DE WAARDE VAN DEN VOLKENBOND Kinderhoekf J. A. SCHOTERMAN ZN, ST. EMILION 1929 e HET HELSCH COMPLOT Onschendbaar heid van ons land Dames- en Meisjeshanden Mi^PUROL Staatsvisschers- havenbedrijf De inbraak in de houtvesterij te Apeldoorn *,Wij mogen het werk voor het internationale recht niet laten verslappen" Verhouding tot België WIJNHANDEL Ao. 1878 - Utr-str. 17 - Tel 145 per flesch f 1.35, per anker f53. HET ONGEVAL VAN PRINS BERNHARD De landing van Prins Willem te Scheveningen Amendementen op de dienstplichtwet Het groene oog van Baa-al Prof. Mengelberg licht gekwetst Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG 1 DECEMBER 1937 TWEEDE KAMER De erkenning van Rusland weer in het geding De heer de Geer (C.H.) zegt bij de voortgezette behandeling van Hoofd stuk III (Buitenlandsche Zakeri) der Rijksbegrooting voor 1938 het met den principieelen gedachtengang onzer re- geering t.a.v. den Volkenbond eens te zijn. Spr. betoogt dat Volkenbond en fascisme als water en vuur tegenover elkaar staan De eerste zoekt een rechtssynthese. hel tweede beoogt in de eerste plaats het eigen belang De heer Krijger iC H.l vraagt na 'dere inlichtingpn in zake de wederzijd sche verhouding, na de uitspraak van ihet Internalionalp Hof over de voeding van de Lniksche en Maastrichtsche wa terwegen met Maaswater welke quaes tie inmiddels niets uit te staan heefl met die in zake het Scheldewater Spr vraagt, wat Frankrijk weerhoudt België en Nederland tav. de surtaxes d'entrepof op één lijn te stellen Wat dt Rijnvaart- betreft, moet Nederland vast houden aan het internationale rivieren recht Spr vraagt wat er via den iVolkenhond voor het internationale rivierenrecht ware te bereiken, en of aan de regeering de motieven van de Duitsche regeering t.a v het Rijnvaart recht bekend zijn Spr wenscht maat regelen om de bedreiging voor hel vervoer van kolen uit Duitschland via Antwerpen iri plaats van via Rotterdam naar België en Frankrijk tegen te gaan De heer Joekes tV.D wijst op het nut van de commissie uit de Kamei voor buitenlandsche zaken en dringt bij den minister aan op zooveel mogelijk overleg met deze commissie. Wat betreft de regeling van het op 'treden van onderzeebooten tegen koop vaardijschepen. de houding van Neder land had moeten gebaseerd zijn op een ■wettelijken grondslag. Zonder dezen is de toetreding van Nederland eigenlijk niet rechtsgeldig. Na de uitspraak van het Permanent ïlof van Internationale Justitie is de groot6tp hinderpaal weggenomen om met België in de verschillende vraag stukken tot een bevredigende verhou ding te komen. Wat betreft de erkenning van Rus land. nu verschillende andere landen ievenzeer jegens de kerk optreden op 'een wijze, geheel afwijkend van onze opvattingen, is er geen reden meer zich daartegen te verklaren De ontwik keling van onzen handel op Rusland is toch nok een factor Nu er geen diplo matieke vertegenwoordiger is. kunnen we weinig doen tegen het optreden van Rusland jegens den daar verblijvenden ir. de Wit. Spr deelt de opvatting van den minister en den heer de Geer. dat de teleurstellingen er nimmer toe mogen leiden den Volkenbond den rug toe te keeren. Bovendien, het is onjuist dat er in de laatste jaren niet6 ten behoeve van den vrede zou zijn geschied, ok mag men de moreele waarde van conferenties, •welke geen feitelijke resultaten be haalden. toch niet onderschatten. De heer Rost van Tonningen (N.S.B.) zegt dat de Volkenhond ont zield is. De Volkenbond heeft 18 jaar lang aan het onrecht der vredesverdra gen vastgehouden Daartegenover ötaat het dynamisch beginsel van het eeuwenoude ongeschreven recht der volkeren. Dit is in Genève steeds weg gemoffeld. en onze regeeringen hebben daaraan steeds medegedaan Spr. verdedigt de houding der Duit sche regeering wat betreft het aanbod om de onaantastbaarheid van België en Nederland te eerbiedigen. Zelfstandige onafhankelijk heidspoli- tiek is teruggekeerd op voorbeeld van Zwitserland Spr critiseert de houding van onze regeering die, dit voorbeeld van landen met historische traditie niet volgt. De regeering van ons ontwapend land acht Ie onaantastbaarheid van Nederlands grondgebied eenvoudig een axioma Hel desbetreffend antwoord op schriftelijke vragen van het Eerste Kamerlid van Vessem verstrekt nop het wantrouwen in onzp Oostelijke buren. Het gevaar voor Europa en Azië Is de actie van het communisme en zijn aanhang teeen de as Berlijn—Rome Onze regeering moet pen andere politiek vopren dan die van den speldpprik- ■^pr critiseert de houding van de reepe- ring wat hetrpft de erkenning der "eeeerine van Franco. De heer R i e r p m a (Lib.) schetst de in de wereld bestaande spanningen, waarbij Nederland veelal betrokken is Omfrpnf dp conferentie van Londen b v verkeeren we in hef onzekere Het is onjuist, te beweren dat de Volkenbond niets tot stand heeft eebracht Maar inmiddels hoopt spr. thans dat de besprekingen van Londen tot ontspanning zullen lei den. Het is juist de taak der kleine mo gendheden om den Volkenbond te steunen. De grootste teleurstellingen heeft de Volkenhond opgeleverd in zake het wtwapeningsvraagstuk Doch Neder land stond altijd in de eerste rij. even als wanneer het ping om een opendeur- poliliek in verband ook met het grond stoffen vraagstuk. Spr behandelt de verklaring van Duitschland tot niet-aanta6ting van het Belgische grondgebied. Onze regeering heeft verklaard dat de onschendbaar heid van ons land een axioma is. en met die verklaring kan spr. zich vol komen vereenigen Spr hoopt dat na de uitspraak van het Hof van Justitie de quaeëties met België zullen worden opgelost. Met Italië is de verhouding niet normaal, als "er geen gezant, kan worden be noemd. De moeilijkheid is dat diens geloofsbrief moet worden gericht aan den Koning van Italië, Keizer van Ethiopië; moge de minister voor dit vraagstuk een oplossing vinden. Ten opzichte van het asylrecht. zoo betoogt spr.. heeft Nederland een tradi tie te handhaven. De heer A 1 b a r d a (S.D.) wijst op het verzwakken der internationale rechts regelen. Hadden de overwinnaars na den wereldoorlog zelf meer ontwapend, had men een paar jaar geleden tegen Japan opgetreden, en meer ge daan tegen het bezetten van Abessynië. Spanje zou nu niet zoo bezet zijn met ïtaliaansche troepen, en er zouden min der spanningen in Europa zijn. Niettemin moet zorgvuldig bewaard worden wat er van den Volkenbond is overgebleven. Wie het ideaal prijs geeft, effent de baan voor onberekenbare catastrophes blijven ondanks alle huishoudelijke arbeid zacht en blonk door Purol (geel en wil) beiden In doozen van 30 en 60 et, lube 45ct.Verkrijgb bij Apoth. en Drogisten Als Spanje ten onder gaat, is het door de eenzijdige toepassing der non-inter ventie zonder sancties naast de schaam- telooze houding van sommige mogend heden. Dit is een schande voor de rechtsorde en een krenking van hel internationaal rechtsgevoel Spr keurt het af. dat Nederland geen gezant heeft bij de regeering te Barce lona. en vernam met genoegen dat onze regeering die van Franco nog niel denkt te erkennen: wat ook niet volgt uit het daar hebben van agenten voor handelsaangelegenheden. Spr. vraagt, wat er nog tegen erkenning van Rus land is. De heer W ij n k o o p (Comm.) ont kent. dat de Volkenbond een werktuig van de Derd. Internationale zou zijn geworden Een forsch optreden van den Volkenbond zou voorts geen gevaar behoeven te beteekenen voor de kleine landen, zooals ook de minister schijnt te vreezen. Spr. betoogt, dat de gezamenlijke macht der landen die den vrede willen, nog grooter is dan die der bekende drie aanvalsgroepen Spr. critiseert het op treden tegen de wettige Spaansche regeering. eri met name dat men nu ook al aandringt op een verbod van geldzendingen Dat terwijl het optreden van Franco in de Middellandsche Zee officieel als zeerooverij is bestempeld Spr zegt dat Duitschers geruimen tijd in het gebouw der Nederlandsche legatie in Spanje spionnage hebben kunnen bedrijven, terwijl een Duitscher waarnemend gezant te Madrid was De heer Sm een k (A.R.) noemt het onjuist, de ontwrichting der wereld aan den Volkenhond te wijten, al heeft deze bond tallooze fouten. Hoe zwak de bond ook echter Is, wij mogen het werk voor het inter nationale recht niet later verslap pen. Onze kracht is gering, maar toch is het onze roeping, de inter nationale rechtsgedachte te helpen bevorderen. De heer Serrarens (R.K.) bespreekt onder meer het grondstoffenvraagstuk. De heer van der Goes van Na- ters (S.D.) bespreekt de interneering van aanhangers van generaal Franco. De minister blijve het oog houden op abnormale uitbreiding van het Duitsche gezantschap met zoogenaamde cultuur attachés. 0n6 land wordt overstroomd met annexionistische propaganda van den Duitschen staat. Spr. heeft echter niet gehoord van stappen bij de Duitsche regeering. De regeering make nu een eind aan de aanranding van onze onaf hankelijkheid. Ook wijst spr. op de gevallen van menschenroof aan onze Oostgrens en op de talrijke arrestaties in het grensgebied, waarbij men veelal nooit te weten komt wat ten laste wordt gelegd. Ernstige aanwijzingen voor mishandeling zijn er ook. De vergadering wordt geschorst tot 's avonds. De omzet in 1937 tot nu toe met ruim één millioen toegenomen IJMUIDEN, 30 Nov. De omzet van het Staatsvisschershavenbedrijf over'Novem ber 1937 bedroeg 1.031.192.— tegen 754.235.— over November 1936. Over de elf maanden van 1937 bedroeg de omzet 6.793.791 tegen 5.589.R94 over dezelfde periode van 1936. De grootere omzet be draagt dus 1.206.097. Bewijzen van medeleven in de Eerste Kamer 's-GRAVENHAGE, 30 November. Bij het begin der vergadering der Eer ste Kamer heeft hedenavond de voor zitter, mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk, de volgende woorden ge sproken* „Deernis met Hare Koninklijke Hoogheid de Kroonprinses heeft ons allen diep vervuld, toen gistermorgen de mare zich verspreidde van het ongeval Hoogstderzelver Gemaal overkomen. Naar Hare Majesteit de Koningin gingen onze deelnemende gevoelens mede zeer levendig uit. Van Ganscher harte verheugen wij ons over de bevredigende berichten, welke ons sinds dien bereikten, en bidden het Koninklijk Huis en der natie toe, dat het God den Heere goedgunstizlijk moge behagen, de ernstige zorge, welke over Nederland is gebracht, alsnog zij het spoedig weg te nemen". De Kamer hoorde deze woorden staande aan. Acht ministers waren aanwezig. De Minister van Algemeene Zaken de heer Colijn heeft daarna het volgen de gezegd: ,,Het kabinet sluit zich van heeler harte aan bij de warme woorden, welke u gezegd hebt naar aanleiding van het ongeval dat den Prins der Nederlanden heeft getroffen Ook wij verheugen ons, dat de berichten van hedenavond ons de hoon mogen doen koesteren, dat de gevolgen minder ernstig zullen zijn dan gisteren werd verwacht. Wij vereenigen on9 met uw gebed, dat het God moge behagen Hem een spoedig en algeheel herstel te schenken". Vervolgens werden verschillende wetsontwerpen aangenomen. Herdenking door een kleine honderd manschappen van de cavalerie 's-GRAVENHAGE, 30 November. - In den nanqjddag van den 30sten No vember 1813 tegen 4 uur 6tapte de Prins van Oranje, zoon van Willem V te Scheveningen aan wal, verwelkomd door de naar Oranje verlangende me nigte. Nederland had zijn onafhanke lijkheid herkregen. Op dezelfde plek en hetzelfde tijd stip stonden hedenmiddag een kleine honderd manschappen van de cavale rie, n.l. het escadron van ritmeester P. W. Pieters, ter sobere herdenking van dit voor onze historie zoo belang- riike gebeuren. Ritmeester Pieters schetste in een korte toespraak tot zijn escadron de be- teekenis van hetgeen op 30 November 1813 op deze plaats geschiedde, gelijk hij op 17 November j.l. de herinnering aan de herkrijging van Nederland's on afhankelijkheid bij zijn manschappen had verlevendigd. Men zong daarop gezamenlijk het eerste couplet van het Wilhelmus en met een driewerf „Leve Oranje" werd deze eenvoudige herdenking besloten. Wederom drie personen in de hoofdstad aangehouden AMSTERDAM, 30 November. De centrale recherche heeft in samenwer king met de Koninklijke Marechaussee te Apeldoorn vandaag wederom drie personen gearresteerd, die ervan ver dacht worden betrokken te zijn bij den inbraak op 9 November in de woning \an den houtvester van H.M. de Ko ningin. den heer J. C. E. C. N. Mulder aan den Amersfoortschen Weg te Apel doorn, waarbij zooals men zich herin neren zal een hoeveelheid effecten ter waarde van tienduizend gulden, als mede een aantal gouden en diamanten sieraden zijn gestolen. Het zijn twee mannen en een vrouw, allen te Amsterdam woonachtig. De vrouw en één der mannen hadden tot voor kort hun domicilie in het Gooi. Een aantal der gestolen effecten ter waarde van f 6700 is bij hen terugge vonden. Zij zijn opgesloten in het hoofdbureau van politie in afwachting van hun transport naar Apeldoorn. Het staat nog niet vast, of men met do da ders dan wel met helers te doen heeft. Het onderzoek wordt nog voortgezet. Voorstellen tot de bepaling van een kleiner contingent en van een korteren oefentijd 's-GRAVENHAGE, 30 November. De Tweede Kamerleden IJsselmuiden. Steinmetz, Ruijter, Stumpel, en Groen hebben eenige amendementen voorge steld op het wetsontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet. Voorgesteld wordt artikel 13 der wet als volgt te lezen: Vrijstelling wegens broederdienst wordt zoo verleend, dat van een even getal broeders de helft en van een on even getal de grootere helft moet die nen, waarhij als regel de broeders om den ander zullen worden vrijgesteld en overigens naar door ons te stellen re gelen. Voorts wordt voorgesteld het aantal dergenen, die moeten worden ingelijfd vast te stellen in plaats van op 32.000 op 27.500. In de derde plaats wenschen de voor stellers den eersten oefentijd te wijzi gen van elf maanden in zes maanden. De Kamerleden Schilthuis. Oud, Joe kes, Mevr. BakkerNort en Ebels heb ben eveneens een amendement op het wetsontwerp tot wijziging van de dienst plichtwet voorgesteld, strekkende om het contingent dienstplichtigen op 27.400 te brengen en den eersten oefentijd op 8 maanden te stellen. UIT DE STAATSCOURANT Bij K.B. van 27 November 1937 is be noemd tot lid van den Voogdijraad te Zwolle; mevrouw M. A. M. Moerman, geboren Veersema, wonende te Kam pen. AMENDEMENTEN OP DE DEFENSIE- BEGROOTING 's-GRAVENHAGE, 30 November. De Kamerleden Schilthuis, Oud, Joekes, mevr. BakkerNort en Ebels hebben een aantal amendementen op de be grooting van defensie ingediend waar van de bedoeling is vooralsnog geen gelden uit te trekken voor den eersten termijn van aanbouw van een vervan- genden kruiser. DE POSTVLUCHTEN Pe positie der postvligetuigen was heden; Uitreis: Oehoe te jodphur. Buizerd te Napels. Nandoe te Singapore. Thuisfeis: Reiger te Bagdad. Pelikaan te Singapore. Torenvalk te Amsterdam. De Pelikaan is op de thuisreis te Jodphur geland 95. Het was een heele toer om in de duh ternis te zoeken. Natuurlijn had de dokt* een zaklantaarn meegenomen t'ndelj] vond hij een spoor Aan de scherpe ounia van een cactusplant vond ho een paar dit den van de lurk van Jet. 96. De bediende Hassan deed ook tfi ontdekking. Hij zag tusschen de stmke een paar dienaren van den Amerikota. Men vermoedde nu natuurlijk, dal de Arrt rikaan hier de hand in had. Hij zal Donderdagavond niet dirigeeren AMSTERDAM, 30 November. Van morgen is prof. dr. Willem Mengelbert in de badkamer van zijn woning ko men te vallen, waarbij hij licht in htt gelaat werd gewond. Het concert, dat prof. Mengelberg ai Donderdagavond zou leiden, zal wor den gedirigeerd door Eduard van Bé- num. ONDER AUTO GERAAKT EN GEDOOD 's-HERTOGENBOSCH, 3 Nov. Vanmid- dag om half drie is ter hoogte van ds nieuwe kazerne op den rijksweg naar Utrecht, te Hedel, de 76-jarige G. d« Klein, die stond toe te zien bij het terug zetten van een auto onder het voertui? geraakt en op slag gedood. FEUILLETON Vrij naar hel Engelsch door ANNIE S. SWAN IB) De deur van de kleedkamer was wijd open en het volgende oogenblik was ze er binnen en achter het scherm verbor gen. Een flauw lichtschijnsel drong *an- uit de ziekenkamer tot de kleedkamer Idoor. Het verbaasde Christina, dat in de kamer van miss Dempster alle lichten brandden. Terwijl ze nauwelijks adem durfde te halen, dook ze op den grond achter het scherm ineen en luisterde Eenmaal knapte het vuur en de asch viel met een zacht geritsel op den haard Daarna hoorde zij ineens een ander ge luid, dat veel weg had van het geknars van een sleutel, die in een slot omge- jdraaid wordt. Onmiddellijk hief Christina haar hoofd op en zag met groote belangstelling en verbazing, dat Dalgleish, met haar "U2 naar de kleedkamer gekeerd, blijkbaar 'drukke pogingen aanwendde om de kastdeur open te krijgen. Ze probeerdp een ontelbaar aantal sleutels met een voorbeeldig geduld, een betere zaak waardig. Tenslotte werd haar moeite be loond: een krakend geluidje, een nik en 'de kast was open. Het was pen gewone linnenkast, met drie rliepe planken, die ze dikwijls van binnen aanschouwd had. Nu echter staarde zij er in. alsof ze h?t kling nog nooit eerder gezien had en verwachtte er ongehoorde schatten in ie vinden. Er stonden een paar flesschen en twee doozen in. Dalgleisch nam ze er een voor een uit en bekeek ze met de grootste belangstelling. Ze werd in haar bezigheid gestoord door het geluid van de voordeurbel. On middellijk dook Christina ineen en hield haar adem in. Maar Dalgleish duwde haastig de kastdeur dicht en ging door de deur van de ziekenkamer naar bui ten, zoodat ze niet zoo dicht in de na bijheid van Christina kwam, als leze verwacht had. Het duurde twee minuten, voordat zij ze samen naar boven hoorde komen en de kamer binnengegaan op dezelfde wijze, als waarop Dalgleish haar verla ten had. Zonder ook maar een blik op het ned te werpen, liep Ruthven naar de kast en gooide de deur open. Ook hij nam de fleschjes er één voor één uit en bekeek hun inhoud zorgvuldig. Die was echter heel onschuldig. Een fleschje bevatte een soort toiletwater, een ander eau-de- cologne en het derde cognac. Toen tilde hij er een klein mahoniehouten medi- cijnkistje uit en droeg het naar het ticht. Vanuit Christina's schuilhoek kon zij de helft \an de kamer overzien, waar onder ook den haard. Het licht hing boven den haard en de dokter stond er bij Het was een keurig, klein kistje, Jat in vele Indische plaatsen dienst gedaan had en deel uitmaakte van de weinige bezittingen van haar vader, welke Alice hehonden had. Het bevatte minstens een dozijn kleine fleschjes en een paar laatjes, waar verschillende geneesmid delen in bewaard werden. Ruthven ba- rook en bekeek ze allemaal. „Dit staat me heelemaal niet aan. mrs. Dalgleish. Alles kan wel in zoo'n ding bewaard worden, of er uit komen. We moeten haar in de gaten houden, dat wil ik u wel verzekeren. Miss Har man heeft me verteld, dat ze het groot ste gedeelte van haar leven in Indië doorgebracht heeft en van de inboorlin gen daar heeft ze waarschijnlijk heel wat over geheime en gevaarlijke bedwel mende middeltjes geleerd." Dalgleish's mond ging open van ver bazing. „Ik zeg je,"herhaalde hij, „dat we haar gangen nauwkeurig na .oeten gaan. Ik ben er bijna zeker van, dat zij de oude dame verboden dingen gegeven heeft. Kon ik dit kistje maar meenemen en den inhoud er van grondig onderzoeken." „Kunt u de fleschjes niet om en om meenemen?" opperde Dalgleish sluw. „Ik heb den sleutel en u zoudt er eiken nacht één om kunnen ruilen." Ruthven schudde zijn hoofd. „Dat is veel te gevaarlijk. Ze zou het zeker merken. Neen. neen, mrs. Dal gleish, het eenige wat we doen kunnen is haar voortdurend bewaken." „Maar hoe kunnen wij dat overdag doen? We kunnen niemand vertrouwen, behalve Meikle." „We kunnen slechts wachten hoe de zaak zich verder ontwikkelt," ant woordde de dokter voorzichtig. „We kun nen later wel zekere proeven nemen. In dien tusschentijd kunt u er voor zor gen, dat, terwijl u er bij bent, uw mees teres haar drankje regelmatig krijgt." „Dat zal ik zeker doen. De arme ziel. te denken, dat ze misschien langzaam maar zeker vergiftigd wordt." De dokter viel haar niet een scherp „sttl" in de rede en hield zijn wijsvin ger waarschuwend in de hoogte. „U moet ontzettend op uw woorden passen, mrs. Dalgleish. Ik zou mijn verdenkin gen zelfs niet aan Meikle mededeelen." Hierop ging hij naar het bed en be steedde eindelijk zijn aandacht aan zijn patiënt. „Ze is" erg koud, mrs. Dalgleish. Ik ben bang, dat ik u moet vragen een paar kruiken te vullen, die dicht tegen haar aan te leggen en ook nog een paar extra dekens te halen. De levens vonk is na middernacht op zijn laagst en zij is al heel ver heen." Dalgleish draaide zich bij deze on heilspellende woorden haastig om en liet de kastdeur open. „Ik heb den grooten ketel op het vuur gezet; ik heb er zelf voor gezorgd, voor dat ik naar boven kwam, dokter. Ik zal hem even halen." Ze- ging onmiddellijk weg en liep dit keer door de kleedkamer, zoodat haar stijve rokken langs het scherm ritsel den, nog geen paar centimeter van de hurkende gestalte er achter af. Zoodra hij alleen gelaten was, liep de dokter naar het tafeltje, dat tusschen de ramen stond en Christina hief haar hoofd weer op. Ze zag hoe hij uit zijn zak een klein pakje te voorschijn haal de, dat hij voorzichtig open maakte. Hij loste een gedeelte van een wit poeder in water op en gaf dat miss Dempster, blijkbaar met groote moeite, en Christi na bewoog zich gevaarlijk dicht naar de deur toe om het hem te zien doen. Toen liep hij naar de kast terug, vouwde iets in een stukje blauw papier en stopte dat in een van de laatjes van het medicijnkistje. Christina sloeg hem nauwkeurig ga de en niets ontging haar. Ze zag. dat hij niets uit het kistje haalde, maar er iets vanuit zijn eigen zak instopte, een feit, dat zij zich goed in haar nimmer falende geheugen prentte. Toen Dalgleish moeizaam de trappen met haar heet water kruiken opgeklom men kwam. stond hij netjes hij het vuur, met ziin handen op zijn rug. „Dat is uitstekend. Het zal haar goed doen," zei hij hartelijk, terwijl hij er een van haar aannam en de dekens terugsloeg. „Ik zal haar alles geven, wat ze van nacht nog noodig heeft en als u zin hebt om in een luien stoel een dutje te doen, kunt u gerust uw gang gaan. Als u vannacht zooveel rust kreeg, dat u mor gen niet behoeft te slapen, zou het mis schien in ons belang zijn." „Ik zal morgen niet slapen, dokter, daar kunt u op rekenen. Ik zal die too- verheks wel in de gaten houden." „Ik weet, dat u uw plicht in het be lang van uw meesteres zult doen, maar u moet vooral niet onvoorzichtig zijn. Als miss Harman weet, dat wij ook maar de minste verdenking tegen haar koes teren, zal ze onmiddellijk zorgen op haar hoede te zijn en dan komen we mis schien niets verder." Dalgleish schudde haar hoofd en de dokter deed zijn overjas aan, waarmee hij binnengekomen was en ging door de kleedkamer naar buiten, gevolgd door mrs. Dalgleish. Zoodra ze de eerste helft van de trap af waren, sprong Christina op en snelde het portaal over, de trap op naar haar eigen domein. Daar kroop ze huiverend onder de dekens en bleef op fluisterenden toon nog langen tijd herhalen: „Allemachtig, wel allemach tig". HOOFDSTUK XTII Een vriendelijk gezicht Dien volgenden ochtend zag Christi na er ongewoon bleek uit en er lag een zenuwachtige, bezorgde uitdrukking in haar oogen. Dit ontging Alice niet en een keer vroeg ze het meisje, of ze zich wel goed gevoelde. Christina keek alleen maar verschrikt en zei „Ja." Ongeveer om drie uur dien middag kwam Christina boven met het bericht, dat er een dame in de salon was, mi's. Marshall King. Ze aarzelde een oogenblik. Ze was vreemd verlangend om haar te zien, maar durfde de kamer niet te verbaten uit vrees, dat Dalgleish haar plaats i* zou nemen. Dalgleish was den geheel» dag zeer opdringerig geweest, was ondei allerlei nietige voorwendsels herhaalde lijk de kamer in en uitgeloopen en hai zich niet in het minst gestoord aan d< scherpe opmerking van Alice, dat haat diensten niet noodig waren. „Ik zou mrs. Marshall King graal even spreken", zei ze. „Blijf jij hief Christina, en verlaat onder geen voof waarde de kamer". „Neen, miss Alice. Maakt u zich daar over maar niet bezorgd. Ik zal hier aj een klit blijven hangen, wat Dalglei^ ook doet of zegt". Alice vond mrs. King alleen, een keu rige, innemende gestalte in een langefi- nauwsliiitenden mantel en een alleraar digst hoedje. Ze stond glimlachend pp om het meisje te begroeten en het vk' haar onmiddellijk op hoe bleek en u>5' geput ze er uit zag. „Lieve, u ziet er uit. alsof u weken in een ziekenkamer opgesloten gewé#1 hent'. „Dat hen ik ook. mrs. King. Sinds dan dag. dat wij elkaar ontmoet hebbeP- heeft miin tante haar kamer "moeten houden. Ze heeft ean soort beroerte p* bad, toen wij thuis kwamen en is heel ziek geworden". ..Maar nu is ze toch. hoop ik, wew herstellende?" Alice schudde, haar hoofd. „O. neen. Tk ben hang. dat haar Pf' val hopeloos is. Gisteren is er een fessor bij geweest, en die heeft ons erpn hoon meer gegeven." „Wie hebt u gehad?" „Professor Gardiner." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 2