Feest in de Sleutelstad
Eerste jeugdgevangenis in
ons land
De eerste stoommachine in
ons land
EEN REDE VAN
Minister
GOSELING
Leiden's ontzet
herdacht
VOOR 150 JAAR
ingevoerd
Persfotografen
exposeeren
„Juist ten aanzien van jonge menschen
het vinden van de ware harmonie tus-
schen vergelding en verbetering van
bijzondere beteekenis"
1
Ze BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 2 OCTOBER 1937
De te Zutphen gevestigde inrich
ting is bestemd voor niet-
cellulaire opsluiting van
misdadigers tusschen
18 en 21 jaar
Plaats voor negentig
jongens
ZUTFEN, 2 October. In tegen
woordigheid van autoriteiten en be
langstellenden heeft heden de mi
nister van justitie mr. C. Goseling
te Zutfen de eerste jeugdgevangenis
in ons land geopend.
Deze jeugdgevangenis is ingesteld
overeenkomstig de desbetreffende
wet van 1929 en dient voor opsluiting
van misdadigers tusschen 18 en 21
jaar, die tot meer dan een jaar ge
vangenisstraf zijn veroordeeld. In
bijzondere gevallen kunnen ook
jongens en meisjes van 16 tot 18
jaar en van 21 tot 23 jaar in aan
merking komen voor plaatsing in
een jeugdgevangenis.
De jeugdgevangenis te Zutfen, waar
in alleen jongens zullen worden ge
plaatst, is de oude strafgevangenis,
welke in verband met de nieuwe be
stemming een verbouwing heeft onder
gaan. De opsluiting is niet cellulair,
doch het doel is meer aandacht aan
de opvoeding te besteden. Negentig jon
gens kunnen in deze eerste jeugdgevan
genis van ons land worden onderge
bracht.
Bij de eenvoudige openingsplechtig
heid hield de minister van justitie mr.
C. Goseling een rede, waaraan wij het
volgende onjleenen:
Na herinnerd te hébben aan de wet
van 25 Juni 1Ö29, waarbij de jeugdge
vangenissen werden ingesteld, ver
klaarde de minister bii deze gelegen
heid gaarne enkele gedachten van meer
algemeene strekking op het terrein van
het strafrecht te willen uitspreken, die
op een dag als, vandaag als, vanzelf op
komen en die wellicht nog van eenige
beteekenis kunnen zijn voor het werk.
dat men in en door deze bijzondere
strafgevangenis hoopt tot stand te bren
gen. Want het eigenlijke werk kan
eerst nu worden begonnen.
Mijn ambtsvoorganger Mr. Donner,
dien ik tot mijn vreugde hier tegen
woordig zie, aldus Zijne Excellentie,
heeft gelijk men weet -— in de
voorbereidin'g én totstandkoming van
de wettelijke maatregelen een zeer
werkzaam aandeel gehad. Toen het
zich in'de vergadering van cle Tweede
Kamer der Staten-Generaal van 7 Mei
1929 liet aanzien, dat het ontwerp in
dezen tak der volksvertegenwoordiging
een ruime meerderheid zou vinden,
sprak de heer Donner aan het slot van
de beschouwingen zijn vreugde erover
uit, dat deze .voorziening tot stand kon
worden gebracht, in een geest van on
derlinge waardeering van meeningen,
als waarvan bii de debatten gebleken
was. Terecht achtte hij dit daarom zoo
gelukkig, omdat met de totstandkoming
van de ontwerpen het zwaarste werk
niet was gedaan. Dit zou eerst komen
voor hem, die geroepen zou worden,
alle moeilijkheden te overwinnen die
aan de juiste invoering en verdere
uitvoering van de, wetten verbonden
zouden zij.n.
Gedeeltelijk is de heer Donner zelf
nog „geroepen" geweest; de juiste in
voering "is vérder omgeven door de
goede zorg van mijn ambtsvoorganger
Mr. van Schaik, wiens tegenwoordig
heid vandaag ik eveneens bijzonder
waardeer.
Op den geest van uit
voering komt het aan
Zooals welhaast bii ieder werk zal
het hier zeer sterk aankomen op den
geest, welke de uitvoerders bezielt. De
gedachten van meer algemeene strek
king, waarop ik zooeven doelde, zullen
dunkt mij dien geest kunnen ty
peeren.
Vergelding en verbetering zijn twee
begrippen, die naar het schijnt in
het strafrecht.niet zelden om den voor
rang strijden. Het is thans zeker niet
het oogenblik om mijnerzijds te treden
in rechtsphilosophische en moranlphi-
losophische beschouwingen rondom de
ze problemen. De Utrechtsche hoog
leeraar Mr. Pompe heeft in een on
langs verschenen opstel beknopt van
vorm en rijk van inhoud daarover
zeer waardevolle gedachten gegeven.
Zonder vervlakking van stand
punt kan men, naar mijn meening,
zeker hier zeggen, dat het gaat om
de juiste synthese in de ware har
monie tusschen de beide doelstel
lingen in de straf, als uiting van de
menschelijke, en dus uiteraard on
volmaakte beoefening der gerech
tigheid. En als diepste probleem
komt, gelijk op zoo menig ander
gebied, juist.in dezen tijd sterk naar
voren; de verhouding tusschen
mensch en gemeenschap.
De overheid, die voor haar bevoegd
beid tot straffen rechtvaardiging vindt
in het doel del' straf: betering der ge
schonden rechtsorde, als onafwijsbare
voorwaarde voor een goede gemeen
schap, de mensch, van nature aange
wezen tot het leven in gemeenschap
en daarom zelfonafwijsbare voorwaar
de voor de goede gemeenschap. Zon
bezien beteekent vasthouden aan de
vergelding 1 geenszins afwijzing van het
element van opvoeding, verbetering, re-
classeering.
Nu ligt het voor de hand, dat juist
ten aanzien van jonge menschen het
vinden van de ware harmonie tusschen
vergelding en verbetering van bijzon
dere beteekenis is. Voor hen zelf per
soonlijk en voor de gemeenschap.
Want van de kwaliteit der jonge
krachten hangt het voortbestaan van
een goede gemeenschap af. Dit ver-
eischt eerbied voor den persoon, maar
ook eerbied voor de gemeenschap, er
kenning van de hoogheid en het gezag
der rechtsorde.
Daarom ook tegenover jonge men
schen geen eenzijdige verbeterings
maatregelen alleen, maar vergelding,
die sterk gericht wordt op behoud van
een beteren mensch voor en in de ge
meenschap.
Er zullen heel wat uitvoerders een
taak hebben te vervullen. Ik denk aan
de rechterlijke macht, die ik met groot
vertrouwen een wellicht niet geheel
nieuwe, maar toch waarlijk niet gemak-
klijke taak zie opgelegd, aan het cen
traal college voor de reclasseering, aan
hetwelk ook een zeer belangrijke func
tie is opgedragen, aan het college van
regenten, waarvan ik voor heden nog
slechts den voorzitter kan begroeten in
den persoon van den president van de
Minister Goseling
De Gouverneur-Generaal van Ned.-lndië bracht onlangs een bezoek aan de Vorstenlandsche
zelf bestuurders. Aankomst van den G.G. voor het gouvernementshuis te Djokjakarta
Zutfensche rechtbank, Mr. Bybau, wien
ik dank zeg voor de bereidwillige aan
vaarding van deze nieuwe taak. Afzon
derlijk noem ik den directeur, zijn me
dewerkers in de leiding en op de ove
rige posten in den dienst van het ge
sticht.
Ik vertrouw op een goede, hartelijke
samenwerking zonder meer, met erken
ning van elke functie en verantwoor
delijkheid. Maar dat het tegenover de
jonge menschen heel speciaal op de
d a -g e 1 ij k s c h e leiding aankomt,
spreekt zoozeer vanzelf, dat een ieder
het zal begrijpen, wanneer ik heel in
het bijzonder verwachtingen vestig op
de toegewijde zorg en de tactvolle lei
ding van het directorium en al zijn
medewerkers.
Onder die medewerkers nemen een
zeer belangrijke plaats in zij, die de
geestelijke verzorging op zich hebben
genomen. Zij zullen deze taak, in het
licht van hun hooge roeping, ongetwij
feld met verdubbefden ijver willen ver
vullen.
Wanneer ik denk aan vergelding
en verbetering houdt onweerstaan
baar deze gedachte mij vast: „de
laatste vergelding komt slechts toe
aan God alleen, Hij is het, die har
ten en nieren doorgrondt, en die
ook de kracht en de genade geeft
tot werkelijke i n n e r 1 ij k e verbe
tering. Door deze gedachte geleid
aldus besloot spreker roep' ik
Gods bescherming en zegen in-over
den arbeid, die heden wordt aan
gevangen. Moge Zijn geest de w er
kers èn de jonge menschen, die in
dit gesticht zullen verblijven, lei
den, opbeuren en sterken.
Na de openingsplechtigheid volgde
een rondgang door het gebouw ter be
zichtiging der nieuwe gevangenis.
Haring en wittebrood aan 4000
gegadigden. Kermisver
makelijkheden overal
Optocht uit de klassieke
oudheid
LEIDEN, 2 Oct. In Leiden wordt
vandaag op de gebruikelijke wijze het
feest van Leiden's Ontzet gevierd. Reeds
voor dag en dauw heerschte op straat
een geweldige drukte en de ingezetenen,
die nog in diepen slaap waren tenge-,
volge. van de feestviering van den vori-
gen avpnd, toen een groote taptoe, met
rondgang door de stad, het feest had
ingezet werden reeds vroeg in den
morgen gewekt door het Leidsche Po-
lil iemuziekgezelschap, dat onder het
blazen van vroolijke marschen een mu-
zi kalen rondgang door een groot deel
van dé' £taÜ maakte.
Terwijl dit muziekgezelschap door
Leiden's straten trok, werd in het Waag
gebouw met de traditioneele uitdeeling
van haring en wittebrood aan ongeveer
4000 gegadigden een aanvang gemaakt.
Evenals vorige jaren hadden ook dit
jaar de N.V. Wed. Je. van Nelle Zn.
te Rotterdam als extra feestgave" voor
deze gegadigden gratis pakjes koffie en
tabak beschikbaar gesteld.
Te 8 uur vanmorgen werd in het Van
Een herdenkingsrede in het
Bataafsch Genootschap voor
Kunsten en Weten
schappen
Het werk van Steven
Hoogendijk
ROTTERDAM, 2 Oct. In een ver-
eenigde vergadering van het Bataafsch
Genootschap der proefondervindelijke
wijsbegeerte en het Koninklijk Instituut
van Ingenieurs, welke hedenochtend
hier ter stede in Tivoli werd gehouden
ter herdenking van het feit, dat vóór 150
jaar cle stoommachine in ons land werd
ingevoerd, hield ir. F. Muller een her
denkingsrede. Hieraan is het volgende
ontleend:
Reeds in het middefl van de 18de eeuw
deed Steven Hoogendijk, een welgesteld
klokkenmaker, wonende op het Haring
vliet te Rotterdam van zich spreken
door zijn belangstelling in de bemaling
van onze lage landen, tot welker ver
betering hij vrijen tijd en geld beschik-
haar stelde.
In een neven-betrekking als
„stadsbouwmeester" van Rotterdam
heeft hij bij de Oostpoort een sterken
molen doen bouwen, die, afhankelijk
van den waterstand in de rivier met
een groot en'of een klein scheprad
kon werken. Zijn aandacht werd ge
trokken door de beschrijving der
„vuurmachine". die niet alleen in En
geland, maar ook in Frankrijk en
andere landen van Europa meer en
meer toepassing vond.
Hoogendijk stichtte in 1769 „Het Ba
rna fsch genootschap der proefondervin
delijke wijsbegeerte", waarin hijzelf op
den achtergrond bleef en zijn vrienden
Jacob Daniel Huichelbos van Liender
en dr. Lambertqs Bicker naar buiten
liet optreden.
Meer en meer ontwikkelde zich bij
Hoogendijk het denkbeeld, om, ook zon
der steun van derden, uit eigen midde
len een vuurmachine te doen bouwen.
In een vergadering van het Ba
taafsch Genootschap van 1772 werd
door prof. Allemand uit Leiden een
model van de vu.urmachine in wer
king vertoond, en in 1774 werd door
het stadsbestuur aan Huichelbos van
Liender c.s. vergunning verleend
een vuurmachine op te richten in
een ouden kruittoren nabij de Oost
poort. Deze plaats was gunstig, om
dat zij de gelegenheid bood het wa
ter uit de stadsgrachten in Schie-
lands hoogen boezem te pompen.
De inrichting bestond uit een ronden
ijzeren ketel, die uit Engelsch materiaal
ter plaatse is samengeklonken.
Het was een vrij groote machine,
waarvan de opstelling ongeveer f 30.000
heeft gekost," een voor dien tijd zeer
groote som gelds.
Ondanks herstellingen en verbeterin
gen gingen de houten pompen, voortdu
rend kapot. Er waren er acht, van welke
3 met geringe slaglengte. Eindelijk zou
in October met slechts 3 pompen een be
proeving gehouden worden door een
commissie van 4 heeren benoemd door
Gecommitteerde Staten van Holland en
Westvriesland.
Helaas was door gestagen oostenwind
de waterstand van het binnenwater
zoozeer gedaald, dat een behoorl.ike
proefneming niet kon plaats vinden
Men kreeg verlof de beproeving te
herhalen, hetgeen eerst geschied is in
het volgend jaar 1777, eveneens met ne
gatief resultaat, zoodat een ongunstig
rapport werd uitgebracht.
De oorzaak der
mislukking
De mislukking is voor een deelde
wijten geweest aan de eigenzinnig
heid van Steven Hoogendijk. dte
den goeden raad van Hornblower,
om de houten pompen te vervangen
door andere van betere constructie
of wel door een flinke, ijzeren pomp,
niet wilde opvolgen. Nog gaf men
den moed niet op en in Juni 1778
werd, een prijsvraag uitgeschreven
tot verbetering van het pompstel.
Hierop zijn 11 antwoorden ingeko
men, van welke er 3 bekroond kon
den worden.
Een der drie bekroonden was de heer
Rhijnse Lieve Brouwer te Amsterdam,
later tot dr. Phil, gepromoveerd, die
zich reeds eerder als een warm voor
stander van de stoommachine had doen
kennen.
Hij ontving van den bankier Jan Hope
de opdracht, op diens buiten „Groenen-
dael" te Heemstede een kljeine vuur
machine te bouwen voor de bevloeiing
van een nieuw aangelegd park, in den
drogen zandgrond,, orndat de daartoe
gebouwde yijzelrwindmolen te weinig
water opvoerde. Zijn machine is in 1781
te werk gesteld.
De molen met zijn beide balies of een
imitatie ervan bevindt zich nog aan den
ingang van het park „Groenendael" der
gemeente Heemstede.
Intusschen hield het Bafaafsch Ge
nootschap zich met ongedoofden ijver
met de stoommachines* bezig.
Bicker en Huichelbos van Liender wis
ten in 1784 den hoogbejaarden Steven
Hoogendijk te bewegen om ree,ds bij zijn
leven een bedrag van f 25.000.beschik
baar te stellen om een nieuw stoom
gemaal op te richten in een polder in de
nabijheid van Rotterdam. Aanstonds is
men aan het werk getogen.
Na veel moeite en voor veel geld werd
voor 4 jaren een stuk land gehuurd in
den polder Blijdorp bij de Schie. Dc
autoriteiten verleenden de vergunning
tot oprichting van een stoommachine,
die bij Boulton en Watt in Engeland
werd besteld.
Er was veel tegenwerking o.a. van do
boeren, die wezen op het brandgevaar
en vreesden, dat door het geraas hun
koeien geen melk zouden geven.
De machine van
Blijdorp
De machine van Blijdorp heeft met
groot succes gewerkt. Van de boeren
ondervond men echter steeds tegenwer
king. Toen het echter in November veel
regende met weinig wind, was Holland
in last. Nu verzochten de hoeren aan
directeuren om de machine (gratis) te
laten werken. Aan dit verzoek werd vol
daan an. gestadig doorwerkend, heeft
men niet alleen don Blijdorpschen Pol
der, maar ook den daarnaast gelegen
polder Cool, tezamen S05 morgen 690
H.A.. in een korten tijd op peil kunnen
brengen.
In1 de droogmakerij „Mevdrecht" is
vervolgens in 1793 een stoommachine
der Werfpark een begin gemaakt met de
uitvoering van koraalmuziek onder lei
ding van den heer Leo J. Mens. Eenige
honderden zangers en zangeressen na
men hieraan deel en het muziekgezel
schap Orpheus zorgde voor de instru
mentale begeleiding.
De ronde van Leiden
Inmiddels waren ook de wielerwed
strijden, genaamd De Ronde van Leiden,
aangevangen. Een groot aantal deelne
mers, waaronder enkele bekende wiel
renners, ztooals A. van Amsterdam en
anderen, allen Leidcnaars of oud-Leide-
naars, namen aan deze wedstrijden deel.
De ronde liep van het Levendaal over
dc Geeregracht en Jan van Houtbrug
naar den Zoeterwoudschen Singel, van
waar via de Plantage dezen zelfden
weg terug moest worden afgelegd. Deze
afstand, groot circa 1900 Meter, moest
maal worden gereden, zoodat de
lengte van het parcours ongeveer 47
K.M. bedroeg. Voor de winnaars waren
velschillende prijzen beschikbaar ge
steld.
Van 10 uur tot half elf werd op de
Vischmarkt de fontein in werking ge
steld, welke gedurende dit half uur haar
zilverwitte waterstralen omhoog spoot,
zoor tot vermaak van do jeugd, die in
grooten getale daarbij aanwezig was.
Een groot deel van de feestgangers
begaf zich naar het Schuttersveld, dat
als Lunapark was ingericht en waar tal
van kermisvermakelijkheden waren op
gesteld.
Drukte culmineerde in
den middag
Langzamerhand werd het drukker en
drukker in de stad. Treinen, trams,
autobussen en andere middelen van
vervoer brachten uit andere plaatsen
drommen feestgangers aan. De Beesten
markt en andere aangrenzende stadsge
deelten stonden vol met kramen, waar
allerlei eetwaar, zooals gerookte paling,
versche en zure haring, oliebollen enz.
werden verkocht. Hnrdloopers van luie
Kees, degenslikkers, vuurvreters, liedjes
zangers, orgeldraaiers enz. droegen het
hunne er toe bij om aan de feestviering
luister bii te zetten. De koffiehuizen, cafc
taria's_, libotaria's of hoe zij ook heeten
mogen maakten goede zaken en de tal
rijke restaurants verspreidden de geuren
van de daar toebereide hutspot met
klapstuk, hef gebruikelijke menu op den
dag van Leiden's Ontzet.
Groote optocht
Tegen 1 uur vanmiddag zette de
groote optocht, welke op het terrein
aan den Hoogen Rijndijk was opge
steld, zich in beweging. Deze bracht
in beeld verschillende mythen en
sagen uit de Grieksche en Romein-
sche oudheid. Do bekende goden en
godinnen uit dezen tijd, zooals Zeus,
Hera, Pallas-Athene en anderen,
rnet hun gevolg, gezeten op daartoe
Bi| DIARRHCC
en klioxachtigo
gestellen dooi
tal van Doctoren
aanbevolen.
KR ACPEIICN HOIM
:toren
SIM f
vraagt uw apotheker of drogist
speciaal ingerichte wagens ook
zegewagens door paarden voort
getrokken, werden in dezen optocht,
waarin talrijke muziekcorpsen mede
optrokken, uitgebeeld. Het geheel
bestond uit veertien groepen, waar
van de laatste moest voorstellen de
inneming van Troje met het beken
de groote houten ppard. De optocht,
die veel bekijks had, werd besloten
met het muziekcorps van het 6de re
giment veldartillerie te paard.
Nadat deze optocht eenige uren door
de stad was getrokken, trad een zekere
rust in, opdat de Leidcnaars en de van
buiten gekomen zijnde feestgangers zich
aan het nuttigen van de traditioneele
hutspot met klapstuk te goed konden
doen.
Wat er vanavond
geschiedt
Vanavond zal de feestviering worden
voorgezet met een cabaret-voorstelling
in de stadsgehoorzaal onder leiding van
Theo Bouwmeester en een feest on het
Schuttersveld, waar op een hosvlonder
rondom een muziektent volop gelegen
heid zal zijn om zich aan hossen te goed
te doen.
Tot besluit van de officieele feestvie
ring zal op het Schuttersveld vanavond
half elf een groot, uit 87 nummers be
staand vuurwerk worden afgestoken.
van Boulton en Watt geplaatst. Ook de- prenten enz. enz.
ze machine heeft goed gewerkt, doch
maakte een heele lijdensgeschiedenis
rpee. Doordat de machinist het mecha
nisme ruw behandelde brak n.l. de
groote hefbalk.
In 1808 werd de machine door brand
vernield. Ih 1809 weer in dezelfde ge
daante herrezen, heeft zij tot einde 1812
gewerkt. Toen moest zij wegens de duur
te der steenkolen worden stopgezet.
Spr. behandelde vervolgens de plaats
van de stoommachine in het heden.
En thans is. zoowel met de stoomketels
als de stoomwerktuigen, de grens van
het technisch mogelijke nagenoeg be
reikt
Huet opperde in zijn rede in 18S7 het
denkbeeld, de namen van Steven Hoo
gendijk, Jacob Danie.l Huichelbos van
Liender en dr. Lambertus Bicker te
eeren door de 3 stoomgemalen van de
oude stad naar hen te noemen.
Maar ik zou gaarne zien aldus besloot
ir. Muller, dat zulks.geschiedde door een
gcdénkteekeri te plaatsen in het nieuwe
gedeelte van Rotterdam, dat den naam
„Blijdorp" draagt.
Het is een gelukkig toeval, dat zulk
een monument opgesteld kan worden
precies op de plaats, waar eertijds de
machine van Blijdorp heeft gestaan, en
wel in het plantsoen van den statenweg
Ir. Muller gaf van de eerste stoom
machines eerj uitvoerige beschrijving.
Een en ander lichtte hij toe met behulp
van op het witte doek geprojecteerde
beelden, schematische voorstellingen,
Opening der tentoonstelling
door hoofdcommissaris
Versteeg
AMSTERDAM, 2 October. De
houding van het publiek tegenover
het verschijnsel „persfotograaf" is
nog altijd, na de dc/tig jaren waar
in de persfotografie tot ontwikke
ling i6 gekomen, met een zekere
schuwheid gemengd. Soms zelf is
het een afwijzendo houding. En
daarin juist is het voornaamste mo
tief voor het organiseeren van de
persfototentoonstelling gevonden, die
vanavond officieel voor genoodigden
is geopend en met ingang van mor
gen in het gebouw „Heystee" op de
Hcerengracht voor het publiek toe
gankelijk is.
De persfotografen hebben immer9 de
noodzakelijkheid gevoeld, de moeilijkhe
den en vooral de resultaten van het be
roep op een iets rustiger wijze onder de
aandacht van het publiek te brengen,
dan de courant dat doet. Een tentoon
stelling is bij uitstek daarom do gele
genheid, temeer daar er ditmaal eenige
met de fotografie in verband staande
lezingen aan zijn toegevoegd. Dat bo
vendien deze tentoonstelling geen voor
barige geste is, wordt, naar de heer Otto
W. Zeegcrs, secretaris van de tentoon
stellingscommissie, ons duidelijk maak
te, bewezen, eenerzijd6 door het groote
succes van haar voorgangster, die het
vorig jaar in de Apollohal is gehouden,
en anderzijds bijvoorbeeld door het feit,
dat het niet lang meer zal duren of de
persfotograaf moet in staat zijn actueele
kleurenfoto's te maken.
Om half negen vanavond was een
groot honderdtal genoodigden bijeenge
komen om de ofUcieelc opening door
den heer H. J. Versteeg, hoofdcommis
saris van politie, bij te wonen.
Na een welkomstwoord van den voor
zitter van „De Ned. Illustratiepers", den
heer A. J. G. Strengholt, vestigde de
heer J. Th. A. van der Wal, voorzitter
van de Ned. Ver. van Persfotografen en
Filmoperateurs, in een rede rle aandacht
op de goedo verstandhouding die er is
ontstaan tusschen de N.I.P. en de
N.V.P., cn dientengevolge tusschen deze
heide instituten en de autoriteiten. Toch
moest spr. de wensch van het hart, dat
eiken bonafide persfotograaf en film
operateur één voor het geheele land gel
dige perskaart worde verstrekt.
Vervolgens sprak de heer Ver
steeg zijn openingsrede uit, die
hij zeide met genoegen te houden,
omdat hij de persfotografie een zeer
belangrijk gebeuren op cultureel ge
bied acht. Na een kort overzicht te
hebben gegeven van de ontwikkeling
van de persillustratie, verklaarde
spr., dat hij, noch zijn voorgangers,
er ooit eenige behoefte aan hebben
eehad om de kracht van een wan
delstok te meten met die van een
persfotografencamera.
Er is dan ook een zeer goede verstand
houding tusschen de persfotografen en
de overheid, en ieder weet zijn plaats.
Met een lofwoord voor het verdienste
lijke werk van de persfotogrofie, ver
klaarde spr. de tentoonstelling voor ge
opend.
De 240 inzendingen zijn ondergebracht
in 8 rubrieken, voor elk waarvan een
drietal prijzen is uitgeloofd. De jury, be
staande uit da heeren Th. Moussault,
L. .T Jordaan en Jo Spier, heeft de in
zendingen op de eerste plaats beoor
deeld naar hun waarde als persfoto's.
Dus als foto's, die blijk geven van de
meeste journalistieke flair van den ver
vaardiger. De eerste prijswinnaars zijn:
Co Zeylemaker, J. H. C. Vermeulen, W
P. Zeylemaker (tweemaal), J. F. van
Bilsen, Otto W. Zeegers en A. B. G
Press Service.