Volkenbond: kostbaar goed „Kabinet der spelling- misere OOK TEKORT KOMINGEN De verstoorde De Dageraad De Bijbel op de Onze gezant te Berlijn vergadering van 99 openbare school Moeilijke materie Nieuwe zeesleepboot te IJmuiden Pakketpostdienst met St. Nicolaas 2c BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG 2 DECEMBER 1936 Minister de Graeff: Tijdens het bewind van dezen minister geen herstel der betrekkingen met Rusland te wachten 's-GRAVENHAGE. Voortgezet wordt <le behandeling van hoofdstuk 3 (dep. yan buitenlandscho zaken) der rijksbe grooting voor 1937). De heer Zandt (staatk. ger.), betoogt, 'dat. wat er nu aan recht en gerechtig heid te Genève wordt toegepast, niet het recht is. ons van God gegeven, zoo dat het noodwendig in onrecht en ty rannic moet verkeeren. Spreker zet uit een, hoe de Volkenbond gefaald heeft t a. v. Italië en in den jammerlijken koehandel ten opzichte van Abessynië. Ten aanzien van den Volkenbond ge bruikt men drogredenen en jaagt men waandenkbeelden na. De vrede dien spreker ook voorstaat, wordt lo Genève niet gediend. Spreker bestrijd bet standpunt van de Chr.-Hist en A.-R. aangaande den Volkenbond. I-Iij herin- Tiert o.m aan de toelating van Sovjet Rusland tot den Volkenbond. Sinds het bestaan van den Volkenbond zijn er nog verschillende oorlogen uitgebroken zelfs tusschcn leden van den Volken bond. Door don oorlog van Italië zijn vele voorstanders van den Bond tegen standers geworden Als instrument voor het bewaren van den vrede is de Volkenbond ondeugdelijk. Het tegen deel van vermindering van bewapening is door den Bond gebracht. Het gevaar voor oorlog beklemt alle volkeren en de Volkenbond is een zeer gevaarlijk instrument, het lidmaatschap brengt groote gevaren mede. Nederland moet zich daarvan zoo spoedig mogelijk af keeren. De heer Van Poll (R.-K.) bespreekt het gerucht over een geheime clausule in het Japansch-Duitsche verdrag be treffende verdeeling \an belangensfeer in Ned. Indië. Spreker noemt dit ge rucht ernstig. Er zijn beovendien concreto ver schijnselen welke ongerustheid wekken. O.m. de actie in Duitsch- land voor het weder verwerven van koloniaal bezit. Er is een tegen spraak van Japansche zijde, doch die heeft spreker niet gerustgesteld. Spreker vraagt inlichtingen aan den minister en verzoekt anders den minister, de zaak met bekwa men 6poed to onderzoeken en het resultaat aan de Kamer mede te deelen. De heer Boon (lib.) behoeft den Vol kenbond niet nader tegen de aanvallen yan de heeren Westerman en Zandt te verdedigen, na do rede van den heer Bierema. Spreker dringt aan op maatregelen ter voorkoming van dubbelen dienst plicht, zooals ten aanzien van een Ne- derlanrlscho student in Argentinië is yoorgekomen. De minister van buitcnlandsche za ken, de heer De Graeff, bespreekt de stappen van do Duitsche regeering in zake het internationaal rivierenrecht Spreker behandelt eerst de feiten. Bij rondschrijven van 14 dezer heeft de Duitsche regeering aan de verschil lende daarbij betrokken regeeringen ook aan de Zvvitsersche, dit ter infor matie van den beer Bongaerts, is een overeenkomstige mcdedeeling gedaan doen mcdedeelen, dat zij zich ge dwongen ziet de in het verdrag van Versailles neergelegde bepalingen no pens- de mede op Duitsch territoir ge legen stroomen en de op deze bepa lingen berustënde internationale ver dragen niet meer te erkennen. In ver band daarmede heeft de Duitsche re geering mede besloten de voor den Rijn op 4 Mei jl. te Straatsburg gesloten voorloopige modus vivendi op te zeg gen. Uit nadere mededeelingen van de Duitsche regeering is voorts gebleken, dat zij zich op het standpunt stelt dat na de vorenbedoelde opzegging van de desbetreffende bepalingen van het ver drag van Versaialles en van de modus vivendi ook de acte van Mannheim van 1868 niet meer geldt. Intusschen heeft de Duitsche regeering kenbaar gemaakt dat op de Duitsche waterwegen, dus ook op het Duitsche gedeelte van den Rijn, de volgende regeling zal gelden „De scheepvaart is er vrij voor de vaartuigen van alle met het Duitsche rijk in vrede levende staten Er vindt geen onderscheid plaats in de behande- ling van de Duitsche en de vreemde vaartuigen. Zulks geldt ook inzake de scheepvaartheffingen Daarbij ga.it de Duitsche regeering ervan uit, dat in andere staten reciprociteit zal geldon. Naar de Duitsche opvatting bestaa' dus op den Rijn een door de Duitscho regeering autonoom getroffen regeling waarbij kan worden opgemerkt, dat de Duitsche waterstaat opdracht heeft kwesties aangaande scheepvaart, poll tie en patentvoorschriften omtrent bouw van bruggen en andere zoodanige vragen in de praktijk voorshands op dezelfde wijze als dusver te behandelen, ten ware de houding van andere s'aten der Duitsche regeering een aanleiding werd een wijziging in haar voornemen te brengen. Zoo staat de zaak thans, voor zoover de feiten aangaat Bij de beoordeeling van die feiten wil spr vooropstellen, dat ook in dit geval de door de Duitsche regcering gevolgde methode van eenzijdige opzegging van internationale verdragen, zonder dat van te voren getracht is met de andere partijen in onderling overleg tot over stemming te komen, om het zacht uit te drukken weinig aanbeveling en zeker geen navolging ver dient. Spr. meent, dat hij dit niet nader be hoeft toe tc lichten, en veronderstelt, dat zeker 99 van de 100 leden der Ka mer dit met hem eens zullen zijn. Ten aanzien van de gevolgde methode heeft ook Nederland, dat op verschillend ge bied partij is bij allerlei internationale overeenkomsten, bij de zaak indirect een groot belang. Direct belang heeft Nederland niet hij de opzegging van de ten aanzien van de Rijnvaart gesloten modus vivendi, welke Nederland niet heeft mede onderteekend, en ook niet van zins was alsnog te onderteckenen, alvorens de hekendo kwestie van de surtaxes, welke nog steeds hangende is, een bevredigende oplossing zal heb ben gekregen. Minister De Graeff vervolgt: Wel heeft Nederland direct belang bij de verklaring van do Duitsche regeering, dat zij de acte van Mannheim van 1868 niet meer als geldend erkent. Op de ver schillende rechtsvragen, die daarbij aan de orde komen, kan spr. hier thans ech ter niet nader ingaan, omdat hij zich eerst een eindoordeel kan vormen wan neer do juridische argumenten der Duitsche regeering hem hekend zullen zijn en dezerzijds zullen zijn overwogen. Dat de Nederlandsche regeering in elk geval met kracht voor do Nederland sche Rijnvaartbelangen zal blijven op komen, daarvan kan do Kamer zich overtuigd houden. Terecht heeft do heer Bongaerts gewezen aldus de minis ter op do groote waarde van de niet van Versailles, ook niet van Mannheim, maar reeds van Weenen dateerende be ginselen van het Internationaal Rivie renrecht, beginselen, waaraan ook Ne derland groot gewicht hecht en onder de werking waarvan Nedorland zich wat den Rijn betreft steeds wel hoeft bevonden. Bemoeienissen met de gebeurtonissen in Spanje zou wel overeenkomstig den geest van den Volkenbond zijn. Deze staat echter voor een complex van vraagstukken. Mogelijk kan de aangelegenheden ter sprake komen in den Volkenbondsraad, die op 7 December bijeen komt. Spr. herinnert er aan dat het de Ne derlandsche delegatie was die getracht heeft reeds vroeger het vluchtelingen vraagstuk op breeder basis te stellen. Spr. heeft inzake de zoogenaamde pro-dco quaestie nadere inlichtingen in- gewonnen. Er is niets gebleken van anti-christelijke gevoelens of van sym pathie voor het communisme. Er ls een misverstand geweest, waar het secreta riaat van den Volkenbond buiten stond. Inzake de dubbele dienstplicht-quaes- lio met Argentinië heeft spr. vergeefs démarches gedaan. Ze stuiten af op het Argentijnsche ministerie van defensie. Spr. onderhandelt verder met den Ar- gentijnschcn gezant. Verschillende gemaakte opmerkingen zal spr. nader onderzoeken. In de vergadering van 7 Dec. Ie Ge nève zal prof. V. II. Rutgers wederom onze rogeering vertegenwoordigen. Uit de redevoeringen van de heeren Wijnkoop en Sneevliet heeft spr. geen. leering kunnen trekken voor het Neder- landsch beleid (vroolijkheid). Het werk van den Volkenbond Omtrent de vraag of Nederland den Volkenbond den rug zou moe ten toekeeren, hebben gelukkig an dere sprekere andere opvattingen. Dc Volkenbond is nog altijd in vele opzichten nuttig en een kostbaar goed, ook voor ons. Intusschen is de Volkenbond in meer dan één opzicht tekort gekomen. Het heeft geen zin, dit te verbloemen. Zoo heeft de Volkenbond gefaald t.a.v. den oorlog van Italië tegen Abessynië. Met name de delegaties der kleine landen hadden slechts één doel. den vrede en het recht te handhaven. De stemming is dan thans ook veel minder goed, dan verleden jaar. De Volkenbond is on machtig gebleken, zijn beginselen door le voeren. Aan de collectieve veiligheid is veel nadeel toogebracht. Hot bezwaar van gemis aan universaliteit schijnt niet spoedig te kunnen worden opgehe ven. Vrees voor herhalingen der teleur stelling beheerschto ook spr.'s rede van Juli j.l. in de Assemblee. Do ex-neutra len voelen zich niet meer verplicht, economische en financiecle sancties te volgen. Onze houding op 7 December zal voor oen goed deel afhangen van die van in gelijke omstandigheden verkeerende landen, dc Scandinavische en België, met name. Wat art. 16 van het pact betreft, do collectieve veiligheid is er een essen tieel bestanddeel van. Wegens het o.m. voor ons dreigend gevaar moeten wo ons op een ander standpunt stellen, zoolang de Volken bond niet inderdaad een universeel ka rakter heeft. Verschillende mogendhe den hebben bezwaar trouwens tegen hot tegenwoordige art.. 16. Het is dus niet uitgesloten, dat hierin wijziging kan worden gebracht, om den hond ook voor andere mogendheden aantrekkelijk te maken. Spr. is tegen regioneele pacten buiten het kader van den Volkenbond, doch in overleg met andere mogendheden. Te zamen bedoeld als dc ex-neutralen ziet spr. veel heil. èpr. verdedigt het optreden van de Ne.derlandsche delegatie te Genève te gen de aanvallen van de heeren Wesler- man en Lingheek. Dat ze zich meer op den voorgrond zou plaatsen dan die uit Scandinavië is niet juist, al blijkt dit nipt altijd uit de Npderlandsche pers. Wie geen kennis heeft kunnen nemen van de besloten vergaderingen van de commissie voor de geloofsbrieven, kan niet oordeelen over het optreden van mr. Limburg. Spr. kan verklaren dat deze met kennis van zaken uit juri disch oogpunt heeft gesproken. Dat mr. Limburg zich door anderen naar voren had laten schuiven, is een stelling van den heer Westerman, die eiken grond mist. De onderhandelingen met België De onderhandelingen met België over de verdragen van 1829 zijn voorloopig op een dood spoor, tot spr.'s leedwezen. De opvattingen der Belgische en Neder landsche regeeringen loopen zoo uiteen, dat beide liet gewenscht vinden, her vatting der onderhandelingen voorloo pig te laten rusten. Spr. betreurt ook dat hot in dc Maas- wat er-quaestie tot een proces moet ko men. Mondoling en schriftelijk is spr. bevestigd dat dit van Belgische zijde niet als iets onvriendelijks wordt opge vat. Als Nederland hot proces mocht win nen en evenzeer geldt dit voor Bel gië zegt dit niet dat er dan geen minnelijke schikking meer mogelijk zou zijn. Stopzetting van het proces ligt echter niet in do bedoeling. Zoolang spr. minister is, zal er geen stap zijn te verwachten om de officieele betrekkingen met Rusland te herstellen. Er is voor Nederland geen aan# leiding voor een andere houding in zake de nonsinterventie in Spanje. Wat het verkoopen van Ned. vliegtuigen betreft, ons treft geen verwijt als die ten slotte toch in Spanje mochten zijn te# recht gekomen. Onze betrekkingen met Duitschland De betrekkingen ook met de Duitsche regeering zijn volkomen in orde. Den heer Westerman verklaart spr. dat onze gezant en persona grata is. Een deel van do Nederlandsche pers vertoont geen vriendelijke stemming jegens Duitschland. Dit zijn persoonlijke opvat tingen. Doch ook weet de heer Wester man dat er ook zijn,, die niet ophouden den lof van Duitschland te zingen. Dit •werkt juist andersom op een ander deel van ons volk. Spr. verdedigt verder den Nederlandschen gezant tegen de aanval len van den heer Westerman. Toen de heer van Limburg Sti- rum den führer zijn aanstaande ver trek mededeelde, vcrleendo deze hem do hoogsto onderscheiding, daar te lande bekend, een persoon lijk onderteekende oorkonde, o. m. uit dank van het Duitsche volk. Ten slotte richt spr. zich tot den heer Vliegen, die gezegd heeft voor de laatste maal bij de begrooting van buitcnland sche zaken het woord to hebben ge voerd. Spr. verzekert hem zijn zeer bij- zondore waardeering voor de wijze, waarop hij lange jaren van zijn belang stelling voor het buitcnlandsche beleid heeft doen blijken. De heer Vliegen toonde steeds een zuiveren en helderen kijk op de buiten landscho verhoudingen en spr. heeft vooral waardeering voor den vorm waarin do heer Vliegen zijn critick goot. Do begrooting van het departement van buitenlandsche zaken voor 1937 wordt hierna zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Er is niet gebleken dat van wapens gebruik werd gemaakt Op de schriftelijke vragen van het Eerste Kamerlid Moltmaker naar aan leiding van de verstoring van een open bare vergadering van de vereeniging „De Dageraad" te Utrecht heeft de mi nister van Justitie o.m. geantwoord, dat door de politie niet is geconsta teerd. dat door de ordeverstoorders is geslagen of gedreigd met van spijkers voorziene stokken, met gumrrriknuppels en met scherp .gepunte ijzeren 6taven. 1-Iet is juist, dat de politie de verga dering heeft doen uiteengaan. In die vergadering werd de orde in ernstige mate verstoord door het werpen met allerlei voorwerpen, waarbij vechtpar tijen tusschen de bezoeker*.- ontstonden, door een overmacht van rustverstoor ders verzet tegen de aanwezige politie werd gepleegd en mishandelingen plaats vonden, terwijl uit do zaal ge dreven personen langs anderen weg weer binnenkwamen. De na inroeping van assistentie van het bureau geko men inspecteur van politie trof bij zijn aankomst in de zaal aldaar een menig te aan, die door elkaar liep en schreeuwde, terwijl op enkele plaatsen in die zaal onderlinge vechtpartijen gaande waren en ook op het podium verscheiden personen door elkaar lie pen Onder deze omstandigheden en rekening houdende met hetgeen was voorafgegaan, heeft hij zich genoopt gezien van zijn recht tot het doen uit eengaan der vergadering gebruik te maken. Ook de minister is van oordeel, dat de overheid met alle gewettigde mid delen er voor heeft te waken, dat niet als gevolg van gewelddadig optreden van tegenstanders de vrijheid van ver gadering wordt aangetast. Binnen 8 meter van straathoeken Is stil staan met auto's en andere voertuigen te genwoordig verboden! Verschillende leden bepleiten de werkloosheidsuitgaven over alle gemeenten te verdeelen Na afhandeling van do begrooting van buitcnlandsche zaken kwam in de Tweede Kamer aan dc orde hoofdstuk 6 (Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen) der rijksbegrooting voor 1937. De heer Kersten (Staatk. Ger.) oefent critiek op hot openbaar onder wijs. De kinderen mogen niet worden toevertrouwd aan personen, die in hun hart afkecrig zijn van don Bijbel. De spelling-quqestio is niet bevredi gend opgelost. We behoeven vóór alles voor onze taal rust en vastheid. Mogo de minister maatregelen kunnen ne men, waarmede het gohcelc volk zich moet en kan neerleggen. Aan het geval met de spelling-quacstie moet een cindo komen. Do heer Suring (R.K.) Is over hel geheel ingenomon met hot beleid van dozen minister, die over het algemeen bijeengebracht heeft wat goed Is, en niet streefde naar algehcelo vernieu wing van bet onderwijs. De werkloosheid onder do jonge on derwijzers noemt spr. een ramp. Bijbel- scho geschiedenis als leervak op die school behoort tot de onmogelijkheden. De heer L i n g b e e k (Herv. Ger.) noemt het schande dat er op do open bare school voor alles plaats is behalve voor onderwijs in kennis van den Bij bel. En dat ook onder zoogenaamde christelijke ministeries. Wat de bezuiniging op het onderwijs betreft, de kosten moeten omlaag, en begonnen moot worden met de salaris sen der onderwijzcrs-kloo6teringen. De heer K, ter Laan (Soc. Dcm.) zegt dat er nog wel wat ontbreekt aan het soc dem. beginsel: goed onderwijs voor ieder, openstelling van elke onder wijsinstelling voor begaafden. Spr is van oordeel dat bij het onder wijs niemand do spelling-de Vries en te Winkel meer zuiver toepast Had de regeering dadelijk in de officieele stuk ken de spelling-Marchant gevolgd, de dagbladen zouden zijn gevolgd en het ware nu in orde geweest. Niemand weet op hot oogenblik, of en wanneer hij goed schrijft. Spr. betreurt de nieuwe, verwarrende regeling van dezen minis ter. De heer T i 1 a n u s (C.H.) zegt dat de inspectie voor het middelbaar en voor bereidend hoogcr onderwijs zich van officieele bemoeiing met espcranto- examens heeft te onthouden. Dit kabinet is het kabinet van de spelling^misère. Do eenheid der spelling is hopeloos in de war ge bracht, en dit is een aanklacht tegen de regeering. Niettemin i£» spreker do verbetering der regeling 1934 door die van 1936 welkom. Toch ware het beter geweest, als do gehcele spelling-pot van het vuur was gezet. Dc bezwaren van Belgische zijdo te gen de regels 1—3 acht 6pr. gegrond. Spr. hoopt op een radicalen terugkeer tot de oorspronkelijke spelling, en dan weer opnieuw overleg. Liever chaos dan speb lings Marchant"' De heer Coops (Lib.) is teleurge steld over de opvatting van den minis ter t.a.v. officieele erkenning van den architecten-titel. Spr. bestrijdt den heer K. ter Laan als deze meent dat niet allo onderwijsinstellingen voor het volkskind openstaan. Inderdaad is er in de spellings wijze een chaos. Niettemin heelt spr. liever den chaos dan de spel ling-Marchant. Spr. hoopt dat uit den chaos het bruikbare te voor schijn komt. De heer Zijlstra (A.R.) constateert dat er bezuinigd is docli er is toch nog reden voor teleurstelling. Spr. wijst op het gevaar van eenigerlei tdaatspaeda- gogie. waarvan de resultaten elders niet bemoedigend zijn. Men wil dat de staat de school gebruikt voor een betere mondverzorging, als de school gebruikt wordt voor allerlei doeleinden, raakt haar eigenlijk karakter, het geven van onderwijs, op den achtergrond. Spr. kan niet inzien, dat bijbel-onder wijs een verplicht leervak zou moeten worden op de openbare 6chool, dat door alle onderwijzers zou moeten worden gegeven. In de 6pelling-kwcstie kan spr. niet inzien, dat er vereenvoudigd is. Aan de revolutionaire taalbeweging is de school alleen niet schuldig, de litteratuur is voorgegaan. Moge worden bereikt dat de spelling geregeld wordt bij onder ling overleg. Het bijbebonderwijs De heer L o u w e s (Lib.) bepleit bijbel-onderwijs op de openbare school, als verplicht leervak. We moeten ten deze langs nieuwe we gen gaan. Wie zich er niet mede vereenisren kan, trekke zich naar rechts- of links in bijzondere scho len terug. Spr. acht het corps openbare onder wijzers in staat. Bijbel-geschiedenis met tact en eerbied te geven. Christendom, eerbied voor vaderland en nationale traditie, eerbied voor het gezag, behooren bij de openbare school Men sla de verzenen niet langer tegen do prikkels, en aanvaarde ook deze mogelijkheid voor evangelisatie De heer F a b o r (Soc. Dem.) bepleit een hetere aansluiting van lager met middelbaar en voorbereidend hoogcr onderwijs. Van een christianiseerings- melhode der openbare .school kan spr, zich moeilijk een bevredigende voorstel ling maken. Voor het volksonderwijs is bijbelschc geschiedenis moeilijk te missen, van welk standpunt men het ook bekijkt Met name voor de middelbare school ware hier overweging gewenscht Do vergadering wordt om half zes geschorst tot acht uur. Werkloosheidstsubsi diefonds In de avondvergadering is aan de orde de begrooting van het werkloos- hcidssuhsidiefonds voor 1937. Do heer v. d. Tempel (S.D.) komt op tegen de meening der regeoring dat de werkloosheidsuitgaven in de eerste plaats gemecntczorg zijn. De vergelij king met armenzorg gaat ten deze niet op. Do gemeenten staan evenzeer voor groote moeilijkheden, al6 het rijk, door do vermindering der inkomsten en de opvoering der uitgaven. Do gemeenten worden gedwongen tot het instellen van een nieuwen crisisdienst. Komen do tekorten voor rekening van het fonds dan worden ze door rijk en gemeenten tezamen gedragen, en dit is billijk. De opleving akn een nieuwe oplossing vergemakkelijken.' De heer Steinmetz wil niet terug- keeren naar de algemeene beschouwin gen over do rijksbegrooting. Spr. ver wacht ook niot dat deze minister nu nog bereid is, van inzicht tc verande ren Spr. komt cr tegen op dat gehand haafd is do maatregel om de tekorten van het fonds door rentedragende voor schotten to dragen. Spr. oefent critiek op dezen drang op de gemeenten, waar door ze worden meegesleept op een ver keerden weg, door het rijk ingeslagen. De kapitaaldicnst der gemeenten wordt te zwaar belast. En do werkloozenzorg gaat onevenredig op de budgetten der gemeenten drukken. Het is boter, den ouden toestand te handhaven. Spr. sluitz ich te dezen aan zien aan bij den heer van den Tempel. De heer Kooiman (Vrijz. Dem.) kan den minister evenmin steunen op dit punt van zijn beleid. Dc heer v. d. Tempel heeft reeds bestreden dat de werkloosheidskosten voor rekening van dc gemeenten zouden behooren te ko men. Dit heeft spr.'s instemming. Heeft de regeoring voor deze regeling voeling gehouden met de organisatie van gemeenten, met de colleges van Gerlep. Staten, ten einde volledig inge licht te zijn? Spr. gelooft dat overleg niet gepleegd is. Ook spr. zegt tegen dc regeering: neem de regeling betreffen de de rentedragende voorschotten terug, en pleeg nog eens nader overleg, ook met de commissie van advies ingevolge de werkloosheidssubsidiewet. Do beer Smeenk (A.R.) zegt dat de gemeenten hier worden verdeeld in drie groepen. De groote mogelijkheid zal de indeeling der groepen zijn. Een objectieve regeling is niet mogelijk. Dc instelling van een crisisdienst i)ij de gemeenten acht spr. hoogt-t bedenkelijk. Laat men de regeling zooals ze is, dan zal dit de kaspositio van het rijk weinig veranderen. Dc heer IJssclmuiden (R.K.) wijst op gelijksoortige bezwaren. Spr. betoogt dat verschillende gemeenten gedupeerd worden. Een gelijke behan deling voor alle is gewenscht. De mi nister werke niet mede aan bet noodlij dend verklaren van groote gemeenten. Welk een schade toch berokkend dit aan hun credietwaardighcid. De heer Bakker (C.II.) wijst op de gunstige positie welke gemeenten heb ben die weinig werkloosheid kennen. Daardoor komt cr een ongelijke behan deling. De door werkloosheid getroffen gemeenten ondervinden er de gevolgen dubbel van. Aan den anderen kant zijn ook de armlastige gemeenten bevoor recht. Dit klernt temeer daar de werk loosheid een zaak is niet van de ge meenten, maar van het gcljeele rijk. Het beste is. de lasten over alle ge meenten te verdeelen. Deze begrooting bevredigt niet. Ze brengt niet een billijke verdeeling der lasten van de werkloosheid. Spr. sluit zich aan hij hen. die de lasten ponds pondsgewijze willen doon dragen. Dc heer Bierema (Lib.) betoogt dat het onjuist is, gelden bestemd voor den gewonen dienst, te verkrijgen uit lee ningen Door het terugnemen der bepa ling om een basis van 90 voor de gewone bijdrage uit het u erkloosheids- subsidiefonds te nemen, is inmiddels aan vele bezwaren tegemoet gekomen Overigens kan spr. zich dienaangaande bij den heer Smeenk aansluiten. Dc verdeeling der gemeenten in drie groe pen zal door de retreering zooveel mo gelijk naar objectieven maatstaf ge schieden. Met den heer Smeenk betwij felt spr of dit wel mogelijk is. Spr. had liever gezien dat de rege ling van thans nog eenige jaren ware aangehouden De heer Donker (S.D.) is eveneens door de mem van antw. niet bevredigd, ook niet na het loslaten door den mi nister van do eene beperking. Dc her haalde verandering van systeem kort voor den aanvang van een begrootings- jaar is voor vele gemeenten een ernstig bezwaar. De minister van Financiën, de heer Oud acht het onjuist dat het rijk de gemeenten in de bestrijding der werk loosheid onvoldoende tegemoet komt. Wie moet voor de werkloosheidskos ten opkomen, het rijk of de gemeenten? De oorzaak dor werkloosheid is inter nationaal. dus geen zaak der gemeen ten zoo is beweerd. Het onderwijs is ook geen locaal belang. Toch is er hier een uiterst belangrijke taak weggelegd voor de gemeenten. Rijk en gemeenten verzorgen samen de verschillende dien sten. Moet een bepaalde zaak primair door de gemeenten worden gedaan om dat ze historisch zoo gegroeid is\ dan volgt hier niet uit dat de kosten alleen voor de gemeenten komen. Het heel© probleem is ook hier geen tegenstelling tusschcn rijk en gemeenten. Doch, hoe verdeelen we de kosten, zoo billijk mo gelijk voor de inwoners dor gemeenten die ook inwoners van het rijk zijn? Het werkloosheids-s-uhsidiefonds is ook ge schapen om een zoo billijk mogelijke verdeoling der lasten to bevorderen. Nu schijnt zich een Jegcnde te vormen, dat het rijk zich van de nooden der ge meenten steeds minder gaat aantrek ken. Wat spr. in de jaren van zijn beleid dienaangaande gedaan heeft, wettigt niet den indruk dat er niet voel voor dc gemeenten is verricht. Er zou nu eon principieele wijziging worden gebracht In de bestemming van hot wcrklooshoidssubsidiefonds. Het te gendeel is het geval. Spr. is in vorige jaren van dc goede lijn eonigszins af gedwaald, en nu wordt teruggekeerd tot don oorspronkelijken opzet. De grondslagen van het werkloosheids-eub- sidiefonds worden niet .aangetast. Aan do regeering kunnen niet veel verwijten worden gemaakt omtrent wat ze voor de gemeenten heeft gedaan. Dergelijke verwijten aanvaardt spr. niet. Men kan niet zeggen dat wat hier gebeurt, is het aangaan van een gelcl- 1 coning. Slaat men rcntcdragendo voorschotten uit. dan zou de regoering dikwijls niets kunnen doen» Do gemeen ten zouden voor hun kasmiddelen bij particulieren loeningen moeten sluiten. Nu kunnen de gemeenten hij het rijk beter terecht. Men kan niet volhouden dat de tekor ten op do werkloosheidsuitgaven zijn tekorten op de rijksbegrooting. Rijk en gemeenten moeten samen do oplossing zoeken. Na do monetaire verandering van 20 September zijn we in gewijzigde verhoudingen gekomen. Spr. heeft daar om al eerder gezegd: laten we eens even afwachten. Laten wc ons niet vastleggen aan de kwestie: rentedragondo of rentelooze voorschotten. Laten we do zaak open laten zonder tot een bepaald systeem te besluiten. Het andere kabinet vindt inmiddels toch den weg wel open. Spr. zal een nota van wijziging in dienen, waarbij spr. uit art. 8 schrapt het woord „rentedragend". We kunnen dan verder zien, wat met het fond*.- te doen. Men verbindt zich dan tot niets. De grocpsvcrdecling zal geschieden volgens objectieve vormen. Spr. zal niets doen om een volgende regecring te binden. De gewijzigde begrooting van het wcrklooshcids-sub6idiofonds komt mor gen, bij den aanvang der zitting, in stemming. Voortgezet wordt de behandeling van hoofdstuk 6 (onderwijs, kunsten en wetenschappen) der rijksbegrooting voor 1937. Do heer Th ij sson (S.D.) ontkent dat het bijbelsch analphabeti6mc zoo groot is als wel eens beweerd wordt: vier vijfden van allo schoolkinderen krijgt godsdienstonderwijs. Voor wie het nog niet ontvangen is dit echter nuttig, al ware het alleen om cultureele redenen. Spr. erkent do mogelijkheid om objectief godsdienstonderwijs te ge ven. Het bijbel-onderwijs mag geen ver plicht leervak worden. Do heer Mol Ier (R.K.) is ïn ver schillende opzichten den minister dank baar voor wat hij de laatste maanden de Kamer heeft voorgelegd. Dat van den minister geen wetsontwerp is te verwachten, om den titel van architect te erkennen, verwondert spr. Spr. vraagt, welken bijbel men op do openbare school zou moeten gebrui ken, Vulgaat, Statcn-vertaling, Lcid- sche vertaling. De heer Louwes heeft eigenlijk het onmogelijke van neutraal bijbelondcrwijs op de openbare school bewezen, want hij haalde oen tekst aan met eigen commentaar. Spr. hoopt dat hel nu voor de laatste maal kan zijn dat hij over de spelling kwestie spreken moet. Wordt er een spelling gewenscht, dan worde ze ook algemeen toegepast. Er moet leiding zijn, aldus de minister. Maar wat ver staat hij daaronder? Spr. wijst op vel schillende bezwaren van 's ministers spelling. De minister van Onderwijs, K. en W. dc heer Slotemaker dc Bruine, zal heden de sprekers beantwoorden. AMSTERDAM, 1 Dec. In aanslui ting op het bericht dat het bureau Wijsmuller te IJmuiden in de haven aldaar een zeesleepboot ln station zal leggen, welke in staat is ook bij het slechtste weer eventueele hulp aan in moeilijkheden verkeerende schepen te verleenen, kan worden medegedeeld dat deze sleepboot de „Oceaan" is van do firma Doeksen op Terschelling. Het bureau Wijsmuller heeft deze sleepboot in charter genomen. Wij vernemen voorts, dat het in de bedoeling ligt de „Oceaan" ln het na jaar van 1937 door een nieuwe grootere sleepboot te doen vervangen. Een op dracht voor den bouw van een derge lijke boot is nog niet gegeven. Geen bestelling op Zondag 6 December '6-GRAVENHAGE, 1 December. De aandacht van het publiek wordt er op gevestigd, dat het ln verband met de groote drukte bij de pakketpost gewenscht is postpakketten, welke be stemd zijn voor het Sint Nicolaasfeest, zoo tijdig mogelijk te verzenden. Als iedereen met verzending wacht tot i December zou er vertraging in de af levering kunnen ontstaan, ai zal de dienst alles doen om die te voorkomen. In ieder geval moet er op worden ge rekend. dat op Zondag 6 December geeft postpakketten worden besteld.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 7