MC3R
Werkverruiming eischt
grootere bedragen
Britsch-Portugeesche
alliantie intact
MILITAIRE MUTATIES
De held van Kota Alam en
Longba ttah-Missigit
HET was de 13de November 1874, des
morgens.om 6 uur, dat uit den
Kraton een colonne marcheerde,
bestaande Uit het L. H. 9de bataljon met
1 sectie bei'gartillcxde en 1 sectie mi
neurs en sappeurs. Over de brug bij Pa-
kan Atjeh rukte men op om in den
zuidoostelijken hoek van kampong Lem-
boecq bij Kota Alam een post op te
richten. De voorhoede bestond uit een
ataaiódtc (B&wchjbw
Loonen volgens
plan Westhof f?
Hoe de tweede luitenant C. J. Snijders
de militaire Willemsorde verdiende
De aanrijding te
Lonneker
Fa. M. R. N. OOSTERVEEN
LANGESTRAAT 42 - TELEF. 11
LAAT UW LOGE'S
GENIETEN
KROON-TAX
Britschè voorstellen
zijn verzonden
AMERSFOORTSCH EFFECTEN- EN
ADMINISTRATIEKANTOOR N.V.
ZUID AFRIKAANSCHE
FONDSEN
WISSELKOERSEN
Geen oplossing van het koloniale
probleem ten koste van Portugal
Fritz Kuhn tegen
borgstelling
in vrijheid
Zestienhonderd jonge
menschen naar
Amsterdam
u BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 27 MEI 1939
Aldus vele Kamerleden in het voorloopig verslag
op het wetsontwerp strekkende om f 30 millioen
uit te trekken voor werkverruiming
's-GRAVENHAGE, 26 Mei.
BIJ het afdeelingsonderzoek
van het wetsontwerp tot ver
hooging van het zevende
hoofdstuk b der rijksbegrooting
voor 193D verklaarde men, blijkens
het voorloopig verslag, algemeen
zich met dit wetsontwerp, dat
strekt om opnieuw f 30 millioen uit
te trekken ten behoeye van de werk
verruiming, te kunnen vereenigen.
Verscheidene leden meenden
zelfs, dat een belangrijk hooger be
drag hiervoor bad moeten zijn aan
gevraagd.
Volgens opgave van 25 Maart 1939 be
droeg het aantal werkloozen in ons
land nog 348.000. Dit is 30.000 minder
dan een jaar te voren. Bij een vergelij
king van deze cijfers moet men echter
in aanmerking nemen, dat door ver-
grooting van het contingent en ver
lenging van den eersten oefentijd een
belangrijk groo'er aantal jonge man
nen in militairen dienst zijn gekomen,
dat groote opdrachten voor de defensie
in uitvoering zijn, dat duizenden arbei
ders in het buitenland werken en dat
ook door het vertrek van vele buiten-
landsche dienstboden de werkgelegen
heid hier te lande moet zijn verruimd.
Bedenkt, men dit, dan kan men uit de
daling van het werkloosheidscijfer niet
besluiten tot een herstel van het Neder-
landsche bedrijfsleven op aanzienlijke
schaal. In vele bedrijven is de werkloos
heid dan ook nog zeer groot.
Voorshands afgaande op de cijfers van
de begrooting voor 1939 meenden deze
leden te mogen vaststellen, dat het bij
dit wetsontwerp aangevraagde bedrag
van f 30 millioen. dat wel zal worden
geblokkeerd, doch slechts ten deele in
1939 zal worden verwerkt, veel te gering
is, Gezien den omvang der werkloosheid
zal met veel grnofer bedragen moeten
worden gewerkt. Alleen dan kan een
flink tempo worden bereikt, en ook al
leen dan zal de secundaire werkverrui
ming van beteekenis worcleh en een blij
vende werkverruiming worden verkre
gen.
Niet juist achtten deze leden de
opvatting dat de openbare werken
voor blijvende werkverruiming
slechts zeer geringe beteekenis zou
hebben. De uitvoering van deze wer
ken komt naar hun oordeel aan
den economischen toestand in het
algemeen in niet onbelangrijke ma
te ten goede, op die wijze draagt
zli wel degelijk bij tot blijvende
werkverruiming.
Krachtig drongen zij voorts aan op
bespoediging van de voorbereidingen
voor.de inpoldering van het zuidelijk
gedeelte der vroegere Zuiderzee. Bin
nenkort, zal een aanzienlijke hoeveel
heid materiaal, welke voor den N.O.-
polcler gebruikt wordt, vrijkomen; het
is van het grootste belang, dat dan on
middellijk een aanvang kan worden ge
maakt met den nieuwen Z.O.-poldei'.
Werkvevruimingsbedrijf
\T AN verschillende, zijden werd
verder aangedrongen op een
nauwkeurige uiteenzetting omtrent
de wijze, waarop naar het inzicht
der regeering voortaan de arbeids
voorwaarden zullen moeten worden
vastgesteld. Tot dusverre geschiedt
dit voor de werkverschaffing eenzij
dig door het rijk en voor de werk-
fondswerken in overleg met de ar
beidersorganisaties.
Verscheidene leden waren van oor
deel, dat ook voor de loonbepaling niet
de regels van de werkverschaffing,
maar die van het werkfonds zullen
moeten worden gevolgd. Mocht het on
mogelijk zijn de contractueele arbeids
voorwaarden ten voilé te doen gelden,
dan zou het huns inziens heter zijn den
werktijd te verkorten met behoud van
de normale uurloonen.
De regeering heeft met betrekking
tot deze werken in de memorie van toe
lichting een overzicht, gegevén van wat
In 1939 en 1940 tót stand gebracht zaï
kunnen worden. Men was dankbaar
voor deze gegevens, doch men was alge
meen van oordeel, dat nadere inlichtin
gen noodig zijn alvorens het mogelijk is
de voor- en nadeelen van deze categorie
Van werken met juistheid tegen elkaar
sf te wegen. Wel gaf men algemeen
tends thans te kennen, zich in beginsel
met uitvoering van werken van dezen
a8''d te kunnen vereenigen; verscheide
ne leden achtten het echter geenszins
Uitgesloten, dat hij nadere uitwerking
van de plannen op dit gebied de bezwa
ren grooter zullen blijken te zijn dan de
voordeelen.
Zullen de gedachten, welke in het
tapport-Westhoff omtrent de loon
bepaling zijn ontwikkeld, bij de cul
tuurtechnische werken toepassing,
vinden? Zoo neen. hoe zullen de
loonen. dan worden vastgesteld?
Eenige leden verklaarden de loo
nen, die in het rapport-Westhoff als
de juiste worden aanbevolen, veel te
laag te achten. Bij zulke loonen kan
nimmer een voldoende koopkracht-
verhooging 'worden bereikt,
Verscheidene leden hadden met groote
instemming kennis genomen van het
voornemen der regeering om binnen de
grenzen van het aan wcrkloozenzorg te
besparen bedrag subsidies te verleenen
voor het tot stand brengen of verbeteren
van kapitaalgoederen op het'gebied van
nijverheid en verkeer. Dit is een hoogst
belangrijke novum, dat toejuiching ver
dient. Het welslagen zal echter zooals
ook de regeering in haar toelichting er
kent afhangen van de wijze, waarop
het bedrijfsleven de plannen der regee
ring zal opvangen. Mocht dit. onverhoopt
niet in voldoende mate geschieden, dan
zouden nieuwe wegen gezocht moeten
worden en zouden nieuwe voorzieningen
onmisbaar zijn.
DE Atjeh-oorlog is ongetwijfeld een
voortreffelijke leerschool geweest
voor luitenants, die wat in hun
mars hadden.
De herinnering aan hun ferm optreden
in moeilijke omstandigheden is nog steeds
een voorbeeld voor de huidige generatie
van jonge officieren en in staat hen te be
zielen met eerbied voor uitstekende da
den van moed, beleid en trouw. Zoo kun
nen zij de traditie helpen schragen, dat ons
leger vooral in Indiê aan zijn verle
den verplicht is „om in oogenblikken van
zware beproeving nooit te versagen."
Want wat dat leger in Atjeh heeft
geposteerd tegen een vijand, die geen
genade kénde en ook niet vroeg, dat
zal zijn eeuwige glorie blijven,
Vragen van de heeren van LidtE
de Jeude en van Bönning-
hausen aan de ministers
's-GRAVENIIAGE, 27 Mei. De heer
van Lith de Jeude heeft aan den minis
ter van Waterstaat de volgende vragen
gesteld:
1. Acht de minister het niet Volstrekt
onverantwoord en ontoelaatbaar, dat een
auto-bestuurder, die onder den invloed
van sterken drank een aanrijding ver
oorzaakt, zooals op 18 Mei jl. te Lonne
ker plaats vond, hetgeen niet minder
dan vier mcnschenlevens kostte, in vrij
heid moest worden gesteld, met behoud
van zijn rijbewijs?
2. Is de minister bereid, onverwijld
de invoering van de wegenverkeerswet,
zooals deze gewijzigd werd bij de wet
van 3 December 1937 (stbl. no. 525) te
bevorderen, waaraan de bevoegdheid
kan worden ontleend, voor zulk een
hoogst ernstig vergrijp een meer afdoen
de straf op te leggen?
Jhr. von Bonninghausen heeft aan de
ministers van Waterstaat en van Justi
tie de volgende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat
meerdere malen door roekelooze be
stuurders van motorrijtuigen ernstige
verkeersongelukken worden veroor
zaakt, zooals nog onlangs op Donderdag
18 Mei 1939 in de gemeente Enschede,
hij welk ongeluk niet minder dan vier
personen om het leven kwamen?
2. Zijn de ministers niet van oordeel,
dat, waar dergelijke roekelooze bestuur
ders van motorrijtuigen onze wegen on
veilig maken, aan de rechterlijke macht
de mogelijkheid geboden moet worden
zulke personen voor heel hun verder le
ven, of althans voor een groot aantal ja
ren de bevoegdheid tot het besturen van
motorrijtuigen te ontzeggen?
3. Zijn de ministers bereid op zeer
korten termijn een wetswijziging voor
te bereiden, waardoor de rechterlijke
macht in staat wordt gesteld om hij von
nis aan veroordeelden gedurende hun
leven of althans gedurende een groot
aantal jaren de bevoegdheid tot, het bestu
ren van motorrijtuigen te ontzeggen?
WIJNHANDEL „DE MOOR"
f 3.25 per literkruik. TEL. 129
Wijlen generaal C. J. Snijders in burger
Een der dappersten van onze strijders
In Atjeh was ongetwijfeld de 2de lui
tenant der mineurs en sappeurs C. J.
Snijders, die in dezen oorlog menige
daad van moed, beleid en trouw heeft
verricht. Zijn bclooning daarvoor vond
hij in zijn benoeming tot Ridder vierde
klas der Militaire Willemsorde. In het
.Koninklijk Besluit van 12 November
1875 No. 18 werd deze benoeming geba
seerd op de volgende feiten:
a. 13 November 1874. Verkenning
zuidwestelijk gedeelte van Lem-
boecq en oprichting eener verster
king bij Kota-Alam: onder het vuur
des vijands het tot stand brengen
der sterkte Kota-Alam hoofdzake
lijk met vrije koelies te helpen op
touw zetten'en de daaraan verbon
den werkzaamheden met beleid en
kalmte te hebben geleid.
b. 1 t.m. 16 Januari 1875. Het
daarstellen eener versterking te Mis-
sigit Longbattah: onder een onafge
broken werkzaam vuur des vijands
het toezicht te hebben gehad over
het opzetten der borstwering en
daarstelling der gebouwen, terwijl
de werkkrachten bestonden uit wei
nige mineurs en 100 vrije koelies.
Met veel moed en beleid heeft hij
dit werk volbracht, niettegenstaan
de drie zijner werkers sneuvelden en
twaalf gewond werden.
Kota 'Alam
peleton infantexie en 1 sectie mineurs
en sappeurs, gecommandeerd door den
2den luitenant C. J. Snijders.
Langs de loopgravenwacht en de ben-
teng Berauw bereikte men de Rivier-
benteixg aan de Atjeh-rivier en van hier
volgde men de rivier tot aan Kota Alam.
Ongehinderd bereikte men een punt aan
een bocht in de rivier, van waar uit men
zoowel den versterkten rand van kam
pong Pinang als Longbattah Missigit
kon bestrijden.
Onmiddellijk werd begonnen met het
tracceren van de benteng. Een vrij groo
te Atjehsche woning kon vooi'loopig
dienen tot huisvesting der bezetting. Na
aankomst van de koelies, de brandstof
fen en gereedschappen kon dadelijk met
het werk worden begonnen onder lei
ding van luitenant Snijders.
Laat ons thans een beschrijving gevexx
van de omstandigheden, waaronder de
nog zoo jonge Snijders zijn werk moest
voltooien:
„Doch nauwelijks waren de eerste
zandzakken geplaatst, of de vijand open
de een krachtig geweervuur, dat eenige
uren lang onafgebroken wei'd voortgezet.
Drie maal beproefde hij, door een aanval
de postenketen te doorbreken, doch tel
kens werden die aanvallen afgeslagen.
Eerst des namiddags omstreeks vier uur
nam het vuur af, dat uit het dichte
struikgewas ten oosten en noordoosten
onzer stelling en van de overzijde der
rivier door den onzichtbaren vijand op
de onzen was gericht: het infanterie- en
artillei'ievuur van onze zijde had, door
de gedekte stelling der tegenpartij, ver
moedelijk niet veel uitwerking gehad.
Het pei'soneel der genie werkte in-
tusschen onafgebroken door en des
namiddag? om 3 uur was de horst
wering aan drie zijden met zand
zakken opgezet, terwijl de nooi'dzij-
de gesloten werd door tot borstwe-
xïng hoogte opgestapelde boomstam-
mexx, die in groote hoeveelheid op
het terrein aaixwezig waren. Het
vuur van den vijand had ons 17
gewonden bezorgd."
HET was generaal Pel, die zich op 31
December 1874 op bewonderens
waardige wijze in het bezit stelde
van Longbattah-Missigit. welks hoofd de
ziel van het verzet was. Een compagnie
van het R.H 3de bataljon, een sectie artil
lerie, een mortier, een sectie mineurs on
der den 2d en luitenant Sniiders en een am
bulance bleven in de missigit achter,
mineurs zetten zich aan het werk om een
behoorlijke versterking le bouwen, al pro
beerden de Atjehers telkens opnieuw ons
er uit te krijgen; vooral de convooien naar
de missigit moesten het ontgelden.
Ook hier moest dus Snijders onder de
moeilijkste omstandigheden zijn werk
verrichten. Op den 9dexi Januari 1875
b.v. werd de post zoo hevig beschoten,
dat vier personen zwaar gewond wer
den. De Atjehers dixmgen daarna zoo
brutaal op, dat zij de versterking tot 200
pas naderdexx. Zij wiei'pen zelfs ver
schansingen aan de overzijde van de ri
vier op om het openkappen van het ter
rein rondom de missigit te bemoeilijken.
Maar geen vrees kennend zette Snijders
zijxx werk voort en ondanks zijn geringe
hulpmiddelen gelukte het hem om de
versterking binnen 15 dagen op te rich
ten.
WA TETEN WIJ MORGEN
VOOR DE KOFFIETAFEL
Italiaansche sla.
VOOR DE MIDDAGTAFEL
Lentesoep (van diverse jonge groente)
Gevulde kalfsborst
Stoofasperges.
Compote.
Aardbeienbavaroise.
MAANDAG
VOOR DE KOFFIETAFEL
Tomatenci'ême.
VOOR DE MIDDAGTAFEL
Kopje soep.
Pikante kalfslapjes
Doperwtjes (uit blik).
Aardappelpuree
Griesmeelpudding met rabarber.
ENGELSCHE LIMONADE
(zuiver vruchten en suiker) per
flesch 1.50.
ALCOHOLVRIJE LIKEUR
(cherry brandy, orange Curasao,
creme de minthe) per flesch 1.50
U BELT 1357
Bij K. B. van 23 Mei 1939 zijn met in
gang van 15 Juni 1939 benoemd en aan
gesteld:
bij den grootcn staf,
tot kapitein: I-Iiv Ms.- ordonnans-offi
cier', de eerste luitenant jhr. D. J. A. A.
van La wick van Pabst, van dien staf;
bij het, wapen der infantei'ie, tot kapi
tein, bij den staf van het wapen, de
eex'ste luitenants J. H. Grote, J. H. Wief-
fering en J. A. G. de Leeuw, allen van
dien staf;
bij het 10e i*egiment infanterie de
ecrste-luitenant A. A. J. J. Thomson,
van dat regiment;
bij de school voor reserve-officieren
der infanterie, de eerste luitenants J. J.
Zomer en A. K. Scheuermann, beiden
van die school.
Bij K. B. van 23 Mei, zijn te rekenen
van 11 April 1939, tijdelijk benoemd en
aangesteld:
bij het reserve-personeel der land
macht,
bij het wapen der Genie, met. bestem
ming voor den veldpostdienst, tot reser
ve-luitenant-kolonel, de heer T. van
Houwelingen, inspecteur bij den spooi'-
wegpostdienst;
tol reserve-majoor de beer G. C. van
Burken. referendaris der Posterijen,
Telegrafie en Telefonie;
tot reserve-kapitein: de heeren W. A.
L. G. M. Jeurgens, referendaris der twee
de klasse van de Posterijen, Telpgrafie
en telefonie J. Klein, A, C. den Hartog
en K. Keizer, allen adjunct-referendaris
der posterijen, telegrafie en telefonie.
Bij K. B. van 23 Mei 1939 zijn met in
gang van 15 Juni 1939 benoemd en aan
gesteld:
bij het, 15e regiment infanterie, de
eerste-luitenants J. C. van Houweninge,
van dat regiment en L. T. F. J. S. van
Embden, van het regiment jagers;
hij het 11e regiment infanterie, de
cex-ste-luitenant G. H. van der Spek, van
dat, regiment;
bij. het 2e regiment wielrijders, de'
eerste-luitenant A. J. G. Boutmij, van
dat regiment;
bij het, 2e regiment luchtstrijdkrach
ten, de eerste-luitenant J. C. Boogaard,
vlieger bij dat, regiment;
bij het 2e regiment infanterie, de eer
ste-luitenants J. W. G. Cornet van dat
regiment en A. P. M. van Rooij, van
het regiment, grenadiers, adjudant van
den staf der brigade grenadiers en jagers
(le infa.nterie-brigadeV;
hij het wapen der cavalerie, tot rit
meester, bij de rijschool, de eerste-luite
nant J. Hoytcma van Konijnenburg, van
de Rijschool;
bij bet. wanen der artillerie,
tot luitenant-kolonel, commandant
van onderscheidenlijk het 12e regiment
f motor) artillerie, het le regiment lucht
doelartillerie en hot 11e regiment (mo-
tor)artillerie, de majoors G. P. Granpré
Molière, van het 3c regiment veldartil
lerie, C. C. Grosjean, van het le regi
ment- luchtcloclaHilllerie, belast met de
waarneming van de functie van com
mandant van dat regiment, en P. I-I.
Schoutei. van het korps rijdende artil
lerie;
tot luitenant-kolonel, bij den staf varx
het wapen, de majoor, G. W. Le Heux,
van dien staf, directeur van het remon
tewezen;
tot majoor, de kapitein H. J. St,root-
man, commandant van het artillerie-
paardendepot; bij het 2e regiment veld
artillerie, de kapiteins L. Ezerman en
F. A. "J. dé Klerck, beiden van dat regi
ment;
bij den staf der 2e artillerlebrigade,
de kapitein G. A. Geel, van dien staf;
bij liet 9e regiment (motor)artillerie,
de kapitein W. P. van den Abeelen,
van dat regiment;
bij den staf van het wapen, 'de kapi
tein A. B. Mulder»-yam dien etafj
bij het 3e regiment veldartillerie, de
kapitein C. H. Iwes, van het 6e regi
ment veldartillerie;
bij het 12e regiment (motor)artillerie,
de kapitein J. F. Grosjean, van het 8e
regiment veldartillerie;
tot kapitein,
bij den staf van het wapen, de eerste-
luitenant G. R. Timmer, van dien staf,
adjudant van den inspecteur der artil
lerie;
bij het korps rijdende artillerie, de
eerste-luitenant O. A. Kaub, van dat
korps, bij de commissie van proefne
ming;
bij het 12e regiment (motor)artillerie,
de eerste-luitenant IJ. de Boer, van de
school voor reserve-officieren der bere
den artillerie;
bij het 9e regiment (motor)artilleiïe.
de eerste-luitenant P. A. Goedhart, van
het 3e regiment veldartillerie;
bij het regiment kustartillerie, de eex--
ste-luitenant J. H. T. Dacms, van dat
regiment;
bij het 11e regiment (motor)artillerie,
de eerste-luitenant N. P. P. van Hoorn,
van het 7c regiment veldartillerie;
bij het 2e regiment Iuchtdoelartille-
rïe, de eerste-luitenants H. J. Ennen, en
J. D. Stolp, onderscheidenlijk van het
le en bet 8e regiment veldartillerie;
hij het 2e regiment veldartillerie, de
eei'ste luitenants mr. dr. W. P. J. A.
van Roijcn, en P. J. la Gordt Dill ié,' bei
den van dat regiment;
bij het Se regiment veldartillerie, de
eerste luitenant L. II. le Fèvre de Mon
tigny, van de school voor reserve-offi-
cieren der bereden artillerie;
bij het -ie regiment veldartillerie, de
eerste-luitenant F. Soei\ van het Se re
giment veldartillerie: bij het 5e regi
ment veldartillerie, de eerste-luitenant
D. W. yan den Bosch van dat, regiment;
bij bet. 7e regiment veldartillerie, de
eerste-luitenant W. de Bruijne, van dat
regiment;
bij het wapen der Koninklijke mare
chaussee, tot majoor, de kapitein H. A.
J. G. Kaasjagci*, commandant van het
depot van het wapen; tot kapitein, de
eerste-luitenants, G. J. W. Gelderman
en J. S. Rops, beiden yan dat wapen,
LONDEN, 26 Mei (Reuter). De
Britsche voorstellen inzake weder-
zijdschen bijstand in geval van een
agi-essie zijn vandaar naar Moskou
verzonden.
Bijzonderheden der voox-stellen
zijn ter kennis gebracht van de
Fransche regeering.
Eenigen anderen regeeringen zijn
mededeelingen gedaan over de
Britsche opvattingen over een ver
zet bieden tegen agressie.
WIJERSSTRAAT 13 TEL. 2437
BELEGGINGEN IN
Directie: H. VOLKERS
Zaterdag 27
Mei 1939.
11.15
uur.
Inkoop
Verkoop
Chèque Berlijn
74.55
74.75
Parijs
4.92%
4.94%
Brussel
31.67
31.72
Londen
8.71
8.73
Zwitserland
41.91
41.96
Cable New York
1.85%
1.86%
Chèque Milaan
9.75
9.90
Duitsch bankpapier
26.00
27.00
zilver
29.25
30.25
l'oeristenmarken
46.50
Franscb bankpapier
4.93
4.99
Belgisch
6.34
6.40
Engelsch
8.71
8.74%
ZwitserBch
42.00
42.15
Amerikaanscb
1.85%
1.87%
Indisch
99.00
100.00
Handelsmarken
7.25
8.25
Ponden (goud)
15.21
15.28
Dollars (goud)
3.11
3.15
Gouden tientjes
12.58
12.6
GELDKOERS
Prolongatie
Particul. diacontol
Daggeld:
OM REKENINGSKOERSEN
26 Mei 27 Mei
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel (Belga)
Zwitserland
Kopenhagen
Stockholm
Oslo
NewYork(cable)
Rome
8.72 8.71%
0.74.70 0.74.70
4.93% 4.93%
31.71
41.98
38.95
44.95
31.71
41.94
38.92%
14.90
43.82% 43.82%
1.86% 1.86%
6.40 6.45
LONDEN, 27 Mei (Havas).
In antwoord op vragen van Hen
derson ten aanzien van het bond
genootschap met Portugal heeft
Butler in het Lagerhuis als volgt
geantwoord:
„Zooals de Britsche premier aari
minister Salazar in een persoonlijke
boodschap reeds heeft medege
deeld, werd de verklaring van Zijne
Excellentie, dat het oude bondge
nootschap tusschen onze beide lan
den een der duurzame beginselen
blijft van de Portugeesche buiten-
landsche politiek, door de Bi'itsche
regeering en de Britsche natie met
de gx-ootste voldoening ontvangen.
De Britsche regeeiïng harerzijds be
vestigt zonder aarzelen opnieuw
haar wil haar verplichtingen na te
komen volgens de voorwaarden van
dit bondgenootschap, dat een in
strument zal blijven van groote
waarde ten dienste van den wereld
vrede.
De banden, welke onze beide landen,
beide koloniale mogendheden en mo-
gendheden aan den Atlantischen
Oceaan, verhinden, zijn steeds nauw
geweest en onze regeering hoopt innig,
dat zij dat nog langen tijd zullen blij
ven. Ik wensch de gelegenheid te baat
te nemen om do op 21 December 1937
door den Britschen minister van buiten-
landsche zaken afgelegde verklaring op
nieuw te bevestigen en te verklaren,
dat voor zoover ons betreft zekere voor
stellen van vóór den Wei-eldoorlog met
betrekking tot zekere Portugeesche ge
bieden volkomen dood zijn en dat wij
niet, de geringste bedoeling hebben deze
weer naar voren te brengen".
(Havas toekent hierbij aan, dat hoe
wel geen nadere uitleg daarvan wordt
gegeven, er reden is te gelooven, dat
Butler hiermede wilde zeggen, dat er
geen sprake kan zijn van een op
lossing va lx het koloniale
vraagstuk ten koste van
Portugal. Men zal zich herinneren,
aldus Havas, dat zekere Britsche en
Duitsche staatslieden in de laatste jaren
der vorige eeuw en in hot begin dezer
eeuw in dezen zin voorstellen hebben
gedaan).
Henderson vroeg vervolgens of het
bondgenootschap met Portugal Enge
land het recht liet andere overeenkom
sten te sluiten. Butler antwoordde hier
op: „Wij zijn volkomen vrij bondgenoot
schappen te sluiten met andere landen."
BRITSCH KONINGSPAAR TE BANFF
BANFF, 27 Mei (Reuter) De koning
exx de koningin zijn te Banff aangeko
men, en zullen een dag volkomen rust
nemen, Tijdens hun voorafgaande kor
te bezoek aan Calgary is het konings
paar verwelkomd door een groote me
nigte, waaronder cowboys en roodhui
den.
NEW YORK, 27 Mei. (Havas).
Fritz Kuhn, de Donderdag ge
arresteerde leider van den Duit-
schen „German American Bund'1
te New York, is aan een verhoor
onderworpen. Hij ontkende, dat
hij een bedrag van ongeveer 15.000
dollar uit de kas van den bond
had ontvreemd. Tegen een borg
stelling van 5.000 dollar is hij in
voorloopige vrijheid gesteld. Hij
blijft evenwel onder politietoe
zicht.
Wereldconferentie van de Chris
telijke jeugd van 24 Juli tot
2 Augustus
AMSTERDAM, 27 Met Zeer bij-
zondex-e omstandigheden voorbehou
den mag thans met zekerheid wor
den vastgesteld, dat van 24 Juli tot
2 Augustus a.s. in Amsterdam een
wereldconferentie van Christelijke
jeugd zal worden gehouden.
Zestienhonderd jongo menschen
duizend jonge mannen en zeshonderd
jonge vrouwen waarvan 2/3 beneden
de 25 iaar en de x*est beneden de 35 jaar,
tezamen vertegenwoordigende 65 naties,
Komen gedurende tien dagen in Amstex*-
dam bijeen om de meeste brandende
vraagstukken van dezen tijd te bespre
ken en te behandelen. Aan de orde zul
len worden gesteld do vcrhoi.ding van
do "b risten jeugd tot: de volkenwereld,
fie maatschappelijke ordening, volk en
staat, de opvoeding, de rasscnvraag. het
huwelijk en het gezinsleven, de kerk en
haar wereldzendingstaak ens.
VEERTIGJARIG JUBILEUM
BAARN, 26 Mei. Do heer H. Schou
ten, Hoofd der R.K. School alhier, zal op
1 Juni a.s. zijn 40-jarig jubileum als on
derwijzer vieren,