Juli-Augustus 1914: Begin van den Wereldoorlog Economische kwesties struikelblok in Tokio Gebrs. DIJKMAN Staatslieden schoten tekort HetCanadeesche leger in 3 jaar verdubbeld Uw Loodgieter Uw Electro Techn. Inst. Duitsche troepen trekken België binnen Anti-Britsche betoogingen in Japan Hetprobleemder neutraliteit van kleinere staten Fortmann Hehenkamp Markiezen Zonschermen Baltexgordijnen HET RAADSEL VAN RIVERSIDE DRIVE Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD MAANDAG 31 JULI 1939 U IJFENTWINT1G jaar is het geleden, dat in Europa de 'legers in beweging kwamen. Nog zijn de wonden niet geheeld, welke door den Wereldoorlog van 1914 tot 1918 in het politieke en het economische, in het sociale en het geestelijke leven der volkeren zijn geslagen. Desondanks is een herdenking van den Wereldoorlog pijnlijk actueel. Zijn de volkeren van Europa gelijk aan die vorsten- familie, van welke men zeide dat zij niets vergat en niets leerde? T^EDl-RLAND behoorde in 1914 tot de staten, welke als eersten tot een. mobilisatie besloten. Ook thans bestaat geen twijfel over den wil van het Nederlandscho volk om zijn vrijheid en onafhankelijkheid te verdedigen en te beschermen. Ons land kon tijdens den Wereldoorlog neutraal blijven, en het tracht ool< thans zieb te houden buiten de raeeningsverschillen en den strijd van leuzen ou belangen, welke Europa verdeeld houden. Zoo kan \anuit ons land wellicht met meer kalmte en bezonnenheid worden teruggezien op de droeve oorlogsjaren dan mogelijk is waar men gevallenen betreurt en terugdenkt aan dippe matcrieele ëllendg. ONHEILSPELLEND trokken de politieke onweerswolken samen boven Europa na den moord op den Oostenrijksch-Hon- gaarschen troonopvolger, aarts hertog Frans Ferdinand, en zijn echtgenoote te Serajewo op 28 Koning Albert van België, die tever geefs trachtte de neutraliteit van zijn land te verdedigen tegch de Duitsche invallers, dóch tenslotte de vreugde mócht'smaken zijn land weer .in vrij heid te rcgecren Juni 1914. Aandacht daarvoor hadden slechts weinigen. Frank rijk beleefde zijn Caillaux-affaire, Engeland bad eveneens een actueele herinnering te kampen met de Ieren. Vorsten waren op vacantiereizcn. de eenvoudige in woners van alle landen genoten van een zeldzaam mooi zomer weer- Tót dc laatste dagen van Juli TOEN kwamen, in kort tijdsbestek als donderslag na donderslag, de mobilisaties en de oor logsverklaringen, en de noodjottigste en verschrikkelijkste oorlog van alle tijden begon. Het einde daarvan bracht echter wel een overwinning, maar geen verbetering, en de bewapening der Europeesche staten in 1914 was slechts een zwakke schaduw .van het geen thans aan voorbereiding: tot den oorlog allerwege geschiedt Wanneer men aan den Wereldoor log, aan oorlogen in hét algemeen denkt, rijst terstond de vraag: wie draagt de schuld? Waarom kon de catastrophe niet worden voorkomen? Hetgeen uit de gepubliceerde officieele documenten kan worden opgemaakt, wijst in de richting van een collectie ve schuld. Onbetrouwbaarheid, roeke loosheid, onverantwoordelijkheid, over moedigheid. revanchezucht. naijver, men stuit er allerwegen op wanneer men de daden en uitingen der taais- lieden en legerleiders uit. die noodlotti ge dagen nagaat. Het vonnis, dat de historie over hen velt. luidt.: zij waren niet bij machte deze massale tragedie te voorkomen. Thans is er. gelukkig, toch aanlei ding tot hoop op behoud van den vre de, ondanks het stijgen der bewape ningen boven een in Juli 1914 onge dacht en welhaast ondenkbaar peil. Want thans zouden, naar men hopen mag, uit de volksmassa's niet juich kreten als „Naeh Parijs" en „A Ber lin" opstijgen. Thans is het streven van .vele leidende-staatslieden er o"p jre- riclit een oorlog te voorkomen, en zoo ee'higszfns mogelijk vóór het uitbreken van een catastrophe den weg te vinden naar ontwapening en welvaart, naar een billijke verdeeling van de rijkdom men der wereld en naar een vreedza me exploitatie daarvan. Hoe- gespan nen thans ook de verhouding tusschen vele staten moge zijn. voor de proble men en hun noodlottige consequenties heeft men nu een opener oog. dan in 1914 het geval was voor hetgeen toen de volkeren schiedde. ZOU de wereld thans een-.verheu gender aanblik toonen, wanneer men den Wereldoorlog had kun nen beëindigen door vredesplannen en bemiddelingspogingen, zooals herhaal delijk werd getracht, instede van dóör te vechten tot een definitieve overwin ning werd behaald? Ook deze vraag is veel gesteld, maar zij mist zin. Presi dent Wilson opperde dit denkbeeld te genover den Franschen ambassadeur te Washington: terugkeer naar dén status quo van Juli 1914 en vestiging van een rechtvaardiger orde in de Europeesche zaken dan toen bestond. De Fransche ambassadeur antwoordde slechts: Terugkeer naar 1914. goed, maar worden dan ook onze doóden weer tot leven gewekt? De Wereldoorlog, uitgebroken on danks de pogingen der staatslieden, die dezen oorlog niet wilden, om hem te verhinderen, vond een einde in den Aartshertog Frans Ferdinand van Oos tenrijk. wiens dood te Serajewo tenge volge van den moordaanslag door Prinzip de directe aanleiding vormde tot den Wereldoorlog vredé van Versailles.- Reeds tijdens de vredesonderhandelingen gingen gezag hebbende^ stemmen in het Geallieerde kamp op." dat deze vrede niet die orde ning in Europa bracht, welke moeilijk heden voor-de toekomst zou kunnen voorkomen-. Op de overmatige agres siviteit van den oorlog volgdo een agressieve vrede. Velen té Versailles was het er meer om -te doen; de overwonnen volkeren voor zoo lang mogelijken tijd te breken, dan., een waren vrede in Europa op te bouwen. Zoo ontstónd ook hier weer een collectieve schuld: de staatslieden van 191S waren niet bij machte, den waren duurzame» vrede, welken zij moesten estigep, inderdaad, tot stand te bren gen. Droevigst van al was het échec van president Wilson, wiens ideeën door het Amcrikaanschc Congres niet werden gedeeld, zoodat de Volkenbond zelfs zijn levensloop beginnen moest zonder den steun van de Vereenigde Staten. Aldus werd de vrede in de wereld niet stevig verankerd, en kwamen de geesten niet tot rust. Europa bleef {en prooi aan maohtswaan en -wraakzucht, aan sociale wanorde en niaterieelen nood.aan hóriger en revolutie. Eerst langzamer hand keerde rust en orde in ons we relddeel terug, maar het kwaad van den niet in waren vredeszin gefundeer- deri vrede na de ellende van den oorlog kon niet meer ongedaan worden ge maakt. Zoo groeiden weer de tegenstellingen, tot zij thans tot nieuwe en hevige span ningen hebben geleid. Hetgeen met Oos tenrijk en Tsjecho-Slowakije is geschied, en de ontwikkeling, welke de politiek sindsdien heeft genomen, 6chept een situatie, welke in vele opzichten herin nert aan de jaren vóór 1914. Er is geluk kig verschil, wij wezen er reeds op. On danks- de ongekend 6terke bewapening der staten, ondanks de toespitsing der tegenstellingen door ..assen", „blokken" en „fronten", ondanks de verscherping der ideologische tegenstellingen, mag men vertrouwen koesteren, dat de lei dende staatslieden van thans de fouten van 1914 zullen weten te vermijden. Zul len de feiten bewijzen, dat volkeren en staatslieden van Europa wèl in staat zijn uit de historie te lecren? Oud-minister Talma zeide in 1914: „Deze oorlog is door zelfontbran ding ontstaan". Het is de taak der staatslieden, dergelijke zelfontbran dingen te voorkomen, door opgesta pelde gevaarlijke brandstof tijdig uit den weg te ruimen. Zoo de herinne ring aan de jaren van 1914 tot 1918 aanleiding geeft tót één wensch, dan is het wel deze, dat de staats lieden van thans zich hun taak en hun verantwoordelijkheid allen zon der uitzondering bewust mogen zijn, hun taak en hun verantwoordelijk heid niet alleen tegenover eigen volk. maar tegenover de geheele menschheid. OTTAWA, 31 Juli. (Reuter). Vol gens een mededeeling aan de pers door het departement van defensie is de kfacht van. het Canadeesche leger de laatste drie jaar verdubbeld. Gestimu leerd door het bezoek van het Engclsche koningspaar is de aanwerving van re- cruten aanmerkelijk toegenomen. Krach tens het program voor den opbouw der defensie wordt dit jaar een recordbe drag uitgegeven aan de opleiding van recruten. v.h. Fa. KRAAYENEST BLOEMENDALSCHESTR. 9. TEL. 5571 Besprekingen over Chineesche zilvervoorraad te Tientsin wederom uitgesteld De eerste Duitsche troepen, welke den doortocht door België forceerden, mar- cheerenover de grens op Belgisch- grondgebied TOKIO, 31 Juli. (Domei). Het Japansche ministerie van bui- tenlandsche zaken heeft medege deeld, dat de bijeenkomst van de Britsch-Japansche ondercommis sie voor de economische kwesties, die vanochtend hadden moeten plaats vinden, is uitgesteld, ten einde beiden partijen de gelegen heid te laten verdere voorberei dingen te treffen. De besprekin gen in de hedenmiddag te houden voltallige conferentie zullen daar om beperkt blijven tot het politie- vraagstuk. De algemeene indruk is. dat het lót van de Britsch-Japansche besprekingen te Tokio bepaald zal worden door de eco nomische kwesties te Tientsin, met inbe grip van het uitleveren van het zilver in specie, dat bij de Chineesche banken in de Britsche concessie te Tientsin berust, on het. verbieden van de circulatie van de „Fapi" of Tsjoengking-dollar in de Britsche concessie, hetgeen door een on der-commissie wordt behandeld. Naar vernomen wordt, is de bijeenkomst van deze onder-commissie uitgesteld od ver zoek van beide partijen. Op de vraag of ook aan de autoriteiten van dc Fransche concessie zou worden verzocht, lvet bij de Cliineesche banken in deze concessie berustende zilver uit te leveren, heeft de woordvoerder van het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken geantwoord, dat Japan thans b.e. sprekingen voert met Engeland en dat hij niet. kon zeggen, of ook tot Frankrijk een verzoek tot overgave van het zilver zou worden gericht. Men meent te weten, dat. terwijl de Ja panners zich op het standpunt stelden, dat aan de economische kwesties voor rang moest worden gegeven hoven dé kwestie van de handhaving van orde en rust te Tientsin, de Britsche gedelegeer den er op aangedrongen hebben, dat de laatste kwestie bij de besprekingen te Tokio het eerst zou worden afgehandeld. Aangezien Vrijdag, toen de conferentie werd verdaagd, nog geen overeenstem ming was bereikt, zijn de economische' kwesties verwezen naar een commissie van'vier, waarvan inmiddels de bijeen komst hedenochtend is uitgesteld. Dp chef van de, Britsche politie in de nederzetting te Tientsin, Dennis, is per vliegtuig te Tokio aangekomen en zal vermoedelijk de ronde tafel-conferentie van de Britsche en Japansche vertegen woordigers bijwonen, welke te vier uur in den middag zal beginnen. Dezen Zondag zijn te Tokio twee anti-Britsche betoogingen gehouden, om de Engelschen aan te sporen hun politiek ten gunste van Tsjang Kai Sjek te laten varen. De Japansche politie heeft hedenochtend tijdens een geweldige anti-Britsche betoo ging voor de Britsche ambassade te Tokio verscheidene arrestaties ver richt. BELANGWEKKENDE OUDHEIDKUN DIGE VONDST IN ENGELAND LONDEN. 31 Juli. (Havasj. De Daily Mail meldt, dat oudheidkundigen te Sul- Ion Hoo nabij Ipswich (Suffolk) in de graftombe van een Angel-sakeischen ko ning een goud- en zilverschat hebben gevonden, waaronder een massief gou den helm, met, edelsteenen ingelegd. De waarde van deze vondst wordt op ccn millioen pond sterling gesteld. STOCKHOLM, 31 Juli. (Havas). In een rede te Stócka heeft de minister van buitenlandsche zaken. Sandier, de kwes tie van de Aalands-cilandcn behandeld. Hij zeide, dat de Zwcedsche regeering tot nu toe geen enkele beslissing heeft genomen, aangezien eerst besprekingen noodig zijn tusschen de regeeringen van Zweden en Finland. Verder heeft de Zweedsche regeering reeds geruimen tijd geleden de regeering van de Sovjet- Unie doen. weten, dat.zij geen andere maatregelen zal nemen, dan die, welke niet in strijd zijn met het handhaven van de strikte neutraliteit van de eilan den. Wat Finland betreft, zeide Sandler: ..Indien de groote mogendheden verkla ren, dat de maatregelen, welke zij wil len nemen, het doel hebben zekere kleine mogendheden te garandeeren te gen een aanval, dan spre&kt het van zelf. dat deze staten zelf een beslissend woord te spreken hebben, aangezien hun veiligheid een levenskwestie is voor henHoe kan een'neutraal land als Finland, dat buiten liet:.gebied der ge spannen verhouding ligt. het voorwerp zijn van een éénzijdige bescherming, tegen zijn wil? De Vvestelijke mogend heden moeten begrijpen, dat het ver trouwen in hun eerbied voor de onaf hankelijkheid der kleine staten voor langen tijd teniet, zou gaan, wanneer een dergelijke methode 'toegepast wordt orh hun „vredesfront op te bouwen". Buitenlandsch weeroverzicht Het depressiesysteem, waarvan de kern Zaterdag ten Westen van Schotland ge legen was. is gedurende, het afgeloopen weekend langzaam naar het. Noordoos ten getrokken en is daarbij iets opgevuld. Het storingsfront van deze depressie be- vondt zich Zaterdag over de Britsche eilanden. Hierin ontwikkelden zich tel kens nieuwe storingen, die Zaterdag in Engeland plaatselijk groote hoeveelheden regen brachten. Dit storingsfront heeft zich Zondag naar-onze omgeving bewo gen, en bereikte in het. begin van den middag ons land. Doordat zich over Frankrijk en België een nieuwe storing ontwikkelde, werd het front in zijn bewe ging eerst geremd, en. kwam het gedu rende dpn Zonddagmiddag niet. veel ver der. Daardoor kon.'het('zomenvarme weer in' ons land tóen blij yen aanhouden. In den avond passeerde het front ons land. Dc koele Iuchtmassas uit het Westen drongen zich onder de warme continen tale. lucht, welke snel. werd omhoogge tild. Dit. gaf aanleiding tot de zware on weersbuien van gisteravond. De afgetap te hoeveelheden neerslag waren in ons land zeer aanzienlijk. (De Bilt 27 mm, Vlissingen 24 mm). Vanmorgen zijn de koele luchtmassa.'s tot in Duitschland doorgedrongen. Het Azorenhoogedrukgebied heeft zich gehandhaafd. Het breidt zich thans in de richting van Frankrijk en.de Britsche eilanden uit. Ook ten noorden van IJs land bleef da luchtdruk hoog. Woninginrichters sedert 1899. LAR6ESTRAAT 63 TELEF. 3624 FEUILLETON Naar het Engelsch van STANLEY HART PAGE 22) ,,Zoo meteen komen er andere", glim lachte. Garrison. „Kom. Archie, ga nou zitten rn deuk er niet meer over!" - Spoedig verscheen een andere bedien de met eou blad cocktails. Flount had de gedrukte'spanning verbroken. Miss Dykeruan, naast me' gezeten, begon te babbelen over de vriendelijkheid van Garrison. Van haar vernam ik, dat hij, henallen had overgehaald, mee te gaan. om publiciteit tc onfloopen. liet gesprek geraakte goed op gang. Einde lijk kwam' de butler zeggen, dat er op gediend kon wórden. Ik keek op en zag. dat mevrouw Garrison juist wilde weggaan. Ze^'ond peeds op den drem pel en de knecht, die het ongeluk met Flaunt had gehad, hield' de portière Voor tiaar open. ..Een oogcnhlikje, Garry", riep ze tot haar man. „Ik moet pven iemand spre ken: ik hen zóó terug!" Met een glimlachje en een luchtig handgehaartje verdween ze de gang in. Ik schonk mijn aandacht weer aan miss Dykèman. die bezig was de voor dooien van liét leven in Californië op op te sommen. Ze was een innemend persoontje, niet erg gezond in haar re deneeringen, maar toch wel in staat, tenminste onder mannen, instemming met haar beweringen te verwerven. Na een poosje zag ik Garrison met ge fronste wenkbrauwen op zijn horloge kijken en de kamer verlaten. Eeh oogenblik later hoorde ik hem een schreeuw geven. Ik sprong overeind en blééf een oogenblik besluiteloos naar de portière staan kijken, die de gang aan mijn oog- onttrok. Daarop hoorde ik de. stem vaJi Garrison nogmaals. Ik rende de gang in. Bij de voordeur lag een man rug gelings op don looper bij de. voordcur.- Garrison over hem heengebukt, schud de hem bij de schouders heen. en weer. „lloynton! Boynton!" riephij, „Wat is hier gebeurd? Waar is mevrouw?" Blijkbaar was de man bewusteloos want hij verroerde zich niet. Mevrouw Abbington holde me lijkbleek voorbij en rende naar Garrison toe. „Hier", hijgde ze. in haar taschje zoekend. „Mijn reukzout!" Ten tweeden male speelde het.flacon- netje een rol in het drama. Garrison hield het onder den neus vgn Boynton. Ik zag toen. dat hét de man was, die de portière voor mevrouw Garrison had opgehouden. De anderen verdrongen zich er rondom heen. toen de sterke geuren Boynton weer terugbrachten tot het bewustzijn. Hij sloeg tenslotte de oogen op. Verbluft keek hij zijn meester aan. „Boynton!" riep Garrison. „Wat is er toch gebeurd?" „F.hehmeneer Garrison mompelde Boynton. „Ja, ja. wat is er toch gebeurd?" Nogmaals duwde Garrison het flacon netje onder den neus van Boynton. De man trok zijn hoofd terug en ging recht op zitten, voorzichtig zijn hoofd bevoe lend. „Meneer Garrison." zei hij verwij- wijténd. „Dat kan ik niet langer ver dragen.Eerst door mijnheer Flount órnvergoloopen worden en dan een klap óp mijn hoofd van een of anderen schurk! Ik zal werkelijk mijn dienst móeten opzeggen." „Loop naar. de maan met je opzeg gen," schreeuwde Garrison. „Waar is mevrouw?" Bóynfóri hleef zitten met de handen naast zich plat op den vloer. Versuft keek hij naar liet angstige gezicht van Garrison. Plotseling sperde' hij zijn oogen wijd open. Hij sprong overeind en zou' jfevallcn zijn als Garrison hem niet ■opgevangen- had. „Mevrouw Garrison?"-hijgde hij. „Ze moeten.haar ontvoerd hebbenI" „Wat?", riep Garrison. „Wat. zeg je me nou? Wie'hébben haar ontvoerd? Zeg óp, man!" .;Die kerels.- Eén hunner kwam aan de deuren vroeg .naar mevrouw, Tk zei. dat ze gasten had,, maar hij, bleef, aandrin gen. Hij gaf me zijn kaartje, om het haar te overhandigen." „Ja, dat-is zoo," kwam mevrouw Ab bington gejaagd értusschen. „Boynton is" mgt een .kaartje in den salon geko men.-Connie las het cn ging toen de gang in. Je weet toch wel. Garry, flat ze ons verzocht te wachten?" „Ja, ja," zei Garrison gejaagd. „Maar wat-is daarna gebeurd. Boynton?" De huisknecht streek met de hand over zijn voorhoofd. „Die man stond daar bi} de voordeur, meneer", zei hij schor. „Mevrouw ging naar hem toe en ik keerde naar dc pro visiekamer terug. Opeens riep mevrouw me terug. Toen ik naar haar toeging, zag ze er angstig uit. De, man verzeker de haar glimlachend, dat ze niet hang behoefde te zijn. En opeens sprong pen andere man naar binnen cn gaf me met een wapenstok een klap. Ik kon hem zóo gauw niet ontwijken, maar zag nog net, dat de andere mevrouw bij haar keel pakte. En toen werd ik, geloof ik, bewusteloos." „Groote goedheid!" kreunde Garrison. Ik trad naar voren. „Zeg eens, Boyn ton, wat was het voor iemand?" „Een gedrongen, stoere kerel, meneer. Gladgeschoren en voor 't uiterlijk 'n heer." „Waar is het -kaartje, dat hij je gege ven heeft?" Boynton keek rond. „Het lag op mijn blad, meneer", zei hij. „En hier ligt het blad, net, waar ik het heb laten vallen. En... hier is het kaartje." Hij hukte zich om ccn langwerpig kaartje op te nemen, maar was zoo dui zelig, dat hij wankelde. Ik bukte me en raapte het vlug op. „Henri Ardette", las ik. „Wie is dat?" „Dat is de eigenaar van een mode huis", antwoordde Garrison. „Mijn vrouw had een paar japonnen bij hem besteld." „Kom mee", riep ik. „Laten we kijken, of we huiten nog iets kunnen vinden." Ik rende de voordeur uit. Het was net zoo stikdonker ais in den moordnacht. We verspreidden ons naar alle rich tingen door den tuin. Ik vroeg me af, wat er van dc twee man, door Gerrity ter bpwaking van het huis van Garri son aangesteld, geworden was. Ik be greep echter al spoedig, dat we met in het wilde weg te zoeken, niet veel ver der zouden komen. F,n lerwijl ik daar over nog nadacht, naderde me een man uit dc duisternis. „Wel. wat denkt u er van?" vroeg hij. Ik herkende de ^tem van Henry King. „Meneer King", vroeg ik, „wat zoudt u doen. indien u een vrouw uit dit huis wilde ontvoeren?" „Groote goedheid!" riep hij uit. „Als ik neen, die is goed!" „Nou, dan zal ik u zeggen, wat ik doen zou. Ik zou haar niet door de voor- deur ontvoeren. De achterdeur is de meest logische weg; daar is het donker door al die struiken en de heggen langs het pad. Dan was het, alleen maar het risico van het oversteken van dat pad daar. Ongetwijfeld hebben ze daar een auto bij de hand gehad. Laten we eens gaan kijken, of we daar aan den ach terkant iets kunnen ontdekken." We draaiden ons om en holden langs het huis heen. „Garrison is op een agent uit", hijgde King onder het hollen, „en Flount belt binnen de politie op." Bij de poort gekomen zag ik. dat mijn veronderstelling juist was. Op het bree- de pad stond een groepje menschen en in hun midden een politieagent. Voor hem stond een boodschappenjon gen met drukke gebaren te praten en te wijzen naar het huis. King en ik renden de poort uit. De agent zag ons aanko men. „Hé daar, wat is hier eigenlijk aan de hand?" vroeg hij. „Iemand is ontvoerd... mevrouw Gar rison", legde ik hem haastig uit. „U houdt me toch niet voor den gek, wel?" „Geen denken aan! We moeten er ach ter zien te komen, of iemand haar ge zien heeft. De boodschappenjongen baande zich een weg naar ons toe. „Ik vertelde hem net, meneer, dat ik die dame gezien heb. Ze sleepten haar mee door dc poort en naar een auto, die hier tegen het trottoir stond. En wat. meer is. ik ken een van haar ontvoerders." „Wie was dat? Zeg gauw op!" De politieagent drong zich tusschen ons in. „Een oogenblik je", zei hij strijd lustig. „Ik zal dit zaakje wel behan delen!" Nijdig hield ik hem mijn penning voor zijn neus. „Ik zal hier wel orders ge ven", zei ik streng, baande me een weg door de aangroeiende menigte en riep een taxi aan. „Kom jongen! King! Agent, ja jij. ook! riep ik en ze kwamen naar de taxi toe. „King," sfap jij. met dien jongen nu in", beval. ik. „Agent, blijf op de treeplank staan en zorg, dat we door de drukte heenkomen. Waar woont die man ergens, jongrnensch?" „In hetzelfde huis. als ik", antwoordde de jongen met schrille stem. „Hij heeft daar, heter gezegd, de kelderruimte ge huurd." Hij gaf mij een nummer in de West- yijf-en-Zestigste straat op en ik beval den chauffeur er zoo hard mogelijk heen te rijden. Daarna stapte ik ook in. „En vertel nou eens, wie die man is", zei ik tegen den jongen, zoodra we onderweg wareii. „Dat weet ik niet, meneer", zei de jon gen. „Hij hepft den kelder.van het huis, waarin moeder en ik wonen, gehuurd. Hij en nog een man hebben hem op een of andere manier ingericht. Ik ben er eens ingegaan, maar ze gooiden me er meteen uit." „Beste jongen", zei ik. „Ik geloof, dat jij vanavond een flinke belooning zult verdienen." Onder het rijden krabbelde ik een briefje aan Hand. „Hier", zei ik, den jongen het briefje in dc hand duwend. „Als je ons het huls gewezen hebt, ga dan dadelijk dit be richtje per telefoon overbrengen. En als het nummer, dat ik opgeschreven heb, geen antwoord geeft,,bel dan meteen het hoofdbureau op en vraag naar inspec teur Gerrity. Als hij uit is. geef dan de boodschap maar aan dengene. dje je be antwoordt. over. Begrepen?" Hij scheen me slim genoeg om de boodschap goed over te brengen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 8