lO.OOOdienstplichtigen
met verlof
Schaduwen aan
de kust
Voorkomen is beter dan
genezen
Sybrigje's vriend op vrije
voeten gesteld
Er kwamen 20.000 verzoeken om
vervanging binnen
Vrijwilligers
2750 man
Frank van der
Goest
In het belang van de
volksgezondheid
Het geld uit
winstbejag
vervoerd?
J. Jefferson Farjeon
2c BLAD PAG- 2
AMLKSKOORTSCH DAGBLAD
VRIJDAG 9 JUNI 1939
In de memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer inzake het wets
ontwerp tot het onder de wapenen
blijven van dienstplichtigen en het
in werkelijken dienst houden van
dienstplichtigen lezen wij onder
meer:
De door de regeerine getroffen maat
regelen ter beveiliging van de kust en
van de grens (tevens mobilisatiedek
king). waarbij een groot aantal dienst
plichtigen van oudere lichtingen buiten
gewoon onder de wapenen werden ge
roepen. waren sinds 1936 tot in details
voorbereid. Dank zij deze voorbereiding
konden zij met «noed en op regelmatige
wijze worden uitgevoerd.
Aangezien de normale vredessterkte
aan geoefende troepen te gering is om
bij ernstige internationale spanningen
op voldoende wijze in de grens- en kust-
beveilieing te kunnen voorzien, ligt het
in de bedoeling de thans ten gevolge
van de genomen maatregelen bereikte
troepensterkte behoudens ten aan
zien van enkele bijzondere wapens en
met toepassing van tegemoetkomingen
inzake verloven in aleemeenen zin
te handhaven, zoolang de buitengewone
omstandigheden voortduren, d.w.z. tot
dat de internationale politieke verhou
dingen in Europa naar bet oordeel der
regeering genoegzaam zullen zijn ver
beterd. zulks ten einde hij het ontstaan
van acute sterkere snanning terstond de
noodige veiligheidsmaatregelen te kun
nen nemen.
Indien het wetsvoorstel tot wijzi
ging van de dienstplichtwet wordt
aangenomen, zal onder buitengewo
ne omstandigheden als hierboven
bedoeld de vredessterkte op andere
wijze belangrijk kunnen worden op
gevoerd, waarmede de thans be
staande bezwaren in belangrijke
mate zullen worden ondervangen.
Vervanging dienstplichtigen
Wat betreft de maatregelen, welke
zijn getroffen voor het verleenen van
verlof aan buitengewoon opgeroepen
dienstplichtigen, die in de burgermaat
schappij noode kunnen worden gemijt
alsmede voor hun vervanging, kan het
volgende worden medegedeeld:
Aan het departement van defensie zijn
opgericht een „verlofhureau" en een
„vervangingsbureau". Het eerstgenoem
de behandelt de eigenlijke verlofaan-
vragen, het stelt daartoe een onderzoek
in naar de mate van urgentie van de
aanvragen, waarbij met lof kan worden
gewaagd van de medewerking, welke
van andere departementen en van de
betrokken burgemeesters wordt onder
vonden. Wanneer blijkt, dat het verlof
kan worden verleend waarbij een
zoo ruim mogelijke maatstaf wordt aan
gelegd en een vervanger moet worden
aangewezen, zorgt, daarna het bureau
„vervanging" voor het onder de wape
nen roepen van een ander dienstplich
tige. waarbij in de eerste plaats wordt
gezocht onder hen, die zich vrijwillig
aanmeldden.
Het is verkla; rbaar. dat binnen kor
ten tijd vele duizenden verzoeken bin
nenkwamen. znndat vertraging bij Ie
behandeling niet was te vermijden, voor'
al ook. omdat met in dit opzicht onge
schoold personeel moest worden ge
werkt. Dit had fpneevolgo. dat niet met
voldoende snelheid de afdoening der
verzoeken kon plaats hebben. Ten pinde
aan de daardoor ontstane bezwaren zoo
veel mogelijk feeemoet te komen, ^eeft
de minister daarna aan compagnies- en
overeenkomstige commandanten mach
tiging verleend om aan 10 pet. van de
sterkte klein verlof te verleenen. Met
betrekking tot de dienstplichtigen, be-
hoorende lof de kustartillerie en de
luchtverdediging, kon. in verband met
de samenstelling van deze oorlogsonder-
deelen, geen vervanging plaats hebben,
maar kan en vrij ruime verlofregeling
worden toegepast.
Doordat nog talrijke verzoeken in
onderzoek zijn bij de voor hPt uit
brengen van advies in aanmerking
komende burger-autoriteiten, en er
bovendien nog daeeliiks verzoeken
binnenkomen, kan bij benadering
niet worden n»v»<revpn hop groot het
aantal van hen is. die werkelijk
voor vervanging in aanmerking ko
men. Wel kan worden gezegd, dat
hef aantal binnengekomen verzoe
ken ver ove: de 20.000 bedraagt. Ve
le verzoeken hcvatfsn echter geens
zins een afdoende redPn om het ge
vraagde verlof te verlrenen.
Als werklooze dienstplichtigen, die
voor oproeping in aanmerking komen,
stonden op 1 Juni hii het vervan«lngs-
bureau ingeschreven pl.rn. 19.000 dienst
plichtigen. Echter worden dagelijkc me-
dedeelingen ontvangen, waaruit blijkt,
dat een belangrijk aantal niet meer als
werkloos kan worden aangemerkt. Dit
h eft tengevolge, dat de verrichte ver-
vangingswerkzaamheden ten aanzien
van deze dienstplichtigen opnieuw moe
ten worden verricht.
Ter vervanging van dienstplich
tigen hebben zich tot 1 Juni vrij
willig aangemeld plm. 2750 dienst
plichtigen. Thans zijn plm. 2580
buitengewoon opgeroePen dienst
plichtigen vervangen.
Dit getal geeft echter geen beeld
van het aantal dienstplichtigen,
dat reeds met verlof is vertrokken.
Door de hierbovengenoemde 10
pet. en de regeling, welke werd ge
troffen ten aanzien van de dienst
plichtigen behoorende tot de
luchtverdediging en de kustartil
lerie, bedraagt dit aantal thans
tegen de 10.000.
Het is nipt mogelijk thans reeds een
volledige berekening samen te stellen
van de kosten, velkp gemoeid ziin met
he' bui ten "«woon onroenen en buitenge
woon onder de wapenen houden van
dienctn'ichtïgen. np7f uitgaven zullen
worden gedekt uit bet buitengewoon
krediet van 100 millloen.
Te rusten gelegd op het
kerkhof te Blaricum
LAREN', 8 Juni. Onder zeer
groole belangstelling is hedenmid
dag op de algemeene begraafplaats
te Blaricum ter aarde besteld het
stoffelijk overschot van Frank van
der Goes.
Omstreeks één uur verzamelden zich
in dc nabijheid van het sterfhuis aan
de Lingenskamp veie vrienden van den
overledene, onder wie zeer veel oudere
arbeiders, die in de eersle tijden van de
socialistische beweging in ons land tot
zijn leerlingen en vrienden hadden be
hoord. alsmede zeer veel jongeren en
anderen, die deel uitmaken van de re
volutionaire socialistische groepoering
waarvan van der Goes in zijn laatste
levensjaren deel uitmaakte.
Op de landelijke algemeene begraaf
plaats te Blaricum hadden zich even
eens, in afwachting van den stoet, een
groot aantal belangstellenden verza
meld. Hier bevonden zich o.m. de par
tijvoorzitter van de S.D.A.P.. Koos Vor-
rink en vele leden van het partijbe
stuur.
Vrienden van den overledene, mee-
rendeels rev. socialisten, droegen, na
dat allen zich om liet graf hadden ge
schaard, de kist naar het graf en lieten
haar langzaam zakken. Het roode doek.
dat de kist gedekt had. werd over den
open kuil gelegd en vervolgens legden
allen, die bloemen hadden gezonden,
deze op het doek. dat weldra schuil
ging onder een schat van kransen en
bloemstukken.
De declamatrice. An Endenburg,
trad hierna naar voren en declameerde
het laatste gedeelte uit Gorters „Hel
densage".
N'amens allen werd het woord ge
voerd door den heer S. Goudeket. een
vriend des huizes, die verklaarde, dat
het de wensch van Van der Goes was,
dat slechts een vriend een eenvoudig
afscheidswoord zou spreken
Allen, die hier samen zijn, zijn
gekomen uit eerbied, de eerbied,
die van der Goes tijdens zijn leven
vrienden en vijanden afdwong. Hij
heeft zijn hoog karakter gebruikt,
om opstandigheid te verspreiden,
omdat hij wist. dat opstandigheid
de gist is van deze maatschappij.
Daarvoor, zeide spreker, zijn wij
hem dankbaar. Zijn groote persoon
lijkheid heeft een diep spoor nage
laten en wie met hem omging had
het gevoel, als had men hier te
doen met origineel van een mooi
kunstwerk, waar men anders ge
woonlijk slechts copieën ziet.
Deze „vaderlandslooze" socialist heeft
een onuitwischbaren invloed gehad op
de nationale cultuur van ons land.
Spreker richtte woorden van deelne
ming en vriendschap tot mevrouw M.
van der Goes, die jarenlang haar echt
genoot zoo trouw ter zijde heeft ge
staan en hem zijn werk heeft mogelijk
gemaakt. Hij eindigde met de hoop uit
te spreken, dat dit werk zal worden
voortgezet, opdat de roep van onkreuk
baarheid. nobelheid en karakter, die
bij Van der Goes hoorde, in deze we
reld niet verloren zal gaan.
De oudste schoonzoon van den over
ledene dankte namens de familie voor
de belangstelling van de vrienden, me
destanders, maar ook tegenstanders,
die hier aanwezig waren.
BIGGENMERKEN
s'-GRAVENHAGE, 8 Juni. In de
week van 22 tot 2? Mei 1939 zijn aan
gebracht _45837 biggenmerken, tegen
over 41985 in de overeenkomstige perio
de van het vorig jaar.
Van 1 Januari tot 27 Mei 1939 zijn
in totaal gemerkt 873135 biggen en in
hetzelfde, tijdvak van 1938 S6S805
Vereeniging van Nederlandsche Gém centen
behandelt prae-adviezen
AMSTERDAM. 8 Juni - Op den
tweeden dag van de jaarlijksche al
gemeene vergadering van de Ver
eeniging van Nederlandsche Ge
meenten kwamen vanmorgen in be
handeling de prapadviezgn van dr.
C. van den Berg, directeur-generaal
van de volksgezondheid en van dr.
M. D. Horst, directeur van den ge
neeskundigen- en "pzondheidsdienst
te Leiden over de vraag of gemeen
telijke maatregelen, zooals de bevor
dering van het ziekenfondswezen
van de verzekering tegen de kosten
van ziekenhuis- en sanatoriumver-
plegine van de controle op den ver-
pleegduur van armlastige patiënten
in ziekenhuizen en sanatoria, van de
voor- en nazorg van krankzinnigen
en eventueele andere maatregelen,
leiden tot verlaging der gemeente
lijke uitgaven. Zoo ja, op welke wij
ze kunnen deze maaregelen dan het
doelmatigst worden georganiseerd.
De besprekingen werden ook gevolgd
door vertegenwoordigers van de minis
ters van binnenlandsche zaken en van
financiën, resp. de heeren mr. Rosman
en Vogel, terwijl de commissaris der
koningin in de provincie Noord-IIolland
Jhr. mr dr. Roell. het laatste gedeelte
van de discussies bijwoonde.
In zijn inleidende rerle herinnerde de
wnd. voorzitter, de heer A. Verdijk, er
aan. dat de vereeniging het onderhavige
vraagstuk aan de orde heeft gesteld
door rle betcekenis van de volksgezond
heid en van de financiën.
Reide zijn de grootste zorgenkinderen
van de. gemeenten nu Schraalhans keu
kenmeester is geworden en ze kunnen
het reeds eenige jaren niet goed met el
kaar vinden.
Voorts werd uiteengezet, dat men er
wel om moet denken, dat preventieve
maatregelen in het belang der volksge
zondheid altijd goedkooper en beter zijn
Van andere zijde werd gewezen op de
beteekenis van ziekenfondsen, wier ont
wikkeling dient te worden aangemoe
digd en werd de vraag gesteld op welke
wijze de gemeenten aan het geld moe
ten komen, waarmede haar aandeel in
eventueel te nemen maatregelen, zooals
de prae-adviseurs die hebben aangege
ven. moet worden betaald, ook al dracen
deze maatregelen in de toekomst gouden
vruchten. Een groot aantal gpmeenten
zal voor de vraag worden gesteld of het
rijk ook daarvoor zal willen bijdragen.
Verder werd betoogd, dat het vraag
stuk niet alleen een sociale, maar ook
een staatkundige kant heeft en dat er
met name in rechtsche kringen ernstige
bezwaren zijn tegen een verdere uitbrei
ding op dit terrein. Voorop moet staan
het. eigen initiatief te prikkelen. Een
achteruitgang van de belangstelling
voor de volksgezondheid op het platte
land werd ten sterkste ontkend. Wel is
het waar. dat vooral in Friesland heden-
kingen tegen het controlesysteem be
staan.
Tenslotte werd nog de vraag gesteld
of de verzekeringsmaatschappijen, die
uit den aard groot belang hehben bij de
volksgezondheid, niet bereid kunnen
worden gevonden in de kosten van de
overheidszorg bij te dragen.
Inderdaad is het goed. aldus dr. van
den Berg, de aandacht nog eens te ves
tigen op de wenschelijkheid, dat ver
zekeringsmaatschappijen zullen bijdra
gen in de overheidsmaatregelen ten aan
zien van de prophylaxn. Tn het buiten
land bestaat een dergelijke verplichting
en ook in ons land is het wel pens ge
beurd, dat verzekeringsmaatschappijen
subsidies gaven.
Dr. Horst drong in zijn antwoord aan
op een wettelijke regeling van den
schoolartsendienst. zooals dat in Enge
land het geval is. Moeilijkheden hii dp
organisatie, zooals die op het oogenblik
aan den dag treden, worden dan voor
komen.
Ten aanzien van het vraagstuk van
werklnozen die hun premie en zieken
fonds. enz. niet kunen betalen, celoofde
de sprekpr, dat een gemeentelijke rege-
line noodzakelijk is.
wi'fl d,be'Cr* """ing
Wl» d'«g.n. „Mml d9„
waarborg-kiejding
VAARBORG-KlHOmO
alléén bi)
'kbeymbob«
AMSTERDAM. 8 Juni -
In de middagzitting stond de
36-jarige vriend, de veehande
laar, M. terecht, die jaren lang
een verhouding met Sybrigje
heeft gehad en die zich thans
heeft te verantwoorden we
gens het uit winstbejag ver
voeren van het door Sybrigje
gestolen geia.
Verdachte wordt verdedigd
door mr. F. A- Kokosky.
„Wist U dat het geld gestolen was"
vraagt de president, mr Dons. aan verd.
„Neen meneer, ik wist absoluut niet
dat er met dat geld iets aan de hand
was, want dan zou ik me er niet mee
bemoeid hehhen".
„Dat geloof ik graag", antwoordt dp
president.
Verd. vertelt dan. dat hij met de
vrouw in Gronineen samenleefde, plot
seling was zil echter naar Amsterdam
verdwenen met den ouden Pieter B
Verdachte had Sybrigje In Am
sterdam weer ontmoet, den volgen
den dag waren ze samen naar Gro
ningen terug gegaan. Tn haar huis
had zij hem verteld, dat zij ruim
f 44.000 van den ouden haas had
gekregen. Samen hadden zij het
geld nageteld.
Daarna hadden zij de bankbiljet
ten in een geldkistje gedaan en de
vader van verd. had het kistje naar
een safe te Oude Pekela gebracht.
Pres.: En waarom hebt u aanvankp
lijk gezegd, dat u heelemaal niet wist
waar het geld was?
Verd.: Tk wilde mijn vader niet in
ongelegenheid brengen T.iever ging ik
levenslang de gevangenis in.
Officier: Wanneer u tegen de politie
ronduit gpnraat had. zou uw vader ab
soluut buiten ieder gevaar ziin geble
ven. Vanuit het huis van bewaring
schreef u zelfs aan inv ouders, dat u
niPts van het geld af wist.
Pres.: F.n leefde u van het geld van
Svhri gje?
Neen, zegt verd.. ik had een zeer be
hoorlijk inkomen, uit een grooten scha-
penhandel.
De officier (terugkomende op de brief',
u wilde natuurlijk aan uw vader sug-
gereeren dat hii zön mond moest hoüden
Verd.: Ik wilde alleen mijn vader
sparen. Bij het natellen van het geld
had 'Syhrigje gezegd: ze maken me
niets, want tegen dpn bankdirecteur
heeft Piet ook gezegd, dat ik recht
op het geld had. En ik geloofde dat
grif, want ik wist dat B. al lang het
geld voor haar had losgemaakt.
De getuigen uit de zaak tegen Sybrig
je komen opnieuw voor het hekje en
hun verklaringen komen overeen met
die in de ochtendzitting afgelegd.
De oude Pieter B. wordt ditmaal dooi
mr. Kokosky onder handen genomen.
Weer. wordt hem gevraagd hoe hij zich
de echtscheiding had voorgesteld...
„Wilde u haar dwingen om te schei
den door het geld mee te nemen en
haar dus eigenlijk uit te hongeren?"
Dat niet. zegt Pieter. maar ik dacht,
dat ze zon kwaad zou worden, dat ze
wel zou willen scheidon.
En dacht, u dat Sybrigie verliefd op
ii was. of dacht u dat het haar om het
geld te doen was. Neen, zegt de oude
heer zelfbewust, ik dacht, dat ze van
mp hield.
En u wist niet. dat ze met M. leefde?
vraagt de verdediger.
Ik had er eerst geen besef van en
later ontkende ze. dat ze wat om M. eaf
Requisitoir
De officier van justitie, mr. L. de Ble-
court, achtte het bewijs tegen verd. ge
leverd. Pieter B. heeft vanmiddag op
nieuw verklaard, dat er geen sprake
van een schenking is. Deze verdachte
had de bedoeling met Sybrigje te trou
wen wanneer het geld eenmaal hinnen
w-as en de kust weer veilig zou zijn. Uit
verschillende uitlatingen van verd. blijkt
dat hij wel degelijk wist, dat er iets
met het geld niet in orde was. Zoo
schreef hij immers aan zijn vader, dat
hij heelemaal niets van het geld wist.
Spr. is van oordeel, dat ook het winst
bejag bewezen is. hii vervoerde het geld
in ieder geval om S. voordeel te bezor
gen.
Verd. is geen souterneur, hij ver
dient zelf zijn brood, hoewel de
erhoudirig tusschen hem en de
vrouw wel hoogst eigenaardig was.
Spr. requireerde twee jaar gevan
genisstraf.
Pleidooi
De verdediger, mr. F. A. Kokosky,
sprak in zijn pleidooi zijn verbazing uit
over het requisitoir, dat op twee gedach
ten hinkt, eenig bewijs tegen verd. is
door den officier niet aangevoerd, hij
heeft slechts insinuaties naar voren ge
bracht.
Het is hier slechts een kwestie
van sterke aanhankelijkheid tus
schen verdachte en de vrouw Sy
brigje De man komt uit een fatsoen
lijk milieu, maar kan niet loskomen
van deze vrouw. Hii verlangde naar
haar en ging naar Amsterdam, van
een afspraak is niets gehlekpn. Hij
smeekte haar met hem terug te
gaan naar Groningen, waartoe zij
zich liet overhalen. Weer is niets
van pen complot om te bero'oven ge
bleken.
Zelfs wanneer dp rechtbank aanneemt,
dat Sybrigje het geld heeft gestolen,
moet verd. nog worden vrijgesproken
want uit niets blijkt, dat verdachte van
dat misdrijf afwist. Nu zegt men. dat
een Groninger boer geen f 45.000 weg
geeft. maar is een Groninger hopr an
ders dan alle andere mpnschpn?
Pieter B. is door de rerhtbank aan
een heel lang verhoor onderworpen,
waaruit heel duidelijk bleek, dat men
twijfelt: „Is het geld gegeven of gesto
len".
En dan moet een eenvoudige veehan
delaar als deze verdachte onmiddellijk
begrijpen, dat het geld van diefstal af
komstig is? „Onmogelijk" roept de ver
dediger met klem uit. Hij heeft zelfs aan
Sybrigje gevraagd- „Is het wel in orde"
en dat disculpeert hem
Vervolgens neemt mr. Kokosky de
dagvaarding onder de loupe Sybrigje
had het geld in haar tasrhje. Kan men
nu zeggen, dat verd. die de auto be
stuurde. het «gpld vervoerde? Neen. Hij
vervoerde Sybrigje en niet het geld. We
gens het primair ten laste gelegde „het
uit winstheiag vervoeren" zal dus eeen
veroordeeling kunnen volgen. Evenmin
zal hii veroordeeld kunnen worden we-
gpns het hewaren nf doen bewaren. De
vader van verdachte heeft het geld
kistje.. waarin dp f 45.000 waren opge
borgen. ontvangen uit de handen van
Sybrigje. Zij hpeft het in bewaring ge
neven en niet de verdachte,
Deze vprdachtp. concludeert mr. Ko
kosky. zal onmogelijk veroordeeld kun-
npn worden en het traaf niet aan. om
dezen man nog langer te laten lijden,
door hpf ongunstige lirht. dat van de
rijde van de vrouw op hem valt.
Pleiter besluit zijn klemmend
betoog dan ook, met een verzoek
tot onmiddellijke invrijheidstel
ling, waartegen de officier van jus
titie zich tevergeefs verzet, want
de rechtbank, die zich slechts en
kele minuten in raadskamer terug
trekt. willigt, na heropening van
de zitting, het verzoek tot invrij
heidstelling in en bepaalt het von
nis op 22 Juni.
FEUILLETON
Naar het Engelsch
van
25)
„Bedoelen jullie, dat jp hPt schot van
het hotel uit gehoord hebt?" vroee Leo
nard. toen de hoot langszij lag.
«Wij niet. Maar zij." antwoordde Be
nd. wijzend naar Jessica. „Als men voor
het open venster gaat zitten in den
nacht, inplaats van te gaan slapen, dan
kan men wel eens vreemde geluiden
hooren. Vooral als de wind juist in de
richting is. Maar wat is er gebeurd?
Vertel het ons eens gauw! We ziin erg
geschrokken! Je wilde toch niet zeggen.
Napny...?"
„Hè? O. zeker, dat wilde ik," riep Na
poleon. „Scheld me maar uit. als je wilt.
maar ik deed het om vijf shillings te
winnen. Ja. ik denk, dat ik wel een
beetje 'n dwaas was, maar ik had gezwo
ren de wereld te tonnen, wat een held ik
kon ziin... laat het licht van de schijn
werpers nu maar eens voor één keer op
mij vallen!"
„Maar de schijnwerpers moeten twee
personen helichten. ditmaal." zei" Jessi
ca. terwijl zij naar Leonard keek.
„Ja ik veronderstel dat ik nu
slechts een halve held ben." zei Napo
leon, „maar een halve held is beter dan
geen. Ik wist niet. waar ik een boot
kon vinden en vroeg Sefton mij te hel
pen. Toen we een boot hadden gevon
den. weigerde ik terug te kecren en hii
weigerde mij alleen te laten gaan." Hii
nam de inzittenden van de boot nu eens
aandachtig op „Ben jij dat Morley? Ik
had gehoopt, dat nummer vier Guy ge
weest zou zijn. Maar waar is Guy? Ik
dacht, dat hij zich bij jullie clubje zou
hebben aangesloten
Eerst antwoordde er niemand. Toen
antwoordde Rrry! rustig:
„Ik weet niet. waar Guy is. Nappy.
We we hoopten hem hier te vinden."
„Hiér te vinden?" mompelde Napo
leon „lieve help!"
„Beteekpnt dat, dat mv broer niet in
zijn kamer was?" vroeg Leonard.
„Neen. daar was hij niet. mijnheer
Sefton." antwoordde Beryl. „Toen juf
frouw Kvne naar mijn kamer kwam...
nadat zij het schot gehoord had. begrijpt
ti... besloot ik direct Guy te hulp te
roepen. Ziet u. hij zou u dan hehhen
kunnen roepen, als het noodig was.
Maar Guv was er niet. Toen gingen we
naar uw kanipr.en u was er ook niet.
Toen naar Nappy's, en ook hij was er
niet."
„Dat begrijp ik. dat ik er niet was,"
mompelde Napoleon.
„Ik geloof, dat ik toen de volgende op
de verkiezingslijst was." viel Morley in.
„Toen zij mij wakker hadden gemaakt,
was mijnheer Griddle intusschen ook
ontwaakt door het gerucht, en zoo meen
den we. dat het heter was er met een
klein gezelschap op uit te trekken om te
zien wat er aan de hand was. Wat was
dat voor een schot? En waar is jullie
boot? Aan den anderen kant?"
„Neen, onze boot is gestolen," ant
woordde Leonard, langzaam. „We von
den hier iemand aan boord
„Wat zegt u?" riep mijnheer Griddle
scherp. „U vond hier iemand aan boord,
zei u?"
„Ja. Hij was niet normaal, dachten
we. In elk geval, toen we verstoppertje
met hem speelden, sprong hij in de boot
en liet ons hier alleen achter. Truelove
vuurde in het water, om hem aan 't
schrikken te maken en te trachten hem
terug te doen keei-en en dat schot
hebt ti gehoord, juffrouw Fyne."
,,'t Is afschuwelijk!" riep Jessica uit,
huiverend. „Wie kan het geweest zijn?
Ik zag een keer licht op het wrak cn
daarom dacht ik. dat het schot van het
wrak kwam."
„En ik bevestigde dat vermoeden door
te vertellen van die idiote weddenschap
met mijn broer." voegde Beryl eraan
toe. „We konden niet denken, dat liet
ernstig gemeend was. ofschoon ik er
zeker van was, dat Guv het ook niet
was. Ik kon ook niet gelooven, dat jullie
zoo krankzinnig of moedig zouden
zijn om het te doen."
..Een ding begrijp ik niet," zei Morley,
met verslagen stem. „Je zei. dat die
andere vent in jullie boot verdween.
Maar hij was natuurlijk zelf met een
boot gekomen? Waar is die dan?"
„Nergens," antwoordde Leonard.,, Naar
het schijnt had hij geen boot, en hoe hij
op het wrak is gekomen is een van de
vele raadselen, waar we hier tegenover
staan!"
„Misschien zijn u en ik niet de eenige
zwementhousiasten hier in de buurt,
mijnheer Sefton?" opperde Beryl Hai
nes.
„Lieve help!" riep Napoleon plotse
ling. ,.'t Is Daisy!"
Aller oogen richtten zich vragend op
hem. Zijn uitroep scheen niet in het ge
sprek te pas te komen. Maar Leonard
begreep het en volgde Napoleon's oogen.
„Waarachtig het is Daisy!" mom
pelde hii.
„Wie is Daisy?" vroeg Beryl.
„Daar zit je in," antwoordde Napo
leon.
„Als je bedoelt, dat dit een boot, als
een madeliefje is. dan kan ik dat niet
beamen
„Doet er niet toe, het is een Daisy-
boot. omdat dat de naam van de hoot
is!' wierp Napoleon tegen. „Waar heh
hen jullie, voor den drommel, die boot
opeepikt? Dat is dezelfde boot waarin
Sefton en ik hierheen roeiden en waar
in die gek verdween!"
Dp nngen, dip hen van beneden af Ban-
slaarden. werden wijd van verbazing
Reryl huiverde en Valentine Morlev
draaide plotseling zijn hoofd om
„We vonden hem op het strand in
Cravdon." zei Jessica na een korte stilte.
„Is dat die kleine nederzetting van
visschershutten, ongeveer 'n halve mijl
van het hotel?" vroeg Leonard.
„Ja. Kent u dat plaatsje?"
„Daar vonden wij de boot ook!"
„Gewoonlijk liggen er daar wel een
paar op het strand." knikte Jessica.
„Daarom gingen we daarheen en verko
zen dez.e boot omdat hij het dichtst bij
het water was. Mijnheer Griddle meende
dat iemand de bont misschien laat ge
bruikt had, maar wij kwamen niemand
tegen en daar we geen tijd wilden ver
spillen, gingen we erin en stootten af."
„Dat was heel dapper," beweerde Leo
nard. „Maar weet u, u en juffrouw Hai
nes hadden niet mee moeten komen..."
„Wij stonden erop." weerlegde Beryl
lachend. „We zalen zoo in angst over
onze twee helden. We weigerden beslist
achter te blijven."
„Nadat u dat schot gehoord hebt, hebt
u er niet aan gedacht de politie te waar
schuwen. naar ik verwacht?" vroeg Leo
nard.
Hij keek naar Jessica en deze keek
hem aan.
„Ik heb eraan gedacht," zei ze lang
zaam. „Het leek me het beste wat ik
kon doen in deze nieuwe omstandig
heden."
„Dat geef ik toe. Misschien was het
het beste maar dat komt er nu niet
op aan. Heb je ze gewaarschuwd
„Neen, we probeerden het," onderbrak
mijnheer Griddle grimmig. „Maar we
konden het niet doen."
„Waarom niet?"
Hij haalde de schouders op. „Omdat
iedereen vannacht gek schijnt te zijn.
Iemand had de draden doorgesneden."
Opnieuw viel er een korte stilte. Het
doorsnijden van de telefoondraden voeg
de. een nieuwe onaangename gebeurte
nis toe aan de dingen, die dezen nacht
reeds geschied waren.
„Is er iets tegen, dat we nu allemaal
terug gaan?" opperde Morley plotse
ling?
„Jk ben gereed," antwoordde mijnheer
Griddle. „Maar u doelde op een van de
vele geheimzinnigheden, mijnheer Sef
ton. Hebt u nog meer ontdekt op dit
wrak?"
„We hebben een doode man gevon
den," antwoordde Napoleon onschuldig.
„Hij is nog hier."
Deze mededeeling veroorzaakte een
ware opschudding in de kleine boot en
voor 't eerst was Leonard werkelijk
boos op Napoleon Truelove.
„Waarom flap je dat er zoo dom uit?"
riep hij uit. Maar zijn toorn was gauw
voorbij. Want "Napoleon toonde oprecht
berouw.
„Ik ben een dwaas", zei hij benepen.
„Maar ik ben ook zoo gehard
„Een doode man?" riep mijnheer
Griddle opgewonden. „Goeie help! Wat
steekt hier allemaal achter? Morley, ik
geloof, dat we beter deden even aan
boord te gaan."
„Niet beiden", antwoordde Leonard.
„Een van u beiden moet in de boot blij
ven. Neen, het is niemand dien u kent,
juffrouw Fyne", voegde hij er vlug aan
toe, toen hij haar zag. „Wees niet be
zorgd
Ondanks zijn leeftijd, kwam mijnheer
Griddle met een zwaai op 't dek en
vroeg hem de plaats te wijzen, waar de
doode man lag. Morley was blij. dat hij
in de boot kon blijven, en liet geen pro
test hooren, toen de drie mannen zich
opmaakten om hun korte, lugubere taak
te volbrengen. Hij, Morley, maakte van
de gelegenheid gebruik om een nieuwe
cigaret aan te steken, die hij zoo noodig
had.
„Waarom geef je er ons ook niet een?"
vroeg Beryl. „Je bent niet de eenige,
die zenuwachtig is."
Intusschen bekeek mijnheer Griddle
het doode lichaam. Hij staarde er lang
en ernstig naar; daarna wendde hij
zich tot Leonard.
„Nu. wat maakt u hieruit op?" in
formeerde hij kort. „Iets?"
„Bijzonder weinig", antwoordde Leo
nard. „Ik geloof, dat we dit de politie
moeten laten uitzoeken."
„De politie? Ja, natuurlijk. Wij zullen
het morgenochtend bekend maken aan
hen."
„Dat zal eerder moeten gebeuren",
antwoordde Leonard rustig. „Zij zullen
dirert gpwaarsrhnwd moeten worden."
Mijnheer Griddle. fronste de wenk
brauwen. Zij kunnen vannacht toch
niets beginnen."
(Wordt vervolgd)