VOOR DE VROUW DE GOEDE DAAD WlmMn (Bo&hA Vorst Cobra GELATINE VROUWENWERK EN VROUWENWERK CQ/METICn %stitut éGsmetique ONZE BIOLOC-HAAR- CREME BEHANDELING Schoonmaken van rietwerk „Wiegekind en Kleuter" GEZONDE NAGERECHTEN van Door MARK CHANNING HET heeft ons groot genoegen ge daan het volgende artikeltje van Hendrika Kuvper van Oordt aan te treffen in Timotheüs In zekeren hoek van zekere Christe lijke Pers zijn or over de padvinderij, óók. en dit is iuist van belang, waar zij Christelijk en zelfs Gereformeerd geor ganiseerd is. allesbehalve sympathieke stemmen opgegaan. Ik zal deze Bladen maar als X. IJ Z. aanduiden. Jan. Hendrik en Theodoor dingen terzelfder tijd naar de eer en de vreug de van het padvinderschap. liet zijn jongens van de Christelijke school, en 't spreek' voor hen van zelf dat zij. bij verkregen toestemming, zich bij een Christelijke organisatie zullen aanslui ten. Theodoor mèg, terstond. ,,lk vind het heel aardig voor je, Theo," zeggen vader en moeder hartelijk, „we hadden 't eigenlijk zei» al voor je bedacht." Omdat Theo „mag," mag Jan ook. Het gezin waartoe Theodoor behoort is voor beeldig van Christelijke levenshouding, en in de opvoeding: milo waar 't kan, streng waar 't moet. En daar Jans vad^r vertrouwen stelt in Tneodoors vader, gaat het padvinderschap der beide ad- spiranten er met vlag on wimpel door. Doch de moeilijkheden beginnen bij Hendrik Hendrikse. Hendrikse Sr. leest de bladen X. IJ. Z., en gelooft onvoorwaardelijk wat daarin gedrukt staat. Nu hebben de medewer kers, die in deze bladen van voorlich ting dienen, hem beduid, dat die heele padvinderij een „humanistische" bedoe ning is, want, zoo zeggen de 3 bladen: de padvindersbeweeing wil het goéde in don mensch ontwikkelen. En of nu de vader van Theodoor en de vader van Jan er al op wijzen, dat er ook nog zoo iets als zelfopvoeding bestaat, dat met zelfontwikkeling in zedelijken zin wel eens nauw verhand kon houden, terwijl men toch het aankweeken en onderhou den van onderlinge vriendschap een hoofdgedachte bij de padvinders al evenmin kan laken als het verrichten van goede daden, als daar zijn: hulp vaardigheid, verzaken van het eigenbe lang, enz. 't helpt allemaal niets „H'm hum, humanistische beginselen," zegt Hendrikse Sr. ,,'t Is om den mènsch begonnen, en met goeie daden moet je bii mii niet an kom ine. Hier moet je es lezen wat Blad X. daarover schrijft Da's principieele taal. man." 't Is erg verdrietig voor Hendrik. Nu zijn Jan en Theo padvinder gewor den, met nog veel meer jongens uit Christelijke gezinnen. En hij mócht niet, omdat 't niet mócht voor de Bla den. Maar 't treurigst is dit wel: er is in zijn jonge ziel iets gekneusd en ge scheurd. Hij heeft er natuurlijk met zijn vader nog wat over nagepraat. En hij heeft dingen, welke in elke Christelijke samenleving als goéd worden erkend, op gezag van de Bladen als „humanis tisch" zien brandmerken Of Hendrikse Sr. nu precies weet wat humanistisch beteekent? Dat niet. Dat weet trouwens twee derde van de men- schen niet, die dit mode-woord op de lippen nemen. Want een mode-woord wordt het in zekere kringen. „Ik zie het overal reeds opschieten," zou ik den geèstigen Prof. Huizinga kunnen na zeggen. En omdat men met een klak keloos woord-gebruik, .dat wel terdege een element inhoudt van smaad, zoo ontzaggelijk veel kwaad kan doen, moet ik er toch eens op wijzen. „Dat is humanistisch" of: „dat zijn humanistische beginselen' heeft zoo on geveer de vracht gekregen van: „i k heb gelijk, en als je me tegenspreekt, dan is dat 't beste bewijs, dat j ij 'n humanist bent. 't Is een stok waarmee men na -jenoeg iederen hond kan slaan, en dat is nu juist het gemak: niet alleen de kwade en hijterise, maar ook de goed aardige. Maar het zal tot een reddeïooze, zedelijke verwording lelden, wanneer men, gewapend met half-be- grepen woorden, aldus voorgaat het be grip goed eenvoudig te annuleeren. Er zijn goede daden, tegenover ge steld aan sléchte. Er bestaat een men- schelijke eigenschap, welke met „goed hartigheid" terecht wordt aangeduid. Iemand kan een goéd. een edel karak- ror bezitten. De „ware en trouwe broe derschap", waarover Hare Majesteit heeft gesproken, is eer. idecel goéd. Waar gaan wij been, als een onzinnige humanisme-vrees ons leert om onze Af keuring aan het goéde te hechten Het is waarlijk niet zoo moeilijk om met een brëeden zwaai: deugd, eer, plicht en trouw, naar den „humanistischen" hoek te verwijzen. Als men er zich dan maar rekenschap van geeft, dat de Booze er mee gediend is. MET weinig hulpmiddelen veel te bereiken, is een kunst, die vele huisvrouwen verstaan. Noemen wij hij de bereiding van puddingen b. v. het dikwijls onmisbare hulpmiddel, de gelatine! Deze kleine, weinig preten- tieuse witte of roode blaadjes, zijn meer malen een ware hulp in nood, indien een pudding te slap blijkt te zijn. Het gemak van dit bindmiddel is, dat men niet aan bepaalde jaargetijden gebon den is, doch men het steeds kan ver werken in een reeks van smakelijke puddingen, voor- en nagerechten, aspic, gelei en nog veel meer. Wetenschap en techniek hebben in onderlinge samenwerking een product weten te verkrijgen, waarvan de huis vrouw dankbaar gebruik maakt, zoo wel in blad- als poedervorm. In de oorlogsjaren heeft gelatine be wezen onontbeerlijk te zijn in lazaret ten en klinieken evenals bij operaties werd het als bloedstelpend middel ge bruikt. De verschillende gerechten, die men met dit hulpmiddel bereidt, zijn niet al leen smakelijk, doch de voedingswaarde wordt tevens verhoogd. Gelatine is reeds tientallen jaren be kend, doch veel te weinig huisvrouwen brengen afwisseling in de toespijzen en ebruiken als bindmiddel eieren, bloem, maïzena, enz. Weekt men de witte of roode blaad jes vooraf 10 15 minuten in een kom met koud water, dan laat men ze daar na even uitdruppelen in een zeefje en in minder dan geen tijd is ze in de warme vloeistof opgelost. Om het zakken te voorkomen zal men af en toe moeten roeren, totdat de massa drillerig begint te worden. Lang voordat het gebruik van ge latine in Europa bekend was, wisten de Chineezen het reeds te waardeeren en oude Chinepsche en Japansche ge schriften roemden de bloedstelpende, en geneeskrachtige waarde, reeds 2000 jaar geleden. geeft ziek- en dor haar opnieuw levenskracht en glans ff Stationsstraat 30 Telefoon 1728 Bewaart Uw cassations Bij f 10.— bons een gratis behandeling. Bediening uitsluitend door geschoold vakkundig personeel Een tweetal snapshots der nieuwste snufjes op het gebied der hoedenmode waren te zien bij een society-huweliik dat dezer dagen te Chelsea werd gehouden ff II DAAR is, zoo schrijft De Vrouwen- post der H.P., vrouwenwerk zon der en vrouwenwerk m t aan- halingsteekens. Dan is er ook nog „géén vrouwenwerk", ook met aanha- lingsteekens en het eerste woord be klemtoond. Daaronder valt elke presta tie, die een man graag voor zich zou hebben opgeëischt, benevens den lof, daaraan verbonden. Eventueele blaam bij mislukking laat hij graag aan de andere partij met de dédaigneuze ver zekering, dat het ook géén vrouwen werk is. Van de beide andere categorieën is de eerste de eenvoudigste te definiee- ren. Daaronder valt iedere arbeid, die van de oudste tijden af altijd als spe ciaal voor vrouwen geschikt heeft ge golden. En het gedeeltelijk dan ook is. Voor een ander deel zou er misschien aan de goede opvattingen van anno dazumal te tornen vallen. Speciaal vrouwenwerk kinderen opvoeden, zieken verplegen, weven, sninnen, ko ken, bakken en braden, wasschen en strijken, bloemen en planten verzor gen... enfin. Schiller heeft het in zijn Lied van de Klok al zoo goed gezegd, dat het dwaasheid zou zijn om het nog eens even goed of beter te villen doen. Maar de man heeft op dit voor de vrouw zoo bijzonder geschikte en aan gewezen terrein in den loop der eeuwen niet onbelangrijke strooptochten gehou den, zonder dat daar ooit zoo fel ge protesteerd is als in het andere kamp werd gedaan, toen de vrouw dit goede voorbeeld begon te volgen. Is de vrouw wellicht edelmoediger, ruimer van op vattingen? Over vrouwenwerk zonder aanha- lingsteekens valt eindeloos te discus sieeren, juist nu weer, nu de grenzen voor haar werkterrein steeds enger worden getrokken. In het algemeen moppert de vrouw, dat het werk haar niet bevredigt, dat zij zich geroepen voelt, zoo niet lot belangrijker en hoo- ger arbeid, dan toch zeer stellig tot althans iets anders en de man ant woordt daarop, dat zij dat toch hcusch niet juist inziet en dat het werk is. f' juist wèl groote bevrediging schenkt, als je het maar onder den go-den hoek weet te zien. Dan zegt dc vrouw weer Het vrouwenwerk mèt aanhalings- teekens zit vol stekels aan alle kanten. Eigenlijk zou iemand, die den vrede lief heeft, daar maar in het geheel niet over moeten spreken. Want cr is kans, dat hij zich begeeft in Niemandsland en tusschen twee vuren geraakt. In de eerste plaats kan men wel zeg gen, dat vrouwenwerk mèt aanhalings- teekens alle werk is, waarvan een rnan denkt, dat hij het ook, even goed en waarschijn ijk heter zon doen, als het hem was opgedragen. Verder komt de kwalificatie te pas, daar waar mannen en vrouwen samen werken en waar ook wel eens fouten gemaakt worden Overal waar gewerkt wordt, is dit het geval. Ook daar waar alleen mannen werken en daar waar alleen vrouwen zijn. Als een man een fout maakt het lijkt onbestaanbaar, maar bet is toch werkelijk waar, het gebeurt wel eens in het gewone, werkelijke leven welnu, dan is het gebeurd en hij zegt „sorry" en hij tracht de fout te herstel len of de gevolgen er van zoo gering mogelijk te maken en er kraait verder geen haan naar. Niemand verwijt het hem en zeer zeker zijn vrouwelijke me de-arbeidenden niet. Maakt echter een van haar een fout, dan wordt onmid dellijk haar heele prestatie gekwalifi ceerd met een vernietigend: „vrouwen werk". Soms zelfs: „echt vrouwen werk", met aanhalingsteekens en klem tonen en alles. Daarmee wordt geïnsi nueerd iets onvolwaardigs, iets dat je nauwelijks au sérieux zoudt ne men, als de gevolgen maar niet zóó funest waren, iets als het „meedoen voor spek-en-boonen", dat in de jaren vóór de coëducatio soms grootmoedig- lijk werd toegestaan aan wildebrassen en robbedoezen van meisjes, die met hun broers wilden meespelen. Over de onbillijkheid er van zullen we ons niet druk maken. Te lange ja ren is er op allerlei gebied door vrou wen in zeer uiteenloopende posities goed werk gedaan. Alleen komt do vraag wel eens op: is het niet wat klein? En niet-seheel-wéórdig? EVENALS alle meubels en huishou delijke dingen, moeten rieten meu bels en andere gebruiksartikelen regelmatig onderhouden worden. Bieten tuinmeubels, die öteeds in tuin of op bailcon staan, zijn aan steeds viseclen- de temperaturen en regen blootg-steld en gaan er vaak myi of meer verwaar loosd uitzien. Zeer gevoelig zijn b.v, die rieten meubels, welke niet gevernist, geverfd of gelakt zijn. Men reinigt rietwerk het best door het met zeepsop af te borstelen, men kan er tevens een scheut amoniak aan toevoegen. Wil men de meubels blee- ken, dan neemt men 2 deelcn water en 1 deel wateirstof-superoxyde cn neemt ringzout kan men eveneens tot dit doel aanwenden. het rietwerk hiermede af. Verdund zu- Het drogen moet nimmer in de zon gebeuren, aangezien het dan te vlug gaat en de tuinmeubelen bij de minste beweging als men gaat zitten onaange naam kraken. Pitriet maakt rnen even eens met een sopje schoon en als de kleur minder frisch wordt kan men zeer veel op door vernissen. Kleine re- het met gekleurde beits behandelen en daarna vernissen. Rottan-rneubels knappen eveneens paraties, b.v. indien het rietwerk aan de pooten der stoelen loslaat, kan men zelf uitvoeren. Het is echter verkeerde zuinigheid om werkelijk noodige repa- raties uit te stellen, daar het tijdig en vakkundig in orde, brengen de lexens- duur aanmerkelijk verlengt.. Met veel genoegen kondigen wij hier de verschijning van een maandblad aan, dat zeker èn door den opzet èn door de uitvoering de aandacht zal gaan trekken. Het wil een maandblad voor moeders zijn, noemt zich „Wiegekind cn Kleuter" en staat, onder redactie van de bekende schrijfster mevr. J. Riemens- Reurslag. Het tijdschrift zal vele vragen onder do oogen zien, die zich aan de jonge moeders plegen voor te doen, elk num mer bevat een kort verhaal óver kinde ren en een vertelling voor kinderen, terwijl de amateur-fotograaf A Carré een en ander uitstekend verlucht. Uit Indie worden brieven opgeno men, mpdisclie bijdragen zijn er van vrouwelijke artsen, paedagogische van H. G. Cannegieter en de redactrice zelf, literaire van Eva Raedt—de Cantor, Rein Valkhoff, Ank Servaes e.a. Ver der de onmisbare handwerkrubriek, een vragen rubriek voor moeders en voor beelden voor kinderhandenarbeid. Wij hopen nog meermalen op den inhoud van deze jongste onzer periodie ken terug te kunnen komen. Martine Wittop Koning schrijft ons: WE hadden het onlangs over do groote beteekenis, die een eenvou dig nagerecht kan hebben, als het de in het hoofdgerecht nog ontbrekende voedingsstoffen aanvult. Ën ik haalde toen vooral de „Melkspijzen" aan, die cn ten opzichte van het eiwit, èn ten opzichte van vet en koolhydraten uit stekend die taak kunnen vervullen. Ook sprak ik van dc „pappen" als wel de allereenvoudigste voorbeelden van zulke nagerechten. En omdat ik bij er varing weet, hoe tegenwoordig in heel veel gezinnen dc pap niet meer met de zelfde waardeering wordt begroet als in vorige generaties, lijkt 't me wel ge schikt om nog even op dat onderwerp terug te komen. Ja als een pap dag-in dag-uit pre cies op dezelfde wijze wordt voorge- diend, dèn gaat de fleur er wel wat af. Maar dat is niet noodig. Bepalen we ons vandaag eens alleen tot. de bekende rijstebrij: op allerlei ma nieren kan die gepresenteerd worden, hetzij als gerecht op zichzelf, hetzij in combinatie met andere toavoegsels (vruchten b.v.). „Op zichzelf" kunnen we ze warm of koud geven, dik of dun, met een smaak je van vanille, van citroenschil of van kaneel; in combinatie met vruchten kunnen we die cr rauw of gekookt in een afzonderlijk schaaltje bij preson- teeren wat b.v. in dezen tijd, nu do aardbeien en de bessen weer tot 't verleden behooren, zich uitstekend laai doen met bramen (rauw), met gestoof de peren, gestoofde kwetsen of appel moes. Maar we kunnen ook de rijst en de vruchten als één geheel opdoen. We koken de rijstebrij dan vooral niet to dun (150 G. of l1/» klein theekopje rijst per Liter melk), we laten ze koud worden en roeren er gedurende het af koelen van tijd tot tijd in, om het vor men van een vlies te voorkomen. Dan maken we van de koude rijstebrij in 't midden van den schotel een bergje en leggen er do koude gestoofde vruchten met het bijbehoorende eenigszins ge- honden sap omheen. Of wel, we schik ken de kouclo, stijve rijstebrij juist langs den rand van den 6cholel en houden het middenvak open. óm het la ter te vullen met de gestoofde vruchten. In beide gevallen kunnen we uitst) kond gebruik maken van een restH gestoofde vruchten uit een vorig mie.) dagmaal, zoodat alleen voor het kokeit van de rijstebrij behoeft te worden góf zorgd. Gewoonlijk zal do bij de vruchte», behoorende saus voldoende zoet ziji/ oin dc rijstebrij zonder suiker te kuu non opdienen; mocht dat niet 't gov zijn, dan kunnen we of wat suiker dc, de nog warme rijstebrij roeren of .slotte de koude rijstebrij even voor lnf opdienen met wat suiker bestrooien. Had ik geen gelijk, toen ik U verteld») rlat een pap niet eentonig behoeft En bent U 't ook niet met mij eei dat het bereiden van zoo'n werkclij^ voedzaam nagerecht heel weinig tij< geld cn moeite vraagt? Trouwens, dat heeft niet alleen be trekking op de v ij s t p a p, die we van- daag een beurt geven; er zijn nog veel méér eenvoudige, smakelijke, voedzame ..loetjes", die van een pap zijn afgeleid: die bespreken we later wel eens. GEBRUIND OF BLANK Het eerste waar we in den zomer mee beginnen, is alle pogingen in het werk stellen om bruin te worden Zongebruind is nog steeds mode en deze grillige koningin volgen wij maar al te graag. Maar helaas, nu het herfst is, loopen wij nog met ons don ker tintje rond en nu schrijft onze ge biedster een mat-blanke tint voor. Met de donkere dagen, als het zon netje maar niet door het dilike wol kendek te voorschijn wil komen, zien wij cr inderdaad met onze vacantie- huis niet florissant uit. We hebben nu min of meer het voorkomen van een treurende bloem, die niet meer tot bloei kan komen, omdat de Hid voor bij is. En dan... oh schrik.' Hoe zul len wij er uitzien bij het avondlicht in schouwburg of concertzaal! Alleen een speciale manier van een make-up op leggen, het z.g. emaiileeren, kan even tueele onregelmatigheden (donkere plekken) tijdelijk bedekken of een zongebruinde huid lichter van tint doen schijnen. Desondanks is het doel matiger zoo spoedig mogelijk aan een bleekproces te beginnen. Dc eenvoudigste manier is 's avonds na reiniging van de huid het gelaat een paar minuten met zoo warm mo- gcliik water af te spoelen. Dit is be doeld om de poriën te openen. Daar na droog betten en voor den nacht een bleekende crème inkloppen. Bü regelmatige toepassing zal spoedig de normale kleur weer te voorschijn ko men. Hierbij zij vermeld, dat het voor komt. dat een teere huid de inwerking van een dergelijke crème eiken avond niet verdraagt. Daarom is het goed zoo nu en dan af te wisselen met een an dere. zachte voedingscrème. Wil men het proces verhaasten, dan wrijve men het gezicht bovendien nog enkele malen daags in met mieriks- wortelsap, uiensap of citroensap. Na dat één dezer sappen ingetrokken zijn. bedekke men de huid met een niet te dun laagje goede dagcrême. DIANA MET boven haar eexe-genooten staat de vrouw, die een goed verzorgde huid bezit. Onvakkundige behandeling kan echter meer kwaad dan goed verrichten. Laat daarom Uw teint verfraaien* door GEDIPLOMEERD SPECIAUSTE DIPL. BERLIE. P. BUIJSIMN12 Telefoon 1607 FEUILLETON Ned. bewerking door MARIE DE BELMONTE 82) „Weet u, waarom ik gekomen ben?" vroeg ze, want ze gisie zijn geestesge steldheid en trachtte hem op het goe de spoor te brengen. „Orn samen Ie praten, denk ik" ant woordde hij, verbazing voorwendend Wat was ze moo Onwillekeurig dwaalden baar ver schrikte oogen door het vertrek, zoe kende om de opening van de pijp waardoor ze wist, dat de oogen vin den Cobra tot haar doordrongen; Maar in de hooge gebeeldhouwde kroonlijst was niets te ontdekken „Ik ben gekomen, omdat- ik vragen wou, of u me iets zoudt wil len geven. iets. zei ze en stokte bij elk woord. „Om u le vragen mij te hel pen. „Ik?. Ik u iets geven? Wat zon ik kunnen geven Ik hen gevangene evenals u." „Ja juist, cn dat is een raden te meer om me te helpen Vindt u ook niet?" „Ja natuurlijk Wat is de wensch?" ,JIet hoek mat het cijferschrift, dat u voor de Sirkar had samengesteld?" Hij fronste de wenk brouwen en deed alsof hij misnoegd was. „Was 't doel daarmee uw vrijheid te koopan?" (Hij zou haar, het koste wat het wil uit deze heJ verlossen). Zij knikte toestemmend. ,,'t ls geen kleinigheid, wat u vraagt. Daarvan hebt u zich zeker wel reken schap gegeven? (Alsof zij ooit te veel zou kunnen vragen). „Ja, dat heb ik,1 antwoordde ze op ijzigen toon, maar in de oogen, die zij naar Gray opsloeg, las hij teederheid. „En indien ik weigerde?" (Hij wist dat zij zijn glimlach begrijpen zou). „U zoudt het me' geweigerd hebben aan die. vrouw, met vie u gister avond iiier was" (Ze verfoeide in haar hart deze schijnbare beleediging aan zijn liefde voor haar.) Boven hun hoofden hoorden ze iets, wat op hoonzelach leek „Mogelijk wel en mogelijk niet. L)at is rnijn zaak." antwoordde hij, (Zijn oogen zeiden: ik houd van je. ik houd van je). „Ik had u dozp gunst gevraagd, om dat u de vriend was van mijn., va der." Thans was dp aandoening in haar slem niet langer voorgewend. „Wilt u me dezen dienst niet bewij zen?" ..Iloe kunt u een Engelfiche mij een dergelijke vraag doen?" „Omdat de zaak voor mij van het hoogste belang is" hernam ze. „U vroeg of ik de bedoeling had door dat bewuste boek mijn vrijheid te herkrij gen? .Ta En mogelijk is 't tevens de prijs voor uw eigen leven." Voorovergebogen liet Gray zijn han den tusschen zijn knieën hangen. Zijn leven? Even te voren kon zijn lot hem weinig schelen, als zij maar veilig was. En het eenige middel om haar dierbaar lichaam tegen folteren te vrijwaren was den sleutel van het cijferschrift te ge ven., Zou ze het weten? I-Iij hoopte van niet. „De sirdar Alam Khan had het me ook al gevraagd en ik had geweigerd. zei hij den nadruk leggend op eJk woord. „Misschien was zijn prijs niet hoog genoeg?" opperde zij, terwijl ze den klank van haar stem verafschuwde. „En de uwe?" (In stilte dacht hij wat een hel voor 'lat arme kind). „Dat heb ik al gezegd: ons beider vrij heid." Een karavaan den volgenden avond... De woorden van Chirine ha merden in Grav's slapen. „Welke waarborg hebt u?" (Haar va der is dood Ze heeft niemand). „Het woord van den sirdar Alam Khan." „Zou hierop te vertrouwen zijn? (SM je voor dat ze weer van me wegge haal i werd). „Hij heeft het beloofd U moei hem vertrouwen, evenals ik." Een klein stukje kalk. losgelaten van het plafond viel op den rug van haar hand Onwillekeurig keek ze naar no- ven. En daar ontdekte ze nu, bijna on zichtbaar in het halve licht van h"t hooge plafond een nog duisterder vier kant: dat was het kijkgat. Haar hart verstijfde van schrik en zij meende dp vuriore blikken van den Cobra op hen te voelen „Om 's hemels wil", hijgde ze bleek en bevend „neem liet voorstel, dat ik leed. aan." Gray was thans oprecht verbaasd door den wanhopigpn ernst in haar stern, maar tevens had hij een gevoel van opluchting: zij wenschte dus wer kelijk, dat hij het Byzantijnsch geheim schrift zou verraden? Dit vergemakke lijkte den toestand. „Ik neem het aan," zei hij plechtig. „Maar ik zal de code op schrift moeten stellen. Ze. is lang cn ingewikkeld. In dien ik 't uitlegde, zou u het toch niet onthouden Ik zal vragen om 6chrijfbe- noodigdhoden. Morgenochtend kan ik er mee klaar zijn." „Is dit uw vast besluit?" „Dit is mijn besluit. Alam Khan heeft rnij in zijn macht en het was dom van me dit niet eerder begrepen te hebben. We zijn zijn gevangenen en waar ook uw vrijheid ervan afhangt, zal ik aan zijn verlangen voldoen." Ze deed hem een stomme vraag. Hij boog zijn hoofd als teoken van instem ming „Wat gebeuren moet, gebeure. Kis met." „Geve de Kemel, dat de karavaan komt voor je k^aar bent," zei Diana im pulsief. Ze had het bevel van den Cobra even vergeten en Engelsch gesprokpn Nauwelijks had ze de woorden geuit of Jaffir kwam binnen „De Khan heeft last gegeven, dat zoo dra u onze taal niet meer gelieft te spreken, u den sahib moet verlaten.' zei hij aanmatigend „Volg me." Zij en Gray gaven er zich reken schap van, dat deze ontmoeting hun laatste 7.011 kunnen wezen. Zij drukte kram nacht ig de handen, die hit haar toestak en zonder terughouding hief 7.11 haar geziekt je naar hem op, opdat hij er een kus op kon drukken. „Waf er ook gebeure Diana, wij we ien althans, dat we van elkaar bonden, zei hij. en zich bukkend kuste hij haar larie en feeder. Op den drempel van de deur keerde zij zich nog eens om en wilde zeggen „Ik houd van je," maar tranen verstik ten haar stem. HOOFDSTUK XXII Chirino smeedt voor do tweede maal een complot, en de „Man met den Sluier" spreekt met Simla Toen Jaffir, de eunuch, Diana kwam halen, om haar naar Colin Gray te ge leiden. was de zon nauwelijks op. Zoet vogelgekwcel vervulde de boomen van den tuin, en een zwak briesje speelde door de frissche morgenlucht. Diana hart Chirine. die nog rustig sliep, niet willen wekken, maar terug komende vond zij de Perzische wakker en vol ongeduld om te hooren, wat de ander te vertellen zou hebben. ,,'t Verwondert me niets, Chirine, dat ie er down van bent', merkte Diana op. na verslag van haar onderhoud met Gray te hebben gedaan. „Ik voor mij heb oneindig vertrouwen in de vinding rijkheid van mijn sahib." „Liefde is de oudste zuster van hoop, Dina. Tk heb ook hoop, omdat ik lief- heb, Ik ben blij, dal die Galcha me op dp boogie heeft gebracht van het com plot van Jaffir en van Khoon. Want die ellendige bond. die een vijand is van het sahib-log. heeft me in verden king „in verdenking, van wat?" vroeg Dia na angstig. „Van jou te helpen. Luister: gister avond toen ik majoor Gray in zijn ge vangenis ging opzoeken, hen ik Jaffir tegengekomen, 't Was al laaf en ik las de achterdocht in zijn oog,en.. Ik ver lang vurig naar den dag. waarop ik hem op het marktplein door woeste stieren uit elkaar zal zien scheuren. F.n die dag zal kornen, want ik bid er eiken avond voor." „Heeft Collinmajoor Gray je ook een boodschap voor mij gegeven? Heeft hij je ook gesproken over een hulp-ex peditie?" vroeg Diana, die te veel ver vuld van haar zelf was om te letten op de toespeling op Jaffir en de samen zweerders. „Je zult alles hooren, Dina. De eunuch zcide, dat mijn Heer door alles heen woedend was en naar mij gevraagd had Dezen keer sprak dat vette varken de waarheid. Toen ik kwam luchtte de Khan zijn hart met allerlei vervloekin gen, cn beloften van wraak op den Man-met-den-Sluler." De uitdrukking van haar oogen werd som her. „Ik heb getracht hem te stuiten: het is gevaar lijk iets van hem te zeggen, want al is hij op mijlen afstand, hij gist ieders gedachten en vooral indien het hem vijandige personen betreft. Maar ik praatte voor doove ooren." „Waarom was Alam Khan zoo woe dend?" vroeg Diana, die weer gekweld werd door een nieuw voorgevoelen en lie meende, dat in werkelijkheid een cobra zich om haar lichaam slingerde, ..Dp „Man-mof-den-Sluier' is vannacht gekomen." vervolgde Chirine. „een half uurtje voor ik bij Khan kwam F.n hij heeft beve.l gegeven om jouw sahib vanmiddag te doen verschijnen Diana verbleekte „Wat zullen ze met hem doen°" •unmelde 7.e. ..Oh hemel, zou ik hem nief op de een of andftre manier hun nen helpen. .Wal ze met |n>m doen zullen, weet ik ni01anlwoordrle Chirine ontwijkend. Indien hij doet wat 70 van hem vra- ■ren komt alles terecht." ..Maar hfi schrijft het Bvzan'iinsche ••eheimsehriff al op voor den Khan" protesteerde Diana Meer kan hij toch niet doen?" (Wordt Vrevolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 12