Genietvan hetwater
IN KEULEN VERNAMEN
HOLLANDERS HET
BLIJDE NIEUWS
Steeds loert
het gevaar
Hoe onze duiven vlogen
Maar leer eerst
zwemmen
of vermijd anders
.alle diepe plaatsen
RMIfiC
De Reisduif
PRO PATRIA
De Luchtpost
Motorraces te
Zandvoort
HET RAADSEL VAN
RIVERSIDE DRIVE
STANLEY HART PAGE
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 7 AUGUSTUS 1939
v..
r7 OMERWEER vacantie warmte waterdit is de gedachten-
gang, die velen vacantiegangersof ze voor drie weken luxueus
naar Scheveningen gaan of een Zondagmiddagje naar Zandvoort of
Scherveningen trekkenplezierige oogenblikken en in levensgevaar
kan brengen.
Het is nu eenmaal een feit, dat in de warme weken van het jaar
haast eiken dag nieuwsberichten en in aantal op en neer gaande
met het aantal graden, dat de thermometer aanwijst gewijd zijn
aan verdrinkingsgevallen. Het strand, de rivieren, de plassenze
lokken alle met het mooie weer, een bad doet iedereen goed en het
water ziet er immers zoo onschuldig uit. Maar de dreigende regel
maat waarmee verdrinkings-ongevallen terugkeeren bewijst, hoe ver-
radelijk dat mooie en verfrisschende water is en hoe onnadenkend
vele menschen kunnen zijn.
Had deze man kunnen zwemmen,
dan was er waarschijnlijk niets gebeurd,
ook al had hij misschien zijn zwem
kunst niet eens noodig gehad. Maar het
groote voordeel is voor iemand, die'
zwemmen kan. dat hij weet hoe hij
zich in hét water moet gedragen. Hij
beheerscht zijn ademhaling en zijn
evenwicht en blijft overeind. Het eerste
en belangrijkste voordeel van zwemmen
is immers, dat men zich thuis leert
voelen in het water en er safe is.
Wie pas heeft leeren zwemmen
verbaast zich weieens: voor ik het kon,
deed ik alle mogelijke moeite om boven
te blijven en nu ik eenmaal weet hoe
het gaat. beweeg ik me niet en blijf
toch bovenWie de zee in stapt
dient, dat voor oogen te houden en ver
der in aanmerking te nemen, dat zelfs
de meest ervaren zwemmer in zee voor
zichtig moet zijn. Drijfzand, muien, on
verwachte stroomingen dreigen altijd en
zelfs wien door een jarenlange ervaring
de zee heeft leeren kennen. Zeker dus
den stadsmensch. die één keer per jaar
zee ziet en alleen weet, dat er eb en
vloed en golfslag is
Maar ook de geroutineerde zwemmet
moet zich realiseeren wat hij doet,
want altijd bestaat er ook voor hem de
kans. dat hij afdrijft. Als hij uithou
dingsvermogen heeft, behoeft hij zich
echter niet dadelijk ongerust te maken,
mits hij niet zijn kracht verspilt door
dadelijk tegen den stroom in te roeien.
Wanneer het niet gelukt buiten den
„trek" te komen is zich laten drijven
en om hulp roepen over het algemeen
nog het beste.
HET is niet de bedoeling om ook
maar iets ten nadeele van water
sport te zeggen, integendeel er
zijn weinige plaatsen waar een mensch
nauwer in contact komt met de natuur
en meer gezondheid kan opdoen dan
aan of op het water en we zouden zelfs
iedereen willen raden: geniet als u de
kans krijgt van het water maar daar
dient direct aan toe te worden gevoegd:
gebruik uw verstand vóór het te water
gaan en wacht niet tot een ongeluk het
betere maar te late inzicht brengt.
De watersport kan in het algemeen
gesproken in twee categorieën worden
vredeeld: zwemmen en baden plus wat
daarmee samenhangt en varen. Voor de
beoefenaars van beide soorten genoe
gens is een waarschuwing noodig en die
is in het kort samengevat deze: doe
nooit iets dat meer van uw zwemkunst
zal kunnen vragen dan u kunt geven.
Eigenlijk mopst iedereen in ons wa
terrijke land kunnen zwemmen.
Herinner u die slagzin. Ze is bij dui
zend en pen gelegenheid te pas (en
nooit te onpas) naar voren gebracht
en hoe gering is nog steeds het percen
tage landgenosten, dat werkelijk kan
zwemmen.
i~i ET water is een steeds loerend ze-
vaar ook voor den onschuldigen
dagjesmcnsch. die in een gehuurd badpak
een paar uur door het zeewater spartelt.
Zoolang hij aan deft kant blijft en zich
houdt aan pootje baden of in ondiep water
blijft, zoodat hij gemakkelijk op den bodem
kan staan is het gevaar nog niet zoo erg
groot al moeten groote golven goed in de
gaten worden gehouden. Maar hoe licht
lokt de verleiding om een beetje verder te
foopen. zoodat het water tot de borst en
misschien bijna tot de schouders raakt.
Wie dat doet ongeacht welk weer
het is brengt zichzelf noodeloos in
levensgevaar. Het zeewater is overal
even koel en frisch en dichter aan den
wal is het precies even plezierig. Den-
gene. die te ver het water inloopt, ook
al probeert hij niet te zwemmen
dreigt het gevaar van plotseling in een
kuil te stappen. De geheurtenis op
jongstleden Zondag toen te Castri-
nirti vier jonge meisjes verdronken,
brengt die gevaren nog eens extra naar
voren. Er kunnen allerlei dingen zijn:
geulen, door kinderen gegraven putten,
plekken drijfzand, waarin de voeten in
eens weezakken. De bader struikelt,
valt in bet water, komt met zijn hoofd
onder, slikt water in. maakt zich over
stuur. is zijn evepwicht kwijt en voor
iemand het ziet is hij wellicht verdron
ken.
HOEWEL degenen, die gaan roeien
en zeilen niet direct met het wa
ter in aanraking komen is het
voor hen minstens even belangrijk om
te kunnen zwemmen. Elke boot kan
kenteren of zinken. In een roeiboot is
ééne onhandige beweging genoeg om
de inzittenden in gevaar te brengen en
bij een zeilboot is een enkele vlaag meer
dan voldoende. Zeg niet: dat kan met
dit weer niet gebeuren, of: ik kan vol
doende zeilen. Ook de beste zeilers wor
den door windstooten overvallen en
kunnen hun boot niet meer houden. En
bij onweersarhtig weer zooals op het
oogenblik is het dubbel gevaarlijk. Een
opkomende onweersbui wordt gewoon
lijk voorafgegaan door w indstilte en wie
deze niet heeft zien aankomen of niet
dicht genoeg bij een haven is, zit plot
seling in een stormvlaag of in een wind
hoos.
Maar zelfs zonder dat het weer ruw
wordt kan er iemand overboord vallen,
of kan de boot kapseizen en dan moeten
de opvarenden zich redden. Ook hier
weer: een goede zwemmer zal het er
wel* goed afbrengen, tenzij hij gewond
of in touwen verward raakt. Maar wee
degenen, die zich niet in het water kun
nen bewegen. Zal in het algemeen het
schip voldoende houvast kunnen bie-
Voorzichtig bij het zwemmen in zee
De uitslag van het concours gehou
den met jonge duiven vanuit Neufvil-
les (B..) op 6 Augustus 1939, volgt hier
onder.
Duiven los 1 uur 25 min., met Z.W.
wind. In concours 300 duiven. De eerste
prijswinnende duif werd geconstateerd
2 uur 6 min. 42 sec. De laatste prijs
winnende duif 2 uur 25 m. 4 sec.
De aangew. 10 ets. werd gewonnen
door J. Th. Vos met no. 16.
De aangew. 25 ets. werd gewonnen
door Joh. Bijlsma met no. 14.
De Koningspoule werd gewonnen door
H. A. de Graaff met no. 2.
Poule s speciale:
1 P. Bos met no. 1; 2. H. A. de Graaff
met no. 2; 3. P. Bos met no. 3; 4. J. de
V. met no. 4; 5. H. A. de Graaff met no.
5; 6. J. de V. met no. 6; 7. W. Koenen
met no. 7; 8 J. de Bruin met no. 8; 9.
Joh. Bijlsma met no. 9; 10 W. Koenen
met no. 10; 11. Joh. Bijlsma met no. 11.
Prijzen:
P. Bos 1 3 41 42 54 55 63; H. A. de
Graaff 2 5; J. de V 4 6 12 39 44 73; W.
Koenen 7 10 26 64 69; J. de Bruin 8 18;
Joh. Bijlsma 9 11 14 19 52 56; E. v. d.
Hoek 13 15 75; J. Th. Vos 16; R. Lam
mens 17 28 72; M. v. Zetten 20 46; D.
Labrie 21 27 33; T. de Vries 22 61; J. v.
d. Burg 23 36 62; D. Vos 24; W. v. d.
Brink 25 29; W. v. d. Vennen 30 40 48
49 59 67; H. Pieters 31 47 50; H. Lam
brechts 32 45 68; G. F. ter Horst 34; P.
v. d. Doe 35; M. Koudijs 37 38 74; L.
Krabshuis 43 53; H. v. Putten 51; G. v.
Essen 57 65; B. v. d. Berg 58: W. Boeg-
heim 60 66; H. v. Beek 70; N. d. Vries
71.
Uitslag concour? Dax afstand 1052 K.
M. van 29 Juli 1939. In concours 20 dui
ven. Los Vrijdag 28 Juli 1939 1 uur n.m.
met Z.W. wind. De aangewezen 25 ets.
poule speciale en poule royale gewon
nen door C. Montauban met no. 1. Aan-
den om boven te blijven, de schrik en
de plotselinge onderdompeling hebben
hen dan alzoover van de wijs gebracht,
dat het zeer de vraag is of ze zich
zullen kunnen vasthouden....
N waarom zouden er niet veel meer
F. menschen kunnen leeren zwemmen
dan thans? Zwemlessen en een zwem
bad kosten geld inderdaad, maar hoe
veel is een menschenleven waard? En het
gevaar van het water kan overal en on
verwacht opduiken.
Leeren zwemmen beteckent niet in de
eerste plaats ..aan sport doen", lid worden
van een zwemclub of records probeeren te
halen. Zwemmen is een genoegen, is ge
zond maar hel is nuttig en kan even
noodzakelijk zün als ademhalen...
gewezen 10 ets. L. Krabshuis met no. 2.
C. Montauban 1; L. Krabshuis 2; D.
Labrie 3 en 5; W. v. d. Vennen 4.
Stand kampioenschappen jonge dui
ven:
Hok: 1. P. Bos 568 p.; 2. D. Labrie
528 p.; 3. L. Krabshuis 489 p.; 4. W. v. d.
Vennen 461 p.; 5. H. Lambrechts 455 p.
Duif: 1. W. v. d. Brink 39L 60S 220 pun
ten. 2. N. de Vries Jr. 39L 872 197 punten.
3. L. Krabshuis 39L 510 191 punten. 4. H.
Lambrechts 39L 1179 158 punten. 5. M. v.
Zetten 39L 963 147 punten.
Eindstand fondskampioenschap:
Hok: 1. T. de Vries 451 punten, 2. L.
Krabshuis 395 p., 3. W. v. d. Vennen 394
p., 4. H. A. de Graaff 393 p., 5. J. de V.
348 p.
Duif: 1. L. Krabshuis 37 L 1607, 143 p.
2. 8. de Vries 38 L 4267, 141 p. 3. J. v. d.
Burg 36 L 4759. 123 p.; 4. W. v. d. Ven
nen CPB 37—2913 121 p.; 5. C. Mon
tauban HD 37—275900, 114 punten.
Stand generaalkampioenschap Lm,
2. T. de Vries 38 L 4267. 141 p. 3. J. v. d.
'2234 p.; 3. D. Labrie 2189 p.; 4. H. A. de
Graaff 2088 p.; 5. N. de Vries Jr. 2010 p.
Pro Patria hield Zaterdag een wed
vlucht, van Mons (B.) uit. Afstand 215
K.m. Wind Z.O. Duiven in vrijheid 11.15
uur. Aankomst eerste prijswinnende
duif 3.2.24: idem laatste 3.29.30. De aan
gewezen 10 ct werd gewonnen door W.
Chr. Ruitenberg met no. 9. De wisselbe
ker voor jonge duiven 1939 werd gewon
nen door W. Chr. Ruitenberg met no. I.
De uitslag luidt als volgt:
W. Chr. Ruitenberg 1, 9; G. Diekerhof
2, 4, 5, 7, 10; W. Th. Pot jr. 3, 6, 8; J.
R. Tichelaar 11, 13 ,15; H. Hop 12, 14.
Uitslag wedvlucht Neufvilles, afstand
201 K.M. op Zondag 6 Augustus 1939.
De duiven werden te 11 uur 25 min.
gelost, met betrokken lucht en Zuid-
Westen wind. In concours 440 duiven.
Aankomst le duif 2 uur 5 min 26 sec.
laatste 2 uur 28 min. 23 sec.
le aangewezen 10 ct. Gebr. v. d. Klas
horst nr. 20, 2e D. Huhregtse nr.-30.
le aangewezen 25 ct. J. v. d. Heuvel
nr. 17, 2e J. Haarmans nr. 24.
le Speciaal le M. v. d. Kuilen nr. 1;
2e J. Noorman nr. 2; 3e Joh. Visser
nr. 3; 4e C. Janssen nr. 5; 5e L. Snij
ders nr. 6; 6e A. L. Verstraeten nr. 8;
7e W. v. d. Linden Jr. nr. 9; 8e G.
Schimmel nr. 10: 9e W. Collet nr. 11;
10e. J. Haarmans nr. 13; lie C. Jansen
nr. 14; 12e J. v. d. Heuvel nr. 17; 13e
A;-v. Eldert nr. 18; 14e C. Jansen nr. 19;
15e Gebr. v. d. Klashorst nr. 20.
Koningpoulc M. v. d. Kuilen nr. 1.
Wisselprijs v. d. H. M. v. d. Kuilen 1.
De prijzen werden gewonnen als volgt
M. v. d. Kuilen 1, 31, 36, 53, 54, 66. 78;
J. Noorman 2 37 47; Joh. Visser 3 59 60
85: W. v. d. Linden jr. 4 9: C. H. Jansen
5 14 19 90; L. Snijders 6: G. Kraaijen-
brink 7 75; A. L. Verstrac-tcn 8 97; G.
Schimmel 10 72 100; W. Collet 11; W.
v. d. Linden Sr. 12; J. Haarmans 13
24 32 55 67 86; T. Rckers 15 16 68 101;
J. v. d. Heuvel 17, 35, 50, 71; A. van
Eldert IS; Gebr. v. d. Klashorst 20 39;
I). Hubrcgtse 21 30 98; J. Hcndriksen
22 63; G. Kluwer 23 27 33; A. v. Hei
ningen 25 40; A. V'erheuvcl 26 102;
B. v. d. Burg 28; Aart Kraak 29;
A. P. Wolffenbuttel 34 44 77 93
94 95 99 104; G. Hagenbeuk 38;
T. v. Winterswijk 41 51 52 57 80 83; H.
A. de Goede 42. 91. 106; H. Verhoef 63 64
T. van Zanten 45 69 105; G. Haarmans
46 87 110; W. v. d. Belt 48 70 74 89 92;
M. Meskes 49; W. Verheuvel 56 62 96;
Joh. Kasperts 58 76; T. Gravendeel 61;
H. Tiggelaren 65: J. v. d. Kooij 73: H. J.
Hol 79 107; S. Visscher 81 108: A. v. d.
Bere 82; E. van Soelen 94: J. H. Schul-
tpn 88; W. v. d. Riet 103; H. Schuurman
Stand kampioenschappen
Duif broed 1939 tol en met, Vilvoorde;
1. J. Haarmans H.D. 39-361479 219,6 pnt.;
2. H. v. d. Kooij H.D. 39-361650 210,2 pnt.;
3. A. P. Wolffenbuttel, H.D. 39-362491
206.8 pnt.; 4. D. Huhregtse, H.D. 39-361418
205.8 pnt.; 5. G. Kluver, H.D. 39-361630
198,2 pnt.
Hok, broed 1939: 1. Joh. Visser 443,8
pnt.; 2. J. Haarmans 437,5 pnt.; 3. G.
Haarmans 429,4 pnt.; 4. C. 'H. Jansen 428,8
pnt.; 5. A. P. Wolffenbuttel 418,6 pnt.
Hok, generaal: 1. J. v. d. Heuvel 2782,6
pnt.; 2. H. J. Hol, 2650.7 pnt.; 3. Gebr. v.
d. Klashorst 2623, 5 pnt.; 4. A. L. Ver
straeten 2477,4 pnt.; 5. M. v. d. Kuilen
2323,5 pnt.
Bij de op j.l. Zaterdag te Zandvoort
gehouden nationale motorraces, geor
ganiseerd door de K.N.M.V. heeft in
afwijking met het bericht in ons och
tendblad, onze stadgenoot de heer H.
C. Verhoef op een Batavus-motor den
tweeden prijs behaald in de senioren
klasse 125 c-c.
De heer J. J. Bovée werd vierde.
De heer Joh. Bovée behoort tot de groep
motorrijders die Nederland zal verte
genwoordigen bij de motorzesdaagsche,
welke in Duitschland gehouden wordt.
Verdraaid, nou ben ik nog van
den rechten weg afgeweken.
(Judge)
Onmiddelijk tooiden buspassagiers zich
met oranje en aanvaardden den terug
tocht in blijde stemming
Men schrijft ons:
A LS passagiers, die per „Alver to-
A\ bus" een zesdaagsche reis naar
Schwarzwald hadden gemaakt en op
Zaterdagmorgen vroeg de bezichtiging de
Keulsche Dom verlieten, vernamen we
van andere aldaar aanwezige Hollanders:
dat er een Prinses geboren was.
Ook krantenverkoopers riepen luid:
„Es ist in Holland eine Prinzes^in ge
boren," terwijl de Kölnischo Zeitung
met dikke kopletters vermeldde: „51
Kanonschoten wekken Holland, enz."
Het uit 21 personen bestaande gezel
schap onder leiding van den heer L. La
Ploov, was ten zeerste verrast door dit
blijde gebeuren en direct kwam de echt
Hollandsche geest naar voren en klonk
uit aller keelen een langdurig: „Leve de
Prinses".
Onmiddellijk toog men er op uit om
oranje te koopen; de ecne groep kocht
nieters oranjelint, anderen kochten-
oranjebloemen en weldra kon ieder zien
en begrijpen dat de Hollanders feestelijk
getooid en gestemd waren.
In Keulen wonende Hollanders die
ons gezelschap ontmoetten wenschten
ons geluk, terwijl bloemen en linten aan
hen uitgedeeld werden.
Zoo was er spoedig een buitengewone
stemming in ons gezelschap, dat door
vele anderen werd gedeeld.
Voor de terugreis naar het Vader
land werd de reisauto nog met
oranjelinten versierd en toen allen
in de bus aanwezig waren, klonk
plechtig ons Wilhelmus van Nas-
saue.
Op weg naar en nabij Dusseldorf kwa
men we reeds vele auto's tegen die
oranjeversieringen hadden en in deze
stad aangekomen deelden we het blijde
nieuws mede aan andere touristen, wat
door hen met groote vreugde werd ont
vangen.
Weldra droeg ook dit gezelschap
oranjelint en bloemen.
Tijdens, de lunch in Hotel Wittels-
bacher Hof werd door beide gezelschap
pen staande ons Wilhelmus gezongen
•en klonk een driewerf „Lang leve de
Prinses".
In uitstekende stemming werd de
laatste etappe naar Holland afgelegd en
naarmate wij de Hollandsche grens
naderden zagen we telkens meer en
meer auto's 9ie ons oranje medevoerden.
Nog op Duitsch gebied voorbij Kleef
zag men menige woning met onze drie
kleur en aan een vlaggcstok had men
bovendien nog oranjebloemen bevestigd.
Bij aankomst in Beek zag men alom
onze vlag en oranje en na vervulling
van de douaneformaliteiten was het
(eiste was we gebruikten: een oranje
met een klont op het welzijn van ons
vorstenhuis.
„THALIA" OPGERICHT
RHEXEN, 7 Aug. Dezer dagen ie
alhier opgericht, de arbeiders tooneel-
vereeniging „Thalia", welke aangeslo
ten werd, bij den Bond van Arbeiders
Tooneelvereenigingen. In het dage-
lijksch bestuur zijn benoemd: J. Boel
houder, voorzitter G. Heuzen, secre
taris en F. Albers, penningmeester.
feuilleton
Naar het Engelsch van
SS)
„U bent te oud voor verjaarscadeau
tjes". bromde Iland. „Enfin, Spawn is
er vandoor. Ik snap zelf niet, hoe. Hij
moet toch door dat gas verblind zijn
geweest en hot heele huis is omsin
geld."
„Waar is Spitz?"
„In een politie-auto naar het hoofd
bureau". antwoordde Hand „Weer
hcclemaal opgeknapt. Clark? Best! La
ten we dan naar liet bureau gaan en
hcoren, wat Spitz te vertellen heeft."
HOOFDSTUK XIII
Spitz
De wagen van Garrison met Miss
Fianklin was al weg en we stapten in
con dienstauto. Ietwat verontwaardigd
wendde ik me tot Hand.
„Ik meen. dat ik nu wel vragen mag,
hoe dit alles zoo verloopen is!"
Iland nam zijn cigaret uit zijn mond
en grinnikte.
„Jammer, dat je het niet gesnapt
hebt," zei hij. „Jouw rol had je toch
wel kunnen hegrijpen."
..Dat deed ik ook. Ik snapte heel
goed. dat het niets dan een list was.
En ik zou er pret in gehad hebben, als
het spel niet zoo drommels gevaarlijk
was geweest."
„Maar u hadt toch een kogelvrij vest
aan? zei Gerrity.
„En nu heb ik een ingedeukte
maag," zei ik. „Maar dat bedoel ik
niet. Hand hoe kwam je erbij, te ver
onderstellen, dat we die kerels ertoe
konden brengen, zelfs naar onze eigen
kamers te gaan?"
„Ik was er niet zeker van, maar ik
vermoedde het toch vrij stellig. Je
moet weten, dat ze er gisteravond ook
zijn geweest; ze kwamen dus op be
kend terrein."
„Gisteravond op onze kamers ge
weest?"
„Ja. Gelukkig waren we den heelen
avond uit. Ik zal het ter wille van den
inspecteur uitvoerig verklaren. Ik heb
die kamers juist uitgezocht, omdat ze,
al liggen ze op de tweede verdieping,
een vóór- en achteruitgang hebben-
Dat vind ik soms heel gemakkelijk.
Maar die achterdeur brengt ook eenig
gevaar mee. Daarom heb ik er een
alarmbel aan laten maken. Dien' stel
ik altijd buiten werking, als we geen
van beiden thuis zijn. In plaats daar
van bind ik, na de deur van het slot
gedaan te hebben, een draadje aan
den knop, zoo, dat het breken moet.
als iemand door die deur heenkomt..
Daaraan kan ik dus zien of er onge-
wenschte bezoekers in onze afwezig
heid zijn geweest. Vanmorgen was dat
draadje stuk en wie anders kan bij
ons ingebroken hebben dan Spitz en
Spawn?"
Gerrity schoen er nog niet veel van
ta snappen. „Maar hoe wist u, dat ze
net op een tijd naar uw kamers zou
den gaan, die geschikt was om hen te
pakken te krijgen?"
„Ik heb net tegen Clark gezegd, dat
ik ziit niet wist," zei Hand glimla
chend. „Ik wist echter wel, dat ze ach
ter Garrison aan zaten en dat ze hem
moesten hebben, voordat hij de stad
verliet. Was hij eenmaal aan boord,
dan hadden ze niet veel kans meer.
En op dat eiland konden ze vrijwel
onmogelijk komen. Ze keken dus uit
naar een kans, om hem te krijgen,
voordat, hij de stad uit was."
„Maar waarom?" vroeg Gerrity.
„Waarom wilden ze hem te grazen ne
men?"
„Misschien dat Spitz ons dat wel
vertelt," meende Hand.
Ik wilde nog iets anders weten. „Dus
jouw idee was. dat zij mij en Miss
Franklin zouden volgen in de meening
dat we mijnheer en mevrouw Garrison
waren? Ze zijn toen door de achterdeur
naar boven geslopen en hebben me in
den rug aangevallen. Maar waarom
hebben ze me dan niet meteen neerge
schoten, voordat zc erachter waren
gekomen, wie ik was?''
„Dat zou in geen geval gelukt zijn,"
zei Gerrity, „zooals je daar voor die
kast zat met je hoofd voorover gebo
gen, was je rug het eenige trefpunt en
die werd door mijn vest beschermd."
„Niet hcelemaal," zei ik, denkend
aan de gevolgen van een laag gemikt
schot. Dat zei ik echter niet. evenmin
als dat die twee er geen vermoeden
van hadden, dat ik een kogelvrij vest
aan had.
„Ze zouden in gpon geval op je ge
schoten hebben," zei Hand en dat vond
ik geruststellender, „want dat zouden
wij hebben voorkomen. Maar het was
duidelijk, dat ze Garrison niet op slag
wilden vermoorden, maar eerst eens
met hem praten."
„Ja", viel Gerrity hem bij. „dat was
ook wel op te maken uit de manier,
waarop ze met elkaar smoesden. Maar
waarover wilden ze met hem praten?"
„Als we dat wisten, was het raadsel
opgelost. Hadden we Garrison in
plaats van Clark naar onze kamers
gestuurd, dan waren we er misschien
ook achter gekomén. Neen, toch niet,
dat mooie verjaarscadeau zou alles
toch bedorven hebben."
„Nou", zei Gerrity, toen de wagen
voor het hoofdbureau stopte, „daarbin
nen zit er een, die het ons vertellen
kan en vertellen zal!"
We begaven ons naar het kantoor
van Gerrity en deze liet Spitz halen.
Vier detectives brachten hem met op
den rug geboeide armen binnen. Spitz
keek kalm naar het plafond. Gerrity
stuurde de detectives weg. Dan ging
hij dreigend voor Spitz staan.
„Nou heb ik je! Je bont me 'n mooie
kerel!" zei hij smalend. „Schiet vrou
wen door een ruitje in het donker
dood, of brengt ze naar zoon smerigen
kelder! Schiet op fatsoenlijke politie
mannen van uit een hinderlaag! De
eleetrische stoel is, voor zoo'n ondier
als jij bent nog te goed!"
Spitz keek Gerrity grijnzend aan en
daardoor werd zijn gezicht nog hoeki
ger.
„Heusch, inspecteur", zei hij met be
schaafde stem. „Ik geloof, dat u eens
even moet uitbulderen. U hebt een
paar kwade dagen achter den rug, zoo
als de kranten zeggen. Maar nu wordt
u een held! Schitterend!"
„Als we u met Spitz aanspreken,
weet u dan. tegen wien we het heb
ben?" vroeg Hand bedaard.
„Spitz is uitstekend.''
„Goed. Spitz, je begrijpt wel, dat je
in een heel gevaarlijke positie ver
keert; het kan niet erger. Misschien
kun je er zelf veel aan verbeteren. Om
een of andere reden hebben onbeken
de personen het leven van Robert Gar
rison bedreigd. Misschien ook dat van
zijn vrouw. Zeker, is er één aanslag op
hem gepleegd. Maar naar onze mee
ning was de dader, die dat schot loste,
een huurling. Wanneer je ons den
naarn vertelt van dengene, die je op
dracht gaf, dan zou daardoor wellicht
jp, loven gered worden."
Weer grinnikte Spitz en schudde het
hoofd.
„U zoudt het eens kunnen probee
ren met een derde-graads-onderzoek",
zei hij, „maar veel geven zou dat niet!'
„Moet ik daaruit opmaken, dat je
weigert, ons iets te vertellen?" vroeg
Hand.
„U moogt er uit opmaken wat u ver
kiest", was het antwoord.
„Besef je, wat je te wachten staat?"
„Jammer genoeg weet ik het niet. U
schijnt erop te doelen, dat ik die scho
ten, waarover de kranten vol stonden,
gelost heb. Op die Miss Venora."
Gerrity staarde hem woest aan.
„Ontken je dat dan?" bulderde hij.
„Natuurlijk", antwoordde Spitz met
een glimlachje.
De inspecteur liep naar zijn burea i
en schelde. Tim kwam dadelijk bin
nen. „Vraag of Saunders hier komt"
beval Gerrity, „zeg hem, dat hij de
vingerafdrukken en alle verdere gege
vens tegen dezen man moet meebren
gen."
Saunders had er blijkbaar op gere
kend, want hij kwam al heel spoedig
binnen met een bakje van ijzergaas.
Daarin lag een vingerafdruk-register-
kaart, een porceleinen kom, het ruitje
uit de bibliotheek, een automatisch
pistool, een electrisch peerlampje en
enkele foto's. Hij zette alles op het bu
reau.
„Dit zijn vingerafdrukken'' wees hij
op de kaart". Die komen overeen met
die op het ruitje en op dien kom af
komstig uit het huis in de East End
Avenue; met die op het pistool, dat
hem bij zijn gevangenneming is afge
nomen. Met die op het lampje uit den
kelder, waar mevrouw Garrison ge
vangen gehouden werd. En deze af
drukken zijn genomen van het stuur
rad van de auto, waarmee ze in den
nacht van den moord hebben gereden.
Die kloppen ook.'*
„Uitstekend!" prees Gerrity. „Is er
al een kogel, met dat pistool afgescho
ten. .aan professor Hertzog bezorgd?"
„Ja, mijnheer. Dat pistool is regel
recht naar het laboratorium gebracht
op uw bevel. En nadat er een paar pa
tronen mee afgeschoten waren, heeft
brigadier Connon het bij ons terug
gebracht."
„In orde, Saunders, vraag dan of
Connon even hier komt."
Onder het wachten op Connon nam ik
Spitz ongemerkt op. Hij scheen zich
niets aan te trekken van al de tegen
hem opgestapelde bewijzen. Connon
kwam binnen.
„Wat heeft professor Hertzog over die
kogels gezegd?" vroeg Gerrity.
„Ik ben niet lang bij hem geweest,
mijnheer; ik moest alleen het pistool te
rug halen. Voordat ik wegging, verge
leek de professor de beide kogels onder
een vergrootglas. Maar hij wil niets
zeggen, voordat hij ze krasje voor kras
je vergeleken heeft. Maar in dit geval
zei hij toch, dat hij wel zeker tot de be
vinding zou komen, dat de doorlelijke
kogel, die miss Venora trof, uit die re
volver afgeschoten was", zei Connon,
wijzend op het pistool, dat van Spitz
afgenomen was.
(Wordt vervolgd.)