De Koninklijke in 1938 OP ZOEK NAAR HET ONBEKENDE! Automobilisten speuren door N.-ONederland HET ZIJN NIET ALLEN DETECTIVES DIE.. Nederland in den Vreemde JHR. J. LOUDON De auto gebruikt nog steeds de meeste benzine Wereldverbruik daalde Het Wilhelmus Voor restauratie van het Prinsenhof Het financieele beleid der regeering 2e BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD MAANDAG 12 JUNI 1939 ONDANKS zijn treinen, mailstoomers en vliegtuigen, die hem het leven zoo gemakkelijk en behaaglijk maken, blijft er in den mensch, ook den modernen mensch, steeds die oeroude drang naar het onbekende. Het wordt hem ook wel een beetje te gemakkelijk gemaakt dien mensch uit de twintigste eeuw. En hijzelf is er zich van bewust dat hem dit niet gelukkiger heeft doen worden. Deze huidige wereld waarin alles zoo comfortabel en vanzelfsprekend is, blijkt hem toch op den duur niet immer te bevredigen. Heel diep in hem leeft nog steeds dat verlangen naar het ongewisse, naar het altijd-wisselende, naar onbekende verten. Met iets als een onbestemd heimwee denkt hij soms aan die zeevaarders uit vroeger tijden, die met gebrekkige middelen dan toch maar werelden ontdekten. En soms bekruipt hem de onweerstaanbare lust ook eens iets te gaan ontdekken; dan grijpt hij rugzak en stok en gaat dolen ofhij neemt deel aan een tocht met onbekende bestemming voor motoren en auto's zooals er Zaterdag en Zondag j.l. cén onder auspiciën van den A.N.W.B. plaats had. WIJ weten niet of het bij de orga nisatoren van dezen tocht in de eerste nl»'14'» voor zat te voldoen aan de zwerversneigingon van zijn leden; zeer zeker speelde deze overweging wel een rol. Voornaam ste doel was echter den deelnemers de schoonheid van hun eigen land te laten zien. Maar de bijzondere omstandighe den waaronder en de wijze waarop dit gebeurde, gaf aan den tour een dermate avontuurlijke tint dat we gerust kunnen spreken van een zwerftocht. Het attrac tieve n.l. vormde de omstandigheid dat d" deelnemers hun eigen weg moesten vinden en van tevoren niet wisten door welke streken de A.N.W R. hen zou voe ren. Rekend was alleen dat de tocht door Noord-Oost Nederland zou gaan. Tot aan de vertrekposfen Almelo. Amersfoort Arnhem. Assen. Groningen. Meppol. Zeist. Zutfen en Zwolle was het een reis mpt een doel. maar als men eenmaal daar aangekomen was begon de onze kerheid. Van dat oogenhlik af werd het te doortrekken gebied een land vol ver rassingen, waar men doorhepn moest met als eenigp gidsen de wegwijzers en een lijst met getallen die correspondeer den met de K.M.-cijfers op de horden. Waar hei om ging Om duidelijk te zijn. iedere deelnemer ontving aan de vertrekpost een lijst met een serie van twee naast elkaar geplaat ste getallen, waarvan het eone het num mer en het ander het K.M.-cijfer van het bord aangaf. De deelnemer reed nu van don vertrekpost in de aangegeven aan- vangsrichting door tot den eerst volgen den wegwijzer van den A.N.W.B., con troleerde daar het nummer van het bord met het cijfer dat op zijn lijst voorkwam en het ervoor staande getal dat ook als K M.-cijfer op den arm van den eersten wegwijzer voorkwam. Hij volgde dan de richting door dezen arm aangegeven tot den volgenden wegwijzer van den A.N.W.B. Door N.-Overijssel EN 7-00 voerde men ons dan door landstreken zoo rijk'aan natuur schoon en zoo wisselend aan aspec ten, dat vaak vergeten word een oog op het compas. de lijst met getallen in onze hand. te werpen. Het zou geen zin hebben in extenso te verhalen hoe onze reis verliep. Wij volstaan met te zeggen dat wij in Zwolle met vele anderen samen kwamen. En op het oogenhlik dat wij vandaar vertrokken, wisten we dat ook uit an dere plaatsen een aantal deelnemers uitzwermde, bezield met hetzelfde voor nemen zich vooral niet van den koers te laten afhrengen en het doel niets aan hun gretig oog te laten ontsnappen. En nauwelijks hadden we de stad verlaten of we zagen ons al verplaatst in een aller-Hollandsch polderland schap. met een hemel erboven van het zachtste blauw dat men zich denken kan en een dijk die het water een halt toeriep. Een dijk. die als in het gedicht van Adama van Scheltema glooiingen had waarop ..de blommen glommen". En over dien dijk klonk het geloei van stoombooten en in de rivier die ernaast stroomde dreven de schepen met bol lende zeilen. En toon wij na een rit van enkele uren. de stad be reikten waar 's avonds gepleisterd zou worden en we ais echte ontdekkers den afgelegde weg op dp kaart nagingen, bleek dat we Overijssel's Noord-West hoek. een groot gedeelte van Zuidelijk Drente en het Noord-Oosten van Over ijssel doorkruist hadden. Dit parrours hadden we in een enkelen middag ge reden; onnoodig te zeggen hoeveel ge not en afwisseline de geheclc twee- daagsche tocht bood. Bij de vertrekposfen IN den loop van dpn Zaterdagmorgen kwamen uit alle windrichtingen de deelnemers op de vertrekpostcn aan. Groote doeken gaven duidelijk zicht baar deze plaatsen aan, waar officials druk in de weer waren om allen in lichtingen te verstrekken Hier ontving men ook de lijsten met de te volgen route on werden aan de automobilisten rndiatordoekon. aan de motorrijders armbanden met de A.N'AV.R.-emblemen uitgereikt. Na eenmaal voorzien te zijn van deze kenteekpnen kondon do moes ten hun ongeduld niet bedwingen: het avontuur lokte. Tn groot© verscheidenheid trof men hier de voertuigen aan. deftige limousines broederlijk naast wagen tjes van zeer ouden datum, glim mende zware motoren naast soort- genooten van veel minder allure. Vol enthousiasme, de gezichten echter in vastheraden plooi, voornemens om alles op alles te zetten om toch vooral dien tocht tot een goed einde te brengen, vertrok men dan. meestal met kleine tus- schenpoozen. Er waren er natuurlijk wel. die zich niet zoo heel zeker voelden en er den voorkeur aan gaven dicht achter den voorganger te blijven, maar zij be hoorden toch tot de uitzonderingen. De groote meerderheid stelde er prijs op deze zaak nu eens zelf op te knappen Dat de speurders-instincten niet bij alle deelnemers in even sterke mate ont wikkeld waren, bleek ons toen wij ons onderweg bevonden. Niet allen konden even vlug het juiste verband vinden tus- schen hun nummerlijstje en de getallen op de borden. Zoo kon het dan gebeuren dat we op bepaalde punten deelnemers aan troffen die reeds lang voor ons den tocht aanvaard hadden, en ook kwam het voor dat we, na geruimen tijd in landelijke eenzaamheid al leen op den weg geweest te zijn, plotseling bij een kromming in een file van vele voertuigen terecht kwa men. Maar dit laatste hield vanzelfsprekend ook verband met de snelheid waarmee gereden werd en de aanwezigheid op deze route van meerdere bruggen. Een prettige bedrijvigheid heerschte er bij deze controle-posten, waar offi cials en deelnemers hun beste beentje voor zetten om alles zoo vlot mogelijk te doen verloopen. Ook de deelnemers. We zagen corpulente autobestuurders met uitermate lenige bewegingen achter hun stuur weg kruipen en zich in ongewoon snelle pas naar de controle-tafel bege ven, alsof er geen stekende zon en geen buikjes bestonden. Het was ook bij die controlepost in Coevorden dat we laat in den namid dag dat jonge echtpaar ontmoetten dat heelemaal uit Voorburg gekomen was. Op dien heelen langen weg tusschen hun vertrekpost en Coevorden hadden ze nog geen enkel A.N.W.B. embleem gezien, en ja, het is begrijpelijk dat zelfs dat natuurschoon een beetje be klemmend wordt als de vraag: Rijden we nu eigenlijk wel goed, steeds drin gender naar voren komt. Maar toen ze daar in Coevorden vernamen, dat ze toch op dén juisten weg waren toen v op hun gezichten veel opluchting en ook een tikje trots te lezen. Tenslotte willen wij nog enkele bij zonderheden omtrent de organisatie van den tocht mededeelen. Het geheele par cours was ongeveer 500 K.M. lang. Ge durende den tocht waren de deelnemers vrij rust te nemen waar zij dit wensch- ten, mits zij slechts den gehcelen rit aflegden en zorgden op Zondagavond voor twintig uur hot vertrekpunt te heb ben bereikt. Voor deelnemers per motor rijwiel beneden 60 K.G. was gelegenheid een verkort parcours te rijden van ong. 350 K.M., terwijl zij die niet op Zondag wenschtcn te rijden eveneens een ver kort parcours konden afleggen van ong. 350 K.M. Aan den tocht namen ditmaal onge veer 500 personen doel, tegen 265 in 1937, terwijl in 1936, in welk jaar men twee tochten georganiseerd had respectieve lijk 207 en 116 personen deelnamen. De belangstelling voor deze tochten is dus stijgende. Een oude prent van Zwolle, waar de deelnemers van den rit met onbekende bestemming, aankwamen Het 25-jarig bestaan van de vereeniging herdacht Te 's-Gravenhage heeft de vereeniging „Nederland in den vreemde" Zaterdag een feestvergadering gehouden, welke was gewijd aan de herdenking van het 25-jarig bestaan der vereeniging. De voorzitter, de heer P. J. de Kantor, sprak een openingsrede uit, waarin hij een woord van welkom tot de aanwezi gen sprak, onder wie zich de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen. prof. dr. .1. R. Slotemaker de Bruïne en de gezant van de l.'nie van Zuid- Afrika, dr. II. D. van Broekhuizen, be vonden en tal van vertegenwoordigers van geestverwante organisaties. De vereeniging, zoo zei spr., heeft een eervolle positie in de rij der nationale vereenigingen ingenomen. Van de zijd© der regeering en door vele gezanten en consuls wordt herhaal delijk een beroep op ons gedaan om de hehneftp aan gegevens over Nederland en de overzeescbe gebieden te bevre digen. Ons doel bepaalt zich niet alleen-tot het verbreiden van kennis over ons land en ons lijk in den vreemde, maar, wan neer de volken zich niet elkaar verstaan en er naar streven elkaar te lecren ken nen, dan bevordert dat in hooge mate de goede verstandhouding. Na deze rede werden de prijzen uitge reikt voor de twee prijsvragen, welke het hoofdbestuur had uitgeschreven. De eerste had tot opgave de dwaasheden in beeld te brengen, die in het buitenland zoo al over Nederland verkocht worden. De tweede beoogde het ontwerpen van een embleem voor de vereeniging. In beide prijsvragen behaalden den oorsten prijs do hoeren Joh. T. Hulseknmp en H. A. van Bottenburg. In de eerste prijs vraag behaalde mr. D. Vis den tweeden en mej. J. E. Thomas den derden prijs. In de prijsvraag voor het embleem be haalde de heer R. van der Klift den tweeden prijs. Hierna hield de minster van Staaf, yice-president van den Raad van State, Jhr. mr. F, Beelaerts van Blokland, de feestrede. De tijd, waarin men onverschilligheid aan den dag legde met betrekking tot de vraag, hoe men in het buitenland over ons dacht, aldus spr., is voorbij. Meer en meer hebben de omstandig heden er toe gedreven aandacht te wij den niet alleen aan het gebeuren in andere landen. Maar ook aan de mee ningen. welke elders omtrent ons rijk. zoo in Europa als dichter bij den eve naar, tot uiting kwamen. Op allerlei gebied is een sterk toe nemend verkeer tusschen de volken der wereld. Voor het oogenhlik valt niet te betwisten, dat op internationaal gebied de gedachte aan de gemeenschap der volken en de vrije ontwikkeling van het internationaal handelsverkeer op den achtergrond zijn gedrongen door een streven naar eenzijdige machtsontwik keling en economische autarkie. Maar dit tijdelijk verschijnsel, aldus spr., mac de oogen niet doen sluiten voor het feit, dat, zooals de zaken nu eenmaal liggen, de volken elkaar noodig hebben. Hot mag ons niet doen verflauwen in hpt streven hen nader tot elkander te brengen. Hier ligt in de eerste plaats een taak voor den staat, een tank voor de regee ring. welker streven er bij voortduring op gericht moet zijn om onze betrek kingen niet de andere mogendheden te ontwikkelen en te verbeteren. Het is van het grootste belang bij de keuze onzer officieele vertegenwoordi gers en van consulaire ambtenaren in het buitenland nauwlettend te werk te gaan. Een verschijnsel, dat den naam van ons land niet geringe schade toebrengt, is de weinige nauwgezetheid, welke somtijds bij leveranties aan het buiten land wordt in acht genomen. Menig maal zijn goeiie kansen voor onzen exporthande! verloren gegaan door de kwade praktijken, waaraan zich een Nederlandsche koopman had schuldig gemaakt. Rij de bestaande scherpe con currentie ligt het voor de band, dat. een dergelijk op zich zelf staand feit door naijverige buitenlanders wordt uitge buit. Maar niets kan ook onzen goeden naam ernstiger benadeelen. dan geble ken gebrek aan goede trouw. Daartegenover staat dat weinig meer geschikt is om onzen buitenlandschen handel in het algemeen te bevorderen 20 JAAR GEZANT IN FRANKRIJK Hartelijke huldiging in het gezantschapsgebouw Hooge onderscheiding Wel zelden is de Nederlandsche kolonie te Parijs zoo verheugd bij eengekomen als ter gelegenheid van het vierde lustrum van Harer Majesteits gezant te Parijs, jhr. J. Loudon. De prachtige tuin van het gezantschap, waar jhr. Loudon de in Frankrijk wonende Nederlan ders had uitgenoodigd. gaf slechts blijde gezichten te zien. De heer van Gelder, die uit naam sprak van alle Nederlandsche organisa ties te Parijs, herinnerde er aan. dat reeds tijdens de functie van minister van huitenlandsrhe zaken in het. kabi net Cort van der Linden, gedurende den oorlog, iedereen, die met ihr. Loudon in aanraking kwam een pronte sympa thie voor hem koesterde. De benoeming als gezant te Parijs werd dan nok met blijken van algehecle instemming be proef. Verder gaande bracht spr. enkele herinneringen naar voren uit de twin tig jaren, die achter ons liggen. De Ne- ierlandsche tentoonstelling van 1921. waarvan de algeheele baten, een bedrag van 620.000 franken, beschikbaar wer- len gpsteld voor de vernieldp gebieden in Noord-Frankrijk, de actie voor dm wederopbouw van Verdun, de tuinvor- ming te I,ens. het standbeeld van Rodin en alle mogelijke andere gelegenheden waarbij jhr. Loud ons groote werkkracht en initiatief bij voortduring aan den 1ag kwam. Door uw hartelijkheid, door uw men- schelijkheid ging de heer van Gelder voort kwam in den geest en in het gevoel van de Franschen ons land in de eerste plaats, soms zelfs voor hun eigen Vaderland. En dit sentiment vindt men in alle Fransche kringen en zelden of nooit bezat een Nederland sche gezant in Frankrijk een zoo groo te populariteit. Het is dus niet te verwonderen, dat de president van de Fransche republiek u met zooveel voldoening ter gplpgenheid van den huidigen feestdag hpt grootkruis van het le gioen van eer heeft verleend, waar mede allen, die u kennen, zoowel Nederlanders als Franschen zich van harte verheugen. Vervolgens werd den gezant namens, alle Nederlanders een speciaal voor hem gegoten gedenkpenning aange boden, welke vervaardigd is door den hei r Vernon en waarbij aan de eene zijde bet profiel van den gezant is weer gegeven, terwijl de keerzijde het lega- tiegebomv te zien geeft. Mevrouw I.on ion werd de repliek van de maquette aangeboden. Zichtbaar ontroprd nam daarop de gezant zelf het woord: „Reeds twintig jaar geleden begon hij sprak ik de hoop uit. de vader van de Nederland sche kolonie te kunnen worden en wanneer ik nu dit groote familiefeest om mij heen zie. dan gevoel ik mij in derdaad eenigszins uw aller vader. De Nederlanders in het buitenland zijn soms zelfs een beter vaderlander dan ie Nederlander thuis. Gestuwd door uw aller sympathie hoop ik dan ook al is het niet nogmaals twintig jaar, nog eenigen tijd in uw midden te kunnen verblijven". JU ET vandaag verschenen ver- •*- -1 slag over 1938 der N.V. Kon. Ned. Mij. tot exploitatie van petro- leumbronnen in Nederlandsch-Indië, behelst o.a. het volgende; Het jaar 1938 kenmerkte zich door politieke spanningen, die eene ge zonde en natuurlijke ontwikkeling van handel en industrie over de ge heel e wereld ongunstig beïnvloe den. Ruw geschat daalde de wereldcon sumptie in 1938 met twee millioen ton. Verreweg de grootste verbruiker is nog steeds de auto. Al neemt het luchtver keer enorm toe. toch wijzen de cijfers uit, dat het benzineverbruik in de lucht slechts 1 procent is van wat de auto noodig heeft. Ook andere gebruikers schepen, sporen, verwarmingsinstalla ties vormen hoe langer hoe meer eene belangrijke categorie afnemers maar staan toch ieder op zich zelf in beteeke- nis ver achter bij de auto, al kan wor den aangenomen, dat tegenwoordig 52 procent van de wereld-handelsvloot olie verbruikt. Ook dc petroleumindustrie is veel meer gehaat bij eene wereld waar vrede en vertrouwen heerschen, dan bij eene waar onrust of wapengeweld de over hand hebben. Dat het verbruik voor mi litaire, doeleinden in zulke tijden toe neemt. kan niet worden ontkend, maar zulk eene toeneming is minder groot, dan de daling, die onder zulke omstan digheden on elk ander gebied intreedt. Met betrekking tot de olie-industrie in de Vereeniede Staten steekt 1938 on gunstig af teeen zijn voorganger. De wereldproductie bedroeg: 1938 280.276.000. 1037 286.916.000. De achteruitgang moet voor hef over groote deel op rekening van de Veree- nigde Staten worden geschreven. Dit be- teekent allerminst, dat de productie mogelijkheden van dat olie-land bit uit nemendheid zouden zijn gedaald. Integendeel: men schat de olie-re serves der Vereenigde Staten op dit oogenhlik nog hooger dan een iaar geleden en wii ziin dus voor spoedi ge uitputting der olievoorraden, waarover pessimisten praten, in het geheel niet bevreesd. Maar het be- teckent, dat in 1938 de noodzakelij ke restrictie-maatregelen in Ameri ka althans in staat waren de pro ductie eenigermate te beperken. Dn productie van onze groep is aller eerst achteruitgegaan in Mexico (van -1.193.916 tol 953.921 kg. ton), waar wij. zooals bekend, sinds Maart van het at- geloopen jaar niet meer in de productie deelnemen, omdat de regeering van dat dan de op ervaring gegronde overtui ging, dat een Nederlander zijn buiten- landsche afnemers in alle opzichten tot hun volle tevredenheid bedient en dat men onder alle omstandigheden op de degelijkheid zijner waren en op zijn goede trouw kan rekenen. Wil men aan de cuitureele beteekenis van ons land en aan Nederlandsche toe standen op allerlei gebied. waarbij ik natuurlijk ook denk aan die in Neder landsch-Indië en in onze West meer algemeen© bekendheid geven, dan mag en kan dit niet uitsluitend regeerlngs- zaak zijn, dan dienen de handen ineen geslagen. Wij hebben een taak, aldus eindigde spr. zijn rede, die niet. tot binnen onze grenzen beperkt is, een taak ook met betrekking tot liet buitenland. Al wat wij doen om den gemeenschapszin tus schen de volken te bevorderen en zelf zucht en onoprechtheid te bestrijden, komt ten slotte ons vaderland ten goede. land zich onze bezittingen heeft toege- eigend. Zoolang dit grove onrecht niet is hersteld, zal Mexico in onze groeps- productie niet meer voorkomen. Verder werd rle eroepsproductie ver minderd in de Vereenigde Staten waar de geheele productie niet onbelangrijk werd ingeperkt. De netto-winst over 1938 bedraagt f 88.021.43,01 welke, nadat in Janu ari reeds een interim-dividend van 6 procept en in April van 8 procent beschikbaar werd gesteld, een slot- dividend van 3 procent toelaat na betaling van 1 procent op de prefe rente aandeelen. In het begin van 1939 was het ge- wenscht, met het oog op de omvang rijke uitbreiding van onze bedrijven, de kasmiddelen van onze groep te versterken. Aangezien de condities, waartegen geld kon worden opgenomen, gunstig waren, besloot de Bataafsche petroleum- maatschappij tot het aangaan van eene obligatieleening groot 100.000.000, en eene ohderhandsche leening van i 75.000.000. Beide ziin aangegaan voor een looptijd van 25 jaar en dragen eene rente van 3 procent. Onze groep beschikte aan het einde van 1938 over eene ruimte van 2,302.577 laadvermogen (in 1937 over 2-148.474 ton) met inbegrip van de vloot van de Eagle Oil and Shipping Company Ltd.. en van de gecharterde tonnage. Deze vloot vervoerde 25.501.000 ton lading, waarvan 3.408.000 ton door de Eagle Oil and Shipping C. Ltd. werden vervoerd. De exploratie-werkzaamheden in Ne derlandsch-Indië werden met kracht voortgezet. Onze ruwe-olie-productie heeft bedra gen 1938 5.40.164 kg. ton. 1937 5.095.986 k.g. ton. Ultimo 1938 waren op onze onderne mingen en installaties in Nederlandsch- Indië ruim 1900 Europeanen en ruim 30.000 Aziaten werkzaam. Bovendien bedroeg het aantal Aziaten in dienst van aannemers, die werken voor ons in uitvoering hadden, ruim f 11.000. De N.V. Nederlandsche Nieuw Guinee petroleum maatschappij, in welker maatschannii onze groen 40 procent is geïnteresseerd, heeft hare werkzaamhe den met kracht voortgezet. Het luchtkoi-toeringswerk kwam prac- tisrh gereed. De regionaal oppervlakte- verkenning werd gedurende het verslag iaar eveneens beëindigd. Gramofoonplaat aan de Koninklijke Familie aangeboden Dezer dagen zijn aan H.M. de Ko ningin alsmede aan H.H.K.KH.H. Prinses Juliana en Prins Bernhard de eerste exemplaren aangeboden van een, op initiatief van de Nederlandsche Ver eeniging „Concertgebouw-vrienden" ver vaardigde gramofoonopname van het Wilhelmus, gespeeld door het Concert gebouw Orkest onder leiding van prof. dr. Willem Mengelberg, terwijl aan do andere zijde van deze plaat een frag ment van het „Wilt heden nu treden" uit Valerius'. „Gendonckclanck" is opge nomen. Deze opname is geschied door de Nederlandsche Siemens-Maatschap- pij. afdeeling Telefunken. Een der overwegingen, welke hiertoe hebben geleid, vond haar oorsprong in het feit, dat. bij internationale manifes taties. zoowel hier te lande als in het buitenland, de uitvoering van ons volkslied dikwijls te wenschen overliet. Met de moderne hulpmiddelen van gramofoon en radio zal het thans moge lijk zijn tot in de meest afgelegen stre ken, waar Nederlanders tezamen zijn. De beheerster van het Gemeente-mu seum te Delft schrijft ons: In November 1937 is door het Prinsen hof-comité een oproep tot het Neder landsche. volk gericht tot bijdrage aan de restauratie van het Prinsenhof te Delft. Prof. J. Huizinga heeft ter zelfder tijd in een artikel in ..De Gids" er op gewezen, dat het gebouw, waarin Wil lem van Oranje, de grondvester van on ze onafhankelijkheid, den dood vond in een omvaardigen slaat van verval ver keert. Het initiatief van het Prinsenhof-co mité is van verscheidene zijden toege juicht. Ook zijn van verschillende zijden kleinere en grootere gaven ontvangen, doch dit was niet voldoende Wij wekken 1' thans op tot een bezoek aan Delft, U kunt zich met eigen oogen overtuigen, dat het gebouw, hetwelk Willem van Oranie in de jaren 1573— 1584 tot woonplaats voor zich en zijn groot gezin koos, en waar Frederik Hendrik geboren en gedoopt werd, in armoedigen staat verkeert. Voor de donkere sombere trap zal ontroering U bevangen hii herdenking van wat bier on den tienden Juli 1584 gebeurd is en hoe de invloed van dezen mensch eeuwen lang doorgewerkt beeft om ons dat gevoel van saamhoorigheid en trots on one Iml te «'pven hetwelk zulk een groote factor is en blijft voor onze onafhankelijkheid. Gü kunt dan in die stemming dp tran beklimmen en een kleinp rave storten in de mooie antieke collectebus van bpt Prinsenhof-comité, die halverwege de tran hpvesti.gd Is. Is het niet beschamend het resul taat van j.l. Zondag vast te stellen? Honderd mensch enbezochten het vriendelijke Gemeentemuseum en daartegenover liggende ethnoprafi- sche verzameling. Geen van allen had hoven of beneden in s rijk- historische zaal toegangsnrijs te vol doen. omdat het bezoek aan bet gebouw kosteloos is. De meesten In- zen bij de bus. welke door een ver siering van oranje lelio« de aan dacht trok. zeer zorgvuldig d© aan moediging tol storting. Het eindbe drag van dien Zondag was Ö.33V-». Wij wekken IJ thans op tot. een be zoek, temeer omdat Prinses Juliana zoo welwillend was, aan het archief en het museum te Delft een groot, niet-ge- puhliccerd portret in kleuren van Prin ses Beatrix voor dit doel af ip staan. Stort uw gave. terwijl ge een blik werpt op liet mooie karakteristieke jeugdpor tret van Willem van Oranje en geniet van het lieflijkp gezichtje van de jong ste afstammeling. Uw gave zal een klei ne bouwsteen zijn onv dpze plaats een waardig aanzien te geven. Mocht gij niet in de gelegenheid zijn tot een be zoek aan Delft, stort dan per giro een kleine of groote bijdrage op postreke ning 6400 van de heeren R. Mees en Zonen te Rotterdam ten gunste van de rekerfing van het Prinsenhof-comité. Ct,. met. betrekking tot de kwestie- Oss nog verluiden, dat. tot nu toe in het kabinet ten. opzichte van het door minis- ster Goseling gevoerde beleid eensge zindheid zou hebben bestaan. Nadat de verschillende departemen ten op 6 Mei j.l. in verband met het ontwerpen van de begrooting voor 1940 hun voorstellen aan het departement van financiën hadden doen toekomen is bepaald, dat zij zorg hebben te dragen voor inzending van hun nadere nota's naar aanleiding van wat er sinds dien over de diverse voorstellen is opgemerkt uiterlijk op 8 Juli e.k.-Pit is hot gebrui kelijke procédé bij liet opmaken van de rijksbegrooting. Intussghcn schijnt er aangaande de kwesties, welke een rol speelden hij het aftreden van minister De Wilde als mi nister van financiën, nog een zeer spe ciale inter-ministerieele briefwisseling te zijn geopend. De minister-president zou aan (ver schillende van") ziin mede-ministers ver zocht hebben, om hem. los dus van de gebruikelijke nota's, vóór een bepaalden datum een uiteenzetting en gegevens te doen toekomen, welke hii noodig acht om te kunnen nagaan of en in hoeverre verwezenlijking van allerlei kostbare wenschen met een tactriik en in ziin oogen te verantwoorden financieel hc- le'd samen 7.011 kunnen gaan. In parlementairen kring hoorden wii, 7on sehriift de N. B. Ct.. 15 Juni als tijd stip noemen, waaron de antwoorden bij dr. Colijn binnen zouden moeten zijn. Dit wil echter nog geenszins zeggen, dat dan nok al in dp volgende week in het kabinet de beslissing zal vallen over de voornaamste kwesties betreffende den opzet van de begroeting 1910. Naar de N. B. Ct. althans ter oore kwam zou in den 'ministerraad afge sproken zijn; perst na 22 Juni ©enig de.fi- nilie'f besluit dienaangaande te nemen, 'ondat' men dus 7.011 mogen verwachten, dat er vóór rlien datum, den dag waar op minister Colijn 70 jaar wordt, in elk geval binnen het kabinet geen botsing zou ontstaan. Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat. gelijk het blad van verschillende zijden uit het parlementaire kamp ver nam, de minister-president zich buiten gewoon veel moeite geeft om te probee- ren onderling overeenstemming te berei ken en aldus het uitbreken van een ka- hinetrrisis te voorkomen. Voorshands schijnt hij het er op te willen aansturen te bereiken, dat het leven van het kabinet ten minste tot na het parlementaire zomerre ces verlengd zal kunnen wor- d e n. In hoeverre zich infusschen moeilijk heden met de Kamer zullen voordoen, is een tweede vraag. Wel hoorde de N. R. het Nederlandsche volkslied in al zijn schoonheid te doen weerklinken. Reeds is door het bestuur van de Ne derlandsche Vereeniging „Concertge bouw-vrienden" zoowel van den secre taris van de Koningin als van Prinses Juliana en Prins Bernhard een brief ontvangen, dat Zij dit initiatief op hoo gen prijs stellen en de plaat gaarne aan vaarden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 12