Hoe uit een plagerij •sen sport ontstond Uit een groot gevaar gered RUBRIEK VAN OOM BOB Denk eens goed na ABOi Binne. POST y KINDER COURANT Engeland is altijd al het land van de sport geweest. Ook in de tijd, toen in andere landen nog haast niemand aan sport deed, werden er in Engeland al verschillende takken van sport beoe fend Op de scholen werd honderd jaar geleden al gevoetbald door de leerlin gen. Voetballen stond van oud6her b.v. op het programma van de school te Rugby, die al in 1567 opgericht werd en waaraan de rugby-sport haar naam heeft te danken. Het was een mooie zomerdag in 1823. De lessen waren afgelopen en de leer lingen van de kostschool te Rugby mochten gaan spelen. Natuurlijk werd er gevoetbald! Maar van de jongeren, die meededen, was er een, die voort durend geplaagd werd. Wat hij uitge voerd had en waarom de anderen zo op hem gebeten waren, weten we niet. Maar een feit is, dat ze het op hem gemunt hadden. Als hij een ogenblik tie bal had en hem naar het doel werk te, dan kon hii er zeker van zijn dat een van zijn eigen partij, hem op het laatste moment de bal afnam, voort durend werd hij geduwd of beentje ge licht. Dat liet het kleine jochie zich niet meer welgevallen! Hii werd steeds meer woedend, met een vuurrood hoofd van kwaadheid rende hij rond en het liefst had hij al die jongens eens flink afgerammeld. Maar wat kon bij alleen beginnen, tegen zoveel groteren! Opeens, zonder zich te bekommeren om de regels van het spel, ving hij van kwaadheid de bal met zijn handen op en liep er hard mee weg, regelrecht naar het doel, waar hij hem met een goedgemikte zwaai prachtig doorheen gooide. „Dat geldt niet!" schreeuwden de jon gens verontwaardigd. „En ik vind dat het wel geldtl" riep de kleine knaap en hij lachte al de boze kameraden uit. Een paar dagen later, toen de Rugby- jongens al een hele vrije middag gevoet bald hadden, stelde er één voor om het nu eens te spelen, zoals die kleine jon gen het laatst had willen doen. Ze de den het, zo maar voor de grap, en ze vonden het erg leuk. De leraren zeiden eerst wel dat het zo geen spelen was, maar langzamerhand begonnen ze de nieuwe methode toch ook wel aardig te vinden en zj weed dit spel algemeen op de school te Rugby ingevoerd. Toen een paar weken daarna leerlin gen van andere scholen een bezoek brachten aan de Rugbv-school, waren ze eerst hoogst verbaasd over de vreem de manier van vr f tballen", die ze er daar op na hielden. Maar toen ze het ook een keer gedaan hadden, vond het spel direct bijval. En zo verspreidde het zich langzamerhand over de andere scholen door heel Engeland. „Maar hoe heet dit spel dan toch?" vroeg iemand. „Ik weet het heus niet, het heeft geen naam, geloof ik. 'k Weet alleen dat het in Rugby voor het eerst gespeeld werd" luidde het antwoord. „Nou", zei de eerste weer, „laten we het dan „Rugby" noemen!" En zo is het gebleven. In het midden van de negentiende eeuw begon het nieuwe spel al over Europa en de hele v\ereld verspreid te raken. Tegen het eind van die eeuw hadden verschillen de landen een „Rugby-Bond". Als jullie ook aan die sport doet of het soms eens speelt, op gymnastiek, dan moeten jul lie maar eens denken aan dien kleinen Engelsen jongen, die zo geplaagd werd, dat hij van kwaadheid een nieu we sport uitvond! De rivier zonder brug Drie mannen maakten een wande ling. Op eens stonden ze voor een brede rivier en tot hun schrik ontdekten ze, dat er in geen velden of wegen een brug te zien was. Ze liepen een eind langs de rivier en gelukkig zagen ze een bootje liggen: twee jongens waren er net ingestapt en wilden wegroeien. Deze wilden de mannen wel overzetten, maarhet bootje was maar heel klein de beide jongens kon het net houden maar een man en een jongen waren al te zwaar, dan zonk het bootje. Toch zijn de drie mannen op de andere oever gekomen. Hoe hebben ze dat gedaan? Opl: De beide jongens roeien eerst naar de overkant, een van de twee gaat aan wal, de andere roeit terug, nu gaat een van de mannen in het bootje en roeit naar de andere zijde. De jongen die daar staat roeit weer terug. De beide jongens gaan weer in het bootje, één blijft weer aan de overkant en de andere roeit terug. Weer gaat een van de mannen in het bootje en komt aan de overzijde. Nog eens her halen ze hetzelfde. De jongen gaat terug, de twee roeien samen weer naai de overkant. Een van de jongens gaat den oden man halen en blijft zelf ach ter. Ten laatste gaat de andere jongen hem weer halen en d&n zijn ze allemaal aan de overzijde. HET ZWEVENDE El Het is mogelijk om een ei te laten zweven in een vloeistof. Hoe kan dat nou, zul je zeggen, een ei is toch veel te zwaar? Toch kun jij het ook! Om dit kunstje uit te voeren, moet je twee vloeistoffen in een glazen pot doen. Eerst doe ie de pot halfvol met water, waarin heel veel zout is mwelost. Daar na vul je de pot heel langzaam en voor zichtig met gewoon water bij. Dit is lichter dan het zoute water en zal dus boven blijven. Als ie nu heel voorzich tig het ei in de vloeistof laat glijden, zal het blijven zweven op de grens van het zoute en het gewone water. Een verhaal uit het rotsgebergte van Noord- Amerika 'door MAJA VAN HEYNEN De machinist stond op zijn locomo tief, klaar om weg te rijden. „Vader" klinkt er opeens een stem. Hij kijkt naar buiten, daar staat Koen. zijn zoontje, en klimt meteen op de treeplank. „We gaan vandaag een schoolreisje maken, vader, de hele school en ze fitten allemaal in uw trein! U rijdt on ze hele school, vader! Leuk hé? Mae .ik bij U op de machine staan? Ik zal nergens aankomen, alleen maar zien wat u moet doen! Meneer vindt het goed, ik heb het hem gevraagd." Vol verlangen kijkt de jongen naar zijn vader op. „Nou, goed!" Het gezicht van Koen straalt, hii klimt vlug op de locomotief en daar gaan ze! Buiten schijnt de zon vader zorgt voor de machine, Koen kijkt z'n ogen uit z'n hoofd. Plotseling draait hij zich om naar zijn vader, die juist achter hem 6taat: „Vader, kijk eens, wat is dat voor een trein, die ons tegemoet komt?" De vader schrikt, kijkt snel op en wordt doodsbleek. De trein rijdt tegen ben berg op, het is een enkel spoor. Ver stijfd van schrik kijkt de machinist Voor zich uit, er is geen twijfel moge lijk, in volle vaart komt een trein van de berg afrijden, zijn trein tegemoet. Uitwijken kan absoluut niet! Het zijn goederenwagens, zonder locomotief, waarschijnlijk onderweg losgeraakt, die nu langs de helling terugrijden, zon der bestuurder. Zwaarbeladen goede renwagens zijn het, daarom hebben ze zo'n razende vaart naar beneden. Hij kijkt naar Koen. die met opeengeklem de lippen ziin vader aanziet. Ook de iongen begrijpt het gevaar. Een ruk aan de rem. de trein staat stil. „Koen" zegt de machinist schor, „zie je deze hen del?" ...Ta vader!" „Dat is de rem Ik zal de trein terug laten rijden. Weet jij die oude dikke beuk even voor Erthford?" ...Ta vader!" „Als de trein daar voorbii is. moet je met alle kracht aan de rem trekken, begrepen?" „Ja vader!" De machinist slikt even. zijn gezicht wordt vastberaden. De trein rolt al terug, in snelle vaart weer van de hers af, die hij langzaam bestegen is. Tien zware goederenwagons rollen als 'een dreigend gevaar in tomeloze vaart er achter aan. De reizigers hebben begre pen dat er iets gebeurd is, ze verdrin gen zich voor de raampjes. „Bjj de beuk remmen!!" schreeuwt de machinist nog eens, dan springt hij uit de rijdende trein. Hij rent vooruit, de naderende goederen wagens tege moet, een stang houdt hij in de hand geklemd. Daar moet een wissel zijn, die naar een oud bergspoor voert, dat niet meer gebruikt wordt. Voor 'n deel zijn de rails al opgebroken, maar de wissel is er nog, moet er nog zijn! Ja, daar ligt hij, de machinist stort er zich op. Hij stoot krachtig de stang tussen de rails, maar de oude wissel is vast geroest. Geen beweging is er in te krij gen! Met onheilspellende gelijkmatig heid komen de goederenwagens nadel en nader! I-Iet zweet breekt den man uit! Tweehonderd kinderen verkeren in levensgevaar en daarbij is Koen, zijn jongen! Hij rukt, hij duwt. hij wringt, hij werpt zijn hele gewicht op de stang, die ombuigt. Opeens... ja... het gaat! De wissel geeft mee en verschuift! De man tuimelt op de grond. Als van heel ver hoort hii de goederenwagons voorhij donderen, hoort ze knarsend op de verroeste rails draaien en hoort hoe ze met een donderend lawaai in de afgrond storten. Gered! Maar de jon gen, de trein? Koen heeft gedaan wat zijn vader hem heeft opgedragen. Even voor Erth ford stopte dp trein. De reizigers spron gen er uit, de kinderen kwamen aan hollen, niemand wist wat er eigenlijk gebeurde Toen zagen ze plotseling de goederentrein in de afgrond storten En ze begrepen De machinist ontwaakte uit zijn verdoving als de mensen bij hem komen. Ze helpen hem op staan, ze dragen hem naar de trein, ze juichen hem toe en bedanken hem. Maar d? vader zegt geen woord. Hij trekt zijn jongen naar zich toe en streelt hem over zijn haar. DRIE KLEUTERS Drie kleine keutertjes Die liepen op een draf Het geurend rozenlaantje Met hun gedrietjes af. Aan 't eind van 't rozenlaantje Staat een huisje klein. Daar moesten die drie kindertjes Voor moeder even zijn. In dat heel klein huisje Daar woont de oude „Bet" En toen de meisjes kwamen. Had „Bet" fijn thee gezet. Want „Betje" die was jarig. Had moeder hun gezegd En in 't boodschapmandje Van elk wat in gelegd. Zij boden met hun pakjes Een Lief klein wen6chje aan, In „Betjes" oude oogen Blonk er van vreugd een traan. MARY. „DE POESENFAMILIE" Op den zolder in een hoekje Liggen poe6 en kindjes saam. Heel gezellig en knusjes Bij het hooge vensterraam. Moeder poes ze heet Minetje Hield de kleinen aan de praat En vertelde de gevaren, Waar het bij een poes om gaat. Luister nu Mimi en jij Louki, Nellebel en kleine Moor, Al6 we strakjes weer gaan wandelen Spits dan allen goed je oor. Want beneden in het tuintje Is een heel mooi bloemenbed, Vrouwtje stuurt ons allen weg, Als je daar een pootje in zet. En dan bij de aardbeiplantje6 Niet aan 't kuiltjes graven gaan. Anders is het wis en zeker Met ons allemaal gedaan. MARY. BESTE Nichten en Neven! Ziezoo, daar ben ik weer. niet met groot nieuws, maar wel met bij zonderheden, die voor de familie en voor mij van belang zijn. Eerst zal ik Ainée haar zin doen- Dit nichtje wil graag brieven schrijven aan een adres van een jongen of een meisje in Suriname of Curacao. Ik weet op het oogenblik geen enkel adres, maar het is best mogelijk, dat een van jullie er één weet. Vragen jul lie eens aan jullie ouders of kennissen. Dan hoor ik daar. nog wel van, niet waar? Dan de opstellen! Tot en met Woens dag hebben jullie nog den tijd ze in te leveren. Niet, dat ik daarover t® kla gen heb, want ik heb er al aardig wat. Maar het kan nog beter, daarom waar- t»chuw ik degenen, die nog geen opstel nstuurdon. eventjes. Op het oogenblik heb ik ze van: Zwartkopje, Speen- kruidje. Boefje, Shirley Temple, Ma deliefje, Ainée, Trekvogel en Stepha nie. terwijl andere familieleden schre ven dat ze deze week zouden sturen. Wat betreft den ruilhandel, ik mocht heel wat ontvangen, maar ja, tevreden is Oom Bob toch nog niet. Postzegels van Nederland en Indië, Dr06tebonnen, Jamboreezegel 12'/t ct. vooral nieuwe boekenbon- n e n. daar houd ik me zeer voor aan bevolen. En nu steek ik maar van wal met met familienieuws en de brieven. De groeten doen: Stephanie aan Duin pieper en de Wolf; Evangeline Booth aan de heele familie: Zonnetje aan alle nichten en neven; Zwartkopje aan Bruinoogje; Bruinoogje aan Boefje, Trekvogel en Zwartkopje. BRIEFWISSELING Stephanie heeft zich gelukkig be dacht en ik ben ervan overtuigd, dat we daar allebei pleizier van zullen heb ben. Ik vind het ook leuk. dat ie Girl Pat aanspoort om mee te doen. Ik heb an dat nichtje wel eens aardig eigen werk in de kinderkrant gelezpn Je op stel heb ik ontvangen en ik zal nog eens zien, wat ik ermee doen zal. Dat merk je dus nog wel Stephanie en nu neem ik afscheid en groet je. (Ken je Duinpieper en de Wolf?) Evangeline Booth is hoos op zichzelf, omdat zij in heel langen tijd niet geschreven heeft. Nu behoef ik dus niet boos op haar te zijn, want dat zou toch niet helpen. Trouwens zij heeft be terschap beloofd, met ander® 'voorden elke week krijg ik een brief van mijn nicht met goede raadseloplossingen! Het kon best gebeuren, dat ik Paula- bonncn voor je klaar laat leggen. Kom Maandag maar eens kijken! Zonnetje, buiten schijnt het Octo- ber-zonnetje en voor me ligt een zonnig briefje. Je vraagt om een lang praatje, maar een kolom wordt het niet hoor! Je vertelt me veel goed nieuws over je familie en zelf hen je ook tevreden. Beter kan het al niet. Zeg, wat een drukte met al die logee's. Een paar we ken vind ik nooit onaardig, maar zoo veel maanden! Enfin, daar heb je een zonnig humeur voor. Je bent natuurlijk enthousia6t over Afrika en Indië, maar toch zou het je niet meevallen, om zoo ver van huis te moeten wonen. Nu neem ik heusch afscheid, Zonnetje, anders komen de andere familieleden te kort. Gegroet hoor! Zwartkopje is, geloof ik, blij, dat de winter in aantocht is. De avonden zijn wel gezellig, maar toch houd ik meer van den zomer. Met je tanden hen je heusch ongelukkig, maar dat val len met de rolschaatsen is eigen onvoor zichtigheid. Maar jij bent een nichtje, dat wel te gen een paar zeere plekken kan, niet waar? Piccolo houd ik streng aan haar belofte, dus opgepast. Wel dank ik je voor je raadsel. Ik zal het bewaren. Blauwklokje, voo jou geldt het zelfde al6 voor Piccolo. Hoe oud word je Dinsdag? Laat ik eens raden! Ik schat je op 11 jaar. Ben ik ver mis? Van Bosviooltje en Napoleon hoor ik ook niets meer. Maar wie weet, duiken ze op een goeden dag te voorschijn. Tot de volgende week, kleine bloem. Schooiertje is ook al blij met den wintertijd. Zeg, heb jij zoo'n fijne kamer met radio? Schrijf daar dan maar eens een mooi opstel over. het onderwep i6 juist zoo leuk Ik zal maar niet vragen, of jij de oudste bent, want dat is zeker niet het geval. Ik heb nichten en neven, die in hoogere klas sen zitten, hoor. Had je niet gedacht, hè? Ik ben erg blij, dat het je op school bevalt. Zorg maar voor goede cijfers, want een goed begin is het halve werk. Ainée, het eerste, wat ik altijd doe is jullie brieven van a tot z lezen en dan op het belangrijkste antwoorden. Je zoekt correspondentie met Suriname of Curacao. Ik zal aan de familie om hulp in dit geval vragen. Licht, dat één van hen een adres weet. Je hebt veel zorg besteed aan het opstel Ainée. dat vind ik prettig. Ik vond je brief nog heel lang hoor! Het beste, Ainée. Pinguin brengt me uitvoerig ver slag uit over een dwaaltocht door de bossen, welke goed afliep en een rijke buit aan paddestoelen opleverde. Maar nu zijn jullie met dat al niet naar de bosvijver geweest. Dat komt dan zeker een volgende keer in orde hè? Denk je er aan, om je opstel in te sturen, want het zou jammer zijn, wanneer ik het niet op tijd kreeg. Gegroet, Pinguin. Pinksterbloem vertelt over school, omdat ze weet. dat ik dat leuk vind. Daar heb je gelijk aan. Het is al tijd prettig om eens te hooren. wat een ander zegt van een tijd, welke men zelf ook vroeger meegemaakt heeft. Je schrijft zoo druk over gymnastiek, houd je daar misschien het meest van? Ik zal eens kijken of ik iets voor je doen kan met de postzegels, maar ik ben er een beetje bang voor, Pinksterbloem. Bruinoogje, van die tocht heeft Pinguin ook verteld. Zee, jullie vinden dat op school natuurlijk heerlijk om buiten in de hossen gezamenlijk padde stoelen te zoeken. En niet te vergeten een prijs, wanneer je het mooiste mand je had. Ik had gedacht, dat jij zeker tot degenen zou behooren. die een prijsje machtig werd. Maar dat viel jammer genoeg tegen hè! Gegroet Bruinoogje. Leergraag, doe je de groeten aan je zusje en vraag haar of ze me wat over haar reis naar Zaandam wil schrijven. Jij bent. geloof ik. beste vrienden met de kleine poes, twee rob bedoezen dus bij elkaar. De raadsels vielen tegen, nietwaar. Yolsende keer beter, Leergraac. Ik zal je fijn aan si garenhandjes helpen, hoor! Duinpieper kan ik gerust een kort briefje schrijven, want afgaande op haar vroolijke, spottende brief, zwoegt ze van de vroege morgen tot de late avond Zoo iemand mag ik na tuurlijk niet lastig vallen met een lang praatje. Dus kleine spotvogel, wensch k je sterkte bij al je arbeid en groet je minzaam. Daaag! Tompoes, ik vind het wat leuk, dat je zusje aan de krant gaat meedoen. Bedenk jullie maar een aardige schuil naam. Je zegt, dat het op 6chool goed gaat en meteen vertel je een verhaal over strafregels. Dat is lijnrecht in strijd met elkaar, maar dat is zeker be doeld als afwisselng van de gewone gang van zaken. Schrijf je me iets over de film, waar je Woensdagavond naar toe bent geweest, Tompoes? Je hebt niets noodig voor den ruilhandel, merk ik wel. Bruinvis, ja. de tijd gaat snel. Voordat je het goed weet. is het winter en gaan de menschen alweer danken aan de lente Ik vind jouw briefje al tijd erg leuk. Doe je er lang over of vlot zoo'n briefje altijd gauw? Voor Paula-honnen wordt gezorgd, hoor! Speelgraag, wat zal jij mij de volgende week veel te vertellen hebben In de eerste plaats, hoor ik van je of je ook een prijs gewonnen hebt en verder, hoe je de Indische teekeningen gevon den hebt. Die tentoonstelling heb ik ook gezien, zoodat ik heusch benieuwd hen. wat jij ervan zegt. Gegroet. S p e e n k r u i d j e, ik heb niet te oordeelen over de opstellen. Dat doen alle familieleden gezamenlijk. De op stellen worden in de krant gezet en dan geven de anderp nirhton en neven er pen cijfpr \oor. Wip het best ge- waardpprd wordt, krijgt de prijs. be«'e nicht' Dus moeten we nu maar afwach ten. Babbeltje, wat heb ik van jon pen fijne brief gehad. Werkelijk, ik kan me indenken, dat zooiets groote momenten op srhool voor je zijn. .Te begint je taak voor de klas natuurlijk altijd met angst en vrees, maar zoo gauw je merkt, dat ze allemaal mee werken. gaat het best. Toch vind ik het reuze knap van ie, menigeen zou het je niet nadoen. Ik verzeker je. Babbel tje, dat je daardoor op de leeraren een goeden indruk maakt. Verder wensch ik je beterschap met je verkoudheid en hoop ik je aan Hille- bonnen te kunnen helpen. Trekvogel, de reden, dat de raad sels zoo moeilijk waren, lag daarin, dat een ervan een verkeerde opgave in hield. Het was dus begrijpelijk, dat jul lie het vogel-raadsel niet oplossen kon den. Leuk dat je Verkade-album vol is. En nu ga ik je helpen met het Droste- album. Trekvogel. Je opstel heb ik ge kregen. Paardebloem heeft het erg druk met zijn schoolwerk. Je hebt ge lijk, wie niet werkt, gaat niet over. Dus doe je best. hoor! Boefje, ik had er niet zoo gauw aan gedacht, dat je een nichtje was. Je schrijft ook zulke ferme, jongensachtige briefjes, dat ik het heusch vergeten was. Zeg, Boef. je opstel heb ik ge kregen. Zul je flink je best doen op de repetities en hooge cijfers halen? Houd je me met de cijfers op de hoogte? Af gesproken hoor! W o u d 1 o o p e r, jij hebt toch nog geboft, toen je voor de laatste keer aan de raadsels meedeed. Natuurlijk blijven we voortaan met elkaar ruilen en ik zal zien in hoeverre ik je aan soldaatjes of van Nellemerk helpen kan. Het bes te, Woudlooper. DE OPLOSSINGEN Het eerste raadsel was, naar ik in de krant bemerkte, een foute opgave, zoo dat jullie onmogelijk de goede oplossing konden vinden. Het telt dus niet mee. Uit het andere raadsel kwam ons fa milielid Bruinvis met de woorden: Bruinvis, regelen, uitleg, index, nauw, var fvos), ik en S. Voor zoover dat mo gelijk was kreeg ik 11 goedé oplossin gen. Wie de prijswinnaar werd? Wel, de kleine Boef was zoo geluk kig. Vergeet vooral niet den prijs te halen, Boefje! DE RAADSELS i (Ingezonden), Zoek de verborgen diernamen in de volgende regels: Ate en Dirk zijn grote vrienden^ Jan speelde op het orgel. Anneke vergat haar boek. Ik zag veel Amerikanen op de Jam boree. Otto schopte tegen een steen. II Op de kruisjeslijnen komt een plaats je in de provincie Utrecht. X x x X X X x X X X X X X X X 1. gevraagde plaatsje. 2. groot dier. 3. ramp. 4. dik. 5. dier. 6. soort schip. 7. achter. medeklinker. RUILHANDEL M e v r. P. kan als gewoonlijk Dros te- of Verkade-bonnen laten halen. N. N. dank ik zeer voor de postzegels. Evangeline Booth krijgt Pau- la-bonnen. Zonnetje zou heel graag nieuwe boekenbonnen willen hebben. Als dat maar kan! De onbekende, die mij D. E. pun ten en Drosteplaatjes 6tuurde, hartelijk dank. Zwartkopje vraagt Drostebonnen en van Nellemerken. J o h a n n S t r a u s z, in orde hoor, en verder krijg je D. E. punten. Piccolo kan ook D. E. punten ko komen halen. D. V. wil ik met pleizier helpen aan 5 Drostebonnen of -plaatjes. Ainée vraagt postzegels van Ned. en Koloniën, Suriname of Curacao. Pinguin, voor jou zijn er postze gels. Pinksterbloem wil graag post zegels van Ned. en Koloniën hebben en vooral de Jamboreezegel \an 12'/2 cent. Leergraag kan sigarenbandjes komen haden. Tompoes help ik aan eenige D E. punten. Bruinvis, voor jou zijn er Paula- bonnen. Speelgraag vraagt nieuwe of oude boekenbonnen en lux-bonnen. Babbeltje wil graas Hillebonncn hebben. Trekvogel kan DrostPbonnen ko- j men halen. Boefje houdt zich aanbevolen voor postzegels van Ned. en Koloniën en I Drostebonnen. M d e B. dank ik hartelijk voor haar mooie gift aan allerlei honnen. Woudloper vraagt Kwattasol- daatjes of van Nellemerken. Jullie kunnen de ruilbonnen na Maandagmiddag 3 uur op de oude plaats komen halen. Hartelijk gegroet door OOM BOB.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 11