Prijsvraagblijftzonder definitief resultaat Collegegeld-regeling voldoet niet Een jaar tijd voor nieuwe plannen HOE AMSTERDAM 1 MEI VIERDE Vrachtauto over den kop geslagen Mag een film worden verkort? Regeling voor assistenten Hoe het weer zich in April hield j/. ScfwjtcAman %n. VOLG DE" BLAUWE AUTO 2e BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 2 MEI 1939 HOOFDSTEDELIJKE RAADHUISPERIKELEN B. en W. vragen den raad machtiging zich in ver binding te stellen met de architecten- combinaties Duintjer-Komter en Berghoef-Vegter AMSTERDAM, 1 Mei. In het gemeenteblad is heden een nieuwe voordracht van B- en W. inzake den raadhuisbouw ver schenen. Daarin zeggen zij te meenen, zich met de slotsom van de jury inzake de besloten prijs vraag te moeten vereenigen, n.l. dat het definitieve schetsontwerp, in den zin van art. A.9 van het prijsvraagreglement door de prijs vraag niet is verkregen, ondanks de groote moeite, die de inzen ders zich hebben gegeven aan het voortreffelijke werk. dat in vele opzichten is tot stand gebracht en dat de thans gevolgde werkwijze, waarmede werd beoogd langs den weg van een openbare en een besloten prijsvraag tot een defi nitief schetsontwerp te komen, derhalve volgens de letter van ge noemd artikel niet het beoogde resultaat heeft opgeleverd. Op grond daarvan stellen B. en W. den raad derhalve voor zulks vast te stellen en mitsdien deze prijsvraag voor geëindigd te ver klaren. Zeer tot hun teleurstelling biedt de uitslag van deze prijsvraag B. en W. dus niet de mogelijkheid den raad zooals zij bij hel doen van hun voorstel terzake in 1936 meenden te mogen ver wachten een plan voor een nieuw raadhuis voor te leggen. Bleef in zoo verre derhalve de uitslag van deze prijsvraag negatief, de besloten prijs vraag heeft niettemin ook positieve re sultaten van waarde opgeleverd. Ook de voormalige jury' doelt hierop in haar slotsom, luidende: „Desalniet temin heeft de jury de overtuiging, dat bfj de voor de besloten prijsvraag inge zonden ontwerpen, twee plannen aan wezig zijn, welke door hun bijzondere kwaliteiten de verwachting wettigen, dat hieruit, zij het ook na omwerking, het definitieve schetsontwerp voor het raadhuis van Amsterdam kan worden verkregen. Deze plannen zijn de ont werpen no. 159. motto Meron en no. 201, motto Belfort.. Zoo de ontwerpers daar van in de gelegenheid worden gesteld hunne ontwerpen to herzien, is, naar de meening der jury de kans groot, dat een project zal worden verkregen, dat het gewenschte definitieve schetsont werp zou zijn en dat dan niet in twee, doch in drie étappes zou worden be reikt. Hoewel strikt genomen het uitbren gen van een dergelijk advies niet werd verlangd, in het hoofdstuk van het prijsvraagreglement handelende over de taak en dc bevoegdheid van de jury- heeft daarom de jury toch gemeend uw college dit inzicht niet te mogen ont houden. B. en W. geven den raad in overweging hen te machtigen zich in verbinding te stellen met de combinaties van architecten van deze twee ontwerpen, n.l. de hee- ren M. Duintjer en A. Komter en J. F. Berghoef en ir- J. J. M. Veg- ter, ten einde te trachten, van hen ontwerpen voor den bouw van het raadhuis te verkrijgen, waar uit zoo mogelijk ten slotte een keuze voor het definitieve ont werp kan worden gedaan. B. en VV hebben terzake het advies van den gemeente-advocaat ingewon nen. Wordt hun de voorgestelde mach tiging verleend, dan stellen B. en W. zich voor met deze architecten tijdens hun arbeid voortdurend contact te houden, waarhij hun de noodige aan wijzingen betreffende de aan het ge bouw te stellen gehruikseischen kunnen worden gegeven, zulks om te bevorde ren. dat de beide ontwerpen, die o.a. ook zullen moeten voldoen aan de be palingen der bouwverordening, in een zoo ver mogelijk stadium worden ge bracht. Aan deze architecten ware voor hun ontwerp een tijd van één jaar te geven. Hun zal voor hun arheid een in over leg met hen vast te stellen honorarium worden toegekend. B. en W. deelen voorts nog mede. dat de leden der voormalige jury zich be reid hebben verklaard, hen bij het met deze architecten te plegen overleg en bij het heoordeelen van de door hen in te zenden ontwerpen bij te staan en hen daarbij van advies te dienen. Herdenking door S.D.A.P., Communisten en N-S.B. AMSTERDAM, l" Mei. Verschil lende groepeeringen hebben heden avond in de hoofdstad het 1 Mei feest herdacht of de viering, die in den loop van den dag was begon nen, voortgezet. De S.D.A.P. had tezamen met den Amsterdamschen Bestuurdersbond een fakkeloptocht georganiseerd, die te S.15 uur van het Museumplein, waar hij werd opgesteld, vertrok. Hii was onder verdeeld in verschillende groepen, die vaandels meevoerden en door muziek corpsen werden voorafgegaan. Door de Jacob van Campenstraat, Gerard Dou- straat en Stadhouderskade ging het via Oosteinde en Frederiksplein langs Am- stel, Waterlooplcin, Staalstraat en Klo- verniersburgwal naar de Nieuwmarkt, waar dc leiders der verschillende groe pen met een korte redevoering den op tocht in gedeelten ontbonden. Ondanks den regen was de deelne ming aan den optocht vrij groot. Alleen de belangstelling langs den weg had van het slechte weer te lijden. De communisten hielden een druk be zochte vergadering in het R.A.I.-gebouw, waar het woord werd gevoerd door den heer K. Beuzemaker. Tenslotte vierde ook de N.S.B. den Mei-dag met een nationual-socialis- tische herdenking van het feest van den arbeid in het Concertgebouw. HALFWEG. 1 Mei. - Tengevolge van de gladheid is vanmiddag om streeks vijf uur een vrachtauto van de cacaofabriek der firma van Hou ten uit Weesp op den Haarlemmer weg, juist op de brug te Halfweg, komen te slippen. De wagen sloeg over den kop en bleef tegen het ijzeren hekwerk van de brug geheel vernield liggen. De bestuurder, de heer M. Sieraad, werd uit de cabine geslingerd en ernstig gewond. De geneesheer Kuipers uit Half weg, die de eerste hulp verleende, liet het slachtoffer naar de Maria- ■stichting te Haarlem overbrengen. De man had o.a. eenige ribben ge broken. De advocaat-generaal meent van niet en vraagt boete tegen bioscoop exploitant 's-GRAVENHAGE, 1 Mei. Een bios coopexploitant te Rotterdam heeft voor den kantonrechter aldaar terecht ge staan, omdat hij een film vertoond heeft in een samenstelling waarvoor hij geen vergunning had van de centrale commissie voor de filmkeuring. De kantonrechter verklaarde in zijn vonnis hot ten laste gelegde bewezen, maar ontsloeg verdachte van rechtsver volging. Bij vonnis van 21 Januari 1938 heeft de Rolterdamsche rechtbank dit vonnis bevestigd, van welke beslissing de officier van justitie in cassatie ging. Het cassatiemiddel van den officier kwam hierop neer, dat, wanneer een film korter wordt afgedraaid dan in den oorspronkelijken vorm, zij in een andere samenstelling wordt vertoond. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Holsteyn, heeft heden in deze zaak conclusie genomen. Mr. Holsteyn was van oordeel, dat in de volgorde der beelden niets mag wor den veranderd zonder goedkeuring van de centrale filmkeuringscommissie, aangezien door wijziging het karakter van de film kan veranderen. De advocaat-generaal concludeerde daarom tot vernietiging van het vonnis der rechtbank en tot veroordeeling van den bioscoop-exploitant tot. 10.— boete wegens overtreding van art. 42 van het bioscoopbesluit. De Hooge Raad zal op 31 Mei arrest wijzen. „Grensloopers" werken weer in Duitschland Volgens de Standaard komt de tus- schen Nederland en Duitschland getrof fen overeenkomst inzake de deviezen- regeling voor Nedcrlandsche arbeiders in Duitschland (grensloopers) hierop neer, dat gehuwde arbeiders 75% van hun loon in Nederlandsch en 25% in Duitsch geld zullen ontvangen. Voor ongehuwde arbeiders zijn deze percent, resp. 65 en 35. Premies voor ziekte- en ongevallenverzekering komen in minde ring van het Nederlandsche geld. de belasting wordt van liet in Duitsch geld betaalde loon afgetrokken. De thans getroffen regeling is voor de gehuwde arbeiders derhalve nog eenigs- zins gunstiger dan voorheen toerf in Nederlandsch geld betaald werd. Honderden textielarbeiders uit Twen te. die sedprt Februari waren ontslagen, hebben heden het werk in Duitschland kunnen hervatten. CORRESPONDENTSCHAP DER KAMER VAN KOOPHANDEL 's-GRAVENHAGE. 1 Mei. De Neder landsche Kamer van Koophandel voor Duitschland te 's-Gravenhage, heeft te Karlsbad een nieuw correspondentschap voor het, Sudetenduitsehe gebied opge richt en den heer D. Koeleman in Karlsbad. F,d. Knollstrasse 27, als cor espondent benoemd. KINDERHOEKJE 75- Ze guan voorzichtig verder op onderzoek en komen In een zaaltje, waar zij eensklaps het geluid van stemmen hoo- ren. Onthutst kijken zii elkaar aan. „Dat moet heel dichtbij zijn", fluistert Pam. 76. „Kijk eens. Groenjas. waar zou dut eenzame schilderij voor dienen? Klim eens vlug op mijn schouders en kijk eens wat er achter zit." „Ssssst." beduidt Groenjas. voorzichtig het schilderij weer op zijn plaats terugbrengend. Terugkeer tot vroegere betalingssysteem, doch met hooger maximum 's-GRAVENHAGE, 1 Mei. Inge diend is een wetsontwerp houdende re geling van de collegegelden. Aan de memorie van toelichting wordt o.m. ontleend: De wet van 7 Augustus 1933 maakte een eind aan de regeling, dat men vrij gesteld was van de betaling van colle gegeld, nadat dit viermaal gestort was, zoodat sedert het in werking treden van deze wet de verplichting tot het beta len van collegegeld doorloopt, totdat men het examen met civiel effect met goed gevolg heeft afgelegd. De nieuwe regeling is evenwel geble ken tot niet geringe bedenkingen aan leiding te geven. Wel is waar, is de op brengst van de collegegelden niet onbe langrijk gestegen en dit niettegenstaan de vele studenten, ten einde aan de financieele moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden, zich voor een zoo ge ring mogelijk aantal malen laten in schrijven, maar hier staat tegenover, dat het streven om in zoo kort, moge lijken tijd af te studeeren en zich hier bij voor een zoo gering mogelijk aantal jaren te laten inschrijven, het contact tusschen de studenten en hoogleeraren, dat, hier en daar toch reeds te wen- schen overliet, op bedenkelijke wijze heeft verminderd. De minister van onderwijs, kun sten en wetenschappen is te rade gegaan, hoe bij behoud van het financieele voordeel, aan de geop perde bezwaren tegemoet kan wor den gekomen. Hij ziet den weg hiertoe, dat teruggekeerd wordt tot het oude systeem, waarbij men na een aantal malen collegegeld te hebben betaald van verdere beia- ling was vrijgesteld. De studenten weten dan bij den aan vang van de studie, welk maximum bedrag aan collegegelden zij zullen moeten betalen, en ouders, die voor de studiekosten van hun kinderen een ver zekering zullen sluiten, kunnen dit op vaste basis doen. De minister geeft daarom in overwe ging de regeling van de collegegelden in dien zin te wijzigen, dat men vrijge steld wordt van verdere betaling van collegegeld, nadat vijf maal collegegeld is betaald. Verhooging van het college geld van f 300 op 350 is dan evenwel noodzakelijk. Volgens berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek zal de opbrengst van de collegegelden hierdoor niet minder zijn dan bij de huidige regeling. In het wetsontwerp wordt tevens voorgesteld den minister de be voegdheid te verleenen om in bij zondere gevallen toe te staan, dat het collegegeld in twee termijnen wordt betaald. De indiening van het wetsontwerp biedt gelegenheid om nog een aanvul ling in de wet aan te brengen, welke ten nauwste met de regeling van de col legegelden samenhangt. Tot voor kort genoten de studenten, die een aanstel ling als assistent hadden, vrijstelling van de betaling van collegegeld, omdat zij beschouwd werden te behooren tot de „beambten". Sedert evenwel ook assistenten op ar beidsovereenkomst, worden aangesteld en deze niet vallen onder het begrip „beambten", omdat het rijksambtena renreglement op hen niet van toepas sing is. moeten deze telken jare krach-1 tens de beide aangehaalde wetsartike len afzonderlijk aangewezen worden om bevoegd te zijn kosteloos de colle ges te volgen. Het komt den minister eenvoudiger voor om door aanvulling van de artikelen met het woord „assis tenten" den bestaanden toestand wette lijk vast te leggen. NIEUWE SOUS CHEF VAN DEN MARINESTAF In het bericht betreffende de eerlang te verwachten benoeming van den ka pitein-luitenant ter zee jhr. W. Boreel tot sous-chef van den marinestaf is als diens vervanger in de functie van eer- ste-officier a.b. van de „-Sumatra" ge noemd de luitenant ter zee eerste klas se W. H. Setenburg. Diens naam is ech ter: W. II. Tetenburg. GEMIDDELD over de vijf hoofdsta tions was in April de ochtendtem- peratuur één graad boven nor maal, in de drie decaden respec tievelijk 1 en 3 graden boven en 1 graad beneden normaal. De grootste afwijkingen kwamen voor op den l2den en den 28sten, res pectievelijk 7 graden boven en 2*/a graad beneden normaal. De gemiddelde dagelijksche maxi mum-temperatuur en het gemiddelde dagelijksche minimum waren lVs graad boven normaal. Het aantal dagen met een minimum temperatuur beneden het vriespunt bedroeg te de Bilt slechts één. tegen vier normaal. De neerslag was in het Noordoosten van het land ongeveer honderd procent boven nor maal, in het Noordwesten en Zuiden 10 tot 25 procent en overigens 25 tot 60 pet. boven normaal. Te de Bilt werden 167 uren zonne schijn waargenomen, tegen 152 uren normaal. BENOEMING GEMEENTERAADSLID AMSTERDAM. 1 Mei. De voorzit ter van het centraal stembureau ter verkiezing van leden van dèn gemeen teraad heeft ter voorziening in de va cature, ontstaan door hét vertrek naar elders van den heer S. Mok, benoemd verklaard tot lid van den gemeente raad van Amsterdam, den heer M. Sluijser. KAMPEEREN OP DE HEI 15 FUN T>v ^>IAAR STEEDS MET VUUR VOORZICHTIG nedebl' vVy Z'JN HEIDEMV S5 dCaudtA (pLcdcmix £sn yuivsM qnsAs tapdwijn Per flesch 0.65 Per anker 25.— lAJbvichLbch&Mhjnai 17 Jel. 145 FEUILLETON Follow the blue car R. A. J. WALLING Nederlandsche vertaling HAVANK. 43 Tolefree verbleekte, hij leek versla gen, van zijn stuk gebracht. Hij pakte den hoed, draaide dezen in zijn handen om en om. Zijn blik gleed door het ver trek, vestigde zich dan op de deur waardoor Farley met zijn gevangene was binnengekomen." ..Zou het mogelijk zijn Hij liep op de deur toe, rukte deze open en ging naar buiten. „Blijf daar. Miss Bellairs. Farrar, kom mee," riep hij. Ik volgde hem door een smerig, kwa lijk riekend keukentje naar een al even •nsmakelijk plaatsje achter het huis. Wij kwamen voor een houten schut ting. ruim twee en een halven meter koog. Het plaatsje was verlaten. „Geef me een zetje, Farrar." Ik vouwde mijn handen in elkaar tot een steun en Tolefree keek over de schutting. „Niet doenlijk, geloof ik. Kijk eens wat lij ervan denkt." Tolefree steunde mij terwijl ik me opheesch. Aan de andere zijde van de schutting zag ik een verlaten scheeps werf, gedeeltelijk over de rivier uitge bouwd. „Een man alleen zou, dunkt mij, hierlangs tijdig hebben kunnen ontko men, maar ik acht het uitgesloten dat hij op die manier een vrouw ontvoer de," zei Tolefree. toen we weer op den grond stonden. „Vlug, Farrar naar boven!" Wij renden de kamer door waar Lev- brook en Miss Bellairs nog steeds wachtten en Tolefree stormde met drie treden tegelijk de trap op. Zoo bereik ten wij een smal portaaltje waarop twee deuren uitkwamen. Eén daarvan stond open en bleek toegang te geven tot een leege, slonzige slaapkamer: de andere deur was op slot. Tolefree beuk te op het hout en luisterde. Er kwam geen antwoord. „Trap de deur in!" zei hij. Tien seconden later hadden we het dunne paneeltje uit dc sponningen ge slagen. Tolefree stak zijn hand door de opening, vond den sleutel en wij betra den het vertrek. „Miss Bellairs!" riep hij. Zij waren reeds halverwege de trap. Tolefree knielde naast het bed waarop MJss Upfield lng, geheel ge kleed en met een deken over haar voe ten. Langzaam opende en sloot zij de oogen. haar gelaat was volkomen uit drukkingloos. ...Tane!" Miss 3ellairs bukte zich over haar heen en pakte haar hand. Tolefree kwam overeind. „Een dokter!" zei hij. „Maar laten we haar eerst hier vandaan brengen. Leybrook, wees zoo vriendelijk de taxi te roepen, wil je? Farrar, help een handje." In heel de buurt bleek geen enkele dokter thuis en tenslotte stonden Ley brook. Tolefree en ik in de hal van het Stepney Hospitaal, wachtend op nadere berichten omtrent den gezondheidstoe stand van Miss Upficld. Daar had Tolefree gezegd, terwijl de verpleegsters haar door de gang droegen ligt de voornaamste sleutel tot het probleem van den moord op Harley. Een stroom van opwindende emoties was over mij gekomen van het oogenblik af dat Tolefree dien kleinen, mismaakten schurk gevraagd had hem te vertellen waar Miss Upfield zich be vond. Boven alles stond voor mij ech ter de ontstellende vraag: Jane was in Leybrook's belvedère verborgen ge houden; Leybrook had haar naar een veiliger schuilplaats overgebracht; en nu vonden we haar terug als een ge vangene in een achterbuurt welk ver hand lag er tusschen die feiten? En dan de vreemde vraag die Tolefree aan Ley brook stelde. „U had niet het minste vermoeden omtrent Bill Bennetts en al wat met dat ongure element verband houdt?" „Nee," zei Leybrook, „hoegenaamd niet. Wij dachten beiden dat zij zich verborgen hield teneinde niet genood zaakt te zijn als getuige op te treden." „Maar," wierp ik tegen. „U hield haar niettemin zelf verborgen!" Hij wendde zich met een ruk tot mij.. „Wat zegt U?' riep hij verontwaar digd; en dan,zich tot Tolefree wen dend: „Tolefree dit heb jij toch ze ker geen oogenblik van me gedacht?'' „Eerst wel, doch ik liet die opvatting vrijwel 'onmiddellijk varen." „Ja, maar!" riep ik opnieuw. „Tole free, je heht het bewijsstuk in je zak dat wat je onder het kussen vond Tolefree haalde zijn portefeuille te voorschijn, nam er het linnen stroukje uit en rook er aan. „Het parfum is nog niet vervlogen," zei hij. „Peter Hurst is voor iemand van de huidige jonge generatic wol heel sentimenteel uitgevallen, Farrar. Waar had je hem heengebracht, Ley brook, nadat Farrar die Rchuilplaats ontdekte?" „Waar heeft Murdoch hem gevon den?" „Bij zijn vader thuis." „Wel daar hadden we hem ge bracht. Ik dacht dat het wel de laatste Dlaats wat- waar Murdoch tweemaal naar hem zou gaan zoeken." „Iedereen", zei Tolefree, „heeft Mur doch onderschat." HOOFDSTUK XV. Terwijl Jane Upfield, door een ver: pleegster en Miss Bellairs ondersteund, op ons toekwam, wierp ik een blik op miln horloge Halfzeven een heldere Juli-avond die zelfs aan het groezelig en gore Step ney eenigon glans verleende. Halfzeven, ik dacht een oogenblik dat ik me ver giste: het leek reeds uren en uren ge leden sinds wij Murdoch en Trinnery in mijn kantpor hadden achtergelaten. Jane zag witjes, stond onvast, op haar beenen en het was met een schriel bib- herstemmetje dat zij begon: „Hallo, Mr. Leybrook! Een heele thee visite, niet?" Zij blikte tersluiks naar Tolefree en mij in ons beiden scheen zij niet bijs ter veel vertrouwen te stellen. De dokter die haar gevolgd was keek ons één voor één vragend aan. Tolefree kwam hem een stap tegemoet. „Ik ben blij dat 't niet zoo erg is als ik gevreesd had, sir," zei hij, op Miss Upfield duidend. „Oh, ze zal de gevolgen gauw genoeg te boven zijn. Eén, twee dagen. Een hee le schok. Ze is niet erg mededeelzaam voor iemand van haar jaren," ant woordde de dokter glimlachend. „Het is niets anders dan het gevolg van een allervreemdste behandeling. Wat is er eigenlijk gebeurd? Wat steekt er ach ter? Ze zit vol bromide eenvoudig oververzadigd! „Een vrij ingewikkeld geval, dokter," zei Tolefree. „Wat ze ook geölikt heeft, het is in ieder geval tegen haar wil ge beurd, als u begrijpt wat ik zeggen wil?" De dokter floot tusschen zijn tanden. „Aha. dus u bent vermoedelijk van de politie?" „Dat is eigenlijk niet heelemaal juist, laten we zeggen dat ik met hun samen werk in re 'Miss Upfield'. Maar wat ik vragen wilde: wat dient er onder de gegeven omstandigheden te gebeuren?" „Breng haar naar huis. Stop haar in bed. Waarschuw haar huisdokter." „Haar thuis is hier een kleine tachtig kilometer vandaan „Wel, dan neemt u een auto. 't Is een prachtige avond. De rit zal haar goed doen." En daarom spoedde ik mij per taxi naar Manchester Square, keerde dan met mijn wagen naar het hospitaal te rug. Tolefree zette zich naast mij, Ley brook zat met de beide meisjes achterin, Eenmaal buiten Londen schoven we het dak open en genoten van de laatste stra len der ondergaande zon. In den spiegel kon ik Jane tusschen de beide anderen zien zitten; zwijgend ademde zij met volle teugen de frissche avondlucht in, en langzamerhand bpgon er weer eenige kleur op haar wangen '-omen. Tole free bleek zwijgzame- 1 't on sprak nauwelijks een woord. Het liep tegen tienen toen wij in het blauwachtige schemerlicht voor de poort van Pit way House stopten. Miss Bellairs nam nu de leiding. Parsons, die per telefoon van onze komst verwittigd was, stond in de deuropening te wach ten de onberispelijke Parsons van altijd, die statig naderkwam, het portier opende, en „Goeden avond, Miss Jane", zei, alsof het meisje zoojuist van een vroolijke pic nic terugkeerde. „Is het souper gereed. Parsons? Wij hebben niet kunnen dineeren. Ann, breng Miss Jane naar haar kamer; ik volg zoo aanstonds. Is er nog bericht gekomen van Majoor Cramb, Parsons?" „Nee, Miss. Verder niets meer ge hoord. Ik heb u per telefoon reeds ge zegd dat hij vanmorgen opbelde om te zeggen dat hij vermoedelijk vanavond thuis zou komen, maar dat hij het niet zeker wist. Hij zei dat hij iets naders omtrent Miss Jane hoopte te ontdek ken." „Wel, dan zijn we hem voor, geweest, Parsons." Jane was reeds- halverwege de trap toen wij achter Miss Bellairs de woning betraden. Er scheen een beklemming over ons allen te zijn gekomen nadat wtj het stof van onze schoenen hadden geschud en in den lichten salon bijeen zaten, dezelfde waar Fiddick en Mur doch hun onderzoek begonnen waren. Tolefree stond voor het venster en staarde naar de donkere omtrekken der bosschen. Leybrook zat onbeweeg lijk op denzelfden stoel waarop hij dien noodlofsnacht gezelen had en ik bla derde in een geïllustreerd tijdschrift. „Dat meisje," zei Tolefree, zich eens klaps omdraaiend, „heeft een paar kwade dagen doorgemaakt maar het is niets vergeleken bij hetgeen haar te wachten staat." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 6