Mahatma Gandhi, ,groote zie! van Britsch-lndië DE BRITSCHE LUCHTVLOOT BOVEN FRANKRIJK DE TWEEDE NON-STOP VLUCHT Zij-crême beschermt tegen zonnebrand. Doos 20 ct Een deel van het eskader heeft zelfs Marseille bereikt BERN WORDT GERUSTGESTELD Het lied zonder einde Groote brand te Londen HET RAADSEL VAN RIVERSIDE DRIVE Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DONDERDAG 20 JULI 1939 If j (TBg-I S~^ANDH1, iedereen heeft yan hem gehoord. Maar weet men *-7hier in het Westen, wie eigenlijk deze merkwaardige mensch is, wat hij beteekent in zijn landwat hij beteekent voor den ontwikkelingsgang der menschheid? Zijn volk heeft hem genoemd Mahatmadit is „groote ziel". Men kent hem hier als een tengeren, ja mageren Britsch-Indiër, die zich bij voorkeur voedt met rijst en vruchtensapweinig slaapt en veel werkt, en thans op bijna zeventigjarigen leeftijd nog in hongerstaking gaat om boete te doen voor degenendie zondigen tegen zijn idealen. Hij is een oud, voor Westersche begrippen onooglijk mannetje, die echter honderden millloenen menschen in bewe ging heeft gebracht en een nieuw gevoel van eigenwaarde heeft gegeven, die het Britsche wereldrijk op zijn grondvesten heeft doen trillen. Wie durft daartegenover nog te twijfelen aan de macht der menschelijke persoonlijkheid? GANDHI zag: het levenslicht den 2den October 1S69 te Parmandur. Hij trad reeds op 12-jarigen leef tijd in het huwelijk: zijn vrouw heette Kasturhai. Het volk van zijn geboorte streek in Noord-West-Indië is vurig en beweeglijk, doch vooral ook practisch van aard. Zijn familie was rijk en intel ligent, en behoorde tot de sekte der Ja- nisten. waarvan het voornaamste be ginsel is: Kwets geen enkel levend wezen. Evenals de groote Britsch- Indische dichter Babindranath Tagore iwerd de jonge Gandhi door zijn familie naar Engeland gezonden om er zijn schoolopleiding te ontvangen, rechten te studeeren en een „gentleman" te wor den. Hij maakt in dion school- en studie-tijd een re ligieuze en socia le crisis door, waaraan hij zich weet te ontwor stelen zonder zijn geloof en den band met zijn volk te verliezen. Tenslotte vestig de hij zjch in 1S91 als advocaat te Bombay. Reeds na enkele jaren gaf hij zijn beroep op. omdat hij het onzedelijk achtte. In het „nobile officium" waren recht en onrecht hem teveel door elkaar gehaspeld om zijn hartstochtelijk naar waarheid en recht vaardigheid dorstende ziel te bevredi gen. Gehoorzamend aan oen innerlijke roepstem begeeft hij zich naar Zuid- Afrika, waar omstreeks 1890 ongeveer 150.000 Britéch-Indiërs woonden, die door de blanken op allerlei wijze wer- Groote mannen van heden Gandhi Mahatma Gandhi, zooals een Wes- tersch caricaturist hem zag den vernederd, beleedigd, belast en ver volgd. G'andhi, een Hindoe met Euro- peesche beschaving, die Engelsche „col leges" had bezocht, vestigde zich in Pre toria. ondervond er eenzelfde behande ling van de zijde der blanken als zijn volksgenooten. doch stelde zich, anders dan zij. tot taak de menschelijke rech ten der Britsch-Indiers te verdedigen. Hij deed afstand van alle vooruitzich ten op een winstgevende practijk als advocaat, ging leven als de armste van zijn volksgenooten. Tijdens den Boeren oorlog vormde hij een Indisch Roode Kruis; tijdens een pest-epidemie in 1904 organiseerde hij een hospitaal, tijdens een opstand van inboorlingen in 1906 vergezelde hij de strafexpeditie met draagbaars. Gevangenisstraf, dwangar beid. geeseling was het loon dat hij van de zijde der blanken kreeg voor zijn on- gewcnschte bemoeiingen. Tenslotte ze gevierde tegenover het geweld der re geering de leer van Gandhi, die iederen dag opnieuw er voor streed en het voorbeeld gaf geweld met lief de te weerstaan. In 1914 werden de rechten der Britsch-Indicrs op vrij heid en gelijkheid in de Unie van Zuid- Afrika erkend. Gandhi keerde naar zijn geboorteland terug. Het bloedbad van Amritsar ENGELAND had aan Britsch-lndië grooter vrijheid en zclfregeering toegezegd. Vertrouwend op de ver vulling van dcae beloften bleven de- Rrit.sch-Indische volkeren tijden9 den wereldoorlog in groote massa rustig, en hielpen zij zelfs Groot-Brittannis in den strijd aan de fronten. Toen de ooi-log echter beëindigd was. werden nog slechts zeer aarzelende schreden gezet op den weg naar zelfbesthur, en boven dien werden de uit den oorlogstijd da- teerende censuur en buitengewone po- iitie-volmachten door de beruchte „Row- land-act" verlengd. Allerwege vonden in 1919 volksbetoogingcn plaats tegen deze autocratische wet. Tenslotte leidde dit tot een tragedie: de Engelsche generaal Dwyer gaf te Amritsar zijn troepen bovel op een rus tig vergaderende volksmenigte te schie ten. waardoor van de meer dan tien duizend betoogers er 380 werden gedood en meer dan duizend gewond. Dit bloedbad van Amritsar betee- kendc een keerpunt in Gandhi's leven: hij gaf zijn loyale houding tegenover het Engelsche gezag op en propageerde sindsdien de „non-cooperation", de niet- samenwerking met de Engelschen. met als uiterste consequentie do „civil dis obedience". de burgerlijke ongehoor zaamheid. Een boycot van Engelsche waren deed den invoer daarvan zoozeer dalen, dat een ware catastrophe voor de Engelsche industrie het gevolg was. Gandhi hield bij deze actie vast aan zijn beginsel der. geweldloos heid. Hij werd daarbij echter door zijn volgelingen beschaamd en te- Gendhi mediteerend leurgesteld. Ontelbare moer of min der heftige botsingen tusschen zijn volgelingen en de politie leerden hem, dat de leer der geweldloosheid wèl het bezit, kan zijn van men schen, die zich hebben bekwaamd tot zelfverloochening, maar niet van een groote massa. Gandhi is zeker geen demagoog in den slechten zin des woords, geen volks menner, die speculeert op de hartstoch ten der massa, en die met valsche rhe- toriek zijn volgelingen tracht op te zweepen. Integendeel, hij heeft bij alle liefde voor den mensch een afschuw voor de „mob". voor het „hoi polloi", de onredelijke, eigenzinnige massa; en steeds wanneer zijn volgelingen zondig den tegen de ahimsa, de geweld loosheid, legde Gandhi zichzelf als boetedoening een buitengewonen vas tendag op. Zoo leerde de groote menigte der Wes tersche wereld Gandhi nog het best kennen, als den man, dio voortdurend vast. en voor wiens leven dan gevreesd wordt, tot hij zijn vasten beëindigt, om dat aan zijn wenschen, hetzij door zijn volgelingen en volksgenooten, hetzij door de Engelschen. werd voldaan. Het oordeel over Gandhi in de Westersche wereld moet on moest wel oppervlakkig blijven, omdat Gandhi mot Westersche maatstaven niet te begrijpen valt, Hij is geen politicus, hij is evenmin een droo- mer. Hij is geen volksmenner, hij is eén idealistisch volksleider, die geenszins van moenlng is. dat de meerderheid reeds omdat zij meerderheid is, het gelijk en het recht aan haar zijde heeft. Lord Halifax als onderkoning Wij zullen hier niet afdalen in bijzon derheden ten aanzien van Gandhi's strijd voor'vrijheid en zelfbestuur van zijn land. Jarenlang, gedurende bijna twee decennia, bleef Britsch-lndië ten prooi aan onrust en strijd. Tenslotte deed de huidige Lord Halifax, toen ter tijd als Lord Irwin onderkoning van Britsch-lndië, de stap, welke aan het land rust en autonomie zou verschaffen: Lord Irwin noodigde Gandhi uit tot persoonlijke besprekingen om een ver- golijk te treffen tusschen het Engel sche opperbestuur en do Britsch-Indi- sche vrijheidsbeweging. Deze twee mannen, de onderkoning Lord Irwin en de Mahatma Gandhi, konden elkaar begrijpen en vertrou-. wen. Hun beider levensbeschouwing wortelde in het geloof. De huidige Lord Halifax stamt uit een vermaard geslacht van Engelsche theologen, en zoo kon het geschieden, dat bij een der besprekingen een adjudant den onder koning en den zoo juist uit de gevan genis gekomen volksleider gezamenlijk gebogen vond over een Grieksch Nieuw-Testament, waarvan zij een Tl 7OENSDAG heelt opnieuw een Britsch eskader van de Britsche oórlögslucht- 1/1/ vloot het Kanaal overgestoken en een zeer lange en inspannende overland vlucht boven Frankrijk gemaakt, zonder dat ten tusschenlanding behoefde te worden gemaakt. Zooals men zich herinnert, was het ditmaal de bedoeling om te trachten met dit eskader de Midde'dandsche Zee te bereiken, wat ook inderdaad is gelakt, want het eskader heeft zonder veel moeite, rechtstreeks vliegende van de bases in Engeland, Marseille bereikt. Nadat de machines èenige malen boven de stad hadden gecirkeld zijn zij naar het noorden gevlogen langs de veel gebruikte internationale luchtvaart route. welke over het dal van de Rhone loopt. Althans te half vier in den middag werd de bevolking van Lyon opgeschrikt door vliegtuiggeronk, dat van het Britsche eskader afkomstig bleek. Reeds om hall twee waren er ook al vliegmachines overgekomen, op de heenreis naar Marseille. De machines van half vier vlogen in gevechtsformatie en waren blijkbaar van plan koers te zetten naar Parijs. Inderdaad is het eskader om kwart over vijf boven het centrum van Parijs verschenen, waar het zeer de aandacht trok, al mede door do geweldige snel heid, waarmee de vliegtuigen zich voortbewogen. Ook boven Parijs werden eenige rondjes gemaakt, blijkbaar be doeld als oefeningen in het uitwerpen van bommen. Met groote snelheid ver dween het eskader daarna in de rich ting van Havre, om terug te keeren naar de bases, vanwaar de machines gekomen waren, namelijk verschillen de militaire vliegvelden in de Midlands en aan de Zuidkust van Engeland. Blijkens een officieele mededee- ling van het Ministerie van Lucht vaart zijn de vliegmachines weer allen behouden op hun bases terug gekeerd. Uit deze tweede raid boven Frankrijk blijkt wel. dat de Britsche luchtvaart op het oogenblik oVer machines beschikt met een zëer grooten actie radius, want al met al is toch een non stop vlucht van de Britsche zuidkust over Frankrijk naar de Middellandsche zee en terug geen kleinigheid. De Brit sche en Fransche militaire lucht- vaartautoriteiten hechten aan deze moeilijken tekst bestudeerden.,. Toen eenmaal het fundament van weder- zijdsch vertrouwen was gelegd, volg den verdere stappen gemakkelijk, tot tenslotte na de Ronde Taf el-conferen tie te Londen (1934) Britsch-lndië een.. federatie werd met eigen grondwet en een groote mate van 'zelfbestuur: - ""s Hoewel fundamenteele moeilijkheden daarbij niet werden opgelost, keerde de rust in het land terug en verbeterde de verhouding tusschen Engelschen en Britsch-Indiërs in aanzienlijke mate; Gandhi had zijn doel voor een belang rijk deel bereikt. Spanningen zijn er echter nog steeds in Britsch-lndië. Daar is allereerst de worsteling tus schen Hindoes en Mohammedanen, daar is ook de strijd der Britsch-ïncfi- sche vorsten voor het behoud van hun macht en hun overerfde rechten. Uit vloeisel van dezen strijd was Gandhi's jongste hongerstaking, in Maart van dit jaar, naar aanleiding van een wei gering van den vorst van Rajkot om door Gandhi geëischte hervormingen in te voeren. Ingrijpen van den onderko ning voorkwam, dat Gandhi het slacht offer werd van zijn vasten. Zijn dood •zou voor do rust in het land, vooral wanneer hij zou sterven als rnarfelaar bij een hongerstaking, onberekenbare gevolgen kunnen hebben. Gandhi's beteekenis valt niet in en kele woorden of zinnen te schetsen; hij heeft voor zijn volk en zijn land onme telijk veel bereikt, doch meer nog: hij heeft aan de menschheid een voorbeeld gegeven van onschatbare waarde. oefenvluchten, die natuurlijk tege lijkertijd een duidelijk demonstra tief karakter dragen, groote waar- do, getuige mede het feit, dat deze vlucht onder meer werd meege maakt door captain Balfour, den onderstaatssecretaris voor de luchtvaart, die deel uitmaakte van de bemanning van een der groote Wellingtonbommenwerpers. Volgens de Engelsche berichten over deze raid hebben in totaal ongeveer honderd machines aan de vlucht deel genomen, de Fransche berichten spre ken van aantallen, die varieëren van dertig tot vijftig, doch die baseeren zich waarschijnlijk op het aantal, dat men in de lucht hoeft gezien. Neemt men daarbij in aanmerking, dat het eskader op zeer groote hoogte heeft gekoerst, en zeer snel heeft ge vlogen, dan wordt het begrijpelijk dat men in de Fransche steden minder machines heeft gezien, dan hot er in werkelijkheid waren. Niet alleen Wellingtonmachines heb ben aan de vlucht deelgenomen, maar ook Whitley-bommenwerpers en de snelle Blenheims. Uit Londen wordt nog gemeld, dat ecnige vliegers zoo snel hebben gevlogen (waarschijnlijk de Blenheims), dat zij reeds binnen drié uur naar hun basis terug keerden. An dere machines kwamen later binnen. Blijkbaar heeft dus het geheele eska der van ongeveer honderd vliegtuigen niet voortdurend bij elkaar gevlogen, doch hebben verschillende onderdeden ,een anderen weg over Frankrijk geko zen en is slechts* een gedeelte naar Marseille gevlogen. De berichten uit, Parijs gewagen, van ongeveer vijftig vFiegtuigen, die. op zéér groote hoogte en met -geweldige snel heid passeerden. Vijf escadriles Welllington-bom- menwerpers zijn na een vlucht van Engeland naar Marseille naar hun basis teruggekeerd zoo wordt nog uit Londen gemeld. De afstand van 1500 mijl werd afgelegd in acht en een half uur. Bij hun terugkeer verklaarden de piloten dat de weersomstandigheden niet bijster gunstig waren geweest. CI ANO IN GAETE AANGEKOMEN GAETE, 19 Juli (Stefatii). De ze vende Italiaansche vjootdivisie is uit Malaga alhier aangekomen. Graaf Cia- no is van den kruiser Eugenio di Sa- voia aan land gegaan, hij werd ont vangen door den ondersecretaris van marine, Cavagnari. Per vliegtuig is hij vervolgens naar Rome doorgereisd. Ontspanning in de betrek kingen met Italië De Zwitsers in Zuid-Tirol BERN. 19 Juli. (Havas). De bonds raad heeft vanmorgen een rapport aan gehoord van Motta over de besprekin gen tusschen het Zwitsersehe gezant schap in Rome en de Italiaansche re geering over dé uitwijzing van Zwitser sehe onderdanen uit het geannexeerde Tirol. Dén ZwitÊêfSchen gezant zijn twee verzekeringen gegeven: alle Zwit sers. die uit Tirol zullen moeten ver trekken, zullen behoorlijke schadever goeding krijgen en zij zuilen in geen enkel geval minder goed- behandeld worden dan Duitsche onderdanen. In i'ègeerlnpskringen constateert nien na deze besprekingen een ontspanning in de betrekkingen tusschen heide lan den. De kwestie der arrestatie in Italië van den kolonel Tessino. Albisètti. dié het normale verlóóp heeft. Is echter nog niet opgelost. Chamberlain zingt de oude melodie LONDEX. 19 juli. (Reuter). In het Lagerhuis heeft Chamberlain in antwoord op een vraag naar de on derhandelingen in Moskou verklaard, dat de Britsche en Fransche am bassadeurs Maandag een nieuw on derhoud hebben gehad met Moló- tof. Hun rapport wordt thans be studeerd door de Britsche regee ring in overleg met de Fransche regeering. Het Labourlid Dalton vroeg vervol gens of een overeenkomst tengevolge van al deze instructies en rapporten nader tot een resultaat was gekomen dan een week geleden. Chamberlain zeide: „Wij hebben stel lig nog geen overeenkomst." Op de verdere vraag, of hij beschikte over inlichtingen betreffende een voor stel tot een lêejiing van 25 milljóen pond sterling, door de Duitsche regee ring te verleenen, antwoordde Cham berlain ontkennend. Op de vraag, of hij verwachtte, dat do onderhandelingen tijdig zouden worden afgesloten om nog, een aankondiging in het Lagerhuis to doen. voor dit op reces gaat, antwoord de Chamberlain dat hij hoopte dat zulks het geval zal zijn. Zender Droitwich door bliksem getroffen* LONDEN, 19 Juli. (Reuter). De groote hal van de Londensche groente markt nabij de Theems staat in lichter laaie, de vlammen kunnen tot op een groote afstand worden gezien. De brandweer stelt alles in het werk, om te voorkomen, dat hét vuur de Soüthwark-Kathedraal in de nabijheid aantast. Vanavond even na zeven uur werd de zender Droitwich van de BBC door den bliksem getroffen, waardoor hij onbruikbaar werd gemaakt. Korten tijd later werd de oude zender Daventry in gebruik genomen. FEUILLETON Naar het Engelsch van STANLEY HART PAGE U) „Ik zal ook de waarnoid vertellen", zei hij. „Ik heb mezelf gisteravond be- zpottelijk aangesteld. Wat to veel cham pagne. Niet per ongeluk. Met kwaad op- zeL Ik bon er totaal kapot van, hoeren. Ik.... ik was verliofd geworden op miss Venora. Ik bad haar ton huwelijk ge vraagdmeer dan eens. Ze wilde haar artistenloopbaan niet opgeven. Maar ik geloofde dat niet. Ik dacht, dat te van iemand anders hield. Gisteravond «cheen ik haar erg te irriteeren Ze was heel afgetrokken tegen me. En ik was zoo dwaas, me te bedrinken. Ik her inner me, dat ik veel onzin tegen me vrouw Abblngton heb uitgekraamd, die ïne trachtte te kalmeeren. Wat ik pre cies gezegd heb, weet ik niet meer, maar het kwam er op neer, dat ik aan den boemel zou slaan, als miss Venora me niet wilde hebben. „Vertelde u dat soms vlak voordat me vrouw Ahhington naar boven ging?" vroeg Hetherton. „Ja. dat is zoo", zei mevrouw Ahhing ton. „Het was allemaal onzin. Frank was hoven zijn theewater en voelde zich de afgewezen minnaar. Alle jongelui raakten verliefd op yera. En zij, dat moet ik zeggen, was een groote flirt. Ze kwa men or allen wel overheen, maar be gonnen toch met hun leven aJs ver woest te beschouwen, als ze door haar afgewezen werden." „Nu goed dokter", zei Hetherton. „En wat hebt u gedaan, nadat mevrouw Ah hington u verlaten had „Ik ging naar de bibliotheek. Ik stap te binnen, maar zag toen Garrison en Vera daar staan." ,Waar stonden ze?" vroeg Hand vin nig. Innes schrok even van die onverwach te vraag. „Wel... wel... ze stonden eigenlijk heelemaal niet. Garrison zat op een stoel en miss Venora zat naast hem op de leuning, in druk gesprek." „Was hot do stoel, waarnaast die bran dende lamp stond?" vroeg Hand. „Ja", antwoordde Innes. „Goed zoo. Gaat u dóorl" „Wel, Vera had me den heelen avond vermeden. Ik ging meteen terug en denk, dat ze me niet eons gezien hebben. Toen ging ik naar de voorkamer. Ik voelde nie verlaten. Terwijl ik daar zat, viel het schot. Dat ontnuchterde me vrij wel. Iemnnd, ik meen Klount, vroeg her haaldelijk aan King, wat er in de bi bliotheek gebeurd was. Ik ging daar heen en... vond Vera!" Innes verborg met een onderdrukten snik zijn gelaat in de handen. Mevrouw Abblngton keek Hetherton smeekend aan. „Kom, jongmensch, moed houden", zei Hetherton, naar dr. Innes toegaande. „We zullen het je niet langer moeilijk maken. Wacht hier, tot je wat bedaard bant, dan mag je heengaan." „Dank u mijnheer", zei de jonge man, Hetherton dankbaar aankijkend. „Ik ben weer op streek. Het *pijt me," Hij stond op en ging met mevrouw Abblngton naar. de deur. „O, mevrouw Abbington", zei Hether ton, „als u me niet kwalijk neemt, dan zou ik u nog iets willen vragen." „Uu bedoelt 2ekerover mijn pistool?" vroeg ze, bleek wordend. „Kan ik je helpen, Connie?" vroeg In nes, zich als in een droom omwendend. Mevrouw Abbington wist zich goed te houden. Zé klopte den jongen man glimlachend op zijn schouder. „Ga maar door, Frank", zei ze „Ik ben ervan over tuigd, dat de heerén heel welwillend zullen zijn. Ga jij maar naar de anderen terug. Nu, mijnheer Hetherton, voor den dag ermee. Ik ben net zoo benieuwd naaf dat pistool als u zelf." Dr. Innes ging, na een onzekeren blik over zijn f.choudcr geworpen te hebben, de deur uit. Na zijn vertrek ging me vrouw Abbington zitten en keek Hether ton aan, „Mevrouw Abbington", begon deze, weifelend, „meent u... hm... denkt u ons tot een andere mcening over dit ge val te kunnen brengen, dan u ons tot heden bezorgd hebt?" Mijn meening, mijnheer Hetherton", antwoordde zij, haar blauwe oogen neer slaande, „is tot heden toe niet van veel belang geweest, omdat ik me niet kon voorstellen, om welke reden miss Ve nora doodgeschoten we»d. Dat kan ik nog niet. Ik kan er geen enkele reden voor vinden." „Zooals ik al zei, hebben deze heereri mij nieuwe gegevens verschaft. Het heeft nu den 6chijh, dat terwijl miss Venora vermoord werd, de aanslag tegen Garrison bedoeld was. Hij is op het randje af eraan ontsnapt." Mevrouw Abbington schrok zichtbaar. „Garryl" fluisterde ze en haar blauwe mooie oogen staarden angstig in hét 1 rond. „Kent u iqpiand, die een reden kan ge had hebben, om hem te willen dooden?" .Goeie help, neen!" ,U begrijpt, dat we hierop noodzake lijkerwijze dieper moeten ingaan", merkte Hertherton op. „Het is de meèning van inspecteur Gerrity en van mijnheer Hand, een meening, die ik ten zeerste eerbiedig, dat de oplossing van dit ge val bijna geheel hiervan afhangt, of we er achter kunnen komen, hoe uw pistool in de bibliotheek van Robert Garrison terecht gekomen ia op het oogenblik van den moord. En omdat het uw eigendom is, bent u natuurlijk de eerste, tot wie wij ons moeten wenden." Het knappe gezichtje van mevrouw Abbington betrok. Ik heb me... heb me nooit kunnen voonstellcndat het zoo ernstig kon zijndat mijn pistool daar lag" zei ze stotterend. „Weet u zeker, dat u het in den laat- sten tijd niet gemist hebt?" „Ik... dat weet ik niet." „Ik begrijp dat niet volkomen." „Ik bedoel, dat ik het in een heelen tijd niet gezien heb." „U bedoelt, dat u het niet bemerkt zou hebben, als het weggenomen wa6?" Mevrouw Abbington knikte vaagweg. „Uitstekend. Maar u moet goed naden ken, mevrouw Abbington. Hot is een hoogst ernstige zaak. Indien u antwoord kunt geven op mijn volgende vraag, dan sta ik er op, dat u het doet. Wie zou uw pietooi hebben kunnen wegne men, om er Robert Garrison mee ts dooden?" Ik dacht een oogenblik, dat mevrouw Abbington weer een flauwte zou krij gen. Ze wankelde heel even, maar her stelde zich. toch en keek Hetherton smeekend aan. „Goeie help, moet ik u dan heusch alles vertellen?" Do districts-attorney schudde ernstig van ja. „U zult, hoop ik begrijpen", vervolg de mevrouw Abbington met afgewend gelaat, „hoe pijnlijk dit voor me is. Als hij voornemens was, Robert Garrison te dooden, misschionmisschien weet ik dan wel, „wie het zou kunnen zijn." Ze aarzelde en scheen haar krachten te verzamelen en Hetherton kwam haar een beetje te hulp. „De inlichtingen, die u ons hier geeft, zuilen we als strikt vertrouwelijk beschouwen. We zullen er over nadenken en, als ze in ons oog onbelangrijk zijn, zullen we ze metèen weer vergeten. In elk geval zullen we al ons best doen, u voor iedere onaange naamheid te vrijwaren. „Dank u", mompelde ze met zwakke stem. „Er kunnen nog wel anderen zijn maar er is één persoon, die ik ervan verdenken kan, mijnheer Garrison een kwaad hart toe te dragen. Dat is...." Zo heet zich op de lippen en zweeg. „Kom nou, mevrouw Abbington!" drong Hetherton aan. Ze trok haar 9chóuders strak achter uit. Haar stem werd gejaagd, duidelijk en scherp. „Ik verdenk mijn man. Hij zou er toe in staat zijnnu tenmin ste. Hij was vroeger een echte heer, maar nu is hij niet meer dan een drankzuchtige, kwaadaardige schurk. Hij heeft me al pogen meo te trekken in de ellende, waartoe hij vervallen is. Gelukkig was ik sterker dan hij. En ik zou hom allang aan zijn lot hebben Overgelaten, als Robert Garrison er niet geweest was. Mijn man heeft het for tuin van zijn vader totaal verspild, en toen begon hij het mijne op te maken. Ik was wanhopig. Ik hield van hem en hij van mij; maar zijn liefde verander de in iéts.... iets gevaarlijks. In mijn wanhoop Wendde ik me tot Garry. Hij ried me aan, zoowel ter wille van Wally als van mezelf, scheiding aan te vragen. Hij meende, dat Wally, als hij óp eigen beenen kwam te staan, zich zou bete- ren. Mijnheer Garrison belegde het beetje geld, dat ik nog had, zoo goed mogelijk voor me. Hij heeft er zoo de gelijk beheer over gevoerd, dat ik nu een behoorlijk inkomen heb. Maar Hij is er tegen, dat ik eenige toenadering tot Wally toon." „Heeft uw man geld van u trachten te krijgen?" „Verscheidene malen. Eerst trachtte hij nog zijn stand op te honden, maar in den laatsten tijd zag hij er gruwelijk verwaarloosd uit. Hij is totaal.... aan lager wal geraakt." „Heeft hij ooit herrie gemaakt?" ,Ja zeker. In het begin trachtte hij mijn medelijden op te wekken, maar toen dat niet lukte, heeft hij verschil lende malen een afschuwelijke scene in mijn woning gemaakt. Daarna dreig de hij me door de modder te halen. Hij heeft totaal geen fatsoen meer over! Eindelijk, op aandringen van Garry en nog enkele vertrouwde vrienden, wei gerde ik hem te ontvangen. Don laat sten keer, dat hij kwam, heb ik hem door den. huisknecht de deur moeten laten uitzetten." „Hebt u dan geen echtscheiding aan gevraagd?" „Ikik ben er toe overgehaald." „Door mijnheer Garrison?" „Ja en ook door anderen. Maar het proces moet nog beginnen." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 2