Toespitsing der tegenstellingen GOLOJTAH Nederland, waterland bij uitnemendheid Schaduwen aan de kust Waarschuwende woorden van Japansch premier Fortmann Hehenkamp 'N KNOOP LAATSTE BERICHTEN Kardinaal bezoekt Maastricht Autoriteiten in grooten getale aanwezig Reparaties in één dag DE ARTILLERIE- INRICHTINGEN 10 ct OLIEBOOT LOOPT OP EEN RIF J. Jefferson Farjeon Ie BLAD PAG. 2 AMLRSFUORTSCH DAGBLAD MAANDAG 22 MEI 1939 Wereldgebeuren Incident te Kalthof leidt tot ingebrekestelling van Danziger Senaat door Polen HALIFAX en Malsky. vertegenwoor diger van de Sovjet-Unie te Ge- nève. hebben in de Volkenbonds- stad Zondagmorgen het overleg voortge zet. waarbij'zij naar het lijkt slechts in formatieve besprekingen hebben gevoerd Maisky. Soviet-ambassadeur te Londen, heeft afzonderlijk maar langs denzelfden weg de reis naar Genève gemaakt Ook hii heeft ie Pariis vertoefd om er bespre kingen te voeren, waarbij hii waarschijn lijk evenzeer als Lord Halifax bespeurd heeft dat de Fransche regeering er met kracht naar streeft om oen Brilsch-Rus- flïsch accoord tot stand te brengen. Het is opmerkelijk, dat het Fransche persbureau Havas meent te kunnen be richten. dat de jongste Britsch-Fransch- Russische besprekingen „binnenkort tot het sluiten van een accoord zouden lei den". terwijl het Britsche persbureau Reuter Zondag uit Genève seinde, dat de atmosfeer wel iets gunstiger is, maar „dat men ieder bericht met de grootste reserve zal moeten opvatten". Halifax heeft in zijn gesprek niet Mais ky. Zondagmorgen te Genève. den Sov jet-vertegenwoordiger naar men meent op de hoogte gesteld van de besprekin gen. welke de Britsche minister Zater dag heeft gehad met Dalndier en Bon net. Na deze informatieve woordenwisse ling hebben zoowel Halifax als Maisky rapport uitgebracht aan hunne regeerin gen. Men verwacht intusschen niet. dat eenige concrete vooruitgang zal kunnen worden gemeld vóór de bijeenkomst van het Britsche kabinet op Woensdag. En inmiddels is nok het geheim van de „schaduw", welke volgens Chamber lain tusschen Londen en Moskou hangt, nog niet opgehelderd. Of dit geschieden zal? Zelfs de Times blijkt zich over deze „schaduw" te verbazen. Het toch zeer goed geïnformeerde Engelsche blad weel niet wat er van te denken. Tenminste, het schrijft, dat de vertraging in het tol stand komen van een Rritsrh-Frnnsrh- Russisch accoord te moeilijker tp begrij pen valt. omdat torh Engeland. Frank rijk en de Sovjet-Unie reeds nauw aan elkaar verbonden ziin door onderlinge verdragen, door hun Volkenbonds-vcr- pl.chtingen en door den gemeenschappe- liiken wil tegenstand te bieden tegen agressie. Al kunnen zij niet precies aanduiden, welke de hinderpalen zijn en van wel ken aard de „schaduw" is. toch mcenen de Britsche en'Fransche bladen op eigen gezag, dat deze week een Britsch- Russische overeenkomst tot. stand zal komen. Zoowel te Londen als te Parijs weet men te verklaren, dat een basis voor overeenstemming zou ziin bereikt. HETGEEN de laatste dagen te Dan- z i g is geschied, maakt volgens de Fransche bladen een snelle en suc cesrijke voltooiing d-jr Britsch-Fransch. Russische besnrekinecn dringend nood zakelijk. „De onderhandelingen zullen slagen, zoo meent de Matin, omdat zii moeten slagen". De incidenten te Danzig, welke het le ven van een burger der Vrije Stad heb ben gecischt. hebben te Parijs en el ders levendige ongerustheid gewekt. Zoowel van Danziger als Poolscbe zijde zijn uitvoerige uiteenzettingen gegeven van de toedracht der feiten, welke tot het incident van Kalthof aanleiding ga ven. Terwijl van Duitschc zijde er den nadruk op gelegd wordt, dat een vol maakt onschuldig slachtoffer om het le ven zou zijn gekomen, kan ook het D.N.R. niet verheelen. dat er ernstige ongeregeldheden aan de noodlottige schietpartij ziin voorafgegaan, en dat de Danziger bevolking zonder andere mo tieven dan haar wrevel jegens de Pool- sche douane de kantoren der Poolsche douane-beambten heeft bezet en vernield. Het Poolsche persagentschap wijdt be- grijpelijkerwijj, over deze voorgeschiede nis juist uitvoerig uit. doch weet minder te melden over den iuisten toedracht van de eigenlijke schietpartij hetgeen ove rigens niet behoeft te bevreemden, aan gezien de Danziger politie terstond de vier Poolsche getuigen van het drama in hpchtenis heeft eenomen! Naar aanlpiding van deze gebeurtenis sen heeft de Poolsche commissaris-gene raal te Danzig een geharnast schrijven gericht aan dpn Senaat der Vrije Stad. waarin hij de Danziger autoriteiten verantwoordelijk stelt voor de inciden ten. aangezien zij in gebreke zouden zijn gebleven om de noodzakelijke veilig heidsmaatregelen te nemen, in deze Pool sche nota wordt er nadrukkelijk twijfel over uitgesproken of de Danziger autori teiten b ij machte en/of van zins z ij n om de o r de te hand haven en aan de Poolsche ambtena ren en inwoners in het gebied der Vrije Stad de bescherming te verleenen, waar op deze recht hebben Daarmede wordt van Poolsche zijde ongetwijfeld een di plomatieke basis voor eventueèle in terventie in het gebied der Vrije Stad geschapen, hetgeen deze ontwikke ling hoogst ernstig maakt, en gevaar doet ontstaan voor internationale com- EVENMIN geruststellend is hetgeen uit Tokio wordt gemeld, waar men besloten zou hebben zich aan te sluiten bij de a-s Rome—Berlijn in een militair bondgenootschap van a 1 g e- theene strekking en niet uitsluitend tegen de Sovjet-Unie gericht. Het is niet duidelijk, of Berlijn en Rome daarbij toegeven aan Japansche wenschen. dan wel of Japan tegemoet komt aan de verlangens der as-mogendheden. Wel duidelijk is. dat deze ontwikkeling even als een eventueel „succes" der Britsch- Fransch-Russische besprekingen er toe bijdraagt, dat de wereld verdeeld wordt in twee vijandige statenblokken, het geen ppn onheilspellende gelijkenis doet ontstaan met de situatie van voor den Wereldoorlog. Hoe zal het antwoord lui den op dp door Mussolini gestelde vraag „Blijft het vrede?" „Wie zich met de Sovjets vereenigt, zal er de noodlottige gevolgen van ondervinden" TOKIO. 22 Mei. (Domei). De Japansche minister-president, ba ron Hiranoema, heeft in een pers- gesprek verklaard, dat de Japan sche diplomatie gebaseerd is op rechtvaardigheid en naar een blij- venden wereldvrede streeft. In dien de toestand niet in goede ba nen gericht wordt, leiden de hui dige omstandigheden onvermijde lijk tot een oorlog, ondanks het feit, dat de leiders der volkeren den oorlog verafschuwen. Japan moet alles in het werk stellen een oorlog te vermijden. Daartoe moet samenwerking verkregen worden met de landen, die dezelfde gevoelens koes teren. Tot op zekere hoogte moet de status quo in de wereld gewijzigd wor den. Het herstel van Oost-Azië is op het oogenblik de belangrijkste aangelegen heid. De politiek, welke Japan tegen over Europa voert, is gebaseerd op het beginsel der verzoening tusschen de in dividualistische en de totalitaire stel sels. Voorts wees Hiranoema op het misnoegen, dat een toenadering tus schen Engeland, Frankrijk en de Sovjet-Unie zou verwekken, zeggen de: ..Sommige Europeesche landen reiken de hand aan de Sovjets, maar wie zich met de Sovjets ver eenigt, zal er de noodlottige gevol gen van ondervinden. Het is de taak van Japan den landen dit gevaar te leeren kennen." Daar de besluiten der Japansche re geering nog aan Berlijn en Rome moe ten worden medegedeeld cn wellicht eenigen tijd van bespreking zullen ver gen. achtte men het te Tokio niet waar schijnlijk dat Japan actief zou deelne men aan de Duitseh-Italiaansche bijeen komst te Berlijn op heden, waarin het verdrag wordt geteekend. Men beoogt, dat Duitschland en Italië in ieder geval volledig van het Japansche standpunt op de hoogte zullen zijn vóór de teeke- ning van het verdrag, zoodat latere toe treding van Japan in een of anderen vorm eventueel mogelijk zou kunnen blijven. De Kokoemin Sjimboen, welk blad de meening van Japansche legerkringen weergeeft, dringt aan op een volledig militair bondgenootschap met Duitsch- laiid. Tiet blad verklaart verder, dat bij de bevolking steeds meer de meening ingang vindt, dat het incident in China niet een oorlog is tusschen China en Japan, doch een strijd om de Japansche suprematie in het Verre Oosten. Een mi litair bondgenootschap, dat alleen tegen de Sovjet-Unie zou zijn gericht, wordt zinneloos genoemd. Er moet volgens het blad een overeenkomst worden gesloten nm druk uit te oefenen op Groot-Brit- tannië. BINNENLAND Z. Em. Fumasoni Biondi in de Sint Servaes MAASTRICHT, 22 Mei. Z. Em. Kar dinaal Fumasoni Biondi, prefect van de Heilige Congregatie tot voortplanting des gelöofs te Rome, die ter gelegenheid van de onthulling van het kardinaal van Rossum-monument te Wittem sedert gisteren in ons land vertoeft, heeft van ochtend vrij onverwacht een bezoek ge bracht aan Maastricht, waar hij van tien tot twaalf uur achtereenvolgens de Sint Servaaskerk cn de O. L. Vrouwe ba siliek heeft bezocht en de merkwaardig heden in deze kerken heeft bezichtigd. Zijne Eminentie was bij deze bezoeken vergezeld van den secretaris-generaal van het werk tot voortplanting des ge loofs te Rome mgr. Franco Carminati, den secretaris der pauselijke in ternun tiatuur te 's-Gravenhage, mgr. Mario Cagna, en den oud-secretaris van kardi naal van Rossum, pater Jos. Drehmanns C.S.S.R., thans te Amsterdam. Aldus de Belgische minister van der Poorten bij de opening van het Nederlandsche paviljoen te Luik BIJ de opening van het Neder landsche paviljoen op de wa tertentoonstelling te Luik voerde na minister van Buuren de Belgische minister van openbare werken, de heer Vanderpoorten, het woord. Minister Vanderpoorten zeide ver heugd te zijn, in de Nederlandsche taal allen een welkom toe të roe pen. Nederland, het waterland bij uitnemendheid, moest en kon niet anders dan op schitterende wijze meewerken aan deze internationale watertentoonstelling. Spr. wenschte de Nederlandsche organisatoren op deze tentoonstelling van harte ge luk. In het Fransch ging spr. verder. Hij haalde aan, hoe zeer Nederland door het water wordt omringd en hoe zeer het water een essentieel bestanddeel van het land uitmaakt. Spr. haalde verschillende voorbeelden uit de geschiedenis aan, waaruit blijkt, dat de Nederlandsche strijd tegen het water steeds even hevig geweest is. Daaruit is evenwel de Nederlandsche kracht gegroeid om dezen erfvijand het hoofd te bieden. Spr. noemde de groote Nederlandsche inpolderingen, welke in vroegere eeuwen hebben plaats gehad en vestigde daar enboven de aandacht op de droogleg ging van de Zuiderzee', waar het werk van Nederlandsche ingenieurs thans de wereld verhaast. Minister Vanderpoorten haalde ver volgens aan de voorbeelden, in vroegere jaren gegeven door de Nederlandsche zeevaarders, wier uitmuntende kennis van navigatie allen tot voorbeeld strek te. zoozeer dat de terminologie, welke in onze dagen op de zeeën gebruikt wordt, nog geheel van Nederlandsche af komst is. Spr. was er bij voorbaat van over tuigd, dat de Nederlandsche deelne ming aan de tentoonstelling schit terend zou zijn. Hij wees op de over zichtelijke "wijze, waarop de ver schillende Nederlandsche waterwer ken en hun uitvoeringen aan het publiek werden getoond. Hij prees de inrichting van het gebouw, welke sober en aantrekkelijk door hem genoemd werd. Tenslotte ging spr. wederom over in de Nederlandsche taal, waarin hij de Nederlandsche regeering en haar afge vaardigden en allen, die hebben bijge dragen tot. het welslagen van de Neder landsche inzending, van harte dankte voor dit blijk van genegenheid ten op zichte van de Nederlandsche Zuider buren. De minister eindigde met het uitspre ken van de hoop, dat de tentoonstelling een steeds nauwer toehalen van de Woninginrichters sedert 1899 IAHGESTRAAT 63 TELEF. Kapok Schapenwol MatraSSBIl Paardenhaar vriendschapsbanden tusschen Neder land en België in groote mate mag be vorderen. Tot slot van deze. officieele plechtig heid maakten de genoodigdên een rond gang door het tentoonstellingsgebouw, waarna in de stad Luik aan allen een lunch werd aangeboden. Onder de vele autoriteiten zagen wij behalve de genoemde sprekers, den gouverneur van dé provincie Luik, den lieer M a 11 h i e u. den commissaris der Koningin in de provincie Limburg, mr. dr. Van Sonsbeeck, den voorzitter van de commissie voor Nederlandsche deelneming, den heer A. H Hooft, de burgemeester van Luik. Maastricht, Vlissingen cn Dordrecht. De gemeente Amsterdam was vertegenwoordigd door den wethouder van handelsinrichtin gen, mr. Kropman, terwijl Rotter dam vertegenwoordigd werd door den heer Coomans, lid van de directie van het Havenbestuur. Voorts zagen wij nog den consul-generaal van Nederland in Brussel, mr. Van R o m.h u r g h en de consuls van Leuven, Hasselt. Brugge en Luik. de haveningenieurs van den waterstaat Schlïngeman, Witte- veen en Van Veen. Van het departement van sociale zaken waren aanwezig de directeur van het bureau der drinkwatervoorziening, den heer Krul, alsmede de directeur- generaal van de volksgezondheid, dr. C. van den Borg. Verder zagen wij luitenant-generaal De Krahe, com mandant van de stelling Luik. den heer J. P. Vink. president, van de Neder landsche kamer van koophandel voor België en Luxemburg te Brussel, baron Krayenhoff, voorzitter van de Alge- mcene Nederlandsche Vereeriiging vooi Vreemdelingenverkeer en vele leden van kaniers van koophandel en civiele autoriteiten. Blijkens het eindverslag van de Com missie van Rapporteurs over het ont werp van Wet tot verhooging van de begrooting van het Staatsbedrijf der Artillerie-inrichtingen voor het dienst jaar 1938, verklaarden eenige leden het te betreuren, dat de wijziging, geduren de het openbaar overleg tusschen regee ring en Tweede Kamer in het wetsont werp gebracht, een niet onbelangrijk oponthoud in de verbetering van onze defensie-uitrusting heeft veroorzaakt en dat daaruit bovendien, noodclooze kos ten zijn voortgevloeid. Goedkeuring door de Staten-Generaal achteraf van regeeringsmaatregelen is, aldus spraken deze leden, reeds zóó ge bruikelijk in ons land, dat zij niet ver mochten in te zien, waarom thans eens klaps op het stuk der defensie anders en wellicht, niet zonder opzet tegen den uitdrukkelijken wensch van de re geering in moest, worden gehandeld. Gaarne zouden de leden, hier aan het woord, vernemen, hoeveel de kosten be dragen, welke een gevolg zijn van het votum der Tweede Kamer te bedoel der zake. Andere leden verklaarden hiertegen over, dat zij de voorgenoemde wijziging in de wetsvoordracht toejuichen. Zij achtten met de meerderheid der Twee de Kamer niet oorhaar, dat de regee ring uitgaven doet, zonder daartoe wet telijk bevoegd te zijn. Met klem betwist ten zij, dat aan de beslissing, te dier zake genomen, andere motieven ten grondslag zouden hebben gelegen dan het streven naar ecne juiste uitoefe ning van het budgetrecht. DE „TROMP" NAAR DE NOORSCHE WATEREN VGRAVENHAGE, 22 Mei. H. Ms. flottieljeleider „Tromp", onder bevel van den kapitein-ter-zee L. A. C. M. Doorman, is heden van Den Helder ver trokken ter aanvaarding van de reis naar de Noorsche wateren. =-0 Die knoop wil U herinneren aan Uw zoo-goed-als-Ieege pakje Gold Star Shag. Wilt U dus vanavond volop genieten van een zacht en geurig pijpje, dan vlug naar den winkel om een versch pakje GOLD STAR Shag! 'n Extra Tracta tie: Gold Star de Luxe, 12 cL OOST-IN Dl TERNATE, 22 Mei (Aneta). De olieboot „Minjak" van de Kon. Pa- ketvaart Mij., is gisteravond te 19.30 uur tijdens een donkeren re- genachtigen avond, waarbij het zicht zeer slecht was. op een kust- rif nabij fort Calumata geloopen. Er zijn onmiddellijk pogingen in het werk gesteld om het schip door mid del van werp ankers los te trekken. Deze pogingen faalden echter. He denmorgen is het schiD bij hoog wa ter op eigen kracht losgekomen en lag te zes uur in den morgen ge meerd aan den steiger te Ternate voor het lossen van de olielading. De schade is onbeduidend. Heden middag zet het schip de reis naar Bandjermassin voort. OMTREK Weinig hoop op herstel var Generaal Snijders HILVERSUM, 21 Mei. Sedert Zaterdag is er in den toestand van generaal Snijders een ongunstige wending gekomen. Deze is nu hoogst ernstig. Er bestaat weinig hoop. meer op herstel. BURGERLIJKE STAND 22 Mei Geboren Hans Hubertus, zoon van P. D. v. d. Bijl en H. H. van Rijswijk. Maria Anthonia, dochter van J. van Schalkwijk en G. W. Oostveen. Petronel- la Anna Maria, dochter van J. P. Bun- nik en W. J. v. d. Pol. Jannetje, dochter van R. v. d. Hock en E. Berculo. Antonia Johanna Martina, dochter van A. Bloot en J. M. Bakkeren. Overleden: Alei.da Kok, oud 30 jaar. echtgenoote van L. A. van Binnen dijk. Margaretha Adriana van Es. oud 59 jaar, echtgenoote van J. H. In 't Veld. Maria Wilhelmina Agnes Oosterweeghel, oud 75 jaar, ongehuwd. FEUILLETON Naar het Engelsch van 10) Hij verspilde echter geen kostbaren tijd met vruchtelooze overpeinzingen. Na dit alles snel in zich opgenomen ie hebben, daalde hij af naar de verblij ven der opvarenden en luisterde nauw keurig. Ilij wachtte of hij een geluid hoorde, dat gelijk was aan het geschreeuw van een zeemeeuw. Hij hoorde echter niets, behalve dan het geklots van het water tegen de zijden van het schip en het brekpn van de golven op de klippen. Ja toch. daar was een ander geluid Zachte voetslappen achter hem. Hij draaide zich snel om en keck in de oogen van Beryl Haines. „Neem mr niet kwalijk." merkte ze op. „Maar bent u maar niet boos op me. Pandora mocht het doosje, waar alle rampen van de wereld uit kwamen, niet openen maar ze opende het toch. dus Heeft u al iets ontdekt?" Hij schudde zijn hoofd en keerde te rug tot de donkere opening, waarin hij bezig was te kijken, toen ze hem bij zijn bezigheden had onderbroken. Alles was rustig beneden hem. „Een verschrikkelijke plaats is het hier." verklaarde zij. „En nu schijnt dc zon nog wel," ant woordde hij. „Ja. Denk eens aan, hoe het geweest zal zijn in dien storm!" „Of vanavond, als de zon onder is." „Bah, mijnheer Sefton," smeekte ze. „Ik durf vanavond uit mijn raam vast niet naar dit wrak te kijken, als u zoo sprpekt" „U zult het wrak uit uw raam niet kunnen zien. als u vanavond naar bed gaat," antwoordde hij. „Er is geen maan, om het te zien." „O. is die er niet. Dat is goed! Nu. wat gaan we nu doen?" „Ik was juist bezig eens rond te kij ken." „Goed zoo." „Ik bon er niet zeker van, dat het goed is. U zou me kunnen volgen." „Waarom zou ik u niet volgen?" „Ik veronderstel, dat uw besluit vast staat?" „Dat doet het." „Uitstekend. Maar ik stel één voor waarde. juffrouw Haines. Van het mo ment waarop wij afdalen in dit naar geestige hol. staat u onder bevel. Wilt u dat beloven?" „Ja. kapitein. Als ik iets verkeerd doe. kunt u mij mijn congé geven, als u wilt." Toen zij afdaalden en buiten den zon neschijn kwamen, kwam er een plotse linge kilheid over hen. en zij werden zich er van bewust, dat hun kleeding op den langen duur niet voldoende was voor een dergelijke onderneming. On danks haar zelf huiverde Beryl een beetje en zij verwonderde zich over haar moed. Maar met z'n tweeën durft men vaak meer dan alleen. De stilte s;erd nu druk&nd. Zij hoor den alleen hun eigen bewegingen, zacht en voorzichtig. Eens dacht Beryl, dat zij een klok hoorde tikken, maar bemerkte onmiddellijk daarop met een gevoel van schaamte, dat het haar eigen hart was. Zij hoopte, -dat haar metgezel het niet hoorde. „Waar bent u?" vroeg ze plotseling. „Hier," antwoordde Leonard's stem in de duisternis, steek uw hand uit." Zij gehoorzaamde en haar vingers raakten de zijne aan. De aanraking was haar zeer aangenaam. „Loop voorzichtig," beval hij daarop. „Ik ben bijna gestruikeld. Er ligt hier een aardige hoop. rommel. Ik wou, dat ik een zaklantaarn had." „Ja, zij hadden zwempakken moeten maken met zakken." antwoordde zij. „O, goeie help, ik struikelde ook bijna!" Na een oogenblik sprak hij weer. „Nu ga ik eens roepen," waarschuwde hij haar. „Hot zal niet bepaald een pret tig geluid zijn. dus bereidt u er maar op voor!" „Roep maar gerust," antwoordde zij. Hij schreeuwde. Het was geen aange naam geluid. Zijn stem weerklonk door de onzichtbare gangen en om de onbe kende hoeken en keerde tot hen terug van alle kanten. „Hallo!" riep hij weer. „Is daar iemand?" „Hallo!" klonk zwak uit de verte. „Is daar iemand?" Hij schreeuwde voor de derde maal. Juist toen zij op het punt stonden om terug te gaan, want hun tijd was be grensd. evenals hun krachten raakte zijn hand plotseling een deurknop. „Wat is er?" vroeg Beryl. „Niets," antwoordde hij. „Alleen maar een deur." „Ik denk. dat, als u haar opent, er een duveltje uit een doosje naar buiten vliegt." „Welnu, als het naar bulten komt, zul len we het een tik op den kop geven en het weer naar binnen doen gaan," antwoordde hij en zij giebelde even. Zij herinnerde zich, dat zij ééns op die ma nier gegicheld had in een mysteriespel, toen een van de spelers een grapje had gemaakt over een lijk. „We behoeven geen angst te hebben voor ons duiveltje in het doosje," zei Leonard een oogenblik later, „de deur wil niet open." „Ik kan niet zeggen, dat ik er teleur gesteld om hen," antwoordde Beryl. „Zij schijnt flink te klemmen of zoo iets." Hij zette zijn schouders ertegen, maar zonder succes. Dan luisterde hij met zijn oor tegen de deur. „Hoor je begon ze. „Sstl" antwoordde hij scherp. Een volle minuut verstreek. Toen ver liet Leonard plotseling de deur en beval terug te keeren. „D'r is niks bijzonders," zei hij, „en 't is tijd, dat we naar huis gaan. We zul len hard moeien spurten, juffrouw Hai nes, als we geen inbreuk op den hotel- regel willen maken, die zegt, dat de gas ten op tijd aan tafel dienen te verschij nen." „Ja, maar maak niet ineens zoo'n haast," riep Beryl, „of u zult me nog kwijt raken." Hij had opnieuw de leiding genomen, en hij ging nu wat langzamer. Al spoe dig verscheen er een lichtstraal boven hen. Ze klommen naar boven en een oogenblik keek Beryl verbaasd in 't rond. „O, de zon de zon!" riep zij, en ademde diep. „Ja. die waardeert men eerst nk de duisternis." mompelde Leonard. „Het was allesbehalve behaaglijk, daar bene den, hè?" Ze liepen naar den kant van 't Bchip nu had het meisje de leiding en gleden weet; in de deinende, verfris- schende zee. Toen zij in het water kwa men, omgaf dit hun met zijn weldadige kabbeling cn het bracht hen weer tot prettiger gedachten. Hoezeer dè duister nis ons ook mag pakken, het zonlicht is toch altijd machtiger, want geen scha duw ter wereld kan tenslotte dat licht dooven. „Is het niet prachtig?" riep het meisje uit, toen zij van de rotsen weg zwom men cn hun tocht naar het strand be gonnen. „En zijn we niet gelukkig, dat we er van kunnen genieten", antwoordde Leo nard. „Ja dat zijn we. Weet u, ik heb vele malen op dit zwenitochtje aan die arme juffrouw Fyne gedacht gebogen over stoffige boeken in haar kantoortje en en met al haar narigheden." „Wat een geluk!" zei Leonard. „Ja ik heb ook aan haar gedacht." „Denkt u, dat we te laat zullen ko men?" „Ik heb geen idee van den tijd. Maar we hebben den vloed mee." „Ja, maar uw belofte hebben we tegen." „Mijn belofte?" vroeg hij. „Welke be lofte?" Zij lachte. „Bent u het al zoo gauw vergoten. Zoo zijn nu de mannen! Wel, uw belofte om mij te vertellen waarom ii vanmiddag met tennissen bent opge houden. U zoudt me dat vertellen, zoo gauw als we weer aan land waren. Ik ga niet eten, voordat ik dat weet!" „Dan zullen we te laat komen" glim lachte hij. „Dan moet dat maar, mijnheer Sef ton. Ik wil er desnoods drie gangen van het diner om missen... Daar is onze inham. We wijken te veel naar links af." Zij spraken weinig -gedurende de rest van den tocht en zij bereikten den in ham in minder tijd, dan de heenreis hun gekost had. De kleine streep van geel zand stond nu geheel onder water en zij moesten op een rots aan land gaan. Toen zij daar op waren geklom men, riep een stem van boven: „Maak voort! Jullie hebt nog maar tien minuten!" „Goed hoor, broertje!" zong Beryl terug en daarop wendde zij zich tot Leonard met een glimlach. „Het zullen nog maar acht minuten zijn, vrees ik. Nu dan vertel liet mij nu!" „Goed", antwoordde Leonard. „Tim de schoenenjongen van ons hotel heeft een dooden man gezien aan den voet van het pad, dat van de rots naar het strand leidt Ik hield op met ten nissen, om eens naar hem te gaan kij ken. Toen ik op de plaats kwam, was hij verdwenen." „Lieve deugd", riep Bervl uit. „Ja, liet was heel vreemd", ging Leo nard voort, „cn misschien kunt u nu hegrijpen, waarom ik er geen lust in had het u te vertellen toen wij midden in den oceaan waren. Ik vertel het u al leen nu. omdat ik geloof, dat u iemand bent, die helpen kunt en er zijn zoo veel menschcn die alleen maar hinde ren." „Dank u", zei ze. „Dank u harte lijk. Maar u zult het ook aan de ande ren vertellen, is het niet?" Hij keek haar peinzend aan voordat hij antwoordde. „Dat weet ik nog niet, juffrouw Hai nes", zei hij langzaam. „Zij zullen het natuurlijk spoedig te weten komen maar juist op dit oogenblik (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 8