NIEUWE PERSOONLIJKHEDEN
in het nieuwe kabinet
Na aanrijding ging de
dader naar een café....
Zij, die
Prof, dr. B. J. O
Schrieke
Prof. ir.I.P. de Vooys
Dr. ir. M. H. Damme
C. W. Bodenhausen
C. van den Bussche
Jhr. O. C. A.
van
Lidth de Jeude
Mr. J. A. de Visser
NA AMSTERDAM
HAARLEM
MOTORRIJDER
VERDRONKEN
Een der overlevende kinderen
ook in levensgevaar
GLADDE WEG:
Twee gewonden bij
autobotsing
Koninklijke paleizen
op de film
blijven:
Aanwinsten voor
gemeentemuseum
te Den Haag
3e BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 25 JULI 1939
PROF. dr. B. J. O. Schrieke is 18
September 1890 te Zandvoort ge
boren. Hij genoot gymnasiaal on
derwijs te Kampen, waarna hij in Lei
den in de taal en letterkunde van den
Oosterschen archipel ging studeeren.
In 1916 is hij cum laudc gepromoveerd
tot doctor in de Oostcrsche letteren op
een proefschrift, getiteld: „Het boek
van Bovang."
In hetzelfde jaar werd hij taaiambte
naar aan het kantoor voor inlandsche
zaken te Batavia, in 1920 adjunct-advi
seur voor inlandsche zaken. Sinds 1917
was hij lid van de directie van het Ba-
taviaasch genootschap, hij was toen
reeds belast met het toezicht op de
ethnografisehe verzameling van het
museum van dit genootschap.
In 1924 is dr. Schrieke benoemd tot
hoogleeraar voor de volkenkunde en de
sociologie aan de in dit jaar opgerichte
Rechtshoogeschool. In 1926 vertegen
woordigde hij de regcering op het Pan-
pacific Congress te Tokio. In 1927 be-
Prof. dr J B O Schrieke
noemde de regeering hem in de com
missie van onderzoek naar de onrust
onder de bevolking van Sumatra's
Westkust. In 1928 volgt zijn benoeming
tot directeur van het departement van
onderwijs en eeredienst, in welke func
tie hij tot 1935 werkzaam is geweest.
Na zijn pensionneering in 1936 werd
prof. Schrieke op 12 November door den
.Amsterdamschen gemeenteraad be
noemd tot buitengewoon hoogleeraar in
de koloniale volkenkunde als opvolger
van vvijlen prof. J. C. van Eerde. Sinds
1938 is prof. Schrieke tevens directeur
van de afdecling volkenkunde van het
Koloniaal Instituut.
Prof. Schrieke, die een broer is van
den Leidschcn hoogleeraar mr. J. J.
Schrieke, is Ridder in de Orde van den
Nederlandschen Leeuw.
Hij is correspondcerend lid van de
.Anthropologische Gesellschaft. te Wee-
ncn, correspondent voor de Koninklijke
Academie voor Wetenschappen. Veel
wetenschappelijke arbeid is van zijn
hand verschenen.
PROF. ir. I. P. de Vooys is 3 Fe
bruari 1875 te Gouda geboren. Na
de Hoogere Burgerschool in zijn
geboorteplaals te hebben doorloopen
studeerde hij aan de Polytechnische
.school te Delft. In 1896 verkreeg hij het
diploma van werktuigkundig ingenieur.
Van 1S961S99 was hij eerst adjunct
inspecteur en daarna inspecteur van
den arbeid achtereenvolgens te Breda,
Arnhem, Deventer en 's-Gravonhago.
Prof. 1. P. de Vooys
Van 19091917 was hij gewoon hoog
leeraar en van 1918—1930 buitengewoon
hoogleeraar in de mechanische techno
logie aan de Technische Hoogesch'ool te
Delft. Van 19111923 was prof. de
Vooys voorzitter van het Koninklijk Na
tionaal Steuncomité en van 19171930
directeur der Nederlandsche Maat
schappij tot Ontginning van Steenko-
lenvclden, later de N.V. Mijnbouw ge
naamd.
Sinds 1930 is prof. de Vooys directeur
van de Algemeene Kunstzijde Unie te
Arnhem en sinds 1933 voorzitter van
den Economischen Raad.
Van zijn publicaties kunnen genoemd
Worden: „Leerboek der Mechanische
technologie", geschreven in samenwer
king met prof. L. A. van Royen, dat in
1911 verscheen en in 1928 een 5en druk
beleefde; „Socialisatieproblemen" in
1920; „Techniek en Maatschappij" 1921;
„Duurte en Duurte-bostrijding" 1922:
„Technisch-Ekonoinische grondslagen
der Steenkolenmijn-industrie" 1926; „De
bloei eener Onderneming" 1927; „Het
sociaal Karakter eener Onderneming"
1929 en redactioneele bijdragen, tus-
6rv!cn on tijdschrift
„Te Reweging".
Verder schreef prof. de Vooys ver
schillende gedichten: „Van de 'Armen"
1903; „Achter de taak" 1928 en tijd-
schriféartikeleo deels onder het psydo-
niem van J. Molenmaker of G. Burger.
Prof. de Vooys is ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw en
commandeur in de Orde van Oranje-
Nassau.
DR. ir. M. H. Damme is 16 Novem
ber 1876 te Breda geboren. Na aan
de H.B.S. te Arnhem eindexamen
te hebben gedaan studeerde hij aan de
Polytechnische school tc Delft.. Ilct di
ploma voor werktuigkundig ingenieur
behaalde de heer Damme in 1S98, waar
na hij een aanstelling als ingenieur bij
do Staatsspoorwegen op Java kreeg. Na
de verschillende rangen te hebben door
loopen volgde de heer Damme in 1913
ir. H. F. van Stipriaan Luiscius op als
hoofd van de Staatsspoor- en Tramwe
gen in Ned.-Indië. Na een onderbreking
van 2 jaar (1919—1921), toen dc heer
Damme een particulier bedrijf leidde,
de olicfabrick Insulindc, keerde hij in
gouvernementsdienst terug en wel als
gedelegeerd lid van de Semarangsche
spoorwegcommissie met tot taak een
oplossing te vinden voor het vraagstuk
der spoor- en tramlijnen te Semarang,
die aanvaardbaar zou zijn voor de be
langen van overheid en die van parti
culieren. De heer Damme vond do op
lossing en kreeg toen een nieuwe taak.
Als voorzitter van de salariscommissie
voor burgerlijke landsdienaren ont
wierp hij een herziening dier bezoldi
gingen. Na een bespreking in Neder
land met den toenmaligen minister van
koloniën, den heer S. de Graaff, Jjeerde
de heer Damme naar Indië terug om
het ontwerp als regeeringsge\*olmach
tigde in den Volksraad te verdedigen.
De raad aanvaardde het ontwerp en de
heer Damme ging na 25 tropenjaren
met pensioen.
Lang heeft de heer Damme van zijn
otium niet genoten, want in 1925 werd
hij directeur-generaal dor P.T.T., welke
staatsbedrijf hij tot heden met groote
energie en succes heeft geleid.
Sinds 1935 is de heer Damme ecrc-lid
en vice-president van het Koninklijk
Instituut voor Ingenieurs en voorzitter
van de Vereeniging Ncderlandsch Fa
brikaat. In 1938 promoveerde hij tot
doctor honoris causa in de technische
wetenschappen aan de Technische Hoo-
geschool te Delft. Hij is lid van den
raad van bestuur van de K.L.M.
De heer Damme is ridder in do Orde
van den Nederlandschen Leeuw; com-1
mandcur in de orde van Oranje Nas-
lr. M. H. Damme
sau, commandeur in de orde van den
Nijl* en groot-officier in de Kroonorde
van België.
tionalo vereeniging voor financieel en
fiscaal recht werd opgericht, aanvaard
de de heer Bodenhausen het voorzitter
schap dier vereeniging. In die hoeda
nigheid opende hij het congres voor be-
lastingwctcnschap, dat zoojuist te Schc-
veningen, onder presidium van prof.
Bruins, is gehouden.
De heer Bodenhausen is Ridder in
de Orde van den Nederlandschen
Leeuw en Commandeur in de Orde van
Oranje-Xassau.
DE heer C. van den Bussche, die
Maart 1881 te Bergen op Zoom is
geboren, heeft een merkwaardigen
en ecrvollen loopbaan gevolgd. Aanvan
kelijk voor dc houtvesterij bestemd,
werd hij daartoe te Wageuingcn opge
leid. In 1905 ging hij als aspirant-hout
vester naar Nederlandsch-Indië. Eerst
in Semarang geplaatst, daarna te Chc-
ribon, kwam hij in Buitenzorg, waar hij
in 191S tijdelijk ter beschikking werd
.gesteld van den directeur van land
bouw, nijverheid en handel.
C- van den Bussche
In 1919 kwam hij aan financiën. Na
secretaris van de bezuigingscommissie
en thesaurier te zijn geweest, werd hij
in 1926 thesaurier-generaal en nog in
hetzelfde jaar directeur van financiën.
In 1933 werd hij lid van den Raad van
Nederlandsch-lndic en in 1936 vice-pre
sident van dien Raad. Met ingang van
21 November van het vorige jaar is
hem, op zijn verzoek, eervol ontslag uit
's lands dienst verleend, onder dankbe
tuiging voor de zeer gewichtige gedu
rende vele jaren aan den lande bewe
zen diensten.
Evenals de verdiensten van den heer
Bodenhausen zijn ook dc merites van
den heer van den Bussche. voorname
lijk als financier, alom erkend. De lieer
van den Bussche is Ridder in de Orde
van den Nederlandschen Leeuw
Groot-officier in cfe Orde van Oranje-
Nassau.
Verder is hij Commandeur in de orde
van den Witten Olifant van Siam en
drager van het Kruis van verdienste
met de Ster van de Orde van den Duit-
schen adelaar.
DE heer C W. Bodenhausen is 24
Juni 1869 te Leeuwarden geboren
en is dus 70 jaar oud.
Na eindexamen H.B.S. te hebben ge
daan wijdde hij zich aan de studie van
belastingambtenaar. In 1S91 werd hij
surnumerair der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen; in 1895 ont
vanger; in 1896 adjunct-inspecteur en
in 1899 inspecteur.
Van den rijksdienst ging de heer Bo
denhausen in 1914 over naar don ge
meentelijken dienst van de hoofdstad,
want in dat jaar werd hij benoemd tot
directeur der gemeente-belastingen te
Amsterdam. Tot 1921 bekleedde de heer
Bodenhausen deze functie, waarna hij
directeur van financiën in Nedcr-
landsch-Indië werd. In 1929 benoemd
tot lid van den raad van Ncderlandsch-
Indic was hij van 1931—1933 vice-presi
dent van dit hooge college. Na zijn re-
patrieering vestigde de lieer Bodenhau
sen zich te Baarn. Bij herhaling deed
de regcering een beroep op zijn kennis
en ervaring als belastingdeskundige
door he pi tot voorzitter van verschillen
de ministericolc commissies te benoe
men, o.a. leiddo hij de werkzaamheden
van het commissoriaal onderzoek in
zake het complex van nieuwe belasting-
ontwerpen, die nog niet door de Sta-
len-Generaal zijn behandeld.
Toen nu ongeveer anderhalf jaar ge
leden in het Vredespaleis de interna-
C. W. Bodenhausen
JHR. IR. O. C. A. VAN LIDTH DE
JEUDE, werd op 7 Juli 1SS1 te Tiel
geboren, bezocht de H.B.S. en stu
deerde te Delft. In 1903 trad hij in dienst
van den rijkswaterstaat. Onder zijn lei
ding werd het kanaal 's-IIertogenbosch-
Drongelen gegraven. In 1909 nam hij
verlof om naar Curasao te gaan voor
het ontwerpen van een nieuw haven
plan.
Hij was in den Waterstaat reeds een
bekend man, toen in 1913 zijn relatie
ontstond met de Nederlandsche Maat
schappij van Havenwerken. De Chinee-
Jhr. ir. O. C. A. van Lidth
de Jeude
sche autoriteiten verzochten om een be
kwaam ingenier voor het ontwerpen
van een havenplan te Chcfoe. Terstond
verzocht de directie ir. van Lidth de
Jeude deze opdracht te willen aanvaar
den. Godurendo een verlof van een jaar
heeft hij een plan gemaakt, dat direct
werd goedgekeurd en ter uitvoering aan
do Nederlandsche Maatschappij werd
opgedragen. Jhr. van Lidth de Jeude is
toen in dienst dezer maatschappij geble
ven en werd in 1919 tot medelid der
directie benoemd. Daarna zijn nog vele
reizen gevolgd, naar het Verre Oosten,
Ned.-Indië, Portugal enz.
Op politiek gebied bekleedt do heer
van Lidth de Jeude, ondervoorzitter van
dc Liberale Staatspartij, verscheiden
functies. Hij heeft zitting gehad in den
gemeenteraad van Baarn, in de Provin
ciale Staten en is lid van de Tweede
Kamer.
In het kabinet, dat in 1937 moest af
treden. was hij als minister van Water
staat een der krachtigste figuren, van
wien velen het betreurden, dat hij zijn
belangrijken aiibeid moest afbreken*
MR. J. A. dc Visser is een zoon van
wijlen den ouds-minislcr van on
derwijs, dr. J. Th. de Visser cn is
evenals zijn vader dit was, dc Chr. Hist,
beginselen toegedaan- Hij is te Lcusden
geboren in 1883, bezocht dc gymnasia
te Amsterdam en Tiel, studeerde aan
de Ut r e c h t s c h e universiteit in de
rechten en promoveerde in 1909. Zijn
ambtelijke loopbaan begon hij als ad
junct-commies aan het departement
van koloniën. Vervolgens trad hij in
rechterlijke loopbaan als ambtenaar
van het Openbaar Ministerie te Assen.
Na in die functie naar Amsterdam te
zijn overgeplaatst, kwam hij te Assen
terug, thans als substituut officier van
justitie. Van 1920 af was hij gedurende
tien jaren substituut-officier van justi
tie te Rotterdam.
In 1930 werd hij benoemd tot advo
caat-generaal bij het gerechtshof te
's-Gravenhage. Van 19:15 af treedt hij op
als procureur-generaal bij het gerechts
hof te Arnhem. Ook in het politieke le
ven heeft mr. de Visser een rol ge
speeld. Gedurende zeven jaren was hij
lid van den raad van Rotterdam, gedu
rende acht jaren lid van de Provin
ciale Staten van Zuid-I-Iolland en kor
ten tijd lid van den Haagschen raad.
Ook was hij voorzitter van den Chr.
Hist. Kamerkieskring Rotterdam.
Dc heer De Visser is ridder in de
Orde van den Nederlandschen Leeuw.
HAARLEM, 24 Juli. Haarlem is
na Amsterdam de tweede stad, waar de
Nederlandsche Spoorwegen thans een
inlichtingenbureau hebben gevestigd.
Het nieuwe kantoor, dat naast den in
gang van het stationsgebouw is gelogen,
werd hedenmiddag officieel geopend
door den burgemeester van Haarlem,
dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk.
die in zijn toespraak o.a. zeide, dat
bewondering voor de Spoorwegen vroe
ger vaak gemengd is geweest mei
schroom, omdat het bedrijf wel bereid
was diensten te bewijzen aan het pu
blick, maar een eigen opvatting had
van do wijze, waarop dit moest geschie
den. Thans is echter deze schroom totaal
verdwenen, want er is nieuw leven in
het bedrijf gekomen, dat thans blijk
geeft van een groote en gezonde vitali
teit. Namens de directie van de Neder
landsche Spoorwegen voerde de heer
W. C. Wolterbeek, chef van de commer-
cieele afdeeling, het woord, die verklaar
de, dat het succes van het verleden
week geopende inlichtingenbureau in
Amsterdam overweldigend is. Hij hoop
te, dat het kantoor in Haarlem eveneens
in een behoefte zou voorzien. Voorts is
nog gesproken door C. R. T. baron
Krayenhoff namens het A.N.V.V., die
zijn erkentelijkheid uitsprak voor de
uitstekende samenwerking met de spoor
wegen.
SMILDE, 24 Juli. Toen de veertig
jarige winkelier L. Vos te Smilde, per
motorfiets te Kloosterveen nabij Smilde
een voor hem rijdenden melkwagen
wilde passeeren, botste hij tegen een
hem tegemootrijdendc personenauto,
met het gevolg, dat hij in de Drcnt-
sche Hoofdvaart terecht kwam. De
chauffeur van de auto sprong hem
direct na en bracht hem op het droge,
waar bleek, dat hij overleden was. Het
motorrijwel werd geheel vernield. De
politie stelt een onderzoek in.
HET VERKEERSDRA MA BIJ EINDHOVEN
EINDHOVEN 24 Juli. Om-
trent het verkeersongeluk op den
Geldropschenweg te Eindhoven,
kunnen wij nog mededeelen, dat
de dronken chauffeur hedenmor
gen, na verhoor door de politie,
op vrije voeten is gesteld. Hij
bleek inderdaad, nadat hij de aan
rijding had veroorzaakt, zonder
zich om het geval te bekommeren,
een nabijgelegen café bezocht te
hebben, waar de politie hem heeft
gearresteerd.
Omtrent den toestand van de slacht
offers, die in het St. Josephziekenhuis
zijn opgenomen, vernamen wij heden
middag, dat de moeder nog steeds be
wusteloos is en in levensgevaarlijken
toestand verkeert. Bij een der kinderen,
namelijk het oudste meisje, is ook een
schedelbasisfractuur geconstateerd, zoo
dat de toestand ernstiger is dan men
gisteravond vermoedde. Men vreest dan
ook voor haar leven. Het jongste meis
je, evenals de vader, maken het redelijk
wel. 1-Iet overleden meisje is zes jaar
oud en heette Hendrika Anthonia van
Eyk. Het oudste meisje, Anthonia Hen
drika Francisca is zeven jaar, terwijl
het jongste kind. Mathea Louisa, Maria,
bijna drie jaar oud is.
In den namiddag is vanwege de justi
tie sectie op het lijk verricht.
HET AUTEURSRECHT
VAN VERTALINGEN
Vereeniging „Nederlandsche
vertalingen" is met een
onderzoek bezig
's-GRAVENHAGE, 24 Juli. De Ver
eeniging „Nederlandsche Vertalingen"
hield in het Parkhotel haar zomerver
gadering.
De voorzitter deelde mede, dat het be
stuur besloten heeft eenmaal per jaar
!n het orgaan een lijst te publiceerén
an do wetenschappelijke vertalers, die
lid zijn van de vereeniging. Bovendien
zal er een lijst worden samengesteld
van wetenschappelijke werken, die door
leden vertaald zijn. Er is gebleken, dat
nog teveel bij vertalen alleen aan lite
rair werk gedacht wordt, terwijl toch
ook wetenschappelijk werk valt onder
de rubriek „werken van cultureelc
aarde" Daarom zal in de naaste toe
komst juist aan dit onderdeel speciale
aandacht worden geschonken.
Mr. H. Pfeffor, juridisch adviseur van
de vereeniging, is thans bezig met een
onderzoek naar de toestanden in ons
land op het gebied van het auteursrecht
van vertalingen. Hij verzoekt de leden
hem hun ervaringen op dit punt te wil
len mededeelen. De resultaten van dit
onderzoek, dat echter slechts kan sla
gen, indien hij over voldoende mate
riaal beschikt, zullen dan t.z.t. in het
orgaan worden gepubliceerd,
ARCEN (L.). 2A Juli. Te Has-
seltvelden kwam vanmorgen een
auto van het instituut „Stokers
horst" te Nederweert, komende uit
de richting Venlo, in botsing met
een uit do richting Nijmegen nade
rende auto, waarin ds..Reynders uit
Zuidwolde (Gr.) met vijf jongens en
een medepassagier waren gezeten.
In do eerste auto zaten drie passa
giers. Ds. Reynders kwam met den
'schrik vrij, de vijf jongens werden al
len licht gewond. De mede-passagier
echter en de bestuurder van de andere
auto werden ernstig gewond. Zij wer
den, evenals de beide andere heeren uit
Nederweert, die lichte verwondingen
opliepen, per ziekenauto naar Venlo
overgebracht. De overigen werden, na
ter plaatse te zijn verbonden, met een
vrachtauto naar Venlo vervoerd ter ver
dere behandeling.
Beide auto's waren op de tramrails
terecht gekomen, zoodat dc Maasbuurt
spoorweg niet kon passeeren.
Als vermoedelijke oorzaak van het
ongeluk wordt genoemd het slippen van
een der wagens tengevolge van het
natte wegdek.
Profilti vervaardigde een film, die
ook het interieur der palei
zen laat zien
's-GRAVENHAGE, 25 Juli. In ver
band met de op handen zijnde blijde ge
beurtenis in het Prinselijk Gezin stelt
de N.V. Profilti zich voor om, zooals
dat langzamerhand traditie is gewor
den een korte documentaire film in
circulatie te brengen, gewijd aan ons
vorstenhuis. Deze documentaire film
brengt de verschillende Koninklijke pa
leizen in beeld en geeft naast de be
schrijving van dc belangrijkste voor
werpen in korte trekken een histori
sche samenvatting van hun bouw.
H.M. de Koningin heeft haar welwil
lende toestemming aan Profilti ver
leend om niet alleen om, maar ook in
dc paleizen tc filmen en waar een en
ander samengevoegd is met de meest
treffende gebeurtenissen, die zich do
laatste jaren om deze paleizen hebben
afgespeeld, is een interessant geheel
ontstaan.
Dc opzet, om het publiek dat zijn
aandacht op de vorstelijke woningen
concentreert, bij een belangrijke gebeur,
tenis in het Koninklijk Huis nu ook
eens het inwendige van die paleizen tc
laten zien is volkomen gelukt.
Deze film zal van den dag der blij
de gebeurtenis af in de belangrijkste
theaters van Nederland worden ver
toond.
Dr. H. Colijn
Dr. J. JC. van Dijk
Mr. J. A. N. Paf ij n
H. van Boeyen
Afdeeling Moderne Kunst
aanzienlijk uitgebreid
's-GRAVENHAGE, 25 *uli. Zoo
wel door geschenken als door bruik-
leenon en aankoopen heeft, de afdee
ling Moderne Kunst van het Haag-
sche Gemeentemuseum in het eerste
halfjaar'een aantal aanwinsten ver
worven, aan welke thans in ver
schillende zalen plaats gegeven is.
Het betreft schilderijen van Akkerin-
ga (2), Artz, Bauer, G. A. Bilders, Breit-
,er, Gabriel (2), Isaac Israëls (4),Jong-
ind, do Josselin de Jong, Jacob Maris,
Hart Nibbrig en Jan Toorop (3).
Ten opzichto van enkele dezer
meesters zijn daardoor tot nu toe be
staande lacunen in hun vertegenwoordi
ging aangevuld, bijv. Van Artz, Bauer,
Hart Nibbrig, Toorop en de Josselin de
Jong.
Van deze gelegenheid is gebruik ge
maakt, om in de zoogenaamde wissel-
opsteling-zaal eenige groepen te vormen
n.l. van Akkerinea en Is. Israëls elk
met 8, Verster en W. de Zwart elk met 5
erken.
Op dc plaats van de Age d'Airain van
Rodin, ingezonden op de Amsterdam-
sche tentoonstelling, is een groote plels-
terstudie geplaatst van Rik Wouters,
,De Waschvrouw". In een der beneden-
kabinetten is een door aankoop verwor
ven marmer „De Relikiekistdrager" yan
George Minne opgesteld*