Getuigenisavond van
Kerk en Vrede
WAT DE AFDEELINGEN
BESPRAKEN
SUPINATOR
A. v. d. ZUIDWIND
BOUW VAN EEN
TUNNEL
TVTaDAT deze leden in groote trek-
ken meenen te hebben aange
toond, dat er geen reden is voor
pessimisme ook niet voor 1939 en
1940 stappen zij over naar de me-
dedeeling, dat het College voorne
mens is in 1918 een groot openbaar
werk door den Raad te laten goed
keuren. Zij juichen dit voornemen
van harte toe en zullen de plannen
voor den bouw van een nieuw po
litiebureau en een bureau voor
Maatsch. Hulpbetoon liefst zoo
spoedig mogelijk verwachten. Het
spreekt voor hen vanzelf, dat zij
deze plannen als afbetaling zullen
beschouwen op hun plan van open
bare werken, verleden jaar bij de be-
grootingsbehandeling verdedigd.
ZAMENHOF-AVOND
IN DE VALK
CHR. HISTORISCHE
KIESVEREENIGING
Als het oorlog wordt, wat moet ik
dan doen met Jezus?
REDE VAN HILBRANDT
BOSCHMA
dqunda
INGEZONDEN STUKKEN
2e BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DONDERDAG 16 DECEMBER 1937
STADSNIEUWS
De toestand bij den overweg naar
Soesterkwartier wordt
onhoudbaar
III
Betaling van rente en aflossing der
kosten voor het bouwen van dit politie
bureau c.a. uit den post meerdere ont
vangst uit het Gemeentefonds preferee-
ren zij sterk boven de wijze, waarop het
College oorspronkelijk meende deze
jaarlijksche lasten te moeten dekken. De
middelen worden op deze wijze onmid
dellijk. zonder dat er een principieel
verschilpunt met Ged. Staten kan ont
staan, aangegeven en dit kan niet an
ders dan een spoedige beslissing inzake
den bouw en het spoedig ter hand ne
men daarvan bevorderen, hetgeen we
derom zijn invloed zal doen gelden op
een spoedige meerdere werkverruiming
en op den post aan crisissteun voor 1938.
Evenwel zijn deze leden van oordeel,
dat we het eene kunnen dnen zonder het
andere na te laten. Verlenging der jaar
lijksche aflossing der leening 1925 voor
overname van gronden, bestemd voor
blijvend bosch en plantsoen, is alleszins
te verdedigen.
Dit bezit vertegenwoordigt meer
idéëele dan geldelijke waarde en de af-
lossingsduur mag zeker langer zijn dan
bijv. die voor woningbouw, die als regel
op 50 jaar is gesteld, terwijl de grond
voor woningbouw, gefinancierd uit
Rijks-voorschotten in 75 jaar wordt af
geschreven.
Een afschrijving van de waarde der
hier bedoelde gronden in 40 jaar is een
onevenredige belasting van de thans
levende generatie en een verlenging
hiervan tot 60 jaar kan slechts een be
scheiden verlangen genoemd worden.
Principieel verschil hierover bestaat
noch in het College, noch in den Raad
en deze leden verzoeken daarom het Col
lege de begrooting op dit punt alsnog
te wijzigen; eventueel een beroep te
doen op de Kroon, indien Ged. Staten
Weer hun goedkeuring hieraan mochten
onthouden en na goedkeuring de vrijko
mende gelden te bestemmen vóór het ter
hand nemen van meerdere openbare
werken, waarbij zij in de eerste plaats
denken aan een tunnel voor het Soester
kwartier.
In hun antwoord zeggen B. en W. dat
het hun genoegen doet. dat de plannen
voor den bouw van een nieuw politie
bureau en bureau voor maatsch. hulp
betoon in het algemeen worden toege
juicht. Het is den Raad bekend, dat in
het College over de wijze van financie
ring verschil van meening bestaat; het
is nu de vraag hoe de Raad hierover zal
beslissen. De invloed op den post. aan
crisissteun, voor zoover betreft het ge
deelte, dat voor rekening der gemeente
blijft, zal echter gering zijn.
Hoewel wij het er over eens zijn, dat
er geen gegronde redenen zijn aan te
voeren om de aflossing der leening 1925
voor overname van gronden, bestemd
voor blijvend bosch en plantsoen niet
over een langer tijdvak te verdeelen,
toch meenen B. en W„ dat het niet in
het belang der gemeente is, om thans de
begrooting op dit punt te wijzigen, zon
der dat uitdrukkelijk wordt aangewezen
voor welk doel het vrijkomende bedrag
zal worden besteed. Ter voorkoming van
vertraging der goedkeuring van de ge-
heèle begrooting zal een dergelijk be
sluit dan beter bij afzonderlijke begroo-
tingswijzigiging tot stand kunnen wor
den gebracht. B. en W. zullen gaarne
overwegen in hoever het mogelijk is een
voorstel te doen om de vrijkomende gel
den te bestemmen voor het ter hand ne
men van meerdere openbare werken.
Andere leden wijzen erop, dat gewag
wordt gemaakt van een meevaller ver
oorzaakt door een hoogere uit keering
uit het gemeentefonds en voorgesteld
wordt deze toe te voegen aan de reserve,
met het vooropgestelde doel dit bedrag
te bestemmen voor eerste dekking van
jente en aflossing voor gelden, henoo-
Idigd voor den bouw van een nieuw po
litiebureau. Tegelijkertijd wordt er me-
edeeling van gedaan, dat twee der wet
houders met deze bestemming der ver-
oogde reserve niet accoord gaan en een
andere wijze van financieering voor
staan. Hoewel zij zich kunnen vereeni-
én met het denkbeeld, dat deze gele
enheid wordt aangegrepen, om te ko-
~en tot een verbetering, die dringend
nodig is, toch willen zij er nadrukke-
ijk op wijzen, dat vorig jaar bij de he-
andeling der begroot ing door de Ka-
holieke fractie het verzoek gedaan is.
ni aan het gemeentepersoneel een kin
ertoeslag toe te kennen vanaf het vier-
kind.
Ret grootste deel van den Raad, en
pk de wethouders van financiën, heeft
tth toen in principe uitgesproken voor
toekenning van kindertoeslag, doch
6 verwezenlijking daarvan uitgesteld
0T op het oogenblik, waarop de kans
estond dit te bekostigen en daar hun
inziens dit oogenblik nu aanwezig is,
achten zij, hoe noodzakelijk zij ook vin
den, dat aan den bouw van een nieuw
politiebureau ten spoedigste wordt be
gonnen, toch het toekennen van zooda-
nigen kindertoeslag nog noodzakelijker
en stellen zij daarom de vraag of tege
lijk met het voorstel tot bestemming der
gelden voor het politiebureau een voor
stel zal worden ingediend tot toeken
ning van de zoolang verwachte en vurig
verbeide kindertoeslag.
Een enkel lid meent, dat op het i
genblik bij de regeering een voorstel
voor tegemoetkoming tan de groote gé-
zinnen, waarin verwerkt een meerdere
kindertoeslag, in overweging is en zou
daarom den uitslag hiervan willen af
wachten, alvorens zelf maatregelen te
nemen.
B. en W. antwoorden, dat het wel
hoogst moeilijk is om in volle objectivi
teit tegen elkaar af te wegen, aan welke
wenschen het eerst moet worden tege
moet gekomen, als er een enkel beschei
den voordeel in de gemeentebegrooting
is aan te wijzen. Immers de vraag, of te
gelijk met het voorstel tot bestemming
der gelden voor het politiebureau een
voorstel zal worden ingediend tot toe
kenning van een kindertoeslag aan het
gemeentepersoneel, moet reeds dadelijk
ontkennend worden beantwoord, omdat
het aangewezen voordeel te klein is om
beide lasten te dragen. Daarbij moet in
acht genomen worden, dat meerdere
wenschen zijn geuit en anderzijds op
moeilijkheden ten aanzien onzer finan
ciën is gewezen, waarvoor toch ook een
oplossing zal moeten worden gevonden.
Zonder zich nu over het meer of minder
noodzakelijke van een kindertoeslag
aan het gemeentepersoneel uit te spre
ken. willen B. en W. er dan toch wel op
wijzen, dat er menschen zijn. die in zeer
veel ongunstiger omstandigheden ver-
keeren dan het gemeentepersoneel en
waarvoor toch allereerst moet worden
gezorgd, zoo mogelijk door meerdere
werkeelegenheid. De meerderheid van
het College heeft vooral hierom de
noodzakelijkheid gevoeld, om het voor
dcel der hoogere uitkeering te bestem
men voor uitvoering van een ook op
zichzelf noodzakelijk werk, hoewel de
minderheid dit thans in verband met de
nog onzekere gemeente financiën nog
zou willen aanhouden tot gunstiger as
pecten zijn verkregen. B. en W. meenen.
dat de tijd voor het verleenen van kin
dertoeslag nog niet is aangebroken.
Enkele leden stemmen in met de
wensch de uitgaven voor den bouw van
een politiebureau te verkrijgen door
verlenging van de jaarlijksche aflossing
der leening 1925. Zij zouden echter in
ieder geval direct met de voorbereiden
de werkzaamheden willen beginnen en
daarbij in deze begrooting het voorstel
willen zien om de financiering op deze
wijze te verkrijgen. Deze wijze verdient
de voorkeur, omdat dan ook de begroo
tingen voor de volgende jaren niet meer
worden belast dan noodzakelijk is, daar
deze toch al op meerdere inkomsten
met belastingen zijn aangewezen.
Verschillende leden juichen het plan
voor een politiebureau hartelijk toe, in
dien de middelen zulks toelaten. Ten
einde tot een goede oplossing te komen,
zonder dat er een conflict met Ged. Sta
ten of het College zelf ontstaat, wordt in
overweging gegeven in een besloten
raadsvergadering de kwestie te bespre
ken, teneinde een oplossing te vinden,
waardoor tot spoedige uitvoering van
het plan kan worden overgegaan.
Daarbij wordt tevens in overweging
gegeven vooraf overleg met den Raad
te plegen over de in voorbereiding zijn
de plannen, ook wat plaats en wijze van
uitvoering betreft.
B. en W. zullen, zoodra de Raad zich
over de wijze van financiering heeft uit
gesproken, met de voorbereiding dér
plannen een aanvang doen nemen
waarbij zij met in den Raad geuite wen
schen rekening zullen houden.
Voorts achten enkele leden het
hoe langer hoe meer noodzakelijk,
dat spoedig overgegaan wordt tot
den bouw van een tunnel, liever
nog een viaduct, naar het Soester
kwartier. Nu door de exploitatie van
de lijn AmersfoortArnhem het
aantal treinen per dag met. 24 is
vermeerderd, wordt de toestand hoe
langer hoe meer onhoudbaar.
Het is jammer dat toen de terreinen
in het Soesterkwartier in exploitatie
werden genomen niet een gedeelte van de
kosten voor dit werk in den grondprijs
werd inbegrepen. Indien elke M2 grond
welke daar was verkocht met een klein
bedrag was verhoogd voor de latere uit
voering van deze werken, zou thans een
gedeelte van de kosten hiervoor reeds
aanwezig zijn geweest. Bij de exploitatie
van een zoo groot terrein dient men
toch te zorgen voor een behoorlijken toe
gangsweg, evenals dat ook met andere
terreinen geschiedt, en dient men niet
afhankelijk te zijn van een spoorweg
overgang waar dagelijks tallooze trei
nen passeeren.
Een der leden vraagt of reeds stappen
zijn gedaan om deze werken uit het
werkfonds te financieren.
Nog een ander lid wijst op de noodza
kelijkheid van een tunnel naar het Soes
terkwartier, welker oplossing eigenlijk
eiken dag de aandacht vraagt. Het is
noodig, dat deze werken worden uitge
voerd, want dan komt er geld los ook
voor hen, die thans werkeloos zijn; der
gelijke productieve werken zijn noodig
om die menschen weder te doen opne
men.
B. en W. antwoorden, dat zij den
bouw van een tunnel of viaduct naar
het Soesterkwartier hij voortduring in
gedachten hehhen, aangezien ook zij de
urgentie daarvan steeds zien toenemen.
Toch zal ook hierbij veel afhangen
van de financieele mogelijkheid; zij zijn
bereid om verdere onderhandelingén
met het werkfonds te voeren.
AUTOMARKT
Op de automarkt alhier werden gister
avond 14-4 wagens aangevoerd.
Herdenking door de neutrale
Esperantovereeniging „La
Estonto Estas Nia"
In een van de zalen van „De Valk"
heeft gisteren de neutrale Esperan
to vereeniging „La Estonto Estas
Nia" een Zamenhof-avond georgani
seerd, welke veel belangstelling trok.
De voorzitter van de plaatselijke af-
deeling, de heer A. de Vries, sprak
een welkomstwoord, waarin hij zich in
het bijzonder richtte tot allen, die mede
werking hadden verleend tot het welsla
gen van dezen herdenkingsavond.
Hierna werd het programma geopend
met het spelen van „La Espero" door
een gezelschap van jeugdige esperantis
ten onder leiding van den heer Verster
re, welk lied door de aanwezigen mede
gezongen werd. Vervolgens was het
woord aan den heer Vanecek voor een
herdenkingsrede over Zamenhof.
Herdenking
Zamenhof werd den 15en December
1859 in hét Poolsche stadje Bjalistokge
boren. Zijn Joodsche afkomst en het
feit, dat hij woonde in een landstreek,
waar taalverschil, rassenhaat en gods
diensttwisten werden aangekweekt en
opgezweept, zijn voor zijn levensloop
van groote beteekenis geweest. Van zijn
vader erfde de knaap werklust en vol
harding, van zijn moeder een onver
woestbaar idealisme en haar ethische
gevoelens. Als kind reeds werd hij ge
kweld door de tooneelen van strijd en
twist en ging hij zoeken naar een mid
del om te komen tot een betere onder
linge verstandhouding. Dit ideaal heeft
hem zijn leven lang niet meer losge
laten en zijn weg afgebakend. Kinder
lijke utopiën en onvoldragen bedenksels
ontsproten aan zijn fantastisch brein,
maar werden de een na de ander ver
worpen. Als gymnasiast meende hij in
het Latijn de oplossing gevonden te heb
ben, maar al heel spoedig begreep hij,
dat dit nooit een taal voor de massa
kon zijn. Het toeval bracht hem op den
juisten weg: het stelsel van voor- en
achtervoegsels tot de vorming van
nieuwe woorden, dat de zwaarlijvige
woordenboeken doet ineenkrimpen tot
een gemakkelijk woordenlijstje. De ken
nismaking met het Engelsch wees hem
den weg in het labyrinth van gramma
ticale vormen. Geslacht, vervoeging en
verbuiging, alles werd tot een uiterst
minimum beperkt. Zijn geniale aanleg
en geduld haddèn tot resultaat dat de
nieuwe wereldtaal 5 December 1878 wer
kelijkheid werd.
Zamenhof ging naar de Universiteit,
werd dokter en werkte ondertusschen
aan de verbetering van zijn taal. Na zijn
promotie schreef hij zijn eerste brochure
„Esperanto". Twee jaar lang zocht hij
naar een uitgever, totdat hij in 1887 kans
zag zijn werk zelf uit te geven, eerst in
het Russisch, later in het Poolsch,
Fransch en Duitsch. Tot zijn dood, 14
April 1917 te Warschau, heeft hij zich
gewijd aan de verdediging en verbrei
ding van zijn schepping. Ondanks vele
De juiste schoen
voor den moeilijk
sten voet. Let op
de bijzondere uit
voering van deze
orthopaedische
schoenen.
ALLEENVERKOOP VOOR AMERSFOORT:
GEDIPL. VOETSPECIALIST
LANGESTRAAT 56
TELEFOON 1532
teléurstellingen, voelde hij zich nimmer
geslagen en telkens vatte hij de banier
weer op, om aan het hoofd van een
steeds aangroeiende schare getrouwen
den strijd voor een betere samenleving
weer op te nemen. In alle verlatenheid
is hij gestorven, maar zijn grootsch
werk lééft voort onder duizenden.
De heer de Vries gaf een korte verkla
ring van hetgeen gesproken was, waar
na de avond verder gevuld werd met
muziek, zang en voordracht. Vele be
langstellenden woonden dezen herden
kingsavond, welke een intiem karakter
had, bij.
Men schrijft ons:
De Chr. Historische Kiesvereeniging
hield gisteravond haar maandelijksche
bijeenkomst.
Na de gebruikelijke opening van den
voorzitter hielden de gemeenteraadsle
den, de heeren v. Nieuwenhuyzen en
Benninga inleidingen over de gemeen
telijke huishouding en hun ondervin
ding daarbij opgedaan.
Eerstgenoemde besprak in het bijzon
der de bedrijven en zijn inzichten daar
omtrent, terwijl laatstgenoemde zich
meer bepaalde tot het geven van een fi
nancieel overzicht betreffende de be
grooting. o
Een geanimeerde gedachtenwisseling
volgde hierop, waarbij nog verschillende
onderwerpen in de belangstelling wer
den betrokken.
Dat deze uitwisseling van meeningen
zeer nuttig was, bleek wel uit de terza
ke gemaakte opmerkingen.
Algemeen was men er van overtuigd,
dat men op deze wijze tot beter inzicht
van de algemeene belangen der gemeen
te zou komen.
Na dankzegging aan inleiders en le
den voor de wijze waarop de besprekin
gen waren gevoerd werd de vergadering
door den waarnemend voorzitter met
dankzegging gesloten.
EXAMENS
Aan de Handels Hoogeschool te Rot
terdam slaagde voor het cartdidaatsexa-
men economische wetenschappen onze
stadgenoot de heer G. J. Wirtjes.
Gisteravond in de Luther-
sche kerk
In de Luthersche kerk liéeft gis-
teravónd een openbare getuigenis
avond van „Kerk en Vrede" plaats
gehad.
Als spreker trad op de heer Hil-
brandt Boscl?ma uit Ruurlo over het
onderwerp: „Als het oorlog wordt,
wat moet ik dan doen met Jezus?"
De donkere dagen voor Kerstmis schij
nen de laatste jaren wel steeds donker
der te worden. Donkere herinneringen
aan het verleden komen in deze dagen
weer bij ons op. We herinneren ons, hoe
in den grooten oorlog 30 millioen men
schen op één of andere wijze zijn geval
len. Geliik in het visioen van Ezechiël
roept de spreker voor ons een visioen op
waarbij we die allen weer uit hun gra
ven zien verrijzen, een afzichtelijke, lan
ge doodenpararle. die vier en vier en nog
eens vier door onze stad trekt, met dit
Kerstfeest beginnend, en pas als wéér
de Kerstklokken luiden, trekt het laatste
gelid ons voorbij, aldus spreker.
Donkere dreiging voor de toekomst. De
bewapening ook na dien gruwelijken
oorlog is nog steeds stijgend; vóór den
oorlog binnen zeven jaren toenemend
an 330 tot 360, na den oorlog binnen
denzelfden tijdkring stijgend van 660 tot
200 milliard. En onder dat alles door
de spanning tusschen de regeeringen
steeds geweldiger, de diplomatie bruter
en gewetenloozer, elk verdrag een leu
gen, elk woord een list, en elke confe
rentie geen samensnreking van men
schen, maar van wilde dieren, die el
kaar trachten te besluipen en te om
kronkelen.
En intusschen blüft de bede om vrede
op aarde schreien in alle menschenhar-
ten. Maar ze ontvlucht ons, omdat er hier
in deze zondige wereld geen plaats voor
haar is. Hier botsen steeds meer tegen
elkaar op de wilde demonieën van na
tionalisme, kapitalisme, van bloed en
bodem, en ze verhullen zich voor ons
als engelcneestalten. en we kunnen er
niet tegenop, want ons heele leven is
met de staatsmacht, welke ze tot hun
werktuig maken, verbonden.
Maar toch is er ook nog in onze ziel
iets anders dan de verbondenheid met
rle machten dezer weréld, ri.l. de vérbon-
denheid met God.
En wat eischt deze laatste verbonden
heid van ons? Het antwoord op deze
vraag wordt bepaald door de vraag, wie
God voor ons is, en welke vu«istelling
we ons van Hem maken. Hier zijn twee
antwoorden mogelijk. Het eerste luidt:
God is, zooals Christus is. Christus is
hat afschijnsel van Gods heerlijkheid en
de volkomen afgedrukte beeldenaar van
Gods zelfstandigheid. Er zijn echter an
deren. die dit wel in theorie erkennen,
maar als het gaat om staat en oorlog,
dan reto^cheeren ze dat Godsbeeld, en
voégen er andere trekken aan toe. Spre
ker wijst dit aan in een rede. door een
vooraanstaand Nederlandsch staatsman
gehouden over J.Pz. Coen. Die rede was
schoon en treffend, maar als men pro
beert om overal, waar de redenaar het
woord ..God" ->hruikt beeft, bet woord
„Christus" in de plaats daarvan te zet
ten, dan merkt men ineens, dat er wat
hapert. Een zin als: ..Het is Gods wil,
dat we ons in het bezit van Indië met
het zwaard zullen handhaven", kan
maar niet zoomaar vervangen worden
door de woorden: Het is de wil van
Christus, dat we ter handhaving
van ons bezit van Indië het zwaard zul
len trekken. Zoo ook wanneer deze
staatsman zegt, dat hii volgens de wet
van God regperen wil. dan beteekent dat
niet hetzelfde, als dat hii naar de wet
van Christus regeeren wil. Zoo spreken
ook Hitler en Rosenberg en Julius Strei-
cher over „God", maar men kan niet
zeggen, dat bun Godsbeeld volkomen
overeenstemt mei de trekken, die we in
het gelaat van Christus zien. Luther
echter hield met hand en tand vast,
dat er „kein andere Gott" is, dan dié
ons aankijkt in Christus.
Maar als dat zoo is, wat zullen we
dan met dien God doen, als het oorlog
wordt? Wat zullen we met. Christus
doen, als het belang van den staat in
het geding komt?
Dat was reeds de vraag, waarvoor
Pontius Pilatus gesteld werd. Hij wilde
graag het woord geven aan de men-
schelijkheid, hij wilde graag Jezus in
vrijheid stellen, maar aan den anderen
kant stonden de belajigen van zijn ge
zin en van zijn positie en van den
staat en van heel het Romeinsche we
reldrijk, en dus kwam hij voor de be
nauwende vraag te staan: Als ik zorg
voor dat alles en dat alles wil blijven
handhaven, wat zal ik dan doen met
Jezus, die genaartid wordt Christus?
Onverschillig of we Joden ziin, dan wel
Christenen heeten, onverschillig of we
vrijzinnigen zijn, dan wel rechtzinni-
gen, zijn levensbeeld plaatst zich overal
vóór ons met goddéliik gezag, en steekt
ons overal tot benauwenis, maar als het
oorlog wordt, dan wordt het onzen ziel
tot een verschrikking.
Wat zal ik doen, wanneer het oorlog
wordt. Ik weet, dat meer dan waar
schijnlijk ook mijn land daarin zal wor
den meegesleept. Onze regeering moge
dan niets anders wenschen dan ons
eigen land te verdédigen, maar in der
waarheid zal de krachtige figuur, die
thans aan het hoofd daarvan staat,
niets anders zijn dan een pionnetje op
het schaakbord, ter verdediging van
andere regeeringen, of de hemel weet
welke combinaties van regeeringen. En
ik zal op mijn beurt weer een pionnetje
zijn in zijn hand. Ik weet, dat de prijs
van dat vreeselijke schaakspel bestaan
zal uit de belangen van de kapitalis
tische trusts, en dat de stukken gele
verd worden door gewetenlooze wapen
fabrikanten, maar ik kan toch niet ont
kennen, dat er groote en kostelijke
waarden mee gemoeid zijn. En laat het
zijn, dat we toch geen van die waarden
door een oorlog kunnen beschermen,
dat hij slechts kan dienen om ons aller
leven nog ellendiger te maken, ik kan
me toch ook niet van mijn volk afschei
den. want daarmee zou ik de basis ver
laten, waarop heel mijn bestaan berust.
En dus, als de mobilisatie wordt afge
kondigd, dan ga ik mee.
Men zal mij bevelen bommen te wer
pen op weerlooze vrouwen en kinderen,
en ik zal ze verscheuren. Men zal mij
bevelen gevangenen, die om hun leven
smeeken, de keel af te snijden, en ik
zal ze de keel afsnijden. Men zal mij
bevelen gevangenen op geraffineerde
wijze te martelen, teneinde hen te be
wegen hun ambtsgeheimen te verraden,
en ik zal ze martelen. Of misschien zal
ik ook geen van al die vreeselijke din
gen behoeven te doen. Misschien zal
ik klerk worden bij den Generalen Staf,
of misschien zal ik kok worden in de
officierskeuken en welgedaner uit den
oorlog terugkeeren, dan ik er inging. Of
misschien zal ik diénst doen als veld
prediker, om alles wat al die anderen
doen te overgieten met de aureool der
goddelijke wijding. Ik'zal den soldaten,
vóórdat ze loopgraven ingaan, het Hei
lig Avondmaal uitreiken en als ze des
avonds met bebloede bajonetten en
doodvermoeid terugkeeren, een preek
voor hen houden over den „Goeden
Herder". Maar wét ik dan ook doen zal.
of niet doen zal, wat zal ik onder dat
alles doen met Jezus, die genaamd
wordt Christus? zoo vervolgde spreker.
Als we dit ze^en, ruien we dan de sol
daten on tot dienstweigering? Die vraag
kan niet beantwoord worden, omdat ze,
in dit verband geen zin heeft Men kan
iemand aansporen tot allerlei onderne
mingen, waarbij men hem in uitzicht
kan stellen, daarbij voordeel te zullen
behalen, maar men kan niemand aan
sporen, om Christus te volgen, want
Christus heeft zijn volgelingen niets an
ders om vóór te spiegelen dan lijden en
We kunnen Jezus niet kwijt worden, verdrukking. Wie Hem waarlijk volgt, wordt Christus?
doet dat niet, omdat hij daartoe door
anderen is aangespoord, maar omdat hij
door Godzelf in zijn geweten daartoe
cedrongen wordt. Hier geldt het woord:
Niemand kan iets aannemen, tenzij het
hem van Boven van den Vader gegeven
is. Als er sprake is van aansporen, dan
mocht men eerst wel eens zijn verwijten
richten tot die duizenden voorgangers,
die óf door middel van bedekte rede
neeringen, óf door een voorzichtig stil
zwijgen de jonge menschen den vlak-
tegenovergestelden kant uitsturen. Maar
hoe dit zij, de spreker weigert, immers
nok niet om de erevolgen te draeen, die
zijn getuigenis voor den Christus wel
licht mee mocht brengen!
En hij weet, dat hu door deze dingen
te verkondigen, niet iets vreemds de
wereld indraagt, maar deze dingen lig
gen besloten in de harten van alle kin
deren en van alle oprechte menschen.
Spr. vertelt van een eenvoudige, gere
formeerde landweerman, die in den
tijd van den oorlog zoo kinderlijk-eer
lijk tegen hem zeide: Ik weet wel, me
neer. dat een mensch zoo iets eigenlijk
niet doen mag. En nu heeft spr. in deze
20 jaren honderdmaal allerlei profes
soren en predikanten uitgedaagd, om
nu eens rondweg en zonder gedraai te
gen dien man te zeggen: Ja, kerel, je
mag het wél doen. Het is de wil van
Christus, dat je het wél doet! Maar geen
één heeft nog ooit de moed gehad dat te
zeggen. Ze draaiden er allemaal met
euphenismen omheen.
Daarom kan spr., zoolang de herinne
ring aan het gelaat en aan het hart van
Christus niet uit de ziel der menschheid
is weggenomen, niet over deze dingen
zwijgen.
Hij weet, dat deze leer, naar den
mensch gesproken, dwaasheid is. Maar
heeft de geschiedenis dan bewezen, dat
zij. die den oorlog als Gods wil aan
vaarden, dan geen dwazen ziin?
Hij weet, dat het een gevaarlijke spe
culatie is, het met Christus te wagen.
Maar worden al die millioenen, welke
in oorlogstoerusting belegd worden, ook
niet in een zeer gewaagde speculatie
belegd?
Wij erkennen dat wij door deze dingen
te prediken, dwazen zijn. Maar heeft
niet Jhr. Mr. De Geer zelf erkend, dat
de volken der aarde met hun bewape
ning eigenlijk niets anders doen rlan de
wereld tot één groot krankzinnigenge
sticht maken. En zie.... bouwt hij, door
vóór de oorlogsbegrooting te stemmen,
niet zelf aan dat krankzinnigengesticht
mee?
Het ééne is een dwaasheid, het andere
is het ook. Het ééne is een sprong in
de afgrond, het andere is het ook.
Maar wij kiezen den afgrond, waarin
Christus ons wenkt te springen, den
afgrond des geloofs. Onze tegenstanders
kunnen niet anders, dat weten we wel,
maar wij kunnen ook niet anders. Het
gelaat, de gestalte van Christus, staat
tusschen hen en ons in.
En zoo kunnen we dan niet anders,
dan steeds weer diezelfde vraag hérha
len: Of ge koning zijt of onderdaan, of
minister zijt of boerenjongen, als het
straks oorlog mocht worden, wat zult
gij dan doen met Jezus, die genaamd
4 tm. 25 December. Sierkunst.
Tentoonstelling werken van Machiel
Brandenburg, dag. 105 uur.
17 December. Amicitia. Abonna-
mentsvoorstelling Hofstad Tooneel.
„Een Lentedag." 7H uur.
18 December. Monopole. Gymnaj
siastenbond L.E.A. Kerstbal. 8 uur.
18 December. Foyer Amicitia. Ver
eeniging van Huisvrouwen. Kinder
middag, 2.30 uur.
18 December. De Valk. Feestavond
„Mendelssohn". 8 uur n.m.
UIT DE STAATSCOURANT
Wegens misstelling herplaatsen wij
het volgende uit de Staatscourant:
Bij K.B. van 9 December is aan den
commies hij den Posl-, Telegraaf- en
Telefoondienst M. A. Witsenburg met
ingang van 1 Maart 1938 op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend.
KERSTNUMMER RADIOBODE
Van de A.V.R.O. ontvangen wij het
Kerstnummer van de Radiobode. Het is
ai eenige jaren de gewoonte de A. V,
R. O.-programma's voor de Kerstweek
samen te vatten in een afzonderlijk, uit
gebreid Kerstnummer. Een Kerstnum
mer, dat langzamerhand uitgroeide tot
een fraai plaatwerk met een gevarieer-
den inhoud i>it jaai heeft de Ai.Y.R.O.
bijzonder veel zorg aan besteed en
het resultaat is verrassend. Neem al
ladelijk het omslag, een prachtige
kleurreproductie van een oud beeldje,
Maria voorstéllende met het Kindeke
Jezus, gezeten op den ezel, bijzonder
fraai en stemmig van kleur.
Kasper Niehaus schrijft over „Drie
Meesters", Johannes Bosboom, Odilon
Redon en een onbekend meester, waar
van een aquarel is afgebeeld. Jo van
AmmersKüller schrijft over een schil
derij van Comelis Troost, een stads
tuintje in de achttiende eeuw voorstel
lende. Antóon Coolen droeg een Kerst
vertelling hij en Dr, Marmelstein be
schrijft de Provence. ITet nummer is in
drie druktechnieken uitgevoerd, Diep
druk en Boekdruk, waarbij de laatste
toont nog lang geen overwonnen pro
cédé te zijn. Integendeel, rle hoekdruk-
pagina's behooren tot de mooiste in dit
nummer. De kleurenplaten 2ijn in off
set uitgevoerd. Een nummer waar der
A.V.R.O. eer mede. inlegt en dat alle
vorige verre overtreft.
FRUIT- EN GROENTEN VEILING
Druiven 1718 ct., Goudreinetten 8
15 ct., Bellefleuren 6—8 ct., Comtesse de
Paris 713 ct.. Bramley Seedling 57 ct.
Koningsrood 611 ct.. Present v. Enge
land 13—16 ct., Campagne zoet 56 ct.,
Sterappel 1011 ct„ Brcderode 78 ct.,
Bergemot 7—8 ct., Winterjan 9—10 ct.,
Giessen Wildeman 1011 ct., Spruiten
1011 ct., Schorseneeren 46 ct., Uien
-100 ct., Wortelen 1726 ct., Bieten
32—34 ct., Boerenkool 1525 ct., Gele
kool 1719 9ct., Roode kool 2233 ct.,
Groene kool 2941 ct.. Bloemkool 58
ct.. Prei 18—35 ct., Knolselderij 20—26 ct.,
Andijvie 9—16 ct., Wortelen 4—5 ct., Sel
derij 7—9 ct., Peterselie 10—12 ct.
(Bulten
verantwoordelijkheid
Redactie)
der
WONINGEN GEBOUWD DOOR
JEUDIGE WERKLOOZEN
Op 11 December jl. had te Voorburg
de overdracht plaats van de door jeug
dige werkloozen gebouwde woningen
voor Ouden van Dagen, die door den
Dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon
worden ondersteund.
Nu het experiment van Voorburg dus
als geslaagd mag worden beschouwd en
blijkens de aanwezigheid van een
Hoofdinspecteur der Werkverschaffing
als vertegenwoordiger van den Minister
van Sociale Zaken en de door dezen
functionaris bij de overdracht gespro
ken woorden, de volle medewerking van
dit Departement werd verleend, opent
zich de mogelijkheid om ook in onze
stad in die richting te zoeken naar een
oplossing van het zoo hoogst ernstige
vraagstuk der jeugdige werkloozen.
In Voorburg werd allés wat hiervoor
maar eenigszins in aanmerking kwam
uit de hand gemaakt en aldus aan de
jonge ambachtslieden de zoo weinig
voorkomende gelegenheid geboden om
te leeren, wat, hij de vrijwel algemeen
toegepaste werkwijze om de const ructie-
deelen zooveel mogelijk klaar van de
fabriek te betrekken, haast niet meer
geleerd kan worden.
Onze stad heeft ook behoeftige Ouden
van Dagen, doch niet voldoende goede,
goedkoope woningen; wel verschillende
complexen krotwoningen, die noodzake
lijk opgeruimd moeten worden.
Ons gemeentebestuur vindt hier wel
licht objecten die aan den Minister van
Sociale Zakpn zijn voor te leggen.
Op deze wijze kunnen twee uiterst be
langrijke problemen nader tot de oplos
sing worden gebracht; nl. dat van in
structief werk voor de jeugdige werk
loozen (bouwvakarbeiders) en dat van
voorziening in de behoefte aan wonin
gen voor de minst, draagkrachtigen.
K. COOLEN
Celsiusstraat 67, A'foort<