De Leonhardritt in Tirol
PROCESSIE IN
DE DRIE DWAZE BROEDERS
NIEDERNDORF
NOVEMBERFEEST
VUsjulwq uiigrwsm
ROMANTIEK EN
NATUUR
Een sccne uit „The last of the pagans"
(Metro Goldwyn Mayer).
door Loet C. Barnstljn's Filmdistributie
in on9 land zal worden uitgebracht,
konden toen in ernst beginnen. Ruim
acht maanden bleven Flaherty on de
zijnen in Voor-Indië. Thans zijn zij,
mót Sahu, naar Denham teruggekeerd,
waar de laat9te interieurs gedraaid
worden.
Een bonte stoet maar vol
ernst en ingehouden
waardigheid
HOEVEEL Nederlanders hebben
dezen zomer weer in het Oos-
tenrijksch Tirol doorgebracht
Maar wat komen de meeste vreem
delingen van liet eigenlijk volksleven
te weten? Wat de Schuhplattler en
Jodlertroepen in de badplaatsen vertoo-
ncn, zoowel als dc volksdrachten dio
meer kostumeering zijn dan eigenlijke
volksdracht, het geeft slechts een gc-
kunstelden indruk. Om iets van den
echten volksgeest gewaar te worden,
moet men een feest bijwonen als do
zgn. Leonhardritt. Manr dit feest heeft
plaats op den Gden November, wanneer
nauwlijks een enkele vreemdeling de
stille dalen van Tirol bezoekt.
Het was nog geheel duister toen ik
als cenige passagier uit Innsbrück weg-
stoomde. Manr kort vóór Kuffstoin
werd hot in novel gehulde dal zichtbaar
en do toppen van de Rofanrots in liet
roode dagcrnadslicht, hetgeen een
mooien dag voorspelde. In Kufffltein
wachtte ons dc autobus. Het gezel
schap bestond uit een gchocl ander
publiek dan 's zomersweinig stads-
incnschcn, geen vroolijke nieuwsgierige
vreemdelingen. Maar in hoofdzaak
boeren, en boerinnon met de stijve
zwarte hoeden van 't. „Untcr-Tnunthal"
en de breede zwarte zijden linten, die
de glanzende keurig gevlochten vlech-
ton omlijsten.
Terwijl wij voortrijden, zie ik hoe de
herfst schalks verstoppertje speelt: do
Bcndlingsbcrg, dien dc wolken met een
witte ochtendmuts hebben bekroond,
zet die plotseling scheef op, schuift
haar dan toe aan zijn buurman cn. in-
plaats daarvan vliegt er een Spaansehe
kraag om zijn hals, dien hij direct weer
verscheurt, waarna hij zich achter oen
dichten sluier verschuilt. Nu beginnen
de beuken te vlammen en golc en rood
bruine vonkjes dansen tusschen de
statige dennenstommen. En daar op
eens verschijnt N i c cl e r n d o r f, waar
het feest zal plaats hebben. Bekoorlijk
is dc ligging: op den heuvel de kerk,
waarin dc vensters nu door het zon
licht schitteren als lichtende oogen en
daaromheen aan den voet als kinderen
dicht blleen geschaard de huizen.
De mis is nog niet ten einde, maar
dc dorpsstraten zijn vol leven en be
weging. Hier staan er menschen in
groepen bijeen, terwijl anderen rond-
loopen en de regelaars van het feest
vol bezorgdheid om zich heen kijken.
Achter half geopende staldeuren schit
tert het blanke koper, de boeren jongens
roskammen hun paarden tot de huid
glanst als beukenloof in den herfst, ze
maken ile hoeven zwart en vlechten
bonte linten In haren en staart.
Nu is de mis uit en ik volg den men-
schcnmassa die voortdringt naar een
groote weide achter het dorp, waar om
geven door de groene hellingen en de
zonverlichte hoornen een menigte rui
ters verzameld is.
De oudere hoeren zitten rustig en
bedaard op hun eveneens bedaarde
zwaargoflankte dieren, stoppen be
dachtzaam hun pijp en wachten met
die onverstoorbare aan het noodlot zich
onderwerpende rust. welke den boeren
tot een tweede natuur is geworden cn
hun die onnavolgbare waardigheid ver
leent die een stedeling slechts in zeld
zame gevallen zich verovert. Maar zoo
ver zijn de jongeren nog niet; die wil
len tonnen wat ze kunnen, zc willen
waagstukken volvoeren. En daarom
verlangen ze van hun dieren spaansehe
dressuurknnsten. Men zou willen weten
wat vandaag deze meest geduldige die
naren die anders kaarsrechte voren tn
dc zware klei of een boerenkar langs
de wegen moeten trekken over hun
onbegrijpelijke meesters en de wereld
denken. De berijders stooten hun de
hiel irt de flanken, de dieren knippen
alleen verwonderd met de, oogen, en
een slag met dp blijkbaar pas gesmede
ronde heeft geen andere uitwerking dan
dat ze even den achterpoot optrekken
Wijdbeens de voorpnoten kijken zc fa
talistisch in dc verte.
Er is hier op de wel een kleine kan
sel opgericht Nu schijnt het eindelijk
te zullen beginnen. Een grijze pastoor
houdt do feestpreek: „Ora et Labore".
Daaraan hebben de ouden zich gehou
den, dat is God's wil en het is de wil
van Sint Leonhard, den patroon van
landbouw en veeteelt. Maar tegenwoor
dig heet het: „labora et ora", werken
cn bidden, en dan vergeet, men geheel
het „Ora" en daarmee ook God en zijn
geboden, Maar zonder God's zegen gaat
het den boer niet. goed, daarom „Ora
et labora". Gij Christelijk volk, daar
van hangt God's zegen af op huis en
hof, en Sint Leonard zal voor ons bid
den.
Om den kleinen kansel op de groote
weide staan dicht hij olkaar in een
halvcn kring geen nieuwsgierigen,
maar alleen die menschen voor wie de
pastoor werkelijk spreekt, en die met
aandacht naar hem luisteren. De rid
ders van Sint George met helm en wa
penrüsting en lederen kolder vooraan
met de oude door kogels gehavende
vlaggen van het dorp en de vaandels
van Sint Leonard, en daarachtor de
bont versierde feest wagens, Nu en dan
hoort men tusschen de woorden van
den priester het heldere gehinnik van
een paard of het sombere gebrul van
een trekos.
En rondom rijzen de hellingen in
schiterende herfstkleuren, terwijl do
de zon hier oen koperen gesp doet flon
keren, daar het krulö van een paard
doet glanzen, de bruine vlechten van
oen „Dirndl" en de wapperende witte
haren van den geestelijke.
Nu vormt zich do stoet. Weer valt
hot mij op hoeveel waardigheid het
boercnpubliek toont. Hier is geen spra
ke van gedrang of ruwheid, men trapt
elkaar niet op dc voeten; aangeboren,
welevcnheid blijft den mannen bij. Ik
vind dan ook gemakkelijk een goede
plaats tegenover het hotel, waarvan
nu op het feestelijk versierd halkon de
grijze pastoor staat neer te kijken op
de aan zijn zorg toevertrouwde zielen.
Daar komt dc optocht aan: op een
rijk getooid paard verschijnt de drager
van het vaandel van Sint Leonard. De
pastooir sprenkelt wijwator op hem
neer. Do geestelijkheid, de misdienaars
allen tc paard, gevolgd door de ridders
van Sint George in hun klaterende wa
penrusting cn daarachter in bonte rij
de feeslwagens, bijna allen één of
ander landelijk symbool voorstellend.
Eerst de wagen met muzikanten die
vroolijke wijsjes uit een Unter-inn Tha
ler Mars oh doen hooren, dan een wagon
met schoolkinderen, een schutters-, een
jacht-, een molenaarswagen met een
draai enden windmolen, een wagen van
de landbouwersvakvereeniging, een
steengroeve, een korenveld rollen voor
hij. ja zelfs een karncr uit een hoeren
huis cn een „Almhütte".
Wel oen dertig wagons zijn er en alle
begeleid door boeren op hun zware
ploegdieren, waartusschen slechls en
kele slankeren beesten. En weer ver-
toonen de jonge ruiters hun rijkunsten,
enkoio werkers gezeten op zadels, echte
museumstukken; de meeste moeten
zich vergenoegen met grove dekkleeden
en wollen dekens. Overmoedig trekkon
ze aan do teugels zoodat de paarden
flo bekken opensperren.
Tusschen dc wagens zijn er cenige
die bijzonder do aandacht trékken: de
Sint Leonardswagen, een mos-bedekte
kluis inet allerlei dieren er omheen en
dc oude Toni Fischbacker, een bekende
dorpsfiguur er voor als Sint Leonard
met golvend grijs hoofd- en baardhaar;
de schutterswagen. waar Sint Sebas-
tiaan door de boogschutters mot pijlen
wordt bedreigd en de wagens dio liet
Kerstfeest en den hemel met Sint Mi
chael verbeelden vol met blonde engel
tjes, waarvan het. golvend haar haast
uit do band der gouden kronen 6pringt
En dan dc oogstwagen met tal van
origncele boerentypen in bijbel6ch
kostuum, en de wagen ter verheerlij
king \an de vruchtbaarheid, omkranst
door maïskolven en korenhalmen, bela
den mot alle mogelijke vruchten, groen
ten en landbouwproducten, waarop tot
slot de brandweerwagen volgt vol jon
gens die een brandend huis bespuiten
Maar nog is do stoet niet ten einde,
nog zijn niot allo beschermelingen van
Sint. Leonard- voorbij getrokken. Klok
ken lulden; daar komen, de hoornen
versierd met motershooge Rijsbesscn-
takken van de bergweiden, een groot
aantal van dc mooiste prachtdicron,
liet zware vee van het Untcrland; de
ossen schijnen weerbarstig door dien
ongewonen last tusschen hun hoornen,
maar de koeien schrijden plechtig, be
dachtzaam voort cn doen aan oude
idolen denken. En nu een helder haas-
lig getingel, twee witte geiten, zonder
begrip van eenlgc waardigheid, die
eigenzinnig de met linten versierde
koppen schudden.
Opeens wijkt dc mcnschenmassa
terug naar den huizenkant. Als slot-
figuur van de processie komt daar de
„Koltooherdie volgens oud Tiroodsch
gebruik met zijn ongeloofelijk lange ge-
vlochtenn rijzweep klapt, zoodat het
door het geheel e dorp wordt gehoord.
Bewonderend kijken we naar den bree-
den zwaai waarmee de slanke jonge
man wijde kringen in de nu ledige
ruimte beschrijft.
Zoo trekt de optocht vorder: onder
het luiden der klokken en het schieten
van vuurwapenen maakt hij viermaal
de ronde orn den kerkheuvel. Driemaal
zegent haar de grijze pastoor, eerst met
wijwater, dan zweeft een wierookwolk
je er op neer, tenslotte maakt hij het
kruisteeken over mensch en vee. Met
vroolijke inuziektoonen begeleiden de
muziekcorpsen den stoet, die hoe bont
hij ook is. uitmunt door diepon ernst
en ingehouden waardigheid.
Het kleine afgelegen Tlroolschc dorp
in de late herfst vormt daar omheen
de blij-kleurigo coulissen, een blceke
zon bestraalt de besneeuwde borgspit-
sen. de weiden in het dal, waarover
zelfs nu in den middag nog een dunne
nevel ligt.
Spoedig komt de winter en de groote
rusttijd voor de Tiroolsche boeren en
het Tiroler land.
Het geheimzinnige
o il and door E. Philips Op-
penheim. Uitg. A. W. Bruna
Zn.'s Uitgeversmaatschappij
N.V. te Utrecht.
Een dofect aan één der motoren van
het. jacht Cormorant, eigendom van Mau
rice Duncarrow, die een kruistocht
maakt door den Indischen Oceaan, is
oorzaak, dat het Jacht een etmaal voor
de kust van hot geheimzinnige eiland
Astrea moet blijven liggen. Op dat eiland
is dc even geheimzinnige persoon van
den hoogepriestor uit don witten tem
pel, heerschor over do inboorlingen. Jim
Duncarrow, een broer van Maurice,
brengt onder leiding van zijn inland-
schen bediende een bezoek aan het
eiland en later alleen zijn bediende is
Inmiddels doodgeschoten aan don tem
pel. Ilicr redt hij een blanke vrouw, die
Juist geofferd zal worden, uit de schcn-
nende handen van den hoogepricstcr en
zwemmende vlucht Jim met de geredde
üladvs naAr het jacht. Er volgt een strijd
tusschen Jim en de hoogepricstcr op le
ven cn dood. Deze strijd komt te Londen
in de laatste phase, doch tenslotte wordt
do hoogopriester zelf het slachtoffer van
zijn sinistre practijkon. Het slot is een
huwelijk tusschen Jim en Gladys.
Vergeef Ons door Lloyd
C. Douglas. Uitg. J. Philip
Kruscman, Den Haag.
De voorgaande boeken van Douglas
hebben zijn reputatie gevestigd en dit
nieuwe boek doet dit evenzeer. Een
boek van Douglas behooft eigenlijk geen
nadero aanbeveling, want zijn N]'crk^Q
nemen een goede plaats in onder de
romans van den laatsten tijd.
Hier lezen we hot verhaal van een
Jongen, Alexander Ferdinand genaamd
cn Dinny genoemd, die geboren werd
met een hart vol haat, zoodat hij in
opstand kwam tegen de gehcele wereld,
die zijn al te goedgeloovige moeder had
vertrapt. Hij werd student, schreef in
zijn collegetijil feuilletons, kon goed
voetballen, was ook nog verslaggever
en werd tenslotte van het college weg
gestuurd, omdat hij zijn misnoegen op
salyricke wijze uitto. Door die verban
ning werd zijn pen steeds giftiger, doch
ten slotte komt er een kentering in zijn
gevoelens en dus ook in zijn litteraire
uitingen. Dinny krijgt berouw en spijt
over zijn vroeger leven en de uitingen
daarvan. Zonder zich met kwezelarijen
in te laten, en zonder met. zijn bekee
ring te koop to loopen, toont hij met dc
daad dat het hem met zijn gewijzigde
levensbeschouwing ernst is.
Dit verhaal zal iederen lezer boeien
en bij velen gedachten aan eigen ver
leden oproepen. Meerderen zullen hun
levenslust weer ophalen uit de bron
van den verlichten geost, als door een
zilveren koord, vastgemaakt aan een
gouden beker. Als de magische drank
dan maar naar waarde geschat wordt,
als het zilveren koord maar niet door
onbedachtzame vingers glipt, of de gou
den beker breekt! Dinny had de op
dracht gekregen om de apostel te wor
den van hen, wier zilveren koorden door
de vingers glipten, wier gouden bokers
gevaar liepen te breken. En hij vol
bracht die nieuwe levenstaak naar be-
hooren!
Zooals Douglas ons do hoofd- en bij
figuren leekent, i9 hét niet beter te
doen en daarom is ook dit bock weer
zoo prettig te lezen. liet zal menigeen
stichtenl
Het raadsel aan boord
door E. Philips Oppeinheini
Uitg. A. W. Bruna Zns.
Uitg. MpiJ. N.V. Utrecht.
Wie Jit book leest, krijgt een indruk
van ccn der grootste finantieöle schan
dalen, welke de laatste jaren Frankrijk
geschokt hebben en die over de gehce
le beschaafde wereld zooveel opzien
haarden. Ook leert het boek ons de
middelen kennen, waarmede al 1 e po
litieke partijen, van uiterst links tot
uiterst rechts, hun doel trachen te be
reiken. Natuurlijk zijn die middelen
verschillend, doch edel en menschlic-
vend zijn zc hij geen van alle. Een Jon-
gcAmerikaan, Hamer Wildburn ge
naamd, heeft een tweedehands jacht
gekocht en zonder dat hij het weet, zijn
op dat jacht verborgen de bewijzen en
authentieke stukken van de geld- en
leeningsknoelerijen. Hij krijgt van
meerdere groepen aanbiedingen om zijn
Jacht ver boven de waarde te koopen,
doch hij weigert, ook al, omdat hij het
aan zijn aanstaande vrouw als huwe
lijksgeschenk wil geven. Ten slotte pro
beert de communistische partij het met
geweld. Dat gelukt niet. Hamar krijgt
toevallig de papieren ln handen, ver
nietigt ze en redt Frankrijk van een
catastrophe. Buitengewoon interessant
boek!
WEER EEN FILM
VAN FLAHERTY
„Toomai of the Elephants
van Rudyard Kipling vcr=
filmd
TOT de zeldzaamste verschijnselen
aan de overigens aan noviteiten
geenszins arme filmhcmel behoort
de geboorte van een nieuwen komiek.
,\oor tragische en amoureuze rollen
schieten de sterren als paddestoelen uit
den grond. Maar een man, die uil kracht
van zijn „vis coniica" niet alleen een
„short", maar zelfs een hoofdfilm kan
dragen, is een zeldzaamheid.
Thans staan wij voor het feit, dat niet
één, maar zelfs drie komieken, die in
Amerika, ook door de film, met één werk
wereldberoemd zijn geworden: de drie
Marx Brothers, Groucho, Harpo cn
Chico Marx.
Waarom? liet mysterie is aangeduid
maar nog niot opgelost door te zeggen,
dat hun humor anders is dun die
van andere komieken: guller, naiever,
burlcsker en zonder overdreven diepzin
nigheid toch direct uit het hart voort
komend. De Marx Brothers zijn méér
dan clowns, zij zijn transformatie-kun
stenaars, illusionisten, acrobaten on per
fecte menschonkenncrs. Als cr zooiets
als een „school" van de komische kunst
is, dan zou men kunnen zoggen dat zij
uit de school van Chaplin stemmen.
Elk volk heeft do humor, die het ver
dient. Maar dc hurnor van de Marx Bro
thers, Amerikaansch van oorsprong en
verdeeld over plastische „vis comica" cn
de z.g. „wise-cracks", is op weg om in
ternationaal door alle landen cn rassen
aanvaard te worden.
Clowns en parodisten moet men zien;
alles wat men er over schrijft doet fei
telijk afbreuk aan de kracht waarmee
deze liumor wordt gelanceerd. Dit soort
humor is zuiver creatief en laat zich niet
beschrijven. Niettemin zouden wij als
een voorbeeld van voortreffelijke karak
teristiek het oordeel willen aanhalen
van Amerika's eersten tooneeïcriticus.
Mark van Doorcn, (een roman
schrijver en dichter van Ncdcrlandsch
origine) zooals hij dat naar aanleiding
van „Een Avond in de Opera" neer
schreef in het weekblad „The Nation".
„Het is feitelijk absurd om ernstig te
zijn over dc Marx Brothel's, zoo ernstig
als ik niettemin op dit oogenbllk zou
willen zijn. Ik doe het alleen omdat het
nog absurder zou zijn te trachten Hier
over geestig te schrijven. De Marx Bro
thers zijn in hun soort „absoluut", en
dit betcekcnt dat hun MGM film „A
Night at the Opera" te geestig is om met
de kracht van geestige woorden beschre
ven tc worden. Ik beweer dat ik nimmer
een zaal zoo lang cn zoo luid heb hooren
lachen. Maar het was niet om dc woor
den, die zij spraken zelfs niet om de
woorden, die Georg Kaufman en Morrie
Byskind (de scenarioschrijvers) Groucho
en Chico hebben laten zeggen waarhij
ik niet vergeet, dat sommige van hun
aphorismen tot de beste in jaren belmo
ren. Maar het was om de drie dwaze
broers zelf, om Groucho. om Chico en
om Harpo: om hen en oni dc wonder
lijke, bezeten kracht, waarmede zij eens
klaps al hot leven in hen zelf en rond
om hen schenen te begiftigen. Men zou
ook, meen ik, daardoor ontsteld of ver
ward kunnen worden; maar dat zou be-
teekencn dut men ze niet begrepen had.
De drie dwaze Marx Brothers:
Groucho, Harpo cn Chico
(Metro Goldwyn Mayer).
The last of thé pagans"
VOOR het maken van bijzondere en
tourages voor hun films, zijn
do Ilollywoodschc filmproducers
nooit bang geweest, niet alleen, dat zc
in hun studio's grootscheopschc bouvvso-
len lieten optrokken, maar zoo nu on
dan zien ze cr evenmin tegen op om een
ganschelijke expoditio uit tc rusten ten
einde den gewenschtcn achtergrond voor
hun rolprenten te verkrijgen. We herin
neren ons „Trader Horn", „Eskimo" cn
„Sequoia" om alleen do werken welke
Metro Goldwyn Mayer uitbracht te be
schouwen. Niet, dat deze wei ken allo ge
heel en al in oen exotische omgeving wa
ren opgenomen, althans zonder bizonde-
re technische trucs zijn lot stand geko
men. Sequoia bijvoorbeeld, hoe zuiver de
film ook was, werd bijna geheel met zeer
ingenieus bedachte trucs samengesteld.
Er zijn zelfs wel eons Zuidzee-films
geheel in de studio's van Hollywood ge
maakt. Men mag de voordcelen daarvan
niet te spoedig verwerpen. Aan een wer
kelijke expeditie naar Tahiti en vooral
de omliggende eilanden zijn nog andere
bezwaren verbonden dan alleen finan-
cieelc: men hangt af van de voor fraaie
fotografie uiterst moeilijke atmosferi
sche omstandigheden, men hangt af van
de menschen, die in hun natuurstaat
vaak uiterst bezwaarlijk zuiver voor de
lens blijven acteeren. Een dergelijke ex
peditie vraagt voor alles een ervaren re
gisseur cn een staf van eveneens ter
zake kundige leiders.
Men heeft 't thans met een expeditie,
die vijf maanden op do afgelcgensto der
eilanden verbleef, gewaagd. Het resul
taat was. na zeer zorgvuldige, tienvou
dige selectie, een film met een onover
trefbare „coulour locaio", menigten, dan
sen cn feesten, dorpen zooals zij daar
op het laatste der Paradijs-eilan
den nog bestaan. Menschen, dio hun
eigen taai spreken, óók op do film,
waardoor de eigenlijke „dialoog" slechts
op eenige honderden woorden gecon-
treerd is, die Engelsche zeelieden cn
mijn-ingenieurs lo spreken krijgen.
In de hoofdrollen plaatste men won
derlijke, maar geslaagde metamorphose
de beide... Eskimo's Mala cn Lotus,
beroemd geworden in de gelijknamige
film. Juist door beu bij de Polynesiërs te
voegen, kon men de duizenden onbeken
de figuranten in toom houden en hen
laten zijn, wat zij ook in werkelijkheid
zijn.
„Last of the pagans" is de naam van
dit werk; 's menschen zucht naar ro
mantiek en naar 'n „vlucht uit de werke
lijkheid" zijn ongetwijfeld de factoren
geweest, waarop de producers hebben
gespeculeerd, toen ze deze film lieten
maken.
Toomai of the Elephants"
LONDEN Film Productions is al
gcruimen tijd bezig met het ver
filmen van Rudyard Kipling's be
kende hook „Toomai van dc Olifanten"
Robert Flaherty, de bekende vervaar
diger van „Nanook", „Taboe" cn „Men
of Aran", trok met zijn staf naar
Britsch-Indiö. Daar aangekomen, ver
spreidde de staf zich en men ging op
De Maharadja, die zeer welwillend
was, stelde zijn hcele olifant-stoeterij
ter beschikking van de film-expeditie.
De grootsto olifant. Iravatha, een dier
met prachtige slagtanden werd uitver
koren om do hoofdrol tc spelen. lede
ren morgen kwam Iravatha uit do
stal, zijn mahout liet hein een saluut
brengen onder Flaherty's raam en dan
ging hij rustig onder een groote boom
staan wachten, tot men hem noodig
had.
T oomai
Nu moest nog de belangrijke figuur,
Toomai, de kleine olifanten-drijver ge
vonden worden. Weer ging men op
zoek in vorschillcnde richtingen. Thans
liep men allo olifantkampen af van
Kahankoto tot do bosschon van Shi-
moga. I-Iet resultaat was teleurstellend.
Twee jongens leken geschikt, maar wa.
ren te klein. Als eonig geluk werd op
dezen tocht een ideale Petersen-figuur
gevonden in den koffic-planter Kapi
tein Ralph Kremlin. Kremlin wocu al
jaren in Indiö en is een bekend tijger-
jager. Zijn verweerd grijs uiterlijk
„doet" hot. op de film zoo mogelijk nog
betor dan in werkelijkheid.
Maar met dat al was de hoofdfiguur
nog niet gevonden. Men strekte dc
speurtocht uit tot huilen de grenzen
van Mysore on tenslotte kwam men
thuis mot een jongen uit Cochin en één
uit Shimoga, die beiden wel geschikt
Mala en Lotus in „The last
of the pagans"
(Metro Goldwyn).
leken. De camera-man, Osmond Borro-
dailo voegde daar nog een derde can-
didaat aan toe, Mohammed Sultan, die
hijin de stallen van do Maharad
ja van Mysore gevonden had. En een
paar dagen later kwam Borrodaile met
nog oen vondst, aanzetten, do twaalf
jarige wees, Sabu, ook in de stad zelf
gevonden. Sabu was zeer \erlcgen cn
schuw en uit medelijden hielden men
hem er maar hij, al dacht men niot, dat
hij zou voldoen. De jongens mochten
de eerste dagen allerlei spelletjes doen
om te wennen cn los te komen, maar
worden terdoge geobserveerd.
Eenigo weken daarna trokken de le
den der expeditie de jungle in voor de
opnamen. Op het laatste moment werd
Sabu gekozen om mee tc gaan. In het
kamp gearriveerd, veranderde Sabu ge
heel. Of het. kwam, dat. hij weer in de
jungle terug was, of door de weten
schap, dat hij boven de andoren uitver
koren was, is niet hekend, maar Fla
herty was enthousiast.
De opnamen voor de film, die den
titel zal dragen „Elephant Boy" cn die
Het genie der Marx Brothers bestaat
in hun gevoel voor parodie. Zij zijn nooit
endc nimmer zichzelf. Zij bestaan te
overdadig om tevreden tc zijn met zich
zelf cn hun eigen wezen zij moeten
eenvoudig verder, zij moeten zich, dooi
de snelste aller overgangen, door den
humor, omtoovcren in anderen dan zij
zelf. Groucho, in mijn oogen de intel
lectueels ster van het trio, is nooit iets
of iemand anders dan wat hij op een be
paald oogenblik voorgeeft te zijn.
Evenals Falstaff is hij een meester van
vele stijlen cn slaaf van geen daarvan.
Ook Falstaff kon om beurten een groote
lord zijn, een bezige generaal, een laf
aard die zijn zonden huilend bekent, een
oude heilige, vergaan van eigen zuchten
cn lijden, een miskend vriend, een ver
regaande leugenaar, een boelmonnik,
en deze lijst put de veelheid van zijn
verschijningen allerminst uit. Hij is al
les en nimmer zichzelf, en terzeufder tijd
is hij het mees. strikt omschreven ko
rakter dat een drama zich zou kunnen
wenschcn. Ilij wordt bepaald door dien
overdaad van leven, die in hem leeft en
waardoor hij een zoo eindeloos welbeha
gen schept in het leven der anderen, dat
hij mee- en doorleeft.
zoek naar de meest geschikte omge
ving. Robert Flaherty trok van Bom
bay uit naar Dehli en verder tot den
voet der Himalaya, toen hij een enthou
siast telegram kreeg, dat hem naar
Mysore riep. Dc stad Mysore telt 50000
inwoners, onder welke slechts 20 Euro
peanon zijn. De omgeving was geknipt
voor de film cn men ging thans op
zoek naar een geschikt gebouw, waar
in men kon wonen, maar vooral, waar
in een behoorlijk laboratorium kon
worden ingericht. Men huurde een
klein paleis Chittaranjan Mahal, dat
oorspronkelijk voor de grootmoeder van
den Maharadje bestemd was, maar dat
leeg bleef staan, „omdat het cr spook
te". In het gebouw bevond zich een
groote bedicndcnhall, die uitstekend
tot laboratorium ingericht kon worden.
De tuin, eenige ares groot was, zat vol
cobra's, zoodut men allereerst een ex
pert-slangenvanger aanstelde.
Groucho is eenigszins hetzelfde. Ilarpo
ook Ilarpo die slechts de stijlen dei
pantomime kent omdat hij de doofstom
me speelt, maar die bijvoorbeeld voor het
hoogtepunt van de klucht zorgt wanneer
hij zich eensklaps als acrobaat ontpopt."
De kleine jongen, die in „Toomai of the
Elephants" de hoofdrol speelt (London films).