De Koninklijke in 1938
OP ZOEK NAAR HET ONBEKENDE!
Automobilisten speuren
door N.-ONederland
HET ZIJN NIET
ALLEN
DETECTIVES DIE..
Nederland in den
Vreemde
JHR. J. LOUDON
De auto gebruikt nog steeds
de meeste benzine
Wereldverbruik
daalde
Het Wilhelmus
Voor restauratie van
het Prinsenhof
Het financieele beleid
der regeering
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 12 JUNI 1939
ONDANKS zijn treinen, mailstoomers en vliegtuigen, die hem het
leven zoo gemakkelijk en behaaglijk maken, blijft er in den
mensch, ook den modernen mensch, steeds die oeroude drang naar
het onbekende. Het wordt hem ook wel een beetje te gemakkelijk
gemaakt dien mensch uit de twintigste eeuw. En hijzelf is er zich
van bewust dat hem dit niet gelukkiger heeft doen worden. Deze
huidige wereld waarin alles zoo comfortabel en vanzelfsprekend is,
blijkt hem toch op den duur niet immer te bevredigen. Heel diep in
hem leeft nog steeds dat verlangen naar het ongewisse, naar het
altijd-wisselende, naar onbekende verten. Met iets als een onbestemd
heimwee denkt hij soms aan die zeevaarders uit vroeger tijden, die
met gebrekkige middelen dan toch maar werelden ontdekten. En
soms bekruipt hem de onweerstaanbare lust ook eens iets te gaan
ontdekken; dan grijpt hij rugzak en stok en gaat dolen ofhij neemt
deel aan een tocht met onbekende bestemming voor motoren en
auto's zooals er Zaterdag en Zondag j.l. cén onder auspiciën van den
A.N.W.B. plaats had.
WIJ weten niet of het bij de orga
nisatoren van dezen tocht in
de eerste nl»'14'» voor zat te
voldoen aan de zwerversneigingon
van zijn leden; zeer zeker speelde
deze overweging wel een rol. Voornaam
ste doel was echter den deelnemers de
schoonheid van hun eigen land te laten
zien. Maar de bijzondere omstandighe
den waaronder en de wijze waarop dit
gebeurde, gaf aan den tour een dermate
avontuurlijke tint dat we gerust kunnen
spreken van een zwerftocht. Het attrac
tieve n.l. vormde de omstandigheid dat
d" deelnemers hun eigen weg moesten
vinden en van tevoren niet wisten door
welke streken de A.N.W R. hen zou voe
ren. Rekend was alleen dat de tocht door
Noord-Oost Nederland zou gaan. Tot aan
de vertrekposfen Almelo. Amersfoort
Arnhem. Assen. Groningen. Meppol.
Zeist. Zutfen en Zwolle was het een reis
mpt een doel. maar als men eenmaal
daar aangekomen was begon de onze
kerheid. Van dat oogenhlik af werd het
te doortrekken gebied een land vol ver
rassingen, waar men doorhepn moest
met als eenigp gidsen de wegwijzers en
een lijst met getallen die correspondeer
den met de K.M.-cijfers op de horden.
Waar hei om ging
Om duidelijk te zijn. iedere deelnemer
ontving aan de vertrekpost een lijst met
een serie van twee naast elkaar geplaat
ste getallen, waarvan het eone het num
mer en het ander het K.M.-cijfer van het
bord aangaf. De deelnemer reed nu van
don vertrekpost in de aangegeven aan-
vangsrichting door tot den eerst volgen
den wegwijzer van den A.N.W.B., con
troleerde daar het nummer van het bord
met het cijfer dat op zijn lijst voorkwam
en het ervoor staande getal dat ook als
K M.-cijfer op den arm van den eersten
wegwijzer voorkwam. Hij volgde dan de
richting door dezen arm aangegeven tot
den volgenden wegwijzer van den
A.N.W.B.
Door N.-Overijssel
EN 7-00 voerde men ons dan door
landstreken zoo rijk'aan natuur
schoon en zoo wisselend aan aspec
ten, dat vaak vergeten word een oog op
het compas. de lijst met getallen in onze
hand. te werpen.
Het zou geen zin hebben in extenso
te verhalen hoe onze reis verliep. Wij
volstaan met te zeggen dat wij in Zwolle
met vele anderen samen kwamen.
En op het oogenhlik dat wij vandaar
vertrokken, wisten we dat ook uit an
dere plaatsen een aantal deelnemers
uitzwermde, bezield met hetzelfde voor
nemen zich vooral niet van den koers
te laten afhrengen en het doel niets aan
hun gretig oog te laten ontsnappen.
En nauwelijks hadden we de stad
verlaten of we zagen ons al verplaatst
in een aller-Hollandsch polderland
schap. met een hemel erboven van het
zachtste blauw dat men zich denken
kan en een dijk die het water een halt
toeriep. Een dijk. die als in het gedicht
van Adama van Scheltema glooiingen
had waarop ..de blommen glommen".
En over dien dijk klonk het geloei van
stoombooten en in de rivier die ernaast
stroomde dreven de schepen met bol
lende zeilen. En toon wij na een
rit van enkele uren. de stad be
reikten waar 's avonds gepleisterd zou
worden en we ais echte ontdekkers den
afgelegde weg op dp kaart nagingen,
bleek dat we Overijssel's Noord-West
hoek. een groot gedeelte van Zuidelijk
Drente en het Noord-Oosten van Over
ijssel doorkruist hadden. Dit parrours
hadden we in een enkelen middag ge
reden; onnoodig te zeggen hoeveel ge
not en afwisseline de geheclc twee-
daagsche tocht bood.
Bij de vertrekposfen
IN den loop van dpn Zaterdagmorgen
kwamen uit alle windrichtingen de
deelnemers op de vertrekpostcn aan.
Groote doeken gaven duidelijk zicht
baar deze plaatsen aan, waar officials
druk in de weer waren om allen in
lichtingen te verstrekken Hier ontving
men ook de lijsten met de te volgen
route on werden aan de automobilisten
rndiatordoekon. aan de motorrijders
armbanden met de A.N'AV.R.-emblemen
uitgereikt. Na eenmaal voorzien te zijn
van deze kenteekpnen kondon do moes
ten hun ongeduld niet bedwingen: het
avontuur lokte.
Tn groot© verscheidenheid trof
men hier de voertuigen aan. deftige
limousines broederlijk naast wagen
tjes van zeer ouden datum, glim
mende zware motoren naast soort-
genooten van veel minder allure.
Vol enthousiasme, de gezichten echter
in vastheraden plooi, voornemens om
alles op alles te zetten om toch vooral
dien tocht tot een goed einde te brengen,
vertrok men dan. meestal met kleine tus-
schenpoozen. Er waren er natuurlijk wel.
die zich niet zoo heel zeker voelden en
er den voorkeur aan gaven dicht achter
den voorganger te blijven, maar zij be
hoorden toch tot de uitzonderingen. De
groote meerderheid stelde er prijs op
deze zaak nu eens zelf op te knappen
Dat de speurders-instincten niet bij
alle deelnemers in even sterke mate ont
wikkeld waren, bleek ons toen wij ons
onderweg bevonden. Niet allen konden
even vlug het juiste verband vinden tus-
schen hun nummerlijstje en de getallen
op de borden.
Zoo kon het dan gebeuren dat we
op bepaalde punten deelnemers aan
troffen die reeds lang voor ons den
tocht aanvaard hadden, en ook
kwam het voor dat we, na geruimen
tijd in landelijke eenzaamheid al
leen op den weg geweest te zijn,
plotseling bij een kromming in een
file van vele voertuigen terecht kwa
men.
Maar dit laatste hield vanzelfsprekend
ook verband met de snelheid waarmee
gereden werd en de aanwezigheid op
deze route van meerdere bruggen.
Een prettige bedrijvigheid heerschte
er bij deze controle-posten, waar offi
cials en deelnemers hun beste beentje
voor zetten om alles zoo vlot mogelijk te
doen verloopen. Ook de deelnemers. We
zagen corpulente autobestuurders met
uitermate lenige bewegingen achter hun
stuur weg kruipen en zich in ongewoon
snelle pas naar de controle-tafel bege
ven, alsof er geen stekende zon en geen
buikjes bestonden.
Het was ook bij die controlepost in
Coevorden dat we laat in den namid
dag dat jonge echtpaar ontmoetten dat
heelemaal uit Voorburg gekomen was.
Op dien heelen langen weg tusschen
hun vertrekpost en Coevorden hadden
ze nog geen enkel A.N.W.B. embleem
gezien, en ja, het is begrijpelijk dat
zelfs dat natuurschoon een beetje be
klemmend wordt als de vraag: Rijden
we nu eigenlijk wel goed, steeds drin
gender naar voren komt. Maar toen ze
daar in Coevorden vernamen, dat ze
toch op dén juisten weg waren toen v
op hun gezichten veel opluchting en
ook een tikje trots te lezen.
Tenslotte willen wij nog enkele bij
zonderheden omtrent de organisatie van
den tocht mededeelen. Het geheele par
cours was ongeveer 500 K.M. lang. Ge
durende den tocht waren de deelnemers
vrij rust te nemen waar zij dit wensch-
ten, mits zij slechts den gehcelen rit
aflegden en zorgden op Zondagavond
voor twintig uur hot vertrekpunt te heb
ben bereikt. Voor deelnemers per motor
rijwiel beneden 60 K.G. was gelegenheid
een verkort parcours te rijden van ong.
350 K.M., terwijl zij die niet op Zondag
wenschtcn te rijden eveneens een ver
kort parcours konden afleggen van ong.
350 K.M.
Aan den tocht namen ditmaal onge
veer 500 personen doel, tegen 265 in 1937,
terwijl in 1936, in welk jaar men twee
tochten georganiseerd had respectieve
lijk 207 en 116 personen deelnamen. De
belangstelling voor deze tochten is dus
stijgende.
Een oude prent van Zwolle, waar de deelnemers van den rit met onbekende
bestemming, aankwamen
Het 25-jarig bestaan van de
vereeniging herdacht
Te 's-Gravenhage heeft de vereeniging
„Nederland in den vreemde" Zaterdag
een feestvergadering gehouden, welke
was gewijd aan de herdenking van het
25-jarig bestaan der vereeniging.
De voorzitter, de heer P. J. de Kantor,
sprak een openingsrede uit, waarin hij
een woord van welkom tot de aanwezi
gen sprak, onder wie zich de minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen. prof. dr. .1. R. Slotemaker de Bruïne
en de gezant van de l.'nie van Zuid-
Afrika, dr. II. D. van Broekhuizen, be
vonden en tal van vertegenwoordigers
van geestverwante organisaties.
De vereeniging, zoo zei spr., heeft een
eervolle positie in de rij der nationale
vereenigingen ingenomen.
Van de zijd© der regeering en door
vele gezanten en consuls wordt herhaal
delijk een beroep op ons gedaan om de
hehneftp aan gegevens over Nederland
en de overzeescbe gebieden te bevre
digen.
Ons doel bepaalt zich niet alleen-tot
het verbreiden van kennis over ons land
en ons lijk in den vreemde, maar, wan
neer de volken zich niet elkaar verstaan
en er naar streven elkaar te lecren ken
nen, dan bevordert dat in hooge mate
de goede verstandhouding.
Na deze rede werden de prijzen uitge
reikt voor de twee prijsvragen, welke
het hoofdbestuur had uitgeschreven. De
eerste had tot opgave de dwaasheden in
beeld te brengen, die in het buitenland
zoo al over Nederland verkocht worden.
De tweede beoogde het ontwerpen van
een embleem voor de vereeniging. In
beide prijsvragen behaalden den oorsten
prijs do hoeren Joh. T. Hulseknmp en
H. A. van Bottenburg. In de eerste prijs
vraag behaalde mr. D. Vis den tweeden
en mej. J. E. Thomas den derden prijs.
In de prijsvraag voor het embleem be
haalde de heer R. van der Klift den
tweeden prijs.
Hierna hield de minster van Staaf,
yice-president van den Raad van State,
Jhr. mr. F, Beelaerts van Blokland, de
feestrede.
De tijd, waarin men onverschilligheid
aan den dag legde met betrekking tot
de vraag, hoe men in het buitenland
over ons dacht, aldus spr., is voorbij.
Meer en meer hebben de omstandig
heden er toe gedreven aandacht te wij
den niet alleen aan het gebeuren in
andere landen. Maar ook aan de mee
ningen. welke elders omtrent ons rijk.
zoo in Europa als dichter bij den eve
naar, tot uiting kwamen.
Op allerlei gebied is een sterk toe
nemend verkeer tusschen de volken der
wereld. Voor het oogenhlik valt niet te
betwisten, dat op internationaal gebied
de gedachte aan de gemeenschap der
volken en de vrije ontwikkeling van het
internationaal handelsverkeer op den
achtergrond zijn gedrongen door een
streven naar eenzijdige machtsontwik
keling en economische autarkie. Maar
dit tijdelijk verschijnsel, aldus spr., mac
de oogen niet doen sluiten voor het feit,
dat, zooals de zaken nu eenmaal liggen,
de volken elkaar noodig hebben. Hot
mag ons niet doen verflauwen in hpt
streven hen nader tot elkander te
brengen.
Hier ligt in de eerste plaats een taak
voor den staat, een tank voor de regee
ring. welker streven er bij voortduring
op gericht moet zijn om onze betrek
kingen niet de andere mogendheden te
ontwikkelen en te verbeteren.
Het is van het grootste belang bij de
keuze onzer officieele vertegenwoordi
gers en van consulaire ambtenaren in
het buitenland nauwlettend te werk te
gaan.
Een verschijnsel, dat den naam van
ons land niet geringe schade toebrengt,
is de weinige nauwgezetheid, welke
somtijds bij leveranties aan het buiten
land wordt in acht genomen. Menig
maal zijn goeiie kansen voor onzen
exporthande! verloren gegaan door de
kwade praktijken, waaraan zich een
Nederlandsche koopman had schuldig
gemaakt. Rij de bestaande scherpe con
currentie ligt het voor de band, dat. een
dergelijk op zich zelf staand feit door
naijverige buitenlanders wordt uitge
buit. Maar niets kan ook onzen goeden
naam ernstiger benadeelen. dan geble
ken gebrek aan goede trouw.
Daartegenover staat dat weinig meer
geschikt is om onzen buitenlandschen
handel in het algemeen te bevorderen
20 JAAR GEZANT
IN FRANKRIJK
Hartelijke huldiging in
het gezantschapsgebouw
Hooge onderscheiding
Wel zelden is de Nederlandsche
kolonie te Parijs zoo verheugd bij
eengekomen als ter gelegenheid
van het vierde lustrum van Harer
Majesteits gezant te Parijs, jhr. J.
Loudon. De prachtige tuin van het
gezantschap, waar jhr. Loudon de
in Frankrijk wonende Nederlan
ders had uitgenoodigd. gaf slechts
blijde gezichten te zien.
De heer van Gelder, die uit naam
sprak van alle Nederlandsche organisa
ties te Parijs, herinnerde er aan. dat
reeds tijdens de functie van minister
van huitenlandsrhe zaken in het. kabi
net Cort van der Linden, gedurende den
oorlog, iedereen, die met ihr. Loudon
in aanraking kwam een pronte sympa
thie voor hem koesterde. De benoeming
als gezant te Parijs werd dan nok met
blijken van algehecle instemming be
proef. Verder gaande bracht spr. enkele
herinneringen naar voren uit de twin
tig jaren, die achter ons liggen. De Ne-
ierlandsche tentoonstelling van 1921.
waarvan de algeheele baten, een bedrag
van 620.000 franken, beschikbaar wer-
len gpsteld voor de vernieldp gebieden
in Noord-Frankrijk, de actie voor dm
wederopbouw van Verdun, de tuinvor-
ming te I,ens. het standbeeld van Rodin
en alle mogelijke andere gelegenheden
waarbij jhr. Loud ons groote werkkracht
en initiatief bij voortduring aan den
1ag kwam.
Door uw hartelijkheid, door uw men-
schelijkheid ging de heer van Gelder
voort kwam in den geest en in het
gevoel van de Franschen ons land in
de eerste plaats, soms zelfs voor hun
eigen Vaderland. En dit sentiment
vindt men in alle Fransche kringen en
zelden of nooit bezat een Nederland
sche gezant in Frankrijk een zoo groo
te populariteit.
Het is dus niet te verwonderen,
dat de president van de Fransche
republiek u met zooveel voldoening
ter gplpgenheid van den huidigen
feestdag hpt grootkruis van het le
gioen van eer heeft verleend, waar
mede allen, die u kennen, zoowel
Nederlanders als Franschen zich
van harte verheugen.
Vervolgens werd den gezant namens,
alle Nederlanders een speciaal voor
hem gegoten gedenkpenning aange
boden, welke vervaardigd is door den
hei r Vernon en waarbij aan de eene
zijde bet profiel van den gezant is weer
gegeven, terwijl de keerzijde het lega-
tiegebomv te zien geeft. Mevrouw I.on
ion werd de repliek van de maquette
aangeboden.
Zichtbaar ontroprd nam daarop de
gezant zelf het woord: „Reeds twintig
jaar geleden begon hij sprak ik de
hoop uit. de vader van de Nederland
sche kolonie te kunnen worden en
wanneer ik nu dit groote familiefeest
om mij heen zie. dan gevoel ik mij in
derdaad eenigszins uw aller vader. De
Nederlanders in het buitenland zijn
soms zelfs een beter vaderlander dan
ie Nederlander thuis. Gestuwd door uw
aller sympathie hoop ik dan ook al is
het niet nogmaals twintig jaar, nog
eenigen tijd in uw midden te kunnen
verblijven".
JU ET vandaag verschenen ver-
•*- -1 slag over 1938 der N.V. Kon.
Ned. Mij. tot exploitatie van petro-
leumbronnen in Nederlandsch-Indië,
behelst o.a. het volgende;
Het jaar 1938 kenmerkte zich door
politieke spanningen, die eene ge
zonde en natuurlijke ontwikkeling
van handel en industrie over de ge
heel e wereld ongunstig beïnvloe
den.
Ruw geschat daalde de wereldcon
sumptie in 1938 met twee millioen ton.
Verreweg de grootste verbruiker is nog
steeds de auto. Al neemt het luchtver
keer enorm toe. toch wijzen de cijfers
uit, dat het benzineverbruik in de lucht
slechts 1 procent is van wat de auto
noodig heeft. Ook andere gebruikers
schepen, sporen, verwarmingsinstalla
ties vormen hoe langer hoe meer eene
belangrijke categorie afnemers maar
staan toch ieder op zich zelf in beteeke-
nis ver achter bij de auto, al kan wor
den aangenomen, dat tegenwoordig 52
procent van de wereld-handelsvloot olie
verbruikt.
Ook dc petroleumindustrie is veel
meer gehaat bij eene wereld waar vrede
en vertrouwen heerschen, dan bij eene
waar onrust of wapengeweld de over
hand hebben. Dat het verbruik voor mi
litaire, doeleinden in zulke tijden toe
neemt. kan niet worden ontkend, maar
zulk eene toeneming is minder groot,
dan de daling, die onder zulke omstan
digheden on elk ander gebied intreedt.
Met betrekking tot de olie-industrie
in de Vereeniede Staten steekt 1938 on
gunstig af teeen zijn voorganger.
De wereldproductie bedroeg: 1938
280.276.000. 1037 286.916.000.
De achteruitgang moet voor hef over
groote deel op rekening van de Veree-
nigde Staten worden geschreven. Dit be-
teekent allerminst, dat de productie
mogelijkheden van dat olie-land bit uit
nemendheid zouden zijn gedaald.
Integendeel: men schat de olie-re
serves der Vereenigde Staten op dit
oogenhlik nog hooger dan een iaar
geleden en wii ziin dus voor spoedi
ge uitputting der olievoorraden,
waarover pessimisten praten, in het
geheel niet bevreesd. Maar het be-
teckent, dat in 1938 de noodzakelij
ke restrictie-maatregelen in Ameri
ka althans in staat waren de pro
ductie eenigermate te beperken.
Dn productie van onze groep is aller
eerst achteruitgegaan in Mexico (van
-1.193.916 tol 953.921 kg. ton), waar wij.
zooals bekend, sinds Maart van het at-
geloopen jaar niet meer in de productie
deelnemen, omdat de regeering van dat
dan de op ervaring gegronde overtui
ging, dat een Nederlander zijn buiten-
landsche afnemers in alle opzichten tot
hun volle tevredenheid bedient en dat
men onder alle omstandigheden op de
degelijkheid zijner waren en op zijn
goede trouw kan rekenen.
Wil men aan de cuitureele beteekenis
van ons land en aan Nederlandsche toe
standen op allerlei gebied. waarbij ik
natuurlijk ook denk aan die in Neder
landsch-Indië en in onze West meer
algemeen© bekendheid geven, dan mag
en kan dit niet uitsluitend regeerlngs-
zaak zijn, dan dienen de handen ineen
geslagen.
Wij hebben een taak, aldus eindigde
spr. zijn rede, die niet. tot binnen onze
grenzen beperkt is, een taak ook met
betrekking tot liet buitenland. Al wat
wij doen om den gemeenschapszin tus
schen de volken te bevorderen en zelf
zucht en onoprechtheid te bestrijden,
komt ten slotte ons vaderland ten goede.
land zich onze bezittingen heeft toege-
eigend. Zoolang dit grove onrecht niet
is hersteld, zal Mexico in onze groeps-
productie niet meer voorkomen.
Verder werd rle eroepsproductie ver
minderd in de Vereenigde Staten waar
de geheele productie niet onbelangrijk
werd ingeperkt.
De netto-winst over 1938 bedraagt
f 88.021.43,01 welke, nadat in Janu
ari reeds een interim-dividend van
6 procept en in April van 8 procent
beschikbaar werd gesteld, een slot-
dividend van 3 procent toelaat na
betaling van 1 procent op de prefe
rente aandeelen.
In het begin van 1939 was het ge-
wenscht, met het oog op de omvang
rijke uitbreiding van onze bedrijven,
de kasmiddelen van onze groep te
versterken.
Aangezien de condities, waartegen
geld kon worden opgenomen, gunstig
waren, besloot de Bataafsche petroleum-
maatschappij tot het aangaan van eene
obligatieleening groot 100.000.000, en
eene ohderhandsche leening van
i 75.000.000. Beide ziin aangegaan voor
een looptijd van 25 jaar en dragen eene
rente van 3 procent.
Onze groep beschikte aan het einde
van 1938 over eene ruimte van 2,302.577
laadvermogen (in 1937 over 2-148.474
ton) met inbegrip van de vloot van de
Eagle Oil and Shipping Company Ltd..
en van de gecharterde tonnage. Deze
vloot vervoerde 25.501.000 ton lading,
waarvan 3.408.000 ton door de Eagle Oil
and Shipping C. Ltd. werden vervoerd.
De exploratie-werkzaamheden in Ne
derlandsch-Indië werden met kracht
voortgezet.
Onze ruwe-olie-productie heeft bedra
gen
1938 5.40.164 kg. ton. 1937 5.095.986
k.g. ton.
Ultimo 1938 waren op onze onderne
mingen en installaties in Nederlandsch-
Indië ruim 1900 Europeanen en ruim
30.000 Aziaten werkzaam. Bovendien
bedroeg het aantal Aziaten in dienst
van aannemers, die werken voor ons
in uitvoering hadden, ruim f 11.000.
De N.V. Nederlandsche Nieuw Guinee
petroleum maatschappij, in welker
maatschannii onze groen 40 procent is
geïnteresseerd, heeft hare werkzaamhe
den met kracht voortgezet.
Het luchtkoi-toeringswerk kwam prac-
tisrh gereed. De regionaal oppervlakte-
verkenning werd gedurende het verslag
iaar eveneens beëindigd.
Gramofoonplaat aan de
Koninklijke Familie
aangeboden
Dezer dagen zijn aan H.M. de Ko
ningin alsmede aan H.H.K.KH.H.
Prinses Juliana en Prins Bernhard de
eerste exemplaren aangeboden van een,
op initiatief van de Nederlandsche Ver
eeniging „Concertgebouw-vrienden" ver
vaardigde gramofoonopname van het
Wilhelmus, gespeeld door het Concert
gebouw Orkest onder leiding van prof.
dr. Willem Mengelberg, terwijl aan do
andere zijde van deze plaat een frag
ment van het „Wilt heden nu treden"
uit Valerius'. „Gendonckclanck" is opge
nomen. Deze opname is geschied door
de Nederlandsche Siemens-Maatschap-
pij. afdeeling Telefunken.
Een der overwegingen, welke hiertoe
hebben geleid, vond haar oorsprong in
het feit, dat. bij internationale manifes
taties. zoowel hier te lande als in het
buitenland, de uitvoering van ons
volkslied dikwijls te wenschen overliet.
Met de moderne hulpmiddelen van
gramofoon en radio zal het thans moge
lijk zijn tot in de meest afgelegen stre
ken, waar Nederlanders tezamen zijn.
De beheerster van het Gemeente-mu
seum te Delft schrijft ons:
In November 1937 is door het Prinsen
hof-comité een oproep tot het Neder
landsche. volk gericht tot bijdrage aan
de restauratie van het Prinsenhof te
Delft. Prof. J. Huizinga heeft ter zelfder
tijd in een artikel in ..De Gids" er op
gewezen, dat het gebouw, waarin Wil
lem van Oranje, de grondvester van on
ze onafhankelijkheid, den dood vond in
een omvaardigen slaat van verval ver
keert.
Het initiatief van het Prinsenhof-co
mité is van verscheidene zijden toege
juicht. Ook zijn van verschillende zijden
kleinere en grootere gaven ontvangen,
doch dit was niet voldoende
Wij wekken 1' thans op tot een bezoek
aan Delft, U kunt zich met eigen oogen
overtuigen, dat het gebouw, hetwelk
Willem van Oranie in de jaren 1573—
1584 tot woonplaats voor zich en zijn
groot gezin koos, en waar Frederik
Hendrik geboren en gedoopt werd, in
armoedigen staat verkeert.
Voor de donkere sombere trap zal
ontroering U bevangen hii herdenking
van wat bier on den tienden Juli 1584
gebeurd is en hoe de invloed van dezen
mensch eeuwen lang doorgewerkt beeft
om ons dat gevoel van saamhoorigheid
en trots on one Iml te «'pven hetwelk
zulk een groote factor is en blijft voor
onze onafhankelijkheid. Gü kunt dan in
die stemming dp tran beklimmen en een
kleinp rave storten in de mooie antieke
collectebus van bpt Prinsenhof-comité,
die halverwege de tran hpvesti.gd Is.
Is het niet beschamend het resul
taat van j.l. Zondag vast te stellen?
Honderd mensch enbezochten het
vriendelijke Gemeentemuseum en
daartegenover liggende ethnoprafi-
sche verzameling. Geen van allen
had hoven of beneden in s rijk-
historische zaal toegangsnrijs te vol
doen. omdat het bezoek aan bet
gebouw kosteloos is. De meesten In-
zen bij de bus. welke door een ver
siering van oranje lelio« de aan
dacht trok. zeer zorgvuldig d© aan
moediging tol storting. Het eindbe
drag van dien Zondag was Ö.33V-».
Wij wekken IJ thans op tot. een be
zoek, temeer omdat Prinses Juliana
zoo welwillend was, aan het archief en
het museum te Delft een groot, niet-ge-
puhliccerd portret in kleuren van Prin
ses Beatrix voor dit doel af ip staan.
Stort uw gave. terwijl ge een blik werpt
op liet mooie karakteristieke jeugdpor
tret van Willem van Oranje en geniet
van het lieflijkp gezichtje van de jong
ste afstammeling. Uw gave zal een klei
ne bouwsteen zijn onv dpze plaats een
waardig aanzien te geven. Mocht gij
niet in de gelegenheid zijn tot een be
zoek aan Delft, stort dan per giro een
kleine of groote bijdrage op postreke
ning 6400 van de heeren R. Mees en
Zonen te Rotterdam ten gunste van de
rekerfing van het Prinsenhof-comité.
Ct,. met. betrekking tot de kwestie-
Oss nog verluiden, dat. tot nu toe in het
kabinet ten. opzichte van het door minis-
ster Goseling gevoerde beleid eensge
zindheid zou hebben bestaan.
Nadat de verschillende departemen
ten op 6 Mei j.l. in verband met het
ontwerpen van de begrooting voor 1940
hun voorstellen aan het departement
van financiën hadden doen toekomen is
bepaald, dat zij zorg hebben te dragen
voor inzending van hun nadere nota's
naar aanleiding van wat er sinds dien
over de diverse voorstellen is opgemerkt
uiterlijk op 8 Juli e.k.-Pit is hot gebrui
kelijke procédé bij liet opmaken van de
rijksbegrooting.
Intussghcn schijnt er aangaande de
kwesties, welke een rol speelden hij het
aftreden van minister De Wilde als mi
nister van financiën, nog een zeer spe
ciale inter-ministerieele briefwisseling
te zijn geopend.
De minister-president zou aan (ver
schillende van") ziin mede-ministers ver
zocht hebben, om hem. los dus van de
gebruikelijke nota's, vóór een bepaalden
datum een uiteenzetting en gegevens te
doen toekomen, welke hii noodig acht
om te kunnen nagaan of en in hoeverre
verwezenlijking van allerlei kostbare
wenschen met een tactriik en in ziin
oogen te verantwoorden financieel hc-
le'd samen 7.011 kunnen gaan.
In parlementairen kring hoorden wii,
7on sehriift de N. B. Ct.. 15 Juni als tijd
stip noemen, waaron de antwoorden bij
dr. Colijn binnen zouden moeten zijn.
Dit wil echter nog geenszins zeggen,
dat dan nok al in dp volgende week in
het kabinet de beslissing zal vallen over
de voornaamste kwesties betreffende
den opzet van de begroeting 1910.
Naar de N. B. Ct. althans ter oore
kwam zou in den 'ministerraad afge
sproken zijn; perst na 22 Juni ©enig de.fi-
nilie'f besluit dienaangaande te nemen,
'ondat' men dus 7.011 mogen verwachten,
dat er vóór rlien datum, den dag waar
op minister Colijn 70 jaar wordt, in elk
geval binnen het kabinet geen botsing
zou ontstaan.
Hieraan kan nog worden toegevoegd,
dat. gelijk het blad van verschillende
zijden uit het parlementaire kamp ver
nam, de minister-president zich buiten
gewoon veel moeite geeft om te probee-
ren onderling overeenstemming te berei
ken en aldus het uitbreken van een ka-
hinetrrisis te voorkomen. Voorshands
schijnt hij het er op te willen aansturen
te bereiken, dat het leven van
het kabinet ten minste tot na
het parlementaire zomerre
ces verlengd zal kunnen wor-
d e n.
In hoeverre zich infusschen moeilijk
heden met de Kamer zullen voordoen, is
een tweede vraag. Wel hoorde de N. R.
het Nederlandsche volkslied in al zijn
schoonheid te doen weerklinken.
Reeds is door het bestuur van de Ne
derlandsche Vereeniging „Concertge
bouw-vrienden" zoowel van den secre
taris van de Koningin als van Prinses
Juliana en Prins Bernhard een brief
ontvangen, dat Zij dit initiatief op hoo
gen prijs stellen en de plaat gaarne aan
vaarden.