VOOR DE VROUW
Jong en oud in de bloemen
Invloed van voeding op de
gesteldheid der tanden
ZOMER-PLAAGGEESTEN
De Japansche in leidende
functies
Den geheelen
zomer
met één jurk
Verfrisschingen
op
warme dagen
Nood breekt
wet
Een practisch
idee:
r r EBT u al een bloemetjes jurk?
|7 Nog niet?
Gaat u dan de uitverkoopjes eens
langsAlle kleuren, alle modellen, die men
zich maar denken kan, zijn in bonte ver
scheidenheid uitgestald: hel-klcurige bou-
Qaetten. naast stemmige donkere patroon
tjes. hoog-ingerimpelde en laag-uitgesne-
den halzen, klokkende en geplooide rok les,
strakke en overblousende lijfjes; de keus
is haast te groot en de prijzen zijn lager
dan ooit-
De zomer is al haast voorbij?
Dat is geen bezwaar. Augustus en Sep
tember kunnen ons immers nog zooveel
hittegolven uit Amerika brengen en dan
zou 't jammer zijn als we de bloemetjes
niet eens buiten konden zetten
Daarbij, hebt u wel eens bedacht, waar
een gebloemde jurk al niet voor te gebrui
ken is?
Voor den geheelen dag
DES ochtends vroeg, bij 't werk in.
huis, worden de bloemetjes niet
gauw vies. men ziet er niets op
en wanneer men logé s heeft of onver
wachts gasten krijgt, zooals dat in den
vacantie-tijd zoo vaak gebeurt, dan is
men toch kcurig-netjes gekleed.
Gaat men even een boodschap doen
in de stad. dan hoeft men zich niet te
verkleeden, een kort jasje of truitje en
een klein hoedje en men is klaar om op
de fiets of loopende te eaan winkelen.
's Middags een bezoekje? Bij de ge
bloemde jurk komen bij mooi weer de
witte schoenen en een groote witte
slappe hoed, witte tasch en handschoe
nen. Bij minder stralend weer een don
ker crêpe georgette jas, die tegen elkaar
sluit en waarbij de gebloemde japon
voor de vroolijke noot zorgt.
's Avonds worden de krullen nog eens
extra netjes opgekapid, 't gebloemde ja
ponnetje krijgt een groote effen corsage,
een paar dunne zijden kousjes, hoogge
hakte schoentjes en men is tip-top voor
ieder avond-bezoek.
Maar dan kun je ook best den hee-
len zomer met één jurk toe, als die ge
bloemde jurk zoo goed voor ieder doel
te gebruiken is, zou een practische echt
genoot kunnen zeggen.
En als 't niet zoo prettig was om eens
wat anders aan te hebben en ook wat
onfrisch om vier maanden lang 's och
tends, 's middags en 's avonds dezelfde
japon te dragen, dan had die practische
man eigenlijk groot gelijk.
Op reis
OP reis kan 't gebloemde jurkje van
onkreukbare zijde een plaatsje
krijgen in den rugzak en in de
groote fietstasch, in 't kleine handkof
fertje en in de groote hutkoffer.
En bij 't kampeeren. op de fiets- of
wandeltocht, in den landelijken her
berg of in 't hotel in de groote stad, al
tijd is de bloemetjesjurk goed van pas.
Want bij 't kampeeren is 't ook wel
eens prettig, zich 's avonds wat op te
knappen en alleen onkreukbare zijde
komt netjes voor den dag uit rugzak of
fietstasch.
En als we dan voldoende overtuigd
zijn van 't nut van de „bloementuintjes",
dan gaan we eens kijken in den uit
verkoop en daar merken we dan tot
onze verbazing, dat 't lang niet meevalt
om iets te vinden, dat heelemaal naar
onzen zin is.
In den winkel
IMMERS, de eene vrouw houdt meer
van anjers, de andere van rozen,
weereen andere van goudsbloemen of
ze kan zich niets mooiers denken dan
korenbloemen of klaprozen. Zoo is 't ook
bij de gebloemde jurken, de eene vrouw
vindt om onnaspeurlijke reden het
eene bloemenpattoon afschuwelijk-lce-
lijk en 't andere?prachtig mooi en de
andere vrouw i sin et do omgekeerde
meening toegedaan.
In 't algemeen kunnen alleen heel
jonge meisjes de groote bonte bouquet-
ten dragen. Wie iets ouder is, houde
zich liever aan de bescheiden patroon
tjes, zooals op onze afbeelding geheel
links.
Dan spreekt verder de afbeelding voor
zichzelf. Geheel links een jurkje voor
de stad, voor winkelen en bezoek.
Daarnaast een gebloemd linnen pak,
een japon met een jasje met donkere
riem en shawltje.
Dan een zomersch jurkje voor een
heel jong meisje en tot slot een zomer
avondjapon, die mot den donkeren hoed
en de donkere breedo ceintuur heel ge
schikt is voor een slanke vrouw van een
jaar of dertig.
MADELEINE
BEWEERD wordt wel eens, dat de 1
tandartsen hun bestaan te danken
hebben aan de hedendaagsche
voeding. Geraamten dateerende uit het
steenen tijdperk geven vrijwel steeds
een gaaf gebit te zien.
Eerst nadat de mensch zich is gaan
voeden met gekookte spijzen, waardoor
de voor de tanden zoo gewichtige vi
taminen B aan het voedsel onttrokken
werden, trad een verandering in.
In het oude Egypte droegen de Pha-
rao's reeds kunstgebitten en stifttanden
en sedertdien is de voeding voor de
tanden nog aanmerkelijk verslecht.
Het brood, de volksvoeding, bevat
lang niet genoeg minerale stoffen meer,
doordat het meel te zeer aan de eischen
van een verfijnde smaak tegemoet komt.
Een Deensch onderzoeker heeft
proeven op zich zelf genomen door zich
een zekeren tijd met volkomen brood
enboter te voeden en daarna met wit
brood en boter, waarna een tekort aan
berstanddeelen bleek te zijn bij de
laatsgevolgde voeding. Reeds verschil
lende onderzoekers hebben op de groote
beteekenis van voedzaam brood in het
belang der volksgezondheid gewezen,
en volkoren brood aanbevolen.
Vaak komt het voor, dat kinderen
reeds slechte tanden hebben omdat de
moeders gedurende haar zwangerschap
te weinig versche groenten en vruchten
aten. Professor Euler uit Breslau heeft
de hoedanigheid van de tanden van
12000 kinderen onderzocht en vastge
steld, dat meer dan de helft slechte
tanden had. De kinderen, wier gebit
gezond was, stamden voor 95 af van
gezinnen, waar veel groenten en vruch
ten gegeten werden wel in het bijzon
der sla-soorten, tomaten en wortelen,
aangezien de ouders klein© moestuinen
bezaten.
In het „Haus der deutschen Zahnarz-
te" op den Heidelberger Platz te Ber
lijn heeft men een museum ingericht
en bij het bezichtigen hiervan waant
men zich in een middeleewschcn folter
kamer.
In vitrines en op tatels ziet. men de
vreeselijkste martelwerktuigen, wier
aanblik den mensch reeds kippevcl
doet krijgen.
Niet zonder reden hadden de kies
pijnlijders in de middeleeuwen een be
schermheilige n.l. de heilige Appolonia
die gemarteld werd, door het uittrek
ken haror tanden.
Wat dit eertijds wel moest beteeke-
nen, bewijzen de vele tentoongestelde
instrumenten, tandsleutels, tangen en
trekwerktuigen die door de „tanden
trekkers" met moer kracht dan wel met
de noodige handigheid werden gehan
teerd.
Men noemde deze folterwerktuigen
ook „Pelikanen" aangezien zij met don
snavel dezer vogels veel overeenkomst
vertoonen. De practische aanwending
aanwending wordt in het museum op
talrijke platen en houtsneden in beeld
gebracht en men ziet hoe de arme
slachtoffers op houten stoelen en kruk
jes „brullen" van pijn. wanneer de tan
dentrekker een zieke kies uittrekt.
Nog veel verder dan de geschiedeni:
van de technische hulpmiddelen gaat
die terug in het verleden van de „Er-
satzdeelen" die men aanwendde eq
hieromtrent leveren de oude opgravin
gen de bewijsstukken.
Reeds de oude Egvptenaren bleken
meesters in hun vak te zijn, en uit de
9e eeuw voor Christus daeteren de gou
den bevestigingsstukken en prothesen,
welke in de Etruskische graven gevon
den zijn.
In het Berlijnsche tandartsen-mu
seum vindt men nagemaakte Phoeni-
cische kunsttanden, welke het bewijs
leveren, dat de tandheelkunde eertijds
reeds op een hoog peil stond.
In de middeleeuwen viel op het ge
hierl der lichaamsverzorging een ge
weldige achteruitgang te constateeren,
alleen de Arabieren maakten hierop
een uitzondering. Van de achttiende
eeuw dateert de. wetenschappelijke
vooruitgang der tandheelkunde, die ook
(hans nog zoo'n groote rol speelt ten
opzichte van de volksgezondheid.
In Duitschland hebben Jacob Serre
en Phillip Phaff, lijftandarts van Fre-
derik de Groote zeer veel tot de ontwik
keling van het vak bijgedragen, even
als in Frankrijk Pierre Mouton, Jour-
dain en Bourdet en de Engeleche (and-
artsen Thomas Berdmorc en John
Hunter.
Namen die in geschiedenis der tand
heelkunde met eere genoemd worden.
In het Berlijnsche museum is een
speciale vitrine ingericht voor de „mo
derne" kunsttanden, die omstreeks 1700
waren uitgevonden door een Parijschen
apotheker. Men vindt» hierin ook tan
denstokers van ivoor, goud, zilver en
hout, die meermalen zeer fraai bewerkt
waren en evenals de „oorlepels" tot de
onmisbare toiletutensiliën behoorden
der „grandes dames."
Verschillende werktuigen, dateerende
uit de middeleeuwen vertoonen veel
overeenkomst met schroevendraaiers en
hebben zich in den loop der eeuwen
ontwikkeld tot de verchroomde pincet
ten, tangetjes, spiegels e.a. instrumen
ten, die de hedendaagsche tandartsen
op meesterlijke wijze weten te han-
tceren.
Jeder, die op een warmen zomerdag
zijn familie of vrienden bezoekt, zal
dankbaar gebruik maken van een
kleine verfrissching. Men vindt zoo'n
kleinigheid veel prettiger, dan wanneer
men bemerkt, dat de huisvrouw zich
uitslooft om „uit te halen", want hier
door gaat het gemoedelijke karakter van
een intiem bezoek al gauw verloren.
Bij onverwachts bezoek kan de huis
vrouw al aanstonds bewijzen, of zij haar
taak als gastvrouw verstaat en onmid
dellijk weet, hoe zij haar gast op zijn
(haar) gemak kan brengen.
Men behoeft maar een blik met wat
biscuits of wafeltjes in huis te hebben,
om reeds geholpen te zijn, en een kopje
thee is in no time gezet.
Ieder© gast zal ook reeds dankbaar
zijn voor 'n glas koele melk, hetzij zoete
of karnemelk en het gaat er niet om
wat, doch hoè men een of ander aan
biedt, of het gedwongen of van harte
gaat
Uitstekend smaken melkmengsels
van vruchten-sappen b.v. half bessen,
frambozen of andere sappen, aangevuld
met melk. Serveeren in hoog© glazen
of melkglazen met een rietje.
Koele dranken genieten do voorkeur,
hetgeen ook voor limonade en pure sap
pen geldt en bij gebrek aan koelkast of
ijs gebruikt men koud stroomend water.
Koude thee is eveneens smakelijk en
deze kan men min of meer sterk zetten,
zoeten met. suiker, koud laten worden
en aanvullen met spuitwater of water
en vruchtensap.
Sandwiches mot wat plakjes tomaat
of komkommer zijn eveneens zeer ver-
frissclicnd en smakelijk, zoowel bij thee
als koude dranken.
Shawls, bedrukt met uw lievelingsme
lodie zijn het allernieuwste
VLIEGEN muggen behooren tot de
meest onaangename zomerplaag-
geesten, die het menschdom veel
ergenis'geven. De strijd tegen de vlie
gen is wel zeer noodig, niet alleen om
dat zij bacillendragers zijn, doch hun
larven bederven verschillende levens
middelen, indien deze niet afgedekt
bewaard «orden.
Sterke geuren trekken vliegen aan
evenals trouwens ook de warmte, want
niet voor niets vindt men een menigte
vliegen in koeien-stallen. Om te voor
komen, dat vliegen in kelders cn keu
kens komen moet men horren voor
vensters of deuren plaatsen, zoodat zij
dag en nacht open kunnen staan. In
dien dit laatste niet mogelijk is kan
men alle levensmiddelen onder vlie-
genkappen of in een vliegenkastje be
waren. hetgeen vooral voor aangesne
den vleesch, visch enz., geldt. Al deze.
dingen hebben slechts dan een practi
sche waarde, indien men weet te voor
komen, dat zoo'n kap volkomen afsluit
en er geen insecten onderdoor kunnen
kruipen en men niet vergeet de deu
ren der vliegenkast te sluiten.
Vliegen zijn een,ware plaag! Vliegen
vangers in den vorm van afhangende
lijmbanden zijn steeds afdoende om
hen te vangen, wanneer zij toch in
huis komen, maar ze bieden een
hoogst onsmakelijke aanblik en moe
ten meerdere malen per dag vernieuwd
worden, dat de lijmband op een goede
plaats gehangen wordt en men er niet
met de kleeren of haren aan blijft
plakken, is noodzakelijk.
Een doeltreffend vliegen-gift,
waaraan de insecten na korten tijd
sterven heeft men nog niet uitgevon
den. Een enkele bromvlieg in dc slaap
kamer kan onze nachtrust gruwelijk
verstoren en toch is er een eenvoudig
middel om hem tc verjagen. Men scha
kelt een licht in een aangrenzende
kamer aan, houdt de slaapkamer don
ker en de deur open, waarna de brom
mende vlieg het licht tegemoet zal
vliegen.
Muggen zijn meestal moeilijker te
verjagen, ze zijn hardnekkig cn alhoe
wel wij niet, zooals in warme landen
met een muskieten net klamboe
over ons bed behoeven 1e slapen, kan
een enkele mug toch recht hinderlijk
zijn.
In den laten middag komen ze mee
stal van buitenaf in huis en is het noo
dig deuren en vensters gesloten te hou
den of horren tc plaatsen.
Ten onrechte meent men, dat mug
gen door het licht aangetrokken wor
den. want tegen de schemering komen
zij eerst in huis.
Tocht verdrijft muggen en vliegen en
om dc eerste te verjagen gebruikt men
vaak scherprickende middelen, die
bij drogist en apotheek te verkrijgen
zijn en op het kussen gedruppeld wor
den.
(Nadruk verboden)
In combinatie met en als aanvulling
van het luchtige zonnebadpak kan bo
venstaande groen-wit gestreepte man
tel gebruikt worden
Een Limburgsche Vlaoike!
Wie in zijn vacantie in Limburg is
geweest, heeft daar stellig ook gesmuld
van de z.g. „vlaaien" vruchtentaartjes
waarvan het gebak bestaat uit een soort
fijn brooddeeg. Menigeen zal bij het
proeven van deze lekkernij op de ge
dachte gekomen zijn, om ook thuis iets
dergelijks eens klaar te maken. Hier
volgt een recept voor pruimentaart, die
niet met brooddeeg, maar met zand
taartdeeg wordt bereid:
Pruimentaart
Deeg: 100 gram basterdsuiker, 150
gram boter. 200 gram bloem. 1 ei, snuif
je zout.
Vulling: 1 pond pruimen, 50 gram sui
ker, ongeveer 5 gram aardappelmeel,
1/10 liter slagroom, stukje vanille en 15
gram suiker.
Kneed alle ingrediënten voor het deeg
vlug door elkaar. Rol het deeg uit tot
een lap van ruim 14 cM. dikte. Bedek
hiermee een ondiepen beboterden zand-
taartvorm (van 20 cM. middellijn).
Leg op het deeg een velletje papier en
bedek dit met een laag rauwe boonen*
zoodat rijzen tijdens het bakken wordt
voorkomen.
Bak de taart in een matig warmen
oven gaar (ongeveer 30 min. bij 150
gr. C). Laat het gebak in den vorm be
koelen en neem de noodvulling er uit.
Vul het gebakje met pruimencompote
en garneer tenslotte met geslagen roora
((vermengd met suiker en vanillemerg).
Bereid de pruimencompote op de vol
gende wijze: Wasch de pruimen en zet
ze op met een half kopje water. Kook
ze zachtjes gaar (10 min.) en voeg de
suiker toe. Bind het vocht bij met aan
gemengde aardappelmeel.
NOOD breekt wet", zegt het
aloude spreekwoord, dat ze
ker van kjacht is in tijden van groo
te spanning, zooale wij die thans be
leven. Zoo ziet men, dat in een oor
logvoerend land als Japan zelfs
ijzeren wetten gebroken worden in
dien het om bepaalde belangen gaat.
Welke diepingrijpende verandering
heeft thans in het volksleven plaat.s_,
gevonden, doordat gebroken is met
de eeuwenoude tradities, met de be
staande opvattingen, zeden en ge
woonten. Had men het ooit wel mo
gelijk geacht, dat de oorlog in Ja
pan het leven der vrouwen van dit
land zou kunnen beïnvloeden op een
wijze, zooal6 dit thans geschiedt?
Ongeveer 80 jaar geleden heeft Japan
zijn poorten geopend voor de Wester-
sche beschaving en vóórdien waren fa
milie en huisgezin dè wereld, waarin de
Japansche vrouw zich bewoog. De in
voering van Westersche methoden op
militair gebied, in handel en verkeer en
vóór alles de zegetocht der techniek,
werkten er reeds toe mede, dat in een
land, hetwelk op den akkerbouw was
ingesteld, de toestanden zich wijzigden.
De vrouw bleef zich niet enkel en alleen
meer bewegen in den engen kring,
waarin zij tot dusver verkeerde, doch
begon deel te nemen aan het openbare
leven. Zij ging in de textielfabrieken
werken, bediende met een vriendelijk
gelaat en gracieuse bewegingen de klan
ten van de nieuw gebouwde warenhui
zen, werkte op kantoren, zette zich aan
de schrijfmachine in de groote handels
huizen.,-
In de nieuw-ingerichte laboratoria
werkte zij als assistente en hielp bij de
wetenschappelijke onderzoekingen en
met de haar eigen kalme rust deed zij
zelfs dienst als conductrice op drukke
autobus-verbindingen/
In de ziekenhuizen werkte zij niet al
leen meer als verpleegster doch steeds
grootcr werd het aantal vrouwelijke art
sen.
De Geisha's kregen een scherpe con
currentie van danseressen, zangeressen
WAARBORG.
Bij alle goed, dat. U wilt wasschen
Ontheft Persil U van veel zorg
Voor duurzaamheid en hoogste
reinheid
Blijft Persil onvei'aqderd borg!
(Ingezonden Mededeeline)
Terwijl mevrouw inkoo-
pen doetparkeert zij den
kinderwagen en de baby
even onder toezicht tegen
een geringe vergoeding.
Als het regent wordt de
baby-bewaarplaats over
dekt
en musiciennes, die de Westersche kunst
naar het aloude Morgenland brachten.
De groote nood, die een gevolg is van
iederen oorlog, doet zich thans ook in
Japan sterk voelen en deed de vrouwen
van dit land beseffen, dat er nog een
andere taak was, die haar wachtte. Het
werk van het Roode Kruis en de nood
zakelijkheid voor de weduwen en wee
zen van de slachtoffers van den oorlog
te zorgen, deden de Japansche vrouw en
inzien, van hoeveel belang gemeenschap
pclijke arbeid achter het front kan z'jn.
Zoo werd de veree'niging „Aikokusuj'n-
kai" (Liefde voor het Vaderland) in het
leven geroepen en nog vele andere.
Zonder leiding zijn organisaties niet
denkbaar en hierdoor werden de Japan
sche vrouweh gedwongen meer en meer
een plaats in het openbare leven in te
nemen, die tot voor korten tijd onmoge
lijk geacht werd.
DEZE veranderde positie bracht met
zich mede, dat deze vrouwen eigen
schappen ontwikkelden, die men
tot dusverre niet bij haar aanwe
zig achtte. Het onderling verband op
economisch en politiek gebied «erd haar
steeds duidelijker en bewust volgden /.ij
het voorbeeld, dat haar door vele vrou
wen uit de Westersche landen gegeven
werd. Zij leeren thans begrijpen, dat de
vrouw evenzeer een taak te vervullen
heeft, niet slechts van ondergeschikte,
doch dat ook bepaalde leidende functies
haar evenzeer kunnen worden toever
trouwd en wel in hoofdzaak op gebie
den, die in overeenstemming zijn met
haar wezen.
Zoo ziet men thans, dat vele Japan
sche vrouwen een leidende functie in
nemen, echter niet slechts als leidster
van vrouwenorganisaties, doch tevens
belast met de leiding van ziekenhuizen,
scholen en instellingen van verschillen
den aard. Voorts zijn de vrouwen in de
meest verschillende beroepen werkzaam.
Zonder strijd en groote moeilijkheden is
haar dit evenwel niet steeds gelukt en
met groote volharding hebben vele Ja
pansche vrouwen zich zelfs een plaats
weten te veroveren op de universiteiten
naast de mannen. Het bewustzijn pio
nierswerk te verrichten heeft haar moed
en kracht gegeven en de wetenschap dat
ontwikkeling en kennis onmisbaar zijn,
doet haar de noodige aandacht aan de
vorming der jeugd schenken, die het
volk der toekomst zal zijn.
Toch is hot voor de Japansche vrou
wen nog steeds zeer moeilijk om toege
laten te worden lot de universiteit. In
1936 studeerden er in Japan ongeveer
70 jonge meisjes aan universiteiten en
als tegemoeikoming aan de bezwaren,
die een verdere studie met zich bracht
heeft men vakscholen voor vrouwen op
gericht. Steeds meer breekt de overtui
ging baan, dat men ook vrouwen in de
gelegenheid moet stellen den grondslag
te leggen, welke noodig zal blijken te
zijn om ook haar een positie van betee
kenis te verschaffen. Niet meer enkel en
alleen als ondergeschikte van den man
wil de modern© intellectueele Japansche
vrouw een plaats innemen, doch als
zijns gelijke. De drank naar ontwikke
ling dezer vrouwen is niet meer te stui
ten, en vooral op het gebied der medicij
nen studeeren er steeds meer. Tn 1934
waren er in Japan 2639 vrouwelijke art
sen en 2757 apothekeressen, en thans
heeft men reeds meer dan 4000 vrouwe
lijke artsen.
Baanbrekend werk heeft op dit ge
bied mevrouw Yayoi Yoshioka verricht
en de stichtster en leidster van de me
dische hoogeschool voor vrouwen in To
kio en voorts directrice van niet minder
dan zes ziekenhuizen, terwijl zij een
vooraanstaande plaats in vrouwenorga
nisaties inneemt.
Met nadruk wijst dr. Yoshioka er ech
ter steeds weer op. wanneer zij over
haar arbeid spreekt, dat het vóór alle3
de dwang van den oorlog geweest is, die
de Japansche vrouwen de oogen open
heeft doen gaan en haar den weg ge
wezen heeft, die zij thans volgen.