Juli-Augustus 1914:
Begin van den
Wereldoorlog
Economische kwesties
struikelblok in Tokio
Gebrs. DIJKMAN
Staatslieden
schoten
tekort
HetCanadeesche leger
in 3 jaar verdubbeld
Uw Loodgieter
Uw Electro Techn. Inst.
Duitsche troepen trekken België binnen
Anti-Britsche
betoogingen
in Japan
Hetprobleemder
neutraliteit
van kleinere staten
Fortmann Hehenkamp
Markiezen
Zonschermen
Baltexgordijnen
HET RAADSEL VAN
RIVERSIDE DRIVE
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 31 JULI 1939
U IJFENTWINT1G jaar is het geleden, dat in Europa de 'legers
in beweging kwamen. Nog zijn de wonden niet geheeld, welke
door den Wereldoorlog van 1914 tot 1918 in het politieke en het
economische, in het sociale en het geestelijke leven der volkeren
zijn geslagen. Desondanks is een herdenking van den Wereldoorlog
pijnlijk actueel. Zijn de volkeren van Europa gelijk aan die vorsten-
familie, van welke men zeide dat zij niets vergat en niets leerde?
T^EDl-RLAND behoorde in 1914 tot de staten, welke als eersten tot een.
mobilisatie besloten. Ook thans bestaat geen twijfel over den wil van het
Nederlandscho volk om zijn vrijheid en onafhankelijkheid te verdedigen en te
beschermen. Ons land kon tijdens den Wereldoorlog neutraal blijven, en het
tracht ool< thans zieb te houden buiten de raeeningsverschillen en den strijd
van leuzen ou belangen, welke Europa verdeeld houden. Zoo kan \anuit ons
land wellicht met meer kalmte en bezonnenheid worden teruggezien op de
droeve oorlogsjaren dan mogelijk is waar men gevallenen betreurt en terugdenkt
aan dippe matcrieele ëllendg.
ONHEILSPELLEND trokken
de politieke onweerswolken
samen boven Europa na den
moord op den Oostenrijksch-Hon-
gaarschen troonopvolger, aarts
hertog Frans Ferdinand, en zijn
echtgenoote te Serajewo op 28
Koning Albert van België, die tever
geefs trachtte de neutraliteit van zijn
land te verdedigen tegch de Duitsche
invallers, dóch tenslotte de vreugde
mócht'smaken zijn land weer .in vrij
heid te rcgecren
Juni 1914. Aandacht daarvoor
hadden slechts weinigen. Frank
rijk beleefde zijn Caillaux-affaire,
Engeland bad eveneens een
actueele herinnering te kampen
met de Ieren. Vorsten waren op
vacantiereizcn. de eenvoudige in
woners van alle landen genoten
van een zeldzaam mooi zomer
weer- Tót dc laatste dagen van
Juli
TOEN kwamen, in kort tijdsbestek
als donderslag na donderslag,
de mobilisaties en de oor
logsverklaringen, en de noodjottigste
en verschrikkelijkste oorlog van alle
tijden begon. Het einde daarvan bracht
echter wel een overwinning, maar
geen verbetering, en de bewapening
der Europeesche staten in 1914 was
slechts een zwakke schaduw .van het
geen thans aan voorbereiding: tot den
oorlog allerwege geschiedt
Wanneer men aan den Wereldoor
log, aan oorlogen in hét algemeen
denkt, rijst terstond de vraag: wie
draagt de schuld? Waarom kon de
catastrophe niet worden voorkomen?
Hetgeen uit de gepubliceerde officieele
documenten kan worden opgemaakt,
wijst in de richting van een collectie
ve schuld. Onbetrouwbaarheid, roeke
loosheid, onverantwoordelijkheid, over
moedigheid. revanchezucht. naijver,
men stuit er allerwegen op wanneer
men de daden en uitingen der taais-
lieden en legerleiders uit. die noodlotti
ge dagen nagaat. Het vonnis, dat de
historie over hen velt. luidt.: zij waren
niet bij machte deze massale tragedie
te voorkomen.
Thans is er. gelukkig, toch aanlei
ding tot hoop op behoud van den vre
de, ondanks het stijgen der bewape
ningen boven een in Juli 1914 onge
dacht en welhaast ondenkbaar peil.
Want thans zouden, naar men hopen
mag, uit de volksmassa's niet juich
kreten als „Naeh Parijs" en „A Ber
lin" opstijgen. Thans is het streven
van .vele leidende-staatslieden er o"p jre-
riclit een oorlog te voorkomen, en zoo
ee'higszfns mogelijk vóór het uitbreken
van een catastrophe den weg te vinden
naar ontwapening en welvaart, naar
een billijke verdeeling van de rijkdom
men der wereld en naar een vreedza
me exploitatie daarvan. Hoe- gespan
nen thans ook de verhouding tusschen
vele staten moge zijn. voor de proble
men en hun noodlottige consequenties
heeft men nu een opener oog. dan in
1914 het geval was voor hetgeen toen
de volkeren schiedde.
ZOU de wereld thans een-.verheu
gender aanblik toonen, wanneer
men den Wereldoorlog had kun
nen beëindigen door vredesplannen en
bemiddelingspogingen, zooals herhaal
delijk werd getracht, instede van dóör
te vechten tot een definitieve overwin
ning werd behaald? Ook deze vraag is
veel gesteld, maar zij mist zin. Presi
dent Wilson opperde dit denkbeeld te
genover den Franschen ambassadeur
te Washington: terugkeer naar dén
status quo van Juli 1914 en vestiging
van een rechtvaardiger orde in de
Europeesche zaken dan toen bestond.
De Fransche ambassadeur antwoordde
slechts: Terugkeer naar 1914. goed,
maar worden dan ook onze doóden
weer tot leven gewekt?
De Wereldoorlog, uitgebroken on
danks de pogingen der staatslieden, die
dezen oorlog niet wilden, om hem te
verhinderen, vond een einde in den
Aartshertog Frans Ferdinand van Oos
tenrijk. wiens dood te Serajewo tenge
volge van den moordaanslag door
Prinzip de directe aanleiding vormde
tot den Wereldoorlog
vredé van Versailles.- Reeds tijdens de
vredesonderhandelingen gingen gezag
hebbende^ stemmen in het Geallieerde
kamp op." dat deze vrede niet die orde
ning in Europa bracht, welke moeilijk
heden voor-de toekomst zou kunnen
voorkomen-. Op de overmatige agres
siviteit van den oorlog volgdo een
agressieve vrede.
Velen té Versailles was het er meer
om -te doen; de overwonnen volkeren
voor zoo lang mogelijken tijd te breken,
dan., een waren vrede in Europa op te
bouwen. Zoo ontstónd ook hier weer een
collectieve schuld: de staatslieden van
191S waren niet bij machte, den waren
duurzame» vrede, welken zij moesten
estigep, inderdaad, tot stand te bren
gen. Droevigst van al was het échec
van president Wilson, wiens ideeën
door het Amcrikaanschc Congres niet
werden gedeeld, zoodat de Volkenbond
zelfs zijn levensloop beginnen moest
zonder den steun van de Vereenigde
Staten.
Aldus werd de vrede in de wereld niet
stevig verankerd, en kwamen de geesten
niet tot rust. Europa bleef {en prooi
aan maohtswaan en -wraakzucht, aan
sociale wanorde en niaterieelen nood.aan
hóriger en revolutie. Eerst langzamer
hand keerde rust en orde in ons we
relddeel terug, maar het kwaad van
den niet in waren vredeszin gefundeer-
deri vrede na de ellende van den oorlog
kon niet meer ongedaan worden ge
maakt.
Zoo groeiden weer de tegenstellingen,
tot zij thans tot nieuwe en hevige span
ningen hebben geleid. Hetgeen met Oos
tenrijk en Tsjecho-Slowakije is geschied,
en de ontwikkeling, welke de politiek
sindsdien heeft genomen, 6chept een
situatie, welke in vele opzichten herin
nert aan de jaren vóór 1914. Er is geluk
kig verschil, wij wezen er reeds op. On
danks- de ongekend 6terke bewapening
der staten, ondanks de toespitsing der
tegenstellingen door ..assen", „blokken"
en „fronten", ondanks de verscherping
der ideologische tegenstellingen, mag
men vertrouwen koesteren, dat de lei
dende staatslieden van thans de fouten
van 1914 zullen weten te vermijden. Zul
len de feiten bewijzen, dat volkeren en
staatslieden van Europa wèl in staat
zijn uit de historie te lecren?
Oud-minister Talma zeide in 1914:
„Deze oorlog is door zelfontbran
ding ontstaan". Het is de taak der
staatslieden, dergelijke zelfontbran
dingen te voorkomen, door opgesta
pelde gevaarlijke brandstof tijdig uit
den weg te ruimen. Zoo de herinne
ring aan de jaren van 1914 tot 1918
aanleiding geeft tót één wensch,
dan is het wel deze, dat de staats
lieden van thans zich hun taak en
hun verantwoordelijkheid allen zon
der uitzondering bewust mogen zijn,
hun taak en hun verantwoordelijk
heid niet alleen tegenover eigen
volk. maar tegenover de geheele
menschheid.
OTTAWA, 31 Juli. (Reuter). Vol
gens een mededeeling aan de pers door
het departement van defensie is de
kfacht van. het Canadeesche leger de
laatste drie jaar verdubbeld. Gestimu
leerd door het bezoek van het Engclsche
koningspaar is de aanwerving van re-
cruten aanmerkelijk toegenomen. Krach
tens het program voor den opbouw der
defensie wordt dit jaar een recordbe
drag uitgegeven aan de opleiding van
recruten.
v.h. Fa. KRAAYENEST
BLOEMENDALSCHESTR. 9. TEL. 5571
Besprekingen over Chineesche zilvervoorraad
te Tientsin wederom uitgesteld
De eerste Duitsche troepen, welke den doortocht door België forceerden, mar-
cheerenover de grens op Belgisch- grondgebied
TOKIO, 31 Juli. (Domei).
Het Japansche ministerie van bui-
tenlandsche zaken heeft medege
deeld, dat de bijeenkomst van de
Britsch-Japansche ondercommis
sie voor de economische kwesties,
die vanochtend hadden moeten
plaats vinden, is uitgesteld, ten
einde beiden partijen de gelegen
heid te laten verdere voorberei
dingen te treffen. De besprekin
gen in de hedenmiddag te houden
voltallige conferentie zullen daar
om beperkt blijven tot het politie-
vraagstuk.
De algemeene indruk is. dat het lót
van de Britsch-Japansche besprekingen
te Tokio bepaald zal worden door de eco
nomische kwesties te Tientsin, met inbe
grip van het uitleveren van het zilver in
specie, dat bij de Chineesche banken in
de Britsche concessie te Tientsin berust,
on het. verbieden van de circulatie van
de „Fapi" of Tsjoengking-dollar in de
Britsche concessie, hetgeen door een on
der-commissie wordt behandeld. Naar
vernomen wordt, is de bijeenkomst van
deze onder-commissie uitgesteld od ver
zoek van beide partijen.
Op de vraag of ook aan de autoriteiten
van dc Fransche concessie zou worden
verzocht, lvet bij de Cliineesche banken
in deze concessie berustende zilver uit te
leveren, heeft de woordvoerder van het
Japansche ministerie van buitenlandsche
zaken geantwoord, dat Japan thans b.e.
sprekingen voert met Engeland en dat
hij niet. kon zeggen, of ook tot Frankrijk
een verzoek tot overgave van het zilver
zou worden gericht.
Men meent te weten, dat. terwijl de Ja
panners zich op het standpunt stelden,
dat aan de economische kwesties voor
rang moest worden gegeven hoven dé
kwestie van de handhaving van orde en
rust te Tientsin, de Britsche gedelegeer
den er op aangedrongen hebben, dat de
laatste kwestie bij de besprekingen te
Tokio het eerst zou worden afgehandeld.
Aangezien Vrijdag, toen de conferentie
werd verdaagd, nog geen overeenstem
ming was bereikt, zijn de economische'
kwesties verwezen naar een commissie
van'vier, waarvan inmiddels de bijeen
komst hedenochtend is uitgesteld.
Dp chef van de, Britsche politie in de
nederzetting te Tientsin, Dennis, is per
vliegtuig te Tokio aangekomen en zal
vermoedelijk de ronde tafel-conferentie
van de Britsche en Japansche vertegen
woordigers bijwonen, welke te vier uur
in den middag zal beginnen.
Dezen Zondag zijn te Tokio twee
anti-Britsche betoogingen gehouden,
om de Engelschen aan te sporen hun
politiek ten gunste van Tsjang Kai
Sjek te laten varen. De Japansche
politie heeft hedenochtend tijdens
een geweldige anti-Britsche betoo
ging voor de Britsche ambassade te
Tokio verscheidene arrestaties ver
richt.
BELANGWEKKENDE OUDHEIDKUN
DIGE VONDST IN ENGELAND
LONDEN. 31 Juli. (Havasj. De Daily
Mail meldt, dat oudheidkundigen te Sul-
Ion Hoo nabij Ipswich (Suffolk) in de
graftombe van een Angel-sakeischen ko
ning een goud- en zilverschat hebben
gevonden, waaronder een massief gou
den helm, met, edelsteenen ingelegd. De
waarde van deze vondst wordt op ccn
millioen pond sterling gesteld.
STOCKHOLM, 31 Juli. (Havas). In
een rede te Stócka heeft de minister van
buitenlandsche zaken. Sandier, de kwes
tie van de Aalands-cilandcn behandeld.
Hij zeide, dat de Zwcedsche regeering
tot nu toe geen enkele beslissing heeft
genomen, aangezien eerst besprekingen
noodig zijn tusschen de regeeringen van
Zweden en Finland. Verder heeft de
Zweedsche regeering reeds geruimen
tijd geleden de regeering van de Sovjet-
Unie doen. weten, dat.zij geen andere
maatregelen zal nemen, dan die, welke
niet in strijd zijn met het handhaven
van de strikte neutraliteit van de eilan
den.
Wat Finland betreft, zeide Sandler:
..Indien de groote mogendheden verkla
ren, dat de maatregelen, welke zij wil
len nemen, het doel hebben zekere
kleine mogendheden te garandeeren te
gen een aanval, dan spre&kt het van
zelf. dat deze staten zelf een beslissend
woord te spreken hebben, aangezien
hun veiligheid een levenskwestie is voor
henHoe kan een'neutraal land als
Finland, dat buiten liet:.gebied der ge
spannen verhouding ligt. het voorwerp
zijn van een éénzijdige bescherming,
tegen zijn wil? De Vvestelijke mogend
heden moeten begrijpen, dat het ver
trouwen in hun eerbied voor de onaf
hankelijkheid der kleine staten voor
langen tijd teniet, zou gaan, wanneer
een dergelijke methode 'toegepast wordt
orh hun „vredesfront op te bouwen".
Buitenlandsch weeroverzicht
Het depressiesysteem, waarvan de kern
Zaterdag ten Westen van Schotland ge
legen was. is gedurende, het afgeloopen
weekend langzaam naar het. Noordoos
ten getrokken en is daarbij iets opgevuld.
Het storingsfront van deze depressie be-
vondt zich Zaterdag over de Britsche
eilanden. Hierin ontwikkelden zich tel
kens nieuwe storingen, die Zaterdag in
Engeland plaatselijk groote hoeveelheden
regen brachten. Dit storingsfront heeft
zich Zondag naar-onze omgeving bewo
gen, en bereikte in het. begin van den
middag ons land. Doordat zich over
Frankrijk en België een nieuwe storing
ontwikkelde, werd het front in zijn bewe
ging eerst geremd, en. kwam het gedu
rende dpn Zonddagmiddag niet. veel ver
der. Daardoor kon.'het('zomenvarme weer
in' ons land tóen blij yen aanhouden. In
den avond passeerde het front ons land.
Dc koele Iuchtmassas uit het Westen
drongen zich onder de warme continen
tale. lucht, welke snel. werd omhoogge
tild. Dit. gaf aanleiding tot de zware on
weersbuien van gisteravond. De afgetap
te hoeveelheden neerslag waren in ons
land zeer aanzienlijk. (De Bilt 27 mm,
Vlissingen 24 mm). Vanmorgen zijn de
koele luchtmassa.'s tot in Duitschland
doorgedrongen.
Het Azorenhoogedrukgebied heeft zich
gehandhaafd. Het breidt zich thans in de
richting van Frankrijk en.de Britsche
eilanden uit. Ook ten noorden van IJs
land bleef da luchtdruk hoog.
Woninginrichters sedert 1899.
LAR6ESTRAAT 63 TELEF. 3624
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
STANLEY HART PAGE
22)
,,Zoo meteen komen er andere", glim
lachte. Garrison. „Kom. Archie, ga nou
zitten rn deuk er niet meer over!"
- Spoedig verscheen een andere bedien
de met eou blad cocktails. Flount had
de gedrukte'spanning verbroken. Miss
Dykeruan, naast me' gezeten, begon te
babbelen over de vriendelijkheid van
Garrison. Van haar vernam ik, dat hij,
henallen had overgehaald, mee te
gaan. om publiciteit tc onfloopen. liet
gesprek geraakte goed op gang. Einde
lijk kwam' de butler zeggen, dat er op
gediend kon wórden. Ik keek op en
zag. dat mevrouw Garrison juist wilde
weggaan. Ze^'ond peeds op den drem
pel en de knecht, die het ongeluk met
Flaunt had gehad, hield' de portière
Voor tiaar open.
..Een oogcnhlikje, Garry", riep ze tot
haar man. „Ik moet pven iemand spre
ken: ik hen zóó terug!"
Met een glimlachje en een luchtig
handgehaartje verdween ze de gang in.
Ik schonk mijn aandacht weer aan
miss Dykèman. die bezig was de voor
dooien van liét leven in Californië op
op te sommen. Ze was een innemend
persoontje, niet erg gezond in haar re
deneeringen, maar toch wel in staat,
tenminste onder mannen, instemming
met haar beweringen te verwerven. Na
een poosje zag ik Garrison met ge
fronste wenkbrauwen op zijn horloge
kijken en de kamer verlaten. Eeh
oogenblik later hoorde ik hem een
schreeuw geven.
Ik sprong overeind en blééf een
oogenblik besluiteloos naar de portière
staan kijken, die de gang aan mijn oog-
onttrok. Daarop hoorde ik de. stem vaJi
Garrison nogmaals. Ik rende de gang
in. Bij de voordeur lag een man rug
gelings op don looper bij de. voordcur.-
Garrison over hem heengebukt, schud
de hem bij de schouders heen. en weer.
„lloynton! Boynton!" riephij, „Wat
is hier gebeurd? Waar is mevrouw?"
Blijkbaar was de man bewusteloos
want hij verroerde zich niet. Mevrouw
Abbington holde me lijkbleek voorbij
en rende naar Garrison toe.
„Hier", hijgde ze. in haar taschje
zoekend. „Mijn reukzout!"
Ten tweeden male speelde het.flacon-
netje een rol in het drama. Garrison
hield het onder den neus vgn Boynton.
Ik zag toen. dat hét de man was, die de
portière voor mevrouw Garrison had
opgehouden. De anderen verdrongen
zich er rondom heen. toen de sterke
geuren Boynton weer terugbrachten tot
het bewustzijn. Hij sloeg tenslotte de
oogen op. Verbluft keek hij zijn meester
aan.
„Boynton!" riep Garrison. „Wat is er
toch gebeurd?"
„F.hehmeneer Garrison
mompelde Boynton.
„Ja, ja. wat is er toch gebeurd?"
Nogmaals duwde Garrison het flacon
netje onder den neus van Boynton. De
man trok zijn hoofd terug en ging recht
op zitten, voorzichtig zijn hoofd bevoe
lend. „Meneer Garrison." zei hij verwij-
wijténd. „Dat kan ik niet langer ver
dragen.Eerst door mijnheer Flount
órnvergoloopen worden en dan een klap
óp mijn hoofd van een of anderen
schurk! Ik zal werkelijk mijn dienst
móeten opzeggen."
„Loop naar. de maan met je opzeg
gen," schreeuwde Garrison. „Waar is
mevrouw?"
Bóynfóri hleef zitten met de handen
naast zich plat op den vloer. Versuft
keek hij naar liet angstige gezicht van
Garrison. Plotseling sperde' hij zijn
oogen wijd open. Hij sprong overeind en
zou' jfevallcn zijn als Garrison hem niet
■opgevangen- had.
„Mevrouw Garrison?"-hijgde hij. „Ze
moeten.haar ontvoerd hebbenI"
„Wat?", riep Garrison. „Wat. zeg je me
nou? Wie'hébben haar ontvoerd? Zeg
óp, man!"
.;Die kerels.- Eén hunner kwam aan de
deuren vroeg .naar mevrouw, Tk zei. dat
ze gasten had,, maar hij, bleef, aandrin
gen. Hij gaf me zijn kaartje, om het
haar te overhandigen."
„Ja, dat-is zoo," kwam mevrouw Ab
bington gejaagd értusschen. „Boynton
is" mgt een .kaartje in den salon geko
men.-Connie las het cn ging toen de
gang in. Je weet toch wel. Garry, flat ze
ons verzocht te wachten?"
„Ja, ja," zei Garrison gejaagd. „Maar
wat-is daarna gebeurd. Boynton?"
De huisknecht streek met de hand
over zijn voorhoofd.
„Die man stond daar bi} de voordeur,
meneer", zei hij schor. „Mevrouw ging
naar hem toe en ik keerde naar dc pro
visiekamer terug. Opeens riep mevrouw
me terug. Toen ik naar haar toeging,
zag ze er angstig uit. De, man verzeker
de haar glimlachend, dat ze niet hang
behoefde te zijn. En opeens sprong pen
andere man naar binnen cn gaf me met
een wapenstok een klap. Ik kon hem
zóo gauw niet ontwijken, maar zag nog
net, dat de andere mevrouw bij haar
keel pakte. En toen werd ik, geloof ik,
bewusteloos."
„Groote goedheid!" kreunde Garrison.
Ik trad naar voren. „Zeg eens, Boyn
ton, wat was het voor iemand?"
„Een gedrongen, stoere kerel, meneer.
Gladgeschoren en voor 't uiterlijk 'n
heer."
„Waar is het -kaartje, dat hij je gege
ven heeft?"
Boynton keek rond. „Het lag op mijn
blad, meneer", zei hij. „En hier ligt het
blad, net, waar ik het heb laten vallen.
En... hier is het kaartje."
Hij hukte zich om ccn langwerpig
kaartje op te nemen, maar was zoo dui
zelig, dat hij wankelde. Ik bukte me en
raapte het vlug op. „Henri Ardette", las
ik. „Wie is dat?"
„Dat is de eigenaar van een mode
huis", antwoordde Garrison. „Mijn
vrouw had een paar japonnen bij hem
besteld."
„Kom mee", riep ik. „Laten we kijken,
of we huiten nog iets kunnen vinden."
Ik rende de voordeur uit. Het was net
zoo stikdonker ais in den moordnacht.
We verspreidden ons naar alle rich
tingen door den tuin. Ik vroeg me af,
wat er van dc twee man, door Gerrity
ter bpwaking van het huis van Garri
son aangesteld, geworden was. Ik be
greep echter al spoedig, dat we met in
het wilde weg te zoeken, niet veel ver
der zouden komen. F,n lerwijl ik daar
over nog nadacht, naderde me een man
uit dc duisternis.
„Wel. wat denkt u er van?" vroeg hij.
Ik herkende de ^tem van Henry King.
„Meneer King", vroeg ik, „wat zoudt
u doen. indien u een vrouw uit dit huis
wilde ontvoeren?"
„Groote goedheid!" riep hij uit. „Als ik
neen, die is goed!"
„Nou, dan zal ik u zeggen, wat ik
doen zou. Ik zou haar niet door de voor-
deur ontvoeren. De achterdeur is de
meest logische weg; daar is het donker
door al die struiken en de heggen langs
het pad. Dan was het, alleen maar het
risico van het oversteken van dat pad
daar. Ongetwijfeld hebben ze daar een
auto bij de hand gehad. Laten we eens
gaan kijken, of we daar aan den ach
terkant iets kunnen ontdekken."
We draaiden ons om en holden langs
het huis heen.
„Garrison is op een agent uit", hijgde
King onder het hollen, „en Flount belt
binnen de politie op."
Bij de poort gekomen zag ik. dat mijn
veronderstelling juist was. Op het bree-
de pad stond een groepje menschen en
in hun midden een politieagent.
Voor hem stond een boodschappenjon
gen met drukke gebaren te praten en te
wijzen naar het huis. King en ik renden
de poort uit. De agent zag ons aanko
men. „Hé daar, wat is hier eigenlijk aan
de hand?" vroeg hij.
„Iemand is ontvoerd... mevrouw Gar
rison", legde ik hem haastig uit.
„U houdt me toch niet voor den gek,
wel?"
„Geen denken aan! We moeten er ach
ter zien te komen, of iemand haar ge
zien heeft.
De boodschappenjongen baande zich
een weg naar ons toe. „Ik vertelde hem
net, meneer, dat ik die dame gezien heb.
Ze sleepten haar mee door dc poort en
naar een auto, die hier tegen het trottoir
stond. En wat. meer is. ik ken een van
haar ontvoerders."
„Wie was dat? Zeg gauw op!"
De politieagent drong zich tusschen
ons in. „Een oogenblik je", zei hij strijd
lustig. „Ik zal dit zaakje wel behan
delen!"
Nijdig hield ik hem mijn penning voor
zijn neus. „Ik zal hier wel orders ge
ven", zei ik streng, baande me een weg
door de aangroeiende menigte en riep
een taxi aan. „Kom jongen! King! Agent,
ja jij. ook! riep ik en ze kwamen naar
de taxi toe. „King," sfap jij. met dien
jongen nu in", beval. ik. „Agent, blijf op
de treeplank staan en zorg, dat we door
de drukte heenkomen. Waar woont die
man ergens, jongrnensch?"
„In hetzelfde huis. als ik", antwoordde
de jongen met schrille stem. „Hij heeft
daar, heter gezegd, de kelderruimte ge
huurd."
Hij gaf mij een nummer in de West-
yijf-en-Zestigste straat op en ik beval
den chauffeur er zoo hard mogelijk heen
te rijden. Daarna stapte ik ook in.
„En vertel nou eens, wie die man is",
zei ik tegen den jongen, zoodra we
onderweg wareii.
„Dat weet ik niet, meneer", zei de jon
gen. „Hij hepft den kelder.van het huis,
waarin moeder en ik wonen, gehuurd.
Hij en nog een man hebben hem op een
of andere manier ingericht. Ik ben er
eens ingegaan, maar ze gooiden me er
meteen uit."
„Beste jongen", zei ik. „Ik geloof, dat
jij vanavond een flinke belooning zult
verdienen."
Onder het rijden krabbelde ik een
briefje aan Hand.
„Hier", zei ik, den jongen het briefje
in dc hand duwend. „Als je ons het huls
gewezen hebt, ga dan dadelijk dit be
richtje per telefoon overbrengen. En als
het nummer, dat ik opgeschreven heb,
geen antwoord geeft,,bel dan meteen het
hoofdbureau op en vraag naar inspec
teur Gerrity. Als hij uit is. geef dan de
boodschap maar aan dengene. dje je be
antwoordt. over. Begrepen?" Hij scheen
me slim genoeg om de boodschap goed
over te brengen.
(Wordt vervolgd).