Critische woorden jegens den procureur-generaal De minister maakte vele fouten, maar moet hij aftreden? AMSTERDAM EN N.-HOLLAND KOOPEN ARTIS Een juridisch betoog van mevrouw Mackay- Katz, dat de .rechtszekerheid beschouwt De voordracht thans verschenen MEER SUBSIDIE NOODIG f 10.- BOEKHANDEL J. H. ITTM ANN De Groesbeeksche brand-epidemie Nieuwe technische leider bij de K.L.M. Verzwaring van straf in hooger beroep WILDE-BUSSEN SCHEMERING Reclameschilder zette de bloemetjes buiten 3e BLAD PAG. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 24 JUNI 1939 Tweede Kamer over Oss Rost van Tonningen In de voortgezette vergadering van de Tweede Kamer het debat over Oss heeft de heer Rostvan Tonningen (N.S.B.) betoogd dat het geheele verslag der commissie wat betreft de hoofdza ken van geen waarde is. De partijen heb ben voor de verkiezingen het anti-papis- tische element in de zaak gebracht. Aan deze volks verdeelende actie heeft spr.'s beweging niet meegedaan. Plotseling is de houding van de com missie gewijzigd: er gingen geruchten aat een enquete noodig zou zijn. Dit hing samen met de dreigen de kabinetscri sis. Dit rapport is één klacht over gebrek aan medewerking van den minis ter. Een enquete zou niet weer noodig zijn? De coalitie onder den heer Colijn moest slechts ge red worden. Door de maatregelen van den minis ter is de eer van de militairen geschon den. Spr. eischt eerherstel voor de ma rechaussee en aftreden van den minister In hoeverre wordt het ingrijpen van den minister gedekt door zijn bezwaren tegen de marechaussee? Op deze vraag moet de Kamer haar uitspraak baseeren. Doch het rapport geeft over de zaak- Oss geen opheldering. De commissie had haar taak moeten neerleggen. De minis ter had terecht moeten staan voor den hoogen raad. Spr. noemt het ergerlijk, dat de mi nister en de procureur-generaal de ma rechaussee in het .openbaar beleedigen. De minister geeft van alles de schuld aan de marechaussee. De commissie is met groote oppervlakkigheid over de zaak van de twee geestelijken heenge gleden. De commissie had de zaken moeten onderzoeken of haar mandaat moeten neerleggen. De commissie wei gerde inzage van stukken van spr.'s zijde. Had de commissie dit niet gedaan, dan ware het rapport veel vollediger ge weest. De marechaussee heeft de geestelijken niet in opspraak gebracht, doch het ge drag van de geestelijken zelf. Spr. be toogt. hoe tot arrestatie van pastoor V was besloten, docb plotseling is bet on derzoek gesloten. Wie beeft de stopzet tingen gelast? Wij mogen aannemen, dat de procureur-generaal de volle ver antwoordelijkheid daarvoor draagt. Sor laakt het optreden tegen do Gier. Op 30 Maart heeft de minister een deputatie ontvangen onder leiding van burge meester Plopgmakers. Minister Ooseling: Wat. zegt. u? De heer Rost van Tonningen her rit den laatsten zin. Minister Ooseling: Waar? De heer Rost. van Tonningen: Tn >en Haag. De minister: Nergens ter wereld. De heer Rost van Tonningen: Ik ioud vol. Spr. weet. dat hier geen recht zal wor den gedaan. Spr eischt. dat de Kamer den minister duidelijk maakt, dat verder samenwerken onmogelijk is. de procu reur-generaal moet ontslagen worden. De marechaussee moet een onderzoek in stellen, de brigade moet in haar eer hersteld worden, de beide geestelijken moeten onschadelijk wórden gemaakt. Wat was 's Ministers oogmerk? De heer Joekes (V.D.) brengt hulde aan den arbeid van de commissie, deze heeft met voortvarendheid gewerkt Spr. betwist niet de bevoegdheid van de regcering om haar ambtenaren voor te schrijven aan de uitnoodiging van de commissie geen gehoor te geven, het ware echter beter geweest dit verbod achterwege te laten. Spr. wijst in dit verband op de zaak-Spoorhout. Spr. stelt er nrijs op te verklaren, dat ook hij van oordeel is dat de minister te goeder trouw gehandeld heeft Het is een van de goede zijden van de democra tie, dat de moge lijkheid bestaat het beleid .van de bewindslie den in het open baar te besprp- ken. Dit debat draagt daarom voor bet grootste gedeelte een za- kplijk karakter. Wat is het oogmerk van den minister geweest? Spr. is er van overtuigddat dit geweest is: de bevordering van de rechtszekerheid en het vestigen van een krachtig gezag. Doch dat brengt ook mede rechtvaardige behandeling van ambtenaren. Men mag aannemen, dat de handelin gen van de brigade-Oss de bedoeling heb ben gehad inbreuken op het recht op te Jockes sporen. Door de brigade is een vijftal fouten begaan, die aanleiding gaven tot den maatregel. Spr. betoogt, dat deze fouten niet alleen schuld waren van de marechaussee en den genomen maatre^ gel niet rechtvaardigen. Een ernstige grief is inderdaad, dat de brigade wel eens te snel tot arrestatie overging. Er was inderdaad aanleiding om remmend op te treden, wellicht had tegenover een enkele een zekere correctie kunnen vol gen. Spr. keurt het optreden van den procureur-generaal af. Sluiting van het onderzoek ïn enkele gevallen voordat de zaak volkomen was on derzocht, getuigt niet van den wil de rechtszekerheid te bevorderen. Spr. laakt het feit, dat de brigade niet is gehoord voor de maatregel genomen werd. Het verhoor van de Gier is beneden de waardigheid van een Nederlandschen magistraat. Ook het onkundig laten van den divisiecommandant van de bezwa ren tegen de brigade laakt spr. Het optreden ten aanzien van de commandanten verdient volgens spr. eveneens afkeuring. De uitdrukking „terreur en domheidsmacht" getuigt van wel zeer groote vooringenomen heid van den procureur-generaal te gen de brigade. Wie is hier opjiol geslagen? Het is duidelijk, dat deze ambtsdrager bezwaarlijk op die plaats kan wor den gehandhaafd. Spr. kan zich vooralsnog met de con clusie van het rapport vereenigen, dit zal een zakelijke uitspraak zijn, welks gevolgen ter beoordeeling van den mi nister staan. Voor de R.K.-fractie is geen aanleiding om andere dan zakelijke ge volgen er aan toe te kennen. Aanneming van de conclusie beteekent bovendien een zeker eerherstel voor de marechaus see en openlijke afkeuring van den Bos- schen procureur-generaal. De politieke gevolgen De heer B i e r e m a (Lib.) richt even eens woorden van lof tot de commissie. Spr. betreurt het. dat destijds niet be sloten is tot het houden van een enquete. De argumentatie, dat de ambtsplicht den minister ver bood stukken ter inzage te geven, gaat in dit geval niet. op, daar de minister er zelf uit citeerde. Ook acht spr. het on juist. dat de mi nister zijn amb tenaren verbood te verschijnen. Het parlement heeft het recht en de plicht met Bierema ane middelen op te komen tegen gevallen, waarin de overheid schending van de rechtszeker heid dekt. Van anti-papisme is hier geen sprake. De zaak draagt een zuiver zakelijk ka rakter. De minister zal voor zich de vraag moeten stellen, of hij er politieke gevol gen aan wil verbinden. Niemand is on feilbaar, doch spr begrijpt niet, dat de minister zijn vergissing niet wil erken nen en dat hij een procureur-generaal dekt. die op onomstootelüke bewiizen ge bleken is ongeschikt te zijn voor zijn hooge betrekking. Spr. zou het niet kunnen begrijpen, in dien de minister na dit oordeel zou aan blijven. Scherpe woorden De lieer van Houten (C.D.U.) laakt het weigeren van stukken door den mi nister. De inhoud van deze stukken zou slechts de positie van den minister zwak ker kunnen maken. De minister had de Kamer vooraf moeten inlichten. Thans weet spr. dat de Kamer bekocht is. Een enquete zou alsnog het beste zijn. De commissie had haar man daat neer moe ten leggen. De eerste conclusie, waarmede spr. zich vereenigen kan, is vernieti gend voor den minister. Er rijzen vele vragen die een nader onderzoek wettigen. Heeft het Nederland- sche recht tegen over de beide geestelijken zijn loop ge had? Zijn er nog meer misstanden in Brabant- Aanvaarding van de conclusie is afkeuring van een reeks van fouten. De minister zal niet rustig kunnen aanblijven. Doet hij dit toch, dan zal een motie van wantrouwen moeten volgen of afstemming van de justi- tiebegrooting. De brigade-Oss moet in haar eer her steld worden. De Bossche procureur- generaal dient niet te worden gehand haafd. Spr. laat zich noch door anti papisme, noch door politieke overwegin gen leiden. Van een voortzetting der samenwerking zal bij aanneming der conclusie geen sprake kunnen zijn. De minister dient dan af te treden. De rechtszekerheid Mevr. M a c k a yK a t z (C.H.) wil de zaak zien in het licht van de rechts zekerheid. Had de marechaussee deze rechts zekerheid in gevaar gebracht? Heeft de minister de rechtszekerheid door zijn maatregelen bevorderd? Heeft de minis ter het gezag krachtig en evenwichtig1 gehandhaafd? Spr. ontkent de bevoegdheid van het ambtenarengerecht om over de zaak te beslissen. Met de beslissing is zij het niet eens. Deze minister had zelfs niet de bevoegdheid om de opsporingsbe voegdheid tij do delijk te ontne men. Ook de rechten van de opsporingsamb tenaren worden beschermd. is de minister niet te veel be- ™evr- Mackay—Katz invloed geworden door zijn oude beroep, de advocatuur? De positie van den op sporingsambtenaar is een zelfstandige. Zijn taak is het opsporen van onrecht, waarvoor hij groote bevoegdheden heeft. AMSTERDAM23 Juni. Thans is de Artis-voordracht verschenen, waarbij B. en W. den Raad voorstellen gezamenlijk met de provincie Noord-Holland aan te koopen van het Koninklijk Zoölogisch Ge nootschap Natura Artis Magistra de ter terreinen tusschen de Plantage Midden laan. de Plantage Kcrklaan, de Plantage Doklaan en de Plantage Muidergracht, met de op deze terreinen staande gebou wen. de zich in deze gebouwen bevinden de zoölogische museumvcrzamelingcn. voorzoover deze aan het genootschap toebehooren. alsmede de bibliotheek voor een bedrag van f 1 131.000. van welke koopsom de gemeente Amsterdam drie vierde gedeelte en de provincie Noord- Holland een vierde gedeelte betaalt zoo dat de gemeente drie vierde gedeelte ver krijgt van den onverdeeiden eigendom en de provincie een vierde gedeelte. Het Koninklijk Zoölogisch Genoot schap Natura Artis Magistra zal de vo rengenoemde koopsom aanwenden tot volledige kwijting van alle verplichtin gen, voor het genootschap voortvloeien de uit de hypothecaire eeldlpening 1895 de ter zake gemaakte kosten hieron der begrepen zoomede uit de 3 pet. niet-hypnfhccaire geldleening 1927. De gemeente Amsterdam geeft van den dag der overdracht af aan het Ko ninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra, tegen betaling door het genootschap aan de gemeente van O.io per jaar, het door de gemeente gekoch te— met uitzondering van de perceelen en/of pcrceelsgcdeelten, welke thans bij de gemeente in gebruik zijn, alsmede van de zich in die perceelen en/of per ceelsgedeelten bevindende zoölogische museumverzameling onder door B. en W. te bepalen voorwaarden tot weder- opzeggens toe in gebruik, ten einde door het genootschap te worden aangewend voor dezelfde doeleinden, waarvoor het tot nog toe gebezigd is. Na in de toe lichting tc hebben herinnerd aan de be kende voorgeschiedenis van deze voor dracht, meenen B. en W. erop te moeten wijzen dat de exploitatie van Artis, af gescheiden van den dienst der geldlee- ningen. in "Ie laatste jaren belangrijke tekorten oplevprde: in 193-S-"39 zelfs een bedrag van 03.000. Al is te hopen, dat, mede tengevolge van de vernieuwingen, welke dank zij de bemoeiingen van het Arlis-reddings-comitè mogelijk zullen zijn en die aan den dierentuin grootcrc aantrekkingskracht voor het publiek zullen verleenen, de exploitatie in vol gende jaren gunstiger resultaat zal op leveren. toch moei met de mogelijkheid van een nadeelig saldo ernstig rekening worden gebonden. Dit eventueel nadee- Iige saldo zal naar de meening van B. en W. door Rijk. Provincie Noord-Hol land en gemeente Amsterdam gezamen lijk moeten worden gedragen. Het is B. en W. bekend, dat liet bestuur van het genootschap zich reeds tot hot Rijk en Spr. brengt hulde aan de commissie. Spr. gaat de verschillende gevallen van het rapport na en komt daaruit tot de conclusie, dat de marechaussee de rechtszekerheid niet in gevaar had ge bracht In het geval van den winkelier B. zag spr. zeker geen civielrechtelijke kwestie. Het vasthouden van den werk man W- was .haars inziens terecht ge schied. Ook de zaak van de opzichters bij de werkverschaffing was zeer ernstig. Er waren in het laatste geval wel dege lijk aanwijzingen, die vermoedens van misdrijf opleverden. De verhouding van de marechaussee tot de gemeentepolitie is een teer punt. De verstandhouding was niet goed. Spr. acht het een groote fout van den P.-G., dat deze order gaf aan de marechaussee om zich van zaken, de gemeente betreffende, te onthouden. Ook in de zaak- v. d. H. ziet spr. geen bedreiging- van de rechtszeker heid. Dé minister en de P.-G. zijn te naief geweest. Ook de burgemeester van Oss heeft verklaard, dat v. d. H. had moeten worden vervolgd. De P.-G. heeft hier een eigenaardige rol gespeeld. Hier heeft de minister de rechtszekerheid niet bevorderd. De rol. die de P.G. heeft gespeeld, blijkt duidelijk uit zijn verklaringen voor het gerecht. Staking van de onderzoeken was ook naar spr.'s meening nietgewet tigd. De twijfel zal worden weggenomen, indien het onderzoek tegen pastoor B. wordt heropend. De taak van den marechaussee is zeer moeilijk. Van grove tactische fouten is echter niets gebleken. De rechtszekerheid heeft de marechaussee stellig niet in ge vaar gebracht. Wel zou men dit kunnen zeggen van den P.G. Zü betreurt het. dat de P.G niet is gehoord kunnen wor den. Spr. betreurt voorts, dat zü van den heer van Maarseveen geen woord over dezen PG. gehoord heeft. De minister heeft, naar spr.'s mee ning, door zijn te eenzijdig en te kras optreden, de rechtszekerheid niet bevorderd. Ingrijpen in het werk van een opsporingsambtenaar is op deze wijze niet juist. Welken weerslag zal deze maatregel heb ben voor alle andere opsporings ambtenaren in het land. De minister heeft door zijn te krach tig optreden het gezag niet krachtig en evenwichtig gehandhaafd. Spr. betreurt, dat de minister tusschen 1 April 1938 en 31 Ja nuari 1939 niet van oordeel is ver anderd. Daarom betreurt zij de rede van den heer van Maarse- veen- Is deze P.G. door zijn vlug ge carrière niet over het paard ge tild? Had de minister erkend, dat hij eenzijdig was voorgelicht, dan had de meerderheid van de Ka mer dit gewaardeerd. Spr. vraagt eerherstel voor de brigade, maat regelen tegen den P.G. en her opening van het onderzoek tegen een der beide pastoors. Spr. zal met een gerust hart stemmen voor de conclusies. (De heer W ij n k o o p (Comm.)Bra vo. Verscheidene Kamerleden drukken mevr. Mackay-Katz de hand). Ds. Kersten aan het woord De heer Kersten (S.G.) onder schrijft volkomen de conclusies van het rapport. De onvoldoende medewerking van den minister keurt spr. af. De mi nister heeft een schoone gelegenheid gehad om zijn beleid te rechtvaardigen. Spr. acht het de plicht van de Kamer om over deze zaken met den minister te I spreken en de J maatregelen af te keuren. De I commissie had, 1 zonder 's minis- j ters medewer- J king, haar man daat moeten neerleggen. De taak van den minister Ds Kersten van justitie is niet het dekken van kwaad. In dit verband bespreekt hij de verschillende gevallen, waar de mare chaussee heeft ingegrepen. Spr. kan het optreden van den mi nister niet anders zien dan een poging om te rechtvaardigen, dat pastoors aan het Nederlandsche recht worden ont trokken. Het Roomsehe recht moest gel den boven het Nederlandsche Spr. wijst, op de vele fouten van den P.G. die eerder had moeten worden wegge zonden. Spr. zegt op te komen voor het recht van die diep vernederde mare chaussee. Hoe kan deze minister nog laneer gehandhaafd worden? Hij bestrijdt op dit punt de rede van den heer de Geer. Waarom drong deze er niet op aan. dat de dossiers geopend werden om zekerheid te krijgen of Roomsehe geestelijken niet onder ander recht leven dan de andere Nederlanders. De kamer kan niet minder doen dan scherp het beleid van den minister af keuren. dp hricrade eerherstel geven en den Bnsschen P.G. heenzenden. Veel antipatieks De heer A 1 b a r d a (S.D.) verklaart, dat in de zaak vple elementen zijn. die de provincie Noord-Holland heeft ge wend met verzoek om een subsidie voor het jaar 1940. Te zijner tijd zullen B. en W. den Raad voorstellen doen over den door de gemeente Amsterdam aan Artis te verleenen steun. Met het thans jaarlijks verleende subsidie van f 8500 zal dezerzijds niét kunnen wor den volstaan. (Ds. ^ïdbhanAAsn- Jhikqis" IN LUXE BAND omvang 9S0 pagina's VOORRADIG BIJ Utrechtschestraat 46 Tel. 66 hem antipathiek zijn. Men had moeten trachten te komen tot een gezamenlijke uitspraak over deze pijnlijke zaak. Spr. betreurt daarom, dat ook de com missie in haar conclusie niet homogeen is geweest. In Amsterdam is een beter voor beeld van mo- reelen moed en objectiviteit ge geven. Rechtszeker heid beteekent niet alleen, dat onschuldigen on gemoeid blijven, doch ook. dat schuldigen wor- den gestraft. Alberda Twijfel aan dit laatste is door het rapport niet wegge nomen. In sommige zaken, waarvan het onderzoek werd gestaakt, waren gees telijken betrokken. Er zijn immoreele handelingen gebleken. Van kerkelijke maatregelen niets. De P.G. had op zijn minst een duide lijke terechtwijzing moeten krijgen. Te genover hem paste een krachtie gezag evenzeer. Spr. richt een woord van dank tot de commissie. Weigering van de inzage van stukken geeft blijk van slecht be leid. Spr. is evenals de commissie van oor deel, dat aan een enquete geen behoefte meer is. Denkt men echter door een enquete tot een andere conclusie te ko men, dan zal spr. dien leden niet in den weg staan. Naar spr.'s meening bracht de heer de Geer de conclusie tot de geringe waarde terug. De interpretatie ervan zal van den minister zelf afhangen Een achtenswaardig man vernedert zich niet, als hij erkent onjuist te heb ben gehandeld, integendeel. Spr: hoopt, dat de brigade eerherstel zal krijgen en dat de P.G. in den Bosch de hand van den minister zal voelen. De minister van justitie, de heer G o- s e 1 i n g, spreekt er zijn voldoening over uit. dat de Kamer de kwestie in zake lijke sfeer heeft behandeld. Men be grijpt, dat hij naar dit oogenblik heeft verlangd, doch hij heeft voldoende ge duld om te verzoeken zijn rede later te mogen voortzetten. De vergadering wordt om 18.20 uur verdaagd tot Dinsdagmiddag l uur. Veertiende brand verwoest bosch en heide onder Mook Jubileumfeest ruw verstoord GROESBEEK, 23 Juni. Op- nieuw heeft vandaag brand gewoed in de buurt van Groesbeek, nu op de Mookerheide onder de gemeente Mook. Het vuur greep snel om zich heen en verwoeste verscheidene hectaren bosch. Deze brand kwam zeer ongelegen in verband met de viering van het zilveren ambtsjubileum van den burgemeester van Mook. Toen er alarm werd geblazen werden de feestelijkheden onderbroken en snel den soldaten en burgers naar het terrein van Óen brand, om de uit spanning „De Móokerschans" te be schermen. Hierin slaagde men, doch 4 H.A. jong dennebo6ch en heide gingen verloren. De heer H. Veenendaal benoemd 's-GRAVENHAGE, 23 Juni. - In de vacature van algemeen technisch leider bij de K.L.M., ontstaan door den dood van den onder-directeur P. Guilonard. is benoemd de heer H. Veenendaal, tot nu toe vertegenwoordiger van de K.L.M. in Amerika. De heer Veenendaal is 26 Juli 1899 te Maarn geboren en hij trad in 1921 bij K.L.M. in dienst, toen hij werd tewerk gesteld bij den technischen dienst. In 1935 vertrok hij naar Amerika om als technisch vertegenwoordiger der maat schappij op te treden. In den loop van de vorige week keer de hij in ons land terug. De heer Veenendaal die dus een ge deelte van de werkzaamheden van den heer Guilonard overneemt, zal onmid dellijk zijn niéuwe functie aanvaarden. De functie van vertegenwoordiger van de K.L.M. in Amerika zal worden waar genomen door den heer F. Besaneon, die den heer Veenendaal reeds ter zijde stond. Tegen automobilist wegens dronkenschap veertien dagen principale hechtenis ge- eischt ZUTPHEN, 23 Juni. Voor de recht bank te Zutphen. had zich vandaag in hooger beroep te verantwoorden een 36- jarige koopman uit Den Haag. Ilij was door den Kantonrechter te Apeldoorn veroordeeld tot een geldboete van 100 en een jaar ontzegging van het rijbewijs omdat hij, terwijl hij in dronkenschap een auio bestuurde, te Apeldoorn een wielrijdster had aangereden. De wiel- rijdster was er nog al goed afgekomen. De president van de rechtbank mr. H. Sluyterman, die herinnerde aan de ernstige gevolgen van de vele auto-ongelukken, welke den laat sten tijd tengevolge van drankmis bruik hadden plaats gevonden, vroeg den verdachte of het wel verstandig was geweest in hooger beroep te ko men. De Officier van Justitie achtte de slraf door den kantonrechter opgelegd te ge ring. Hij vorderde veertien dagen prin cipale hechtenis en een jaar intrekking van het rijbewijs. Uitspraak op 5 Juli a.s. Lagere boete voor exploitant dienst Amsterdam Apeldoorn Dertien wagens opgelegd ZUTPHEN. 23 Juni. Vanmorgen diende voor de rechtbank te Zutphen in hooger beroep de zaak tegen den auto- husexploitant W. T. te Apeldoorn, we gens het onderhouden van den wilde- busdienst ApeldoornAmsterdam vice versa, die door den Kantonrechter te Apeldoorn was veroordeeld tot een boete van 100.suhs. honderd dagen hech tenis. De officier hield er rekening mede, dat de wilde-busdienst was stop gezet. Hij eischte 25.— boete subs. 25 dagen hechtenis. De verdachte, die de uiterste cle mentie der rechtbank inriep, deelde mede dat er thans dertien bussen van hem stilstaan. Uitspraak 5 Juli. Twee jaar gevangenisstraf tegen opraper van enveloppe-met inhoud geëischt In twee dagen f 1800 „stuk" gemaakt AMSTERDAM, 23 Juni. - Op 12 Mei haalde een jeugdige bediende van een handelsfirma aan de Heerengracht een aaneeteekende zending van het Hoofd postkantoor. Toen hij op de Heeren gracht kwam merkte hij tot zijn schrik, dat hij de enveloppe, waarin zich f 10.000 aan bankpapier en eenige cou pons bevonden, kwijt was. Direct ging hij terug, maar van een enveloppe was nergens iets te zien. Enkele dagen later bracht de politie de oplossing van het raadsel. Een jon geman had in de nabijheid van het post kantoor de. leegs enveloppe gevonden. Hij waarschuwde de politie en deze wist den man, die de enveloppe direct na het verliezen had opgeraapt, op te sporen. Deze, een 2fi-jarige reclameschil der uit Rotterdam, had zich het geld toegeëigend. Hij had in de hoofdstad de bloemetjes danig bui- tengezet: direct nadat hij het geld gevonden had kocht hij drie nieu we costuums, hij gaf caude.ux aan eenige. vriendinnen en tracteerde iedereen, die in zijn buurt kwam. Zoo sloeg hij binnen enkele dagen 1800 stuk. Toen was het gedaan met zijn onvejv waehten rijkdom. De politie arresteerde den man, die reeds herhaaldelijk is ver oordeeld en die thans wegens verduiste ring terechtstond voor de rechtbank. Behalve diefstal van 10.000 had de Of ficier hern nog ten laste gelegd, dat hij op 6 Mei voor zijn kortatondigen rijkdom een fiets had gestolen. Deze rijwieldiefstal ontkende hij, in tegen stelling met de verduistering van het P<?ld. Dit laatste feit kon hij trouwens- moeilijk ontkennen, omdat hij nog ruim 8000 van het kapitaalje in zijn bezit had toen de politip hem inrekende. Het reclasseeringsrapport luidde on gunstig, verdachte is reeds zes maal veroordeeld en aan reelasseering wenseht hij niet mede te werken. De'Officier van Justitie mr. A. L. F. van Dullempn achtte zoowel de verduis tering als de diefstal bewezpn. Aanlei ding tot clementie is er in dit geval al lerminst. Spreker vorderde twee jaar gevangenisstraf met aftrek van de voor- loopipe hechtenis. De verdedigster mej. mr. Swalef drong op clementie aan.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 9