„Oorlog met Engeland zou ten gunste van Japan eindigen" Recente ontwikkelingen ver stoorden het vertrouwen Chamberlain verklaart in het Lagerhuis, dat Engeland vast besloten is om zijn verplichtingen na te komen „Duitsche bevolking wordt niet onderdrukt" Fransch consul te Madrid mishandeld Sluisdeur in Kieler Kanaal verbrand Optimisme in Japansche pers JuanBesteirotot gevangenisstraf veroordeeld HET RAADSEL VAN RIVERSIDE DRIVE Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 11 JULI 1939 De toestand in Danzig /""«HAMBERLAIN heeft gistermiddag naar aanleiding van verschil- lende vragen over Danzig in het Lagerhuis een verklaring afgelegd, waarbij hij er op wees reeds eerder te hebben betoogd, dat de Britsche regeering een nauw contact handhaaft met de Poolsche en Fransche regeeringen over deze kwestie. Chamberlain had voor bet oogenblik niets toe te voegen aan de inlichtingen, die het Huis reeds gegeven waren omtrent den plaatselijken toestand. De minis ter-president gaf echter, waar dit wellicht nuttig kon zijn, een over- 2icht van de elementen dezer kwestie, zooals zij de Britsche regee ring voorkomen- NAAR het ras, zoo ging Chamberlain, volgens Reuter, voort is Danzig een bijna ge heel Duitsche stad. doch de wel vaart van zijn inwoners hangt in zeer groote mate af van den Pool- schen handel. De Weirhsel is de eenige waterweg van Polen naar Öe Oostzee en de haven aan de monding is daaróm van vitaal strategisch en economisch belang voor PnVn. Een andere, in Danzig gevestigde mo- Jgendheid. zou. wanneer zij dat wensch- te, Polena toegang tot de zee kunnen blokkeeren en aldus economisch en mi litair Polen in een wurgen den greep kunnen nijpen. Zij. die verantwoordelijk waren voor hef opstellen van het hui dige statuut der Vrije Stad. waren zich 'deze feiten volledig hewust en deden hun Sest om dienovereenkomstige voor zieningen te treffen. Bovendien Is" er geen sprake van onderdrukking der Duitsche bevol king in Danzig. Integendeel, het be stuur over de' Vrije Stad is in Duit sche handen en 'de eenige beperkin gen. die haar opgelegd zijn, zijn niet zoodanig, dat daardoor de vrijheden van haar burgers worden besnoeid. Ofschoon die-huidige regeling mis schien verbeterd zou kunnen wor den. kan zij "zelf niet worden be schouwd als in den grond onrecht vaardig of onlogisch. Tn feite was de handhaving van den status quo gegarandeerd door den Duit* schen rijkskanselier zelf tot 1944 door het tien jaar loopende verdrag, dat hij met maarschalk Pilsoedski sloot Tot Maart i.L schijnt Duitschland van ge voelen te zijn geweest, dat, terwijl do positie van Danzie uiteindelijk een her ziening noodig zou kunnen hebhen. de kwestie noch urgent was. noch waar schijnlijk leiden zou tot een ernstig ge schil. In Maart echter, toen de Duitsche re geering een aanbod naar voren bracht in den vorm van zekere desiderata, be geleid door een perscampagne, begreep de Poolsche regeering. dat zij weldra zou kunnen komen te slaan tegenover een unilaterale oplossing, waartegen zij met'al haar krachten weerstand zou moeten bieden, 7,11 zag de gebeurtenis sen voor zich. die geschied waren in Oostenrijk Tsiecho-Slownküe en het Me- melgcbied. Bijgevolg weigerde zij het Duitsche standpunt te aanvaarden en deed zelf voorstellen voor een mogelijke oplossing van problemen, waarbij Duitschland geïnteresseerd is Zekefp defensieve maatregelen werden door po. len genomen op 23 Maart en het ant woord werd op 2R Maart naar Berlijn gezonden. Ik verzoek het Huis nauwkeurig acht te slaan op de tijden en de data. Er is in Duitschland ronduit verklaard, dat hef de waarborg der Britsche regeering was. die de Poolsche regeering aanmoe digde om over te gaan tot het optreden, dat ik beschreven heb. Men zal echter opmerken. dat onze garant 1p niet werd gegeven voor 31 Maart. Tegen 2fi Maart was er zelfs geen gewag van gemaakt bij de Poolsche regeerlng. De recente ge- heurtenissen In Danzig hebben onver mijdelijk de vrees doen onkomen. dat hef in de hedoeling ligt om zijn toekom stige status te regelen door unilateraal ontreden, georganiseerd met heimelijke methoden, aldus Polen en de andere mogendheden voor een voldongen feit nlaatsende. Onder dergelijke omstandig heden zou. zoo wordt opgeworpen, iedere actie, die door polen werd onder nomen om den toestand te herstellen, voorgesteld worden als een daad van avrossip van ziin kant en wanneer zijn actie gesteund werd door andere mo- "endVieden. zonden zit beschuldigd wor den Polen te helpen pn aan te hitsen tot het gebruik van geweld Wanneer het vervolg der gebeur tenissen !n feite zou zijn. zooals in deze hypothese wordt verondersteld, zullen de leden van het Huis uit hetgeen ik eerder gezegd heb. hegrij pen. dat de kwestie niet zou kun nen worden beschouwd als een zui ver locale aangelegenheid, betrek king hebbende op de rechten en vrij heden der Danzigers, welke tu's- schen twee haakjes op geenerleï wijze bedreigd worden, doch ter stond ernstiger kwesties zouden doen opkomen, welke het Poolsche nationale bestaan en de poolsche onafhankelijkheid raken. Wij hebben den waarborg gege ven, dat wij onzen bijstand zouden verleenen aan Polen, in geval van een duidelijke bedreiging van zijn onafhankelijkheid, welke bet van vitaal belang zou achten om te weerstaan met zijn nationale strijdkrachten en wij zijn vastbe sloten om deze verplichting ten uitvoer te leggen. In zijn rede voor den Rijksdag op 28 Maart zeide de Duitsche rijkskanselier, dat wanneer Polen wenschte te komen tot nieuwe verdragsregelingen betreffen de zijn betrekkingen met Duitschland, hij dit denkbeeld slechts zou kunnen toejuichen. Hij voegde er aan toe, dat iedere toekomstige regeling van dien aard gebaseerd zou moeten zijn op een volstrekt duidelijke verplichting, gelij kelijk bindend voor beide partijen. De Britsche regeering is er zich van bewust, dat de recente ontwikkelingen in de Vrije Stad het vertrouwen hebben verstoord on het op het oogenblik moei lijk hebben gemaakt de atmosfeer te vinden, waarin redelijk overleg kan overheerschen Tegenover dezen toestand blijft de Poolsche regeering kalm en de Engel- sohe regeering hoopt, dat de Vrije Stad met haar oude tradities wederom moge bewijzen, gelijk zij tevoren in haar ge schiedenis heeft gedaan, dat verschil lende nationaliteiten tezamen kunnen werken, wanneer haar werkelijke belan gen samenvallen. Tntusschen vertrouw ik. dat alle betrokkenen hun vastbeslo tenheid zullen uitspreken en toonen. dat niet toegestaan zal worden, dat welke incidenten ook met betrekking tot Dan zig een zoodanig karakter zullen aanne men. dat zij een bedreiging zouden kunnen vormen voor den vrede In Europa. Een overval als gevolg van een misverstand in een restaurant MADRID, 10 Juli (Havas). De Fransche consul in Madrid. Jacques Pigeonneau, is in den nacht van Zaterdag op Zondag het slachtoffer geworden van een overval. Hij kwam om één uur dien nacht uit een dancing, toen verscheidene in dividuen zich op hem wierpen en hem ernstig toetakelden. De geneesheeren verklaren, dat zijn toestand geen zorg baart. De redactie van Havas in Parijs voegt hier aan toe: De Spaansche ambassadeur te Parij9 heeft terstond aan Bonnet den meest op rechten spijt der Spaansche regeering tot uitdrukking gebracht. Hij deelde mede, dat onmiddellijk een onderzoek is ingesteld naar de schuldigen. De Fransche consul in Madrid heeft tegenover vertegenwoordigers van de pers een verklaring afgelegd omtrent de omstandigheden, waaronder hij het slachtoffer is geworden van den over val. Hij vertelde, dat hij met zijn vrouw, een bevriend Spaansch luite nant en een jonge Fransche vrouw, ge dineerd had in den tuin van een. res taurant in de Calle Abascal, toen een Spaansch officier, die aan een naburig tafeltje zat, een gebaar verkeerd be greep en hem in het gelaat sloeg. De consul stootte den man krachtig van zich af en daar bleef het voor dat oogenblik bij. Een half uur later stond het Fransche gezelschap op om weg te gaan. Omstreeks vijftig personen, die eveneens den maaltijd in den tuin ge bruikten, stonden ook op en gingen naar de deur, waardoor het Fransche gezelschap vertrokken was. Zij riepen beleedigende woorden uit en bedreig den den consul. Buiten word hij een steeg ingesleept, waar hij afgeranseld en getrapt werd. Ten slotte slaagde hij er in zich te bevrijden en zich met een taxi naar het Fransche ziekenhuis te laten vervoeren. Het incident had nog een vervolg ter plaatse, waar een nieu we vechtpartij, zonder verdere conse quenties, uitbrak tusschen Spanjaar den, die aan den overval hadden deel genomen, en personen, die hun hun louding verweten. BRUNSBUETTELKOOG, 10 Juli (D.N.B.) De met vaten benzine geladen Zweed- Bohe motorschoener „Nobles" is voor de sluis van Brunsbuettelkoog in brand geraakt en gezonken. Het brandende schip werd door den krachtigen wind tegen de oostelijke sluisdeur gedreven, zoodat de vlammen oversloegen en de sluisdeur in brand staken. De sluis moest voor onbepaalden tijd buiten wer king worden gesteld. HAVELOCK ELLIS OVERLEDEN LONDEN, 10 JulL (Havas). Have- lock Ellis de beroemde psycholoog, wiens in 1898 verschenen werk studiën over sexueele psychologie zoo veel stof in het land heeft doen opwaaien. Is in den leeftijd van 80 jaar overleden in zijn woning in Hintlesham bij Ipswich. KINDERHOEKJE 190. Intusschen is de koning tot de ontdekking gekomen, dat Pam verdwenen is. De vorst is radeloos en het geheele paleis is in rep en roer. „Zoeken!!, overal zoeken!!!, be veelt hij. 191. De vorst laat de beste detectives uit het land bij zich ontbieden en vertelt wat er gebeurd is „Het is eert moei lijke laak." zegt de koning, maar ik verlang van ieder uwer de uiterste krachtsinspanning. Hij die den ontvluchte vindt, ontvangt een groote belooning. Men gelooft dat de Vereenigde Staten geen partij zullen kiezen Bezorgdheid over besprekingen TOKIO, 10 Juli. (Domei). Vlootkringen geven uitdrukking aan diepe bezorgdheid betreffen de de a.s. besprekingen te Tokio over een regeling van de kwestie- Tientsin, ofschoon naar verluidt nog geen besluit is genomen over het zenden van een waarnemer door de admiraliteit naar de Britsch-Japansche besprekingen. Naar aanleiding van de ontoegeeflijke houding, die naar gemeld wordt veld wint in Engeland ten .aanzien van Ja pan in verband met Tientsin, waarbij zelfs denkbeelden naar voren komen als het instellen van economische sancties en het ten uitvoer leggen van een vloot- demonstratie tegen Japan schrijven de dagbladen Yomioeri Sjimboen en Miyua- ki Sjimboen over de mogelijkheid, van een Engelsch-Japanschen oorlog, waar van niemand kan zeggen of hij niet vol gen zal op de anti-Japansche agitatie der Engelsehen. vooral omdat naar de bladen schrijven, de Japansche regee- ring besloten heeft in geen geval de blokkade van de Britsche concessie in Tientsin te verzachten, tenzij Engeland de politiek ten gunste van Tsjang Kai Tsjek laat varen. Mocht een oorlog uit breken tusschen Engeland en Japan, dan voorspelt de Yomiori Sjimboen, dat bet Verre Oosten het tooneel zal worden van een grooten slag. Het blad geeft een analyse van de Britsche vloot en merkt op. dat Engeland 14 kapitale sche pen heeft. 14 kruisers der a-klasse, 49 kruisers der b-klasse, met inbegrip van de Belfast en de Edinburgh, 7 vliegtuig- moedersdhepen, waarbij twee van ver ouderd type. De gespannen verhoudin gen in Europa verhinderen Engeland echter kapitale schepen en kruisersnaar het Verre Oosten to zenden, met uitzon dering van zeer weinig schepen. Aldus redeneerende gelooft de Yomioeri Sjim boen dat Engeland gedwongen zal zijn om zijn vlootstrijdmacbt te Singapore te concentreeren in plaats van in Hong kong, dat blootgesteld zal zijn aan Ja pansche aanvallen. Het blad citeert echter vlootdes- kundigen en voorspelt dat Singapore gemakkelijk zal vallen voor de Ja pansche strijdkrachten, die het waarschijnlijk evenmin moeilijk zul len vinden het schiereiland Malak- ka te veroveren. Een aanval met alle beschikbare middelen door de Japansche vloot buiten beschouwing latende wijst het blad er op. dat Singapore bedreigd zal worden door de Japansche duikbooten. Het ver lies van Singapore zou het signaal vormen voor de ineenstorting van het geheele Britsche defensiesysteem in het Verre Oosten. Sprekende over beweerde Britsche machinaties om de Vereenigde Staten er toe te brengen zich aan Britsche zijde te plaatsen in een oorlog in het .Verre Oos ten tegen Japan, schrijft de Yomioeri Sjimboen niet te gelooven. dat de Ver eenigde Staten Engeland in de kaart zullen spelen en tegen Japan zullen vechten alleen om de Britsche vlootsu- prematie te vestigen. Mochten de Vereenigde Staten zich echter bij de Engelschen en Franschen aansluiten tegen Japan dan geeft het blad de Japansche natie den raad te vertrouwen op de vlootautoriteiten die een vloot- politiek moeten hebben uitge werkt met het oog op ieder moge lijk noodgeval. Het blad besluit met hieraan toe te voegen, dat het resultaat van een oorlog tusschen Japan en Engeland, wanneer die zou ontstaan, zou eindigen ten gunste van Japan. MADRID, 10 Juli (Reuter). Prof. Juan Besteiro Is tof dertig jaar gevangenisstraf veroordeeld. J2ux toilet SHeef) VRAACT UW AANDACHT VOOR EEN INTERESSANTE PRIJSVRAAG Leet dele gunstig* gelegenheid niet veorbljgeenl lui Tollet Zeep, de moderne lehoonheldneeo. ipeeisal bereid voor de «ertorging ven hol geleel. geoll U kam op een Iriil horloge. Al wet U te doen heelt li het volgend*: Setchrljl In hoogitem 30 woorden Uw ervaring over Lu* Tollet Zeep voor de veriorglng van het gelaat. Frankeer Uw Intending al, brlel en vermeld duidelijk Uw naam en adres. Adreueer aanLu* Tollet Zeep prijivreag. postbu, No. 7, Rotterdam en voeg bij Uw Intending drie bultenomilagen van Lu* Tellet Zeep. U kan to vaak Intenden al, U wil, Indian U bij elke intending 3 omslagen voegt Op de uitslag Is geen beroep mogelijk en brletwlueling hierover kan niet wordan gevoerd. Allé Inten- dlngen wordan om eigendom en kunnon door ia»r goeddunken worden gebruikt lux toilet zeep tegen vermoeide huid FEUILLETON Naar het Engelsch van STANLEY HART PAGE 5 „Hallo, HandI" zei de dokter, mijn vriend de hand drukkend. „Hm! Heel erg, wAt-7" wees hij op het meisje. „Ja, jongens, neemt die foto's maar." Garrison, de inspecteur. Hand en ik liepen de gang op. Twee mannen kwa men naar Gerritv toe. „Hoe ligt hot ge val. inspecteur?" vroegen ze. ..Binnen op te fel vinden jullie een pistool met parafmoeren kolf" ant woordde Gerrity. ..Met een massa vin gerafdrukken. Óf er nog anderen te vin den zijn. weet ik niet. maar zoek er zelf maar eens naar." Toon de heide mannen weg waren, wendde Gerrity zich tot Garrison. „Ik zou die andere leden van het gezelschap ook eraag ondervragen", zei hij. „Eén voor één. Waar kan dat het beste?" „Tk zou denken on mijn werkkamer", antwoordde Garrison zenuwachtig. „Kiikt u eerst zelf maar eens." Hij bracht ons door de gang naar de hal. wear hil een deur opendo en het licht opdraaide. Het ven rek w as van dezelfde grootte als de bibliotheek en lag er vlak naast. Middenin stond een mahoniehouten bureau ministre. Gerrity liep naar dat bureau toe en keek het vertrek rond. „Staat dit vertrek op eenigerlei wijze met de bibliotheek in verbinding?" „De bibliotheek is aan den anderen kant van dien muur daar", antwoordde Garrison. „Maar er is geen tusscben- dcur. Is dit vertrek geschikt?" „Uitstekend, dank u. Ik zal hen hier één voor één laten komen. Dan raken we niet in de war. Gaat u nu maar terug naar de kamer bij de anderen." Garrison liep lang7.aam naar de deur toe. Daar draaide hij zich half om. Hij keek ons een oogenblik verdrietig aan, als wilde hij Iets zeggen. Maar meteen keerde hij zich om en verliet haastig het vertrek. HOOFDSTUK III Voorloopig onderzoek Inspecteur Gerrity legde beslag op het bureau In de werkkamer. Hij schoof het zoo. dat het recht tegenover de deur kwam te staan. Met een tevreden knikje liep hi| naar de gang en riep: „Tim, kom eens binnen." De brigadier kwam stoer de kamer binnen. „Jawel, inspecteur." „Ga naar de kamer, waar het gezel schap is en vraag daar: „Is inspecteur Gerrity soms hier?" „Jawel, mijnheer. Net als gewoonlijk". Tim verliet de kamer. Gerrity keerde zich glimlachend om en wendde zich tot Hand. „Ik heb ook nog een troef achter de hand", zei hij. „Juist", antwoordde mijn vriend. „En dat is een handige zet ook." Gerrity ging achter het bureau zitten. Hand en Ik bleven achter hem tegen den muur geleund staan. Even later trad Stanton, een der beste detectieves van het hoofdbureau, de kamer binnen. „Nog wat te weten gekomen?" vroeg Gerrity. Stanton 6loot de deur achter zich. „Ja, mijnheer. Ik had een goed plekje achter de gordijnen van de kamer er vlak naast. Ik heb een en ander opgevangen, mijnheer." „Nou, laat eens hooren." „Eerst stonden ze, zonder veel te zeg gen, bij elkaar. Ik kon in de kamer kijken en zag een der dames zich van de anderen verwijderen. Ze wenkte een jongen man, haar te volgen. Geheel on opgemerkt door de rest. Ze liep naar een stoel vlak bij mij. Ik had haar kunnen aanraken. Ik stond op heete kolen, Zoo dra ze zat, liet ze een poederdoosje val len, maar ze had het deksel eerst los gemaakt, zoodat alle poeder over den grond zou vallen. Toen wenkte ze dien jongen man, om het op te rapen. En toen hij zich bukte, zei ze iets tegen hem." „En wat zei ze?" Stanton boog zich over het bureau heen. „Ze zei: „Waarom heb je het in vredesnaam gedaan. Frank?", fluister de Stanton. „Die jonge man keek naar haar op. maar beheerschte zich en sloeg zijn oogen meteen neer. „Wat?" vroeg hij. „Je denkt toch niet. dat ik haar neergeschoten heb?" Ze gaf hem een duwtje en zei: „Tob maar niet over mij. Frank. Ik zal wel zeggen, dat je met mij hebt zitten praten. Jij zegt hetzelfde. Niet vergeten, hoor!"Ik kon zien, dat hij daarna niet goed wist. hoe hij het had", vervolgde Stanton. „Ze nam het doosje van hem aan. stond op en keerde naar de andoren terug. HU bleef daar nog een minuut en beet zich op de lippen. Daarna liep hij den anderen kant uit en bleef alleen staan." Inspecteur Gerrity zweeg een poosje. Hij nam het lijstje der gasten, hem door Garrison opgegeven, in de handen. „Wie was die dame?" vroeg hij. „Ik heb haar naam niet gehoord", ant woordde Stanton. „Maar ik geloof, dat het mevrouw Garrison was. Ik heb haar portret wel in de krant gezien." „Die man heette Frank?" mompelde Gerrity. „Dat moet dus dr. Innes zijn. Nog iets meer, Stanton?" „Neen; verder deden ze heel gewoon. Ze herhaalden telkens weer, dat „Garry" het onmogelijk kon gedaan hebben. De gewone malle vragen en antwoorden. Maar er is een klein kereltje bij. dat vrij verdacht doet. Hij is zoo zenuwachtig als een oude juffrouw met influenza." „Goed, Stanton. Zeg nu tegen Tim, dat hij binnenkomt. En blijf jij ook hier. Ga daar staan. Als de vrouw, die je mot Frank hebt zien praten, binnen komt, dan vraag je: „Hebt u mijn pot lood soms noodig?" En dat vraag je ook als die Frank binnenkomt. Zeg nu te gen Tim. dat ik hem noodig heb." Tim kwam binnen en keek zijn supe rieur vragend aan. „Zet een paar man in de kamer bij die lui, Tim", beval Gerrity. „Zeg dat ze zich bedaard moeten houden; die lui verheelden zich nog al wat. Ik heb liever niet, dat ze er te veel samen over praten. Vraag miss Dykeman. hier te komen." Op het oogenblik, dat het meisje de kamer binnenkwam, kreeg ik medelij den met haar. Ze was een aardig klein ding. Zo keek ons met haar groote bruine oogen smeekend aan. Angstig kwam ze binnen cn bleef aarzelend staan. Ik gaf haar gauw een stoel, waarop ze zich met een woord van dank liet neervallen. Zenuwachtig met haar vin gers spelend keek ze Gerrity aan. Ze was opvallend jong. „U bent miss Gladys Dykeman?" vroeg hij vriéndelijk. „Ja." „U waart hier, toen miss Vcnora neergeschoten werd?" „J—ja." „Ik veronderstel dat u het schot hebt gehoord. Waar bevond u zich toen?" „In de ontvangzaal. Ik danste met mijnheer King." „Bent u daar zeker van??" „O, ja." „Wie was er nog meer in dat ver trek?" „Wel, ik geloof iedereen. Dat wil zeg gen. iedereen behalve mijnheer Garri son en Vera. Ik bedoel miss Venora." „Bedenk u eens goed. Het is een heel ernstige zaak. Weet u heel zeker dat al de anderen er waren, behalve mijnheer Garrison en miss Venora?" Het meisje dat al haar best deed, haar zenuwachtigheid te verbergen, keek naar het plafond. Eindelijk schud de ze haar hoofd. „Ikik ben er niet zeker van. mijheer de inspecteur" zei ze met een klein stemmetje. Gerritv glimlachte. Hij kon heel vrien. delijk zijn, als hij wilde. „Maar u weet toch wel enkele perso nen, die zeker met u in het vertrek waren, op te noemen, niet waar? U waart toch niet alleen met mijnheer King?" „Neen, maar mijnheer King en ik wa ren al dansend juist bij de gang geko men. Wc bevonden ons recht tegenover de deur. waar... waar... ohl" jammer de ze in snikken uitbarstend. Gerritv grijnsde ongeduldig, maar stond op en kwam naast hét meisje staan. „Kom. houd uzelf nu eens goed", zei hij rustig. „Ik weet. wel, dat het heel erg is zöoiets mee te maken. Maar u< kunt ons misschien helpen. Dat wilt u toch wel graag doen?" „O, ja", riep het meisje gejaagd uit. „Maar mijnheer Garrison kan het niet gedaan hébben. Ik ben er zeker van, dat hij het niet gedaan heeft!" „Misschien wel niet", stemde Gerrity toe. „Maar we weten het nooit zeker, voordat we achter de waarheid zijn ge komen. Dat ziet u toch ook wel? U kunt hem niet beter helpen, dan door ons te helpen. Nu dan, wie weet u zeker, dat in het vertrek waren, toen het schot viel?"- „Ik vrees, dat ik het niet zeker kan zeggen. Ik had niet veel aandacht aan de anderen geschonken en stond net met mijn rug naar de kamer toe. Ik ben er zeker van dat mijnheer Flount en mevrouw Garrison er waren. Toen ik het schot hoorde, was ik als gehyp notiseerd! Ik stond onbeweeglijk de ka-» mer in te kijken." „Kon u in de bibliotheek kijken?" „O, ja. De deur stond half open. Het was er donker en ik kon niemand zien. Toen kwam mijnheer Garrison er met wild rollende oogen en bloed aan zijn handen uitgehold." „Wat hebt u toen gedaan?" „Ik kon me niet bewegen. Ik zag, dat mijnheer Garrison de gang doorliep. HIJ kwam hier binnen. Mijnheer King nam me bij mijn arm en bracht me in do ontvangzaal terug." „Wie waren daar, toen hij u er terug bracht?" „Tkik weet het niet precies. Ik dacht van iedereen... maar... o, mijn gedachten waren zoo in de war. Ik weet. dat mevrouw Garrison er was. Ze gat een gil en liep mijnheer Garrison ach terna." (Wordt vervolgd.)!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 2