kw<M
LONDEN EN TOKIO LEZEN DE
RAPPORTEN
JAPAN HANDHAAFT
DE EISCHEN
SCHERPE CRITIEK VAN
BRITSCH MINISTER
WHITE
BOOMEM
ANDERE LEZING
OVER POOLSCH
INCIDENT
JORDANA SEINT
AAN CIANO
JAPAN WENSCHT
REGELING MET
RUSLAND
ZES DOODEN BIJ
VLIEGONGELUK
"W <W TOL cl Wvn|xo
muKAilxA. TM-ip Ao.vv èui\iWkt
Duitsche marine-
vliegers gered
WERKPLAATSCHEF
DOOR KOELIE
VERMOORD
INDISCH ADVIES
AAN Dr. COLIJN
TOMATENSAUS
HET RAADSEL VAN
RIVERSIDE DRIVE
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
VRIJDAG 21 JULI 1939
TOKIO. 20 Juli (Donut) Anta heelt hedenmiddag rapport uitgebracht aan
Hiranoema over zijn besprekingen niet Craigie. De beide staatslieden hebben vervol
gens beraadslaagd over de Japanse he houding ten opzichte van het onderhoud van
Vrijdag a.s. met den Britschen ambassadeur.
Welingelichte waarnemers wijzen er op dat de Japansche regecring haar eischen
handhaaft welke inhouden dat Tientsin feitelijk in de gevechtszone ligt en dat bijge
volg militaire politieke economische en andere maatregelen noodzakelijk zijn voor
succesvol militair optreden evenals voor het bestaan zelve van de Japansche expedi
tietroepen hetgeen door Engeland erkend moet worden. Dezelfde waarnemers geloo-
ven. dat de fapansche reveerinv geen duimbreed wiiken zal op dit' punt. welke tegen
voorstellen door Engeland ook gedaan worden. Welke verzoeningsgezindheid ook
moge worden getoond door Engeland op andere punten, aldus deze waarnemers,
de besprekingen zullen mislukken tenzii Engeland deze fundamenteele Japansche
eischen aanvaardt
De diplomatieke correspondent van
Reuter verneemt, dat de Britsche re
geering thans het volledig versla* van
ambassadeur Craicie over de besprekin
gen met Arita bestudeert.
Waarschijnlijk zullen de opmerkin
gen der regeering vandaag aan Craigie
worden geseind, zoodat de Britsche am
bassadeur te Tokio, morgen zijn voorbe
reidende besprekingen met Arita zal
kunnen hervatten.
Men verwacht, dat morgen een nieu
we bespreking zal worden gehouden.
De toestand te Tientsin
Het comité voor anti-Britsche boy
cotactie heeft concrete maatregelen uit
gewerkt voor de organisatie van pos
ten. die systeem moeten brengen in den
boycot van Britsche goederen te Tient
sin.
Herartoema voor verster-
1 king van het antikomintern-
pact
De Japansche eerste minis
ter, Hiranoema heeft vanmor
gen een redevoering uitgespro
ken in de openingsvergadering
van de commissie voor Chi-
neesche zaken, die vorig jaar
is georganiseerd en welker
verbindingsbureaux gevestigd
zijn op de sleutelpunten in
China gedurende Maart j.L
Hiranoema liet zich in deze
rede geestdriftig uit ten gun
ste van een versterking van
het antikominternpact.
Sprekende over den internationalen
toestand, de groeiende onrust en den
steeds meer om zich .heen grijpenden
bewapeningswedloop, iegde Hiranoema
den nadruk op de noodzakelijkheid van
het nemen van ruime maatregelen tot
bescherming van de nationale veilig
heid en de Oost-Aziatische stabiliteit
Japan wenscht een krachtige samen
werking met die buitcnlandsche mo
gendheden. die begrip hebben voor den
nieuwen toestand in Oost-Azie en goe
den wil en vriendschap jegens Japan
toonen. Vooral gevoelt Japan geestdrift
voor een versterking van het antiko
minternpact
In het overige deel van zijn rede
•prak Hiranoema over de bedoelingen
van Japan in het Verre Oosten, die niet
uitgaan naar een onder den voet loo-
pen der belangen van derde mogend
heden. voorts over de z.g.n. nieuwe orde
en over de noodzakelijke samenwerking
tusschcn Japan. Mandsjockwo en China
Vertegenwoordiger van
Dantziger Senaat zou ver
ontschuldigingen hebben
aangeboden
WARSCHAU. 20 Juli. Van het in
cident, dat zteh heden aan de grens
tusschen de Vrije Stad en Polen heeft
voorgedaan, geeft Havas de volgende
lezing:
Vandaag heeft zich een incident voor
gedaan aan de Poolsch-Dantzigsche
grens, waarbij een Poolsch grenswach
ter door Dantzigers gedood is. Om tien
uur overschreden bii Trzionski, een
Poolschen douanepost gelegen op 30 M-
van de grens bij Tozew, een Dantzigsch
douaneambtenaar en twee nationaal
socialisten de grens, drongen op Poolsch
gebied door en doodden met een revol
verschot den grenswachter Witold. die
trachtte hen te arresteeren. De moorde
naars vluchtten naar Dantzigsch gebied
De Poolsche autoriteiten hebben een
onderzoek geopend. Om 13 uur meldde
zich een vertegenwoordiger van den
Dantzigschen Senaat aan bij het Pool
sche commissariaat generaal, waar hij
verontschuldiging der Dantzigsche auto
riteiten aanbood. De Dantzigsche mid-
dagbladen trachtten het incident als
van geringe beteekenis voor te stellen.
Zij schrijven, dat de grenswachter
slechts gewond werd.
ROME. 20 Juli. (Stefani). De Spaan-
sche minister van buitenlandsche za
ken. Jordana. heeft een antwoord ge
zonden op het telegram, dat Ciano bij
vertrek uit Spanje aan hem had ge
richt Jordana verklaart zich gelukkig
te prijzen dat hü kennis heeft mogen
maken met Ciano en dat hij met hem
alle problemen heeft kunnen bespreken
welke van belang zijn voor Italië en
Spanje.
Jordana voegt hieraan toe, dat Ciano
kan rekenen op zijn oprechte mede
werking voor alles, wat dienstig kan
zijn voor de versterking der betrekkin
gen tusschcn beide landen. Hij besluit
met te verklaren dat hij er van over
tuigd is, dat de Italiaansch-Spaansche
samenwerking, zoo weldadig voor de
orde en de bevordering van den vrede,
zich steeds meer zal ontwikkelen, gelijk
natuurlijk is tusschen landen, die teza
men bloed vergoten hebben voor de
erdediging der hoogste idealen.
Bezorgdheid over conflict
in de Noordelijke
wateren
De grensgeschillen
TOKIO, 20 Juli (Havas). Uit
welingelichte Japansche bron wordt
vernomen, dat de Japansche regee
ring bereid zou zijn de kwestie No-
monhan aan de grens van Mandsjoe-
kwo en Mongolië langs dipiomatie-
ken weg te regelen volgens de ver
leden jaar voor de kwestie van
Tsjang Koe Feng goedgekeurde op
lossing.
Deze kwestie werd toen geregeld door
neutraliseering en ontruiming door de
beide partijen van het betwiste gebied
en de benoeming van een gemengde
commissie, welke belast werd met de
vaststelling van de grens. De regeering
zou aldus de zienswijze onderschrijven
van het Japansche en Mandsjoerijsche
leger, welks woordvoerder te Hsingking
op 11 Juni heeft verklaard, dat Mands
jockwo met genoegen bereid was alle
voorstellen van Buiten-Mongolië voor
de opening van onderhandelingen tot
herstel van de kalmte te aanvaarden.
Reuter meldt uit Tokio:
De meeste schepen der Japansche ma
rine bevinden zich thans in hun thuis
havens, waar zij met ernstige bezorgd
heid de onderdrukking gade slaan van
de Japansche visschers >n de noordelij
ke wateren en-van het personeel van de
Japansche steenkolen- en petroleum-
concessies in Noord-Sachalin door de
sovjets.
De Sovjetregeering aldus voegt de
woordvoerder der Japansche admirali
teit hier aan toe schijnt voornemens
te zijn de met Japan gesloten concessie
overeenkomsten met betrekking tot de
teenkolenmijncn en oliebronnen
Noord-Sachalin te verloochenen.
Illegale immigratie in Palestina
koop SUNLIGHT ZEEP
EM NOOIT ZEEP VAN OMBEKENDE
Zwitsersch vliegtuig
neergestort
BERN, 20 Juli. (D.N.B.) Van-
middag is bij Constanz een passa
giersvliegtuig van de „Swiss Air",
dat op de lijn Zürich—Weenen
loog, neergestort. De bestuurder,
de radio-telegrafist, een employe
der luchtvaartmaatschappij en 3
passagiers kwamen om het leven.
Volgens de eerste aanwijzingen is het
vliegtuig van de Zwitsersche Lucht
vaartmaatschappij gevallen, toen de be
stuurder. Ackerman, wegens motorde
fect trachtte te landen.
Omtrent het ongeluk van het vlieg
tuig van de Swissair wordt nader ver
nomen, dat even voor de Zwitsersche
grens de linker motor weigerde, terwijl
het toestel zich op 40 meter hoogte be
vond. Do piloot poogde een noodlanding
te maken op het vliegveld van Con
stanz. doch slaagde hierin niet en bij
den Rijn sloeg het toestel tegen den
grond.
De piloot van het verongelukte vlieg
tuig is kapitein Walter Ackerman. Hij
was sedert Maart 1927 in dienst van de
Swissair en was sedert 1937 „lucht-mil-
lionnair". Hij was 36 jaar oud.
LONDEN. 20 Juli (Reuter). In het
Lagerhuis is heden een debat over Pa
lestina geopend. In zijn antwoord op
gestelde vragen zeirie Macdonald dat
tusschen 1 April en 24 Mei 1300 Joden
in Palestina zijn gekoincn. In het half
jaar. begonnen op 1 April, zijn in totaal
10.350 immigranten binnengekomen, het
grootste quotum gedurende drie jaar.
Sinds 21 Mei zijn 3507 clandestiene im
migranten door de Engclsche patrouil
les cn vaartuigen aangehouden. 500 tot
1000 illegale immigranten zijn onopge
merkt binnengekomen en thans bevin
den zich 4.000 menschen op schepen,
die eveneens illegaal willen immigree-
ren. Dit totaal van ongeveer 8.000 doet
het quotum van legale immigranten,
dat wij voor het nieuwe half jaar op
het oog hadden, wegvallen, aldus de
minister. Ongeveer 40 pet. der illegalen
zijn niet afkomstig uit groot Duitsch-
land, maar uit Polen en Roemenie en
men raadt dezen menschen aan hun
papieren over boord te werpen, zoodat
zij, wanneer zij in Palestina aankomen,
geen bewijzen hebben op grond waar
van wij zouden kunnpn bewerken, dat
zij weer in hun land van afkomst zou
den worden opgenomen. Dezen houden
een deel der joodsrhe vluchtelingen uit
Midden Europa, die wij gaarne in Pa
lestina zouden zien buiten dat land.
Men heeft hier duidelijk te doen
met een georganiseerde beweging,
die ten doel heeft de immigratiewet-
ten te breken en de politiek van het
witboek te vernietigen. Dat is een
toestand, waarin wij niet kunnen
berusten. Het schenden der immi-
gratiewetten schent een toestand in
Palestina, die steeds ernstiger wordt.
Het verweki groote onrust onder de
Arabische bevolking en de aanstichters
willen de Britsche regcering verdacht
maken door twijfel te wekken aan haar
oprechtheid bij de tenuitvoerlegging van
de politiek van bet witboek.
Deze illegale immigratie maakt de bit
tere vijandschap tusschen de Arabieren en
de Joden nog erger. De regeering-verlangt
oprecht terug te kunnen keeren tot de
legale immigratie wanneer zij de hulp kan
krijgen van lien die in deze zaak de macht
hebben om te helpen en verbetering
brengen in dezen toestand, dan zal de re
geering niet aarzelen een immigratie toe
te laten tot het maximum, dat is vastge
steld bij het witboek.
„Ik verberg niet voor dit Huis,
aldus zeide de minister verder
„dat zij, die de grootste controle
kunnen uitoefenen op de onwettige
immigratie, de Joodsche leiders en
het Joodsche volk zelf zijn. Indien
zij het wcnschen, dan zouden zij in
derdaad de onwettige immigratie
aanmerkelijk kunnen beperken en
wij vragen derhalve hun medewer
king in deze".
De minister merkte verder op, dat de
Labour-afgevaardigde Williams heeft
gevraagd of de vertegenwoordigers van
het Joodsch Agentschap in Palestina
verantwoordelijk zijn voor deze georga
niseerde onwettigheid. Macdonald ant
woordde hierop, dat hij niet zoover wil
gaan. Men weet evenwel, dat er andere
Joodsche autoriteiten zijn behalve het
Joodsch Agentschap en er zijn vele af-
deelingen in het Joodsch Agentschap
daarbuiten. Hoewel het Joodsch
Agentschap zelf, niet verantwoordelijk
kan worden gesteld voor het organisee-
ren van de onwettige immigratie, heeft
het deze wel aangemoedigd in sommi
ge verklaringen, welke het heeft gepu
bliceerd en de Britsche regeering doet
een beroep op de Joodsche autoriteiten
en het Joodsche volk hieraan een einde
te maken.
OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN!
Dank zij de activiteit van
den K.L.M.-piloot
Te Roller
Naar het Handelsblad verneemt is
de uit vijf koppen bestaande beman
ning van het Duitsche marinevlieg
tuig, dat, op de Noordzee, ongeveer
100 km. uit de Dcensche kust in
nood verkeerde, gered, hetgeen mo
gelijk was door de aanwijzingen van
den Nederlandschcn K.L.M.-vlieger
den heer G. J. C. te Roller.
In een onderhoud dat het blad met
den heer te Roller had, deelde deze om
trent de redding het volgende mede: Om
half twaalf was te Roller met de Dou
glas D.C. 2 „Jan van Gent" van Schip
hol gestart met bestemming Oslo.
Omstreeks 1 uur toen de „Jan van
Gent" boven de Noordzee ten westen
van de Jutlandsche kust vloog, ving de
radiotelegrafist van de Nederlandsche
machine een bericht op van de Deen-
sche zenders, volgens hetwelk een vlieg
tuig op ongeveer 50 mijl buiten de
Deensclu kust in nood verkeerde. In dit
bericht werd tevens de positie van het
in nood verkeerende toestel opgegeven.
Onmiddellijk zette te Roller koers naar
de plaats welke was aangegeven, als
zijnde de plaats waar het wrak was te
recht gekomen. Toen men boven deze
plaats aankwam, bleek van het veron
gelukte toestel niets te bekennen. Dit
was voor te Roller echter geen aanlei
ding om de onderzoekingen stop te zet
ten. Na vrij langen tijd zoeken vond hij
inderdaad op 100 km buiten de Dcensche
kust d.w.z. precies 95 km buiten Hants-
holmer het wrak van de Duitsche ma
chine die daar blijkbaar een noodlan
ding had gemaakt.
Het was een tweemotorig drijver-vlieg
tuig, waarschijnlijk voor lange afstand-
verkenning. dat dwars op de ruwe zee
lag. De golven beukten herhaaldelijk de
vleugels zooals men van tfiet K.L.M.-
vliegtuig uit kon zien. De bemanning
van het toestel zat boven op de cockpit
en zond lichtkogels naar boven, terwijl
zij ook met lampen aan te Roller be
richten door wilden seinen. Het was
echter niet mogelijk aan boord van het
K.L.M.-vliegtuig deze lichtseinen op te
vangen. Toen hij eenmaal boven de
plaats cirkelde waar de machine was
neergekomen, heeft te Roller aan de
Deensche zenders zijn positie gevraagd.
Aan de hand hiervan konden zij dus
beschikken over de plaat3 waar het
wrak lag. Het K.L.M. vliegtuig kon na
tuurlijk verder niets doen om de be
manning van het Duitsche vliegtuig
naar boven te halen, aangezien de K.L.'
M. slechts met landmachines vliegt.
Toch echter gaven de Nederlanders
hun pogingen niet op om de Duitsche
bemanning zoo spoedig mogelijk in vei
ligheid te brengen.
Visschers gewaarschuwd
Dertig kilometer verder passeerde Te
Roller een aantal Deensche visschers-
schepen en toen hi] eenmaal boven de
plek was gekomen waar de schepen la
gen, heeft hij een bericht in Fransch
en Duitsch in een zakje gedaan en dit
zakje weer bevestigd aan een zwemvest.
Daarop is de „Jan van Gent" naar be
neden gedoken en heeft men het zwem
vest met het bericht er aan naast een
visschersboot laten vallen. Even duurde
de spanning, doch toen ontvingen zij
een teeken van de bemanning van de
visschersboot, dat zij het bericht begre
pen hadden. Van verschillende kanten
waren inmiddels reeds booten naar het
wrak gestuurd, doch later bleek, dat de
visschers die Te Roller had gewaar
schuwd. het eerst bij het vliegtuig wa
ren en de bemanning konden overne
men. Om 1 uur 's nachts werd hij op-
ereheld in zijn hotel te Oslo, dat de be
manning in veiligheid was. De andere
schepen die naar het wrak waren geva
ren om nog hulp te bieden, kwamen te
laat aan.
OOST-INDIË
SEMARANG, 20 Juli. (Ane-
ta). Vanmorgen heeft een koe
lie een aanslag gepleegd op den
chef van de werkplaats van de
firma De Vries RobbéLindete-
ves, den heer J- H. B. Wieche. De
dader, zekere Kasmoe, was in
dienst van een aannemer, en was
vanmorgen ontslagen.
Hij wachtte den beer Wieche op voor
het kantoor van Lindeteves. waar deze
per fiets passeerde. Met een grasmes
bracht hij den heer Wieche een ern
stige verwonding toe aan het dijbeen,
waarvan de slagader werd doorgesla
gen. Het bloedverlies van het slacht
offer was zeer zwaar. De dader bleef
na den aanslag staan, terwijl zijn
slachtoffer bevis bloedend op den
grond lag. Zonder moeite kon hij ge
arresteerd worden.
De heer Wieche. wiens gezin in Euro
pa vertoeft, "as voornemens binnen
kort met verlof te gaan.
Kort na zijn aankomst in de C.B.Z.
is de heer Wieche aan de verwondingen
overleden.
BATAVIA, 20 Juli. (Aneta). Het
Bataviaasch NieuwsvJad bevat een
„open brief aan den kabinetsformateur"
waarin groote waardeering wordt uit
gesproken voor de uitnoodigincr van
„twee gewezen Indische landsdienaren
van hooge reputatie" om deel uit te ma
ken van het kabinet.
In dit schrijven wordt echter, tevens
de aandacht gevestigd op den oud-gou
verneur-generaal Jhr. de Jonge en-,den
oud-vice-president van den Raad van
Nedorl.-Indië, dr. Meijor Ranneft. die
eventueel in aanmerking zouden kun
nen komen als respectievelijk minister
van defensie en minister van koloniën.
'Met eenoemde twee gewezen Tndischs
landsdienaren worden kennelijk hier
bedoeld de heeren Bodenhausen en De
Kat Angclino).
rtlotoen.
met
VeLa/t ï&u/uJ'
uhPistye
OP HET BLIKJE VELERLEI KNAX-RECEPTEN
FEUILLETON
Naar het Engelseh van
STANLEY HART PAGE
14>
„Weet uw man er van af, dat mijn
heer Garrison daarop heeft aangedron
gen?"
„Ja... ja... dat weet hij."
„Is hij daarover gebelgd?"
„J-ja
Hetherton leunde voorover op zijn
lessenaar in gespannen houding.
„Mevrouw Abbington", vroeg hij op
lakelijken toon, „wilt u zoo goed zijn
ons mee te déelen. of uw man wel eens
bedreigingen tegen mijnheer Garrison
geuit heeft?"
„Dat heeft hij nooit gedaan" ant
woordde ze, den districts-attorney aan-
Biende. „Anders zou Ik tiet u wel ver
tellen."
„Hij zou uw pistool wel bemachtigd
kunnen hebben, niet waar?"
„Dat weet ik niot. Het is niet onmo
gelijk."
Hetherton haalde een potlood te voor
schijn, pakte een vel papier en keek
mevrouw Ahbineton aan.
„Hoe 1* de volledige naam van uw
man en waar woont hij op het oogen-
blik?"
„Wallace Hyatt Abbington", ant
woordde ze toonloos. „Ik heb hier zijn
adres", vervolgde ze, een kaartje uit
haar taschje halend, dat ze aan Hether
ton overreikte.
„Dank u, dat is genoeg", zei deze.
„Neemt u me niet kwalijk", zei Hand,
naar voren komend. „Als u cn mevrouw
Abbington er niets op tegen hebben,
zou ik nog een punt tot klaarheid wil
len brengen. Is mevrouw een geregelde
bezoekster van het huis van Garrison?"
„O, ja zeker", antwoordde zij.
„Bent u daar vaak in de bibliotheek
geweest?"
„Ja, zeker", antwoordde ze verbaasd.
„U moet weten, dat mijnheer Gafrison
erop stond, dat ik op de hoogte van
mij geldmiddelen bleef. Hoewel hij mijn
geld naar goeddunken beheerde, waar
over ik maar al te blij was, stond hij
er toch op, mij al mijn zaken uit te leg
gen. Als hij iets voor me verhandeld
had, nam hij me mee naar zijn biblio
theek en legde me daar de zaak uit.
Ik vond het trouwens prettig: het was
heel interessant."
„Dank u, mevrouw", zei Hand en gaf
te kennen, dat hij niets meer te vragen
had.
„Verlangt u nog iemand van de ande
ren te zien?" vroeg Hetherton aan Ger-
rity en Hand. Ze keken elkaar aan.
„Neen", antwoordde de inspecteur. „U
moest ben maar laten weten, dat ze
naar huis kunnen gaan."
Hetherton vergezelde mevrouw Ab
bington naar de wachtkamer. Even la
ter keerde hij terug, sloot de deur ach
ter zich en ging weer achter zijn les
senaar zitten. „En"? vroeg hij vol ver
wachting.
„Wel, de zaak neemt nu een heel an
deren keer", zei Gerrity. „We moeten
zoo gauw mogelijk dien Wallace Ab
bington zien te vinden. Wat denk je
daar van. Hand?.
„Mogelijk hebt u gelijk, inspecteur",
gromde Hand. „Die kerel heeft natuur
lijk door het drinken zijn verstand min
of meer verloren. En dergelijke lui wil
len hun val dan op hun naaste om
geving wreken. Het is heel goed moge
lijk, dat Abbington zich is gaan ver
beelden. dat zijn vrouw en haar wel
doener hebben samengespannen, om
hem ten val te brengen."
„Ja, verdraaid!" riep Gerrity met zijn
vuist op tafel slaande. „Hij schoot op
Garrison om hem te dooden en gooide
het pistool naar binnen om zijn vrouw
onder verdenking te brengen. Maar dat
is niet gelukt. Vermoedelijk wist hij,
dat ze vaak met Garrison in de biblio
theek was. Dat kwam prachtig uit, zij
alleen met hem en dan haar pistool,
\v«armee hij was doodgeschoten! We
komen er wel! Wc komen er! Als we
dien kerel hebben, dan is het geval op
gelost!"
„Niet te haastig, inspecteur", waar
schuwde Hand. „Vergeet Spitz en
Spawn vooral niet!"
Opeens zakte de opgetogenheid van
Gerrity tot nul.
„Ooh ja", kreunde hij bijna, maar
meteen weer opgewonden, vervolgde
hij: „Zeg, misschien zijn Spitz en Ab
bington wel eon en dezelfde persoon!"
„Ik hoop het", zei Hand. „Dat zou het
gemakkelijker maken. U hebt gelijk, in
specteur, de zaak heeft een keer geno
men. Laten we eens gaan kijken, hoe
ver dat zich uitstrekt!"
HOOFDSTUK VII
De beste plannen
De dag brak aan, toen we het bureau
van Hetherton verlieten. Ik zag, dat het
halfzeven was, toen we in de politie
auto stapten. We behoefden niet ver te
gaan. Om tien over halfzeven stonden
we voor den ingang in Avenue B dicht
bij de Zesde Straat, aan het door me
vrouw Abbington opgegeven adres.
„Boven zeker?" vroeg Gerrity lange
de donkere trap naar boven turend.
„F,en heel verschil tusschcn mijnheer
Abbington en zijn vrouwl"
Gerrity had voor een arrestatiebevel
gezorgd. Daarmee gewapend klom hij
strijdlustig de trap op. Wo kwamen op
een donker, kwalijk riekend portaal. Dc
nare etenslucht bracht me toch tot het
besef, dat we in lang niets gegeten
hadden. Na een 6nellen blik over de
deuren, die op het porlaal uitkwamen,
ging Gerrity met beslistheid naar een
deur en klopte aan. Dertig seconden
later werd ons door een stoeren kerel
opengedaan. Hij keek den inspecteur
ontstemd aan.
„Woont hier een zekere Abbington?"
Een lange dikke arm wees naar een
deur aan de andere zijde. Met een dof
gegrom liep Gerrity erheen en bonsde
op de deur. Na enkele seconden draai
de hij den deurknop om. De deur ging
epen en we traden binnen.
Het verblijf van Abbington was niet
eens sjofel; het was smerig. Eon ijze
ren ledikant, een wankele stoel, een ta
feltje en een scheefgezakte ladenkast.
Op tafel stond een leege flesch en een
glas. Daarnaast zagen we een briefje
liggen, waarop in potloodkrabbels
„Sam.... ben terug om zeven uur."
„Hm!" gTomde Gerrity. „Tegen dat hij
terugkomt, als dat ooit gebeurt, moet ik
weten, wat er in die kast en op deze
kamer is."
Drie laden waren zoo goed als leeg. In
de vierde lade snuffelde hij wat langer
en haalde er eindelijk een groot portret
uit te voorschijn. Ik zag, dat het een
portret was van een indrukwekkenden
man op. jaren.
„Dat portret ken ik geloof ik", zei Ger
rity, er strak naar kijkend. „Dat gezicht
komt me bekend voor."
„Dat zal wel", zei Hand. „Dat is wijlen
Arthur Abbington, de bankier. Drom
mels, zou die kerel dan zijn zoon zijn.
De oude heer zou zich in zijn graf om
draaien, als hij dit zag."
Hoofdschuddend keerde Hand naar de
tafel terug. Hij trok de tafellade open.
En daaruit haalde hij omzichtig een
automatisch pistool, kaliber twee en
dertig. Hij ging ermee naar het kale
venster.
„Als de vingerafdrukken op dit pistool
dezelfde zijn. als die op het ruitje van
de bibliotheek, dan neem ik aan, dat.
Abbington soms den naam Spitz voert"
„Sst! Stil!" waarschuwde Gerrity.
Buiten kraakten de traptreden. Éven
later werd er zachtjes aan de deur ge
klopt. Gerrity trok haar met een ruk
open. Op den drempel stond een ge
drongen, donkere man met een zwarte
tasch. Hij sperde zijn kleine oogen wijd
open en zijn ronde gezicht vertrok van
schrik.
„Ik wed, dat we daar Sam hebben," zei
Hand opeens. „Kom binnen; we zullen
de deur wel achter je dichtdoen."
De kleine man had andere plannen.
Hij draaide zich om. Gerrity greep hem
bij den schouder, trok hem de kamer
in en sloot de deur.
„Wat is er aan de hand, heeren?"
„Heet je Sam?" vroeg Hand.
Hij knikte van ja.
„Wat kom je hier doen?" vroeg Ger
rity onheilspellend. Sam slikte een paar
malen. „Ik kwam alleen voor meneer I
Abbington," jammerde hij. „Wat is er
aan de hand? Mag ik dan niet eena 1
„Wat zit er in die tasch?" snauwde
Gerrity.
„Niks, niks!" riep Sam angstig. „Sok
ken dassen, anders niks!"
„Laat kijken," gromde Gerrity, hem de
tasch afgrissend. Sam liet niet los. Hij
bleef slechts met moeite op de been en
eischte met veel woorden zijn eigendom
terug. Gerrity haalde een flesch uit de
tasch te voorschijn.
Sam kroop in zijn schulp. „Wel?"
vroeg hij bedeesd.
„Wel?" deed Gerrity hem na. „Jouw
leelijke stiekeme drankstoker. Je komt
hier net op den verkeerden tijd, is het
niet? Wat wil je met hem doen?" vroeg
hij aan Hand.
„Trap hem eruit!" gromde Hand.
„Neen, wacht even. Abbington zal wel
gauw terugkomen. Hij zou hem kunnen
waarschuwen. Hier!" Hij trok een muur
kast open. „Ga daarin, Sam!" beval hij
barsch.
„En neem die vervloekte tasch meel"
brulde do inspecteur. Hij duwde de tasch
met zooveel kracht tegen Sam's maag
aan dat deze hijna dubbel sloeg. „Voor
uit!" bromde hij. „Die jenever is bij jou
nvel veijig. Je zult hem niet opdrinken,
omdat je waarschijnlijk weet, wat erin
zit. En je mond houden, goed begre
pen?"
Hij sloeg de deur voor den neus van
den sidderenden leverancier van frau-
duleuzen drank dicht. Hand keek op zijn
horloge. „Bijna zeven uur. Als onze
vriend nu maar op tijd is!"
„Dat. zal wel," merkte Gerrity op. „Hij
zal zijn leverancier niet willen misloo-
pen."
(Wordt vervolgd)