Amersfgdrt
ELANDENRIJKDOM IN
ZWEDEN
KciidA (plcd&aux
j?. Sdwisüwiwi &'%n.
'sW erelds
.draaiboek
Kinderhoekje
Vorst Cobra
I
SPAAK GEEFT
zijn pogingen op
Rad
io-programma s
ER VERDWAALT
SOMS EEN IN
DE STAD
VREEMDE VOGEL
OP CROYDON
fcsw yuivoM qostdn ta^sdwijn
Per flesch 0,65 III Per anker f 2S*--
lAihsudtiAchsLbihcuod 17 Jel. 1^5
Folklore N. V.
Het groene oog
van Baa-al
Door MARK CHANN1NG
Ie BLAD PAG 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DONDERDAG 11 NOVEMEBR 1937
UIT HET HOOCE NOORDEN
In de bosschen huizen
ongeveer 32000 van deze
grooie, wettelijk bescherm
de, dieren
Tï/fFN kan moeilijk duidelijker illustree
ly[ ren, hoe groot Zweden is hoe ge-
weidie uitgestrekt de bosschen zijn
hoe ontzettend veel wilde en eenzame nu
tuur hier alle kolonisatie alle ontgin
ning alle rationalisatie van den bosclibouu
ten snijt nog over is dan door te vermei
den dat er tegenwoordig ruim zevend ui
zend elanden per laar geschoten worden
en dat de elandenstand zich desondanks in
groote deelen van het land met liet laar
uitbreidt. In een land als het onze zou er
zelfs voor een kleine kudde elanden geen
plaats zijn. In het even sterk gecultiveerde
Denemarken heeft men sinds enkele laren
één vertegenwoordiger van dit wild zegge
één enkelen eland die zwemmend of op
een ijsschots de Sont overgekomen moet
zün en nu als een kostbaar natuur-bezit
door de jachtopzichters van de Noord-See
landsche bosschen beschermd en ontzien
wordt. Maar aan de overzijde van de Sont
in Zweden's Zuidelijkste gewest Schonen
waar het landschap veel van het Deensche
weg heeft maar de bosschen grooter en
natuurlijker zün en naar 't Noorden toe
een wild en wijd onland zich strekt kun
nen de kastcelheeren hun vrienden en ver
wanten van den overkant op de elanden
jacht noodigen om zooveel van die prach
tige forsche dieren wee te schieten dat hef
bestand op peil en de schade, die zij aan
veldgewas en long hout plegen toe te
brengen, binnen de perken van het toelaat
bare blijft.
Komt men verder naar het Noorden
dan neemt de elandenstand vrij gelei
delijk toe. Ostergötland en Soderman-
land. de uitgestrekte gewesten van
golvende eraanlanden en dichte bos
schen bezuiden het Malarmeer en be
oosten het Vattermeer, zijn het gelief-
dp jachtgebied van de heeren Goering
Von Papen, Max Schmeling en. andere
meer of minder vermaarde elandenia-
gers. De provincie Orebro met zijn wil
de, bergachtige êtreken eri zijn moe
rassen en meren tusschen uitgestrekte
bosschen is nauwelijks grooter dan
ons Gelderland, maar heeft een elan*
denstam van zeker een drieduizend
6tuks. De groote koninklijke hoofdstad
ligt zoozeer' in de wildernis, dat de ko
ning van het Zweedsche woud /niet
zelden op de slingerende asfaltwegen
van de villawijken aan den buitenkant
verdwaalt, waar hij dan tot ontstelte-
nis van kinderen en dienstboden door
de keurig onderhouden tuintjes stapt
en kalm, met een eleganten paarden
sprong, de hekken neemt, tot hij het
veilige bosch terugvindt. Een enkele
maal komt er ook wel eens een zenuw
achtig voor een tram of een auto uit-
dravende eland de stad in denkt u
eens in: zoo'n beest, dat zoo groot is
als een flink paard, een volwassen
elandenslier pleegt, een kleine twee me
ter schofthoogte te krijgen zoo'n ruig
en vreemd geproportinnneerd dier met
hooge. ranke pooten en soms een ver
vaarlijk gewei, zoo'n prae-historisch
aandoende verschijning tusschen de
moderne huizenblokken van de groote
stad!
Verder naar 't Noorden, in Norrland
met zijn eindelooze bosschen en eenza
me venen, zou men een grooteren elan
denstand verwachten dan er blijkens
de beschikbare gegevens zou zijn. Die
gegevens kunnen echter niet nauwkeu
rig zijn als die uit Zuid- en Midden-
Zweden, omdat de veel grootere uitge
strektheid van de jachtterreinen het den
jachtopzichters veel moeilijker maakt
een eenigszins juiste opvatting van den
wildstand te krijgen en de stroopers in
de galen te houden. In een der Noorde
lijkste gewesten blijft het aantal elan
den al sedert jaren ongeveer even groot,
ofschoon het aantal jachtvergunningen
ongeveer een zesde deel bedraagt van
dat, wat theoretisch verleend zou kun
nen worden om het bestand op peil te
houden. Maar in de praktijk gaat dit
niet, omdat jagers-zonder-vergunning
voor de opruiming van het overgroote
deel van het jaarlijksche overschot zor
gen Dat er zooveel gestroopt wordt, is
verklaarbaar. Een eland levert een drie-
a vierhonderd kilo uitstekend vleescn
op Wordt er al eens een strooper be
trapt, dan komt hij er doorgaans mei
een boete ter grootte van de waarde van
een halven eland af. En het is voor een
boer wel heel hatelijk om voer voor
zijn paard en zijn koetjes te moeten
koopen, omdat een troepje elanden de
haverlandjes heeft afgegraasd en inge
kuild wintervoer heeft opgegraven zon
der dat" de hoer ook maar een schot in
de lucht mocht lossen of den hond van
zijn ketting los mocht maken.
DE elanden worden beschermd en
tengevolge daarvan is hun aantal
de laatste vijftig jaren bijna ver-
tienvoudigd, zoodat het nu naar schat
ting ongeveer 32 000 bedraagt. Jaarlijks
worden er zooveel kalfjes geboren, dat
het wegschieten van ruim een vijfde
deel van alle elanden het bestand niet
achteruit doet gaan. Zoo werden er in
1000 1812 elamden geschoten officieel
althans in 1930 5178, terwijl dit jaar
vergunningen voor ruim 7000 dieren ge
geven zijn. De jachttijd duurt in elke
provincie maar een dag of vijf, zes en
valt doorgaans in de tweede helft van
October.
En in die dagen is geen elandenjager
thuis te houden. Vroeg in den morgen,
als de nieuwe dag in 't Oosten grauwt,
zit hij al tusschen 't met hepareld
herfstrag overtogen struweel op zijn
post, gespannen te luisteren of er geen
gerucht van elanden te bespeuren i6.
En als 't moet, als geen van die groote
grijze knapen passeert en geen van de
andere jagers de jacht afblaast, zit hij
er bij 't grauwen van den vroegen
avond nog, al rui6cht de regen ook neer
over het herfstige land En den anderen
morgen wacht en speurt hij weer en een
derden dag misschien ook, desnoods
vijf dagen lang. Dat wachten, dat voort
durend gespannen wachten want er
wordt weinig achter honden gejaagd
kan zoo op de zenuwen van een minder
ervaren elandenjager werken, dat hij bij
de minste beweging in 't hosch vóór
hem al afdrukt en misschien.... een
mensch treft elk jaar berichten de
kranten van verscheidene bij ongeluk
doodgeschoten menschen tijdens de
elandenjaeht al kan het ook zijn,
dat de iager op het kritieke oogenblik
vergeet te schieten en als verlamd een
paar elanden aan zit te staren, die rus
tig langs hem heen laveiön.
Nu is het voor een elandenjager geen
schande zonder buit thuis te komen.
Men sleept zoo'n beest van een paar
honderd kilo nu eenmaal niet mee naar
huis, tenzij men strooper is. Bovendien
heeft een elandenjager, die niet op eigen
terrein jaagt, alleen het recht om voor
het vrij hooge bedrag vaak een twee
honderd kronen dat hij voor de ver
gunning moest betalen, den kop te be
houden. Het vleesch en de vrij waarde-
looze huid blijven 't eigendom van den
grondeigenaar, die het vleesch meestal
aan een slagerij verkoopt. De korte
duur van den jachttijd en de grooie
aanvoer van elandenvleesch circa
anderhalf millioen kilo in vijf dagen
tijds hebben tengevolge, dat de prijs
van dit voortreffelijke wild betrekkelijk
laag is. De Zweedsche slagershond wil
daar verandering in brengen door een
deel van het vleesch in koelkelders
op te bergen en aldus den verkoop
over enkele maanden te verdeelen, het
geen vermoedelijk leiden zou tot een
verdubbeling van de kapitaalwaarde van
den Zweedschen elandenstand, die nu
op dertig millioen kronen getaxeerd
wordt. Of het lukken zal, is een andere
vraag. De sterk aan eet-traditles hech
tende Zweden werpen zich met Sint-
Maarten gulzig op de ganzenhoutje6 en
als het laatste ganzenbofje afgekloven
is, duurt het niet lang of de eerste
Kerst ham 6taat op tafel.
BERTIL J.
Stockholm, October.
LONDEN, 10 November. Een
vreemde vogel trok vanmorgen op
Croydon de aandacht van alle
luchtvaartmenschen, die er toch
aan gewend zijn dagelijks weer iets
nieuws in de lucht te zien ver
schijnen. Maar een verschijning als
thans had men nog nooit gezien,
behalve misschien een enkeling,
die in de laatste weken op Schip
hol het Stearman-Hammond-vlieg-
tuig van de K.L.M. in de lucht had
kunnen gadeslaan.
Want gezien d<j groote belangstelling,
die in den laatsten tijd is ontstaan voor
het landen van vliegtuigen met neus-
wielonderslcl had de K.L.M., de eerste
maatschappij die in het bezit van een
dergelijk toestel is, heden een groot
aantal vooraanstaande personen op
luchtvaartgebied uitgenoodigd om naar
Croydon te komen, waar piloot C. Ch.
Steensma het Stearman-IIammond-
vliegtuig heeft gedemonstreerd.
Steensma heeft het kleine tweeper
soonsvliegtuig gisteren van Schiphol
overgevlogen naar Croydon, „op zijn
akkertje", zooals hij verklaarde. Hij
had de Belgische kust gevolgd tot Os-
tende, waar hij benzine had bijgetankt,
en was vervolgens het kanaal overge
stoken om tegen half drie op Croydon
té landen.
Tot de hedenmorgen aanwezigen ge-
noodigden behoorden de vertegenwoor
digers en vooral veel technische experts
\an de voornaamste Britsche vliegtuig
fabrieken, eenige hooge ambtenaren
van het luchtvaartministerie en vele
vertegenwoordigers van alle op Croy
don gevestigde luchtvaartmaatschap
pijen, alsmede een groot aantal Engel-
sche journalisten en experts van de
luchtvaartpers
Steensma liet zien, wat er zooal met
de Stearman Hammond gedaan kan
worden, trok haar snel en steil op, de
monstreerde de wendbaarheid en ge
makkelijke bestuurbaarheid, kwam dan
weer in duikvlucht dalen of zette in de
lucht de vleugelklappen uit, waardoor
de snelheid van het toestel zienderoogen
verminderde en men soms, tegen den
wind in, den indruk kreeg, dat het
bijna stil stond.
Natuurlijk demonstreerde hij uitvoe
rig. hoe gemakkeijlk met het neuswiel-
onderstel geland kan worden, hij land
de op alle mogelijke manieren, zette de
machine op de beide gewone wielen
neer, maakte volmaakte driepootslan
dingen of land 3e scherp op den neus.
waarna de machine zachtjes op de
achterwielen zakte.
Fotopers en filmoperateurs lieten zich
niet onbetuigd, en de Engelsche toe
schouwers waren zeer geestdriftig en
geinferesseerd en lieten zich dan ook
uitvoerig alle bijzonderheden van het
toestel toonen en uitleggen.
CENT RA AL-EURO PA wordt langzaam
aan, dank zij een intensieve pro
paganda van staatswege, voor het
tourlstenverkeer geopend. Corso, de impo
sante promenade van Boedapest, raakt met
zijn knappe officieren in zwierige unifor
men, strakke degens en monocles altijd in
het gezelschap van aardige dames en mei
de gratie van het Ich kiisse Ihre Hand.
Madame," even bekend als het silhouet
van de Turksche citadel aan den overkant
in Boeda. dat bijna op iedere Hongaar-
sche postzegel le vinden is.
Die propaganda bestrijkt een groot
veld, eigenlijk de heele wereld. Ten
minste een Britsch-Indisclie reisbrochu
re, die in Europa verzeild is geraaakt en
tenslotte terecht kwam op de redactie
tafel vergaarbak van de wonderlijkste
dingen geeft onder meer een beschrij
ving van de Hongaarsche heerlijkheden
met de prijzen in haakjes er achter.
Het boekje is beslist door een nieuwe
ling in 't vak geschreven, want het kon
digt een bezoek aan het Kleine Bosch
aan, de beruchtste 6loppenbuurt van
Pest, hetgeen eigenlijk hetzelfde is als
of een Amerikaan6ch reisbureau een be
zoek aan de Jordaanbuurt zou organi-
seeren met chars-a-bancs en gidsen met
megaphoons. De merkwaardigste aan
bieding is echter een tocht door de Hon
gaarsche dorpen al naar believen met of
zonder studie van de Hongaarsche tra
dities. Met andere woorden, landscul-
tuur, folklore en costumes op conditie,
(„prix médiocre"), dus paprika opgediend
in de stijl van een film-operette of pa
prika la moderne. Doet u uw keuze!
Van Indië uit.
Stelt u zich dan voor een herberg in
Mezökövesd, een gezellig Hongaarsch
BRUSSEL, 10 Nov. (Havas).
Spaak heeft zich hedenmiddag
naar het paleis van den Koning
begeven, om den wensch te ken
nen te geven van zijn opdracht
ontheven te worden.
Bij het verlaten van het paleis
heeft Spaak medegedeeld, dat de
Koning hem van de opdracht tot
vorming eener regeering heeft
ontheven.
Tijdens zijn besprekingen van heden
morgen had hij de portefeuille van bin-
nenlandsche zaken aangeboden aan den
liberaal Maistriau, die echter om per
soonlijke redenen weigerde. De porte
feuille van openbaar onderwijs had hij
aan den liberaal Hoste aangeboden.
Carton de Wiart, wien Spaak tele
fonisch buitenlandsche zaken heeft
aangeboden, is van Genève. waar hij
vertoefde, naar Brussel vertrokken.
dorpje, verzonken in de rust van een
zomerschen Zondagmorgen. Een jongen
komt aanstuiven en roept wat in een
taal met veel medeklinkers en nog meer
lettergrepen. De boeren, die er rustig
hun Zondaagsche glaasje zitten te
drinken, vliegen op en stappen vlug
door naar huis. De dikke waard stormt
uit de keuken met een paprika-lepel in
zijn hand als wapen en met den oor
logskreet: „Toeristen". Het blijkt dan,
dat de plaatselijke notaris, tevens bur
gemeester, even heeft laten weten, dat
vier groote wagens uit Godöllo, met bui
tenlanders, op weg zijn naar bet dorp.
Dank zij dit bericht vinden die toeristen
even later de kerk, zooals de gidsen
het hun beloofd hadden, vol kleur en
leven: de meisjes in dikke jurken, die
stijf staan van borduursels, de mannen
in hemden met wijdsche, zwaaiende
mouwen, viltmantel6 en voeren hoedjes.
De staat doet niets half. De massa
regie van de afdeeling propaganda doet
niet onder voor die van de beste Ween-
sche filmregisseurs, die ook altijd bezwij
ken voor de pittoreske charme van de
Hongaarsche landelijkheid. Toch zit. er
ook iets goeds in. Oude drachten, karak
teristieke tradities worden bewaard en
aan het nageslacht doorgegeven. Ama
teur-fotografen zullen liever een
snapshot van een paar boeren in opera-
kleeren mee naar huis nemen dan een
paar viezige ossenherders en ouwe
wijfjes met slonzige schorten. Zelf zie
ik liever de ossenhoeders. En zelfs die
opmerking is alweer propaganda.
VRIJDAG 12 NOVEMBER
HILVERSUM I, 1875 M. Algemeen pro
gramma KRO 8.009.15 en 10.00 Gra-
mofoonmuziek 11.30 Bü'belsche causerie
12.00 Berichten 12.16 Gram.muziek
12.30 Modern Kleinorkest en gram.muziek
1.45 Gram.muziek 3.05 De KRO-Mclo-
disten en solist 4.00 Gram.muziek 4.15
KRO-Kamerorkcst 5.00 Gram.muziek
5.15 KRO-orkest 6.00 Land- en tuinbouw-
causerie 6.20 De KRO-Melodisten cn so
list 7.00 Berichten 7.15 Causerie: „De
KRO-Luchtl\jn" 7.35 Bedrijfsreportage
8.00 Berichten ANP. 8.16 Gram.muziek
8.20 De KRO-Melodisten en solist 8.45
Cabaret-revue m.m.v. solisten en de KRO-
Melodisten 9.45 Gram.muziek 10.00
KRO-orkest en solist 10.30 Berichten
ANP. 10.40 KRO-orkeat 11.20—12.00
Gram.muziek.
HILVERSUM II. 801 M. VARA 8.00
Gram.muziek VPRO 10.00 Morgenwij
ding VARA 10.20 Declamatie 10.40
Gram.muziek 11.00 Vervolg declamatie
11.20 Orgelspel AVRO 12.00 Gram.
muziek 12.30 AVRO-Dansorkest en solis
te 1.00 Solistcnconcert en gram.muziek
2.10 Voor de vrouw 2.30 Lyra-Trio
3.15 AVRO-Dansorkest. soliste en gram.mu
ziek VARA 4.00 Gram.muziek 5.00
Kinderuurtje 5.30 Meloskwintet en soliste
6.00 optreden van amateurs 6.30 Po
litiek radiojournaal 6.50 Gram.muziek
7.00 Causerie: „Jeugd in crisistijd" 7.20
Gram.muziek 7.25 Berichten ANP.
VPRO 7.30 berichten 7.35 Causerie:
„Lezen in den Bijbel" 8.00 Cello en piano
8.30 Muzikale causerie VARA 9.00
De Ramblers 9.30 Trompet cn orgel
10.00 „Fantasia" 10.30 Berichten ANP
VPRO 10.40 Avondwu'ding VARA
11.00 Harpconcert 11.3012.00 Jazzmu
ziek (gr.pl.).
DROITWICH, 1500 M. 11.40—11.50
Pianovoordracht 12.10 Cello en orgel
12.50 Henry Hall en zijn Band 1.352.20
Het Grinke-Trio 4.20 Jazzmuziek (gr.pl.).
6.00 Radiotooneol 5.20 Zang 5.40 Het
Hallis-kwintet 6.20 Berichten 6.45
Duitsche dialoog 7.05 L. Levy's Film-
orkest en solisten 7.30 Muzikale causerie
7.50 Londensch Symphonie-orkest, koor
en solisten 8.20 Revue-programma 9.20
Berichten 9.40 Causerie: „Longer Life"
10.00 Orgel en bas 10.35 Mezzo-sopraan en
piano 11.20 Bram Martin's Band 11.50
12.20 Dansmuziek (gr.pl.).
RADIO PARIS. 1648 M. 8.00 en 10.35
Gram.muziek 12.20 Pascal-orkest en zang
61. De deur stond nog open. De Chinees
vluchtte heen met de boeien aan handen
en voeten, maar hij was genoeg in de boe-
venwereld van de stad bekend om een
adres te vinden waar men de boeten voor
hem doorvijlde. Daarna vluchtte hij naar
de kust.
62. Het lag natuurlijk voor de hand dal
de politie met mótorbooten de geheele
kust afzocht.' maar er was geen spoor
'meer, vanden boef te bekennen. De com
missaris vroeg aan dokter Bergman hoe
hetkwam dat de bandieten zod'n belang
in hem stelden.
3.05 Radiotooneel 4.35 Zang 6.20
Kamermuziek 8.35 Zang 8.50 Cabaret
programma 10.50 Gram.muziek U-20
12.50 Orkestconcert.
KEULEN, 456 M. 5.50 Luchtvaartmu
ziekcorps 7.50 Omroepsohrammelenscmble
en solisten 11.20 Landes-symphonie-orkest
Saarpalts 1.35 Concert 3.36 Quatre-
mains 4.20Gram.muziek 6.30 Solisten-
concert 7.20 Militair concert 9.50
11.20 Em. Rambour's orkest, pianoduo en
solisten.
BRUSSEL, 322 en 484. M. 322 M.: 12.20
Gram.muziek 12.50 Omroepdansorkest
1.30 Salonorkest 1.502.20 Gram.muziek
5.20 Kleinorkest 6.35 Salonorkest
7.20 Volksliederen 8.20 Kleinorkest
8.50 Radiotooneel 9.35 Klem-orkest
10.3011.20 Gram.muziek.
484 M.: 12.20 Gram.muziek 12.50 Salon
orkest 1.30 Gram.muziek L50 Zang
2.002.20 Gram.muziek 5.20 Omroeporkest
6.35 Gram.muziek 6.50 Pianovoordracht
7.10 en 7.35 Gram.muziek 8.20 Voor
Oud-Strijders 10.30 Grém.Wiüzick 10.45
11.20 Omroepdansorkest en solist.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20
Radiotooneel 8.20 Berichten 8.35 Om-
roepkleinorkest, -kamerkoor eb solisten
9.20 Berichten 9.5011.20 Em. Rambour's
orkest, pianoduo Hans Bund en solisten.
Van 10.0510.20 Weerbericht.
FEUILLETON
Ned. bewerking door
MARIE DE BELMONTE
80)
Voor het eerst sedert dagen kwam
een glimlach van verrukking op Lim
bu's gezicht, toen hij zijn sahib hoorde
mompelen:
„Jij, een inlander, weet niet wat ver
moeidheid heteekerit!"
Bij Grav's ontwaken was het zware
wolkendak. dat sedert den ochtend op
het dal drukte, nog niet veranderd De
zon scheen pas onder, toch was 't al ne
velig en donker Diana 6liep nog Van
Limhu gpen spoor
Een oogenblik later hoorde Gray
eenig geritsel in het kreupel bosch
Haastig kwam hij overeind al zjjn ze
nuwen cespannen. Wapens had hij
niet: de dolk van den Cobra lag ergens
•p den bodem van de rivier
Limhu. die op jacht naar iets eet
baars geweest was. keerde terug Zon-
#er woorden vertoonde hij zes vijgen
•n een dikken koek van ongerezen
deeg.
„Waar heb je die opgedoken?" infor
meerde Gray.
„Ik heb ze iemand afgenomen, die
nooit meer honger zal hehhpn", ant
woordde de Gurkha, trommelend met
zijn dolk. „Ik had ook nog een van zijn
geiten kunnen meenemen, maar we
hebben geen vuur!"
Nadat Gray het proviand in drie ge
lijke porties verdeeld had, wekte hij
Diana
Tenslotte konden zij door duisternis
en nevel beschermd hun weg onbe
vreesd vervolgen. Omzichtig kropen ze
uit het struikgewas, en daarop kpzen
ze dat gedeelte van het terrein, d^f het
laagst gelegen was. Uren achtereen lie
pen ze door. af en toe even stilstaande,
wanneer Limhu op verkenning vooruit
eing
Eindelijk hereikten ze de bergen en
begon een steile klim.
Rechts hoven hen flikkerden ontel
bare oranjeachtige lichtjes, de vuren
van de mannen van de Cobra, die op
hevelen wachtten. Indien die kwamen,
van wien zouden ze dan afkomstig zijn?
vroeg Grav zich af.
Om Diana vorderden ze slechts lang
zaam De krachten hegonnen haar te
begeven heele einden had ze 'n steun
tje noodig. wat soms heel bezwaarlijk
was. Bovendien moesten ze er voor zor
gen doodstil te zijn. waardoor ze ook
niet opschieten kondpn.
De onvermoeibare T.imbu verdween
telkens om een mogelijken vijand op te
sporen
„Pst!" .rjep de Gurkha, bil wijze van
waarschuwing.
Gray en Diana hieven staan: ze durf
den nauwelijks ademhalen De kleine
gestalte dook op uit de duisternis.
„We zijn al door de wachtposten! Op
twee honderd vijftig mijl, sahib staat
een woning!"
Grav wierp een blik on de nauwelijks
ziehthare liist van den horizon Ze wa
ren nu stellig op. gelijke hooetp den
pas Dip moest ongeveer een halve miil
meer'naar rechts liggen, volgens zijn
berekening.
„Dat mannetje le bewonderenswaar
dig!" zuchtte Diana, terwijl zij voldaan
haar hoofd liet rusten tegen den bree-
den schouder van Gray, die naast haar
zat „En wat is 't heeriijk, Colin, samen
onder Gods vrijen hemel te zitten."
„Een afuk brood en een glas wijn is
zoowat alles wat we noodig hebben, lief
ste". mompelde Gray, zijn arm om haar
heen slaande. „Heb je ergen honger.
Di?"
Toen daarop Diana opmerkte, dat
hun Paradijs erg donker was, vond hij
hierin aanleiding een redevoering te
houden, waarin sprake wa6 van de
maan, van Diana en van nog een heele-
boel meer, dat, hoewel heel interessant
voor het jonge meisje, toch de natuur
niet helette haar rechten te hernemen
Het kopje met de gouden krullen, dat
tegen zijn schouder rustte, bewoog niet
meer. Diana was in slaap gevallen.
De tijd verliep. Tien, \ijftien. twintig
minuten, een half uur.
Behalve in de verte, in de omliggende
dorpen het aanhoudend geblaf van pa
ria-honden en van tijd tot tijd gehuil
van een jakhals, drukte een loodzware
stilte op het dal. alsof een vreeselijke
ramp zich voorbereidde Zeif6 hPt ge
gons van muggen was Grav welkom,
en toen één hem in zijn wane geheten
had en daarop neprviel op zijn geha
vend hemd. nam hij ze voorzichtig tus
schen zijn vingers en zonder Diana
wakker te maken, hergaf hij ze de vrij
heid. Er was niets zoo heerlijk dan vrij
heid.
Bijna geruisch1oo6 verscheen Limhu.
„Ze zullen ons onderdak geven",
mompelde hij.
„Wie?" fluisterde Gray. „Heb je weer
hoofden afgeslagen?"
„Neen. sahib, ik heb die menschen
een heeleboel geld gegeven. Er zijn
maar weinig bergbewoners, die een
roupie kunnen weerstaan en duizend
geen enkele. Och sahib, vraag me ver
der niets, althans nu nog niet!"
„We gaan naar een herberg Di", zei
Gray zacht, terwijl hij Diana wakker
maakte.
„Ik droomde, dat we...." begon het
meisje slaperig. En daarop plotseling
zich bewust van den toestand, kwam ze
overeind.
De woning van den bergbewoner, die
er in toegestemd had hen te herbergen,
was een armzalig krot, bestaande uit
één vertrek, opgetrokken uit steengruis
en leisteen, slecht gevoegd, en waarvan
de spleten met koemest en klei waren
gestopt. Een broodmagere bastaard hond
blafte bij het zien van Diana en Grav,
maar een ruwe schop van zijn robuus-
ten baas deed hem in een hoek kruipen,
waar hij ging liggen, inwendig janken
de.
Twee forsche jongens zoons des
huizes en een vrouw met een grooten
arendsneus, mager en verlept, ofschoon
Grav overtuigd was, dat ze nauwelijks
dertig jaar telde, vormde het heele ge
zin.
De Khan Limhu zorgde er wel voor
den gastheer met dezen titel aan te
spreken was het tvpe van een knap
pen bergbewoner, frank en vrij, harl
en achterdochtig, zooals het leven alle
hewoners van hoogere strekeh vormt
Zijn gebruind gezicht, doorploegd met
diepe rimpels, zijn kromme neus, zijn
volle haard en zijn vettige krullen, waar
doorheen zilveren draden liepen, zijn
doorborende oogen met ernaast de dnor
de zon gegrifte kraaie-nooten, verleenden
hem een niet te definieerpn waardig
heid. Hij en zijn zoons droegen elk. be
halve een arsenaal van zwaarden en
dolken, drie patroontasschen met toe
behooren. In de hand hielden ze hun
geweren, klaar om af te trekken.
„Moge gij immer onbekend blijven
met vermoeienis", zei de bergbewoner
op gedempten toon, bij wijze van be
groeting.
„Mogen uw ondernemingen slagen",
antwoordde Gray. „Hebt u wat voor ons
te eten?"
„De vrouw heeft alle6 klaar gemaakt.
Versterkt u eerst en slaapt dan in vre
de", hernam de bergbewoner, die met
klaarblijkelijke bewondering de knappe
gestalte van den Engelschman be
schouwde.
Gray stak hem zijn hand toe, die zijn
gastheer drukte.
Onder den maaltijd ondervroeg Gray
hem en hoorde, dat de pas dien middag
onder hevig mitrailleurvuur was ge
weest en dat de Engelschen ongetwij
feld hij het aanhreken van den dag zou
den aanvallen. En de bergbewoner ver
telde verder, dat er opschudding was
onder de mannen van den Cobra Alam
Khan was dood en de Man-met-den-
Sluier had tot dusver geen bevelen ge
zonden.
„De Man-met-den-Sluier is eveneens
dood", zei Grav langzaam, aandachtig
kijkend naar het effect van zijn woor
den: rloch de herghewoner bleef onbe
wogen.
„Allah is groot", zei hij „Iemand als
hij sterft niet gauw Doch, indien liet
waar was. dan zouden mijn zoons en ik
in het vervolg ongestoord onze akkers
kunnen bewerken"
„Wij hebben uw brood en uw zout ge
nuttigd, Khan sahib", zei Gray „En dus
zullen wij dezen avond ook veilig zijn."
Hij vNist, dat wie het brood en zout van
een bergbewoner gegeten had, heilig
was voor zijn gastheer, die liever zou
sterven, dan hem aan zijn vijanden uit
le 'everen
„Mijn zoons en ik zullen de wacht
houden. U kunt gerust gaan slapen",
zei de Khan eenigszins plechtig.
En terwijl het eene drietal sliep,
waaktehet andere.
Een uur voor het aanbreken- van den
dageraad wekte de man Gray, door hem
aan zijn schouder te schudden.
„Daar komen gewapende krijgslieden,
sahib. We krijgen een gevecht."
„Hebt u soms een geweer over? vroeg
Grav.
De bergbewoner lachte even.
„Geweren groeien niet in het gebergte
als doornstruiken Een bijl zou ik u kun
nen geven" en hij wees er op één.
„Di", zei Grav, terwijl hij den langen
steel van de bijl, waarvan het mes
vlijmscherp was, heen en. weer slingerde
„houd je achteraf, daar in dat hoekje,
totdat het gevaar voorbij is"
Diana spalkte haar zware oogleden
open. - - -
„Indien ze hier binnendringen, Colin,
dan verzoek ik je, me te dooden."
Hij knikte toestemmend Zijn gezicht
was doodsbleek en betrokken.
„Hokuma?" (Wie daar?) riep Limbu
uitdagend met rauwe stem-
„Vriend!"
't Was de stem van majoor Mercer.
HOOFDSTUK XLV.
De godenschemering.
„Verduiveld, Grav! Ik ben blij jè t#
zien! We hadden de hoop bijna verlo
ren!" riep Mercer uit. „En maakt miss
Lindsay het goed?"
Gray wierp een blik over zijn schou
der.
„Ja, Goddank. Dat is een meevaller
tje kerel, dat jij hier komt."
„Zeg, Gray, dat Bvzantijnsch geheim
schrift van jou is gevonden"
Gray keek hem ongeloovig aan.
(Slot volgt).