GEEN UITMOORDING VAN DE NOORDZEE Het pufaanvoer-verbod aangenomen r TWEEDE KAMER Verscheidene tegenstanders Gezondheidskolonies voor zwakzinnigen Werken spionnen vanuit Nederland? HANDELSREIZIGER VERNIELDE N.S.B.-BLADEN EEN HALF UUR Bouwwerk, dat er niet mag zijn EEN GESTOLEN „MOORDFIETS" 2e BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DONDERDAG 4 MEI 1939 Utrecht aangewezen plaats voor tandartsen op leiding, aldus de minister 's-GRAVENHAGE, 3 Mei. - De Twee- de Kamer kwam hedenmiddag bijeen onder voorzitterschap van mr. J. R. H. van Schaik. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp goed keuring van het op 23 Maart 1937 te Londen gesloten verdrag nopens het vaststellen van een maaswijdte van vischnetten en van minimum-maten op sommige vischsoorten. (Puf-aanvoerverbod.) De heer Woudenberg (N.S.B.) zegt, dat het streven naar maatregelen tegen vernietiging van jonge visch zijn volle sympathie heeft. De opzettelijke puf-visscherij bedreigt den kustvisscher. Het vraagstuk is zeer moeilijk. Het vis- scherij-belang staat voorop. Voor de groote trawlvisscherij is de conventie van geen beteekenis. Niet het vernieti gen van jonge visch zal verboden zijn, doch de aanvoer. Spr. heeft daarom geen hooge verwachtingen van dit ver bod en bepleit het regionaal verbieden van de geheele visscherij. Dit zou inter nationaal kunnen worden overeengeko men. De controle is gemakkelijker dan in het aanhangige ontwerp. Kan spr. zich met het streven vereeni gen, het aangegeven middel acht hij niet. juist. De heer Van Lidth de Jeude (Lib.) constateert, dat men zich wel met het streven kan vereenigen, doch het aangegeven middel niet doelmatig acht. Spr. betwijfelt, of de opzettelijke puf- visscherij een zoo grooten omvang heeft aangenomen, dat daardoor dit verbod gerechtvaardigd is. Spr. meent, dat men mag aannemen, dat het grootste gedeelte van de gevan gen puf sterft. Proefnemingen hebben dit bewezen. Spr. meent, dat eenig uit stel wel aanvaardbaar zal zijn. De heer Zandt (Staatk. Geref.) acht het doel van dit verdrag lofwaardig, doch betwijfelt eveneens, of dit doel be reikt kan worden. Vooral werkloosheid van tal van visschers zal er het gevolg van zijn. De steunmaatregelen kunnen van langdurigcn aard zijn. De eenden houders zullen schade lijden, daar puf het goedkoopste eendenvoeder is. Tot slot wijst spr. op de nadeelen voor de genen, die bij de vischmeelfabricatie be trokken zijn. De heer Van den Heuvel (A.R.) onderstreept wat voorafgaande spre kers hebben gezegd. Hij zegt het niet eens te zijn met zijn fractie-genoot Duv- maer van Twist. Spr. ziet als bezwaren, dat het ontwerp slechts in geringe mate aan het doel zal beantwoorden en dat andere groote belangen worden ge schaad. Spr. wijst in dit verband op de vele uitecnloopende cijfers betreffende de visch, die. over boord geworpen, blijft leven, en betreffende de aange voerde puf. Nu vaststaat, dat een deel van de aangevoerde puf niet opzettelijk wordt gevangen, kan men betwijfelen of dit verbod den vischstand zal verbete ren. Ook vele huitenlandsche schepen hebben installaties ter verwerking van de puf aan boord. Hierop bestaat geen controle. De Minister van Economische zaken, de heer Steenberghe, zegt, dat wel zeker is, dat, wanneer er niets gebeurt, het uit is met de zeevisscherij, een be langrijke tak van ons volksbestaan. Reeds acht tien jaren geleden heb ben 's ministers ambtsvoorgangers ge waarschuwd tegen uitmoording van de Noordzee. De aanvoer gaat van jaar tot jaar achteruit; de schol wordt niet meer in behoorlijke mate aangevoerd. Alle tegenstanders hebben zich be ijverd om de houding van de puf na dat zij gevangen is. in het licht te stel len. De voornaamste soort puf is echter de puf. die bij aanneming van dit ont werp niet gevangen wordt. Het aanvoerverbod is het noodzake lijke sluitstuk van de maaswijdte-rege ling. Deze marswijdte-regeling wordt herhaaldelijk overtreden. Op het terrein van het in-ieven-blij- ven van puf zijn in ons land geen proe ven gedaan, daar krachtens internatio nale regeling deze proeven te Kopen hagen worden genomen. In 1935 en 1936 hebben nauwkeurige onderzoekingen plaats gehad. Daarom heeft de minister er geen behoefte meer aan gehad. De proeven zijn genomen in samenwerking met. de belanghebbenden. Van duizenden visschers heeft men geen bezwaren gehoord in tegenstelling tot het lawaai, dat enkele vischmeel- fabrikanten hebben gemaakt. Spr. citeert een zin uit een request aan de Kamer, welke de kwestie ge heel verkeerd in het licht stelt Het ontwerp betoogt o.m. het tegen gaan van de ex-puftrek en de opzette lijke puf-visscherij op de puf-gronden. Dit zijn meer dan voldoende redenen om met klem het ontwerp te verdedi gen. Wat de kustvisschers betreft, deze zullen de eerste slachtoffers zijn, wan neer geen pufverbod komt. daar er over enkele jaren zelfs geen puf meer zal zijn. Over enkele jaren zal men weer meer marktwaardige visch kunnen aan voeren. Spr. heeft toegezegd, dat gedu- Ml NISTER STEENBERGHE rende de te overbruggen periode steun- verhooging zal worden gegeven. Ten aanzien van de vischmeelfabrie- ken merkt spreker op, dat de wijting gevischt zal mogen worden, evenals versche haring. Wanneer de prijs van de haring daalt heneden f 1.75 per kist, dan wordt deze beschikbaar gesteld voor de vischmeelfabrieken en de een denhouders. De prijs zal dan zijn 1 cent per kilo. evenals die van de puf. Dezer dagen kan een besluit ten deze worden verwacht. Spr. merkt op, dat de vischmeelfa- brieken slechts een capaciteit van 12 weken per jaar hebben. Het vischvoed- sel is bijproduct. Werkloosheid valt in deze bedrijven niet te vreezen. Wat de eendenhouders betreft, be toogt de minister, dat er eeen kosten- verhooging van 12J4 cent per honderd eieren zal zijn. Deze verhooging moeten de eendenhouders dragen, daar er an ders in het geheel geen puf meer zal zijn. Voor de garnalenvisschers is van groote beteekenis, dat. de vangst van de wijting vrij is. Deze vier groepen zullen in de toe komst, als er niets gebeurt, veel grooter nadeelen ondervinden dan bij aanne ming. In 1931 is de zaak reeds uitgesteld; daarna is herhaaldelijk overleg ge pleegd met belanghebbenden. Nu heeft men een internationale regeling. De minister wenscht haar niet uit te stel len; de tegenstanders moeten dan maar legen stemmen. De minister erkent, dat de Nederlan ders ter conferentie te meegaand zijn geweest en is bereid de verklaring af te leggen, dat er in Nederland geen maat regelen zullen worden genomen, voor dat het verdrag in werking is getreden. Het verdrag treedt n.l. niet in wer king, als niet alle betrokken landen hebben geratificeerd. Dit beteekent een uitstel. Doch wij moeten niet wachten tot andere ratificeeren alvorens dit zelf te doen. Het is noodig. dat de Kamer m e I de regeering vooruit ziet. Het gaat om Nederlandsche belangen. Spr. is per soonlijk overtuigd, dat verwerping van dit voorstel een zwarten dag zal betee- kenen voor de Nederlandsche visscherij. De heer Rutgers van Rozen burg (C.H.) verklaart, dat het betoog van den minister op hem niet veel in druk gemaakt heeft. De heer Van den Heuvel (A.R.) brengt den minister lof voor diens knappe verdediging van een zwakke zaak. Spr. blijft het gewenscht achten deze zaak thans niet verder te behan delen. De Kamer wenscht het niet te verwerpen. Mede namens een tiental andere leden van de Kamer dient spreker een motie in, die beoogt de behan deling van het ontwerp te schor sen, daar niet is komen vast te staan, dat voordeelen van het puf- aanvoerverbod de nadeelen overtref fen. De heer Kortenhorst (R.K.) is van oordeel dat de formuleering van de motie het den minister onmogelijk maakt op deze zaak terug te komen. Spr. zai tegen de motie stemmen. Dc Minister sluit zich aan bij de woorden van den heer Kortenhorst, speciaal met het laatste gedeelte. De motie komt in stemming. Zij wordt verworpen met 47 tegen 38 stem men (gemengde stemming). De behandeling van het ontwerp wordt voortgezet. De heer Kievit (S.D.) motiveert zijn stem. Hij zegt voorstander te zijn van vischbescherming. Hij had echter gaarne gezien, dat in ons land met be hulp van het IJmuider Reederijbedrijf proeven zullen worden genomen. De heer Woudenberg (N.S.B.) is niet overtuigd, dat het verdrag effec tief zal zijn. Mevrouw Mackay-Katz (C.H.) vreest, dat een nieuwe minister zich niet zal houden aan de concessie van dezen minister. Zij zal tegenstemmen. De heer W ij n k o o p (Comm.) is van oordeel, dat niemand weet, of deze maatregel nuttig en doelmatig is. Alles is pure speculatie. De heer Schil thuis (V.D.) is niet overtuigd, dat het voorgestelde middel goed zal zijn tegen de kwaal en kan zijn stem niet aan het ontwerp geven. De heer Posthuma (C.D.U.) kan met het ontwerp niet meegaan. De heer Stump el (R.K.) houdt vol. dat de controle op de lange kustlijn van Nederland zeer wel mogelijk is. De minister van economische zaken, de heer Steenberghe, verklaart dat de Kamer niet behoeft af te gaan op de mondelinge toezegging van den minister. Daartoe ware noodig een wij ziging van de Visscherij wet; daaraan behoeft de Kamer niet mede to werken. WIELRIJDER GEDOOD GROLLO (Dr.), 3 Mei. Van middag om twaalf uur is de 59- jarige wielrijder H. Hengstman te Grollo, die op weg was naar Rolde, door een auto. bestuurd door een inwoner van Emmen, aangereden en tegen den grond gesmakt De man was op slag dood. KONINGIN ONTVANGT NIEUWEN PANAMEESCHEN GEZANT 's-GRAVENHAGE, 3 Mei. H.M. de Koningin heeft hedenmiddag 3 uur ten paleize Noordeinde ontvangen den heer dr. Francisco Villalaz ter overhandi ging van zijn geloofsbrieven als buiten gewoon gezant en gevolmachtigd mi nister der republiek Panama bij Hr. Ms. hof. Mr. Rost van Tonningen weer veroordeeld Terzake van beleediging van het Ambtenarengerecht MAASTRICHT, 3 Mei. Vanoch tend is voor de politic-rechter, mr. Petit, behandeld de zaak tegen mr. Rost van Tonningen, terzake belee diging van een publiekrechterlijke instelling nl. het ambtenarenge recht, in een vergadering van 10 December 193S te Nuth. Hij had de aanwezige politiemannen attent gemaakt op zijn beleedigende uit lating cn daaraan dc uitdaging vastge knoopt. dat de regeering hem voor deze woorden zou vervolgen. Op 11 Maart van dit jaar was mr. Rost-van Tonningen bij verstek wegens beleediging door den politierechter ver oordeeld tot veertien dagen gevangenis straf. Hij ging van dit verstekvonnis in verzet, zoodat de zaak opnieuw moest worden behandeld en vandaag was verd. persoonlijk verschenen. Mr. Rost van Tonningen heeft voor den politierechter uitvoerig betoogd, dat hij geen opzet tot beleediging heeft ge had. Hij heeft dc beleedigende uitdruk king gebruikt in verhand met de strek king van zijn inzicht, dat het ambtena rengerecht niet beschouwd kan worden als een instelling in den zin van een in stelling van onafhankelijke rechts- psraak, maar als pen politiek college, althans als een college, dat niet onaf hankelijk is van de reeeerine. ITet O.M. achtte het beleedigende ka rakter van de uitlatingen wel degelijk bewezen en vroeg bekrachtiging van het vonnis. Mr. Xijgh uit 's-Gravenhage, de ver dediger van mr. Rost van Tonningen, betoogde, dat de felle bewogenheid van verdachte, tegen wat hij beschouwt als onrechtmatig, aanleiding was geweest tot de ten laste gelegde uitlatingen. Van opzettelijke beleediging was zijns in ziens geen sprake. Hij drong aan op vrijspraak. De politierechter achtte het verweer van verdachte niet aanvaardbaar en be krachtigde het door hem ter zake van beleediging van een openbare instelling gevelde vonnis: veertien dagen gevan genisstraf. Mr. Rost van Tonningen zal van dit vonnis in hooger beroep gaan. Centrale vereeniging vergaderde te Den Haag Onder voorzitterschap van mr. F. B. J. v. Hasselt werd te 's-Gravenhage de algemeene vergadering der Centrale ver eeniging voor gezondheidskolonies voor zwakzinnigen gehouden. Tot lid van het bestuur werd herko zen de heer dr. A. van Voorthuysen te Utrecht cn gekozen de heer Herm. J. Ja cobs te 's-Gravenhage, terwijl tot lid van den raad van toezicht in dc plaats van wijlen den heer mr. J. Ae. A. Lis man werd gekozen de heer Anth. Fol- mer te 's-Gravenhage. Uit het jaarverslag van den secretaris hleck. dat in het afgeloopen jaar wer den verpleegd 702 kinderen met een to taal van 30.434 verpleegdagen. De re sultaten der verpleging gaven aanlei ding tot voldoening. Het comité voor - de totstandkoming van lighallen hij de koloniehuizen heeft zijn arbeid voltooid: het benoodigde geld kwam bijeen. Dezer dagen zijn de nieuwgehouwde lighallen reeds In ge bruik genomen. Spr. ziet het voordeel van dit verbod in de onmogelijkheid van de opzette lijke puf-visscherij, al komt deze mis schien weinig voor. I-Iet ontwerp komt in stemming. Het wordt aangenomen met 51 tegen 35 stemmen. Tandheelkunde in het geding Aan de orde is het wetsontwerp aan vulling der Hooger Onderwijswet Mevr. De Vries Bruins (S.D.) is van oordeel, dat het niet juist is, dat de tandartsenopleiding slechts te Utrecht mogelijk zal zijn. De opleiding moet meer medisch dan technisch zijn. Art. 23 van het academisch statuut moet van toepassing worden geacht. Tegen de positieve regelingen heeft spr. geen bezwaar, wel tegen het feit, dat Utrecht de eenige opleidingsmogelijk heid zal zijn en zoolang het onderwijs te weinig wetenschappelijk zal zijn. De heer d r. Vos (Lib.) is van oor deel, dat er thans zeer veel aan de op leiding van de tandheelkundige studen ten ontbreekt. Spreker stelt Zwitserland ten voorbeeld. Een al te weten schappelijke op leiding acht spr. echter niet ge wenscht, doch de tandheelkun digen moeten eenig begrip van ziekteverschijn selen hebben. Bij een aantal van 300 tot 550 studenten is het onmogelijk, een dr. Vos goede opleiding te verkrijgen. Het gaat te ver nu reeds uit te maken dat Ltrecht alleen voor de opleiding is aan gewezen. Spr. is geen voorstander van een vooropleiding der tandartsen, die paral lel loopt met de opleiding van de medici. Spr. vraagt nog het doctoraat mogelijk te maken. Mevr. Mackay-Katz (C.H.) be treurt eveneens, dat een doctoraat voor tandartsen niet mogelijk zou zijn. Wat de opleiding betreft, vraagt spr. of de minister ook andere facul teiten dan de Utrechtsche heeft ge hoord. Spr. vraagt voorts, hoe de minister denkt over de bevoegd heid van de tandartsen. Er heerscht thans een groote onzekerheid. Spr. zag gaarne in de wet zelf in groote lijnen de opleiding vastgelegd, nader uit te werken in een algemeenen maatregel van bestuur. Zij bepleit ten slotte overleg met de maatschappij. Mevr. B a k k e r-N ort (V.D.) wijst op don achterstand op dit gebied in ons land. De tandheelkunde wordt als tak van wetenschap onderschat. Spr. zag gaarne de tandartsenopleiding naar de algemeene medische opleiding verwe zen. Ook deze spreekster betwijfelt, of het noodig is, slechts in Utrecht de moge lijkheid van deze opleiding te behouden. Ook het feit. dat de tandartsen geen doctoraal kunnen verkrijgen, kan haar goedkeuring niet wegdragen. Niette min zal spreekster voor stemmen. De heer Til an us (C.H.) vraagt, of het noodzakelijk is, de regeling van de tandheelkundige examens uit de wet van 1878 te lich ten en over te brengen in de hooger-onder- wijswet en of die examens juist geregeld zijn. De tandheel kundige exa mens zijn in die wet van 1878 ge regeld en in .het academisch sta tuut. Het onder havige voorstel geeft geen ze- Tilanus kerheid, hoe nu de regeling zal worden. Het academisch statuut zal op dit punt niet van kracht zijn. Dit is hinken op twee gedachten. Spr. kan dit niet be wonderen. Deze studie is te veel opge schroefd. Deze materie behoort niet in de hooger onderwijswet en de regeling is rommelig. De heer M o 11 p e r (R.K.) acht den minister met dit ontwerp niet geslaagd. Spr. kan aan dc voorgestelde artikelen niets zien dat bewijst, dat de tandart senopleiding hooger onderwijs zal zijn. Welke wetenschnn wordt hier beoefend en welke opleiding tot het zelfstandig beoefenen eener wetenschap wordt hier gegeven? Dit afzonderlijk instituut is een vakschool, een aanhangsel van de faculteit. De minister antwoordt De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschanpen, de heer Slote- maker de Bruine, herinnert aan de moeilijkheden, die in 1936 te Utrecht hadden plaats gehad. Men heeft toen ingezien, dat men moest onderscheiden tusschen orga- ^nisatie en stu die. De organi satorische maat regelen hebben goede gevolgen gehad. Ten aan zien van de stu die is in 1937 oen rapport uit gebracht aan de faculteit. Men 'ïeeft steeds con tact gehouden met de tand artsenorganisa ties. Spr. sluit zich niet bij andere faculteiten aan, daar Utrecht reeds werkzaam is op dit gebied. Bij het ontwerpen van den algemeenen maatregel van bestuur zal zeer zeker de maatschappij gehoord wor den. Spr. ontkent, dat een doctoraat voor tandartsen zal zijn uitgesloten: een wijziging van het academisch statuut is daarvoor niet noodig. De maatschappij heeft een evenwij- Slolemakcr de Bruine De heer Wijnkoop krijgt antwoord van den minister 's-GRAVENHAGE. 3 Mei. Op de vragen van den heer Wijnkoop: 1. Heeft de minister kennis genomen van de tijdens het Engelsche spionnage- proces-Kelly gedane mededeelingen, volgens welke in dienst van Duitsch- land staande agenten van Nederland uit zouden werken, welke agenten den schakel zouden vormen tusschen den Duitschcn geheimen dienst en andere landen? 2. Is de minister bereid, een onder zoek naar de juistheid van deze mede deelingen in te stellen, o.a. door het in winnen van inlichtingen ter zake bij de Engelsche regeering, en zoo haar mocht blijken, dat die mededeelingen op waar heid berusten voor het vervolg den ar beid der genoemde agenten in en van uit Nederland door scherpe doelmatige maatregelen onmogelijk te maken? heeft de minister van huitenlandsche zaken het volgende antwoord gegeven: 1. Het antwoord luidt bevestigend. 2. Door de daartoe bestemde oreanen in Nederland wordt op handelingen, als in de vragen bedoeld, een zoo zorg vuldig mogelijk toezicht gehouden. Hof zet gevangenisstraf om in geldboete AMSTERDAM, 3 Mei. Voor het gerechtshof heeft een 31-jarige han delsreiziger uit Zandvoort terecht gestaan, omdat hij op 4 November j.l. een aantal exemplaren van het N.S.B.-blad „Volk en Vaderland", waarmede een behanger bij het sta tion te Zandvoort colporteerde, zou hebben vernield. De politierechter had den man tot acht dagen gevangenisstraf veroordeeld. Verdachte ontkende de vernieling niet, doch hij verklaarde, dat deze niet was geschied met politieke bedoelingen. De colporteur zou hem, toen hij langs kwam, hebben „gehaakt". Verd. was toen gevallen en zou in drift de kran ten, waaraan hij zich vastgreep, hebben verscheurd. De colporteur hield vol, dat hij verd. geen beentje had gelicht of had aangeraakt. Verd. was toen hij hem reeds voorbij was teruggekeerd en had de couranten weggerukt en ver nield. Dc procureur-generaal, mr. dr. D. Reilingh, eischte bevestiging van het vonnis. De verdediger, mr. Alfred Levy, be toogde, dat juist indien verd. reeds voor bij was, er toch wel iets bijzonders moest zijn voorgevallen om verklaar baar te maken, dat verd. daarna de cou ranten zou grijpen. In ieder geval had de colporteur in zooverre zelf schuld, omdat hij binnen hft stationsgebouw met de voor sommige volksgroepen irri- teerende bladen colporteerde, terwijl volgens voorschrift van de spoorwegdi rectie binnen niet mocht worden gecol porteerd. PI. was van oordeel, dat de opgeleg de straf veel te hoog was, zoodat hij op clementie aandrong. Het gerechtshof, arrest wijzende, be vestigde het vonnis behalve wat de straf betreft en gezien den aard van het gepleegde feit werd de opgelegde gevangenisstraf gewijzigd in een geld boete van f 10.subs. 4 dagen hechte nis. ZONDER STROOM Electriciteitsstoring in Amsterdam-Zuid AMSTERDAM, 3 Mei. Hedenmor gen te kwart over tien geraakte door een defect aan een energie-schakelaar in het onderstation Jacob Obrechtplein te Amsterdam der gemeente electrici- teitswerken, dit onderstation stroom loos, met het gevolg dat het gedeelte van het net, dat van hier uit gevoed wordt, stroomloos raakte. Dit omvatte het grootste gedeelte van Amsterdam Zuid. ongeveer begrensd door van Wou- en Rijnstraat eenerzijds en Amstelveen- schewetr anderzijds, alsmede een klein gedeelte van West in de naaste omge ving van den Overtoom, aldus het Vad. Lastiger dan de storing op het gewone wisselstroomnet in dit stadsgedeelte, waar weinig of geen bedrijven of indus trieën gevestigd zijn, was de storing in een gedeelte van het gcliikstroomnet voor de electrische tram. dat eveneens door het onderstafion gevopd wordt. De trams konden in het geheele genoemde stadsgedeelte niet verder en moesten wachten tot het defect was opgeheven, wat binnen een halfuur het geval was. dig Ioopen van medische en tandheel kundige studie niet mogelijk geacht. Met betrekking tot de vraag, hoe de studie het best kan worden ingericht, leest spr. enkele passages voor uit het rapport van de faculteit. Er is geen enkele reden voor de vrees, dat alle zaken zullen blijven zooals zij zijn. Spr. vraagt, of er groot bezwaar is tegen de voorgestelde regeling. Deze is tweezijdig, niet rommelig. Deze zaak moet in verband met het hooger onder wijs worden geregeld. Spr. is van oordeel, dat ^Utrecht de eenige aangewezen plaats 'is voor de opleiding. Dit is noodzakelijk voor de rolverdecling. Het is niet gewenscht een opleiding, die geld vordert, aan een andere universiteit mogelijk te maken. Door dit wetsontwerp zullen vele ver beteringen worden teweeggebracht. Om 17.55 uur wordt de vergadering verdaagd tot Donderdagmiddag. Moet de minister een crediet aanvragen voor afbraak van het Haagsche administra tiegebouw? VGRAVENHAGE. 3 Mei. Het blijkt met den bouw van het gebouw voor de hoofddirectie en administratie van het staatsbedrijf der Artillerie-Inrichtingen aan het Lyceumplein alhier, een eigen aardige geschiedenis te zijn. zoo schrijft de Telegr. De betonfundeering. met inbegrip van uitgebreide schuilkelders is reeds eenige weken gereed. Men heeft hier aan ongeveer vijf maanden gewerkt, waaruit dus volgt dat men aan het Lyceumplein reeds begonnen is met de eerste werkzaamheden, vóórdat de 6Up- pletoire begrooting tot financiering van dezen houw hii de Tweede Kamer was ingediend. Zelfs is gebleken dat de be- tonskeletbouw voor het eigenlijke ge bouw reeds is aanbesteed. Het staatsbedrijf der Artillerie-Tnrich- tingen zal nu eerst moeten trachten deze zaak in het reine te brengen met de gemeente 's-Gravenhage Immers, deze kan er op staan dat. na de voor- loonige overeenkomst, waarbij zij voor f 120.000. zilnde f 50 per M2 dit terrein had verkocht, dit terrein weder in den oorsnronkelijken toestand wordt opge leverd. Dit zou heteekenen. dat de minister opnieuw bii de Kamer zal moeten ko men. nu om een crediet te vragen voor het afbrpken van de fundamenten en de schuilkelders. Het zou ook mogelijk zijn. dat het gemeentebestuur prijs stelt op behoud van deze srhuilkelders. en dat de mislukte transactie dan zou wor den afgemaakt door een dading, waar door de gemeente de vrïie beschikking zou krijgen over de kelders. Op de be staande fondamenten kan dan later altijd no? pen ander gebouw worden opgetrokken. Bijvoorbeeld flats gelijk er staan aan dp overzijde van het Lvceum- nlein. en ook vlak naast den onderbro ken bouw. Pseudo-kooper deed den heler tegen de lamp loopen AMSTERDAM. 3 Mei. Een bekende heler van gestolen rijwielen, wiens ar beidsveld hoofdzakelijk op en om het Amstelveld ligt, hoorde vandaag drie jaar gevangenisstraf tegen zich eischen, een jaar meer dan hem in eerste in stantie was opgelegd. Voor de recht bank had hij de houding van een on schuldige aangenomen. Thans kwam hij-met '*rrr gedeeltelijke bekentenis voor den dag. doch het gebruikelijke re sultaat, een eisch tot verlaging van de straf, bleef uit. De man stond op een voor hem kwa den dag np het Amstelveld, toen een jongeman op hem toekwam en hem zei- de, dat hij gehoord had, dat hij verd. tegen een zacht prijsje een „moord- fiets" te koop had en of. hij het karretje eens mocht zien. Na eenig heen en weer gepraat en lang loven en bieden werden kooper en verkooper het eens. De „rijwielhandelaar" kreeg een gulden handgeld, de fiets moest voor hem gere serveerd worden. Hij zou even zijrt vriend halen, voor wien het rijwiel eigenlijk bestemd was. Een half uurtje later verscheen de jongeman weer op het terrein, ditmaal vergezeld van zijn vriend. Deze ontpopte zich echter als een bekende Amsterdamsche recher* cheur, specialist in het opsporen van geheelde fietsen. Ook de „moord* fiets" bleek gestolen te zjjn en de verkooper werd gearresteerd. Ook gelukte het den dief aan te houden. De jongeman, die zgn. de fiets had gekocht, verklaarde voor het Hof, dat hij den rechercheur had geholpen om dat hij in verdachte een gevaar voor vele jongemenschen ziet, die door hem in het verderf worden gestort. Dus, vraagt de verdediger, mr. A. Sternheim. u was geen oogenblik van plan om de fiets werkelijk te koo- pen. Getuige: Geen moment, nog niet al zou ik voor een dubbeltje eigenaar heb ben kunnen worden. Ik wilde alleen den rechercheur helpen. Nadat de procureur-generaal drie jaar gevangenisstraf had gcrequireerd be pleitte do verdediger mr. dr. Stern hei m op juridische gronden ontslag van rechtsvervolging. Tn de dagvaar ding immers staat, dat verdachte de fiets aan getuige verkocht. Van ver koop was echter geen sprake, omdat er tusschen partijen geen wilsoverecn- komst was. Getuige heeft uitdrukkelijk verklaard, dat hii geen oogenblik de werkelijke bedoeling had om de fiets te koopen. De procureur-generaal was het met dit juridische argument niet eens: het komt er niet op aan, wat de kooper be doelde. maar wat de verkooper, in dit geval verdachte, gedaan heeft. Het Hof zal 17 Mei arrest wijzen. ONBEVOEGD UITOEFENEN DER GENEESKUNDE NIJMEGEN, 3 Mei. Voor het kan tongerecht alhier siond vandaag te recht mej. G., die door het land bekend was als raadgeefster in gevallen van kanker. Zij gaf den patiënten zalfjes. De vrouw werd vervolgd voor het on bevoegd uitoefenen van de geneeskun de. Het O.M. had 250 gulden boete, subsi diair twee maanden hechtenis geëischt. De kantonrechter, mr. P. van der Vel de. veroordeelde haar tot vijftig gulden boete, subsidiair veertien dazen hechte nis en gelastte, teruggave der in beslag genomen goederen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 7