De Leonhardritt in Tirol PROCESSIE IN DE DRIE DWAZE BROEDERS NIEDERNDORF NOVEMBERFEEST VUsjulwq uiigrwsm ROMANTIEK EN NATUUR Een sccne uit „The last of the pagans" (Metro Goldwyn Mayer). door Loet C. Barnstljn's Filmdistributie in on9 land zal worden uitgebracht, konden toen in ernst beginnen. Ruim acht maanden bleven Flaherty on de zijnen in Voor-Indië. Thans zijn zij, mót Sahu, naar Denham teruggekeerd, waar de laat9te interieurs gedraaid worden. Een bonte stoet maar vol ernst en ingehouden waardigheid HOEVEEL Nederlanders hebben dezen zomer weer in het Oos- tenrijksch Tirol doorgebracht Maar wat komen de meeste vreem delingen van liet eigenlijk volksleven te weten? Wat de Schuhplattler en Jodlertroepen in de badplaatsen vertoo- ncn, zoowel als dc volksdrachten dio meer kostumeering zijn dan eigenlijke volksdracht, het geeft slechts een gc- kunstelden indruk. Om iets van den echten volksgeest gewaar te worden, moet men een feest bijwonen als do zgn. Leonhardritt. Manr dit feest heeft plaats op den Gden November, wanneer nauwlijks een enkele vreemdeling de stille dalen van Tirol bezoekt. Het was nog geheel duister toen ik als cenige passagier uit Innsbrück weg- stoomde. Manr kort vóór Kuffstoin werd hot in novel gehulde dal zichtbaar en do toppen van de Rofanrots in liet roode dagcrnadslicht, hetgeen een mooien dag voorspelde. In Kufffltein wachtte ons dc autobus. Het gezel schap bestond uit een gchocl ander publiek dan 's zomersweinig stads- incnschcn, geen vroolijke nieuwsgierige vreemdelingen. Maar in hoofdzaak boeren, en boerinnon met de stijve zwarte hoeden van 't. „Untcr-Tnunthal" en de breede zwarte zijden linten, die de glanzende keurig gevlochten vlech- ton omlijsten. Terwijl wij voortrijden, zie ik hoe de herfst schalks verstoppertje speelt: do Bcndlingsbcrg, dien dc wolken met een witte ochtendmuts hebben bekroond, zet die plotseling scheef op, schuift haar dan toe aan zijn buurman cn. in- plaats daarvan vliegt er een Spaansehe kraag om zijn hals, dien hij direct weer verscheurt, waarna hij zich achter oen dichten sluier verschuilt. Nu beginnen de beuken te vlammen en golc en rood bruine vonkjes dansen tusschen de statige dennenstommen. En daar op eens verschijnt N i c cl e r n d o r f, waar het feest zal plaats hebben. Bekoorlijk is dc ligging: op den heuvel de kerk, waarin dc vensters nu door het zon licht schitteren als lichtende oogen en daaromheen aan den voet als kinderen dicht blleen geschaard de huizen. De mis is nog niet ten einde, maar dc dorpsstraten zijn vol leven en be weging. Hier staan er menschen in groepen bijeen, terwijl anderen rond- loopen en de regelaars van het feest vol bezorgdheid om zich heen kijken. Achter half geopende staldeuren schit tert het blanke koper, de boeren jongens roskammen hun paarden tot de huid glanst als beukenloof in den herfst, ze maken ile hoeven zwart en vlechten bonte linten In haren en staart. Nu is de mis uit en ik volg den men- schcnmassa die voortdringt naar een groote weide achter het dorp, waar om geven door de groene hellingen en de zonverlichte hoornen een menigte rui ters verzameld is. De oudere hoeren zitten rustig en bedaard op hun eveneens bedaarde zwaargoflankte dieren, stoppen be dachtzaam hun pijp en wachten met die onverstoorbare aan het noodlot zich onderwerpende rust. welke den boeren tot een tweede natuur is geworden cn hun die onnavolgbare waardigheid ver leent die een stedeling slechts in zeld zame gevallen zich verovert. Maar zoo ver zijn de jongeren nog niet; die wil len tonnen wat ze kunnen, zc willen waagstukken volvoeren. En daarom verlangen ze van hun dieren spaansehe dressuurknnsten. Men zou willen weten wat vandaag deze meest geduldige die naren die anders kaarsrechte voren tn dc zware klei of een boerenkar langs de wegen moeten trekken over hun onbegrijpelijke meesters en de wereld denken. De berijders stooten hun de hiel irt de flanken, de dieren knippen alleen verwonderd met de, oogen, en een slag met dp blijkbaar pas gesmede ronde heeft geen andere uitwerking dan dat ze even den achterpoot optrekken Wijdbeens de voorpnoten kijken zc fa talistisch in dc verte. Er is hier op de wel een kleine kan sel opgericht Nu schijnt het eindelijk te zullen beginnen. Een grijze pastoor houdt do feestpreek: „Ora et Labore". Daaraan hebben de ouden zich gehou den, dat is God's wil en het is de wil van Sint Leonhard, den patroon van landbouw en veeteelt. Maar tegenwoor dig heet het: „labora et ora", werken cn bidden, en dan vergeet, men geheel het „Ora" en daarmee ook God en zijn geboden, Maar zonder God's zegen gaat het den boer niet. goed, daarom „Ora et labora". Gij Christelijk volk, daar van hangt God's zegen af op huis en hof, en Sint Leonard zal voor ons bid den. Om den kleinen kansel op de groote weide staan dicht hij olkaar in een halvcn kring geen nieuwsgierigen, maar alleen die menschen voor wie de pastoor werkelijk spreekt, en die met aandacht naar hem luisteren. De rid ders van Sint George met helm en wa penrüsting en lederen kolder vooraan met de oude door kogels gehavende vlaggen van het dorp en de vaandels van Sint Leonard, en daarachtor de bont versierde feest wagens, Nu en dan hoort men tusschen de woorden van den priester het heldere gehinnik van een paard of het sombere gebrul van een trekos. En rondom rijzen de hellingen in schiterende herfstkleuren, terwijl do de zon hier oen koperen gesp doet flon keren, daar het krulö van een paard doet glanzen, de bruine vlechten van oen „Dirndl" en de wapperende witte haren van den geestelijke. Nu vormt zich do stoet. Weer valt hot mij op hoeveel waardigheid het boercnpubliek toont. Hier is geen spra ke van gedrang of ruwheid, men trapt elkaar niet op dc voeten; aangeboren, welevcnheid blijft den mannen bij. Ik vind dan ook gemakkelijk een goede plaats tegenover het hotel, waarvan nu op het feestelijk versierd halkon de grijze pastoor staat neer te kijken op de aan zijn zorg toevertrouwde zielen. Daar komt dc optocht aan: op een rijk getooid paard verschijnt de drager van het vaandel van Sint Leonard. De pastooir sprenkelt wijwator op hem neer. Do geestelijkheid, de misdienaars allen tc paard, gevolgd door de ridders van Sint George in hun klaterende wa penrusting cn daarachter in bonte rij de feeslwagens, bijna allen één of ander landelijk symbool voorstellend. Eerst de wagen met muzikanten die vroolijke wijsjes uit een Unter-inn Tha ler Mars oh doen hooren, dan een wagon met schoolkinderen, een schutters-, een jacht-, een molenaarswagen met een draai enden windmolen, een wagen van de landbouwersvakvereeniging, een steengroeve, een korenveld rollen voor hij. ja zelfs een karncr uit een hoeren huis cn een „Almhütte". Wel oen dertig wagons zijn er en alle begeleid door boeren op hun zware ploegdieren, waartusschen slechls en kele slankeren beesten. En weer ver- toonen de jonge ruiters hun rijkunsten, enkoio werkers gezeten op zadels, echte museumstukken; de meeste moeten zich vergenoegen met grove dekkleeden en wollen dekens. Overmoedig trekkon ze aan do teugels zoodat de paarden flo bekken opensperren. Tusschen dc wagens zijn er cenige die bijzonder do aandacht trékken: de Sint Leonardswagen, een mos-bedekte kluis inet allerlei dieren er omheen en dc oude Toni Fischbacker, een bekende dorpsfiguur er voor als Sint Leonard met golvend grijs hoofd- en baardhaar; de schutterswagen. waar Sint Sebas- tiaan door de boogschutters mot pijlen wordt bedreigd en de wagens dio liet Kerstfeest en den hemel met Sint Mi chael verbeelden vol met blonde engel tjes, waarvan het. golvend haar haast uit do band der gouden kronen 6pringt En dan dc oogstwagen met tal van origncele boerentypen in bijbel6ch kostuum, en de wagen ter verheerlij king \an de vruchtbaarheid, omkranst door maïskolven en korenhalmen, bela den mot alle mogelijke vruchten, groen ten en landbouwproducten, waarop tot slot de brandweerwagen volgt vol jon gens die een brandend huis bespuiten Maar nog is do stoet niet ten einde, nog zijn niot allo beschermelingen van Sint. Leonard- voorbij getrokken. Klok ken lulden; daar komen, de hoornen versierd met motershooge Rijsbesscn- takken van de bergweiden, een groot aantal van dc mooiste prachtdicron, liet zware vee van het Untcrland; de ossen schijnen weerbarstig door dien ongewonen last tusschen hun hoornen, maar de koeien schrijden plechtig, be dachtzaam voort cn doen aan oude idolen denken. En nu een helder haas- lig getingel, twee witte geiten, zonder begrip van eenlgc waardigheid, die eigenzinnig de met linten versierde koppen schudden. Opeens wijkt dc mcnschenmassa terug naar den huizenkant. Als slot- figuur van de processie komt daar de „Koltooherdie volgens oud Tiroodsch gebruik met zijn ongeloofelijk lange ge- vlochtenn rijzweep klapt, zoodat het door het geheel e dorp wordt gehoord. Bewonderend kijken we naar den bree- den zwaai waarmee de slanke jonge man wijde kringen in de nu ledige ruimte beschrijft. Zoo trekt de optocht vorder: onder het luiden der klokken en het schieten van vuurwapenen maakt hij viermaal de ronde orn den kerkheuvel. Driemaal zegent haar de grijze pastoor, eerst met wijwater, dan zweeft een wierookwolk je er op neer, tenslotte maakt hij het kruisteeken over mensch en vee. Met vroolijke inuziektoonen begeleiden de muziekcorpsen den stoet, die hoe bont hij ook is. uitmunt door diepon ernst en ingehouden waardigheid. Het kleine afgelegen Tlroolschc dorp in de late herfst vormt daar omheen de blij-kleurigo coulissen, een blceke zon bestraalt de besneeuwde borgspit- sen. de weiden in het dal, waarover zelfs nu in den middag nog een dunne nevel ligt. Spoedig komt de winter en de groote rusttijd voor de Tiroolsche boeren en het Tiroler land. Het geheimzinnige o il and door E. Philips Op- penheim. Uitg. A. W. Bruna Zn.'s Uitgeversmaatschappij N.V. te Utrecht. Een dofect aan één der motoren van het. jacht Cormorant, eigendom van Mau rice Duncarrow, die een kruistocht maakt door den Indischen Oceaan, is oorzaak, dat het Jacht een etmaal voor de kust van hot geheimzinnige eiland Astrea moet blijven liggen. Op dat eiland is dc even geheimzinnige persoon van den hoogepriestor uit don witten tem pel, heerschor over do inboorlingen. Jim Duncarrow, een broer van Maurice, brengt onder leiding van zijn inland- schen bediende een bezoek aan het eiland en later alleen zijn bediende is Inmiddels doodgeschoten aan don tem pel. Ilicr redt hij een blanke vrouw, die Juist geofferd zal worden, uit de schcn- nende handen van den hoogepricstcr en zwemmende vlucht Jim met de geredde üladvs naAr het jacht. Er volgt een strijd tusschen Jim en de hoogepricstcr op le ven cn dood. Deze strijd komt te Londen in de laatste phase, doch tenslotte wordt do hoogopriester zelf het slachtoffer van zijn sinistre practijkon. Het slot is een huwelijk tusschen Jim en Gladys. Vergeef Ons door Lloyd C. Douglas. Uitg. J. Philip Kruscman, Den Haag. De voorgaande boeken van Douglas hebben zijn reputatie gevestigd en dit nieuwe boek doet dit evenzeer. Een boek van Douglas behooft eigenlijk geen nadero aanbeveling, want zijn N]'crk^Q nemen een goede plaats in onder de romans van den laatsten tijd. Hier lezen we hot verhaal van een Jongen, Alexander Ferdinand genaamd cn Dinny genoemd, die geboren werd met een hart vol haat, zoodat hij in opstand kwam tegen de gehcele wereld, die zijn al te goedgeloovige moeder had vertrapt. Hij werd student, schreef in zijn collegetijil feuilletons, kon goed voetballen, was ook nog verslaggever en werd tenslotte van het college weg gestuurd, omdat hij zijn misnoegen op salyricke wijze uitto. Door die verban ning werd zijn pen steeds giftiger, doch ten slotte komt er een kentering in zijn gevoelens en dus ook in zijn litteraire uitingen. Dinny krijgt berouw en spijt over zijn vroeger leven en de uitingen daarvan. Zonder zich met kwezelarijen in te laten, en zonder met. zijn bekee ring te koop to loopen, toont hij met dc daad dat het hem met zijn gewijzigde levensbeschouwing ernst is. Dit verhaal zal iederen lezer boeien en bij velen gedachten aan eigen ver leden oproepen. Meerderen zullen hun levenslust weer ophalen uit de bron van den verlichten geost, als door een zilveren koord, vastgemaakt aan een gouden beker. Als de magische drank dan maar naar waarde geschat wordt, als het zilveren koord maar niet door onbedachtzame vingers glipt, of de gou den beker breekt! Dinny had de op dracht gekregen om de apostel te wor den van hen, wier zilveren koorden door de vingers glipten, wier gouden bokers gevaar liepen te breken. En hij vol bracht die nieuwe levenstaak naar be- hooren! Zooals Douglas ons do hoofd- en bij figuren leekent, i9 hét niet beter te doen en daarom is ook dit bock weer zoo prettig te lezen. liet zal menigeen stichtenl Het raadsel aan boord door E. Philips Oppeinheini Uitg. A. W. Bruna Zns. Uitg. MpiJ. N.V. Utrecht. Wie Jit book leest, krijgt een indruk van ccn der grootste finantieöle schan dalen, welke de laatste jaren Frankrijk geschokt hebben en die over de gehce le beschaafde wereld zooveel opzien haarden. Ook leert het boek ons de middelen kennen, waarmede al 1 e po litieke partijen, van uiterst links tot uiterst rechts, hun doel trachen te be reiken. Natuurlijk zijn die middelen verschillend, doch edel en menschlic- vend zijn zc hij geen van alle. Een Jon- gcAmerikaan, Hamer Wildburn ge naamd, heeft een tweedehands jacht gekocht en zonder dat hij het weet, zijn op dat jacht verborgen de bewijzen en authentieke stukken van de geld- en leeningsknoelerijen. Hij krijgt van meerdere groepen aanbiedingen om zijn Jacht ver boven de waarde te koopen, doch hij weigert, ook al, omdat hij het aan zijn aanstaande vrouw als huwe lijksgeschenk wil geven. Ten slotte pro beert de communistische partij het met geweld. Dat gelukt niet. Hamar krijgt toevallig de papieren ln handen, ver nietigt ze en redt Frankrijk van een catastrophe. Buitengewoon interessant boek! WEER EEN FILM VAN FLAHERTY „Toomai of the Elephants van Rudyard Kipling vcr= filmd TOT de zeldzaamste verschijnselen aan de overigens aan noviteiten geenszins arme filmhcmel behoort de geboorte van een nieuwen komiek. ,\oor tragische en amoureuze rollen schieten de sterren als paddestoelen uit den grond. Maar een man, die uil kracht van zijn „vis coniica" niet alleen een „short", maar zelfs een hoofdfilm kan dragen, is een zeldzaamheid. Thans staan wij voor het feit, dat niet één, maar zelfs drie komieken, die in Amerika, ook door de film, met één werk wereldberoemd zijn geworden: de drie Marx Brothers, Groucho, Harpo cn Chico Marx. Waarom? liet mysterie is aangeduid maar nog niot opgelost door te zeggen, dat hun humor anders is dun die van andere komieken: guller, naiever, burlcsker en zonder overdreven diepzin nigheid toch direct uit het hart voort komend. De Marx Brothers zijn méér dan clowns, zij zijn transformatie-kun stenaars, illusionisten, acrobaten on per fecte menschonkenncrs. Als cr zooiets als een „school" van de komische kunst is, dan zou men kunnen zoggen dat zij uit de school van Chaplin stemmen. Elk volk heeft do humor, die het ver dient. Maar dc hurnor van de Marx Bro thers, Amerikaansch van oorsprong en verdeeld over plastische „vis comica" cn de z.g. „wise-cracks", is op weg om in ternationaal door alle landen cn rassen aanvaard te worden. Clowns en parodisten moet men zien; alles wat men er over schrijft doet fei telijk afbreuk aan de kracht waarmee deze liumor wordt gelanceerd. Dit soort humor is zuiver creatief en laat zich niet beschrijven. Niettemin zouden wij als een voorbeeld van voortreffelijke karak teristiek het oordeel willen aanhalen van Amerika's eersten tooneeïcriticus. Mark van Doorcn, (een roman schrijver en dichter van Ncdcrlandsch origine) zooals hij dat naar aanleiding van „Een Avond in de Opera" neer schreef in het weekblad „The Nation". „Het is feitelijk absurd om ernstig te zijn over dc Marx Brothel's, zoo ernstig als ik niettemin op dit oogenbllk zou willen zijn. Ik doe het alleen omdat het nog absurder zou zijn te trachten Hier over geestig te schrijven. De Marx Bro thers zijn in hun soort „absoluut", en dit betcekcnt dat hun MGM film „A Night at the Opera" te geestig is om met de kracht van geestige woorden beschre ven tc worden. Ik beweer dat ik nimmer een zaal zoo lang cn zoo luid heb hooren lachen. Maar het was niet om dc woor den, die zij spraken zelfs niet om de woorden, die Georg Kaufman en Morrie Byskind (de scenarioschrijvers) Groucho en Chico hebben laten zeggen waarhij ik niet vergeet, dat sommige van hun aphorismen tot de beste in jaren belmo ren. Maar het was om de drie dwaze broers zelf, om Groucho. om Chico en om Harpo: om hen en oni dc wonder lijke, bezeten kracht, waarmede zij eens klaps al hot leven in hen zelf en rond om hen schenen te begiftigen. Men zou ook, meen ik, daardoor ontsteld of ver ward kunnen worden; maar dat zou be- teekencn dut men ze niet begrepen had. De drie dwaze Marx Brothers: Groucho, Harpo cn Chico (Metro Goldwyn Mayer). The last of thé pagans" VOOR het maken van bijzondere en tourages voor hun films, zijn do Ilollywoodschc filmproducers nooit bang geweest, niet alleen, dat zc in hun studio's grootscheopschc bouvvso- len lieten optrokken, maar zoo nu on dan zien ze cr evenmin tegen op om een ganschelijke expoditio uit tc rusten ten einde den gewenschtcn achtergrond voor hun rolprenten te verkrijgen. We herin neren ons „Trader Horn", „Eskimo" cn „Sequoia" om alleen do werken welke Metro Goldwyn Mayer uitbracht te be schouwen. Niet, dat deze wei ken allo ge heel en al in oen exotische omgeving wa ren opgenomen, althans zonder bizonde- re technische trucs zijn lot stand geko men. Sequoia bijvoorbeeld, hoe zuiver de film ook was, werd bijna geheel met zeer ingenieus bedachte trucs samengesteld. Er zijn zelfs wel eons Zuidzee-films geheel in de studio's van Hollywood ge maakt. Men mag de voordcelen daarvan niet te spoedig verwerpen. Aan een wer kelijke expeditie naar Tahiti en vooral de omliggende eilanden zijn nog andere bezwaren verbonden dan alleen finan- cieelc: men hangt af van de voor fraaie fotografie uiterst moeilijke atmosferi sche omstandigheden, men hangt af van de menschen, die in hun natuurstaat vaak uiterst bezwaarlijk zuiver voor de lens blijven acteeren. Een dergelijke ex peditie vraagt voor alles een ervaren re gisseur cn een staf van eveneens ter zake kundige leiders. Men heeft 't thans met een expeditie, die vijf maanden op do afgelcgensto der eilanden verbleef, gewaagd. Het resul taat was. na zeer zorgvuldige, tienvou dige selectie, een film met een onover trefbare „coulour locaio", menigten, dan sen cn feesten, dorpen zooals zij daar op het laatste der Paradijs-eilan den nog bestaan. Menschen, dio hun eigen taai spreken, óók op do film, waardoor de eigenlijke „dialoog" slechts op eenige honderden woorden gecon- treerd is, die Engelsche zeelieden cn mijn-ingenieurs lo spreken krijgen. In de hoofdrollen plaatste men won derlijke, maar geslaagde metamorphose de beide... Eskimo's Mala cn Lotus, beroemd geworden in de gelijknamige film. Juist door beu bij de Polynesiërs te voegen, kon men de duizenden onbeken de figuranten in toom houden en hen laten zijn, wat zij ook in werkelijkheid zijn. „Last of the pagans" is de naam van dit werk; 's menschen zucht naar ro mantiek en naar 'n „vlucht uit de werke lijkheid" zijn ongetwijfeld de factoren geweest, waarop de producers hebben gespeculeerd, toen ze deze film lieten maken. Toomai of the Elephants" LONDEN Film Productions is al gcruimen tijd bezig met het ver filmen van Rudyard Kipling's be kende hook „Toomai van dc Olifanten" Robert Flaherty, de bekende vervaar diger van „Nanook", „Taboe" cn „Men of Aran", trok met zijn staf naar Britsch-Indiö. Daar aangekomen, ver spreidde de staf zich en men ging op De Maharadja, die zeer welwillend was, stelde zijn hcele olifant-stoeterij ter beschikking van de film-expeditie. De grootsto olifant. Iravatha, een dier met prachtige slagtanden werd uitver koren om do hoofdrol tc spelen. lede ren morgen kwam Iravatha uit do stal, zijn mahout liet hein een saluut brengen onder Flaherty's raam en dan ging hij rustig onder een groote boom staan wachten, tot men hem noodig had. T oomai Nu moest nog de belangrijke figuur, Toomai, de kleine olifanten-drijver ge vonden worden. Weer ging men op zoek in vorschillcnde richtingen. Thans liep men allo olifantkampen af van Kahankoto tot do bosschon van Shi- moga. I-Iet resultaat was teleurstellend. Twee jongens leken geschikt, maar wa. ren te klein. Als eonig geluk werd op dezen tocht een ideale Petersen-figuur gevonden in den koffic-planter Kapi tein Ralph Kremlin. Kremlin wocu al jaren in Indiö en is een bekend tijger- jager. Zijn verweerd grijs uiterlijk „doet" hot. op de film zoo mogelijk nog betor dan in werkelijkheid. Maar met dat al was de hoofdfiguur nog niet gevonden. Men strekte dc speurtocht uit tot huilen de grenzen van Mysore on tenslotte kwam men thuis mot een jongen uit Cochin en één uit Shimoga, die beiden wel geschikt Mala en Lotus in „The last of the pagans" (Metro Goldwyn). leken. De camera-man, Osmond Borro- dailo voegde daar nog een derde can- didaat aan toe, Mohammed Sultan, die hijin de stallen van do Maharad ja van Mysore gevonden had. En een paar dagen later kwam Borrodaile met nog oen vondst, aanzetten, do twaalf jarige wees, Sabu, ook in de stad zelf gevonden. Sabu was zeer \erlcgen cn schuw en uit medelijden hielden men hem er maar hij, al dacht men niot, dat hij zou voldoen. De jongens mochten de eerste dagen allerlei spelletjes doen om te wennen cn los te komen, maar worden terdoge geobserveerd. Eenigo weken daarna trokken de le den der expeditie de jungle in voor de opnamen. Op het laatste moment werd Sabu gekozen om mee tc gaan. In het kamp gearriveerd, veranderde Sabu ge heel. Of het. kwam, dat. hij weer in de jungle terug was, of door de weten schap, dat hij boven de andoren uitver koren was, is niet hekend, maar Fla herty was enthousiast. De opnamen voor de film, die den titel zal dragen „Elephant Boy" cn die Het genie der Marx Brothers bestaat in hun gevoel voor parodie. Zij zijn nooit endc nimmer zichzelf. Zij bestaan te overdadig om tevreden tc zijn met zich zelf cn hun eigen wezen zij moeten eenvoudig verder, zij moeten zich, dooi de snelste aller overgangen, door den humor, omtoovcren in anderen dan zij zelf. Groucho, in mijn oogen de intel lectueels ster van het trio, is nooit iets of iemand anders dan wat hij op een be paald oogenblik voorgeeft te zijn. Evenals Falstaff is hij een meester van vele stijlen cn slaaf van geen daarvan. Ook Falstaff kon om beurten een groote lord zijn, een bezige generaal, een laf aard die zijn zonden huilend bekent, een oude heilige, vergaan van eigen zuchten cn lijden, een miskend vriend, een ver regaande leugenaar, een boelmonnik, en deze lijst put de veelheid van zijn verschijningen allerminst uit. Hij is al les en nimmer zichzelf, en terzeufder tijd is hij het mees. strikt omschreven ko rakter dat een drama zich zou kunnen wenschcn. Ilij wordt bepaald door dien overdaad van leven, die in hem leeft en waardoor hij een zoo eindeloos welbeha gen schept in het leven der anderen, dat hij mee- en doorleeft. zoek naar de meest geschikte omge ving. Robert Flaherty trok van Bom bay uit naar Dehli en verder tot den voet der Himalaya, toen hij een enthou siast telegram kreeg, dat hem naar Mysore riep. Dc stad Mysore telt 50000 inwoners, onder welke slechts 20 Euro peanon zijn. De omgeving was geknipt voor de film cn men ging thans op zoek naar een geschikt gebouw, waar in men kon wonen, maar vooral, waar in een behoorlijk laboratorium kon worden ingericht. Men huurde een klein paleis Chittaranjan Mahal, dat oorspronkelijk voor de grootmoeder van den Maharadje bestemd was, maar dat leeg bleef staan, „omdat het cr spook te". In het gebouw bevond zich een groote bedicndcnhall, die uitstekend tot laboratorium ingericht kon worden. De tuin, eenige ares groot was, zat vol cobra's, zoodut men allereerst een ex pert-slangenvanger aanstelde. Groucho is eenigszins hetzelfde. Ilarpo ook Ilarpo die slechts de stijlen dei pantomime kent omdat hij de doofstom me speelt, maar die bijvoorbeeld voor het hoogtepunt van de klucht zorgt wanneer hij zich eensklaps als acrobaat ontpopt." De kleine jongen, die in „Toomai of the Elephants" de hoofdrol speelt (London films).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 12