Critische woorden jegens den
procureur-generaal
De minister maakte vele
fouten, maar moet
hij aftreden?
AMSTERDAM EN N.-HOLLAND
KOOPEN ARTIS
Een juridisch betoog van mevrouw Mackay-
Katz, dat de .rechtszekerheid
beschouwt
De voordracht thans verschenen
MEER SUBSIDIE
NOODIG
f 10.-
BOEKHANDEL
J. H. ITTM ANN
De Groesbeeksche
brand-epidemie
Nieuwe technische
leider bij de
K.L.M.
Verzwaring van straf
in hooger beroep
WILDE-BUSSEN
SCHEMERING
Reclameschilder zette
de bloemetjes
buiten
3e BLAD PAG.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 24 JUNI 1939
Tweede Kamer over Oss
Rost van Tonningen
In de voortgezette vergadering van de
Tweede Kamer het debat over Oss
heeft de heer Rostvan Tonningen
(N.S.B.) betoogd dat het geheele verslag
der commissie wat betreft de hoofdza
ken van geen waarde is. De partijen heb
ben voor de verkiezingen het anti-papis-
tische element in de zaak gebracht. Aan
deze volks verdeelende actie heeft spr.'s
beweging niet meegedaan.
Plotseling is de houding van de com
missie gewijzigd: er gingen geruchten
aat een enquete
noodig zou zijn.
Dit hing samen
met de dreigen
de kabinetscri
sis. Dit rapport
is één klacht
over gebrek aan
medewerking
van den minis
ter. Een enquete
zou niet weer
noodig zijn? De
coalitie onder
den heer Colijn
moest slechts ge
red worden.
Door de maatregelen van den minis
ter is de eer van de militairen geschon
den. Spr. eischt eerherstel voor de ma
rechaussee en aftreden van den minister
In hoeverre wordt het ingrijpen van
den minister gedekt door zijn bezwaren
tegen de marechaussee? Op deze vraag
moet de Kamer haar uitspraak baseeren.
Doch het rapport geeft over de zaak-
Oss geen opheldering. De commissie had
haar taak moeten neerleggen. De minis
ter had terecht moeten staan voor den
hoogen raad.
Spr. noemt het ergerlijk, dat de mi
nister en de procureur-generaal de ma
rechaussee in het .openbaar beleedigen.
De minister geeft van alles de schuld
aan de marechaussee. De commissie is
met groote oppervlakkigheid over de
zaak van de twee geestelijken heenge
gleden. De commissie had de zaken
moeten onderzoeken of haar mandaat
moeten neerleggen. De commissie wei
gerde inzage van stukken van spr.'s
zijde. Had de commissie dit niet gedaan,
dan ware het rapport veel vollediger ge
weest.
De marechaussee heeft de geestelijken
niet in opspraak gebracht, doch het ge
drag van de geestelijken zelf. Spr. be
toogt. hoe tot arrestatie van pastoor V
was besloten, docb plotseling is bet on
derzoek gesloten. Wie beeft de stopzet
tingen gelast? Wij mogen aannemen,
dat de procureur-generaal de volle ver
antwoordelijkheid daarvoor draagt. Sor
laakt het optreden tegen do Gier. Op
30 Maart heeft de minister een deputatie
ontvangen onder leiding van burge
meester Plopgmakers.
Minister Ooseling: Wat. zegt. u?
De heer Rost van Tonningen her
rit den laatsten zin.
Minister Ooseling: Waar?
De heer Rost. van Tonningen: Tn
>en Haag.
De minister: Nergens ter wereld.
De heer Rost van Tonningen: Ik
ioud vol.
Spr. weet. dat hier geen recht zal wor
den gedaan. Spr eischt. dat de Kamer
den minister duidelijk maakt, dat verder
samenwerken onmogelijk is. de procu
reur-generaal moet ontslagen worden.
De marechaussee moet een onderzoek in
stellen, de brigade moet in haar eer
hersteld worden, de beide geestelijken
moeten onschadelijk wórden gemaakt.
Wat was 's Ministers
oogmerk?
De heer Joekes (V.D.) brengt hulde
aan den arbeid van de commissie, deze
heeft met voortvarendheid gewerkt
Spr. betwist niet de bevoegdheid van
de regcering om haar ambtenaren voor
te schrijven aan de uitnoodiging van de
commissie geen gehoor te geven, het
ware echter beter geweest dit verbod
achterwege te laten. Spr. wijst in dit
verband op de zaak-Spoorhout.
Spr. stelt er nrijs op te verklaren, dat
ook hij van oordeel is dat de minister
te goeder trouw
gehandeld heeft
Het is een van
de goede zijden
van de democra
tie, dat de moge
lijkheid bestaat
het beleid .van
de bewindslie
den in het open
baar te besprp-
ken. Dit debat
draagt daarom
voor bet grootste
gedeelte een za-
kplijk karakter.
Wat is het oogmerk van den minister
geweest? Spr. is er van overtuigddat
dit geweest is: de bevordering van de
rechtszekerheid en het vestigen van een
krachtig gezag. Doch dat brengt ook
mede rechtvaardige behandeling van
ambtenaren.
Men mag aannemen, dat de handelin
gen van de brigade-Oss de bedoeling heb
ben gehad inbreuken op het recht op te
Jockes
sporen. Door de brigade is een vijftal
fouten begaan, die aanleiding gaven tot
den maatregel. Spr. betoogt, dat deze
fouten niet alleen schuld waren van de
marechaussee en den genomen maatre^
gel niet rechtvaardigen. Een ernstige
grief is inderdaad, dat de brigade wel
eens te snel tot arrestatie overging. Er
was inderdaad aanleiding om remmend
op te treden, wellicht had tegenover een
enkele een zekere correctie kunnen vol
gen.
Spr. keurt het optreden van den
procureur-generaal af. Sluiting van
het onderzoek ïn enkele gevallen
voordat de zaak volkomen was on
derzocht, getuigt niet van den wil
de rechtszekerheid te bevorderen.
Spr. laakt het feit, dat de brigade
niet is gehoord voor de maatregel
genomen werd. Het verhoor van de
Gier is beneden de waardigheid van
een Nederlandschen magistraat.
Ook het onkundig laten van den
divisiecommandant van de bezwa
ren tegen de brigade laakt spr.
Het optreden ten aanzien van de
commandanten verdient volgens spr.
eveneens afkeuring. De uitdrukking
„terreur en domheidsmacht" getuigt
van wel zeer groote vooringenomen
heid van den procureur-generaal te
gen de brigade.
Wie is hier opjiol geslagen? Het
is duidelijk, dat deze ambtsdrager
bezwaarlijk op die plaats kan wor
den gehandhaafd.
Spr. kan zich vooralsnog met de con
clusie van het rapport vereenigen, dit
zal een zakelijke uitspraak zijn, welks
gevolgen ter beoordeeling van den mi
nister staan. Voor de R.K.-fractie is geen
aanleiding om andere dan zakelijke ge
volgen er aan toe te kennen. Aanneming
van de conclusie beteekent bovendien
een zeker eerherstel voor de marechaus
see en openlijke afkeuring van den Bos-
schen procureur-generaal.
De politieke gevolgen
De heer B i e r e m a (Lib.) richt even
eens woorden van lof tot de commissie.
Spr. betreurt het. dat destijds niet be
sloten is tot het houden van een enquete.
De argumentatie, dat de ambtsplicht den
minister ver
bood stukken ter
inzage te geven,
gaat in dit geval
niet. op, daar de
minister er zelf
uit citeerde. Ook
acht spr. het on
juist. dat de mi
nister zijn amb
tenaren verbood
te verschijnen.
Het parlement
heeft het recht
en de plicht met
Bierema ane middelen op
te komen tegen gevallen, waarin de
overheid schending van de rechtszeker
heid dekt.
Van anti-papisme is hier geen sprake.
De zaak draagt een zuiver zakelijk ka
rakter.
De minister zal voor zich de vraag
moeten stellen, of hij er politieke gevol
gen aan wil verbinden. Niemand is on
feilbaar, doch spr begrijpt niet, dat de
minister zijn vergissing niet wil erken
nen en dat hij een procureur-generaal
dekt. die op onomstootelüke bewiizen ge
bleken is ongeschikt te zijn voor zijn
hooge betrekking.
Spr. zou het niet kunnen begrijpen, in
dien de minister na dit oordeel zou aan
blijven.
Scherpe woorden
De lieer van Houten (C.D.U.) laakt
het weigeren van stukken door den mi
nister. De inhoud van deze stukken zou
slechts de positie van den minister zwak
ker kunnen maken. De minister had de
Kamer vooraf moeten inlichten. Thans
weet spr. dat de Kamer bekocht is. Een
enquete zou alsnog het beste zijn.
De commissie
had haar man
daat neer moe
ten leggen. De
eerste conclusie,
waarmede spr.
zich vereenigen
kan, is vernieti
gend voor den
minister.
Er rijzen vele
vragen die een
nader onderzoek
wettigen. Heeft
het Nederland-
sche recht tegen
over de beide geestelijken zijn loop ge
had?
Zijn er nog meer misstanden in
Brabant-
Aanvaarding van de conclusie is
afkeuring van een reeks van fouten.
De minister zal niet rustig kunnen
aanblijven. Doet hij dit toch, dan zal
een motie van wantrouwen moeten
volgen of afstemming van de justi-
tiebegrooting.
De brigade-Oss moet in haar eer her
steld worden. De Bossche procureur-
generaal dient niet te worden gehand
haafd. Spr. laat zich noch door anti
papisme, noch door politieke overwegin
gen leiden. Van een voortzetting der
samenwerking zal bij aanneming der
conclusie geen sprake kunnen zijn. De
minister dient dan af te treden.
De rechtszekerheid
Mevr. M a c k a yK a t z (C.H.) wil de
zaak zien in het licht van de rechts
zekerheid.
Had de marechaussee deze rechts
zekerheid in gevaar gebracht? Heeft de
minister de rechtszekerheid door zijn
maatregelen bevorderd? Heeft de minis
ter het gezag krachtig en evenwichtig1
gehandhaafd?
Spr. ontkent de bevoegdheid van het
ambtenarengerecht om over de zaak te
beslissen. Met de
beslissing is zij
het niet eens.
Deze minister
had zelfs niet de
bevoegdheid om
de opsporingsbe
voegdheid tij do
delijk te ontne
men. Ook de
rechten van de
opsporingsamb
tenaren worden
beschermd.
is de minister
niet te veel be- ™evr- Mackay—Katz
invloed geworden door zijn oude beroep,
de advocatuur? De positie van den op
sporingsambtenaar is een zelfstandige.
Zijn taak is het opsporen van onrecht,
waarvoor hij groote bevoegdheden heeft.
AMSTERDAM23 Juni. Thans is de
Artis-voordracht verschenen, waarbij B.
en W. den Raad voorstellen gezamenlijk
met de provincie Noord-Holland aan te
koopen van het Koninklijk Zoölogisch Ge
nootschap Natura Artis Magistra de ter
terreinen tusschen de Plantage Midden
laan. de Plantage Kcrklaan, de Plantage
Doklaan en de Plantage Muidergracht,
met de op deze terreinen staande gebou
wen. de zich in deze gebouwen bevinden
de zoölogische museumvcrzamelingcn.
voorzoover deze aan het genootschap
toebehooren. alsmede de bibliotheek voor
een bedrag van f 1 131.000. van welke
koopsom de gemeente Amsterdam drie
vierde gedeelte en de provincie Noord-
Holland een vierde gedeelte betaalt zoo
dat de gemeente drie vierde gedeelte ver
krijgt van den onverdeeiden eigendom
en de provincie een vierde gedeelte.
Het Koninklijk Zoölogisch Genoot
schap Natura Artis Magistra zal de vo
rengenoemde koopsom aanwenden tot
volledige kwijting van alle verplichtin
gen, voor het genootschap voortvloeien
de uit de hypothecaire eeldlpening 1895
de ter zake gemaakte kosten hieron
der begrepen zoomede uit de 3 pet.
niet-hypnfhccaire geldleening 1927.
De gemeente Amsterdam geeft van
den dag der overdracht af aan het Ko
ninklijk Zoölogisch Genootschap Natura
Artis Magistra, tegen betaling door het
genootschap aan de gemeente van O.io
per jaar, het door de gemeente gekoch
te— met uitzondering van de perceelen
en/of pcrceelsgcdeelten, welke thans bij
de gemeente in gebruik zijn, alsmede
van de zich in die perceelen en/of per
ceelsgedeelten bevindende zoölogische
museumverzameling onder door B. en
W. te bepalen voorwaarden tot weder-
opzeggens toe in gebruik, ten einde door
het genootschap te worden aangewend
voor dezelfde doeleinden, waarvoor het
tot nog toe gebezigd is. Na in de toe
lichting tc hebben herinnerd aan de be
kende voorgeschiedenis van deze voor
dracht, meenen B. en W. erop te moeten
wijzen dat de exploitatie van Artis, af
gescheiden van den dienst der geldlee-
ningen. in "Ie laatste jaren belangrijke
tekorten oplevprde: in 193-S-"39 zelfs een
bedrag van 03.000. Al is te hopen, dat,
mede tengevolge van de vernieuwingen,
welke dank zij de bemoeiingen van het
Arlis-reddings-comitè mogelijk zullen
zijn en die aan den dierentuin grootcrc
aantrekkingskracht voor het publiek
zullen verleenen, de exploitatie in vol
gende jaren gunstiger resultaat zal op
leveren. toch moei met de mogelijkheid
van een nadeelig saldo ernstig rekening
worden gebonden. Dit eventueel nadee-
Iige saldo zal naar de meening van B.
en W. door Rijk. Provincie Noord-Hol
land en gemeente Amsterdam gezamen
lijk moeten worden gedragen. Het is B.
en W. bekend, dat liet bestuur van het
genootschap zich reeds tot hot Rijk en
Spr. brengt hulde aan de commissie.
Spr. gaat de verschillende gevallen van
het rapport na en komt daaruit tot de
conclusie, dat de marechaussee de
rechtszekerheid niet in gevaar had ge
bracht In het geval van den winkelier
B. zag spr. zeker geen civielrechtelijke
kwestie. Het vasthouden van den werk
man W- was .haars inziens terecht ge
schied. Ook de zaak van de opzichters
bij de werkverschaffing was zeer ernstig.
Er waren in het laatste geval wel dege
lijk aanwijzingen, die vermoedens van
misdrijf opleverden. De verhouding van
de marechaussee tot de gemeentepolitie
is een teer punt. De verstandhouding
was niet goed.
Spr. acht het een groote fout van
den P.-G., dat deze order gaf aan de
marechaussee om zich van zaken, de
gemeente betreffende, te onthouden.
Ook in de zaak- v. d. H. ziet spr.
geen bedreiging- van de rechtszeker
heid. Dé minister en de P.-G. zijn te
naief geweest. Ook de burgemeester
van Oss heeft verklaard, dat v. d.
H. had moeten worden vervolgd. De
P.-G. heeft hier een eigenaardige rol
gespeeld. Hier heeft de minister de
rechtszekerheid niet bevorderd.
De rol. die de P.G. heeft gespeeld,
blijkt duidelijk uit zijn verklaringen voor
het gerecht. Staking van de onderzoeken
was ook naar spr.'s meening nietgewet
tigd. De twijfel zal worden weggenomen,
indien het onderzoek tegen pastoor B.
wordt heropend.
De taak van den marechaussee is zeer
moeilijk. Van grove tactische fouten is
echter niets gebleken. De rechtszekerheid
heeft de marechaussee stellig niet in ge
vaar gebracht. Wel zou men dit kunnen
zeggen van den P.G. Zü betreurt het.
dat de P.G niet is gehoord kunnen wor
den. Spr. betreurt voorts, dat zü van den
heer van Maarseveen geen woord over
dezen PG. gehoord heeft.
De minister heeft, naar spr.'s mee
ning, door zijn te eenzijdig en te
kras optreden, de rechtszekerheid
niet bevorderd. Ingrijpen in het
werk van een opsporingsambtenaar
is op deze wijze niet juist. Welken
weerslag zal deze maatregel heb
ben voor alle andere opsporings
ambtenaren in het land.
De minister heeft door zijn te krach
tig optreden het gezag niet krachtig en
evenwichtig gehandhaafd.
Spr. betreurt, dat de minister
tusschen 1 April 1938 en 31 Ja
nuari 1939 niet van oordeel is ver
anderd. Daarom betreurt zij de
rede van den heer van Maarse-
veen- Is deze P.G. door zijn vlug
ge carrière niet over het paard ge
tild? Had de minister erkend, dat
hij eenzijdig was voorgelicht, dan
had de meerderheid van de Ka
mer dit gewaardeerd. Spr. vraagt
eerherstel voor de brigade, maat
regelen tegen den P.G. en her
opening van het onderzoek tegen
een der beide pastoors. Spr. zal
met een gerust hart stemmen voor
de conclusies.
(De heer W ij n k o o p (Comm.)Bra
vo. Verscheidene Kamerleden drukken
mevr. Mackay-Katz de hand).
Ds. Kersten aan het woord
De heer Kersten (S.G.) onder
schrijft volkomen de conclusies van het
rapport. De onvoldoende medewerking
van den minister keurt spr. af. De mi
nister heeft een schoone gelegenheid
gehad om zijn beleid te rechtvaardigen.
Spr. acht het de
plicht van de
Kamer om over
deze zaken met
den minister te I
spreken en de J
maatregelen af
te keuren. De I
commissie had, 1
zonder 's minis- j
ters medewer- J
king, haar man
daat moeten
neerleggen.
De taak van
den minister Ds Kersten
van justitie is niet het dekken van
kwaad. In dit verband bespreekt hij de
verschillende gevallen, waar de mare
chaussee heeft ingegrepen.
Spr. kan het optreden van den mi
nister niet anders zien dan een poging
om te rechtvaardigen, dat pastoors aan
het Nederlandsche recht worden ont
trokken. Het Roomsehe recht moest gel
den boven het Nederlandsche Spr.
wijst, op de vele fouten van den P.G.
die eerder had moeten worden wegge
zonden. Spr. zegt op te komen voor het
recht van die diep vernederde mare
chaussee.
Hoe kan deze minister nog laneer
gehandhaafd worden? Hij bestrijdt
op dit punt de rede van den heer
de Geer. Waarom drong deze er niet
op aan. dat de dossiers geopend
werden om zekerheid te krijgen of
Roomsehe geestelijken niet onder
ander recht leven dan de andere
Nederlanders.
De kamer kan niet minder doen dan
scherp het beleid van den minister af
keuren. dp hricrade eerherstel geven en
den Bnsschen P.G. heenzenden.
Veel antipatieks
De heer A 1 b a r d a (S.D.) verklaart,
dat in de zaak vple elementen zijn. die
de provincie Noord-Holland heeft ge
wend met verzoek om een subsidie
voor het jaar 1940. Te zijner tijd zullen
B. en W. den Raad voorstellen doen
over den door de gemeente Amsterdam
aan Artis te verleenen steun. Met het
thans jaarlijks verleende subsidie van
f 8500 zal dezerzijds niét kunnen wor
den volstaan.
(Ds. ^ïdbhanAAsn-
Jhikqis"
IN LUXE BAND
omvang 9S0 pagina's
VOORRADIG BIJ
Utrechtschestraat 46 Tel. 66
hem antipathiek zijn. Men had moeten
trachten te komen tot een gezamenlijke
uitspraak over deze pijnlijke zaak.
Spr. betreurt daarom, dat ook de com
missie in haar conclusie niet homogeen
is geweest. In
Amsterdam is
een beter voor
beeld van mo-
reelen moed en
objectiviteit ge
geven.
Rechtszeker
heid beteekent
niet alleen, dat
onschuldigen on
gemoeid blijven,
doch ook. dat
schuldigen wor-
den gestraft.
Alberda Twijfel aan dit
laatste is door het rapport niet wegge
nomen. In sommige zaken, waarvan het
onderzoek werd gestaakt, waren gees
telijken betrokken. Er zijn immoreele
handelingen gebleken. Van kerkelijke
maatregelen niets.
De P.G. had op zijn minst een duide
lijke terechtwijzing moeten krijgen. Te
genover hem paste een krachtie gezag
evenzeer.
Spr. richt een woord van dank tot de
commissie. Weigering van de inzage
van stukken geeft blijk van slecht be
leid.
Spr. is evenals de commissie van oor
deel, dat aan een enquete geen behoefte
meer is. Denkt men echter door een
enquete tot een andere conclusie te ko
men, dan zal spr. dien leden niet in den
weg staan.
Naar spr.'s meening bracht de heer
de Geer de conclusie tot de geringe
waarde terug. De interpretatie ervan zal
van den minister zelf afhangen
Een achtenswaardig man vernedert
zich niet, als hij erkent onjuist te heb
ben gehandeld, integendeel.
Spr: hoopt, dat de brigade eerherstel
zal krijgen en dat de P.G. in den Bosch
de hand van den minister zal voelen.
De minister van justitie, de heer G o-
s e 1 i n g, spreekt er zijn voldoening over
uit. dat de Kamer de kwestie in zake
lijke sfeer heeft behandeld. Men be
grijpt, dat hij naar dit oogenblik heeft
verlangd, doch hij heeft voldoende ge
duld om te verzoeken zijn rede later
te mogen voortzetten.
De vergadering wordt om 18.20 uur
verdaagd tot Dinsdagmiddag l uur.
Veertiende brand verwoest
bosch en heide onder
Mook
Jubileumfeest ruw
verstoord
GROESBEEK, 23 Juni. Op-
nieuw heeft vandaag brand gewoed
in de buurt van Groesbeek, nu op
de Mookerheide onder de gemeente
Mook. Het vuur greep snel om zich
heen en verwoeste verscheidene
hectaren bosch.
Deze brand kwam zeer ongelegen
in verband met de viering van het
zilveren ambtsjubileum van den
burgemeester van Mook. Toen er
alarm werd geblazen werden de
feestelijkheden onderbroken en snel
den soldaten en burgers naar het
terrein van Óen brand, om de uit
spanning „De Móokerschans" te be
schermen. Hierin slaagde men, doch
4 H.A. jong dennebo6ch en heide
gingen verloren.
De heer H. Veenendaal
benoemd
's-GRAVENHAGE, 23 Juni. - In de
vacature van algemeen technisch leider
bij de K.L.M., ontstaan door den dood
van den onder-directeur P. Guilonard.
is benoemd de heer H. Veenendaal, tot
nu toe vertegenwoordiger van de K.L.M.
in Amerika.
De heer Veenendaal is 26 Juli 1899 te
Maarn geboren en hij trad in 1921 bij
K.L.M. in dienst, toen hij werd tewerk
gesteld bij den technischen dienst. In
1935 vertrok hij naar Amerika om als
technisch vertegenwoordiger der maat
schappij op te treden.
In den loop van de vorige week keer
de hij in ons land terug.
De heer Veenendaal die dus een ge
deelte van de werkzaamheden van den
heer Guilonard overneemt, zal onmid
dellijk zijn niéuwe functie aanvaarden.
De functie van vertegenwoordiger van
de K.L.M. in Amerika zal worden waar
genomen door den heer F. Besaneon,
die den heer Veenendaal reeds ter zijde
stond.
Tegen automobilist wegens
dronkenschap veertien
dagen principale
hechtenis ge-
eischt
ZUTPHEN, 23 Juni. Voor de recht
bank te Zutphen. had zich vandaag in
hooger beroep te verantwoorden een 36-
jarige koopman uit Den Haag. Ilij was
door den Kantonrechter te Apeldoorn
veroordeeld tot een geldboete van 100
en een jaar ontzegging van het rijbewijs
omdat hij, terwijl hij in dronkenschap
een auio bestuurde, te Apeldoorn een
wielrijdster had aangereden. De wiel-
rijdster was er nog al goed afgekomen.
De president van de rechtbank mr.
H. Sluyterman, die herinnerde aan
de ernstige gevolgen van de vele
auto-ongelukken, welke den laat
sten tijd tengevolge van drankmis
bruik hadden plaats gevonden, vroeg
den verdachte of het wel verstandig
was geweest in hooger beroep te ko
men.
De Officier van Justitie achtte de slraf
door den kantonrechter opgelegd te ge
ring. Hij vorderde veertien dagen prin
cipale hechtenis en een jaar intrekking
van het rijbewijs.
Uitspraak op 5 Juli a.s.
Lagere boete voor exploitant
dienst Amsterdam
Apeldoorn
Dertien wagens opgelegd
ZUTPHEN. 23 Juni. Vanmorgen
diende voor de rechtbank te Zutphen in
hooger beroep de zaak tegen den auto-
husexploitant W. T. te Apeldoorn, we
gens het onderhouden van den wilde-
busdienst ApeldoornAmsterdam vice
versa, die door den Kantonrechter te
Apeldoorn was veroordeeld tot een boete
van 100.suhs. honderd dagen hech
tenis.
De officier hield er rekening mede,
dat de wilde-busdienst was stop gezet.
Hij eischte 25.— boete subs. 25 dagen
hechtenis.
De verdachte, die de uiterste cle
mentie der rechtbank inriep, deelde
mede dat er thans dertien bussen
van hem stilstaan.
Uitspraak 5 Juli.
Twee jaar gevangenisstraf tegen
opraper van enveloppe-met
inhoud geëischt
In twee dagen f 1800
„stuk" gemaakt
AMSTERDAM, 23 Juni. - Op 12 Mei
haalde een jeugdige bediende van een
handelsfirma aan de Heerengracht een
aaneeteekende zending van het Hoofd
postkantoor. Toen hij op de Heeren
gracht kwam merkte hij tot zijn schrik,
dat hij de enveloppe, waarin zich
f 10.000 aan bankpapier en eenige cou
pons bevonden, kwijt was. Direct ging
hij terug, maar van een enveloppe was
nergens iets te zien.
Enkele dagen later bracht de politie
de oplossing van het raadsel. Een jon
geman had in de nabijheid van het post
kantoor de. leegs enveloppe gevonden.
Hij waarschuwde de politie en deze
wist den man, die de enveloppe direct
na het verliezen had opgeraapt, op te
sporen.
Deze, een 2fi-jarige reclameschil
der uit Rotterdam, had zich het
geld toegeëigend. Hij had in de
hoofdstad de bloemetjes danig bui-
tengezet: direct nadat hij het geld
gevonden had kocht hij drie nieu
we costuums, hij gaf caude.ux aan
eenige. vriendinnen en tracteerde
iedereen, die in zijn buurt kwam.
Zoo sloeg hij binnen enkele dagen
1800 stuk.
Toen was het gedaan met zijn onvejv
waehten rijkdom. De politie arresteerde
den man, die reeds herhaaldelijk is ver
oordeeld en die thans wegens verduiste
ring terechtstond voor de rechtbank.
Behalve diefstal van 10.000 had de Of
ficier hern nog ten laste gelegd, dat hij
op 6 Mei voor zijn kortatondigen
rijkdom een fiets had gestolen. Deze
rijwieldiefstal ontkende hij, in tegen
stelling met de verduistering van het
P<?ld. Dit laatste feit kon hij trouwens-
moeilijk ontkennen, omdat hij nog ruim
8000 van het kapitaalje in zijn bezit
had toen de politip hem inrekende.
Het reclasseeringsrapport luidde on
gunstig, verdachte is reeds zes maal
veroordeeld en aan reelasseering
wenseht hij niet mede te werken.
De'Officier van Justitie mr. A. L. F.
van Dullempn achtte zoowel de verduis
tering als de diefstal bewezpn. Aanlei
ding tot clementie is er in dit geval al
lerminst. Spreker vorderde twee jaar
gevangenisstraf met aftrek van de voor-
loopipe hechtenis.
De verdedigster mej. mr. Swalef drong
op clementie aan.