HUISELIJKE MISERE IN
AMERIKA
'sW erelds'
.draaiboek
HET HELSCH
COMPLOT
Een roekelooze
sportvlieger
Zware straffen
Kinderhoekje
„RADIJSJES LANGS
DESPOORBAAN"
tegen inbrekers
geëischt
Qeorge en Bill
Het groene oog
van Baa-al
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
VRIJDAG 10 DECEMBER 1937
OKV/ORST
£LDERsC^E
elEvbRP^st
A«PJ«r
AMERIKAANSCHE BRIEVEN
Geweldige stukken gronds
in Amerika zijn nog steeds
niet in cultuur gebracht
MOMENTEEL zit ik met een ge
barsten ruit, twee doorloopende
kranen van de heetwaterleidirig,
een lek in het dak van dé met glas af
gesloten verandah en een geweldige «hap
uit den gangmuur.
Er zijn nog meer dingen, die mij erge
ren in mijn nieuwe flat als radiateurs van
de centrale verwarming, die zoo onder de
verf zitten, dat zij niet dichtgedraaid kun
nen worden. Deuren, die niet goed in het
slot springen en ramen, die van boven
niet geopend kunnen worden. Ik wil mijn
lezers niet vervelen met een opsomming
van mijn huishoudelijke beslommeringen
op het Amerikaansche platteland, maar al
leen vragen zich een oogenblik in
mijn toestand te verplaatsen. Wel, hoor
ik uitroepen, dat is nog al makkelijk! Laat
een mannetje komen voor een paar kwar
tjes. die dat allemaal opknapt. Voor eenige
kwartjes kr ij g e n wij hier geen mensche-
lijke hulp, wanneer men bedenkt, dat een
loodgieter twaalf of een schilder vijftien
dollar per dag verdient. En in Amerika
doet een timmerman niets dan timmeren
en een schilder hanteert uitsluitend de
kwast, waarmede ik maar zeggen wil, dat
allerlei soorten handenarbeid sterk gespe
cialiseerd zijn en het onmogelijk is een
vakman tq krijgen, die er een paar kent.
En wanneer hij dat zou kennen, wordt het
hem door ziin lidmaatschap van de vak-
vereeniging onmogelijk gemaakt. De vak-
vereeniging in Amerika is een instelling
van betrekkelijk jongen datum, maar sinds
zii zich van haar macht bewust is gewor
den, werd zii hoe langer, hoe veeleischen
der tot op het iyrannieke af.
Een kleine variatie op dit thema
wordt gevormd door het dienend perso
neel in huis, dat niet alleen moeilijk te
krijgen is en voor het grootste deel uit
buitenlanders bestaat, maar dat handen
vol geld kost en zich in voorrechten
verheugt eigen badkamer en zoo
waardoor het hebben van een meid of
een knecht een veel grooter luxe is dan
bij ons een auto te hebben. Maar zelfs
indien ik het vereischte tarief van zoo
veel dollar per uur aan een timmerman
of loodgieter betalen wil om een kar
weitje te komen opknappen, is het bij
kan®; onmogelijk orn hem er toe te be
wegen. Dat lijkt eenigszins zonderling
in verband met de heerschende werk
loosheid en toch is het een feit! Daar
voor zijn wel eenige oorzaken aan te
geven, die mijn lezers wat vreemd in
de ooren zullen klinken, maar toch van
gewacht zijn. De groote afstanden bij
voorbeeld! Een Amerikaansch dorp kan
de oppervlakte van een Nederlandsche
stad beslaan en we rijden hier niet per
fiets rond of komen even met. een tasch
gereedschappen aanwandelen. Vandaar
dat het niét de moeite loonend wordt
gevonden, zelfs niet wanneer de man
heelemaal zonder werk zit.
Een heel huis bepleisteren? Met ple
zier! Maar een afgebrokkelden hoek in
de gang bijwerken? Merci! Nu heb ik
al veel bij de hand gehad en zelfs nieu
we ruiten ingezet, toen ik een heel huis
bewoonde, dat afgelegen tusschen de
heuvels lag. Ik vond het zelfs niet erg
om een muur in den kelder waterdicht
te maken tegen het doorlekkende
sneeuwwater, maar op het oogenblik
woon ik op een verdieping van een
ouderwetsche groote villa, die in alle
opzichten inwendig gerestaureerd en
gemoderniseerd werd door de eigenares,
die haar fortuin zoo goed als geheel
kwijt geraakt is en door verhuren een
deel van haar grondbelasting kan be
talen. Zij beloofde al weken geleden
voor de kleine reparaties te zullen zor
gen en o.a. de dubbele ramen tegen de
winterkoude te laten aanbrengen, maar
ik werd juist, door haar opgebeld en
kreeg de klacht te hooren, dat zij nie
mand met geld noch goede woorden kan
vinden, die het een en ander doen wil.
DEZE huiselijke misère vaneigen on
dervinding is in zekeren zin de af
schaduwing van hoe het in het groot
in Amerika toegaat op allerlei gebied.
Van Loon heeft in zijn „Indiscret Itine
rary" in een beschrijving van Neder
land erop gewezen, dat onze boeren
radijsjes langs de spoorbanen planten.
Spoorbanen in Amerika bestaan ge
meenlijk niet uit die sappige klei als bij
ons, maar het. idee is wel duidelijk, nl.
om het kleinste plekje grond nog ren
dabel te maken, al is het maar voor
eigen gebruik. Zoo iets is werkelijk on
denkbaar in dit land, waar enorme stuk
ken gronds zelfs niet in aanmerking
komen om bebouwd te worden. Het ligt
niet in den Amerikaanschen aard om
zich op die manier wat extra inkomsten
te verschaffen. Niet ver van mijn dorp
ligt een stadje, dat een vrij groot per
centage inwoners bezit, die uit het land
van Mussolini gekomen zijn, voor de
immigratie stil werd gezet. Gelijk hef
meestal met die nationaliteit gebeurt,
kluiten 7ij bij elkaar en zijn er ook in
Mount Kisco bepaalde straten aan te
wijzen, waar huis aan huis „Sicilianen"
wonen, zooals zij hier in de buurt ge
noemd worden.
In het algemeen gesproken zijn de
Italiaansche landverhuizers tot de
armere klasse blijven behooren. Het
zijn de wegwerkers en tuinlui bij
uitnemendheid op het platte land,
die nooit rijk worden en zich meest
al in uiterst talrijke families ver
heugen. In Mount Kisco is een Sici-
Iiaansche straat, waar aan een zijde
de huizen aan den voet van een
berg liggen en wat krijgt men daar
te zien? Tegen de berghelling op
zijn tuintjes aangelegd, moeizaam
met rotsblokken omgeven tegen het
wegspoelen door den regen en met
goede teelaarde voorzien, die in
mandjes naar boven wordt gedra
gen. Ik geloof niet, dat deze men-
schen nog huur zullen moeten be
talen voor hun groenten- en vruch
tentuintjes, die zij daar tegen den
kalen rotswand aangelegd hebben
en wat zij er dus vandaan halen,
komt op eigen tafel of kunnen zii
verkoopen.
Italianen planten wel „radijsjes langs
de spoorbaan", indien zij daar eenige
kans toe zien. Het is misschien een beet
je verbeterd door de laatste magere ja
ren, maar nog altijd is het volk door
drongen van het feit, dat dit land een
rijstebrijberg is als geen ander en waar
men zich in de eerste eeuwen niet door
heen kan eten. Getuige bijvoorbeeld
weer de laatste proclamatie van den
President naar aanleiding van Thanks
giving en waarin op den overvloed ge
wezen wordt.
Dit is allemaal zeer juist, maar schat
rijke ouders doen ook verstandig, wan
neer zij'hun kind de waarde van het
kleine leeren en in dit opzicht is Oom
Sam altijd een zeer onverstandige vader
voor zijn kinderen geweest. Hij heeft
hen altijd hun gang laten gaan, ook
al plukten zij den boel kaal, zooals het
omhakken 'van bosschen en omspitten
van grasgrond. Maar in de laatste jaren
is hij tot inkeer gekomen en brengt hen
met nog niet veel succes aan het ver
stand, dat wie het kleine niet eert, het
groote niet weerd is. Intusschen regent
het bij mij door de gebroken ruit bin
nen!
RECHTSWEZEN
's-GRAVENHAGE, 9 Dec. De Haag-
sche rechtbank veroordeelde heden in
hooger beroep den 23-jarigen student R.
ver L. van Th., die op 15 September van
het vorig jaar met een door hem op het
vliegveld Ypenburg gehuurd sportvlieg-
tuig boven den Nieuwen Waterweg ter
hoogte van Maassluis zulke roekelooze
capriolen heeft gemaakt, dat hij met het
toestel is afgegleden cn in het water is
terechtgekomen, tot een geldboete van
f 100, subs. 50 dagen hechtenis.
Hem was overtreding van art. 10 der
luchtvaartwet (de luchtvaart uitoefenen
op een zoodanige wijze, dat er gevaar
ontstaat voor de openbare orde of veilig
heid) ten laste gelegd.
De Delftsche kantonrechter had hem
daan-oor tot een geldboete van 200.
veroordeeld.
V
node
Yreesefijk eenwtidig:
'nV-vormig verkeers
bord bet eekent, dot
o 'n Voorrangsweg
nadert, waarop het
verkeer voorrang
heeft, onverschillig
of het voor e van
links of van rechts
komt.
Let op de V-borden:
Is voor uw eigen
veiligheid!
AMSTERDAM, 9 December. De of
ficier van justitie, mr. L. de Blecourt,
eischte vandaag drie jaar gevangenis
straf tegen twee recidivisten, een chauf
feur en een melkslijter, die zich te ver
antwoorden hadden wegens drie inbra
ken in September j.l. gepleegd.
„De heeren dieven en inbrekers
moeten nu maar eens weten, dat,
wanneer ze „voor schut gaan" en
hier op de Prinsengracht terecht
komen, niet met zijden handschoen
tjes worden aangepakt. De donker
ste dagen van het jaar naderen, we
kunnen elkaar hier vanmorgen in
de zaal al bijna niet zien, en de in
brekers maken al te graag van de
duisternis gebruik. Laat onder hen
de mare maar eens van mond tot
mond gaan, dat men voor een in
braak eenige jaren wordt opgebor
gen.
Dat zal de veiligheid in onze goede
stad Amsterdam aanmerkelijk verhoo-
gen", zeide de officier in zijn requisi
toir, dat door het tweetal, dat ontken
de, onverschillig werd aangehoord.
„Ik ben er niet geweest", merkte de
eerste verdachte op, de tweede was ge
zien de pertinente getuigenverklarin
gen waarin b«ide verdachten herkend
werden voorzichtiger. Wel was hij in
de woning in de Dintelstraat, waar zoo
wel op de eerste als de tweede etage
was ingebroken, geweest, maar gestolen
had hij niets. In totaal misten de be
woners toen zij thuis kwamen ongeveer
f 250.en een aantal sieraden.
Op 10 September zouden zij hebben
ingebroken in een perceel aan de N.
Heerengracht, waar eenige radiotoe
stellen verdwenen bleken te zijn. Ook
dit misdrijf ontkenden zij.
Vonnis 23 December.
iniEA/ Hollywoodsche publiciteits-agent
vond op een morgen het scenario
van een nieuwe film op zijn bureau:
„Midzomernacht droom" door William
Shakespeare. Met al het Jeugdig vuur en
de kordaatheid van een Amerikaansch
zakenman nam hij de telefoon op en
vroeg het archief„Say, who is this Bill
ShakespeareHebben we 'n foto van hem
en is dit zijn eerste boek?" Toen deze ge
schiedenis aan Shaw verteld werd op een
officieel diner, antwoordde de groote
G.B.S.: „Dat is iets, wat mij nu nooit kan
overkomen. Dat is het voordeel van in
een modernen tijd te leven en Shaw te
zijn."
George Bernard Shaw is een nationale
instelling in Engeland en Shaw over
Shakespeare trekt evenveel de aan
dacht als een bokswedstrijd of een voet
balmatch en dat wil wat zeggen. Nooit
kan hij het nalaten in zijn stukken, die
dikwijls meer kleerenhangers zijn voor
ideeën dan echt tooneel, Shakespeare
te hekelen. Als hem dat verweten
wordt, beroept hij zich op wat hij ge
daan heeft en zegt dan: „En wat heeft
Shakespeare gedaan? Mooi Engelsch
geschreven." Én het is waar, Shaw
heeft meer gedaan voor de emancipatie
van de vrouw, voor de verbreiding van
het socialisme en de moderniseerin;
van onze ideeen dan zelfs Ibsen of Gor
ki, en heeft nu al meer beteekend dan
Shakespeare.
G. B. S. staat boven de censuur. Toen,
nu net een jaar geleden, Engeland de
regeeringscrisis beleefde, was Shaw de
eenige, die zich precies uitsprak over
de kwestie-Sirnpson. Hij schreef een
fabel, die de grootste bladen publiceer
den en waarin hij een koning met een
aartsbisschop laat lunchen en waarin
de koning als een kleine jongen er van
langs krijgt, omdat hij wil trouwen. I>
laatste zin luidde: „De koning zuchtte
maar eens en keek naar den bisschop,
die alles opat behalve zijn bord."
Aangezien de bisschop van Canter
bury de reputatie heeft een gourmet te
zijn, wekte deze zin groote hilariteit,
maar Shaw mag alles zeggen. Zijn ra
diolezingen worden ook niet van te vo
ren door de radio-autoriteiten gelezen,
een privilegie, dat niemand andars in
Engeland heeft, zelfs de premier nipt.
Shaw ontvangt dus bij zijn leven al de
eer, die een
nationalen
dichter toe
komt.
Toen men
G. B. S. eeni-
gen tijd gele
den vroeg, hoe
hij met zijn
nieuwe stuk
opschoot, ant
woordde hij:
„Ik heb mijn
vrouw een
stuk laten le
zen en ze was
gechoqueerd
over Shake
speare's taal.
„Niemand be
greep die op
merking, tot het bekend werd, dat hij
„Cymbaline", een van Shakespeare's
minder bekende stukken, ging opvoe
ren. Was hij eindelijk tot de erkenning
gekomen van Engeland's grootsten
schrijver van „blank vers",
Nee, hij had alleen Shakespeare her
schreven, omdat hij hem saai vond. Er
was meer uit te maken, dacht hij en
veranderde de heele laatste acte. Deze
acte wekte juist den lachlust op. De
karakters waren gechargeerd en de in
trigue anders niet zijn sterkste
punt was verscherpt. Er komt een
opmerking in voor, dat tegenwoordig
een koning niet eens rneer de vrouw
kan huwen, die hij lief heeft. Het is de
soort aardigheid, die alleen Shaw zich
kan permitteeren en waarvan hij clan
ook met genoegen gebruik maakt. Het
stuk loopt met groot succes.
Shakespeare moet het altijd ontgel
den. Het is het meest amusante on
derwerp van Shaw's groote repertoire.
In Nederland wordt in den komkom
mertijd het Loch Ness-monster van stal
gehaald, in Amerika wordt weer eeris
de baby van Lindbergh gevonden, maar
in Engeland gaat men Shaw intervie
wen. Eens heeft hij gezegd, dat de eer
ste drie letters van zijn naam het eenige
was, dat Shakespeare met hem gemeen
heeft. „Och, voegde hij er aan toe, dat
plezier gun ik hem vraag." Een lezing
111. Maar daar was iets vreemds te zien.'
Vlak onder den steen was een gemetseldij
trap. Waar een trap is moet ook een hi/-
gang te vinden zijn, redeneerde jet en it
had niet heelemaal ongelijk.
112. Het was nu alleen nog maar de vruot
of die uitgang niet gesloten was. Of (M
daar weer nieuwe gevaren zouden opda
gen. In ieder geval was het 't beste oft
eens te gaan kijken. Voetje voor voelli
ging Jet de trap af.
in Nieuw Zeeland begon hij eens: ,.D?
drie grootste dichters Homerus, Sha
kespeare en Shaw
Het zou wel eens de moeite waard
zijn Shakespeare over Shaw te hoorem
in hexameter zonder franjes. Shake
speare zou het in hatelijkheid beslistj
winnen.
FEUILLETON
Vrij naar het Engelsch
door ANNIE S. SWAN
2-D
„Houd -je mond,"zei Patrick Ruthven
woest en zijn vader bij een arm nemend,
bracht htj hem met geweld de kamer
uit. Toen de deur achter hen dichtviel,
ademde het gezelschap zichtbaar ver
licht op.
„Mijn lieve hemel!" zei de kleine pre
dikant zenuwachtig. „Wat een buiten
gewoon onaangename menschenl Wie
zijn het eigenlijk?"
Niemand gaf antwoord. Dr. Guthrie
besteedde al zijn aandacht aan Alice,
die zeer onldaan was door den plotse-
lingen, woesten aanval. Ze huilde niet,
maar haar gezicht was doodsbleek en
ze scheen blii te zijn in een stoel neer te
kunnen vallen.
„Stoor je niet aan hen, mijn lieve
Alice Het is hen duidelijk aan te zien,
dat ze alleen maar teleurgesteld zijn.
omdat zij zelf zoo weinig gekrpgen heb
ben." fluisterde rnrs. King, die naast
haar stond. „Het is niet de moeite
waard eenige aandacht aan hen te be
steden."
Ze trachtten haar te kalmeeren en na
.een tijdje gelukte hun dat inderdaad.
Intusschen had Ruthven in de hall
zijn verschrikkelijke razernij en wan
hoop den vrijen loop gelaten. Pat, die
doodsbenauwd was, dat zij.n vader een
toeval zou krijgen, slaagde er eindelijk
in hem het huis uit te brengen en het
eerste het beste rijtuig aanroepend,
reed hij hem naar zijn eigen huis op
het St. Patrick Plein. En daar gingen
zij zitten om de heele, afschuwelijke
situatie onder het oog te zien. Na een
stevigen dronk uit Pat's zwarte flesch
werd de oudere man minder opgewon
den en meer in staat den toestand re
delijk te bepraten.
„Je hebt je onmogelijk stom aange
steld, oude heer," zei Pat onomwonden.
„Ik was blij, dat ik je eindelijk het huis
uit had, dat heeft ons tenminste voor
verdere uitbarstingen behoed."
„Jij hebt gemakkelijk praten jij hebt
niets te verliezen. Ik daarentegen alles.
Om je de waarheid te zeggen, zal ik het
land moeten ontvluchten. Ik had op dit
geld gerekend om ergens opnieuw (e
beginnen. Weet je, dat ik het heele
Turnhull-legaat opgemaakt heb en dat
de jonge Edward Turnbull een beetje
ongerust begint te worden er er op aan
dringt het geld nu eindelijk eens te ont
vangen? En dan die hypotheek van
Stenhouselee die heb ik ook opge
maakt."
„Maar waaraan?" vroeg Pat stom
verbaasd. „Het lijkt me, dat je er nog
al wild op los gelepfd hebt. oude heer."
„Ongelukkige speculaties. Pat. anders
niet," kreunde de oudp man. „Maar
één ding is zeker en dat is, dat, wan
neer ik niet een deel van dat geld In
mijn bezit krijg, ze me. voordat ik het
weet, in de gevangenis gestopt, heb
ben."
Paf. een toonbeeld van ellende, hegon
rusteloos de kamer op en neer te loo-
pen.
„Zeg eens eerlijk, oude heer. als we
dit teslament zouden betwisten, denk ie
dan. dat we cm schijntje kans hadden
om te winnen?"
„Ja, als jouw getuigenis tenminste
sterk genoeg is. Daar zou alles van af
hangen. Je zou bereid moeten zijn alles
te zweren. En Dalgleish ©n Meikle zou
den toch zeker achter je staan, niet?"
„Ja, die oude tante vooral, want die
zal wel razend zijn. Ze. verwachtte dui
zend pond En ik heb haar nog wel ver
teld, dat ze het zeker zou krijgen."
„Dat Is onze eenige kans. Maar waar
moeten we het geld voor de onkosten
vandaan halen?"
„Als je denkt, dat we een schijn
tje kans hebben, zou ik het geld mis
schien wel ergens kunnen leenen," zei
Pat rustig. „Als we verliezen, moeten
wij natuurlijk de onkosten betalen en
die zullen niet malsch zijn."
„Duizend pond, minstens, Pat. Maar
wie zou voor een dergelijk bedrag borg
willen staan? Ik wist niet, dat jij rijke
vrienden had."
„Laat dat maar aan mij over, oude
heer," antwoordde Pat met een eenigs
zins pedant air. „Vijftig pond! Hoe
durft die oude Kate, na al de zorgen en
moeite, die ik aan haar gehad heb. Als
al het andere mislukt, kan ik nog een
deel van haar bezittingen eisrhen voor
geneeskundige behandeling gedurende
een periode van vier jaar cn dat zal
nipt zoo weinig zijn."
„Daar zou ik mijn rekening ook aan
toe kunnen voegen", zei zijn vader.
„Dat zou in de honderden loopen en
misschien zouden we er de helft van
krijgen en dan zou het nog slechts een
druppel water in de zee zijn. Als jij ie
mand kon vinden, die bereid zou zijn
ons finantieel met dit. zaakje te helpen,
kunnen we het haar misschien nog be
taald zetten."
„Ik zal zien. wat ik doen kan en het
ie vanavond misschien laten weten,"
zei Paf. in wiens geest een plan aan het
rijnen was
Hij liep een eind met zijn vader mee
in de richting van het nieuwe ge
deelte van de stad, keerde toen op
zijn schreden terug en zocht den een6
zoo bekenden winkel van den ouden
Ros6land, in de West Bow, op. Door het
glazen scherm, dat om zijn bureau bij
de deur van de achterkamer stond,
kon hij het gebogen hoofd van den ou
den Rossland zien, die opschrok, toen
Pat plotseling als een geest naast hem
opdook.
„Hallo, ben jij het!" zei hij niet bijster
beleefd. „Dat is een onverwachte eer.
Wat is er aan de hand?"
Daddy Rossland, zooals hij door de
jongens, die met hem in aanraking
kwamen genoemd werd, was een
eenigszins goedaardig uitziend, oudere
heer, die heelemaal niet op den gewo
nen, geslepen geldschieter geleek.
„Ik zou u graag even onder vier oo-
gen spreken, Daddy," zei Pat Ruthven,
terwijl hij het erop waagde hem hij
den ouden, bekenden naam te noemen
Rossland kwam van zijn zetel af en
gooide de deur van de achterkamer
open, die als zitkamer ingericht was en
getuige geweest was van vele belang
rijke en enkele stormachtige tooneelen.
„Dus de oude dame is het hoekje om
gegaan," merkte hij veelbeteekenend
op. „Ik heb het bericht in de krant ge
lezen en Jess heeft me verteld, wat je
verwachtte. Is ze al begraven?"
„Ja, vandaag. We verwachtten, wat
we niet gekregen hebben. Daddy," zei
Ruthven somber. „Het testament, dat
vandaag voorgelezen is, heeft ons jam
merlijk in de ooren geklonken, dat kan
ik je wel verzekeren."
„Én?" zei Daddy.
„Dat valsche wicht, dat van Colches
ter hierheen gekomen is, heeft prac-
fisrh alles gekregen. Jess hepft u zek^r
wel van die. nicht verteld, die een paar
weken gelpden straatarm hierheen ge
komen is?"
„Ja, daar heeft ze me van verteld.
Zoo, dus zij heeft alles gekregen en jij
staat er naast? Dan moet je toch wel
heel stom gedaan hebben, Pat."
Pat haalde zijn schouders op.
„U, of ieder ander buitenstaander
heeft gemakkelijk praten," zei hij som
her.
„En waarom ben je nu eigenlijk hier
heen gekomen? Wat ben je van plan
nu te doen en wat zegt je oude heer er
wel van?"
„Mijn oude heer is nauwelijks in staat
iets te zeggen. Hij is bijna verlamd van
woede. Het is voor mij ellendig, maar
voor hem nog tien keer zoo erg. Daddv,
went hij is de laatste twintig jaar, prac-
zisch gesproken, de slaaf van de oude
Kate geweest en heeft er nooit een cent
voor gekregen
„Hoe is het dan gebeurd? Dat jonge
meisje moet wel verduveld geslepen
zijn."
Ruthven vertelde hem het geval in
groot3 trekken, waarnaar Rossland aan
dachtig luisterde
„Zoo, dus hij wil het testament be
twisten. Gelooft hij echt, dat hij een
schijntje kans heeft?"
„Ja Ik kan hem daarbij een heele-
hoel helpen. Ik heb achter de schermen
dingen gezien, die ik stil gehouden hal,
weet u, als het in mijn voordeel ge
weest was. Maar waarom zou ik dit
doen. nu zij ons van alles beroofd
heeft?"
„Ja, waarom? Maar het zal een kost
baar grapje worden. Je Vader zit er, ge
loof ik. niet bepaald goed bij, wel?"
„Hij bezit geen rooie cent. Daddy."
antwoordde Rulhven oprecht. „Kunt u
nu raden, waarvoor ik hier gekomen
ben? Ik kom terwille van Jess, zoowel
als van mijzelf, om u te vragen ons een
handje te helpen. Kijk niet zoo nijdig.
Daddv, maar luister naar rede en hoor
wat je ermee verdienen kunt."
Ruthven ging zitten, hoewel hem geen
stoel aangeboden werd en begon
zachten en ernstigen toon te spreken,
als iemand voor wien alles op het spel
staat.
Het was een lang onderhoud en toen
hij tenslotte de zaak in de West Bo*
verliet, nadat hij eerst voorzichtig om
zich heen gekeken had of er niemand
in de buurt was, die hem had kunnen
herkennen, liep hij met luchtige, veer
krachtige stappen, alsof hem een pa<
van het hart gevallen was Inplaat'
van naar huis te gaan ging hij opnieun
naar de St. Andrewstraat. waar hij om
ongeveer zeven uur aankwam.
Hij bezat den huissleutel van zij/>
vader, evenals zijn vader de zijne en
kwam, dus zonder te bellen binnem
Alles was donker klaarblijkelijk *83
zijn vader nog niet teruggekeerd,
weer uitgegaan
Hij ging het eerst het kantoor binnen
stak het gas op en zag toen op hel
bureau een cederhouten kistje staan-
Onmiddellijk schoot het hem te binnen
dat hpf in het testament aan zijn vadff
vermaakt was. Iemand moest het hier
heen gebracht hebben, tenzij zijn vad*f
het zelf was gaan halen. Ruthven. di'
van nature nieuwsgierig en bemoeizuch
tig was, probeerde, zonder een oogsh'
blik te aarzelen, of hij het slot OP?3
kon krijgen. Er was geen sleutel M
maar door zijn zakmes er handig in 19
steken, kon hij het deksel gemakkelij»!
oplichten.
(Wordt vervolgd)»