NIEUWE RICHTLIJNEN
Debat in tweeden termijn
VOOR HANDELSPOLITIEK
Familiedrama te
IJmuiden
Prins Bernhard
bij Hitier
Regeering blijft
op haar stuk
Mr. STEENBERGHE
SPREEKT
Nederland hebbe zijn deel!
Opgewacht door de
Prinses
UIT DE STAATSCOURANT
2e BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 18 NOVEMBER 1936
Een zuiver nationale politiek
is hard noodzakelijk, ge»
dicteerd door Neder»
landsche belangen
's-GRAVENHAGE, 17 Nov. De Ver-
eeniging voor actieve handelspolitiek
hield hedenmiddag half drie in een der
zalen van den Dierentuin te 's-Gravcn
hage haar algemeene openbare jaarver
gadering. onder voorzitterschap van
Prof. Mr. P. A. Diepenhorst uit Amster
dam.
Mr. M. P. L. Steenberghe, oud-minis
ter van Economische Zaken, heeft in
deze bijeenkomst een rede gehouden
over: „De gewijzigde economische ver
houdingen en onze handelspolitiek".
Van 1927 af is stelselmatig ons volk
voorgehouden, dat de internationale
vrijhandel in aantocht was. Internatio
nale economische conferentie^ volgden
elkaar in de jaren na 1927 op Steeds
bleef men. volkomen ten onrechte, hoop
houden. Steeds liet men na, de voor
Nederland noodige maatregelen te ne
men. Intus6chen stonden onze onder
handelaars met leege handen, werd de
invoer ten nadeele van ons nationaal
bedrijfsleven veel te groot, en wreekten
zich deze fouten nog jaren later, omdat
het in 1933'36 onmogelijk was in kor
ten tijd de gevolgen van onze jaren
lange weerloosheid in te halen. Waar
om deze terugblik in het verleden?
Omdat op dit oogenblik dezelfde men
taliteit dreigt terug te keeren. Sommi
gen motiveeren dit met de devaluatie
en de daarop volgende prijsstijging, an
deren met de op gang komende wereld
conjunctuur, derden met dezelfde argu
menten alt» in de vorige jaren is
geschied, n.l. dat ook in het buitenland
vermindering van invoerbelemmerin-
gen te wachten is.
De conclusie uit het voorgaande
kan dan ook niet anders zijn, dan
dat wij ook op het gebied van de
handelspolitiek, een zuiver natio
nale politiek, nationaal Neder-
landsch, alleen gedicteerd door onze
Nederlandsche belangen, zullen
moeten voeren. Wij mogen onder
geen beding Nederlandsche wel
vaart en Nederlandsche waarde ten
offer brengen aan de illusie, dat
ons voorbeeld zou kunnen leiden
tot een verbetering van het interna
tionaal handelsverkeer.
Hoe zal deze nationale Nederlandsche
handelspolitiek moeten worden vol-
yoerd?
Daarvoor zal het noodig zijn de ver
schillende maatregelen, die thans be
staan en die in de toekomst genomen
zullen moeten worden, te bezien naar
twee doelstellingen, n.l. de bescherming
van de Nederlandsche markt en de be
scherming van onzen export
Wat betreft de bescherming van de
binnenlandsche markt was spr. van
meening. dt hiervoor geen algeheele
herziening van het tarief van invoer
rechten ter hand behoeft te worden ge
nomen.
Echter zal de Crisisinvoerwet ten op
zichte van de binnenlandsche markt
nog enkele functies moeten vervullen.
Met name zullen de dumping-concur-
rentie hoewel deze laatste na den
monetairen maatregel der regeering en
bij goede uitvoering van dezen maat
regel wel niet meer zal voorkomen
door de contingenteering moeten wor
den tegengegaan.
De tarieven van invoerrechten zullen
naast een fiscale werking zuiver be
schermend voor de binnenlandsche
markt moeten werken. De Cri6isinvoer-
wet zal naast het bestrijden van de
dumpingconcurrentie alleen als een on-
derhandelings-object dienst moeten
doen. Daarvoor zal het echter noodig
zijn. dat er een grondige herziening
van de crisisinvoorwet plaats heeft
waardoor de criteria die thans voor de
toepassing van de contingenteering ge
steld worden, veranderen.
De contingcnteeringen. die overbodig
zijn, zullen of door onderhandelingen
verruimd moeten worden door grootere
consenten aan het buitenland in ruil
voor andere voordeden to geven, of
eventueel totaal opgeheven moeten wor
den, maar dan ook na onderhandelin
gen, waardoor dus voordeden van het
buitenland voor deze opheffing verkre
gen worden.
Verder betoogde spr. dat ook wijzi
ging der retorsiewet noodzakelijk is.
De toepast-ing zal soepeler en effectie
ver zijn, wanneer de regeering uit eigen
hoofde maatregelen krachtens deze wet
kan nemen.
GENOOTSCHAP NEDERLAND-
FRANKRIJK
's-GRAVENHAGE, 17 November.
„Nederland—Frankrijk", genootschap
voor: wetenschap, letteren en kunst,
vierde Zaterdag j.l. zijn 4e lustrum met
een diner in het hotel de l'Europe te
Amsterdam, waaraan circa 120 heeren
en dames, gasten van het genootschap,
o.m. de Fransche gezant, bestuursleden
en gewone leden deelnamen.
Na de openingsrede van den voorzit
ter hield de Fransche gezant een toe
spraak waarin hij namens de Fransche
regeering aan enkele bestuursleden een
onderscheiding toekende. Professor F.
Brunot, lid van de Academie des
Inscriptions et Belles-lettres te Parijs,
hield daarop een feestrede, en herdacht
het werk, dat Nederland—Frankrijk in
de twintig jaren van zijn bestaan heeft
verricht om het geestelijk contact lus
schen de beide landen te bevorderen
Nadat nog een drietal bestuursleden
het woord had gevoerd en een toast was
gehouden op de toekomst van de ver-
eeniging, werd de tafel opgeheven.
Het is zelfs gewenscht, dat de wet
zoo gewijzigd wordt, dat deze gebruikt
kan worden, zonder meer. bij elke be
nadeeling van onzen export, alsook bij
elke verhindering of benadeeling op
ander terrein, met name op dat van de
scheepvaart en in het algemeen op dat
van diensten, die wij aan het buiten
land bewijzen.
Spr. besloot met de opmerking, dat
het in de eerste plaats noodig zal zijn
te zorgen, dat wij inderdaad van een
hetere conjunctuur ten volle ons deel
zullen hebben. De handelspolitiek zal
hierin een voorname rol spelen. Laat
de regeering dan ook niet dralen en
met vaste hand systematische politiek
ten deze voeren.
Tegen machinist wordt wegens
poging tot doodslag
4 jaar geëischt
AMSTERDAM, 17 Noy, Voor het
Hof is vanmiddag een familiedrama
behandeld, dat geruiraen tijd de gemoe
deren van de inwoners van IJmuiden
heeft bezig gehouden.
De 50-jarige werklooze machinist D.
de R stond terecht als verdacht van
poging tot doodslag op zijn schoonzus
ter Neeltje Wijker en zijn buurman J.
van Ilam.
Het O.M. te Haarlem had vier en een
half jaar geëischt. De rechtbank had
hem tot een gevangenisstraf van vijf
jaar met aftrek van voorarrest veroor
deeld.
De voorgeschiedenis van dit drama is
zeer tragisch De vrouw van verd. had
zich korten tijd tevoren met haar jong
ste kind door verdrinking van het levep
beroofd, vermoedelijk omdat de huise
lijke omstandigheden te wenschen
overlieten.
De verhouding met de stiefdochters
was ook niet best, de man ging zich
aan drank te buitèn en zijn aange
trouwde familie maakte hem hevige
verwijten. De stiefdochters verlieten de
woning en de R. leefde alleen in zijn
woning in de De la Reystraat te IJmui
den. Hij bemoeide zich weinig met de
familie.
Op 7 Juni zat hij voor zijn woning
toen zijn lS-jarige stiefdochter Cathari-
na S. langs kwam. Hij vroeg haar mee
naar boven te gaan omdat hij haar een
pakje brieven wilde geven. Dit werd
gehoord door verd.'s schoonzuster Neel
tje W. Zij had gezegd: „Ga niet mee
naar binnen, laat Dirk maar alleen
naar binnen gaan". Verd. had toen uit
geroepen: „Best, dit is jouw laatste
week".
Verdachte is naar binnen gegaan.
Een oogenblik later kwam hij terug,
trok zijn revolver en schoot op korten
afstand. De kogel schampte langs de
slaap en nog voordat verd. voor de
tweede keer kon schieten vluchtte de
vrouw haar huis binnen.
Toen zij binnen was hoorde zij haar
zoontje roepen: „Daar komt hij weer
aan". Hij wilde de keuken binnendrin
gen, doch werd ontwapend door den
buurman J. van Ham, die eveneens aan
den dood ontsnapte, doordat de revol
ver ketste.
De procureur-generaal had zes getui
gen opgeroepen; ~de verdediger mr.
Stomps vier.
Verd. was in beroep gekomen, omdat
hij naar hij zeide slechts één keer
geschoten had, zonder kwade bedoelin-
gen.
„Ik schoot zoo maar... maar ik wilde
haar niet treffen".
Pres.: „Dat zijn praatjes. Wanneer je
op een afstand van anderhalve meter
op iemand mikt en vuurt heb je daar
verre van goede bedoelingen mee."
Dr. J. P. L. Hulst en inspecteur Roe-
lofs hadden een onderzoek naar het
wapen ingesteld. Het was geen eerste
klas revolver, vandaar ook, dat het
schot ketste.
De vrouw, op wie verd Had geschoten
Met de „Sperwer" van de
K.L.M. van Berlijn
naar Twente
BERLIJN, 17 Nov. (A.N.P.)
Rijkskanselier Hitier heeft
heden prins Bernhard van
Lippe*Biesterfeld in af*
scheidsaudiëntie ontvangen.
Te 14.30 uur vertrok de Prins met het
lijntoestel van de K.L.M., van het vlieg
veld Tempelhof. Eenige Nederlandsche
en Duitsche vrienden deden den Prins,
die hier om zijn beminnelijk optreden
bijzonder geliefd Is, uitgeleide.
In beste stemming klom Prins Bern
hard in het vliegtuig en wuifde
lachend achter het venster, toen het
vliegtuig opsteeg om spoedig aan den
noordwestelijken horizon te verdwijnen.
Op verzoek van den Prins zette ge
zagvoerder te Roller de Douglas D.C. 2
„Sperwer" op hot vliegveld Twente
neer, vanwaar de reis per auto naar 't
Loo verder ging. Z.D.H. was vergezeld
door zijn secretaris Jhr. Mr. Roëll, ter
wijl zich verder nog zeven passagiers
in het toestel bevonden. Helaas heeft
de Prins op den belangwekkenden
luchtweg tusschen de Duitsche hoofd
stad en Oostelijk Nederland weinig
kunnen genieten van het fraaie land
schap, dat zich hier onder de vleugels
van het vliegtuig uitspreidt, daar het
zeer mistig was en de wolken laag hin
gen.
De kennismaking van zoo nabij mei
de Nederlandsche luchtvaart is Prins
Bernhard evenwel zeer goed bekomen,
waarvan hij dan ook in hartelijke be
woordingen aan gezagvoerder te Roller
getuigde, toen de Sperwer op Twente
was neergestreken.
Prinses Juliana was op het vliegveld
aanwezig toen het toestel om 3.45 uur
uit. de richting Berlijn binnenkwam.
II.K.H. werd vergezeld door de moeder
van den Prins, Prinses Armgard, door
den burgemeester van Enschedé, den
heer Rückert en zijn echtgenoote en
generaal D. Q. C. F. de Jonge van der
Halen.
Het Prinselijk Paar heeft zich zon
der langer op het vliegveld Twente te
verwijlen per auto naar 't Loo begeven.
verklaart, dat zij reeds geruimen tijd
in onmin met haar zwager leefde. Op
dien 7en Juni stond verd te praten
met een meisje zijn stiefdochter
getuige stond in de buurt en verd. be
dreigde haar. Hij ging een oogenblik
zijn woning binnen om iet6 voor het
meisje te halen. Toen hij terugkwam
liep hij op zijn schoonzuster toe en riep
haar toe: „Daar dan". Op hetzelfde
oogenblik had hij geschoten.
De stiefdochter van verd. komt dan
voor het hekje. Zij vertelt, dat haar
vader haar een pakje brieven wilde
geven. Zij weigerde op raad van
haar tante mee naar binnen te gaan.
Toen haar stiefvader weer buiten
kwam had hij direct op haar tante ge
schoten. Verd. vertelt, dat hij het pis
tool vier jaar geleden had gekocht.
Eenige weken voor het drama had hij
er in de duinen mee geoefend
De procureur-generaal mr. dr. D.
Reilingh. vraagt op formeele gronden
vernietiging van het vonnis.
Wat de zaak zelve betreft, acht spr.
de opzet bewezen. Verd. heeft eerst zijn
schoonzuster bedreigd, hij is naar
boven gegaan en toen hij terugkwam
schoot hij van vlakbij op haar hoofd.
Gelukkig is zij niet ernstig gewond.
Weer snelt hij naar de woning van
zijn schoonzusier, bij de deur richt hij
zijn wapen op zijn buurman. Gelukkig
ketst het schot, In heide gevallen was
opzet aanwezig. Wegens poging tot
doodslag requireerde 6pr. vier jaar ge
vangenisstraf, met aftrek van voorar
rest. daarbij rekening houdende met de
persoonlijke omstandigheden van verd.
De verdediger mr. B. W. Stomps
pleitte clementie.
TWEEDE KAMER
Landmacht
•s-GRAVENHAGE, 17 November. Bij
K. B. van 14 November 1036 zijn be
noemd en aangesield bij het reserve-
personeel der landmacht, tot reserve-
eerste-luitenant bij hun tegenwoordig
regiment.
a. te rekenen van 26 September 1936,
bij liet wapen der infanterie, de reserve-
tweede-luitenants A. Kroner en J. M. A.
Rókker, beiden van het 10e regiment
infanterie,
b. te rekenen van 19 September 1936,
bij het wapen der artillerie, de reserve
tweede-luitenant A. P. Immink, van het
7e regiment veld-artillerie.
Bij K. B. van 14 November 1936 is
benoemd en aangesteld, hij het reserve-
personeel der landmacht, hij den ge-
neeskundigen dienst der landmacht, tot
reserve-officier van gezondheid der
tweede klasse, de dienstplichtig vaan
drig van de 1sto compagnie geneeskun
dige troepen H. Smitskamp, arts.
Zijn benoemd en aangesteld, hij het
reserve-pprsnneel der landmacht, tot re-
serve-eerstc-luitenant, bij hun tegen
woordig regiment:
a. te rekenen van 30 Juli 1936, hij het
wapen der infanterie, de reserve-tweede-
lui tenant H. J. M» Oosting, van het 10e
regiment infanterie,
b. te rekenen van onderscheidenlijk
11 December 1929 en 1 Januari 1932, bij
het wapen der artillerie, de reserve-
tweede-luitenants A. F. van Katwijk en
C. A. Brijan, van respectievelijk het 4e
en het Ie regiment veld artillerie,
c. te rekenen van 1 Januari 1935. bij
het wapen der genie, de reserve-tweede-
1 ui tenant Tr. P. C. Arends, van het regi
ment genietroepen..
Zijn benoemd en aangesteld:
Bij het reserve-personeel der land-
macht:
1. Met ingang van 15 November 193b,
bij het dienstvak der reserve-officieren
voor algemeenen dienst, tot reserve-ka
pitein, de kapitein van het wapen der
infanterie J. H. van Riesen.
Onderscheidingen
Bij K. B. van 10 November 1936 is toe
gekend de aan de orde van Oranje-Nas-
sau verbonden eere-medaille, in brons,
aan J. Sonnevelt, landarbeider bij de
familie de Leeuw, te Kamerik.
Bij K. B. is aan mr. A. van Kleffens,
administrateur bij het Departement van
Handel, Nijverheid en scheepvaart te
's-Gravenhage verlof verleend tot het
aannemen van zijn benoeming tot
Groot-Officier in de Orde van de Kroon
van Roemenië.
Belastingen
Bij beschikking van den minister van
Financiën is de ontvanger der directe
belastingen enz. B. P. Verhoef verplaatst
van Lekkerkerk naar Rotterdam en
werkzaam gesteld aan de inspectie der
directe belastingen aldaar.
INBREKER AANGEHOUDEN
HUIZEN, 17 Nov. De politie heeft
gisteravond aangehouden den 24-jari-
gen D. S., verdacht van inklimming en
diefstal in de woning van den heer
Veerman aan de Haardstedelaan, In
welk perceel op 4 November j.l., terwijl
de bewoners naar de avondkerk waren,
werd ingebroken. Bij deze inbraak
werd 50 ontvreemd.
S. heeft hedenmorgen bekend deze
inbraak te hebben gepleegd. Dit is de
achtste arrestatie in verband met de
bekende Z.ondagavondinbraken. S. werd
door de politie reeds eenigen tijd ver
dacht.
Liberale motie inzake de
defensie later inge»
trokken
Veraaderinfr van 17 November.
Geopend 1.10 uur.
Voorzitter: Prof. Mr. P. J. A. Aal-
berse.
Rljksbegrootlng voor 1937
Hen-at worden de algemeene be
schouwingen over de Rijksbegrooting
voor 1937.
Er wordt gerepliceerd.
De heer L i n g b e e k (Herv. Ger.)
critiseert opnieuw een samengaan van
rechtsche partijen in een coalitie. Spr.
betoogt, dat de heer De Geer op on
juiste wijze Groen van Prinsterer ge
citeerd heeft.
De heer ICersten (Staatk. Ger.)
komt op tegen de bestrijding door mi
nister Colijn van spr.'s standpunt. Spr.
keurt het samengaan van niet bij el
kaar behoorende partijen af; daardoor
zou de hervorming benadeeld worden.
Do heer A 1 b a r d a (Soc. Dem.) con
stateert. dat do heer Colijn opnieuw de
aanpassingspolitiek heeft verdedigd.
Dit verwondert spreker niet. Maar het
is een teleurstelling voor de velen, die
verandering van koers hadden ver
wacht. Onder verwijzing naar een arti
kel van Prof. Goudriaan in Econ. Sta
tist. Berichten van October betoogt spr.
dat de gevolgde aanpassingspolitiek
eerst in 1948 tot het bedoelde even
wicht zou kunnen leiden. De regeering
had zich toch niet voorgenomen, ver
dere daling der inzinking te voorko
men, doch economisch herstel te be
reiken. Daarin heeft de politiek gefaald
Er zijn verre van genoeg openbare
werken in uitvoering genomen.
Elk economisch herstel roept nu het
gevaar van credietinflatie op. Spreker
wil controle op de credietverleening,
opdat het kapitaal zoo goed mogelijk
wordt aangewend in het algemeen be
lang en niet voor speculatieve doel
einden. Spreker verwijst nogmaals
naar de z.i. zoo geslaagde politiek van
president Roosevelt en naar het voor
beeld der Scandinavische landen.
Men heeft hier de kans voorbij laten
gaan om de economische bedrijvigheid
te herstellen.
Spreker erkent den invloed der ra
tionalisatie op de werkloosheid. Ze kan
niet worden verbonden doch wel on
der toezicht gesteld.
Wat de ordening betreft, de Anti-
Rev. willen haar zoo min mogelijk, de
R. Kath. zooveel mogelijk.
Tegenover dit alles stelt spr. het plan
van den arbeid van S. D. A. P. en
N. V. V.
Wat de politiek betreft, herinnert
spr. aan een tweetal recente verkiezin
gen in Zwitserland, die een leerzame
ervaring gaven. Te Schaffhausen had
de soc. democratie een merkwaardig
succes. Te Genève waar ze samenging
met de communisten, leidde dit tot een
debacle en als de soc. dem. de fascis
tische dictatuur bestrijden, is dat niet
om het communisme.
De heer Schouten wees samen
gaan der anti rev. met de sociaal-de
mocratie scherp af. Dit zal de antirev.
partij geen goed doen. De meerderheid
van ons land wil een sterk democra
tisch bewind.
De houding der overheid jegens soc.
dem. ambtenaren moet zoo spoedig mo
gelijk worden herzien.
Spr. betoogt dat vrijheid van gods
dienst niet alleen geldt voor die geloo-
ven en bélijden, ook voor hen die er
negatief tegenover staan. Spr. ontkent
dat het geloof democratie altijd zou
waarborgen. Hij verwijst naar voor
beelden uit Duitschland.
De heer Al bard a (S.D.) vervolgt:
De democratie is het sterkst in Enge
land en de Scandinavische landen, en
daar is de geloofsbelijdenis geen grond
voor de politiek. Er is veel oprecht
christendom ook buiten de kerken, er
is veel overtuiging ook buiten de geloo-
vige kringen. De democratie zelve is
een absoluut-zedelijke norm, geen tra
ditie of sleur.
De heer Goseling (R.K.) is ten
deele tevreden gesteld door wat de heer
Colijn zeide t.a.v. de defensie. De kie
zers echter kunnen over het personeels
vraagstuk niet beslissen. Spr. acht het
vraagstuk zeer urgent. Doch als er van
anti-rev. zijde is gezegd, dat de betee-
kenis van het plan van den arbeid te
Ingewikkeld is voor de kiezers, dan
geldt dat ook voor allerlei andere on
derwerpen. De regeering overwege de
defensie-quaestie met spoed. Bij de be
handeling der grondwetsherziening kan
worden doorgedrongen in het probleem
der geestelijke vrijheid.
De heer Bierema (Lib.) ziet ook
in de quacstie van het gezantschap bij
den Paus een nationaal belang, doch
het. heeft een katholieken inslag. De
heer Schouten heeft zijn voorkeur te
kennen gegeven voor een meerderheid
met een positief-christelijke levensover
tuiging. Of de door hem begeerde een
heid echter mogelijk is, betwijfelt spr.
Het streven naar een coalitie-regeering
moet spr. bestrijden. Het pleidooi van
den heer Schouten acht spr. niet in
*s lands belang. Spr. heeft de redevoe
ringen der Ministers met instemming
gehoord. Speciaal geldt dit de voorne
mens t.a.v. de noordoostelijke inpolde
ring en de tertiaire wegen.
De Regeering moet zich niet laten
leiden door de publieke opinie, ze moet
haar leiding geven. Dit geldt t.a.v. de
defensie ook. Is er periculum in mora,
dan moet men de verantwoordelijkheid
aandurven en niet wachten tot na de
verkiezingen. Spr. dient een motie in
\an den volgenden inhoud:
„De Kamer, van oordeel dat in de
tegenwoordige omstandigheden ver
sterking onzer weermacht op kor
ten termijn dringend noodzakelijk
is, noodigt de Regeering uit, de
daartoe noodige voorstellen onver
wijld te bevorderen, en gaat over
tot de orde van den dag".
De heer Joe k es (Vrijz. Dem.) hoopt
op een spoedige bevredigende oplossing
van dit vraagstuk Spr. dringt weder
om aan op het uitvoeren van openbare
werken op ruimere schaal. Hij hecfl
met genoegen vernomen dat niet a prio
ri is uitgesloten terugbrengen der ka-
pitaalslasten in verband met de werk
loosheidsuitgaven der gemeenten.
Spr. betoogt dat er goed onderscheid
moet worden gemaakt tusschen do be
voegdheid van regcering en dio van het
parlement, doch dat de eerste taak af
hankelijk is van de tweede.
De heer Teu lings (R.K.) zegt, dat
do Minister in dezen onzokeren tijd be
zwaarlijk een raming kan maken in
zake de dividend- en tantièmebelasting
als er nog pas een deel van het jaar
verstreken is. Spr. acht do beschouwin
gen van Minister Oud te optimistisch.
Er moet uit de devaluatie gehaald wor
den wat er in zit.
De heer Wosterman (Partijloos)
komt terug op hetgeen hij in eersten
aanleg heeft gezegd over gezagshand
having. Spr. zou een verbod willen van
alle colportage, welke aanstoot geeft.
Spr. acht wettelijke regeling van het
partijwezen niet noodig. En wat „Volk
en Vaderland" betreft, een partij in de
verdrukking uit zich anders dan een
die in hoogheid gezeten is.
De heer De Geer (Chr. ITist.) keurt
ook nu weer het overbrengen van werk
loosheidsuitgaven voor de gemeenten
naar den kapitaaldienst af.
Het woord devaluatie is door spr.
niet gebruikt. Trouwens heeft Prof. Ver
rijn Stuart verklaart dat het onder
scheid tusschen depreciatie cn devalua
tie „Spielerei" is.
Wat de gevolgde monetaire politiek
betreft, die is te vergelijken met de re
latieve vrijwilligheid van een noodlan
ding.
De heer Schouten (A.R.) betoogt,
dat verschillende in dit debat gemaak
te opmerkingen beter bij de grondwets
herziening tot hun recht zullen kunnen
komen. Spr. ziet geen reden voor een
uitspraak door de Kamer over de de
fensie-kwestie via een motie.
Spr. bepleit nogmaals samengaan op
christelijken grondslag.
Colijn aan het woord
Minister Colijn behandelt de
vraag of niet verder moet worden ge
gaan dan het weren van revolutionaire
volksvertegenwoordigers uit de Staten
Generaal. Spr. zal hieromtrent nader
overleg plegen met zijn ambtgenoot van
justitie. De Minister beroept zich op
een ervaren Engelschen journalist die
pas een reis van 4 maanden door Euro
pa had gedaan en die Nederland een
paradijs noemde van orde en rust.
Wat de opmerkingen van den heer
Albarda over de aanpassing betreft, is
spr. van oordeel dat de argumenten
over en weer vrijwel zijn uitgeput.
Inderdaad behoort men gebruik te
maken van de psychologische werking
der devaluatie. In die richting wordt
dan ook gegaan.
Inzake de defensie zit de regecring
niet met gekruiste armen. Spr. wijst
daarop dat er tusschen 1935 en 1937 er
een niet geringe verlichting is verkre
gen van 47 millioen wat de personeel-
lasten betreft. De regeering ziet het
niet zoo dat de vijand voor do poort
zou staan. Niettemin wordt de meest
mogelijke spoed betracht.
Komt er een voorstel dan zegt de Ka
mer toch dat men het land gelegenheid
moet geven zich uit te spreken. Voor
1938 zullen we toch niet veel kunnen
beginnen, tengevolge van de aanwen
ding der lichting 1937. De motie-Biere-
ma is overbodig.
Democratie is alleen veilig bij diepe
levensbeginselen. Spr. is het niet met
den heer de Geer eens over de positie
van een parlementair kabinet. Wat be
treft de rede van den alweer afwezigen
heer Kersten aldus spr. wat deze
il is alleen mogelijk onder een dicta
tuur.
Minister Oud spreekt
De Minister van Financiën, de heer
Oud, betoogt tegenover den heer de
Geer dat hij niet meer of minder pes
simistisch is geweest, in de stukken,
dan het behoort. Overigens is er veel
overeenkomstigs beiden hebben in
moeilijke tijden het beheer van 's lands
financiën moeten voeren. Spr. verde
digt nader de politiek betreffende de
werkloosheidsuitgaven t.a.v. de gemeen
ten.
Ook al gaan de hooge verwachtingen
van sommigen over de monetaire ge
beurtenissen in vervulling, clan nog
blijft de uiterste voorzichtigheid gebo
den.
De heer Bierema (Lib.} wil een
onzuivere stemming voorkomen en
neemt voorloopig zijn motie terug.
De algem. beraadslagingen worden
gesloten.
Hoofdstuk 1 wordt z.h.st. aangeno
men.
De vergadering wordt te 6.15 uur ver
daagd tot 's avonds half negen.
Vergadering van 17 November 1936.
Geopend 8.30 uur.
Voorzitter: de heer J. J. C. van Dijk.
RIJKSBEGROOTING 1937.
Aan de orde is hoofdstuk 5 (Binnenl
Zaken) der Rijksbegrooting voor 19.37.
De heer Duymaer van Twist
(A.R.) dringt aan op strenger toepas
sing der Zondagswet. Spr. klaagt over
de hooge scheepvaartrechten in dezen
voor de schipperij zoo moeilijken tijd
Voorts vraagt spreker scherper toezicht
op de geldmiddelen van den bijz. vrij
willigen landstorm.
De heer Steininelz (R.K.) vestigt
de aandacht op het willekeurig karak
ter van de ministerieele circulaires aan
de gemeenten betreffende salarissen en
loonen. De Minister moge het doel heb
ben excessen weg to nemen, het
toch in de richting van uniformiteit,
hoezeer de Minister zegt deze niet te
willen.
De loonpolitiek in verband met de
monetaire omstandigheden is niet juist.
Volledige cijfers over de prijsstijging
zijn er nog niet, maar in Amsterdam is
de invloed op de levensbehoeften der
arbeiders reeds zeer merkbaar.
De heer Krol (C.H.) constateert dat
ook deze minister, toch niet van halve
maatregelen gediend, moeilijkheden
heeft met de toepassing der Zondags
wet. Deze is, mits goed gehanteerd, niet
zoo onpraktisch als wel eens wordt ge
zegd, zoo verklaart do Minister in de
Mem. van Antwoord.. Spr. is het daar
mede niet eens.
Spr. wijst op verschillende gevallen,
waarin plattelandsgemeenten moeilijk
heden ondervinden door de maatregelen
van den minister.
De heer Schaepman (R.K.) be
spreekt de luchtbescherming. Dit ern
stige vraagstuk mag niet luchtig onder
de oogen worden gezien. Ieder voor zich
moet leeren zich te beschermen. Het
bezit van beschermings-maatregelen al
leen niet voldoende. Een goede alarm
dienst is ook zeer noodig. Do luchtbe-
schermings-oefcningen worden dikwijls
niet ernstig genoeg opgenomen en ais
spel beschouwd.
De heer Kooiman (Vnjz. Dem.)
zegt dat do Minister in zijn beleid meer
malen is aangevallen met name inzake
do ambtenarenwet en het toezicht op do
gemeentebegrootingen. Wel worden die
bemoeiingen weer verminderd in meer
normale tijden, maar toch erkent spr.
dat de Gedep. Staten ook In deze moei
lijke tijden zooveel mogelijk ingescha
keld zijn gebleven. Dat er zoo sterk
wordt ingegrepen in de financiën aer
gemeenten, ligt ook niet alleen aan
dezen minister. Echter is spreker wel
van oordcel dat de Minister soms te veel
in bijzonderheden is getreden en dat er
onnoodig veel tijd en papier verspild
zijn. Dit moet verder voorkomen wor
den.
Do heer Lingbeek (Herv.-Ger.) be
spreekt de burgemeesters-benoemingen.
Spr. krijgt herhaaldelijk brieven waar
in ontevredenheid dienaangaande tot
uiting komt. Er zullen jaren noodig
zijn, voor de gezondheid op het gebied
van de burgemeesters zal zijn hersteld
(vroolijkheid).
De heer v. Z a d e 1 h o f f (Soc.-Dem.)
bespreekt de burgerwachten en den Bij
zonderen Vrijwilligen Landstorm. Mogen
de bezwaren tegen de burgerwachten
het grootst zijn gebleven, van eenigo
toenadering van de zijde der soc.-dem.
is geen sprake.
Spr. betwijfelt of beide Instituten wel
middelen zijn om de democratie te steu
nen. In leidende kringen wordt dit ook
zoo gevoeld. De burgerwachten zijn
overbodig en gevaarlijk. Spr. betoogt
dat de burgerwachten geen neutraal ka
rakter hebben. Jaar op jaar geeft de
Regeering subsidie, maar de invloed
van anderen die met grooto bedragen
steunen, doet den invloed der regeering
op de burgerwachten teniet. T. a. v.
den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm
heeft sp. niet zoovele bezwaren.
Maar heelemaal gerust is spreker toch
niet. Deed de regcering echter een be
roep op de soc.-democratcn ter verde
diging van de democratie, spr. is over
tuigd dat het niet vergeefsch zou zijn.
De burgerwachten en Bijz. Vrijw. Land
storm behooren instrumenten te zijn
voor bescherming der democratie.
De heer Drees (Soc.-Dem.) zou het
wenschelijk achten als het onderwerp
Zondagsrust eens van den politieken
disch kon verdwijnen.
Spr. vraagt indiening van een nieuw
ontwerp-Zondagswet, wat echter van
deze regcering wel niet meer to ver
wachten zal zijn. Volgens haar letter
wordt de Zondagswet niet gehandhaafd
en is ze ook niet toe te passen over
eenkomstig de praktijk van het leven.
De kosten der luchtbescherming moe
ten voor rekening van het Rijk komen.
Dan kan de regeling ook geheel worden,
zooals het Rijk dat wil. De gemeenten
kunnen de kosten moeilijk dragen. Spr.
hoopt dat er t. a. v. de bemoeiingen met
de gemeenten nu weldra eens een rust
poos zal intreden.
De heer J. ter Laan (Soc.-Dem.)
dringt ter bezuiniging op gemeentelijke
administratiekosten aan op samenvoe
ging van verschillende gemeenten.
Spreker dringt voorts aan op vex-
eeniging van de gemeenten Waar
der, Barwoutswaarder Rietveld,
Lange Ruige Weide, Papekop en
Hekendorp.
De heer W endelaar (lib.) her
haalt, wat hij het vorig jaar zeide: dat
het wenschelijk is, een bepaalde natio
nale vlag vast te stellen. Een beslissing
voor do a.s. feesten ware gewenscht.
Spr. wil een verbod om de nationale
vlag te maken tot een reclameobject. Bij
nationale gebeurtenissen behoort ook
aan partij-demonstraties geen uiting te
worden gegeven.
De heer Vos (Lib.) zegt dat gegoede
personen zich steeds meer buiten de
groote steden vestigen, en omgekeerd
minder gegoeden in de stad werk zoe
ken. Dit euvel wordt met den dag erger.
Wijziging der armenwet kan niet ach
terwege blijven.
Spr. komt op tegen de opvatting van
den heer v. Zadelhoff over de burger
wachten. Deze en de landstorm zijn be
trouwbare instituten, die bij de defen
sie niet thuis behooren.
De heer Smeenk (A.R.) zegt dat de
Zondagswet, zoolang die in den tegen-
woordigen vorm bestaat, moet worden
toegepast.
De heer IJsselmuiden (R.K.)
zegt dat er teveel gebruik wordt ge
maakt van volontairs op gemeente
secretarieën
De vergadering wordt te 12.30 uur
verdaagd tot Woensdag 18 Nov. 1 uur.
ZEVEN DAGEN HECHTENIS VOOR
BEDORVEN IJS
AMSTERDAM, 17 Nov. De kanton
rechter veroordeelde vandaag een ijs
venter tot zeven dagen hechtenis we
gens het verkoopen van ijs, waarin per
c.M. 3 duizenden microben voorkwamen