kw<M LONDEN EN TOKIO LEZEN DE RAPPORTEN JAPAN HANDHAAFT DE EISCHEN SCHERPE CRITIEK VAN BRITSCH MINISTER WHITE BOOMEM ANDERE LEZING OVER POOLSCH INCIDENT JORDANA SEINT AAN CIANO JAPAN WENSCHT REGELING MET RUSLAND ZES DOODEN BIJ VLIEGONGELUK "W <W TOL cl Wvn|xo muKAilxA. TM-ip Ao.vv èui\iWkt Duitsche marine- vliegers gered WERKPLAATSCHEF DOOR KOELIE VERMOORD INDISCH ADVIES AAN Dr. COLIJN TOMATENSAUS HET RAADSEL VAN RIVERSIDE DRIVE Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 21 JULI 1939 TOKIO. 20 Juli (Donut) Anta heelt hedenmiddag rapport uitgebracht aan Hiranoema over zijn besprekingen niet Craigie. De beide staatslieden hebben vervol gens beraadslaagd over de Japanse he houding ten opzichte van het onderhoud van Vrijdag a.s. met den Britschen ambassadeur. Welingelichte waarnemers wijzen er op dat de Japansche regecring haar eischen handhaaft welke inhouden dat Tientsin feitelijk in de gevechtszone ligt en dat bijge volg militaire politieke economische en andere maatregelen noodzakelijk zijn voor succesvol militair optreden evenals voor het bestaan zelve van de Japansche expedi tietroepen hetgeen door Engeland erkend moet worden. Dezelfde waarnemers geloo- ven. dat de fapansche reveerinv geen duimbreed wiiken zal op dit' punt. welke tegen voorstellen door Engeland ook gedaan worden. Welke verzoeningsgezindheid ook moge worden getoond door Engeland op andere punten, aldus deze waarnemers, de besprekingen zullen mislukken tenzii Engeland deze fundamenteele Japansche eischen aanvaardt De diplomatieke correspondent van Reuter verneemt, dat de Britsche re geering thans het volledig versla* van ambassadeur Craicie over de besprekin gen met Arita bestudeert. Waarschijnlijk zullen de opmerkin gen der regeering vandaag aan Craigie worden geseind, zoodat de Britsche am bassadeur te Tokio, morgen zijn voorbe reidende besprekingen met Arita zal kunnen hervatten. Men verwacht, dat morgen een nieu we bespreking zal worden gehouden. De toestand te Tientsin Het comité voor anti-Britsche boy cotactie heeft concrete maatregelen uit gewerkt voor de organisatie van pos ten. die systeem moeten brengen in den boycot van Britsche goederen te Tient sin. Herartoema voor verster- 1 king van het antikomintern- pact De Japansche eerste minis ter, Hiranoema heeft vanmor gen een redevoering uitgespro ken in de openingsvergadering van de commissie voor Chi- neesche zaken, die vorig jaar is georganiseerd en welker verbindingsbureaux gevestigd zijn op de sleutelpunten in China gedurende Maart j.L Hiranoema liet zich in deze rede geestdriftig uit ten gun ste van een versterking van het antikominternpact. Sprekende over den internationalen toestand, de groeiende onrust en den steeds meer om zich .heen grijpenden bewapeningswedloop, iegde Hiranoema den nadruk op de noodzakelijkheid van het nemen van ruime maatregelen tot bescherming van de nationale veilig heid en de Oost-Aziatische stabiliteit Japan wenscht een krachtige samen werking met die buitcnlandsche mo gendheden. die begrip hebben voor den nieuwen toestand in Oost-Azie en goe den wil en vriendschap jegens Japan toonen. Vooral gevoelt Japan geestdrift voor een versterking van het antiko minternpact In het overige deel van zijn rede •prak Hiranoema over de bedoelingen van Japan in het Verre Oosten, die niet uitgaan naar een onder den voet loo- pen der belangen van derde mogend heden. voorts over de z.g.n. nieuwe orde en over de noodzakelijke samenwerking tusschcn Japan. Mandsjockwo en China Vertegenwoordiger van Dantziger Senaat zou ver ontschuldigingen hebben aangeboden WARSCHAU. 20 Juli. Van het in cident, dat zteh heden aan de grens tusschen de Vrije Stad en Polen heeft voorgedaan, geeft Havas de volgende lezing: Vandaag heeft zich een incident voor gedaan aan de Poolsch-Dantzigsche grens, waarbij een Poolsch grenswach ter door Dantzigers gedood is. Om tien uur overschreden bii Trzionski, een Poolschen douanepost gelegen op 30 M- van de grens bij Tozew, een Dantzigsch douaneambtenaar en twee nationaal socialisten de grens, drongen op Poolsch gebied door en doodden met een revol verschot den grenswachter Witold. die trachtte hen te arresteeren. De moorde naars vluchtten naar Dantzigsch gebied De Poolsche autoriteiten hebben een onderzoek geopend. Om 13 uur meldde zich een vertegenwoordiger van den Dantzigschen Senaat aan bij het Pool sche commissariaat generaal, waar hij verontschuldiging der Dantzigsche auto riteiten aanbood. De Dantzigsche mid- dagbladen trachtten het incident als van geringe beteekenis voor te stellen. Zij schrijven, dat de grenswachter slechts gewond werd. ROME. 20 Juli. (Stefani). De Spaan- sche minister van buitenlandsche za ken. Jordana. heeft een antwoord ge zonden op het telegram, dat Ciano bij vertrek uit Spanje aan hem had ge richt Jordana verklaart zich gelukkig te prijzen dat hü kennis heeft mogen maken met Ciano en dat hij met hem alle problemen heeft kunnen bespreken welke van belang zijn voor Italië en Spanje. Jordana voegt hieraan toe, dat Ciano kan rekenen op zijn oprechte mede werking voor alles, wat dienstig kan zijn voor de versterking der betrekkin gen tusschcn beide landen. Hij besluit met te verklaren dat hij er van over tuigd is, dat de Italiaansch-Spaansche samenwerking, zoo weldadig voor de orde en de bevordering van den vrede, zich steeds meer zal ontwikkelen, gelijk natuurlijk is tusschen landen, die teza men bloed vergoten hebben voor de erdediging der hoogste idealen. Bezorgdheid over conflict in de Noordelijke wateren De grensgeschillen TOKIO, 20 Juli (Havas). Uit welingelichte Japansche bron wordt vernomen, dat de Japansche regee ring bereid zou zijn de kwestie No- monhan aan de grens van Mandsjoe- kwo en Mongolië langs dipiomatie- ken weg te regelen volgens de ver leden jaar voor de kwestie van Tsjang Koe Feng goedgekeurde op lossing. Deze kwestie werd toen geregeld door neutraliseering en ontruiming door de beide partijen van het betwiste gebied en de benoeming van een gemengde commissie, welke belast werd met de vaststelling van de grens. De regeering zou aldus de zienswijze onderschrijven van het Japansche en Mandsjoerijsche leger, welks woordvoerder te Hsingking op 11 Juni heeft verklaard, dat Mands jockwo met genoegen bereid was alle voorstellen van Buiten-Mongolië voor de opening van onderhandelingen tot herstel van de kalmte te aanvaarden. Reuter meldt uit Tokio: De meeste schepen der Japansche ma rine bevinden zich thans in hun thuis havens, waar zij met ernstige bezorgd heid de onderdrukking gade slaan van de Japansche visschers >n de noordelij ke wateren en-van het personeel van de Japansche steenkolen- en petroleum- concessies in Noord-Sachalin door de sovjets. De Sovjetregeering aldus voegt de woordvoerder der Japansche admirali teit hier aan toe schijnt voornemens te zijn de met Japan gesloten concessie overeenkomsten met betrekking tot de teenkolenmijncn en oliebronnen Noord-Sachalin te verloochenen. Illegale immigratie in Palestina koop SUNLIGHT ZEEP EM NOOIT ZEEP VAN OMBEKENDE Zwitsersch vliegtuig neergestort BERN, 20 Juli. (D.N.B.) Van- middag is bij Constanz een passa giersvliegtuig van de „Swiss Air", dat op de lijn Zürich—Weenen loog, neergestort. De bestuurder, de radio-telegrafist, een employe der luchtvaartmaatschappij en 3 passagiers kwamen om het leven. Volgens de eerste aanwijzingen is het vliegtuig van de Zwitsersche Lucht vaartmaatschappij gevallen, toen de be stuurder. Ackerman, wegens motorde fect trachtte te landen. Omtrent het ongeluk van het vlieg tuig van de Swissair wordt nader ver nomen, dat even voor de Zwitsersche grens de linker motor weigerde, terwijl het toestel zich op 40 meter hoogte be vond. Do piloot poogde een noodlanding te maken op het vliegveld van Con stanz. doch slaagde hierin niet en bij den Rijn sloeg het toestel tegen den grond. De piloot van het verongelukte vlieg tuig is kapitein Walter Ackerman. Hij was sedert Maart 1927 in dienst van de Swissair en was sedert 1937 „lucht-mil- lionnair". Hij was 36 jaar oud. LONDEN. 20 Juli (Reuter). In het Lagerhuis is heden een debat over Pa lestina geopend. In zijn antwoord op gestelde vragen zeirie Macdonald dat tusschen 1 April en 24 Mei 1300 Joden in Palestina zijn gekoincn. In het half jaar. begonnen op 1 April, zijn in totaal 10.350 immigranten binnengekomen, het grootste quotum gedurende drie jaar. Sinds 21 Mei zijn 3507 clandestiene im migranten door de Engclsche patrouil les cn vaartuigen aangehouden. 500 tot 1000 illegale immigranten zijn onopge merkt binnengekomen en thans bevin den zich 4.000 menschen op schepen, die eveneens illegaal willen immigree- ren. Dit totaal van ongeveer 8.000 doet het quotum van legale immigranten, dat wij voor het nieuwe half jaar op het oog hadden, wegvallen, aldus de minister. Ongeveer 40 pet. der illegalen zijn niet afkomstig uit groot Duitsch- land, maar uit Polen en Roemenie en men raadt dezen menschen aan hun papieren over boord te werpen, zoodat zij, wanneer zij in Palestina aankomen, geen bewijzen hebben op grond waar van wij zouden kunnpn bewerken, dat zij weer in hun land van afkomst zou den worden opgenomen. Dezen houden een deel der joodsrhe vluchtelingen uit Midden Europa, die wij gaarne in Pa lestina zouden zien buiten dat land. Men heeft hier duidelijk te doen met een georganiseerde beweging, die ten doel heeft de immigratiewet- ten te breken en de politiek van het witboek te vernietigen. Dat is een toestand, waarin wij niet kunnen berusten. Het schenden der immi- gratiewetten schent een toestand in Palestina, die steeds ernstiger wordt. Het verweki groote onrust onder de Arabische bevolking en de aanstichters willen de Britsche regcering verdacht maken door twijfel te wekken aan haar oprechtheid bij de tenuitvoerlegging van de politiek van bet witboek. Deze illegale immigratie maakt de bit tere vijandschap tusschen de Arabieren en de Joden nog erger. De regeering-verlangt oprecht terug te kunnen keeren tot de legale immigratie wanneer zij de hulp kan krijgen van lien die in deze zaak de macht hebben om te helpen en verbetering brengen in dezen toestand, dan zal de re geering niet aarzelen een immigratie toe te laten tot het maximum, dat is vastge steld bij het witboek. „Ik verberg niet voor dit Huis, aldus zeide de minister verder „dat zij, die de grootste controle kunnen uitoefenen op de onwettige immigratie, de Joodsche leiders en het Joodsche volk zelf zijn. Indien zij het wcnschen, dan zouden zij in derdaad de onwettige immigratie aanmerkelijk kunnen beperken en wij vragen derhalve hun medewer king in deze". De minister merkte verder op, dat de Labour-afgevaardigde Williams heeft gevraagd of de vertegenwoordigers van het Joodsch Agentschap in Palestina verantwoordelijk zijn voor deze georga niseerde onwettigheid. Macdonald ant woordde hierop, dat hij niet zoover wil gaan. Men weet evenwel, dat er andere Joodsche autoriteiten zijn behalve het Joodsch Agentschap en er zijn vele af- deelingen in het Joodsch Agentschap daarbuiten. Hoewel het Joodsch Agentschap zelf, niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het organisee- ren van de onwettige immigratie, heeft het deze wel aangemoedigd in sommi ge verklaringen, welke het heeft gepu bliceerd en de Britsche regeering doet een beroep op de Joodsche autoriteiten en het Joodsche volk hieraan een einde te maken. OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN! Dank zij de activiteit van den K.L.M.-piloot Te Roller Naar het Handelsblad verneemt is de uit vijf koppen bestaande beman ning van het Duitsche marinevlieg tuig, dat, op de Noordzee, ongeveer 100 km. uit de Dcensche kust in nood verkeerde, gered, hetgeen mo gelijk was door de aanwijzingen van den Nederlandschcn K.L.M.-vlieger den heer G. J. C. te Roller. In een onderhoud dat het blad met den heer te Roller had, deelde deze om trent de redding het volgende mede: Om half twaalf was te Roller met de Dou glas D.C. 2 „Jan van Gent" van Schip hol gestart met bestemming Oslo. Omstreeks 1 uur toen de „Jan van Gent" boven de Noordzee ten westen van de Jutlandsche kust vloog, ving de radiotelegrafist van de Nederlandsche machine een bericht op van de Deen- sche zenders, volgens hetwelk een vlieg tuig op ongeveer 50 mijl buiten de Deensclu kust in nood verkeerde. In dit bericht werd tevens de positie van het in nood verkeerende toestel opgegeven. Onmiddellijk zette te Roller koers naar de plaats welke was aangegeven, als zijnde de plaats waar het wrak was te recht gekomen. Toen men boven deze plaats aankwam, bleek van het veron gelukte toestel niets te bekennen. Dit was voor te Roller echter geen aanlei ding om de onderzoekingen stop te zet ten. Na vrij langen tijd zoeken vond hij inderdaad op 100 km buiten de Dcensche kust d.w.z. precies 95 km buiten Hants- holmer het wrak van de Duitsche ma chine die daar blijkbaar een noodlan ding had gemaakt. Het was een tweemotorig drijver-vlieg tuig, waarschijnlijk voor lange afstand- verkenning. dat dwars op de ruwe zee lag. De golven beukten herhaaldelijk de vleugels zooals men van tfiet K.L.M.- vliegtuig uit kon zien. De bemanning van het toestel zat boven op de cockpit en zond lichtkogels naar boven, terwijl zij ook met lampen aan te Roller be richten door wilden seinen. Het was echter niet mogelijk aan boord van het K.L.M.-vliegtuig deze lichtseinen op te vangen. Toen hij eenmaal boven de plaats cirkelde waar de machine was neergekomen, heeft te Roller aan de Deensche zenders zijn positie gevraagd. Aan de hand hiervan konden zij dus beschikken over de plaat3 waar het wrak lag. Het K.L.M. vliegtuig kon na tuurlijk verder niets doen om de be manning van het Duitsche vliegtuig naar boven te halen, aangezien de K.L.' M. slechts met landmachines vliegt. Toch echter gaven de Nederlanders hun pogingen niet op om de Duitsche bemanning zoo spoedig mogelijk in vei ligheid te brengen. Visschers gewaarschuwd Dertig kilometer verder passeerde Te Roller een aantal Deensche visschers- schepen en toen hi] eenmaal boven de plek was gekomen waar de schepen la gen, heeft hij een bericht in Fransch en Duitsch in een zakje gedaan en dit zakje weer bevestigd aan een zwemvest. Daarop is de „Jan van Gent" naar be neden gedoken en heeft men het zwem vest met het bericht er aan naast een visschersboot laten vallen. Even duurde de spanning, doch toen ontvingen zij een teeken van de bemanning van de visschersboot, dat zij het bericht begre pen hadden. Van verschillende kanten waren inmiddels reeds booten naar het wrak gestuurd, doch later bleek, dat de visschers die Te Roller had gewaar schuwd. het eerst bij het vliegtuig wa ren en de bemanning konden overne men. Om 1 uur 's nachts werd hij op- ereheld in zijn hotel te Oslo, dat de be manning in veiligheid was. De andere schepen die naar het wrak waren geva ren om nog hulp te bieden, kwamen te laat aan. OOST-INDIË SEMARANG, 20 Juli. (Ane- ta). Vanmorgen heeft een koe lie een aanslag gepleegd op den chef van de werkplaats van de firma De Vries RobbéLindete- ves, den heer J- H. B. Wieche. De dader, zekere Kasmoe, was in dienst van een aannemer, en was vanmorgen ontslagen. Hij wachtte den beer Wieche op voor het kantoor van Lindeteves. waar deze per fiets passeerde. Met een grasmes bracht hij den heer Wieche een ern stige verwonding toe aan het dijbeen, waarvan de slagader werd doorgesla gen. Het bloedverlies van het slacht offer was zeer zwaar. De dader bleef na den aanslag staan, terwijl zijn slachtoffer bevis bloedend op den grond lag. Zonder moeite kon hij ge arresteerd worden. De heer Wieche. wiens gezin in Euro pa vertoeft, "as voornemens binnen kort met verlof te gaan. Kort na zijn aankomst in de C.B.Z. is de heer Wieche aan de verwondingen overleden. BATAVIA, 20 Juli. (Aneta). Het Bataviaasch NieuwsvJad bevat een „open brief aan den kabinetsformateur" waarin groote waardeering wordt uit gesproken voor de uitnoodigincr van „twee gewezen Indische landsdienaren van hooge reputatie" om deel uit te ma ken van het kabinet. In dit schrijven wordt echter, tevens de aandacht gevestigd op den oud-gou verneur-generaal Jhr. de Jonge en-,den oud-vice-president van den Raad van Nedorl.-Indië, dr. Meijor Ranneft. die eventueel in aanmerking zouden kun nen komen als respectievelijk minister van defensie en minister van koloniën. 'Met eenoemde twee gewezen Tndischs landsdienaren worden kennelijk hier bedoeld de heeren Bodenhausen en De Kat Angclino). rtlotoen. met VeLa/t ï&u/uJ' uhPistye OP HET BLIKJE VELERLEI KNAX-RECEPTEN FEUILLETON Naar het Engelseh van STANLEY HART PAGE 14> „Weet uw man er van af, dat mijn heer Garrison daarop heeft aangedron gen?" „Ja... ja... dat weet hij." „Is hij daarover gebelgd?" „J-ja Hetherton leunde voorover op zijn lessenaar in gespannen houding. „Mevrouw Abbington", vroeg hij op lakelijken toon, „wilt u zoo goed zijn ons mee te déelen. of uw man wel eens bedreigingen tegen mijnheer Garrison geuit heeft?" „Dat heeft hij nooit gedaan" ant woordde ze, den districts-attorney aan- Biende. „Anders zou Ik tiet u wel ver tellen." „Hij zou uw pistool wel bemachtigd kunnen hebben, niet waar?" „Dat weet ik niot. Het is niet onmo gelijk." Hetherton haalde een potlood te voor schijn, pakte een vel papier en keek mevrouw Ahbineton aan. „Hoe 1* de volledige naam van uw man en waar woont hij op het oogen- blik?" „Wallace Hyatt Abbington", ant woordde ze toonloos. „Ik heb hier zijn adres", vervolgde ze, een kaartje uit haar taschje halend, dat ze aan Hether ton overreikte. „Dank u, dat is genoeg", zei deze. „Neemt u me niet kwalijk", zei Hand, naar voren komend. „Als u cn mevrouw Abbington er niets op tegen hebben, zou ik nog een punt tot klaarheid wil len brengen. Is mevrouw een geregelde bezoekster van het huis van Garrison?" „O, ja zeker", antwoordde zij. „Bent u daar vaak in de bibliotheek geweest?" „Ja, zeker", antwoordde ze verbaasd. „U moet weten, dat mijnheer Gafrison erop stond, dat ik op de hoogte van mij geldmiddelen bleef. Hoewel hij mijn geld naar goeddunken beheerde, waar over ik maar al te blij was, stond hij er toch op, mij al mijn zaken uit te leg gen. Als hij iets voor me verhandeld had, nam hij me mee naar zijn biblio theek en legde me daar de zaak uit. Ik vond het trouwens prettig: het was heel interessant." „Dank u, mevrouw", zei Hand en gaf te kennen, dat hij niets meer te vragen had. „Verlangt u nog iemand van de ande ren te zien?" vroeg Hetherton aan Ger- rity en Hand. Ze keken elkaar aan. „Neen", antwoordde de inspecteur. „U moest ben maar laten weten, dat ze naar huis kunnen gaan." Hetherton vergezelde mevrouw Ab bington naar de wachtkamer. Even la ter keerde hij terug, sloot de deur ach ter zich en ging weer achter zijn les senaar zitten. „En"? vroeg hij vol ver wachting. „Wel, de zaak neemt nu een heel an deren keer", zei Gerrity. „We moeten zoo gauw mogelijk dien Wallace Ab bington zien te vinden. Wat denk je daar van. Hand?. „Mogelijk hebt u gelijk, inspecteur", gromde Hand. „Die kerel heeft natuur lijk door het drinken zijn verstand min of meer verloren. En dergelijke lui wil len hun val dan op hun naaste om geving wreken. Het is heel goed moge lijk, dat Abbington zich is gaan ver beelden. dat zijn vrouw en haar wel doener hebben samengespannen, om hem ten val te brengen." „Ja, verdraaid!" riep Gerrity met zijn vuist op tafel slaande. „Hij schoot op Garrison om hem te dooden en gooide het pistool naar binnen om zijn vrouw onder verdenking te brengen. Maar dat is niet gelukt. Vermoedelijk wist hij, dat ze vaak met Garrison in de biblio theek was. Dat kwam prachtig uit, zij alleen met hem en dan haar pistool, \v«armee hij was doodgeschoten! We komen er wel! Wc komen er! Als we dien kerel hebben, dan is het geval op gelost!" „Niet te haastig, inspecteur", waar schuwde Hand. „Vergeet Spitz en Spawn vooral niet!" Opeens zakte de opgetogenheid van Gerrity tot nul. „Ooh ja", kreunde hij bijna, maar meteen weer opgewonden, vervolgde hij: „Zeg, misschien zijn Spitz en Ab bington wel eon en dezelfde persoon!" „Ik hoop het", zei Hand. „Dat zou het gemakkelijker maken. U hebt gelijk, in specteur, de zaak heeft een keer geno men. Laten we eens gaan kijken, hoe ver dat zich uitstrekt!" HOOFDSTUK VII De beste plannen De dag brak aan, toen we het bureau van Hetherton verlieten. Ik zag, dat het halfzeven was, toen we in de politie auto stapten. We behoefden niet ver te gaan. Om tien over halfzeven stonden we voor den ingang in Avenue B dicht bij de Zesde Straat, aan het door me vrouw Abbington opgegeven adres. „Boven zeker?" vroeg Gerrity lange de donkere trap naar boven turend. „F,en heel verschil tusschcn mijnheer Abbington en zijn vrouwl" Gerrity had voor een arrestatiebevel gezorgd. Daarmee gewapend klom hij strijdlustig de trap op. Wo kwamen op een donker, kwalijk riekend portaal. Dc nare etenslucht bracht me toch tot het besef, dat we in lang niets gegeten hadden. Na een 6nellen blik over de deuren, die op het porlaal uitkwamen, ging Gerrity met beslistheid naar een deur en klopte aan. Dertig seconden later werd ons door een stoeren kerel opengedaan. Hij keek den inspecteur ontstemd aan. „Woont hier een zekere Abbington?" Een lange dikke arm wees naar een deur aan de andere zijde. Met een dof gegrom liep Gerrity erheen en bonsde op de deur. Na enkele seconden draai de hij den deurknop om. De deur ging epen en we traden binnen. Het verblijf van Abbington was niet eens sjofel; het was smerig. Eon ijze ren ledikant, een wankele stoel, een ta feltje en een scheefgezakte ladenkast. Op tafel stond een leege flesch en een glas. Daarnaast zagen we een briefje liggen, waarop in potloodkrabbels „Sam.... ben terug om zeven uur." „Hm!" gTomde Gerrity. „Tegen dat hij terugkomt, als dat ooit gebeurt, moet ik weten, wat er in die kast en op deze kamer is." Drie laden waren zoo goed als leeg. In de vierde lade snuffelde hij wat langer en haalde er eindelijk een groot portret uit te voorschijn. Ik zag, dat het een portret was van een indrukwekkenden man op. jaren. „Dat portret ken ik geloof ik", zei Ger rity, er strak naar kijkend. „Dat gezicht komt me bekend voor." „Dat zal wel", zei Hand. „Dat is wijlen Arthur Abbington, de bankier. Drom mels, zou die kerel dan zijn zoon zijn. De oude heer zou zich in zijn graf om draaien, als hij dit zag." Hoofdschuddend keerde Hand naar de tafel terug. Hij trok de tafellade open. En daaruit haalde hij omzichtig een automatisch pistool, kaliber twee en dertig. Hij ging ermee naar het kale venster. „Als de vingerafdrukken op dit pistool dezelfde zijn. als die op het ruitje van de bibliotheek, dan neem ik aan, dat. Abbington soms den naam Spitz voert" „Sst! Stil!" waarschuwde Gerrity. Buiten kraakten de traptreden. Éven later werd er zachtjes aan de deur ge klopt. Gerrity trok haar met een ruk open. Op den drempel stond een ge drongen, donkere man met een zwarte tasch. Hij sperde zijn kleine oogen wijd open en zijn ronde gezicht vertrok van schrik. „Ik wed, dat we daar Sam hebben," zei Hand opeens. „Kom binnen; we zullen de deur wel achter je dichtdoen." De kleine man had andere plannen. Hij draaide zich om. Gerrity greep hem bij den schouder, trok hem de kamer in en sloot de deur. „Wat is er aan de hand, heeren?" „Heet je Sam?" vroeg Hand. Hij knikte van ja. „Wat kom je hier doen?" vroeg Ger rity onheilspellend. Sam slikte een paar malen. „Ik kwam alleen voor meneer I Abbington," jammerde hij. „Wat is er aan de hand? Mag ik dan niet eena 1 „Wat zit er in die tasch?" snauwde Gerrity. „Niks, niks!" riep Sam angstig. „Sok ken dassen, anders niks!" „Laat kijken," gromde Gerrity, hem de tasch afgrissend. Sam liet niet los. Hij bleef slechts met moeite op de been en eischte met veel woorden zijn eigendom terug. Gerrity haalde een flesch uit de tasch te voorschijn. Sam kroop in zijn schulp. „Wel?" vroeg hij bedeesd. „Wel?" deed Gerrity hem na. „Jouw leelijke stiekeme drankstoker. Je komt hier net op den verkeerden tijd, is het niet? Wat wil je met hem doen?" vroeg hij aan Hand. „Trap hem eruit!" gromde Hand. „Neen, wacht even. Abbington zal wel gauw terugkomen. Hij zou hem kunnen waarschuwen. Hier!" Hij trok een muur kast open. „Ga daarin, Sam!" beval hij barsch. „En neem die vervloekte tasch meel" brulde do inspecteur. Hij duwde de tasch met zooveel kracht tegen Sam's maag aan dat deze hijna dubbel sloeg. „Voor uit!" bromde hij. „Die jenever is bij jou nvel veijig. Je zult hem niet opdrinken, omdat je waarschijnlijk weet, wat erin zit. En je mond houden, goed begre pen?" Hij sloeg de deur voor den neus van den sidderenden leverancier van frau- duleuzen drank dicht. Hand keek op zijn horloge. „Bijna zeven uur. Als onze vriend nu maar op tijd is!" „Dat. zal wel," merkte Gerrity op. „Hij zal zijn leverancier niet willen misloo- pen." (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 2