Prijsvraagblijftzonder
definitief resultaat
Collegegeld-regeling
voldoet niet
Een jaar tijd
voor nieuwe
plannen
HOE AMSTERDAM
1 MEI VIERDE
Vrachtauto over
den kop geslagen
Mag een film worden
verkort?
Regeling voor
assistenten
Hoe het weer zich in
April hield
j/. ScfwjtcAman %n.
VOLG DE"
BLAUWE AUTO
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 2 MEI 1939
HOOFDSTEDELIJKE RAADHUISPERIKELEN
B. en W. vragen den raad machtiging zich in ver
binding te stellen met de architecten-
combinaties Duintjer-Komter
en Berghoef-Vegter
AMSTERDAM, 1 Mei. In
het gemeenteblad is heden een
nieuwe voordracht van B- en W.
inzake den raadhuisbouw ver
schenen. Daarin zeggen zij te
meenen, zich met de slotsom van
de jury inzake de besloten prijs
vraag te moeten vereenigen, n.l.
dat het definitieve schetsontwerp,
in den zin van art. A.9 van het
prijsvraagreglement door de prijs
vraag niet is verkregen, ondanks
de groote moeite, die de inzen
ders zich hebben gegeven aan het
voortreffelijke werk. dat in vele
opzichten is tot stand gebracht en
dat de thans gevolgde werkwijze,
waarmede werd beoogd langs den
weg van een openbare en een
besloten prijsvraag tot een defi
nitief schetsontwerp te komen,
derhalve volgens de letter van ge
noemd artikel niet het beoogde
resultaat heeft opgeleverd.
Op grond daarvan stellen B. en
W. den raad derhalve voor zulks
vast te stellen en mitsdien deze
prijsvraag voor geëindigd te ver
klaren.
Zeer tot hun teleurstelling biedt de
uitslag van deze prijsvraag B. en W.
dus niet de mogelijkheid den raad
zooals zij bij hel doen van hun voorstel
terzake in 1936 meenden te mogen ver
wachten een plan voor een nieuw
raadhuis voor te leggen. Bleef in zoo
verre derhalve de uitslag van deze
prijsvraag negatief, de besloten prijs
vraag heeft niettemin ook positieve re
sultaten van waarde opgeleverd.
Ook de voormalige jury' doelt hierop
in haar slotsom, luidende: „Desalniet
temin heeft de jury de overtuiging, dat
bfj de voor de besloten prijsvraag inge
zonden ontwerpen, twee plannen aan
wezig zijn, welke door hun bijzondere
kwaliteiten de verwachting wettigen,
dat hieruit, zij het ook na omwerking,
het definitieve schetsontwerp voor het
raadhuis van Amsterdam kan worden
verkregen. Deze plannen zijn de ont
werpen no. 159. motto Meron en no. 201,
motto Belfort.. Zoo de ontwerpers daar
van in de gelegenheid worden gesteld
hunne ontwerpen to herzien, is, naar
de meening der jury de kans groot, dat
een project zal worden verkregen, dat
het gewenschte definitieve schetsont
werp zou zijn en dat dan niet in twee,
doch in drie étappes zou worden be
reikt.
Hoewel strikt genomen het uitbren
gen van een dergelijk advies niet werd
verlangd, in het hoofdstuk van het
prijsvraagreglement handelende over
de taak en dc bevoegdheid van de jury-
heeft daarom de jury toch gemeend uw
college dit inzicht niet te mogen ont
houden.
B. en W. geven den raad in
overweging hen te machtigen zich
in verbinding te stellen met de
combinaties van architecten van
deze twee ontwerpen, n.l. de hee-
ren M. Duintjer en A. Komter en
J. F. Berghoef en ir- J. J. M. Veg-
ter, ten einde te trachten, van hen
ontwerpen voor den bouw van
het raadhuis te verkrijgen, waar
uit zoo mogelijk ten slotte een
keuze voor het definitieve ont
werp kan worden gedaan.
B. en VV hebben terzake het advies
van den gemeente-advocaat ingewon
nen. Wordt hun de voorgestelde mach
tiging verleend, dan stellen B. en W.
zich voor met deze architecten tijdens
hun arbeid voortdurend contact te
houden, waarhij hun de noodige aan
wijzingen betreffende de aan het ge
bouw te stellen gehruikseischen kunnen
worden gegeven, zulks om te bevorde
ren. dat de beide ontwerpen, die o.a.
ook zullen moeten voldoen aan de be
palingen der bouwverordening, in een
zoo ver mogelijk stadium worden ge
bracht.
Aan deze architecten ware voor hun
ontwerp een tijd van één jaar te geven.
Hun zal voor hun arheid een in over
leg met hen vast te stellen honorarium
worden toegekend.
B. en W. deelen voorts nog mede. dat
de leden der voormalige jury zich be
reid hebben verklaard, hen bij het met
deze architecten te plegen overleg en
bij het heoordeelen van de door hen in
te zenden ontwerpen bij te staan en
hen daarbij van advies te dienen.
Herdenking door S.D.A.P.,
Communisten en N-S.B.
AMSTERDAM, l" Mei. Verschil
lende groepeeringen hebben heden
avond in de hoofdstad het 1 Mei
feest herdacht of de viering, die in
den loop van den dag was begon
nen, voortgezet.
De S.D.A.P. had tezamen met den
Amsterdamschen Bestuurdersbond een
fakkeloptocht georganiseerd, die te S.15
uur van het Museumplein, waar hij
werd opgesteld, vertrok. Hii was onder
verdeeld in verschillende groepen, die
vaandels meevoerden en door muziek
corpsen werden voorafgegaan. Door de
Jacob van Campenstraat, Gerard Dou-
straat en Stadhouderskade ging het via
Oosteinde en Frederiksplein langs Am-
stel, Waterlooplcin, Staalstraat en Klo-
verniersburgwal naar de Nieuwmarkt,
waar dc leiders der verschillende groe
pen met een korte redevoering den op
tocht in gedeelten ontbonden.
Ondanks den regen was de deelne
ming aan den optocht vrij groot. Alleen
de belangstelling langs den weg had
van het slechte weer te lijden.
De communisten hielden een druk be
zochte vergadering in het R.A.I.-gebouw,
waar het woord werd gevoerd door den
heer K. Beuzemaker.
Tenslotte vierde ook de N.S.B. den
Mei-dag met een nationual-socialis-
tische herdenking van het feest van
den arbeid in het Concertgebouw.
HALFWEG. 1 Mei. - Tengevolge
van de gladheid is vanmiddag om
streeks vijf uur een vrachtauto van
de cacaofabriek der firma van Hou
ten uit Weesp op den Haarlemmer
weg, juist op de brug te Halfweg,
komen te slippen.
De wagen sloeg over den kop en
bleef tegen het ijzeren hekwerk van
de brug geheel vernield liggen. De
bestuurder, de heer M. Sieraad,
werd uit de cabine geslingerd en
ernstig gewond.
De geneesheer Kuipers uit Half
weg, die de eerste hulp verleende,
liet het slachtoffer naar de Maria-
■stichting te Haarlem overbrengen.
De man had o.a. eenige ribben ge
broken.
De advocaat-generaal meent
van niet en vraagt boete
tegen bioscoop
exploitant
's-GRAVENHAGE, 1 Mei. Een bios
coopexploitant te Rotterdam heeft voor
den kantonrechter aldaar terecht ge
staan, omdat hij een film vertoond
heeft in een samenstelling waarvoor hij
geen vergunning had van de centrale
commissie voor de filmkeuring.
De kantonrechter verklaarde in zijn
vonnis hot ten laste gelegde bewezen,
maar ontsloeg verdachte van rechtsver
volging. Bij vonnis van 21 Januari 1938
heeft de Rolterdamsche rechtbank dit
vonnis bevestigd, van welke beslissing
de officier van justitie in cassatie ging.
Het cassatiemiddel van den officier
kwam hierop neer, dat, wanneer een
film korter wordt afgedraaid dan in
den oorspronkelijken vorm, zij in een
andere samenstelling wordt vertoond.
De advocaat-generaal bij den Hoogen
Raad, mr. Holsteyn, heeft heden in
deze zaak conclusie genomen.
Mr. Holsteyn was van oordeel, dat in
de volgorde der beelden niets mag wor
den veranderd zonder goedkeuring van
de centrale filmkeuringscommissie,
aangezien door wijziging het karakter
van de film kan veranderen.
De advocaat-generaal concludeerde
daarom tot vernietiging van het vonnis
der rechtbank en tot veroordeeling van
den bioscoop-exploitant tot. 10.— boete
wegens overtreding van art. 42 van het
bioscoopbesluit.
De Hooge Raad zal op 31 Mei arrest
wijzen.
„Grensloopers" werken
weer in Duitschland
Volgens de Standaard komt de tus-
schen Nederland en Duitschland getrof
fen overeenkomst inzake de deviezen-
regeling voor Nedcrlandsche arbeiders
in Duitschland (grensloopers) hierop
neer, dat gehuwde arbeiders 75% van
hun loon in Nederlandsch en 25% in
Duitsch geld zullen ontvangen. Voor
ongehuwde arbeiders zijn deze percent,
resp. 65 en 35. Premies voor ziekte- en
ongevallenverzekering komen in minde
ring van het Nederlandsche geld. de
belasting wordt van liet in Duitsch geld
betaalde loon afgetrokken.
De thans getroffen regeling is voor de
gehuwde arbeiders derhalve nog eenigs-
zins gunstiger dan voorheen toerf in
Nederlandsch geld betaald werd.
Honderden textielarbeiders uit Twen
te. die sedprt Februari waren ontslagen,
hebben heden het werk in Duitschland
kunnen hervatten.
CORRESPONDENTSCHAP DER
KAMER VAN KOOPHANDEL
's-GRAVENHAGE. 1 Mei. De Neder
landsche Kamer van Koophandel voor
Duitschland te 's-Gravenhage, heeft te
Karlsbad een nieuw correspondentschap
voor het, Sudetenduitsehe gebied opge
richt en den heer D. Koeleman in
Karlsbad. F,d. Knollstrasse 27, als cor
espondent benoemd.
KINDERHOEKJE
75- Ze guan voorzichtig verder op onderzoek en komen In
een zaaltje, waar zij eensklaps het geluid van stemmen hoo-
ren. Onthutst kijken zii elkaar aan. „Dat moet heel dichtbij
zijn", fluistert Pam.
76. „Kijk eens. Groenjas. waar zou dut eenzame schilderij
voor dienen? Klim eens vlug op mijn schouders en kijk eens
wat er achter zit." „Ssssst." beduidt Groenjas. voorzichtig
het schilderij weer op zijn plaats terugbrengend.
Terugkeer tot vroegere betalingssysteem,
doch met hooger maximum
's-GRAVENHAGE, 1 Mei. Inge
diend is een wetsontwerp houdende re
geling van de collegegelden.
Aan de memorie van toelichting
wordt o.m. ontleend:
De wet van 7 Augustus 1933 maakte
een eind aan de regeling, dat men vrij
gesteld was van de betaling van colle
gegeld, nadat dit viermaal gestort was,
zoodat sedert het in werking treden van
deze wet de verplichting tot het beta
len van collegegeld doorloopt, totdat
men het examen met civiel effect met
goed gevolg heeft afgelegd.
De nieuwe regeling is evenwel geble
ken tot niet geringe bedenkingen aan
leiding te geven. Wel is waar, is de op
brengst van de collegegelden niet onbe
langrijk gestegen en dit niettegenstaan
de vele studenten, ten einde aan de
financieele moeilijkheden het hoofd te
kunnen bieden, zich voor een zoo ge
ring mogelijk aantal malen laten in
schrijven, maar hier staat tegenover,
dat het streven om in zoo kort, moge
lijken tijd af te studeeren en zich hier
bij voor een zoo gering mogelijk aantal
jaren te laten inschrijven, het contact
tusschen de studenten en hoogleeraren,
dat, hier en daar toch reeds te wen-
schen overliet, op bedenkelijke wijze
heeft verminderd.
De minister van onderwijs, kun
sten en wetenschappen is te rade
gegaan, hoe bij behoud van het
financieele voordeel, aan de geop
perde bezwaren tegemoet kan wor
den gekomen. Hij ziet den weg
hiertoe, dat teruggekeerd wordt tot
het oude systeem, waarbij men na
een aantal malen collegegeld te
hebben betaald van verdere beia-
ling was vrijgesteld.
De studenten weten dan bij den aan
vang van de studie, welk maximum
bedrag aan collegegelden zij zullen
moeten betalen, en ouders, die voor de
studiekosten van hun kinderen een ver
zekering zullen sluiten, kunnen dit op
vaste basis doen.
De minister geeft daarom in overwe
ging de regeling van de collegegelden
in dien zin te wijzigen, dat men vrijge
steld wordt van verdere betaling van
collegegeld, nadat vijf maal collegegeld
is betaald. Verhooging van het college
geld van f 300 op 350 is dan evenwel
noodzakelijk. Volgens berekeningen van
het Centraal Bureau voor de Statistiek
zal de opbrengst van de collegegelden
hierdoor niet minder zijn dan bij de
huidige regeling.
In het wetsontwerp wordt tevens
voorgesteld den minister de be
voegdheid te verleenen om in bij
zondere gevallen toe te staan, dat
het collegegeld in twee termijnen
wordt betaald.
De indiening van het wetsontwerp
biedt gelegenheid om nog een aanvul
ling in de wet aan te brengen, welke
ten nauwste met de regeling van de col
legegelden samenhangt. Tot voor kort
genoten de studenten, die een aanstel
ling als assistent hadden, vrijstelling
van de betaling van collegegeld, omdat
zij beschouwd werden te behooren tot
de „beambten".
Sedert evenwel ook assistenten op ar
beidsovereenkomst, worden aangesteld
en deze niet vallen onder het begrip
„beambten", omdat het rijksambtena
renreglement op hen niet van toepas
sing is. moeten deze telken jare krach-1
tens de beide aangehaalde wetsartike
len afzonderlijk aangewezen worden
om bevoegd te zijn kosteloos de colle
ges te volgen. Het komt den minister
eenvoudiger voor om door aanvulling
van de artikelen met het woord „assis
tenten" den bestaanden toestand wette
lijk vast te leggen.
NIEUWE SOUS CHEF VAN DEN
MARINESTAF
In het bericht betreffende de eerlang
te verwachten benoeming van den ka
pitein-luitenant ter zee jhr. W. Boreel
tot sous-chef van den marinestaf is als
diens vervanger in de functie van eer-
ste-officier a.b. van de „-Sumatra" ge
noemd de luitenant ter zee eerste klas
se W. H. Setenburg. Diens naam is ech
ter: W. II. Tetenburg.
GEMIDDELD over de vijf hoofdsta
tions was in April de ochtendtem-
peratuur één graad boven nor
maal, in de drie decaden respec
tievelijk 1 en 3 graden boven en 1
graad beneden normaal.
De grootste afwijkingen kwamen
voor op den l2den en den 28sten, res
pectievelijk 7 graden boven en 2*/a
graad beneden normaal.
De gemiddelde dagelijksche maxi
mum-temperatuur en het gemiddelde
dagelijksche minimum waren lVs graad
boven normaal. Het aantal dagen met
een minimum temperatuur beneden
het vriespunt bedroeg te de Bilt slechts
één. tegen vier normaal. De neerslag
was in het Noordoosten van het land
ongeveer honderd procent boven nor
maal, in het Noordwesten en Zuiden 10
tot 25 procent en overigens 25 tot 60
pet. boven normaal.
Te de Bilt werden 167 uren zonne
schijn waargenomen, tegen 152 uren
normaal.
BENOEMING GEMEENTERAADSLID
AMSTERDAM. 1 Mei. De voorzit
ter van het centraal stembureau ter
verkiezing van leden van dèn gemeen
teraad heeft ter voorziening in de va
cature, ontstaan door hét vertrek naar
elders van den heer S. Mok, benoemd
verklaard tot lid van den gemeente
raad van Amsterdam, den heer M.
Sluijser.
KAMPEEREN OP DE HEI 15 FUN T>v
^>IAAR STEEDS MET VUUR VOORZICHTIG
nedebl' vVy Z'JN
HEIDEMV
S5
dCaudtA (pLcdcmix
£sn yuivsM qnsAs tapdwijn
Per flesch 0.65 Per anker 25.—
lAJbvichLbch&Mhjnai 17 Jel. 145
FEUILLETON
Follow the blue car
R. A. J. WALLING
Nederlandsche
vertaling
HAVANK.
43
Tolefree verbleekte, hij leek versla
gen, van zijn stuk gebracht. Hij pakte
den hoed, draaide dezen in zijn handen
om en om. Zijn blik gleed door het ver
trek, vestigde zich dan op de deur
waardoor Farley met zijn gevangene
was binnengekomen."
..Zou het mogelijk zijn
Hij liep op de deur toe, rukte deze
open en ging naar buiten.
„Blijf daar. Miss Bellairs. Farrar,
kom mee," riep hij.
Ik volgde hem door een smerig, kwa
lijk riekend keukentje naar een al even
•nsmakelijk plaatsje achter het huis.
Wij kwamen voor een houten schut
ting. ruim twee en een halven meter
koog. Het plaatsje was verlaten.
„Geef me een zetje, Farrar."
Ik vouwde mijn handen in elkaar
tot een steun en Tolefree keek over de
schutting.
„Niet doenlijk, geloof ik. Kijk eens
wat lij ervan denkt."
Tolefree steunde mij terwijl ik me
opheesch. Aan de andere zijde van de
schutting zag ik een verlaten scheeps
werf, gedeeltelijk over de rivier uitge
bouwd.
„Een man alleen zou, dunkt mij,
hierlangs tijdig hebben kunnen ontko
men, maar ik acht het uitgesloten dat
hij op die manier een vrouw ontvoer
de," zei Tolefree. toen we weer op den
grond stonden. „Vlug, Farrar naar
boven!"
Wij renden de kamer door waar Lev-
brook en Miss Bellairs nog steeds
wachtten en Tolefree stormde met drie
treden tegelijk de trap op. Zoo bereik
ten wij een smal portaaltje waarop
twee deuren uitkwamen. Eén daarvan
stond open en bleek toegang te geven
tot een leege, slonzige slaapkamer: de
andere deur was op slot. Tolefree beuk
te op het hout en luisterde. Er kwam
geen antwoord.
„Trap de deur in!" zei hij.
Tien seconden later hadden we het
dunne paneeltje uit dc sponningen ge
slagen. Tolefree stak zijn hand door de
opening, vond den sleutel en wij betra
den het vertrek.
„Miss Bellairs!" riep hij.
Zij waren reeds halverwege de trap.
Tolefree knielde naast het bed
waarop MJss Upfield lng, geheel ge
kleed en met een deken over haar voe
ten. Langzaam opende en sloot zij de
oogen. haar gelaat was volkomen uit
drukkingloos.
...Tane!"
Miss 3ellairs bukte zich over haar
heen en pakte haar hand. Tolefree
kwam overeind.
„Een dokter!" zei hij. „Maar laten
we haar eerst hier vandaan brengen.
Leybrook, wees zoo vriendelijk de taxi
te roepen, wil je? Farrar, help een
handje."
In heel de buurt bleek geen enkele
dokter thuis en tenslotte stonden Ley
brook. Tolefree en ik in de hal van het
Stepney Hospitaal, wachtend op nadere
berichten omtrent den gezondheidstoe
stand van Miss Upficld.
Daar had Tolefree gezegd, terwijl
de verpleegsters haar door de gang
droegen ligt de voornaamste sleutel
tot het probleem van den moord op
Harley. Een stroom van opwindende
emoties was over mij gekomen van het
oogenblik af dat Tolefree dien kleinen,
mismaakten schurk gevraagd had hem
te vertellen waar Miss Upfield zich be
vond. Boven alles stond voor mij ech
ter de ontstellende vraag: Jane was
in Leybrook's belvedère verborgen ge
houden; Leybrook had haar naar een
veiliger schuilplaats overgebracht; en
nu vonden we haar terug als een ge
vangene in een achterbuurt welk ver
hand lag er tusschen die feiten? En dan
de vreemde vraag die Tolefree aan Ley
brook stelde.
„U had niet het minste vermoeden
omtrent Bill Bennetts en al wat met
dat ongure element verband houdt?"
„Nee," zei Leybrook, „hoegenaamd
niet. Wij dachten beiden dat zij zich
verborgen hield teneinde niet genood
zaakt te zijn als getuige op te treden."
„Maar," wierp ik tegen. „U hield haar
niettemin zelf verborgen!"
Hij wendde zich met een ruk tot mij..
„Wat zegt U?' riep hij verontwaar
digd; en dan,zich tot Tolefree wen
dend: „Tolefree dit heb jij toch ze
ker geen oogenblik van me gedacht?''
„Eerst wel, doch ik liet die opvatting
vrijwel 'onmiddellijk varen."
„Ja, maar!" riep ik opnieuw. „Tole
free, je heht het bewijsstuk in je zak
dat wat je onder het kussen vond
Tolefree haalde zijn portefeuille te
voorschijn, nam er het linnen stroukje
uit en rook er aan.
„Het parfum is nog niet vervlogen,"
zei hij. „Peter Hurst is voor iemand
van de huidige jonge generatic wol
heel sentimenteel uitgevallen, Farrar.
Waar had je hem heengebracht, Ley
brook, nadat Farrar die Rchuilplaats
ontdekte?"
„Waar heeft Murdoch hem gevon
den?"
„Bij zijn vader thuis."
„Wel daar hadden we hem ge
bracht. Ik dacht dat het wel de laatste
Dlaats wat- waar Murdoch tweemaal
naar hem zou gaan zoeken."
„Iedereen", zei Tolefree, „heeft Mur
doch onderschat."
HOOFDSTUK XV.
Terwijl Jane Upfield, door een ver:
pleegster en Miss Bellairs ondersteund,
op ons toekwam, wierp ik een blik op
miln horloge
Halfzeven een heldere Juli-avond
die zelfs aan het groezelig en gore Step
ney eenigon glans verleende. Halfzeven,
ik dacht een oogenblik dat ik me ver
giste: het leek reeds uren en uren ge
leden sinds wij Murdoch en Trinnery
in mijn kantpor hadden achtergelaten.
Jane zag witjes, stond onvast, op haar
beenen en het was met een schriel bib-
herstemmetje dat zij begon:
„Hallo, Mr. Leybrook! Een heele thee
visite, niet?"
Zij blikte tersluiks naar Tolefree en
mij in ons beiden scheen zij niet bijs
ter veel vertrouwen te stellen.
De dokter die haar gevolgd was keek
ons één voor één vragend aan. Tolefree
kwam hem een stap tegemoet.
„Ik ben blij dat 't niet zoo erg is als
ik gevreesd had, sir," zei hij, op Miss
Upfield duidend.
„Oh, ze zal de gevolgen gauw genoeg
te boven zijn. Eén, twee dagen. Een hee
le schok. Ze is niet erg mededeelzaam
voor iemand van haar jaren," ant
woordde de dokter glimlachend. „Het is
niets anders dan het gevolg van een
allervreemdste behandeling. Wat is er
eigenlijk gebeurd? Wat steekt er ach
ter? Ze zit vol bromide eenvoudig
oververzadigd!
„Een vrij ingewikkeld geval, dokter,"
zei Tolefree. „Wat ze ook geölikt heeft,
het is in ieder geval tegen haar wil ge
beurd, als u begrijpt wat ik zeggen wil?"
De dokter floot tusschen zijn tanden.
„Aha. dus u bent vermoedelijk van de
politie?"
„Dat is eigenlijk niet heelemaal juist,
laten we zeggen dat ik met hun samen
werk in re 'Miss Upfield'. Maar wat
ik vragen wilde: wat dient er onder de
gegeven omstandigheden te gebeuren?"
„Breng haar naar huis. Stop haar in
bed. Waarschuw haar huisdokter."
„Haar thuis is hier een kleine tachtig
kilometer vandaan
„Wel, dan neemt u een auto. 't Is een
prachtige avond. De rit zal haar goed
doen."
En daarom spoedde ik mij per taxi
naar Manchester Square, keerde dan
met mijn wagen naar het hospitaal te
rug. Tolefree zette zich naast mij, Ley
brook zat met de beide meisjes achterin,
Eenmaal buiten Londen schoven we het
dak open en genoten van de laatste stra
len der ondergaande zon. In den spiegel
kon ik Jane tusschen de beide anderen
zien zitten; zwijgend ademde zij met
volle teugen de frissche avondlucht in,
en langzamerhand bpgon er weer eenige
kleur op haar wangen '-omen. Tole
free bleek zwijgzame- 1 't on sprak
nauwelijks een woord.
Het liep tegen tienen toen wij in het
blauwachtige schemerlicht voor de
poort van Pit way House stopten. Miss
Bellairs nam nu de leiding. Parsons, die
per telefoon van onze komst verwittigd
was, stond in de deuropening te wach
ten de onberispelijke Parsons van
altijd, die statig naderkwam, het portier
opende, en „Goeden avond, Miss Jane",
zei, alsof het meisje zoojuist van een
vroolijke pic nic terugkeerde.
„Is het souper gereed. Parsons? Wij
hebben niet kunnen dineeren. Ann,
breng Miss Jane naar haar kamer; ik
volg zoo aanstonds. Is er nog bericht
gekomen van Majoor Cramb, Parsons?"
„Nee, Miss. Verder niets meer ge
hoord. Ik heb u per telefoon reeds ge
zegd dat hij vanmorgen opbelde om te
zeggen dat hij vermoedelijk vanavond
thuis zou komen, maar dat hij het niet
zeker wist. Hij zei dat hij iets naders
omtrent Miss Jane hoopte te ontdek
ken."
„Wel, dan zijn we hem voor, geweest,
Parsons."
Jane was reeds- halverwege de trap
toen wij achter Miss Bellairs de woning
betraden. Er scheen een beklemming
over ons allen te zijn gekomen nadat
wtj het stof van onze schoenen hadden
geschud en in den lichten salon bijeen
zaten, dezelfde waar Fiddick en Mur
doch hun onderzoek begonnen waren.
Tolefree stond voor het venster en
staarde naar de donkere omtrekken
der bosschen. Leybrook zat onbeweeg
lijk op denzelfden stoel waarop hij dien
noodlofsnacht gezelen had en ik bla
derde in een geïllustreerd tijdschrift.
„Dat meisje," zei Tolefree, zich eens
klaps omdraaiend, „heeft een paar
kwade dagen doorgemaakt maar het is
niets vergeleken bij hetgeen haar te
wachten staat."
(Wordt vervolgd).