Amersfgdrt ELANDENRIJKDOM IN ZWEDEN KciidA (plcd&aux j?. Sdwisüwiwi &'%n. 'sW erelds .draaiboek Kinderhoekje Vorst Cobra I SPAAK GEEFT zijn pogingen op Rad io-programma s ER VERDWAALT SOMS EEN IN DE STAD VREEMDE VOGEL OP CROYDON fcsw yuivoM qostdn ta^sdwijn Per flesch 0,65 III Per anker f 2S*-- lAihsudtiAchsLbihcuod 17 Jel. 1^5 Folklore N. V. Het groene oog van Baa-al Door MARK CHANN1NG Ie BLAD PAG 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DONDERDAG 11 NOVEMEBR 1937 UIT HET HOOCE NOORDEN In de bosschen huizen ongeveer 32000 van deze grooie, wettelijk bescherm de, dieren Tï/fFN kan moeilijk duidelijker illustree ly[ ren, hoe groot Zweden is hoe ge- weidie uitgestrekt de bosschen zijn hoe ontzettend veel wilde en eenzame nu tuur hier alle kolonisatie alle ontgin ning alle rationalisatie van den bosclibouu ten snijt nog over is dan door te vermei den dat er tegenwoordig ruim zevend ui zend elanden per laar geschoten worden en dat de elandenstand zich desondanks in groote deelen van het land met liet laar uitbreidt. In een land als het onze zou er zelfs voor een kleine kudde elanden geen plaats zijn. In het even sterk gecultiveerde Denemarken heeft men sinds enkele laren één vertegenwoordiger van dit wild zegge één enkelen eland die zwemmend of op een ijsschots de Sont overgekomen moet zün en nu als een kostbaar natuur-bezit door de jachtopzichters van de Noord-See landsche bosschen beschermd en ontzien wordt. Maar aan de overzijde van de Sont in Zweden's Zuidelijkste gewest Schonen waar het landschap veel van het Deensche weg heeft maar de bosschen grooter en natuurlijker zün en naar 't Noorden toe een wild en wijd onland zich strekt kun nen de kastcelheeren hun vrienden en ver wanten van den overkant op de elanden jacht noodigen om zooveel van die prach tige forsche dieren wee te schieten dat hef bestand op peil en de schade, die zij aan veldgewas en long hout plegen toe te brengen, binnen de perken van het toelaat bare blijft. Komt men verder naar het Noorden dan neemt de elandenstand vrij gelei delijk toe. Ostergötland en Soderman- land. de uitgestrekte gewesten van golvende eraanlanden en dichte bos schen bezuiden het Malarmeer en be oosten het Vattermeer, zijn het gelief- dp jachtgebied van de heeren Goering Von Papen, Max Schmeling en. andere meer of minder vermaarde elandenia- gers. De provincie Orebro met zijn wil de, bergachtige êtreken eri zijn moe rassen en meren tusschen uitgestrekte bosschen is nauwelijks grooter dan ons Gelderland, maar heeft een elan* denstam van zeker een drieduizend 6tuks. De groote koninklijke hoofdstad ligt zoozeer' in de wildernis, dat de ko ning van het Zweedsche woud /niet zelden op de slingerende asfaltwegen van de villawijken aan den buitenkant verdwaalt, waar hij dan tot ontstelte- nis van kinderen en dienstboden door de keurig onderhouden tuintjes stapt en kalm, met een eleganten paarden sprong, de hekken neemt, tot hij het veilige bosch terugvindt. Een enkele maal komt er ook wel eens een zenuw achtig voor een tram of een auto uit- dravende eland de stad in denkt u eens in: zoo'n beest, dat zoo groot is als een flink paard, een volwassen elandenslier pleegt, een kleine twee me ter schofthoogte te krijgen zoo'n ruig en vreemd geproportinnneerd dier met hooge. ranke pooten en soms een ver vaarlijk gewei, zoo'n prae-historisch aandoende verschijning tusschen de moderne huizenblokken van de groote stad! Verder naar 't Noorden, in Norrland met zijn eindelooze bosschen en eenza me venen, zou men een grooteren elan denstand verwachten dan er blijkens de beschikbare gegevens zou zijn. Die gegevens kunnen echter niet nauwkeu rig zijn als die uit Zuid- en Midden- Zweden, omdat de veel grootere uitge strektheid van de jachtterreinen het den jachtopzichters veel moeilijker maakt een eenigszins juiste opvatting van den wildstand te krijgen en de stroopers in de galen te houden. In een der Noorde lijkste gewesten blijft het aantal elan den al sedert jaren ongeveer even groot, ofschoon het aantal jachtvergunningen ongeveer een zesde deel bedraagt van dat, wat theoretisch verleend zou kun nen worden om het bestand op peil te houden. Maar in de praktijk gaat dit niet, omdat jagers-zonder-vergunning voor de opruiming van het overgroote deel van het jaarlijksche overschot zor gen Dat er zooveel gestroopt wordt, is verklaarbaar. Een eland levert een drie- a vierhonderd kilo uitstekend vleescn op Wordt er al eens een strooper be trapt, dan komt hij er doorgaans mei een boete ter grootte van de waarde van een halven eland af. En het is voor een boer wel heel hatelijk om voer voor zijn paard en zijn koetjes te moeten koopen, omdat een troepje elanden de haverlandjes heeft afgegraasd en inge kuild wintervoer heeft opgegraven zon der dat" de hoer ook maar een schot in de lucht mocht lossen of den hond van zijn ketting los mocht maken. DE elanden worden beschermd en tengevolge daarvan is hun aantal de laatste vijftig jaren bijna ver- tienvoudigd, zoodat het nu naar schat ting ongeveer 32 000 bedraagt. Jaarlijks worden er zooveel kalfjes geboren, dat het wegschieten van ruim een vijfde deel van alle elanden het bestand niet achteruit doet gaan. Zoo werden er in 1000 1812 elamden geschoten officieel althans in 1930 5178, terwijl dit jaar vergunningen voor ruim 7000 dieren ge geven zijn. De jachttijd duurt in elke provincie maar een dag of vijf, zes en valt doorgaans in de tweede helft van October. En in die dagen is geen elandenjager thuis te houden. Vroeg in den morgen, als de nieuwe dag in 't Oosten grauwt, zit hij al tusschen 't met hepareld herfstrag overtogen struweel op zijn post, gespannen te luisteren of er geen gerucht van elanden te bespeuren i6. En als 't moet, als geen van die groote grijze knapen passeert en geen van de andere jagers de jacht afblaast, zit hij er bij 't grauwen van den vroegen avond nog, al rui6cht de regen ook neer over het herfstige land En den anderen morgen wacht en speurt hij weer en een derden dag misschien ook, desnoods vijf dagen lang. Dat wachten, dat voort durend gespannen wachten want er wordt weinig achter honden gejaagd kan zoo op de zenuwen van een minder ervaren elandenjager werken, dat hij bij de minste beweging in 't hosch vóór hem al afdrukt en misschien.... een mensch treft elk jaar berichten de kranten van verscheidene bij ongeluk doodgeschoten menschen tijdens de elandenjaeht al kan het ook zijn, dat de iager op het kritieke oogenblik vergeet te schieten en als verlamd een paar elanden aan zit te staren, die rus tig langs hem heen laveiön. Nu is het voor een elandenjager geen schande zonder buit thuis te komen. Men sleept zoo'n beest van een paar honderd kilo nu eenmaal niet mee naar huis, tenzij men strooper is. Bovendien heeft een elandenjager, die niet op eigen terrein jaagt, alleen het recht om voor het vrij hooge bedrag vaak een twee honderd kronen dat hij voor de ver gunning moest betalen, den kop te be houden. Het vleesch en de vrij waarde- looze huid blijven 't eigendom van den grondeigenaar, die het vleesch meestal aan een slagerij verkoopt. De korte duur van den jachttijd en de grooie aanvoer van elandenvleesch circa anderhalf millioen kilo in vijf dagen tijds hebben tengevolge, dat de prijs van dit voortreffelijke wild betrekkelijk laag is. De Zweedsche slagershond wil daar verandering in brengen door een deel van het vleesch in koelkelders op te bergen en aldus den verkoop over enkele maanden te verdeelen, het geen vermoedelijk leiden zou tot een verdubbeling van de kapitaalwaarde van den Zweedschen elandenstand, die nu op dertig millioen kronen getaxeerd wordt. Of het lukken zal, is een andere vraag. De sterk aan eet-traditles hech tende Zweden werpen zich met Sint- Maarten gulzig op de ganzenhoutje6 en als het laatste ganzenbofje afgekloven is, duurt het niet lang of de eerste Kerst ham 6taat op tafel. BERTIL J. Stockholm, October. LONDEN, 10 November. Een vreemde vogel trok vanmorgen op Croydon de aandacht van alle luchtvaartmenschen, die er toch aan gewend zijn dagelijks weer iets nieuws in de lucht te zien ver schijnen. Maar een verschijning als thans had men nog nooit gezien, behalve misschien een enkeling, die in de laatste weken op Schip hol het Stearman-Hammond-vlieg- tuig van de K.L.M. in de lucht had kunnen gadeslaan. Want gezien d<j groote belangstelling, die in den laatsten tijd is ontstaan voor het landen van vliegtuigen met neus- wielonderslcl had de K.L.M., de eerste maatschappij die in het bezit van een dergelijk toestel is, heden een groot aantal vooraanstaande personen op luchtvaartgebied uitgenoodigd om naar Croydon te komen, waar piloot C. Ch. Steensma het Stearman-IIammond- vliegtuig heeft gedemonstreerd. Steensma heeft het kleine tweeper soonsvliegtuig gisteren van Schiphol overgevlogen naar Croydon, „op zijn akkertje", zooals hij verklaarde. Hij had de Belgische kust gevolgd tot Os- tende, waar hij benzine had bijgetankt, en was vervolgens het kanaal overge stoken om tegen half drie op Croydon té landen. Tot de hedenmorgen aanwezigen ge- noodigden behoorden de vertegenwoor digers en vooral veel technische experts \an de voornaamste Britsche vliegtuig fabrieken, eenige hooge ambtenaren van het luchtvaartministerie en vele vertegenwoordigers van alle op Croy don gevestigde luchtvaartmaatschap pijen, alsmede een groot aantal Engel- sche journalisten en experts van de luchtvaartpers Steensma liet zien, wat er zooal met de Stearman Hammond gedaan kan worden, trok haar snel en steil op, de monstreerde de wendbaarheid en ge makkelijke bestuurbaarheid, kwam dan weer in duikvlucht dalen of zette in de lucht de vleugelklappen uit, waardoor de snelheid van het toestel zienderoogen verminderde en men soms, tegen den wind in, den indruk kreeg, dat het bijna stil stond. Natuurlijk demonstreerde hij uitvoe rig. hoe gemakkeijlk met het neuswiel- onderstel geland kan worden, hij land de op alle mogelijke manieren, zette de machine op de beide gewone wielen neer, maakte volmaakte driepootslan dingen of land 3e scherp op den neus. waarna de machine zachtjes op de achterwielen zakte. Fotopers en filmoperateurs lieten zich niet onbetuigd, en de Engelsche toe schouwers waren zeer geestdriftig en geinferesseerd en lieten zich dan ook uitvoerig alle bijzonderheden van het toestel toonen en uitleggen. CENT RA AL-EURO PA wordt langzaam aan, dank zij een intensieve pro paganda van staatswege, voor het tourlstenverkeer geopend. Corso, de impo sante promenade van Boedapest, raakt met zijn knappe officieren in zwierige unifor men, strakke degens en monocles altijd in het gezelschap van aardige dames en mei de gratie van het Ich kiisse Ihre Hand. Madame," even bekend als het silhouet van de Turksche citadel aan den overkant in Boeda. dat bijna op iedere Hongaar- sche postzegel le vinden is. Die propaganda bestrijkt een groot veld, eigenlijk de heele wereld. Ten minste een Britsch-Indisclie reisbrochu re, die in Europa verzeild is geraaakt en tenslotte terecht kwam op de redactie tafel vergaarbak van de wonderlijkste dingen geeft onder meer een beschrij ving van de Hongaarsche heerlijkheden met de prijzen in haakjes er achter. Het boekje is beslist door een nieuwe ling in 't vak geschreven, want het kon digt een bezoek aan het Kleine Bosch aan, de beruchtste 6loppenbuurt van Pest, hetgeen eigenlijk hetzelfde is als of een Amerikaan6ch reisbureau een be zoek aan de Jordaanbuurt zou organi- seeren met chars-a-bancs en gidsen met megaphoons. De merkwaardigste aan bieding is echter een tocht door de Hon gaarsche dorpen al naar believen met of zonder studie van de Hongaarsche tra dities. Met andere woorden, landscul- tuur, folklore en costumes op conditie, („prix médiocre"), dus paprika opgediend in de stijl van een film-operette of pa prika la moderne. Doet u uw keuze! Van Indië uit. Stelt u zich dan voor een herberg in Mezökövesd, een gezellig Hongaarsch BRUSSEL, 10 Nov. (Havas). Spaak heeft zich hedenmiddag naar het paleis van den Koning begeven, om den wensch te ken nen te geven van zijn opdracht ontheven te worden. Bij het verlaten van het paleis heeft Spaak medegedeeld, dat de Koning hem van de opdracht tot vorming eener regeering heeft ontheven. Tijdens zijn besprekingen van heden morgen had hij de portefeuille van bin- nenlandsche zaken aangeboden aan den liberaal Maistriau, die echter om per soonlijke redenen weigerde. De porte feuille van openbaar onderwijs had hij aan den liberaal Hoste aangeboden. Carton de Wiart, wien Spaak tele fonisch buitenlandsche zaken heeft aangeboden, is van Genève. waar hij vertoefde, naar Brussel vertrokken. dorpje, verzonken in de rust van een zomerschen Zondagmorgen. Een jongen komt aanstuiven en roept wat in een taal met veel medeklinkers en nog meer lettergrepen. De boeren, die er rustig hun Zondaagsche glaasje zitten te drinken, vliegen op en stappen vlug door naar huis. De dikke waard stormt uit de keuken met een paprika-lepel in zijn hand als wapen en met den oor logskreet: „Toeristen". Het blijkt dan, dat de plaatselijke notaris, tevens bur gemeester, even heeft laten weten, dat vier groote wagens uit Godöllo, met bui tenlanders, op weg zijn naar bet dorp. Dank zij dit bericht vinden die toeristen even later de kerk, zooals de gidsen het hun beloofd hadden, vol kleur en leven: de meisjes in dikke jurken, die stijf staan van borduursels, de mannen in hemden met wijdsche, zwaaiende mouwen, viltmantel6 en voeren hoedjes. De staat doet niets half. De massa regie van de afdeeling propaganda doet niet onder voor die van de beste Ween- sche filmregisseurs, die ook altijd bezwij ken voor de pittoreske charme van de Hongaarsche landelijkheid. Toch zit. er ook iets goeds in. Oude drachten, karak teristieke tradities worden bewaard en aan het nageslacht doorgegeven. Ama teur-fotografen zullen liever een snapshot van een paar boeren in opera- kleeren mee naar huis nemen dan een paar viezige ossenherders en ouwe wijfjes met slonzige schorten. Zelf zie ik liever de ossenhoeders. En zelfs die opmerking is alweer propaganda. VRIJDAG 12 NOVEMBER HILVERSUM I, 1875 M. Algemeen pro gramma KRO 8.009.15 en 10.00 Gra- mofoonmuziek 11.30 Bü'belsche causerie 12.00 Berichten 12.16 Gram.muziek 12.30 Modern Kleinorkest en gram.muziek 1.45 Gram.muziek 3.05 De KRO-Mclo- disten en solist 4.00 Gram.muziek 4.15 KRO-Kamerorkcst 5.00 Gram.muziek 5.15 KRO-orkest 6.00 Land- en tuinbouw- causerie 6.20 De KRO-Melodisten cn so list 7.00 Berichten 7.15 Causerie: „De KRO-Luchtl\jn" 7.35 Bedrijfsreportage 8.00 Berichten ANP. 8.16 Gram.muziek 8.20 De KRO-Melodisten en solist 8.45 Cabaret-revue m.m.v. solisten en de KRO- Melodisten 9.45 Gram.muziek 10.00 KRO-orkest en solist 10.30 Berichten ANP. 10.40 KRO-orkeat 11.20—12.00 Gram.muziek. HILVERSUM II. 801 M. VARA 8.00 Gram.muziek VPRO 10.00 Morgenwij ding VARA 10.20 Declamatie 10.40 Gram.muziek 11.00 Vervolg declamatie 11.20 Orgelspel AVRO 12.00 Gram. muziek 12.30 AVRO-Dansorkest en solis te 1.00 Solistcnconcert en gram.muziek 2.10 Voor de vrouw 2.30 Lyra-Trio 3.15 AVRO-Dansorkest. soliste en gram.mu ziek VARA 4.00 Gram.muziek 5.00 Kinderuurtje 5.30 Meloskwintet en soliste 6.00 optreden van amateurs 6.30 Po litiek radiojournaal 6.50 Gram.muziek 7.00 Causerie: „Jeugd in crisistijd" 7.20 Gram.muziek 7.25 Berichten ANP. VPRO 7.30 berichten 7.35 Causerie: „Lezen in den Bijbel" 8.00 Cello en piano 8.30 Muzikale causerie VARA 9.00 De Ramblers 9.30 Trompet cn orgel 10.00 „Fantasia" 10.30 Berichten ANP VPRO 10.40 Avondwu'ding VARA 11.00 Harpconcert 11.3012.00 Jazzmu ziek (gr.pl.). DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50 Pianovoordracht 12.10 Cello en orgel 12.50 Henry Hall en zijn Band 1.352.20 Het Grinke-Trio 4.20 Jazzmuziek (gr.pl.). 6.00 Radiotooneol 5.20 Zang 5.40 Het Hallis-kwintet 6.20 Berichten 6.45 Duitsche dialoog 7.05 L. Levy's Film- orkest en solisten 7.30 Muzikale causerie 7.50 Londensch Symphonie-orkest, koor en solisten 8.20 Revue-programma 9.20 Berichten 9.40 Causerie: „Longer Life" 10.00 Orgel en bas 10.35 Mezzo-sopraan en piano 11.20 Bram Martin's Band 11.50 12.20 Dansmuziek (gr.pl.). RADIO PARIS. 1648 M. 8.00 en 10.35 Gram.muziek 12.20 Pascal-orkest en zang 61. De deur stond nog open. De Chinees vluchtte heen met de boeien aan handen en voeten, maar hij was genoeg in de boe- venwereld van de stad bekend om een adres te vinden waar men de boeten voor hem doorvijlde. Daarna vluchtte hij naar de kust. 62. Het lag natuurlijk voor de hand dal de politie met mótorbooten de geheele kust afzocht.' maar er was geen spoor 'meer, vanden boef te bekennen. De com missaris vroeg aan dokter Bergman hoe hetkwam dat de bandieten zod'n belang in hem stelden. 3.05 Radiotooneel 4.35 Zang 6.20 Kamermuziek 8.35 Zang 8.50 Cabaret programma 10.50 Gram.muziek U-20 12.50 Orkestconcert. KEULEN, 456 M. 5.50 Luchtvaartmu ziekcorps 7.50 Omroepsohrammelenscmble en solisten 11.20 Landes-symphonie-orkest Saarpalts 1.35 Concert 3.36 Quatre- mains 4.20Gram.muziek 6.30 Solisten- concert 7.20 Militair concert 9.50 11.20 Em. Rambour's orkest, pianoduo en solisten. BRUSSEL, 322 en 484. M. 322 M.: 12.20 Gram.muziek 12.50 Omroepdansorkest 1.30 Salonorkest 1.502.20 Gram.muziek 5.20 Kleinorkest 6.35 Salonorkest 7.20 Volksliederen 8.20 Kleinorkest 8.50 Radiotooneel 9.35 Klem-orkest 10.3011.20 Gram.muziek. 484 M.: 12.20 Gram.muziek 12.50 Salon orkest 1.30 Gram.muziek L50 Zang 2.002.20 Gram.muziek 5.20 Omroeporkest 6.35 Gram.muziek 6.50 Pianovoordracht 7.10 en 7.35 Gram.muziek 8.20 Voor Oud-Strijders 10.30 Grém.Wiüzick 10.45 11.20 Omroepdansorkest en solist. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Radiotooneel 8.20 Berichten 8.35 Om- roepkleinorkest, -kamerkoor eb solisten 9.20 Berichten 9.5011.20 Em. Rambour's orkest, pianoduo Hans Bund en solisten. Van 10.0510.20 Weerbericht. FEUILLETON Ned. bewerking door MARIE DE BELMONTE 80) Voor het eerst sedert dagen kwam een glimlach van verrukking op Lim bu's gezicht, toen hij zijn sahib hoorde mompelen: „Jij, een inlander, weet niet wat ver moeidheid heteekerit!" Bij Grav's ontwaken was het zware wolkendak. dat sedert den ochtend op het dal drukte, nog niet veranderd De zon scheen pas onder, toch was 't al ne velig en donker Diana 6liep nog Van Limhu gpen spoor Een oogenblik later hoorde Gray eenig geritsel in het kreupel bosch Haastig kwam hij overeind al zjjn ze nuwen cespannen. Wapens had hij niet: de dolk van den Cobra lag ergens •p den bodem van de rivier Limhu. die op jacht naar iets eet baars geweest was. keerde terug Zon- #er woorden vertoonde hij zes vijgen •n een dikken koek van ongerezen deeg. „Waar heb je die opgedoken?" infor meerde Gray. „Ik heb ze iemand afgenomen, die nooit meer honger zal hehhpn", ant woordde de Gurkha, trommelend met zijn dolk. „Ik had ook nog een van zijn geiten kunnen meenemen, maar we hebben geen vuur!" Nadat Gray het proviand in drie ge lijke porties verdeeld had, wekte hij Diana Tenslotte konden zij door duisternis en nevel beschermd hun weg onbe vreesd vervolgen. Omzichtig kropen ze uit het struikgewas, en daarop kpzen ze dat gedeelte van het terrein, d^f het laagst gelegen was. Uren achtereen lie pen ze door. af en toe even stilstaande, wanneer Limhu op verkenning vooruit eing Eindelijk hereikten ze de bergen en begon een steile klim. Rechts hoven hen flikkerden ontel bare oranjeachtige lichtjes, de vuren van de mannen van de Cobra, die op hevelen wachtten. Indien die kwamen, van wien zouden ze dan afkomstig zijn? vroeg Grav zich af. Om Diana vorderden ze slechts lang zaam De krachten hegonnen haar te begeven heele einden had ze 'n steun tje noodig. wat soms heel bezwaarlijk was. Bovendien moesten ze er voor zor gen doodstil te zijn. waardoor ze ook niet opschieten kondpn. De onvermoeibare T.imbu verdween telkens om een mogelijken vijand op te sporen „Pst!" .rjep de Gurkha, bil wijze van waarschuwing. Gray en Diana hieven staan: ze durf den nauwelijks ademhalen De kleine gestalte dook op uit de duisternis. „We zijn al door de wachtposten! Op twee honderd vijftig mijl, sahib staat een woning!" Grav wierp een blik on de nauwelijks ziehthare liist van den horizon Ze wa ren nu stellig op. gelijke hooetp den pas Dip moest ongeveer een halve miil meer'naar rechts liggen, volgens zijn berekening. „Dat mannetje le bewonderenswaar dig!" zuchtte Diana, terwijl zij voldaan haar hoofd liet rusten tegen den bree- den schouder van Gray, die naast haar zat „En wat is 't heeriijk, Colin, samen onder Gods vrijen hemel te zitten." „Een afuk brood en een glas wijn is zoowat alles wat we noodig hebben, lief ste". mompelde Gray, zijn arm om haar heen slaande. „Heb je ergen honger. Di?" Toen daarop Diana opmerkte, dat hun Paradijs erg donker was, vond hij hierin aanleiding een redevoering te houden, waarin sprake wa6 van de maan, van Diana en van nog een heele- boel meer, dat, hoewel heel interessant voor het jonge meisje, toch de natuur niet helette haar rechten te hernemen Het kopje met de gouden krullen, dat tegen zijn schouder rustte, bewoog niet meer. Diana was in slaap gevallen. De tijd verliep. Tien, \ijftien. twintig minuten, een half uur. Behalve in de verte, in de omliggende dorpen het aanhoudend geblaf van pa ria-honden en van tijd tot tijd gehuil van een jakhals, drukte een loodzware stilte op het dal. alsof een vreeselijke ramp zich voorbereidde Zeif6 hPt ge gons van muggen was Grav welkom, en toen één hem in zijn wane geheten had en daarop neprviel op zijn geha vend hemd. nam hij ze voorzichtig tus schen zijn vingers en zonder Diana wakker te maken, hergaf hij ze de vrij heid. Er was niets zoo heerlijk dan vrij heid. Bijna geruisch1oo6 verscheen Limhu. „Ze zullen ons onderdak geven", mompelde hij. „Wie?" fluisterde Gray. „Heb je weer hoofden afgeslagen?" „Neen. sahib, ik heb die menschen een heeleboel geld gegeven. Er zijn maar weinig bergbewoners, die een roupie kunnen weerstaan en duizend geen enkele. Och sahib, vraag me ver der niets, althans nu nog niet!" „We gaan naar een herberg Di", zei Gray zacht, terwijl hij Diana wakker maakte. „Ik droomde, dat we...." begon het meisje slaperig. En daarop plotseling zich bewust van den toestand, kwam ze overeind. De woning van den bergbewoner, die er in toegestemd had hen te herbergen, was een armzalig krot, bestaande uit één vertrek, opgetrokken uit steengruis en leisteen, slecht gevoegd, en waarvan de spleten met koemest en klei waren gestopt. Een broodmagere bastaard hond blafte bij het zien van Diana en Grav, maar een ruwe schop van zijn robuus- ten baas deed hem in een hoek kruipen, waar hij ging liggen, inwendig janken de. Twee forsche jongens zoons des huizes en een vrouw met een grooten arendsneus, mager en verlept, ofschoon Grav overtuigd was, dat ze nauwelijks dertig jaar telde, vormde het heele ge zin. De Khan Limhu zorgde er wel voor den gastheer met dezen titel aan te spreken was het tvpe van een knap pen bergbewoner, frank en vrij, harl en achterdochtig, zooals het leven alle hewoners van hoogere strekeh vormt Zijn gebruind gezicht, doorploegd met diepe rimpels, zijn kromme neus, zijn volle haard en zijn vettige krullen, waar doorheen zilveren draden liepen, zijn doorborende oogen met ernaast de dnor de zon gegrifte kraaie-nooten, verleenden hem een niet te definieerpn waardig heid. Hij en zijn zoons droegen elk. be halve een arsenaal van zwaarden en dolken, drie patroontasschen met toe behooren. In de hand hielden ze hun geweren, klaar om af te trekken. „Moge gij immer onbekend blijven met vermoeienis", zei de bergbewoner op gedempten toon, bij wijze van be groeting. „Mogen uw ondernemingen slagen", antwoordde Gray. „Hebt u wat voor ons te eten?" „De vrouw heeft alle6 klaar gemaakt. Versterkt u eerst en slaapt dan in vre de", hernam de bergbewoner, die met klaarblijkelijke bewondering de knappe gestalte van den Engelschman be schouwde. Gray stak hem zijn hand toe, die zijn gastheer drukte. Onder den maaltijd ondervroeg Gray hem en hoorde, dat de pas dien middag onder hevig mitrailleurvuur was ge weest en dat de Engelschen ongetwij feld hij het aanhreken van den dag zou den aanvallen. En de bergbewoner ver telde verder, dat er opschudding was onder de mannen van den Cobra Alam Khan was dood en de Man-met-den- Sluier had tot dusver geen bevelen ge zonden. „De Man-met-den-Sluier is eveneens dood", zei Grav langzaam, aandachtig kijkend naar het effect van zijn woor den: rloch de herghewoner bleef onbe wogen. „Allah is groot", zei hij „Iemand als hij sterft niet gauw Doch, indien liet waar was. dan zouden mijn zoons en ik in het vervolg ongestoord onze akkers kunnen bewerken" „Wij hebben uw brood en uw zout ge nuttigd, Khan sahib", zei Gray „En dus zullen wij dezen avond ook veilig zijn." Hij vNist, dat wie het brood en zout van een bergbewoner gegeten had, heilig was voor zijn gastheer, die liever zou sterven, dan hem aan zijn vijanden uit le 'everen „Mijn zoons en ik zullen de wacht houden. U kunt gerust gaan slapen", zei de Khan eenigszins plechtig. En terwijl het eene drietal sliep, waaktehet andere. Een uur voor het aanbreken- van den dageraad wekte de man Gray, door hem aan zijn schouder te schudden. „Daar komen gewapende krijgslieden, sahib. We krijgen een gevecht." „Hebt u soms een geweer over? vroeg Grav. De bergbewoner lachte even. „Geweren groeien niet in het gebergte als doornstruiken Een bijl zou ik u kun nen geven" en hij wees er op één. „Di", zei Grav, terwijl hij den langen steel van de bijl, waarvan het mes vlijmscherp was, heen en. weer slingerde „houd je achteraf, daar in dat hoekje, totdat het gevaar voorbij is" Diana spalkte haar zware oogleden open. - - - „Indien ze hier binnendringen, Colin, dan verzoek ik je, me te dooden." Hij knikte toestemmend Zijn gezicht was doodsbleek en betrokken. „Hokuma?" (Wie daar?) riep Limbu uitdagend met rauwe stem- „Vriend!" 't Was de stem van majoor Mercer. HOOFDSTUK XLV. De godenschemering. „Verduiveld, Grav! Ik ben blij jè t# zien! We hadden de hoop bijna verlo ren!" riep Mercer uit. „En maakt miss Lindsay het goed?" Gray wierp een blik over zijn schou der. „Ja, Goddank. Dat is een meevaller tje kerel, dat jij hier komt." „Zeg, Gray, dat Bvzantijnsch geheim schrift van jou is gevonden" Gray keek hem ongeloovig aan. (Slot volgt).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 2