MUZIEK EN FILM BIJZONDERE DINGEN IN DEN AETHER Onvolprezen EEN LICHT. Dag- en nacht- golven piano, waarop een onvermoeibaar cn onzichtbaar persoon onafgebroken speelde: populaire „mopjes", die in geen enkel verband tot de film ston den, maar, die de „stemming" erin brachten en het stoelen-gckraak en ge ritsel van snoep-zakjes (en dergelijke geluids-eiivelen \an een menscfrfenme nigte) overstemden. Maar het duurde niet zoo heel lang (wat duurt er 111 de film-historie wel lang?) of men gevoelde er behoefte aan de begeleidende muziek aan te pas sen aan hetgeen zich op liet witte doek afspeelde, de nijvere pianist werd een lantascciende virtuoos, en men hoorde thans bij een vroolijke scène opgewekte muziek en bij een sterfscène een trcur- ntarsch. Het spelen van dezo „inciden tal music" maakte ook een ontwikke lingsgang door: de pianist werd een or ganist (vooral in Engeland!) en weldra was dc orcheslbak gevuld inel een uit gebreid orehest. Vele van deze orches- t<'ii leverden uitstekend werk cn zijn thans nog bekend (gramofoonplaien). Er werden in dien tijd bij films soms tabellen verschaft waarop precies aan gegeven was w a t het orchest te spe len had en hoe lang om de film juist te begeleiden. Lichtsignaal-inrichtingen van den operateur in de cabine naar den diri gent in de orchcstbak completeerden dit stelsel. In dezen bloeitijd der iheater-orches- ten ontstonden ook partituren welke speciaal voor een film gcschrenvon wa ren („Pantserkruiser Potemkin") en tenslotte verzorgde het orchest zoo goed en zoo kwaad het ging het gah- schelijke acoustische gedeelte („De groo. te parade"!) Dc uitvinding van de geluidsfilm ten slotte maakte liet mogelijk, dat de mu ziek deze snelle wisselingen in monta ge en handeling op den \oet kon vol gen: dc weg was geopend om ook het geluid dc muziek 'n integreerend deel van de film te doen worden. Dat dit organisch verband reeds thans geheel bereikt is kan men niet zeggen. Ook in dit opzicht zal de film zich nog verder moeten ontwikkelen. 240KM TWEELEDIGE WERKING Van den fantaseerern den virtuoosvia het theaterorchest naar de geluidsstrook MUZIEK neemt in dc films, voor het publiek althans, een zeer on dergeschikte plaats in; in de aan kondiging van een rolprent komen do namen van componist cn dirigent der muzikale gedeelten niet of nauwelijks voor cn, behoudens een populair liedje of een brokstuk van een opvallende melodie herinnert men zich na het zien van een film van de muziek niets meer. Merkwaardig: wc spreken van een film „zien"; terwijl we er toch sinds jaar cn dag aan gewend zijn, dat een film ook geluid bevat. Maar wat. mer ken we tijdens de vertooning van een film van de „begeleidende" muziek? "Wie realiseert zich waleneer precies het orchest invalt en op welk oogenblik een bepaalde melodie wordt ingezet'? Hier blijven natuurlijk buiten beschou wing die films waarin de muziek be wust. beklemtoond wordt: bij het op treden van bekende musici of andere gelegenheid dat natuurlijk do muziek op den voorgrond wordt geplaatst. We spreken alleen van de film van iode- ren dag, waarin dialoog on handeling de hoofdmotieven vormen Daarin merkt men de illustratieve muziek gewoon lijk hcclomaal niet meer op. Dat is eigenlijk een compliment voor den samensteller ervan, hoewel het lang niet altijd beteekent, dat dc mu ziek ook werkelijk zoo bizonder goed was. Maar van dc verscheidene facto ren waaruit oen goede film is opge bouwd is de muziek degene welke het dichtst op den rand van het onderbe wuste slaat; men realiseert niet, maar ondergaat. En daarop berust dc groote beleckcnis van een passende muzikale begeleiding van ccn film: zij is ccn onvolprezen middel om be paalde werkingen bij den toeschouwer tovveeg te brengen of intonsicvcr tc ma ken. Daarnaast staat een geheel andere doch niet minder belangrijke werking van muziek, die zich op physiologisch gebied bevindt. Het is namelijk bij ver schillende onderzoekingen gebleken, dat het waarnemingsvermogen van den mensch, dat. de gohcele werking van zijn gedachten zelfs, gestimuleerd kan worden door in do omgeving, waarin hij verkeert een bepaalden toon to laten klinken. Men hooft daar zoor treffende resultaten mee bereikt bij sommige doovo liodcn; men plaatste deze men- schcn in een vertrek waar oen bepaal den toon werd voortgebracht. Zij ble ven eenigen tijd in deze ruimte en wanneer zij na een bepaald tijdsbestek worden onderzocht bleek hun gchoor- scherpte er merkwaardig op vooruit tc zijn gegaan. Hetzelfdo wat men met de zen enkelen toon bereikte brengt ook dc muziek tot op zekere hoogte teweeg: zij verscherpt ons waarnemingsvermo gen, maakt het ons gemakkelijker be paalde situaties op het witte doek te aanvaarden; zij maakt ons „gevoeliger" en doet ons sneller cn soepeler reagcc- ren. Beeld en klank De wisselwerking tusschen beeld en geluid is dus veel minder eenvoudig, dan ze opervlakkig beschouwd lijkt en dan men in bet begin van do toepas sing van de sprekende film vermoed de. Zij is zelfs gecompliceerder dan men op het oogenblik in vele gevallen wi. erkennen. Hoewel de film in don grond natu ralistisch is en haar grootste taak be hoort te zijn het weergeven van de werkelijkheid, in beeld zoowel als in geluid, is het toch een misvatting te incenen, dat de film uitsluitend realls- Hct vioolconcert in den aether, uit „Aether somphonie" van George Pal. tisch moot zijn en een weerspiegeling van de natuur en haar duizendvoudige verschijnselen dient te geven. De drang naar vormgeving der film kunstenaars heeft den weg gewezen van de simpele opname van de werke lijkheid naar de film, die we in haar beste uitingen thans zonder omwegen als film-kunst erkennen: de film ty peert, idealiseert, karakteriseert, carri- caturaliseert naar het noodig is. Zij be zit het vermogen, meer dan ccnigc an dere kunstvorm uit een massa een dé tail naar voren tc halen en accenten tc leggen. Haar taak reikt dus veel verder dan tot doodeenvoudig opnemen wat het beeld betreft zoowel als wat het geluid aangaat. Natuurlijk ons nuchter verstand stelt eischen aan een bepaalden samen hang tusschen beeld en geluid en hot zou wel erg zot aandoen wanneer men bijvoorbeeld in een scène waarin een revolver wordt afgeschoten oen ander geluid zou voortbrengen. Maar men heeft al zeer spoedig ingezien, dat. ccn geluidsfilm onmogelijk „realistisch" de geluiden kan weergeven. Alle moge lijke geluiden: het slaan van deuren, het kraken van schoenen, ritseion van kleeding cn duizend andere dingen, die niet in verband met de handeling staan zouden dc geluiden, waar hot dan wèl om gaat verstoren en do aandacht van den toeschouwer afleiden. In ons dagelijks leven is do lucht om ons steeds vervuld van allerlei geluid, maar wanneer wc onze aandacht sterk op iets concentrccrcn, hoorcn we van al deze bijgeluiden niets. Dc film. die onze andacht ook sterk wil boeien moet dus op elke mogelijke manier trachten onze aandacht op éón zaak (dc dialoog van de storren of wat dan ook) te ves tigen en dus goofi 7.c ons alleen go- liuden, welke daartoe kunnen bijdra gen de stemmen van de spelers of een ander geluid, dat redelijkerwijze noodzakelijk is èn dc muziek welke op ons onderbewustzijn inwerkt in de richting welke de regisseur wilde. De regisseur heeft tot taak (en die taak deelt hij met zijn verschillende mede werkers) om door do juiste hocldwisso- ling en fotografie maar ook door do keuze van woorden, hun inhoud, door de dynamiek van het geluid ons een juiston indruk tc geven. Dat daarbij klank en beeld naturalistisch moeten „kloppen" kan noodig zijn, maar Is volstrekt geen vereisclite, sterker nog het tegendeel kan beslist noodzakelijk zijn. De praktijk In de practijk wordt over liet. .iIkc- ineen een methode toegepast welke men niet ideaal kan noemen. Gewoonlijk w ordt eerst dc film opgenomen, dat wil zoggen de beelden cn de noodzakelijke geluiden: menschelijke stemmen, tele foons, en zoo meer. Gewoonlijk zelfs is de beeldmontage reeds grootendeels klaar eer do hulp van een musicus, die over veel routine cn aanpassingsver mogen beschikt wordt ingeroepen. Ilij moet dan trachten de juiste muzikale aanvulling te vinden. En gezegd moet worden, dat cr verscheidene componis ten zijn, die dat met groote slag vaardigheid en artistieke» zin volbren gen. Maar onjuist is het van het stand punt uit te gaan, dat dc visueelc in druk van dc film in de eerste plaats komt en dat dc muziek een bescheiden dienaresse is, die zich moet onderwer pen cn aanpassen. Evenmin als het juist is te beweren, dat het spel van begaafde acteurs en actrices alleen zaligmakend is, even min als het opgaat te incenen, dat dc arbeid van den regisseur alléén een film kan dragen, zoo min mag men zeggen, dat de muziek in dc film min der beteekent dan de vele andere fac toren: regie, spel, montage, fotografie. Bioscoop* en filmmuziek De ontwikkeling van do bioscoopmu ziek trouwens is nog nen bewijs temeer voor deze stelling. In den beginne, toen de film nog ccn kermisvermaak was, behoorde tot dc vaste attributen van een bioscoop een - Merkwaardige toepas sing der geluidsfilm techniek DE ontdekking cn technische uit werking van de geluidsfilm deden onvermoede perspectieven ont staan. doordat men plotseling de moge lijkheid zag 0111 geluiden, mensche lijke stem, zoowel als andere tc voor schijn tc roepen, welke nog nooit iemand tevoren gehoord had. Het mag bekend worden verondersteld, dat het geluid op de film wordt vastgelegd in zwart-witte streepjes of vakjes naast het beeld. Er zijn verschillende syste men, maar alle berusten ze op hetzelfde principe. Op deze zwart-witte variaties wordt een fijn licht bundeltje geworpen, dat dus, in overeenstemming met dc schakeeringen op z.g. geluidsstrook, fel ler of minder fel, wordt geworpen op een foto-electrisclie cel, welke aan den anderen kant van de filmstrook is aan gebracht cn welke dc licht-variatics om zet in clcctrisclic stroomstooten, welke tenslotte via de luidsprekers van de bioscoop ons oor bereiken, als „geluid" d.w.z. luchttrillingen. platen van glas doen denken. Een aantal van deze schijven draaien in hetzelfde tempo langs kleine lampjes, die een lichtbundel op de gcluids-figuren wer pen. De licht-variatics worden weer op gevangen door foto-electrisclie cellen, die, geheel zooals bij de geluidsfilm, de luidsproker doen trillen. Wanneer men nu maar voldoende lampjes en draaiende schijven bijeenbrengt is het mogelijk om alle mogelijkheden welke een modern orgel biedt te „imiteeren". Van al deze technische bizonderhe- den merkt de spelende organist niets» Zijn speeltafel bevat hetzelfde aantal manualen als een normaal orgel, hij heeft voor zich alle verschillende hef boompjes, welke aan een groot concert orgel to vinden zijn en hij heeft de be schikking over allerlei instrumenten en mogelijkheden welke ook in een echt orgel zijn vervat. Alle registers en com binaties zijn geheel zooals bij een lucht- oi gel. Het eenige wat bij het bespelen aan de organisten is opgevallen, is dat elke register in een nooit gekende soe pelheid geregeerd kan worden, de klein ste geluidssterkte, zoowel als de grootste kan met denzelfden regelmatigen over gang worden bereikt, op dezelfde manier waarop men tegenwoordig radiotoestel len kan moduleeren. De geluiden voor dit orgel kan men Grooicn van het witto doek: firigittc Ilorney. Een voor-oorlog ballet-scène uit de film „The Great Zicglii id' welke hei leven \an den A.imerikaanschen „revue-koning" behandelt. Toen men nu het principe, om geluid vast te leggen in simpele streepjes en vakjes op de filmband, eenmaal had uitgewerkt kwam men spoedig op het idee die figuurtjes op de goluidsstrook zelf te gaan teckcncn, men bestudeerde ze, wist er dc regelmaat in tc ontdek ken en het duurde niet lang of van ver schillende kanten hoorden men berich ten, dat geduldige technici cr in ge slaagd waren geluiden tc tcokcncn. Er zijn ook proef-filmpjes gemaakt, waarin men geluiden van ccn onbekend karak ter hoort, die zeer zuiver cn tot fraaie muzikale effecten aanleiding kunnen zijn, maar op grootcn schaal is deze mogelijkheid nooit toegepast, waar schijnlijk omdat liet een tc omvangrijk werk is een geluidstrook van voldoen de lengte te teckcncn, terwijl ook nog dc onderzoekingen op dit gebied nog lang met ten cindo zijn. In Dultschland heeft men thans een nieuw instrument geconstrueerd, dat voornamelijk bij het vcrvuurdigen van films gebruikt wordt en waarin de idee vim kunstmatige geluiden is toegepast. Het is een orgel geworden, dat werke lijk een wonderwerk genoemd kan wor den; een orgel, dut niet mcl lucht, doch met licht „gedreven wordt," Het brengt een machtig geluid voort en toch is in het liccle instrument geen orgelpijp tc ontdekken, het kan in ve lerlei nuancecringon bespeeld worden cn toch is er niets van registers en an dere ingewikkelde onderdoden te vin den. Iloe het geluid dun voortgebracht wordt? Het geluid is, geheel volgens het gc- luidstrook-idcc van dc geluidsfilm vast gelegd in zwart-wit variaties op door zichtige schijven, die aan graraofoon- natuurlijk op twee manieren verkrij gen. In de eerste plaats door, op een geluidsfilm de klanken van de schoon ste en fijnste orgels tor wereld vast te leggen, maar ook kan men de geluids sporen teekenen en dus de wonderlijk ste klanken verkrijgen, van nooit ge hoorde diepte en warmte. Men kan zoo zelfs de edelste menschelijke stemmen opnemen of tcekenen, zoodat dc droom van de orgelbouwers door alle tijden: het orgel een menschelijk stemgoluTd vcrlccncn (de vox humana) verwerke lijkt kan worden. Interessant is het voorts, dat het or gel binnen \ijf minuten op elke gc- wenschte toonhoogte kan worden inge steld, daar het alleen noodig is de snel heid van dc klankschijven te verande ren. Tenslotte is het natuurlijk moge lijk het klankvolume van een dergelijk apparaat steeds op te voeren men hoeft immers niets anders tc doen dan do capaciteit van do electrische verster kers en van de luidsprekers op tc voe ren. Bij het eerste concert, heeft dit licht- orgel, dat naar den constructeur Weltc- orgel wordt genoemd, groote bewonde ring gewekt, doch dit instrument is nog slechts ccn begin. Het koninklijke mu ziekinstrument, dat een orgel steeds-ge- weest is, staat thans op het punt een bovcnaardsche volmaaktheid te berei ken. Eb en vloed in de aardatmospheer en de gevolgen daarvan ER is zoo'n oud gramaticazinnetjc: „Nihil mirari, sapiens est"; „het is wijs zich over niets te verwonde ren", en het is toch deze ietwat houte rige wijsheid, die van pas komt als men den radio-afstemknop tot uitgangs punt nemende, aan het filosofeeren slaat over dat geheimzinnige medium in den cosmos, waaraan wij den naam wereldacther of kortweg aether gege ven hebben. Het verband tusschen aether cn ra dio is iedereen tegenwoordig wel be kend. Wie hoorde niet van ncthergol- vcn en van deze weer over golflengten? „Hier Hilversum, op golflengte 301 mwat is de eigenlijke bedoe ling van deze aankondiging? De omroe per zegt hiermee, dat dc top van de écne, met een snelheid van die van het licht gelijk, voortijlende acthergolf reeds 301 m. in het luchtruim heeft afgelegd voor dc volgende aethcrgolftop do zen derantenne verlaat. Wie, sinds het algemeen worden van ontvangers met kortogolfgodcelto. «laar- mede reeds zoo vertrouwd is geworden, dat Rio de Janeiro, Sydney of Ban doeng voor hem niet alleen vernfgelo- gon plaatsen in een der werelddeolcn zijn, doch oen bepaalde wijzorstand op de afstenischaal beloékcnen, zal tijdens zijn verre aethcrrcizcn dit hebben op gemerkt: zooals er dag- en nachtvlin ders zijn, bestaan er ook act her-golf lengten, die bijzonder geschikt zijn voor het „bereizen" van dagtrajecten en an dere weer, die van nachtelijke uitstap jes houden. Een golflengte van 16 m. is eon rasechte „daggolf", terwijl een 19 m golf beslist „nacht moet hebben". Waarom zouden we het. zoo ver zoo- ken'? Overdag hporen wo do langegolf- stations en slechts een heel enkel sterk en nabijgelegen middengolfstation, Ier- wijl bij het invallen van do schemering plotseling tientallen zenders, sterke en zwakke, uit den aether kunnen worden opgcviselit. Komt dat omdat die stations alleen 's avonds uitzenden? Neen vele middengolf-stations werken ook overdag, doch de middengolven blijken een uitgesproken vleermuizen- natuur te bezitten. Er gebeuren dus in den aether bijzon dere dingen. Een hoofdrol speelt hierbij- de Kencllv -Hoavisidclaag. De Heavisidclaag is een geïoniseerde luchtlaag, die zich ongeveer 100 k.m. hoven de aarde bevindt. Dezo ionisatic bestaat hierin, dat de atomen dor luchtgassen-componen en, onder invloed van de ultra-violette stralen van het zonlicht, ccn electrische lading krijgen. Door dat middengolven over groote af standen alleen lot ons kunnen komen door terugkaatsing tegen deze laag en deze op liaar beurt weer afhankelijk is van het zonlicht, is het te verklaren, dat de middengolven zich overdag an ders gedragen dan 's nachts. De geïoni seerde laag noemt gedurende den nacht naar de narde toe af. Is do Konelly-IIcaviside-laag van be lang voor de middengolven, de korte- golven, die op eenigen afstand even eens door reflectie tot ons moeten ko men. dringen door deze laag heen en worden eerst teruggekaatst door oen tweede geïoniseerde laag, die naar den Ëngclschen geleerde Appleton is ge noemd en zich bevindt op 210 k.m af stand van do aarde. Het is dc Appleton- of F-laag dan ook. die weer onder in vlood van liet zonlicht van hoogte en eigenschappen verandert. Het zijn echter niet alleen deze twee geïoniseerde lagen, waarmee men bij aethorgolven heeft rekening te houden Dat cr nog meer reflectie-mogelijkhe den, zoowel binnen- als buiten de aard atmosfeer kunnen bestaan, hebben de echo-proeven van de laatste jaien zeer ven uit langs de aardoppervlakte. Deze aannemelijk gemaakt. Elk radiostation straalt echter, be halve een „ruimtegolf", ook nog go|- grondgolven' zijn onafhankcliik van de geïoniseerde lagen en kunnen dus zoowel bij dag als bij nacht evengoed worden ontvangen^ Hoe korter de. golf- 100 KM 50 KM. 15 KM .M'iuMiiausciir u-stolling van de aard-atmosfeer,: 1) Troposfeer 2) Stratosfeer •1) Kenelly-Heaviside- of E-laag 6) Appleton- of F-laag. a) oceaan b) hoogste berg c) radio-zender d) vliegtuig e) Slratosfcer-ballon f) Noorderlicht k) meteoor g middengolven h korte golven (normaal) i korte golven met lange echo-tijd. lengte is, hoe kleiner ook het rayon, waarin dc grondgolf sterk genoeg kan worden ontvangen. Hieruit kan vt klaard worden hoe dc stations op de lange golf, zoowel bij dag als bij nacht, practisch evengoed dooi komen, tcrw wij op de middengolven alleen maa». sterke en zoor nabijgelegen stations hoorcn. zoolang dc schemering niet is ingevallen en dc ruimtegolvcn tot ons kunnen kom on. Door aan de zendantenne een be paalden vorm tc geven, kan men den stralingshoek ton opzichte van het aardoppervlak regelen. Dit is de bet ee kenis van do zclfstralende. of wel antifading-antenncmast, die meer en meer voor middcngolfstutions wordt ge bruikt. Ook het weer beïnvloedt dc radio-ont vangst. Zoo kennen wc de luchtstorin- gon in den zomer, wanneer er onweer dreigt cn in den winter bij hagel, sneeuw of plotselinge dooi. Indien wo cr do moeite voor zouden over hebben en van week tot weck de gemiddelde ontvangst-sterkto van de gewone omroepstations grafisch vast leggen. dan zou al spoedig blijken, dat dozolfdo stations don eencn tijd veel harder doorkomen dan don andere. Of dit nu ligt aan koude, vocht, jaar getijde, den stand van dc maan, zonne vlekken of windrichting, daarvan weet Do „Aothcrkoning", naar den be kenden kunstenaar George Pal, in zijn nieuwe plastische kleuren truc-film „Acther-Symphonio." men thans nog weinig .af. Wel weet men, dat droog, of vriesachtig weer de ontvangst van ver verwijderde stations bevordert. Interessant zijn in dit verband de waarnemingen van Prof. S. K. Mitra te Calcutta, die geïoniseerde iagon ontdek te, niet alleen op den halven afstand van dc aarde lot de Konncily-TIcaviside laag, doch zelfs op een hoogte va- slechts 6 tol 11 k.m. boven do aarde. Ilij vond tevens, dut bij een lagen baro meterstand bet reflectie-niveau veel hooger ligt dan bij hoogen druk. Dit varieert van 50 tot 5 K.M. boven liet aardoppervlak. Tenslotte heeft oen Amerikaansch ge leerde do mogelijkheid geopperd, dat ook de aantrekkingskracht van dc maan zijn invloed op de geïsoniseerde lagen doet gelden. Dan zou zii in den aether een soort eb en loed veroorzaken, die, zooals het water van oceanen en zeeën, de reflectielagen naar of van een gfr» deelte der aarde beweegt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 14