DE WAARDE VAN DEN
VOLKENBOND
Kinderhoekf
J. A. SCHOTERMAN ZN,
ST. EMILION 1929
e
HET HELSCH
COMPLOT
Onschendbaar
heid van ons
land
Dames- en Meisjeshanden
Mi^PUROL
Staatsvisschers-
havenbedrijf
De inbraak in de
houtvesterij te
Apeldoorn
*,Wij mogen het werk voor het internationale
recht niet laten verslappen"
Verhouding tot België
WIJNHANDEL Ao. 1878 - Utr-str. 17 - Tel 145
per flesch f 1.35, per anker f53.
HET ONGEVAL VAN
PRINS BERNHARD
De landing van Prins
Willem te Scheveningen
Amendementen op de
dienstplichtwet
Het groene oog
van Baa-al
Prof. Mengelberg licht
gekwetst
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 1 DECEMBER 1937
TWEEDE KAMER
De erkenning van Rusland
weer in het geding
De heer de Geer (C.H.) zegt bij de
voortgezette behandeling van Hoofd
stuk III (Buitenlandsche Zakeri) der
Rijksbegrooting voor 1938 het met den
principieelen gedachtengang onzer re-
geering t.a.v. den Volkenbond eens te
zijn.
Spr. betoogt dat Volkenbond en
fascisme als water en vuur tegenover
elkaar staan De eerste zoekt een
rechtssynthese. hel tweede beoogt in de
eerste plaats het eigen belang
De heer Krijger iC H.l vraagt na
'dere inlichtingpn in zake de wederzijd
sche verhouding, na de uitspraak van
ihet Internalionalp Hof over de voeding
van de Lniksche en Maastrichtsche wa
terwegen met Maaswater welke quaes
tie inmiddels niets uit te staan heefl
met die in zake het Scheldewater Spr
vraagt, wat Frankrijk weerhoudt
België en Nederland tav. de surtaxes
d'entrepof op één lijn te stellen Wat dt
Rijnvaart- betreft, moet Nederland vast
houden aan het internationale rivieren
recht Spr vraagt wat er via den
iVolkenhond voor het internationale
rivierenrecht ware te bereiken, en of
aan de regeering de motieven van de
Duitsche regeering t.a v het Rijnvaart
recht bekend zijn Spr wenscht maat
regelen om de bedreiging voor hel
vervoer van kolen uit Duitschland via
Antwerpen iri plaats van via Rotterdam
naar België en Frankrijk tegen te gaan
De heer Joekes tV.D wijst op het
nut van de commissie uit de Kamei
voor buitenlandsche zaken en dringt bij
den minister aan op zooveel mogelijk
overleg met deze commissie.
Wat betreft de regeling van het op
'treden van onderzeebooten tegen koop
vaardijschepen. de houding van Neder
land had moeten gebaseerd zijn op een
■wettelijken grondslag. Zonder dezen is
de toetreding van Nederland eigenlijk
niet rechtsgeldig.
Na de uitspraak van het Permanent
ïlof van Internationale Justitie is de
groot6tp hinderpaal weggenomen om
met België in de verschillende vraag
stukken tot een bevredigende verhou
ding te komen.
Wat betreft de erkenning van Rus
land. nu verschillende andere landen
ievenzeer jegens de kerk optreden op
'een wijze, geheel afwijkend van onze
opvattingen, is er geen reden meer
zich daartegen te verklaren De ontwik
keling van onzen handel op Rusland is
toch nok een factor Nu er geen diplo
matieke vertegenwoordiger is. kunnen
we weinig doen tegen het optreden van
Rusland jegens den daar verblijvenden
ir. de Wit.
Spr deelt de opvatting van den
minister en den heer de Geer. dat
de teleurstellingen er nimmer toe
mogen leiden den Volkenbond den
rug toe te keeren. Bovendien, het is
onjuist dat er in de laatste jaren
niet6 ten behoeve van den vrede
zou zijn geschied, ok mag men de
moreele waarde van conferenties,
•welke geen feitelijke resultaten be
haalden. toch niet onderschatten.
De heer Rost van Tonningen
(N.S.B.) zegt dat de Volkenhond ont
zield is. De Volkenbond heeft 18 jaar
lang aan het onrecht der vredesverdra
gen vastgehouden Daartegenover ötaat
het dynamisch beginsel van het
eeuwenoude ongeschreven recht der
volkeren. Dit is in Genève steeds weg
gemoffeld. en onze regeeringen hebben
daaraan steeds medegedaan
Spr. verdedigt de houding der Duit
sche regeering wat betreft het aanbod
om de onaantastbaarheid van België en
Nederland te eerbiedigen.
Zelfstandige onafhankelijk heidspoli-
tiek is teruggekeerd op voorbeeld van
Zwitserland
Spr critiseert de houding van onze
regeering die, dit voorbeeld van landen
met historische traditie niet volgt. De
regeering van ons ontwapend land acht
Ie onaantastbaarheid van Nederlands
grondgebied eenvoudig een axioma Hel
desbetreffend antwoord op schriftelijke
vragen van het Eerste Kamerlid van
Vessem verstrekt nop het wantrouwen
in onzp Oostelijke buren.
Het gevaar voor Europa en Azië Is
de actie van het communisme en zijn
aanhang teeen de as Berlijn—Rome
Onze regeering moet pen andere politiek
vopren dan die van den speldpprik-
■^pr critiseert de houding van de reepe-
ring wat hetrpft de erkenning der
"eeeerine van Franco.
De heer R i e r p m a (Lib.) schetst de
in de wereld bestaande spanningen,
waarbij Nederland veelal betrokken is
Omfrpnf dp conferentie van Londen
b v verkeeren we in hef onzekere
Het is onjuist, te beweren dat de
Volkenbond niets tot stand heeft
eebracht Maar inmiddels hoopt spr.
thans dat de besprekingen van
Londen tot ontspanning zullen lei
den.
Het is juist de taak der kleine mo
gendheden om den Volkenbond te
steunen.
De grootste teleurstellingen heeft de
Volkenhond opgeleverd in zake het
wtwapeningsvraagstuk Doch Neder
land stond altijd in de eerste rij. even
als wanneer het ping om een opendeur-
poliliek in verband ook met het
grond stoffen vraagstuk.
Spr behandelt de verklaring van
Duitschland tot niet-aanta6ting van het
Belgische grondgebied. Onze regeering
heeft verklaard dat de onschendbaar
heid van ons land een axioma is. en
met die verklaring kan spr. zich vol
komen vereenigen
Spr hoopt dat na de uitspraak van
het Hof van Justitie de quaeëties met
België zullen worden opgelost. Met
Italië is de verhouding niet normaal,
als "er geen gezant, kan worden be
noemd. De moeilijkheid is dat diens
geloofsbrief moet worden gericht aan
den Koning van Italië, Keizer van
Ethiopië; moge de minister voor dit
vraagstuk een oplossing vinden.
Ten opzichte van het asylrecht. zoo
betoogt spr.. heeft Nederland een tradi
tie te handhaven.
De heer A 1 b a r d a (S.D.) wijst op het
verzwakken der internationale rechts
regelen. Hadden de overwinnaars na
den wereldoorlog zelf meer ontwapend,
had men een paar jaar geleden
tegen Japan opgetreden, en meer ge
daan tegen het bezetten van Abessynië.
Spanje zou nu niet zoo bezet zijn met
ïtaliaansche troepen, en er zouden min
der spanningen in Europa zijn.
Niettemin moet zorgvuldig bewaard
worden wat er van den Volkenbond is
overgebleven. Wie het ideaal prijs geeft,
effent de baan voor onberekenbare
catastrophes
blijven ondanks alle
huishoudelijke arbeid
zacht en blonk door
Purol (geel en wil) beiden In doozen van 30 en
60 et, lube 45ct.Verkrijgb bij Apoth. en Drogisten
Als Spanje ten onder gaat, is het door
de eenzijdige toepassing der non-inter
ventie zonder sancties naast de schaam-
telooze houding van sommige mogend
heden. Dit is een schande voor de
rechtsorde en een krenking van hel
internationaal rechtsgevoel
Spr keurt het af. dat Nederland geen
gezant heeft bij de regeering te Barce
lona. en vernam met genoegen dat onze
regeering die van Franco nog niel
denkt te erkennen: wat ook niet volgt
uit het daar hebben van agenten voor
handelsaangelegenheden. Spr. vraagt,
wat er nog tegen erkenning van Rus
land is.
De heer W ij n k o o p (Comm.) ont
kent. dat de Volkenbond een werktuig
van de Derd. Internationale zou zijn
geworden Een forsch optreden van den
Volkenbond zou voorts geen gevaar
behoeven te beteekenen voor de kleine
landen, zooals ook de minister schijnt
te vreezen.
Spr. betoogt, dat de gezamenlijke
macht der landen die den vrede willen,
nog grooter is dan die der bekende drie
aanvalsgroepen Spr. critiseert het op
treden tegen de wettige Spaansche
regeering. eri met name dat men nu
ook al aandringt op een verbod van
geldzendingen Dat terwijl het optreden
van Franco in de Middellandsche Zee
officieel als zeerooverij is bestempeld
Spr zegt dat Duitschers geruimen
tijd in het gebouw der Nederlandsche
legatie in Spanje spionnage hebben
kunnen bedrijven, terwijl een Duitscher
waarnemend gezant te Madrid was
De heer Sm een k (A.R.) noemt het
onjuist, de ontwrichting der wereld
aan den Volkenhond te wijten, al heeft
deze bond tallooze fouten.
Hoe zwak de bond ook echter Is,
wij mogen het werk voor het inter
nationale recht niet later verslap
pen. Onze kracht is gering, maar
toch is het onze roeping, de inter
nationale rechtsgedachte te helpen
bevorderen.
De heer Serrarens (R.K.) bespreekt
onder meer het grondstoffenvraagstuk.
De heer van der Goes van Na-
ters (S.D.) bespreekt de interneering
van aanhangers van generaal Franco.
De minister blijve het oog houden op
abnormale uitbreiding van het Duitsche
gezantschap met zoogenaamde cultuur
attachés.
0n6 land wordt overstroomd met
annexionistische propaganda van den
Duitschen staat. Spr. heeft echter niet
gehoord van stappen bij de Duitsche
regeering. De regeering make nu een
eind aan de aanranding van onze onaf
hankelijkheid. Ook wijst spr. op de
gevallen van menschenroof aan onze
Oostgrens en op de talrijke arrestaties
in het grensgebied, waarbij men veelal
nooit te weten komt wat ten laste wordt
gelegd. Ernstige aanwijzingen voor
mishandeling zijn er ook.
De vergadering wordt geschorst tot
's avonds.
De omzet in 1937 tot nu toe
met ruim één millioen
toegenomen
IJMUIDEN, 30 Nov. De omzet van het
Staatsvisschershavenbedrijf over'Novem
ber 1937 bedroeg 1.031.192.— tegen
754.235.— over November 1936. Over de
elf maanden van 1937 bedroeg de omzet
6.793.791 tegen 5.589.R94 over dezelfde
periode van 1936. De grootere omzet be
draagt dus 1.206.097.
Bewijzen van medeleven
in de Eerste Kamer
's-GRAVENHAGE, 30 November.
Bij het begin der vergadering der Eer
ste Kamer heeft hedenavond de voor
zitter, mr. W. L. baron de Vos van
Steenwijk, de volgende woorden ge
sproken*
„Deernis met Hare Koninklijke
Hoogheid de Kroonprinses heeft ons
allen diep vervuld, toen gistermorgen
de mare zich verspreidde van het
ongeval Hoogstderzelver Gemaal
overkomen.
Naar Hare Majesteit de Koningin
gingen onze deelnemende gevoelens
mede zeer levendig uit.
Van Ganscher harte verheugen wij
ons over de bevredigende berichten,
welke ons sinds dien bereikten, en
bidden het Koninklijk Huis en der
natie toe, dat het God den Heere
goedgunstizlijk moge behagen, de
ernstige zorge, welke over Nederland
is gebracht, alsnog zij het spoedig
weg te nemen".
De Kamer hoorde deze woorden
staande aan. Acht ministers waren
aanwezig.
De Minister van Algemeene Zaken
de heer Colijn heeft daarna het volgen
de gezegd:
,,Het kabinet sluit zich van heeler
harte aan bij de warme woorden,
welke u gezegd hebt naar aanleiding
van het ongeval dat den Prins der
Nederlanden heeft getroffen Ook wij
verheugen ons, dat de berichten van
hedenavond ons de hoon mogen doen
koesteren, dat de gevolgen minder
ernstig zullen zijn dan gisteren werd
verwacht. Wij vereenigen on9 met
uw gebed, dat het God moge behagen
Hem een spoedig en algeheel herstel
te schenken".
Vervolgens werden verschillende
wetsontwerpen aangenomen.
Herdenking door een kleine
honderd manschappen
van de cavalerie
's-GRAVENHAGE, 30 November. -
In den nanqjddag van den 30sten No
vember 1813 tegen 4 uur 6tapte de
Prins van Oranje, zoon van Willem V
te Scheveningen aan wal, verwelkomd
door de naar Oranje verlangende me
nigte. Nederland had zijn onafhanke
lijkheid herkregen.
Op dezelfde plek en hetzelfde tijd
stip stonden hedenmiddag een kleine
honderd manschappen van de cavale
rie, n.l. het escadron van ritmeester
P. W. Pieters, ter sobere herdenking
van dit voor onze historie zoo belang-
riike gebeuren.
Ritmeester Pieters schetste in een
korte toespraak tot zijn escadron de be-
teekenis van hetgeen op 30 November
1813 op deze plaats geschiedde, gelijk
hij op 17 November j.l. de herinnering
aan de herkrijging van Nederland's on
afhankelijkheid bij zijn manschappen
had verlevendigd.
Men zong daarop gezamenlijk het
eerste couplet van het Wilhelmus en
met een driewerf „Leve Oranje" werd
deze eenvoudige herdenking besloten.
Wederom drie personen in de
hoofdstad aangehouden
AMSTERDAM, 30 November. De
centrale recherche heeft in samenwer
king met de Koninklijke Marechaussee
te Apeldoorn vandaag wederom drie
personen gearresteerd, die ervan ver
dacht worden betrokken te zijn bij den
inbraak op 9 November in de woning
\an den houtvester van H.M. de Ko
ningin. den heer J. C. E. C. N. Mulder
aan den Amersfoortschen Weg te Apel
doorn, waarbij zooals men zich herin
neren zal een hoeveelheid effecten ter
waarde van tienduizend gulden, als
mede een aantal gouden en diamanten
sieraden zijn gestolen.
Het zijn twee mannen en een vrouw,
allen te Amsterdam woonachtig. De
vrouw en één der mannen hadden tot
voor kort hun domicilie in het Gooi.
Een aantal der gestolen effecten ter
waarde van f 6700 is bij hen terugge
vonden. Zij zijn opgesloten in het
hoofdbureau van politie in afwachting
van hun transport naar Apeldoorn. Het
staat nog niet vast, of men met do da
ders dan wel met helers te doen heeft.
Het onderzoek wordt nog voortgezet.
Voorstellen tot de bepaling
van een kleiner contingent
en van een korteren
oefentijd
's-GRAVENHAGE, 30 November.
De Tweede Kamerleden IJsselmuiden.
Steinmetz, Ruijter, Stumpel, en Groen
hebben eenige amendementen voorge
steld op het wetsontwerp tot wijziging
van de dienstplichtwet.
Voorgesteld wordt artikel 13 der wet
als volgt te lezen:
Vrijstelling wegens broederdienst
wordt zoo verleend, dat van een even
getal broeders de helft en van een on
even getal de grootere helft moet die
nen, waarhij als regel de broeders om
den ander zullen worden vrijgesteld en
overigens naar door ons te stellen re
gelen.
Voorts wordt voorgesteld het aantal
dergenen, die moeten worden ingelijfd
vast te stellen in plaats van op 32.000
op 27.500.
In de derde plaats wenschen de voor
stellers den eersten oefentijd te wijzi
gen van elf maanden in zes maanden.
De Kamerleden Schilthuis. Oud, Joe
kes, Mevr. BakkerNort en Ebels heb
ben eveneens een amendement op het
wetsontwerp tot wijziging van de dienst
plichtwet voorgesteld, strekkende om
het contingent dienstplichtigen op 27.400
te brengen en den eersten oefentijd op
8 maanden te stellen.
UIT DE STAATSCOURANT
Bij K.B. van 27 November 1937 is be
noemd tot lid van den Voogdijraad te
Zwolle; mevrouw M. A. M. Moerman,
geboren Veersema, wonende te Kam
pen.
AMENDEMENTEN OP DE DEFENSIE-
BEGROOTING
's-GRAVENHAGE, 30 November.
De Kamerleden Schilthuis, Oud, Joekes,
mevr. BakkerNort en Ebels hebben
een aantal amendementen op de be
grooting van defensie ingediend waar
van de bedoeling is vooralsnog geen
gelden uit te trekken voor den eersten
termijn van aanbouw van een vervan-
genden kruiser.
DE POSTVLUCHTEN
Pe positie der postvligetuigen was
heden;
Uitreis: Oehoe te jodphur. Buizerd te
Napels. Nandoe te Singapore.
Thuisfeis: Reiger te Bagdad. Pelikaan
te Singapore. Torenvalk te Amsterdam.
De Pelikaan is op de thuisreis te
Jodphur geland
95. Het was een heele toer om in de duh
ternis te zoeken. Natuurlijn had de dokt*
een zaklantaarn meegenomen t'ndelj]
vond hij een spoor Aan de scherpe ounia
van een cactusplant vond ho een paar dit
den van de lurk van Jet.
96. De bediende Hassan deed ook tfi
ontdekking. Hij zag tusschen de stmke
een paar dienaren van den Amerikota.
Men vermoedde nu natuurlijk, dal de Arrt
rikaan hier de hand in had.
Hij zal Donderdagavond niet
dirigeeren
AMSTERDAM, 30 November. Van
morgen is prof. dr. Willem Mengelbert
in de badkamer van zijn woning ko
men te vallen, waarbij hij licht in htt
gelaat werd gewond.
Het concert, dat prof. Mengelberg ai
Donderdagavond zou leiden, zal wor
den gedirigeerd door Eduard van Bé-
num.
ONDER AUTO GERAAKT
EN GEDOOD
's-HERTOGENBOSCH, 3 Nov. Vanmid-
dag om half drie is ter hoogte van ds
nieuwe kazerne op den rijksweg naar
Utrecht, te Hedel, de 76-jarige G. d«
Klein, die stond toe te zien bij het terug
zetten van een auto onder het voertui?
geraakt en op slag gedood.
FEUILLETON
Vrij naar hel Engelsch
door ANNIE S. SWAN
IB)
De deur van de kleedkamer was wijd
open en het volgende oogenblik was ze
er binnen en achter het scherm verbor
gen. Een flauw lichtschijnsel drong *an-
uit de ziekenkamer tot de kleedkamer
Idoor. Het verbaasde Christina, dat in de
kamer van miss Dempster alle lichten
brandden. Terwijl ze nauwelijks adem
durfde te halen, dook ze op den grond
achter het scherm ineen en luisterde
Eenmaal knapte het vuur en de asch
viel met een zacht geritsel op den haard
Daarna hoorde zij ineens een ander ge
luid, dat veel weg had van het geknars
van een sleutel, die in een slot omge-
jdraaid wordt.
Onmiddellijk hief Christina haar hoofd
op en zag met groote belangstelling en
verbazing, dat Dalgleish, met haar "U2
naar de kleedkamer gekeerd, blijkbaar
'drukke pogingen aanwendde om de
kastdeur open te krijgen. Ze probeerdp
een ontelbaar aantal sleutels met een
voorbeeldig geduld, een betere zaak
waardig. Tenslotte werd haar moeite be
loond: een krakend geluidje, een nik en
'de kast was open. Het was pen gewone
linnenkast, met drie rliepe planken, die
ze dikwijls van binnen aanschouwd had.
Nu echter staarde zij er in. alsof ze h?t
kling nog nooit eerder gezien had en
verwachtte er ongehoorde schatten in ie
vinden. Er stonden een paar flesschen
en twee doozen in. Dalgleisch nam ze
er een voor een uit en bekeek ze met de
grootste belangstelling.
Ze werd in haar bezigheid gestoord
door het geluid van de voordeurbel. On
middellijk dook Christina ineen en hield
haar adem in. Maar Dalgleish duwde
haastig de kastdeur dicht en ging door
de deur van de ziekenkamer naar bui
ten, zoodat ze niet zoo dicht in de na
bijheid van Christina kwam, als leze
verwacht had.
Het duurde twee minuten, voordat zij
ze samen naar boven hoorde komen en
de kamer binnengegaan op dezelfde
wijze, als waarop Dalgleish haar verla
ten had.
Zonder ook maar een blik op het ned
te werpen, liep Ruthven naar de kast en
gooide de deur open. Ook hij nam de
fleschjes er één voor één uit en bekeek
hun inhoud zorgvuldig. Die was echter
heel onschuldig. Een fleschje bevatte
een soort toiletwater, een ander eau-de-
cologne en het derde cognac. Toen tilde
hij er een klein mahoniehouten medi-
cijnkistje uit en droeg het naar het ticht.
Vanuit Christina's schuilhoek kon zij
de helft \an de kamer overzien, waar
onder ook den haard. Het licht hing
boven den haard en de dokter stond er
bij Het was een keurig, klein kistje, Jat
in vele Indische plaatsen dienst gedaan
had en deel uitmaakte van de weinige
bezittingen van haar vader, welke Alice
hehonden had. Het bevatte minstens een
dozijn kleine fleschjes en een paar
laatjes, waar verschillende geneesmid
delen in bewaard werden. Ruthven ba-
rook en bekeek ze allemaal.
„Dit staat me heelemaal niet aan.
mrs. Dalgleish. Alles kan wel in zoo'n
ding bewaard worden, of er uit komen.
We moeten haar in de gaten houden,
dat wil ik u wel verzekeren. Miss Har
man heeft me verteld, dat ze het groot
ste gedeelte van haar leven in Indië
doorgebracht heeft en van de inboorlin
gen daar heeft ze waarschijnlijk heel
wat over geheime en gevaarlijke bedwel
mende middeltjes geleerd."
Dalgleish's mond ging open van ver
bazing.
„Ik zeg je,"herhaalde hij, „dat we haar
gangen nauwkeurig na .oeten gaan.
Ik ben er bijna zeker van, dat zij de oude
dame verboden dingen gegeven heeft.
Kon ik dit kistje maar meenemen en den
inhoud er van grondig onderzoeken."
„Kunt u de fleschjes niet om en om
meenemen?" opperde Dalgleish sluw.
„Ik heb den sleutel en u zoudt er eiken
nacht één om kunnen ruilen."
Ruthven schudde zijn hoofd.
„Dat is veel te gevaarlijk. Ze zou het
zeker merken. Neen. neen, mrs. Dal
gleish, het eenige wat we doen kunnen
is haar voortdurend bewaken."
„Maar hoe kunnen wij dat overdag
doen? We kunnen niemand vertrouwen,
behalve Meikle."
„We kunnen slechts wachten hoe
de zaak zich verder ontwikkelt," ant
woordde de dokter voorzichtig. „We kun
nen later wel zekere proeven nemen. In
dien tusschentijd kunt u er voor zor
gen, dat, terwijl u er bij bent, uw mees
teres haar drankje regelmatig krijgt."
„Dat zal ik zeker doen. De arme ziel.
te denken, dat ze misschien langzaam
maar zeker vergiftigd wordt."
De dokter viel haar niet een scherp
„sttl" in de rede en hield zijn wijsvin
ger waarschuwend in de hoogte. „U
moet ontzettend op uw woorden passen,
mrs. Dalgleish. Ik zou mijn verdenkin
gen zelfs niet aan Meikle mededeelen."
Hierop ging hij naar het bed en be
steedde eindelijk zijn aandacht aan zijn
patiënt.
„Ze is" erg koud, mrs. Dalgleish. Ik
ben bang, dat ik u moet vragen een
paar kruiken te vullen, die dicht tegen
haar aan te leggen en ook nog een
paar extra dekens te halen. De levens
vonk is na middernacht op zijn laagst
en zij is al heel ver heen."
Dalgleish draaide zich bij deze on
heilspellende woorden haastig om en
liet de kastdeur open.
„Ik heb den grooten ketel op het vuur
gezet; ik heb er zelf voor gezorgd, voor
dat ik naar boven kwam, dokter. Ik zal
hem even halen."
Ze- ging onmiddellijk weg en liep dit
keer door de kleedkamer, zoodat haar
stijve rokken langs het scherm ritsel
den, nog geen paar centimeter van de
hurkende gestalte er achter af.
Zoodra hij alleen gelaten was, liep
de dokter naar het tafeltje, dat tusschen
de ramen stond en Christina hief haar
hoofd weer op. Ze zag hoe hij uit zijn
zak een klein pakje te voorschijn haal
de, dat hij voorzichtig open maakte. Hij
loste een gedeelte van een wit poeder in
water op en gaf dat miss Dempster,
blijkbaar met groote moeite, en Christi
na bewoog zich gevaarlijk dicht naar
de deur toe om het hem te zien doen.
Toen liep hij naar de kast terug,
vouwde iets in een stukje blauw papier
en stopte dat in een van de laatjes van
het medicijnkistje.
Christina sloeg hem nauwkeurig ga
de en niets ontging haar. Ze zag. dat
hij niets uit het kistje haalde, maar er
iets vanuit zijn eigen zak instopte, een
feit, dat zij zich goed in haar nimmer
falende geheugen prentte.
Toen Dalgleish moeizaam de trappen
met haar heet water kruiken opgeklom
men kwam. stond hij netjes hij het
vuur, met ziin handen op zijn rug.
„Dat is uitstekend. Het zal haar goed
doen," zei hij hartelijk, terwijl hij er
een van haar aannam en de dekens
terugsloeg.
„Ik zal haar alles geven, wat ze van
nacht nog noodig heeft en als u zin hebt
om in een luien stoel een dutje te doen,
kunt u gerust uw gang gaan. Als u
vannacht zooveel rust kreeg, dat u mor
gen niet behoeft te slapen, zou het mis
schien in ons belang zijn."
„Ik zal morgen niet slapen, dokter,
daar kunt u op rekenen. Ik zal die too-
verheks wel in de gaten houden."
„Ik weet, dat u uw plicht in het be
lang van uw meesteres zult doen, maar
u moet vooral niet onvoorzichtig zijn.
Als miss Harman weet, dat wij ook maar
de minste verdenking tegen haar koes
teren, zal ze onmiddellijk zorgen op haar
hoede te zijn en dan komen we mis
schien niets verder."
Dalgleish schudde haar hoofd en de
dokter deed zijn overjas aan, waarmee
hij binnengekomen was en ging door de
kleedkamer naar buiten, gevolgd door
mrs. Dalgleish. Zoodra ze de eerste helft
van de trap af waren, sprong Christina
op en snelde het portaal over, de trap
op naar haar eigen domein. Daar kroop
ze huiverend onder de dekens en bleef
op fluisterenden toon nog langen tijd
herhalen: „Allemachtig, wel allemach
tig".
HOOFDSTUK XTII
Een vriendelijk gezicht
Dien volgenden ochtend zag Christi
na er ongewoon bleek uit en er lag een
zenuwachtige, bezorgde uitdrukking in
haar oogen. Dit ontging Alice niet en
een keer vroeg ze het meisje, of ze zich
wel goed gevoelde.
Christina keek alleen maar verschrikt
en zei „Ja." Ongeveer om drie uur dien
middag kwam Christina boven met het
bericht, dat er een dame in de salon
was, mi's. Marshall King.
Ze aarzelde een oogenblik. Ze was
vreemd verlangend om haar te zien,
maar durfde de kamer niet te verbaten
uit vrees, dat Dalgleish haar plaats i*
zou nemen. Dalgleish was den geheel»
dag zeer opdringerig geweest, was ondei
allerlei nietige voorwendsels herhaalde
lijk de kamer in en uitgeloopen en hai
zich niet in het minst gestoord aan d<
scherpe opmerking van Alice, dat haat
diensten niet noodig waren.
„Ik zou mrs. Marshall King graal
even spreken", zei ze. „Blijf jij hief
Christina, en verlaat onder geen voof
waarde de kamer".
„Neen, miss Alice. Maakt u zich daar
over maar niet bezorgd. Ik zal hier aj
een klit blijven hangen, wat Dalglei^
ook doet of zegt".
Alice vond mrs. King alleen, een keu
rige, innemende gestalte in een langefi-
nauwsliiitenden mantel en een alleraar
digst hoedje. Ze stond glimlachend pp
om het meisje te begroeten en het vk'
haar onmiddellijk op hoe bleek en u>5'
geput ze er uit zag.
„Lieve, u ziet er uit. alsof u weken
in een ziekenkamer opgesloten gewé#1
hent'.
„Dat hen ik ook. mrs. King. Sinds dan
dag. dat wij elkaar ontmoet hebbeP-
heeft miin tante haar kamer "moeten
houden. Ze heeft ean soort beroerte p*
bad, toen wij thuis kwamen en is heel
ziek geworden".
..Maar nu is ze toch. hoop ik, wew
herstellende?"
Alice schudde, haar hoofd.
„O. neen. Tk ben hang. dat haar Pf'
val hopeloos is. Gisteren is er een
fessor bij geweest, en die heeft ons erpn
hoon meer gegeven."
„Wie hebt u gehad?"
„Professor Gardiner."
(Wordt vervolgd).