AREN LEZEN
EEN „JUNKERS-JU 90
HET SPOOK
Augurken uit het
Spreewald
DE BIJEN
RUBRIEK VAN
Onze briefwisseling
Onze Ruilhandel
ZWEMMENDE STENEN
Beste nichten en neven
Bruinoogje. Jij rolt van da
ene verjaarpartij in de andere, maar je
moppert daar natuurlijk niet over. Wan-
neer ben je zelf jarig? Gaat het op
school goed Bruinoog?
Wskar blijven de verhaaltje voor de
rubriek „Uit eigen pen"? Ik dacht dat
jullie in de vacantie wel zoveel beleefd
zouden hebben, dat er prachtverhalen
over té schrijven waren. Daarin heb ik
mij lel!ijk vergist. Hoe denken jullie
over oen opstellen wedstrijd? Ik zal
jullie antwoorden hierop de volgende
week afwachten, het kan voor jullie nu
misschien niet zo goed uitkomen in
verband met veel huiswerk. De meeste
stemmen zullen gelden. Evenals de
vorige keer worden de opstellen weer
geplaatst, met vermelding van de prijs.
Ik heb weer een paar mooie boeken
ter beschtikking en jullie zullen een
kans om dde te winnen, niet graag mis
sen, denk £k.
De groeten doen: Paardebloem aan
Zwartkopje, Wildzang en Trekvogel;
Pimpelmees aan Shirley Temple.
Zwartkopje. Dinsdag was het
weer eens een echte regendag. Als de
kachel aan is, vind ik het nooit zo erg
ongezellig. Ik feliciteer je nog met je
verjaardag. Hoe oud ben je geworden?
Je cadeaulijst was lang niet mis Zwart
kop. Ik dacht dat de raadssls nogal ge
makkelijk waren.
A i n e. Foei nichtje, moet ik nu
al weer beginnen ni3t op je~te moppe
ren. Zet maar een vrolijk gezicht naar
school, dat is veel prettiger voor alle
partijen. Ik neem het je helemaal niet
kwalijk, wanneer je mij eens wat kor
ter brief schrijft, ik weet best dat je
veel huiswerk hebt.
Trekvogel. De terugtocht was
wel heel wat gemakkelijker hè? Van
de ene bus in de andere, maar als het
regent is er ook niets aan om te fietsen.
Ben je op school alweer gewend? Je
vindt het zeker wel weer prettig Trek
vogel.
Een doorsnede van de nieuwe vliegmachine, welke op het ogenblik wordt ver
vaardigd. Duidelijk kan men de verschillende aldcelingcn onderscheiden.
Het huidige luchtverkeer met zijn ge
weldige uitbreiding en zijn grote in
ternationale lijnen eist vliegtuigen die
aan de passagiers de grootste veilig
heid en comfort geven en die toch aan
de hoogste eisen voldoen.
De Junkerswerke hebben een nieuwe
viermotorige grote vliegmachine ge
bouwd. de „Ju 90", waarbij men in de
constructie gebruik heeft gemaakt van
veeljarige ervaringen. Op de AVIA-
tentoonstelling in Den Haag is het mo:
del van dit verkeersvliegtuig te zien
geweest.
Behalve een grote ruimte voor de be
stuurder en daarachter de kaartenka-
rner en de plaats voor den marconist,
biedt de machine met zijn grote afde
lingen plaats aan 40 passagiers en
heeft bovendien nog veel ruimte voor
vrachtgoederen.
De vliegmachine heeft vier lucht- en
watergekoelde motoren van 800 en meer
paardekracht. De Ju 90 heeft een vlieg-
gewicht van 20 ton, terwijl een snel
heid van 350 tot 3S0 K.M. kan worden
bereikt.
Een afdeling van acht passagiers in het nieuwe verkeersvliegtuig Junkers-Ju 90.
Gemakkelijke banken bieden ieder plaats aan 2 personen.
HET SPOOK
door
VIOLETTE CARR
Een ding moet er eerst gezegd wor
den, voordat wij ons avontuur gaan
vertellen: bang of laf zijn wij heus
niet. Henk is bijna twaalf jaar en ik
ook en nogmaals, al hebben wij tijdens
ons avontuur ook kippevel gekregen:
bang waren wij heus niet.
Wij waren naar oom Anton gereden.
Oom Anton is de broer van mijn vader
en woont buiten op een boerderij. Ieder
jaar met de grote vacantie ga ik bij
oom Anton logeren. Wij sliepen op het
zolderkamertje dat aan de achterkant
van het huis ligt. Wij hadden een ver
moeiende dag achter ons, want er was
zoveel te zien geweest en wij hadden
allerlei belevingen gehad. Want ieder
een kan begrijpen, dat het voor een
jongen uit een grote stad heerlijk is
om zijn vacantie op het land te kunnen
doorbrengen. Waarschijnlijk kwam het
omdat wij zo moe waren, dat wij niet
dadelijk in slaap vielen. Buiten was
het wonderlijk stil en daarbij volkomen
donker en hij het schijnsel van de pe
troleumlamp praatten wij nou een
ogenblik met elkaar. O ia. dat verbat
ik nog te vertellen. Henk is een neefjp
van mij, de zoon van oom Dirk. ook
een broer van mijn vader. Henk en ik
konden het uitstekend sampn vinl°n
en daarom had oom Anton er «zeen be
zwaar tegen gehad, dat wij tegelijk '>ij
hem kwamen logeren.
Eindelijk blies ik de lamp uit en wij
probeerden te gaan slapen.
Nauwelijks was het licht enkele mi
nuten uit of er klopte iemand hard
tegen de ruit. Wij bleven er stil naar
liggen luisteren. Van tijd tot tijd hoor
den wij een gekras, alsof iemand van
buiten probeerde het raam verder open
te schuiven. Eindelijk sprong Hena uit
bed en sloop zachtjes naar het raam
toe. Met een uitroep van schrik kwam
hij bij me terug, ik sprong natuurlijk
ook mijn bed uit cn sloop nu eveneens
naar het raam toe. Ook ik schrok hevig,
want ik keek in een paar groene lich
tende ogen.
De zaak was nogal griezelig, maar ik
ben niet naar oom Anton beneden ge
gaan, omdat ik bang was, neen, ik
vond, dat hij, als eigenaar van de boer
derij weten moest, dat er een inbreker
bezig was binnen te komen. Ik klopte
dus aan de deur van zijn slaapkamer
en zei, dat er een inbreker voor mijn
raam stond. Oom Anton had hierover
zijn eigen mening, die ik hier niet zal
navertellen. Maar hij stond op en ging
met mij naar boven. Op de trap troffen
wij Henk aan. die keek waar ik ge
bleven was, volgens zijn zeggen.
„En waar is jullie inbreker nu?"
vroeg oom Anton. Hij ging naar het
raam en zag de groene ogen ook. Eerst
keek hij verwonderd, daarna barstte
hij in een daverende lach uit.
„Ilazenharten" noemde hij ons. Toen
opende hij het raam, greep naar iets,
doch greep in hét niets, terwijl de
groene oogen verdwenen waren: ergens
in de nabijheid hoorde men de vleugel
slag an een grote vogel.
„De arme kerel is op jullie licht af
komen vliegen!" zei oom Anton „Hij
zal .wel weer terugkomen als het straks
donker is," voegde oom er nog aan toe.
Wij waren onze schrik weer te bo
ven gekomen en vroegen wat voor een
vogel het geweest was. „Een uil", zei
oom, en terwijl hij do kamer uitging,
zei hij: „denk er om, dat je me nu ver
der vannacht laat slapen, want er ge
beurt hier buiten niets bijzonders"
„Maar oom", zei ik moedvattend. „als
IT in de stad zoudt komen logeren, dan
zoudt U misschien ook dingen zien en
meemaken, die U niet thui« zoudt kun
nen brengen. Want bij ons vliegen er
's nachts geen uilen naar de ramen".
De manier waarop oom Anton mij
van onder zijn wenkbrauwen aankeek,
bezorgt mij nu nog een kleur, als ik
er aan denk. M&ar van het spook met
de groene ogen hebben wij geen last
meer gehad.
Leergraag. Je kunt veel ple
zier om een jong poesje hebben, ze zijn
erg grappig, maar ze kunnen je lelijk
krabben. Aan een andere school moet
jo altijd even wennen, en de Mulo is
weer heel wat moeilijker dan de lagere
school. Doe maar flink je be6t Leer
graag.
Piccolo. Als altijd ben je druk
over de sport aan het vertellen geweest,
Je bent als ik mij dat goed herinner
thuis hè? Vind je het prettig in de huis.
houding, je hebt dunkt mij wel veel
vrijheid. Het fuifseizoen is weer begon
nen. Veel plezier hoor.
Baden Powell. Het is mij een
grote eer en een Jrijzonder genoegen
zo'n bekende naam in mijn familie te
hebben. Je bent van harte welkom
B. P. Doe je ook mee aan de raadsels?
Paardebloem zal je wel vertellen hoe
de voorwaarden zijn, waarop je een
prijs kunt winnen.
Robinson Crusoë. Wè zijn
midden in het regenseizoen, dus wat
kan je anders dan regen verwachten
Het is maar goed, dat jij niet op dat
onbewoonde eiland zit, dan zou je hele
maal mopperen.
Bruinvis. Ja, kleine neef, de
weken gaan vlug, voor dat je het weet,
ben je een grote neef. Met dit weer is
het veel gezelliger om binnen te spe
len hè?
Speelgraag. Wel nichtje, ik
feliciteer je nog met je verjaardag. Je
had mij niet6 van die gewichtige ge
beurtenis verteld. Dus het was een
leuk feest. Zeg Speelgraag, ben je ook
nog te klein om je eigen brieven te
schrijven? Ik meen, dat het een andere
hand is. Foei
Paardebloem. Je schreef mij,
wat je noemt een „vurige" brief, ik
kreeg er de tranen van in m'n ogen.
Was de gewone inkt op? Ik vind het
erg prettig dat je de kinderkrant leuk
vindt. Van al die postzegels die je
vraagt heb ik er geen enkele. Het spijt
mij heus. Gelukkig dat er voor de poes
een prettig tehuis gevonden is.
Wildzang. Het boek is dus
goed voor je gekozen, nu dat doet mij
plezier. Ik houd zelf ook erg van
lezen, het is er nu ook echt weer voor
Gaat het goed op school?
Tompoes. Wat stuurde je fijne
bonnen, bedankt hoor. Ik geloof graag
dat je weinig tijd overal voor hebt.
Het zal een grandioos feest worden,
amuseer je.
Speenkruid je. Hoera! Ik ben
blij dat je weer beter bent en Poppen-
moedertje niet minder, we vonden het
erg saai samen zonder jou. Ja die zus
ters zijn lieve mensen, dat heb ik al zo
dikwijls gehoord, ik heb het zelf geluk
kig nog nooit ondervonden. Je vindt het
natuurlijk erg leuk om te verhuizen
de nieuwe school is vlug genoeg ge
wend.
Poppenmoedertje. De ver
huizing zal ook voor jou wel wat drukte
meebrengen, want je hebt natuurlijk
de zorg .oor je poppenfamilie. Fijn dat
je nu alles weer samen met Speen-
kruidje kunt doen hè?
F a m k c. Zo goed ingepakt kan
een regenbui je niet deren, en is het
zelfs wel leuk. Je had het druk met de
rode pantoffels Famke.
De Wolf. Leuk, dat j'e ook een
raadsel gemaakt hebt. Je ziet het wel
eens in de krant staan, misschien de
\olgende keer al. De rradsels waren
toch niet erg moeilijk vorige week.
W o u d l o p e r. Het is erg jam
mer. dat je geen tijd meer hebt voor
onze familie, doch de school gaat na
tuurlijk voor alles. Ik kan je niet zo
veel gelijk ge\en, doch je kunt er weke
lijks nog wel een paar komen halen, zo
lang je er niet bent. Kwatta soldaatjes
heb ik niet zo veel. Ik wen6 je het
beste Woudloper.
Pimpelmees. Ik wil graag ge
loven, dat het vreemd voor je was,
vooral de eerste dagen, van de lager,*
school naar de H. B. S. is een grote
overgang. Volgende week vertel je er
mij wel het een en ander van.
Boefje. Dat was pech voor je
zeg. Ik hoop voor jou dat het inmiddels
gelukt is die mevrouw thuis te treffen.
De H. B S. is een heel eindje weg, geen
wonder dat je drijfnat thuis kwam. Van
Verkade bonnen heb ik nog een flinke
voorraad.
P i n g u i n. Ik verheug mij altijd,
wanneer ik hoor dat de school prettig
gevonden wordt. Je vindt aardrijks
kunde zeker wel een fijn vak hè? Was
je de raadsels yergeten?.
De oplossingen
I. De spreekwoorden lulden:
Als het getij verloopt, verzet men de
bakens. Hst zijn niet allen koks, die
lange messen dragen.
II. De volgende plaatsnamen ston
den te lezen
Bathmen, Geldrop, Wolfheze, Stap
horst, Elsloo, Deurne.
De prijs werd gewonnen door Woud
loper; dat tref je net voor de laat6to
keer dat je mee doet.
De raadsels
I,
(Ingezonden door Woudloper).
Onderstaande lettere anders gerang
schikt, vormen een beroep:
RGNASERIMEAK,
II.
(Ingezonden door Pimpelmees).
Een spreekwoord van 12 woorden en
10 letters:
huisdier: 6. 19, 24, 12.
hoofddeksel: li, 27, 2, 17.
lidwoord: 29, 5, 21.
slijk: 22, 27. 4, 25, 36, 2$.
wapen: 40, 8, 32, 23, 16.
voornaamwoord: 39, 10, 13, 1, 38, 34, 9.
vervoermiddel: 20, 7, 31, 26, 28.
span: 35, 3, 30, 37.
dier: 18, 38, 1, 36, 5. 37.
hemellichaam: 22, 15, 33, 11.
Leergraag kom maar eens vra
gen of er nog een Oosterveen bon voor
je is.
M e v r. P. help ik aan Verkadc- en
Droste bonnen.
Piccolo. Een paar Hillebormen
en D. E. punten heb ik wel voor je.
Johann Strausz. Klokzeep-
en Hillebonncn liggen voor je klaar.
Dikkie en Pindaman help ik
aan Levers' zeep bonnen.
Bruinvis en Speelgraag
vragen Paula- en Lux honnen.
Tompoes houdt zich aanbeyolen
voor van Nellemerken.
Woudloper haalt 4 van Nelle
merken, en een paar Kwatta soldaatjes.
Pimpelmees. Voor jou zijn er
Levers' zeep bonnen.
Zwartkopje spaart postzegels.
A i n e vraagt postzegels van Neder
land en Koloniën.
Trekvogel. Deze week is er
een Drostebon voor je.
Boefje help ik aan Vericade bon
nen.
P i n g u i n. Voor jou zijn er nog
wat postzegels.
Zoals altijd, kan alles Maandagmid
dag na 3 uur afgehaald worden.
Hartelijk gegroet,
OOM BOB.
Wanneer men Berlijn per trein ver
laat in de richting van Görlitz, dan
krijgt de wereld, zodra men voorbij
Lubben is, plotseling een ander uiter
lijk. Af cn toe ziet men weliswaar een
korenveld, een aardappelveld of een
sappige, groene weide, maar spoedig
bemerkt men toch, dat hier Je bodem
ook op andere wijze dan elders wordt
bewerkt. Rechts en links van de -poor-
lijn strekken zich lange, zonderlinge
hoge perken uit. Zij zijn van elkander
gescheiden door zeer smalle paden,
waarop men de ene voet voorzichtig
voor de andere moet plaatsen. Terwijl
men er nog over nadenkt welk kost
baar product hier met zoveel zorg zou
worden gekweekt, loopt de trein hel
station van Lübbenau binnen. Sneller,
dan men het kon hebben vermoed,
krijgt men antwoord op de vraag, welke
men zichzelf zo-even heeft gesteld. Meis
jes met emmers lopen langs de trein
en halen, zodra zij kopers menen to
hebben ontdekt, een groon-geel glan
zend iets te voorschijn en spoedig ziet
men de helft van alle reizigers eezcllig
kauwen.
Hier in Lübbenau wordt een der
eigenaardigste stationszebruiken hoog
in ere gehouden. Hier worden zodra
een trein stopt, om het p\en rp weik
uur van de dag, augurken verorberd,
zure augurken, zoals men ze nerzens
in Duitsland beter kan krijgen. Men
eet ze hier als het ware aan de bron,
in het centrum van het vermaarde
augurkengebied van het Spreewald.
Lübbenau bezit verreweg de grootste
bedrijven voor het inmaken van augur
ken, welke ongeveer 30 millioen stuks
Als de boeren het koren hebben ge
maaid en de schoven zijn binnenge
haald, dan gaan de vrouwen van de
boerenknechten „aren-lezen*. Dat wil
zeggen, 'dat zij alle aren, die op het land
zijn achtergebleven verzamelen. De al
dus verkregen halmen met graankor
rels mogen zij voor eigen gebruik mee
naar huis nemen.
per jaar naar alle richtingen verzen
den. Het voornaamste afzetgebied is
trouwens Berlijn. Maar de beroemde
„Lübbenauer" worden ook in Amerika
gegeten. Want men weet in de ganse
wereld, dat de schil van deze augur
ken fijner is dan die van andere soor
ten en dat haar smaak kruiïger is. De
opkopers, die op hun gebied even des
kundig zijn als do wijnproevers, zullen
het gaarne bevestigen.
In de loodsen en op de bedrijven van
de boeren van Lübbenau staan hoge
stapels van augurkenvaten. Wie een
bezoek aan het Spreewald brengt,
schenkt hieraan gewoonlijk niet de no
dige aandacht. Hier zoekt men zo snel
mogelijk een boot, om door de bosrijke
streek te trekken.
De perken der augurken beginnen
vlak achter de huizen. Zij zijn zo uit
gestrekt, dat het ganse landschap vrij-
wijl een enkel groot augurken-bed is.
Wanneer men hier wandelt, ziet men
ook, beter dan in de trein, hoe hoog
de bedden zijn. Zo kan het water uit
de vochtige en vrij zware bodem weg
vloeien. Dit is klaarblijkelijk beter, dan
wanneer men de augurken, zoals het
in de omliggende dorpen nog vaak ge
schiedt, op de velden kweekt. Het win
nen van augurken vergt veel zorg
maar het is ook de moeite waard.
Het is een kunst goede augurken te
kweken. Er bestaan sedert enkele tijd
zelfs bepaalde voorschriften voor haar
lengte, welke 25 centimeter niet mag
overschrijden, daar zij anders voor het
inmaken niet meer mogen worden ge
bruikt. De Lübbenauers hebben het in
de kunst van het kweken van augur
ken ver gebracht. Dit merkt men reeds
aan de zorg, welke zij aan hun perken
besteden, nog vooraleer in Mei met bet
planten wordt begonnen. Dan ziet men
alom knielende mannen en vrouwen,
die in moeizame arbeid het kostbare
zaadgoed aan de goed voorbereide aar
de toevertrouwen. De Herfst brengt
het loon voor die arbeid. Hij brengt
de rijke oogst, welke dan op de markt
te Lübbenau wordt gebracht.
Al deze vruchten der aarde brengen
de rijkdom in het land om Lübbenau
Deze rijkdom is onuitputtelijk zolang
de mensen uit het Spreewald er hun
krachten aan wijden.
Aan de kust van Hawai heeft men
talrijke plaatsen, waar door storm of
aardbevingen van tijd- tot tijd vul-
canische stecncn afbrokkelen en wegge
voerd worden. Dit gesteente is echter
zo licht, dat het op het water drijft.
Als de lente weer nadert, beginnen
de bijen met de grote schoonmaak van
hun korf,
Wespen cn andere honingdieven wor
den door de wachters weggejaagd.
Op gouden schotels krijgt de koningin
het heerlijkste voedsel,
De luie hommels drinken de heerlijke
nectar op en voeren verder niets uit,
Als de nieuwe konincin geboren ie,
verlaten de oude bijen met hun konin
gin de bijenkorf.
Als de ijmker ziet, dat zijn bijen gaan
zwermen, probeert hij de zwerm te
vangen en zet deze dan in een l©3e
korf,