids
film „Ballade van den hoogen
hoed" gemaakt door de Neder
landsche Fiimassoeiatie „Visie", naar
een scenario van Max de TIaas, waar
van de opnamen gemaakt zijn door Jo
de Haas, is een verfilming van oen
meditatie van een visschcr, die aan een
der Anisterdamsclie grachten zit t.e hen
gelen. Een hooge hoed drijft in het
Avater. Wanneer dc visscher een stuk
brood neemt uit een krant naast hem,
valt zijn oog op een foto van het Yol-
kenbondspalcis.
Een gedachten-associatie ontstaat: de
visscher ziet hoe de diplomaten hun
hooge hoeden dragen; een bruigom, ge
tooid met dit hoofddeksel, zijn levens
gezellin op hel stadhuis zijn ja-Avoord
geeft, hoe dc hooge hoed dienst doet bij
een begrafenis, verkocht Avordt op een
veiling, gedragen Avordt op oen fuif van
een 50jarig huwelijksfeest., in een vod-
denkroeg verhandeld wordt cn tenslotte
door hoefjes van dc straat in do gracht
geschopt, wordt, in de nabijheid van den
visscher.
Max de Haas geeft in deze film, waar
aan ongeveer driehonderd personen
allen Nederlanders hun medewerking
vel reenden, veel symboliek niet hier en
daar een persiflage op maatschappelijke
toestanden.
Cor Lomairo slaagde er in een uitste
kende muzikale illustratie te componec-
ren, waardoor mede een film is tot
stand gekomen, die hooAvel bedoeld als
geestige amusementsfilm en als zoo
danig zeer goed geslaagd, toch inhoud
heeft.
STEEDS meer neemt de mensch be
zit van hel onbewoond gebied der
aarde; gebied, dat vóór enkele ja
ren op de atlas nog een Avitte plek was.
De Avilde dieren echter, de lot dan toe
de ecnige heerschers dier gebieden,
moeten voor den mensch cn zijn ge
vaarlijk wapen wijken. Waterlooze
woestijnen, moeilijk te beklimmen ge
bergte. dat zijn de laatste oorden. Avaar-
hecn het dier zijn toevlucht kan ne
men.
Vóór eenigen tijd heeft het Konink
lijk Britsch Zoölogisch Genootschap te
Londen den uitslag van een referen
dum onder grootwildjagers en andere
vakkundigen gepubliceerd. Ilct Ge
nootschap had n.l. tot deze mensehen
een rondvraag gericht, Avelke luidde:
„Hoeveel Avilde dieren leven volgens
uw schatting nog in de wildernissen
over de geheele wereld?"
Het aantal leeuwen die zooals be
kend nog in de woestijnen van het ge
heele Afrikaansehc vasteland en in een
zeer klein aantal in de Britsch-Indische
provincie KathiaAvar te vinden zijn
bedraagt naar schatting elf- tot. tAA'aalf-
duizend. Typisch is het tc weten, dat
zich ongeveer eenzelfde aantal achter
tralies in zoölogische tuinen, circus-
hokken en reservaten bevindt.
De tijger komt er beter af en dat
heeft zij te danken aan baar bescher
mende huidskleuren. Van dit dier mag
men zeggen, dat er nog ongeveer 16.000
te vinden zijn. Alleen reeds op de. uit
gestrekte jaehtgronden van den Maha-
radja van Nepal, een der rijkste vor
sten ter wereld, vindt, men er 5000!
In de onherbergzame woestijngebie
den van Kangcruh (Australië) leven
nog ongeveer 24.000 tijgers. Enkel en
alleen de beer laat zich door de jagen
de menschheid niet uitroeien. Óngc-
tAvijfold door het feit. dat de beer den
mensch geen kwaad doet, wanneer men
hem met rust laat. Men heeft bere
kend. dat-over de geheele wereld on
geveer 45.000 beren leven; niet achter
tralies of aan een ketting. Bij den uit
slag van dc rondvraag publiceerde bo
vengenoemd Genootschap tevens inte
ressante bijzonderheden omI rent den
leeftijd der verscheidene wilde dieren.
Oud op 15'jarigen leeftijd
Beginnen wij hij den olifant, die. een
zeer hoogen ouderdom kan bereiken.
Op 50-jarigen leeftijd is het dier het
krachtigst, op 100-jarigen leeftijd is hij
grijs, maar kan ondanks dat toch nog
we 1 de 15 kruisjes halen. Zijn Afri-
kaansche broeder daarentegen bereikt,
ondanks zijn grootcre ooren (hij de
menschen een toeken van lang leven')
niet zulk een hoogen ouderdom. De
kameel wordt ongeveer 30 jaar oud,
evenals de giraffe.
De leeuw is in het volle bezit van
zijn krachten, wanneer hij vijf jaar is,
doch reeds vijf jaar later beginnen
deze af tc nemen cn moet hij het vaak
afleggen tegen zijn jongere collega's.
Wanneer de tijger ouder wordt dan
10 jaar, clan komt hij tot de ontdekking
dat het gemakkelijker is het „tweebee-
nig Avild" te verslinden, clan te jagen
op viervoeters. Daarom zijn het ook
meestal oudere tijgers, die den mensch
aanvallen
De jacht in Afrika en Indië
Het levenseinde van ieder dier, dat
zich in de vrije natuur in zijn element
voelt, is geheimzinnig. De ouderdom
knaagt aan de krachten der reuzen en
wanneer de dieren voelen, dat hun ein
de nadert, vallen zij ter aarde cn wach
ten af... Men denke hierbij aan dc
uitgestrekte olifant-kerkhoven in Indie
en Afrika, welke reeds door de men
schen zijn ontdekt. Om do vondst
van zulk 'n kerkhof, met het oog op
den grooten voorraad ivoor, liet av elk
eeuwenlang mooi en altijd waardevol
blijft, zijn deze plaatsen des doods vaak
het onderwerp van romans cn legen
den. Tot op heden heeft men echter
nog geen enkele reden ontdekt, waarom
do wilde olifanten uit alle landsdeelen
tozamcnslroomcn, cn juist op één be
paalde plek den laatslcn adem uit tc
blazen.
Dc tijd der massa-afslachtingen door
cle grootwildjagers is zoo goed als
voorhij. Voor ieder schot, dal gelosi
wordt op een olifant, een neushoorn,
een leeuAV of een giraffe, dient men
thans een groote som gelds te betalen
aan de gouvernementen, Avaartoe cle
wilddistrictcn bohooren.
In cle Afrikaansche havens wordt
baar zijn!
Daartegenover stelt de regeering in
Britsch-Indië premiën beschikbaar voor
het doodschieten van bepaalde dier
soorten, die liet leven der menschheid
bedreigen en die niettegenstaande de
regeerings-maatregelen in aantal toene
men. Zoo werden daar in één jaar tijds
3000 menschen door wilde dieren ge
dood. De meeste doodsveroorzakers wa
ren luipaarden, krokodillen en slangen.
In één opzicht zijn mensch en dier
volkomen gelijk, nl. in hun haat tegen
het. reptiel. Slangen vindt men nog bij
milliocnen over den aardbodem rond
kruipen. Na de insecten is wel de slang
cle grootste vijand van cle menschheid
en der dieren. En als er eenmaal geen
gevaarlijk grootwild meer zal zijn, als
de laatste exemplaren Avilde dieren in
de reservaten cn dierentuin leven, dan
nóg zullen cle slangen ongehinderd
rondkruipen, zich vermenigvuldigen en
den mensch aan dén tijd herinneren,
waarin hij nog niet hot. machtigste
schepsel onder dc zon was....
Een zonnige najaarsmiddag bracht
ons laatst nog eens, ver na het. drukke
zomerseizoen, naar Terschelling. Zoo'n
kort tochtje alleen al over de Wadden
zee in herfstzonneglans. met het sil
houet van Harlingen en de wijkende
Friesche kust, met Griend het vogel
eiland oprijzend uit de wateren, na de
aalscholvers van den Pollendam, met
straks de prachtige aankomst aan de
reede van Terschelling, die cle helaas
7.00 jong gestorven groote vriend van
Terschelling, dr. J. W. van Dieren, in
zijn hoekje De Lof van Schellingerland
een der mooiste momenten telkens
wéér in zijn leven noemt, zoo'n kort
tochtje alleen al, met even een indruk
van duin en strand, van vergezicht en
intimiteit, waar 't eiland vol van is en
straks de terugtocht, in dalend zonlicht
en over de donkere avondzee zou rijkelijk
stof bieden voor een reeks van bijdra-
Ren.
Ik wil ditmaal, naar aanleiding van
dit. tochtje, het, onderwerp wat ruimer
nemen. Van Rottum tot, Walcheren
heb ik er daarom boven gezet. Ik heb
daarbij ook aan een boek, een heel
mooi boek gedacht, dat. hier voor mij
ligt en dat op suggestieve Avijze in hot
Avoord van Viruly. Strijbos en Daalder,
cn met voel kostelijke foto's de schoon
heid van onze Noordzeekust voor den
geest roept. Dat boek heet troiiAvens
niet „Van Rottum tot Walcheren" en
Avil het eerste deel zijn van een reeks,
die prachtig worden kan, over<. „de
schoonheid van Nederland" (Uitgeverij
Contact. Amsterdam). Wat benoorden
of liever beoosten Texel ligt: Vlieland,
Terschelling, Ameland, Schiermonnik
oog en Rottum wordt in dit boek niet
vermeld, maar een leemte mag dit
nainvelijks heeten, wanneer we Texel
als grootste der Waddeneilanden, als
pars pro toto. als deel van het geheel
rekenen. Er is dan ook geen aanleiding
om dc diverse eilanden en kusten en
stranden tegen elkaar af te wegen, het
eene is gemakkelijker tc bereiken dan
het andere, het eene grooter, het an
dere kleiner, hot eene rustiger en in
tiemer, het andere drukker bezocht,
maar dc edele schoonheid van de zee,
de spiegelgladde en de rustelooze, van
het duin, het wilde ongerepte, van de
Avulpenroep en dc kreet der meeiiAven,
van do schelpen van het strand en de
schepen veraf cn dichtbij, die schoon-
scheid is cr overal op Rottum en op
Texel, op Schoorl's gebied en langs
Voorne's duin, aan den Hoek van Hol
land en op Walcheren, langs heel de
kust. waarvan Viruly terecht zegt. dat
hef onze kust is misschien het land
schap aa aar de menschen van Neder
land zich zelf het diepst cn duidelijkst
kunnen begrijpen, omdat het eeuAvïge
en het tijdelijke cr elkander vinden,
omdat zij en hun voorgeslacht in dit
grensgebied tusschen het kleine land
en de groote Noordzee zijn geboren en
gegroeid cn de zeeAvind door hun gan-
sche historie van ernstige werkzaam
heid de zilte lucht van de oneindigheid
geblazen heeft
Rottum, hoe eenzaam is het niet al
leen de familie Cupido als bcA\roners,
Schevcningexi, hoe druk kan het zijn als
in den vollen zomer liet seizoen op zijn
hoogte punt is cn op warme dagen het
strand en de zeo krioelen van groot en
klein. Maar om liet eenzame Rottum en
liet. drukke Schevoningcn, om den hoo
gen Brandaris van Terschelling en om
de kleurige dracht van Zoutelande
waait dezelfde zeewind, waarin dezelf
de Avitte meeuwen Avleken en aan den
voet van alle. duinen bruist dezelfde
branding cn zingt de zee zijn eeuwig
en eeuwig-klagend lied.
liet is een vreugde aan den winter-
schen haard in boeken te bladeren, die
een herinnering aan en een vooruit
zicht op deze schoonheid kunnen geven.
Nog grooter vreugde is het op een stil
len, zonnigen herfstdag, of ook wel voor
wie er goed tegen kan, over een wilde
stormbewogon zee nog eens als een af
scheid aan den zomer en een voorproef
van hopelijk nieuwe zomervreugde
later een zeetocht te maken, en het te
zoggen met den dichter, met Adama van
Scheltema mee:
Charles Laughton en Gertrude Lawrence in „Rembrandt van Riin"
(I/)ndon Films)
„Mijn hart heb ik gedragen
Tot aan de wijde zee.
Dc geur van oude dagen
Waait op haar adem mee.
In haar gerucht bedolven
Luistert mijn hart bevrijd
Naar 'I lied van wind en golven
En van vergetelheid."
A. L. B.
Een der fraaie opnamen uit „Staal",
Avelke film Walter Ruttman ver
vaardigde naar een idee van Hans
Gross. Aan de camera 6tond Ger
hard Müller, de muziek is van Wal
ter Gronostay
(Ufa)
zijn troep. De schutterij-officieren, in
wier opdracht Rembrandt dit beroemde
doek vervaardigde, vonden het. echter te
gedempt van toon en niet fel genoeg.
Een hevige twist was het gevolg cn de
opdrachtgevers weigerden het schilderij
tc accepteeren.
Henry HeAvitt heeft groote tooneel- en
filmervaring. Men kon hem in ons land
aanschouwen in cle voortreffelijke film
„Jood Süss".
Een der indrukAvekkendste scènes uit
de film is: het begrafenismaal na den
dood van Rembrandt's vrouw Saskia.
Een ander belangrijk décor stelt
Rembrandt's atelier voor, A\-aar hij werk
te tijdens de periode van zijn hoogste
roem, en waarin vele van zijn bekendste
schilderijen werden geschilderd. Laugh
ton werd precies geïnstrueerd, hoe hij
met zijn palet en cle lange verfkAvasten
moest omgaan.
Rembrandt mengde al zijn kleuren in
IN „De OpbouAv", democratisch tijd
schrift. voor Nederland en Indië be
spreekt J. A. Wiersma, onder den
titel „Wat nu, kleine man" geruchten,
die eenigen tijd geleden de ronde doden,
namelijk, dat Charlie C.haplin een film
zou maken, waarin niet hij zelf de
hoofdrol zou vervullen, waarin hij zelfs
heelemaal niet op het doek zou ver
schijnen.
De schrijver geeft in zijn artikel een
karakteristiek van het „fenomeen
Cliapliii" waaruit we de volgende pas
sages lichten:
„Het zien van een Chaplinfilm wekt
gemengde gevoelens: sympathie en be
wondering voor liet kunstenaarschap
van Chaplin èn een zekere teleurstelling
over het feit, dat diens films, gemeten
met. de criteria van de huidige film-
aeslhetiek en -techniek over het alge
meen beneden de maat blijven. Chap
lin's werk mist de technische perfectie,
de brill ante fotografie, de scènischc vol
maak lbeid en cle verhalende continuï
teit van de beste Amerikaansche en
Europeesche films zooals die van een
Frank Capra, Henry HathaAvay, Hitch
cock en Anatole Litvèk (Mayerling!) Zij
hebben veelal iets stunteligs en onver
zorgds. Daarbij komt, dat C.haplin het
geluid verwaarloost. Het Avordt den cri-
tischen toeschouAver duidelijk, dat
Chaplin geen groot filmkunstenaar in
aesthetischen cn technischen zin is; hij
is een groot en belangrijk filma c t e u r,
die. niettemin als regisseur en practicus
het medium, Avaardoor hij tot de wereld
spreekt, de film, slechts middelmatig
beheerscht.
Wat echter de films van Chaplin ten
allen tijd zoo waardevol en, ondanks de
technische en aesthetische inperfectie,
zoo boeiend doet. zijn. dat. is de figuur
van den Don Quichotte onzer „moderne
tijden" op zichzelf. Charlie is 'n vleesch
geworden anachronisme: hij is de repre
sentant van den romantischen mensch
eener vroeger periode. Hij is in de
film een miskende en hoogst onfor-