N iet-inmengings crisis
Ir. Mussert verzamelt
zijn getrouwen
„EXTRA"
f 3.2
Kinderhoekje
Vorst Cobra
De kerkstrijd
Hagespraak te
Lunteren
Italië wijst, gelijk werd verwacht, drie
hoeksbesprekingen van de hand
ZONDER BERLIJN
GEEN OVERLEG
Geen schending van Spanje's
integriteit
Herderlijk schrijven
BELA BARTOK ZORGT
VOOR SENSATIE
OUDE GENEVER
Utrechtschestraat 17
per
Tel. 145
Het groene oog
van Baa-al
Door MARK CHANNING
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 11 OCTOBER 1937
Rome wenscht het vraagstuk der
vrijwilligers te behandelen in
de non-interventie
commissie
Gelük wen weet, is Zaterdag J.l. het
Italiaanse/ie antwoord op de Fransch
Engelsche nota van 2 Oct. overhandigd.
Het luidt als volgt:
1De koninklijke minister van buiten-
landsche zaken heeft de eer een verkla
ring af te leggen naar aanleiding van de
nota. deze maand door de Fransche am
bassade overhandigd.
(2) De fascistische regecring neemt met
genoegen kennis van de door de Fransche
regeering gegeven verzekeringen inzake
de politieke onafhankelijkheid van Spanje.
Wat haarzelf betreft: zij behoeft nauwe
lijks te herinneren aan de verklaringen,
waarin zij herhaaldelijk en plechtig van
haar opvattingen heeft blijk gegeven in
zake de politieke onafhankelijkheid en bij
gevolg de territoriale onaantastbaarheid
van Spanje, zoowel wat betreft het conti
nentale grondgebied als de eilanden en
koloniën.
(3) De fascistische regecring deelt ten
volle de opvatting van de regecring van
Frankrijk, dat de binnenlandsche strijd in
Spanje niet langer een reden tot achter
docht en wrijvingen mag zijn tusschen de
andere volken en dat de toestand zich op
een zoodanige üzc moet ontwikkelen
dat ook op ander gebied vorderingen kun
nen worden gemaakt in de richting van
een algemecne ontspanning. Zij is bereid
alle middelen te onderzoeken, die nuttig
zouden kunnen ziin om de politiek van
niet-inmenging doeltreffend te doen zijn.
(4) De Fransche regeering hecht bij
zondere waarde aan een van de ele
menten dezer politiek, te weten de kwes
tie der vrijwilligers en van hun terug
trekking. Het heeft zin. teneinde de po
litieke positie en de verantwoordelijk
heid van elk der regeeringen nauwkeu
rig vast te stellen, en niet zoozeer om re
denen van polemischen «aard. er aan te
herinneren, dat het juist Italië is ge
weest, dat tezamen met Dnitschland als
eerste met klem heeft aangedrongen op
een verbod van uitzending van vrijwil
ligers en vervolgens op hun terugtrek
king. De Italiaanschc regeering eischt
voor zich zelf en voor de Duitsche re
geering de eer op het initiatief te heb
ben bij het aanwijzen van deze kwestie
als een van de onmisbare elementen
voor een politiek van non-interventie.
Zij beroept zich hierbij met name op de
verklaringen, in Augustus 1936 door den
Italiaanschen minister van buitenland-
sche zaken gericht tot den Franschen
ambassadeur, op do nota van 7 Januari
1937, gericht tot den ambassadeur van
Frankrijk en die van Groot-Brittannië,
en op de nota van 25 Januari, gericht
tot de Britsche ambassade en tenslotte
op herhaaldelijk door den Italiaanschen
vertegenwoordiger in de non-interventie
commissie te Londen afgelegde verkla
ringen.
De fascistische regeering heeft de eer
te bevestigen, dat zij inzake het geheele
probleem der niet-inmenging dezelfde
rneening blijft toegedaan, welke blijkt
uit alle bovenvermelde uitingen.
(5). In de nota van 2 October j.l stelt
de Fransche regeering voor. dat tusschen
de regeering van Frankrijk, die van
Groot-Brittannié en die van Italië be
sprekingen zullen worden gehouden om
zoo mogelijk tot een accoord te komen
aangaande maatregelen, ter verzekering
van een politiek van niet-inmenging. De
Fransche regiering stelt deze procedure
voor om te ontkomen aan moeilijkheden,
zooals die. welke zich hebben voorge
daan in den boezem der Londensche
commissie. De fascistische regeering
schat het. Fransche voorstel op zijn juis
te waarde, doch twijfelt er aan of deze
moeilijkheden wel kunnen worden over
wonnen met behulp van verfijning in de
methodes van onderhandelen of door
middel van een gewijzigde procedure,
vooral van een procedure als de voorge
stelde.
Zij vestigt de aandacht op het feit,
dat de betreffende aangelegenheid niet
slechts enkele staten aangaat, doch in
tegendeel. behalve Frankrijk, Engeland
en Italië, ook andere staten rechtstreeks
belang inboezemt.
Men zie verder niet het feit over het
hoofd dat zonder de toestemming van
Burgos en Valencia geen beslissing in
deze aangelegenheid tot practische re
sultaten kan leiden, te meer wanneer
men zich de houding van den vertegen
woordiger van Valencia herinnert, die
onder een mooi lijkend voorwendsel in
zijn te Genëve gehouden redevoering
elke mogelijkheid van evacuatie der hij
de strijdkrachten van deze regeering in
gelijfde vrijwilligers buitensloot. De
voorgestelde discussie zou bij afwezig
heid van de andere staten dus de on
ontbeerlijke elementen missen, om tot
een accoord te geraken Het staat bij de
fascistische regeering vast, dat de aan
vaarding zelfs van preliminaire proce
dures buiten de Londensche commissie
en haar organen bij den huidigen toe
stand de mogelijkheden van misverstan
den tenslotte niet zou verminderen, doch
doen toenemen en de verwezenlijking
van een algemeen accoord. dat de fascis
tische regeering in de hoogste mate
noodzakelijk acht, tenslotte zou vertra
gen in plaats van bespoedigen.
De fascistische regeering is dus
van oordeel, dat de kwestie van
de niet-inmenging het best in den
boezem der Londensche commis
sie kan worden behandeld.
(b). De fascistische regeering
heeft tenslotte de eer mede te dee-
len, dat zij in geen geval zal deel
nemen aan besprekingen, bijeen
komsten of conferenties, waartoe
Duitschland niet eveneens for
meel zou worden uitgenoodigd of
waaraan dit land niet zou deel
nemen.
Naar aanleiding van de Fransche drei
gementen, dat de Pyreneeëngrens weer
zal worden geopend, publiceert het
„Giornale d'Italia" een artikel, waarin
wordt verklaard, dat niet alleen Sovjet-
Rusland, doch ook Frankrijk de meest
omvangrijke hulp verleent aan de roo-
den in Spanje. Al zijn den laatsten tijd
ae door de regeering van Valencia uit
de goudreserves van de Bank van Span
je betaalde zendingen van oorlogsmate
riaal van de zijde van Rusland afge
nomen tengevolge van de organisatie
van de vlootverdediging tegen de zee-
rooverij in de Middellandsche Zee, noch
tans heeft Frankrijk de smokkelarij van
manschappen en vooral van materiaal
geïntensifieerd. Men voorziet het roode
Spanje via de grens met gemiddeld 600
a 700 ton oorlogsmateriaal per dag.
Het Giornale d'Italia schrijft, dat
in de maanden Juni, Juli en
Augustus het volgende materiaal uit
Frankrijk in de oorlogszone van de
rooden gearriveerd is: 2.068 autobus
sen en chassis, 43 ambulance-auto's,
450 motorfietsen, 51 tanks, 80 kanon
nen ,250 wagons beladen met ver
schillende soorten van materiaal en
slotte nog 11.234 vrijwilligers. Met
betrekking tot de vrijwilligers wijst
het Giornale d'Italia erop, dat het
hier niet alleen Franschen betreft,
doch ook buitenlanders, die zijn aan
geworven onder de werkloozen in de
landen van Midden-Europa, vervol
gens naar Frankrijk zijn gezonden
en vandaar naar Spanje.
Zoo zijn midden Augustus drieduizend
Tsjecho-Slowaken naar het roode front
in Spanje vertrokken en op 18 Septem
ber j.l. heeft men een heele Sovjet-briga
de daarheen vervoerd, samengesteld uit
mannen die tot dan toe waren opgeslo
ten in de concentratiekampen van Si
berië en die naar Spanje werden ge
zonden „om zich vrij te koopen".
Voor elke roode brigade heeft men
Fransche en Russische officieren aan
gewezen als technici.
Beschuldiging van Valencia
De Spaansche ambassadeur te Londen
heeft tot het Britsche ministerie van bui-
tenlandsche zaken een nota gericht,
waarin zijn regeering verklaart, dat Ita.
liaansche onderzeeërs, welke de Spaan
sche vlag voeren, in de Middellandsche
Zee opereeren. Bovendien zou Valencia
betrouwbare inlichtingen hebben ont
vangen, volgens welke Italiaansche
vliegtuigen Madrid met gasbommen zul
len bestoken.
De Manchester Guardian heeft uit
Duitschland inlichtingen ontvangen, vol
gons welke er in den loop van Septem
ber tusschen de 100 k 300 man van
twee luchtafweerbatterijen met hun ma
teriaal via Italië naar Spanje zouden
zijn gezonden. Het blad zegt voorts, dat
15.000 Italiaansche soldaten in de jong
ste weken in verschillende havens der
Spaansche rechtschen zouden zijn gede-
barkeerd.
Het totale aantal Italiaansche solda
ten in Spanje zou tusschen de 110.000 en
120.000 bedragen.
Duitschen priesters verboden
godsdienstonderricht op de
scholen te geven
BERLIJN, 10 Oct Hedenoch
tend is in alle katholieke kerken
van Berlijn een herderlijk schrijven
van den bisschop voorgelezen, waar
in ter kennis van de geloovigen
wordt gebracht, dat het den katho
lieken priester door den staat ver
boden is godsdienstles te geven op
de scholen.
„Het nieuwe decreet van de Duit
sche regeering", zoo wordt in het her
derlijk schrijven gezegd, voert de leuze
„de priesters uit de scholen" in do
practijk door. Op deze wijz^ wil men
voorkomen, dat het woord van onze
priesters doordringt in de kinderzielen.
Dit is een aanduiding dat in de komen
de tijden het katholicisme op de proef
zal worden gesteld. Als bisschop van
Berlijn heeft men mij niet op de hoog
te gebracht met de redenen, waarom dc
geestelijken niet langer godsdienston
derricht mogen geven
„De redevoeringen en de geschriften
van de mannen, die verantwoordelijk
zijn voor het leven van het land toonen
aan, welke denkbeelden zij hebben over
de heilige schriften en hoe men het-ka-
tholieke leven beleedigt. De veldtocht te
gen de kerk gaat bij étappen, opdat het
doel hiervan niet te spoedig aan allen
blijkt.
„Wat gaat men thans doen? Gaat
men het godsdienstonderricht geheel af
schaffen en de kinderen een anti-Chris
telijke philosophie leeren? Vervolgens
herinnert de bisschop eraan, dat thans
alleen de kerk nog vrij is voor het ge
ven van godsdienstonderricht. De bis
schop spoort de ouders aan nauwkeurig
te letten op het onderwijs, dat door de
leckenondenvijzers aan de kinderen
wordt gegeven en hij kondigt aan dat
eens in de week in de kerken gods
dienstonderricht zal worden gegeven
aan de kinderen door de priesters, die
thans niet meer in de scholen kunnen
komen.
Havas meldt uit Boedapest, dat de
componist Bela Bartok, de beroemdste
der hedendaagsche Hongaarsche compo
nisten, in een brief de Hongaarsche
radio-omroepmaatschappii heeft ver
zocht zijn werken te schrappen van de
programma's die te Boedapest worden
uitgezonden en gerelayeerd worden door
Duitsche en Italiaansche stations.
Dc componist wilde zijn geste, die een
hevige beroering in muziekkringen
heeft verwekt, niet nader verklaren.
BINNENLAND
Zaterdagmiddag heeft de Nationaal
Socialistische Beweging te Lunteren
een hagespraak gehouden naar aanlei
ding van de moeilijkheden, die zich ge
durende de laatste weken in de gelede
ren van deze organisatie voordeden. De
volgelingen van ir. Mussert kwamen
zonder uiterlijk vertoon met extra-trei
nen. autobussen en auto'6 naar het Ve-
luwe-dorp, waar het verkeer door 25
man rijkspolitie werd geregeld. Naar
wij vernemen werden er door deze on
geveer 250 autobussen en 450 luxe-auto's
geteld, terwijl twee extra-treinen elk on
geveer 7 k 800 reizigers aanvoerden.
Het totaal aantal bezoekers schatte
men volgens deze cijfers op 10 k 15.000-
Van andere zijde schatte men het aan
tal aanwezigen op 20 k 30.000. Ook uit
Duitschland waren een aantal bezoe
kers gekomen.
Ir- Mussert ring om rijf uur met zijn
redevoering aan, waarin hij erop wees,
dat uit de laatste verkiezingsuitslagen
bleek, dat 96 pet. van het Nederiand6che
volk het nationaal-60cialisme niet aan
hing.
Ondanks allen tegenstand, zoo riep
de heer Mussert uit, zeiden 170.000 Ne
derlanders: En toch nationaal-60cialis-
me.
In de oogen van de wereld waren wij
verslagen, in eigen oog hadden wij een
nederlaag geleden. Mijn taak was het,
aldus ir. Mussert. den nieuwen weg te
bepalen, waar langs de N.S-B. moest
worden geleid. Daartoe was echter re
organisatie noodig.
Die der uitgeverijen was het meest
urgent, omdat het in November gestich
te dagblad in het voorjaar 6.000 gulden
verlies per maand gaf- Reeds weerklon
ken juichkreten over het aanstaande
verdwijnen van ons dagblad. Twee van
pnze beste mannen voerden de -reorga
nisatie door: een zware moeilijke teak.
Maar die met goed gevolg is volbracht,
al moesten groote offers gebracht wor
den.
Vervolgens kwam Indië aan de beurt,
waar de N.S.B. 5000 leden telt. De In
dische kameraden moeten de Indische
afdeeling der Beweging zoo zelfstandig
mogelijk voeren. De taak van ex-kame
raad Hogewïnd moest daarom worden
overgenomen door. een kameraad in In
dië wonend; ik wees daartoe aan v. d.
Laaken, oud-hoofdingenieur van de In
dische Spoorwegen. Ik deelde dit aan
Hogewind-mede, sindsdien heeft hij
geen taak meer willen aanvaarden; is
zijn liefde voor de Beweging veranderd
in het tegendeel en is zijn vertrouwen
in den Leider geschokt-
Daarna, zoo vervolgde ir. Mussert.
kwam de reorganisatie der Beweging
hier te lande aan de beurt.
De nieuwe organisatie werd ontwor
pen, waarbij het land in 24' districten
werd verdeeld, en talrijke vereenvoudi
gingen werden ingevoerd. De Beweging
staat wederom financieel op gezonde
basis.
De geldmiddelen
In verband met opmerkingen, dat de
uitgaven der N-S.B. niet bekostigd kun
nen worden uit de bijdragen der leden
en de Vraag, of het niet op den weg
der Regeering ligt zich nauwkeurig op
de hoogte te stellen en het publiek in
te lichten, deed ir. Mussert uitroepen:
Laat de Regeering een onderzoek
instellen, onze boekhouding is ter
beschikking, onze accountant even
eens. Maar de Regeering zal het
niet doen. Want reeds verleden jaar,
toen een schendbroohure tegen de
N.S.B- uitkwam, heeft de accoun
tantsdienst der Regeering een week
op het Hoofdkwartier doorge
bracht om alle boeken na te zien.
Het spreek vanzelf, dat niets te con-
stateeren viel dan de groote offer
vaardigheid.
Ik ga daarom verder en doe hier het
aanbod alle boeken en bescheiden der
N.S.B. te doen nazien door drie te goe
der naam en faam hekend staande ac
countants, Nederlandsche wel te ver
staan. Slechts- één voorwaarde stel ik
daarbij: hetzelfde onderzoek moet door
dezelfde accountants ook ingesteld wor
den bij Eenheid door Democratie en bij
de politieke partijen
De zaak-Van Duyl
Vervolgens behandelde ir. Mussert de
gebeurtenissen van den laatsten tijd, in
de eerste plaats- de zaak-van Duyl. Ds-
van Duyl nam zijn ontslag als 'lid en
als Kamerlid. Spreker is van meening,
dat dit ontslagnemen in het belang der
Beweging was, in 't belang van ds. van
Duyl en in het belang van anderen en
dat daarom zijn besluit juist was. De
heer.en Pont en v. d. Goes van Naters
hebben zich de wijheid veroorloofd deze
zaak op straat te brengen.
Ds. van Duyl beweert thans zijn
handteekeningen onder pressie gezet te
hebben en dit te betreuren. Welnu, dan
moge het recht zijn loop hebben. Zelfs
nu gebleken is, dat de geheele afdeeling
Vorming, aan welks hoofd Van Duyl
stond, een broeinest van samenzwering
was tegen de Beweging en haar Leider,
kan onze vroegere kameraad van Duyl
het volle pond van mij krijgen. De IIoo-
ge Raad-van Discipline stat ter beschik
king van Van Duyl-
Onmiddellijk na de verkiezingen was
ik er zeker van, zoo vervolgde de spre
ker, dat de Beweging door een aantal
leden zou worden verlaten, daar ande
ren verraden. Tegen den herfst ver
wachtten wij dit; ook voor verraad is
voorbereiding noodig. Het is speciaal de
taak van kameraad Van Geelkerken om
ip dit gebied waakzaam te zijn. Hij was
waakzaam! Ruim een maand geleden
bleek het gezwel in de afdeeling Vor
ming te zitten.
Uitvoerder, misschien hoofd, van
de revolte was mr. v. d. Goes van
Naters, die het land rondreisde. In
den Haag probeerde men zelfs in
iedere groep een kern te vormen.
De kwestie-Van Duyl maakte het noo
dig direct, in te grijpen. Het is daarom
niet onmogelijk, dat het achterste deel
van den kop is blijven zitten. Bewijzen,
dat ds- Van Duyl medeplichtig is, heb
ik niqt. De in het Hoofdkwartier gehou
den gesprekken zijn niet afgeluisterd,
anders zou ik zekerheid hebben. Vast
staat echter, dat de dienst van de Vor
ming de schuldige is. -
Gezien de capaciteiten van de opstan
delingen is het geheele geval rneer be
lachelijk dan dramatisch. Maar eén
ding heeft mij uitermate gehinderd.
Indien ik ooit het gevoel krijg, dat
een ander beter dan ik geschikt is als
leider der Beweging, zoo vervolgde rle
heer Mussert, dan zal ik het oordeel
vragen van de duizend hardste werkers
7. En ja hoor. Tonny had het bij het
rechte eind. De oude slangenbezweerder
had het op ziin eenzame plek niet meer
kunnen uithouden en krimpend van pijn
was hij door het bosch verder gekropen,
in de hoop een beek te vinden om wat te
drinken.
8. De arm waarin de slang gebeten had
was tot aan dc elleboog rood en gezwol
len. Maar gelukkig was hel oog niet te
laat en door snel endoortastend in te
grijpen, wist dolcter Bergman het kwaad
te stuiten. Sidi cl Bordj wist niet hoe hij
genoeg zijn dankbaarheid kon bctooncn.
der Beweging, niet van een Pont, een
Goes van Naters en consorten.
De opstand-operette is voorbij; de Be
weging marcheert, niet verbitterd maar
blijmoedig.
Al6 laatste arbeid, die door mij in de
schaduw van het dal moest gedaan
worden, noemde ik: de versterking van
ons geestelijk fundament. Het werk ligt
gereed en zal in „Volk en Vaderland"
te Uwer kennis worden gebracht.
Ons nationaal-socialisme komt voort
uit drie bronnen: Godsvertrouwen, Lief
de voor Volk en Vaderland; eerbied
voor den arbeid.
Deze drie bronnen zal ik in de publi
catie achtereenvolgens nagaan en gij
zult het als een wonder gevoelen, dat
ons programma het juiste uitvloeisel is
van hetgeen nu, zet? jaar later, als zui
ver bewustzijn tot ons is doorgedron
gen. Wij gaan dezen winter in: gezond
gelouterd, goed georganiseerd op stevig
geestelijk fundament.
De samenkomst werd besloten met
het zingen van het eerste couplet van
het Wilhelmus en een godsdienstig lied-
FEUILLETON
Ned. bewerking door
MARIE DE BELMONTE
S3)
Chirine trok haar tengere schouders
op.
„Mijn Heer begeerde dat geheim
schrift te hebben, indien de sahib het
hem gegeven had. zou hij hem vrijge
laten hebben. Maar nu de Man-met-den-
Sluier er is, zal er geen sprake van
zijn. dat mijn Heer het mag hebben-
Het geheim van jouw sahib zal de Man-
met-den-Sluier wel los krijgen, hij is
degeen aan wie wij allen getoorza-
menen als hij het heeft, behoudt
hij het voor zich. En wat hij daarna
met je sahib zal doen. dat zou ik niet
durven voorspellen."
„Zou Firóe on6 niet kunnen helpen?"
opperde Diana ontsteld.
„Ik heb hem al laten halen,' ant
woordde Chirine. „Hij kan hier elk
oogenhlik zijn; en dan zal le hooren.
wat hij er van denkt. Maar je weet nog
niet alles De woning van het kruiden
vrouwtje staat onder bewaking. Daar
kan je ie niet verbergen. Ik heb haar
gesproken, ik wilde, dat ze aan haar
zoon zou vragen of deze zich meester
kon maken van de sleutels van het hek
van het paleis; maar hem bewaken ze
ook."
„En Chirine geloof je. dat majoor
Gray weer in zoo'n afschuwelijken ker
ker, als waarover jij me gesproken hebt,
geworpen zal worden?"
Chirine boog het hoofd.
„Dat is wel waarschijnlijk; ofschoon
er veel van af zal hangen, welk ant
woord hij geeft aan den Raad van Drie"
zei zij.
„Hier is Firoz Khan, hooge Vrouwe",
kondigde de stem van een der vrou
wen van Chirine aan.
„In naam van Allah, w-ees welkom,
Oh Firoz Khan", riep Chirine uit. „Uw
karavaan is voorbij gegaan en zij (ze
wees op Diana) is nog altijd hier. Hebt
u een ander plan? Antwoordt gauw,
de tijd dringt."
„Ja Chirine Bibi. ik heb een ander
plan. Met het geld dat u me gegeven
hebt heb ik kameelen gekocht. Van
nacht zullen ze bij het kleine noortje
staan, dat in den tuinmuur van h t
paleis gemaakt is: en wie ze aan den
engel leidt, zal ik zijn Firoz Khan
Indien de miss sahib dus wij /.orgen
er te zijn?"
„Ik ga niet weg zonder den sahib",
riep Diana beslist uit.
De uitdrukking in de oogen van hi-
rine verzachtte. Dat was inderdaad lief
de. zooals zij ze verstond.
„Ik heb je ons gesprek nog niet ge
heel overgebracht, Dina," zei ze sus
send. „Hij heeft me opgedragen i te
zeggen, dat hij van je hield, tn vervol
gens. dat het zijn wensch was, dal je
zoo mogelijk vluchtte je weet wel
Diana, dat, ingeval het plan voot zijn
ontvluchting mislukte
Ze hield op.
„Ja en verder Ik moet alles weten."
Diana Lindsav sprak op den 'oon. dien
dc resident gebruikt zou hebben tegen
één. die het gewaagd had, zich tegen
zijn gezag te verzetten.
„Goed", zei Chidine. „Ik zal alles ver
tellen." En zij beschreef het lot van
kapitein George Ian Galbraith, die een
maal een sieraad was van het beroemde
X regiment en later tot den Geheimen
Dienst behoord had.
„En sinds een paar jaar," voltooide
ze, „zit hij gevangen, blind en half
waanzinnig in een der onderaardsche
kerkers van het paleis."
Een oogenblik bleef het Engelsche
meisje sprakeloos van ontzetting. Was
't mogelijk dat menschelijke wezens hun
naasten zoo'n beestachtige behandeling
lieten ondergaan? Hoe kon God iets
dergelijks gedoogen. Ze stond op; maar
haar ziel bleef geknield liggen en in
gebed. Chirine had de waarheid ver
teld dat wist ze, anders zou haar hart
zoo'n pijn niet doen. Ze mochten "naar
dooden, indien ze hém maar spaarden.
Het leven van Gray was meer waard,
dan het hare. En zonder hem had het
leven geen waarde en zeker niet in
een oord. waar ze niet eens trouw aan
zijn herinnering zou mogen zijn.
„Ik zal aan den Khan <»n aan den
Man-met-den-Sluier verklaren, zei ze
uitdagend, dat ik sterven wil met ma
joor Gray; ik zal hun zeggpn, dat ik
van hem houd en bereid hen. indien
men hem vrijlaten wil. in zijn plaat#
te worden terechtgesteld.
„En hem op die wijze berooven van
zijn eenige kans op redding", repliceer
de Chirine ongeduldig. „Neen Dina, in
dien mijn Heer in gevaar verkeerde,
zou ik precies-denken als jij» ik zou
met hloote voeten-over glasscherven loo-
pen. om hem te helpen. Maar jij en jij
alleen kunt hulp gaari halen voor
sahih. En vergeet niet, dat het zijn
wensch is, dat je weggaat.''
Met gefolterde oogen keek Diana
haar aan.
„Ja", mompelde ze haperend, „ik zal
weggaan zooals hij het verlangt
Om hulp te 'halen voor het te laat ie.
Waarom, oh, waarom Chirine, zijn die
landgenooten van jou zoo wreed. Wat
heeft Calin misdaan, om zoo duivelach
tig wreed behandeld te worden door
den. Man-met-den-Sluier."
Zonder meer wendde Chirine zich tot
Firoz, die zwijgend toekeek, zijn jong,
open gezicht betrokken van ergernis
over het schouwspel van deze wanhoop.
„Heb je goud genoeg?" vroeg de Per
zische.
Om onbekende reden scheen de dui
delijke sympathie, die hij voor het En
gelsche meisje koesterde, haar onaan
genaam.
Hij knikte toestemmend.
„En wat nier met goud betaald zou
kunnen worden, zal deze wel betalen
Hij legde een hand op het gevest van
zijn zwaren' dolk.
„Een hond, waarvan de strot is door
gesneden. blaft niet meer", voegde hij
er verwoed aan toe. „Ik zal óver de
miss sahib waken en haar verdedigen,
al zou het mijn leven kosten Zij heeft
niets te vreezen."
Diana Lindsav eaf den jongen, rid
derlijken bergbewoner een dankbaar
lachje.
„Gulbundun mag van geluk spreken,
dat zij o eenmaal tot man zal krijgen",
zei ze met ongeveinsde ontroering.
De jonge man fronste zijn wenkbrau
wen. „Zij is nog te jong om te trouwen.
En ik ben worstelaar en dp uitslag van
ppn gevecht is wisselvallig"
„Hel-is w*el waar. .wat ze zeggen: het
mes, dat een man doodt, doorboort
perst het hart van een vrouw Plotsp
ling veranderde hij van -onderwerp:
„Elke cipier neemt gopd aan", zei hij
beteekenisvol. „En de bewaker van-den
sahib vormt goen uitzondering op den
regel."
Chirine begreep hem.
„Ik heb dien sahib genoeg kleinoo-
diën gegeven, om een heele stam van
cipiers om te koopen", viel zij hem in
de rede. Indien er iets gedaan te krij
gen is van den Tongloozen, clan zal 't
den sahib stellig gelukken. Hij heeft er
de middelen voor. Ga nu heen, zelfs do
steenen der muren schijnen dezer da
gen oogen en ooren te hebben. Op de
afgesproken plaats zal de miss sahib u
wachten.
„En mocht ik er niet zijn", antwoord
de de jonge bergbewoner ernstig, dan
zal zij bericht vinden, geschreven met
de eenige pen, welke ik weet te han-
teeren en waarin de reden zal staan
van mijn wegblijven. Weer legde hij
zijn hand op het hoornen gevest van
zijn dolk met beteekenis vol gebaar en
zich daarop omkeerend spoedde hij
zich weg, lenig en onversaagd.
Intusschen speelden zich in de onder
aardsche gewelven van het paleis, in
epn crypte die grensde aan de raads
kamer van den Man met den Sluier,
zonderlinge dingen af. Een spookachti
ge zwarte gedaante, geheel in mantels
en sluiers gehuld, was druk in cle weer
tusschen een aantal fonkelende electri
srhp. toestellen. Verspreid lagen overal
platen, magneten, batterijen en stroom-
wisselaars.
Gebogen over een klein ebbenhouten
en koperen toestel, dat in een glazen
kistje van ongeveer twee voet in het
vierkant geborgen en waarvan een der
zijden open was, zei de rle vrpemde per
soonlijkheid langzaam en duidelijk:^
„Simla Simla hallo 'ie
Simla daar? Ja, zoo is 't heter
Is aan Mohammed Shah het gevraagde
verlof verleend? Goed De Mon
gool moet gedood worden Ja. ver
schillende malen hebben vliegtuigen
het dal overgevlogen, maar de nevel
belette alle zicht. Allah zij geloofd.
Telegrafeer aan den Mir van Yanistan,
namens hot Indisch gouvernement, zeg
hem, dat die vijfhonderd man niet meer
noodig zijn 3333.46 en S16 Ik
neem het bevel op mij over de gezamen
lijke troepen Spreek niet zoo dicht
bij het toestel. Hoeveel Gurkha's? En
kanonnen? (Een schorre lach). Ze
zullen bedolven worden Het gas
hoopt zich intusschen op. één vonk en
Hier beneden spreek ik nader...
Bismillah.
HOOFDSTUK XXIII
De Man met den Sluier presideert
twee Raadsvergaderingen
Toen Khoon, de Mongool, zich naar
cle Raadskamer begaf, waar hij door
den Man met den Sluier ontboden was,
bad hij het gevoel dat er iemand naast
hem liep, dien hij wel niet zag, doch
die hem met dood-angst vervulde. Van
tijd tot tijd streek hij eens met een
krommen vinger over zijn voorhoofd,
om dikke zweetdroppels af te vegen.
Bij eiken hoek van do onderaardsche
gang draaide hij jsijn Kee' gezicht om
en gluurde over een zijner mismaakte
schouders of er misschien iemand ach
ter hem was Hij was in doodsangst,
dat de Gesluierde Man iets gehoord had
van zijn complot met Ja f fir, den bewa
ker van den harem, tëgêp den Cobra
en tegen don Gesluièrdeh Man.
Op den drempel van rle, Raadskamer
nam hij een uildagenrlo houding aan,
die in niets aan zijn innerlijke gevoe
lens beantwoordde.
(Wordt vervolgd)