Wat de tentoonstelling
te Utrecht leert
De vogel, die bijna altijd zingt
(Boqinl ck wc&k qaod
kanpi bij:
De tijd van de volksverhuizing
en zijn weerspiegeling in de
kunst
Wouter Crabeth
wordt geëerd
Watteau in Boymans
r
DE SPREEUW:
"1
i toonbeeld van blijdschap, zonnigheid
en optimisme
Rinke Tolman
IS DE RIJKSKEUR
GEEN GARANTIE
MEER?
iflllll
„DE STANDAARD"
GEBR. SPIJKER
ALTIJD
KOFFIE en PINDA'S
S. J. ENGEL
GLAS IN LOOD
ALEX LUIGJES
Geen ander blad
In onze stad
Geeft U een
Maandagochtendblad
Ie BLAD PAG. 4
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 21 AUGUSTUS 1939
KUNST
\T ERLBDEN Week wezen wij op
het uitgangpunt van deze ten
toonstelling en d9 veelheid van cul
turen, die in de West-Europeesche
kunst tezamenkomen. Het princi-
pieele uitgangspunt (het Karolin
gisch tijdperk), is niet hetzelfde als
het concreté begin.
De oudste zaken, hier bijeen
gebracht, dateeren al van vóór
Karei den Groote, den tijd der volks
verhuizing en Merovingens. Wie een
maal teruggaat wil 6teeds verder,
om te ontdekken, dat het eerste be
gin altijd nog weer een eerder begin
De z.g. Hunterstonbroche uit de 8e
eeuw. afkomstig uit Ierland
gehad heeft. Zoo denkt men aan de
Germaansche en Keltisehe cultuur
kringen. die in den brons- en ijstijd
in deze streken hebben gebloeid en
die blijkbaar ook toen al niet als ge-
isoleerde zelfstandigheden te zien
zijn. De Keltische cultuur ber.eikte
een hoogtepunt in de La-Tène-perio-
de, een tijdperk vhn eenige eeuwen
(400100) vóór Christus.
De catalogus van onze tentoonstel
ling verwijst er heen met een enkel
woord. En inderdaad, al in dezen.tijd
moeten vele beginselen gezocht wor
den van wat in de middeleeuwen tot
nieuwen, anderen, bloei zou gera
ken. Het is dus niet zoo. dat de vroe
ge middeleeuwen, noch de heiden-
sche, noch de Christelijke, iets totaal
nieuws brachten zij hebben in vele
opzichten niet alleen geleerd van
oude culturen uit het Oosten, maar
steunden evenzeer op wat de oude
Kelten en Germanen hier reeds had
den gemaakt en gewerkt, vaak met
een kunstzin en een technisch raffi
nement die later hïoeilijk waren te
overtreffen.
De tentoonstelling in de Kloostergang
is interessant èn leerzaam. Zij zou het
publiek een extra dienst hebben bewezen,
indien taien naast de ceintuurgespen, tu-
niekspelden, ringen en armbanden uit de
vroege Iersche en Frankische beschaving
nu en dan ook eens een voorwerp uit dat
nog verdere verleden had gelegd. Dit zou
er nóg duidelijker aan hebben herinnerd,
dat ook de Christelijke beschaving niet
losstaat van de vroegere heidensche cul
turen. Zij brengt zeer zeker een nieuw
element, maar veracht het oude niet. Zij
verwerkt en vervormt het. maar het is
merkwaardig dat daarnaast volstrekt
heidensche motieven (als b.v. de Wodan-
figuur) een zeer taai leven hebben en
hier en daar dwars door de Christelijke
beschaving heen zijn opgedoken. \V'ie
deze gedachte vasthoudt, wordt onver
mijdelijk behoed voor een te eenzijdige
opvatting met betrekking tot de Christe
lijke beschaving. Anderzijds zouden wij,
naar mij dunkt, in een cardinale fout ver
vallen, door de Keltische of Germaansche
beschaving te verheerlijken ten koste van
de Christelijke. In ieder geval blijkt ook
hier, dat de menschheid niet één on
onderbroken stijgende ontwikkeling
doormaakt, maar dat het veeleer een
golfbeweging is, met toppen en dalen,
en dat in het dal vaak van voren af aan
moet worden begonnen. Soms schijnt
men totaal vergeten wat de voorafgaan
de cultuur heeft gebracht, vaak ook spe
len de vorige culturen halfbegrepen door
het werk van een later geslacht hun rol.
Ook op- deze tentoonstelllhg wórdt dit
duidelijk, wanneer in bepaalde hand
schriften Angelsaksische en Latijnsche
letters door elkaar heen worden gebe
zigd, of wanneer letters, gegrift in ges
pen of andere gebruiksvoorwerpen, meer
automatisch, wijl het zoo hoort, zijn aan
gebracht, dan wijl ze een bepaalden zin
hebben te vertolken.
Een van de treffendste stukken uit
de unieke Iersche collectie zijn de
twee fragmenten van een réliek-
schijn, die door het museum in St.
Germain en Lave zijn afgestaan. De
catalogus zet hier vraagteekens. De
Inrichters van de expositie zien deze
stukken eerder voor een versiering
van deursloten dan voor deelen van
een „rijve" aan. Men weet evenmin
raad met de dateering en ook niet of
men met een Noorsch of Iersch
voorwerp te doen heeft. Dit is, met
betrekking tot de door ons opgezette
redeneering. wel kenschetsend. Is het
namelijk Noorsch, en van de Vikin
gen afkomstig, dan kan het moeilijk
anders dan heidensch zijn, is het
Iersch, dan moet het op de eene of
andere wijze met de Christelijke be
schaving samenhangen.
Trouwens, ook de Vikingen, hoe hei
densch en vernielzuchtig ook, veroverden
niet alleen materiëelen buit, maar even
zeer artistieken, speelden meer dan eens
leentjebuur bij de Christelijke bescha
ving, die zij vonden aan de kusten waar
zij landden. In Ierland brachten zij jaar
lijks hun bezoeken, en zoo kwam er.
goedschiks of kwaadschiks, een zekere
wisselwerking tot stand.
Het beroemde vlechtbandmotief. dat
vooral in de Iersche kunst overheerscht
en van daaruit half West-Europa is door
gedrongen, om eeuwen achtereen een
hardnekkig bestaan te voeren, is mis
schien op te vatten als een uiting van
dat eeuwig wisselende, dynamische en
onzekere, dat die tijden heeft geken
merkt. Het Christendom dat de Ieren,
vertrouwd met de hooge Keltische ideeën
wereld, sneller dan eenig ander volk in
Europa aanvaardden men beweert:
ontleend aan de Kopten in Egypte
heeft aan het dynamische wezen blijk
baar weinig veranderd.
Het dier-ornament dat in de vroege
middeleeuwen en weinig minder in de
Romaansche en Gothische perioden een
geliefd versieringsmotief was, moet. mei?
ook zien als een overlevering van de al
leroudste tijden. De vogelkop, die vaak
met het slangenlijf samenging en ook
met de visch werd gecombineerd, is
van Skythischen oorsprong. De -grif
fioen, die in de Iersche kunst (zie
den prachtigen abtstaf van Clonmac-
noise!) zooals ook elders 'n gaarne toege
past motief is, moet uit Mésopotamië
(Susa) stammen, en daar reeds 3000 jaai
vóór Chr. in gebruik zijn geweest. Aan
vankelijk was het een symbool van de
verschrikking, dat zich over heel
Azië heeft verbreid en tenslotte van By
zantium uit in de Germaansche cultuui
is binnengedrongen, en in de Christelijke
wereld 'n gansch andere associatie heeft
gekregen. Vaak ziet men in de Christe
lijke kunst, de griffioen voorgesteld, drin
kende uit een schaal of bron met water;
dit water stelt dan het levenswater voor
en aldus wordt de gedachte opgewekt
aan het eeuwige leven.
Het krekelmotief, dat in den hier
aanwezigen schat van Childerik (oe
eeuw) naar voren komt schijnt van
Chineeschen oorsprong, waar het de
onsterfelijkheid verzinnebeeldde. De
eeuwige cirkelgang van larve tot pop
en van pop tot insect heeft blijkbaar
aan die gedachte inhoud gegeven. Bij
de Germanen was de beteekenis on
bekend. niettemin bleef het een ge
liefd motief, en toen Napoleon bij
zijn plechtige kroning tot keizer bij
de oudste Frankische traditie wilde
aansluiten, nam ook hij dit krekel-
motief over.
GRAND THéaTRE. Van Vrijdag 18 t.m.
Donderdag 24 Aug. vertooning van de
film „De Citadel".
Voorstellingen: Zondag 1.45, 4, 6.15 en
8.30 uur. Eiken anderen middag en
avond 2.30 en 8.15 uur. Vrijdag, Maandag,
Dinsdag en Donderdag 2.30 uur: Shirley
Temple in „Penny brengt uitkomst".
CITY THEATER. Van Vrijdag 18 t.m. Don
derdag 24 Aug. vertooning van de film
„De Big in het vreemdelingenlegioen".
Voorstellingen: Zaterdag 2.30, 6.15 en
8.30 uur. Zondag 1.45. 4, 6.15 en 8
uur. Andere dagen 2.30 en 8.10 uur.
STERHUIS, Beekenst.laan 6. Voor alle
meisjes iederen avond geopend des Zon
dags van 2 uur.
GILDEHUIS. A.K.G. Tentoonstelling 105
uur nam.
OPENBARE LEESZAAL MET JEUGDLEES
ZAAL, Muurhuizen 9.
R.K. LEESZAAL. Wjjerstraat 2. Filiaal
Uitleenbibliotheek Edisonstraat 35.
MUSEUM FLEHITE, Westsingel. Geopend
dagelijks van 1012 en 1—4 uur, uitge
zonderd Zondag:, 's Zaterdags 1012 en
1.303 uur. (Stadgenooten hebben 's Za
terdags vrjjen toegang).
KUNSTHANDEL VEENENDAAL, Langestr.
33. Oranjetentoonstelling.
CLUBLOKAAL SPEELTUINVER. SOESTER-
KWARTIER. Iederen Dinsdagavond
oefeningen van den Luchtbeschermings
dienst. afd. Soesterkwartiar.
De uiterst fraaie abtstaf van Clon-
macnoise uit het bezin der 12e eeuw
Hij of zijn geleerde omgeving, dan
wel zijn hofkleermaker zagen het dier
voor een bij aan, vandaar dat de Kei
zer der Franschen de bij als een trouw
symbool de jaren door op staatsiekleed
en elders heeft omgedragen, onbewust
van de eigenlijke herkomst en den oor-
spronkelijken zin.
De menschelijke figuur, in het La-
tène-tijdperk reeds veelvuldig in zwang,
kwam in de middeleeuwen eerst be
trekkelijk laat tot haar recht. Aanvan
kelijk werd zij zeer schematisch voor
gesteld. vaak alleen de contouren van
het lichaam, dikwijls nog sterk gesty-
leerd. niet slechts enkele krassen voor
oogen en neus. Op deze tentoonstelling
ziet men een dergelijke figuur op een
der „Daniël-gespen" uit Bourgondië
afkomstig. Zij dateert uit de ?c eeuw.
Ook hier heeft men met een motief te
doen dat oorspronkelijk uit Mesopota
ni<- stamt, rn dat aanvankelijk de over
winning weergaf van den mcnsch over
het dier, of wel den triomf van den
geest over het geweld. In de vroeg
christelijke wereld werd, naar enkele
auteurs beweren, de beteek.enis totaal
omgedraaid, de dieren werden be
schouwd als de leeuw van Juda, die
over den heidenschen priester zege
viert!
Den eersten tijd blijft de mensche
lijke figuur volkomen ornamentaal.
eerst in de periode tusschen 650 en 800
begint zij plastische vormen te krijgen
Dan treedt inmiddels de Karolin
gische kunst op, en met haar de in
vloed van de antieke Latijnsche cul
tuur, die met haar oog voor optische
realiteit en een formeel-verstandelijken
inslag, door de geheele middeleeuwen
heen en ook lang daarna een taaien
strijd aanknoopt met den Germaan-
sehen geest en zijn zin voor het ab*
stracte, de symbolische uitdrukking en
de innerlijke verbeelding.
C. A. SCHILP.
Verlichting van de vier ramen
in de kerk te Gouda die van
hem afkomstig zijn
In de eerste week van September a.s
zal het 350 jaar geleden zijn dat Wouter
Pietersz. Crabeth, een der beide gebroe
ders Crabeth, die de St. Janskerk te
Gouda door de ongeëvenaarde gebrand
schilderde vensters tot een museum van
glasschilderkunst hebben gemaakt, dat
door alle tijden uit alle landen tallooze
bewonderaars heeft getrokken en nog
trekt, is overleden.
Deze sterfdag zal te Gouda op initia
tief van het fonds „Goudsche Glazen",
dat zich beijvert voor de studie dezer
glazen, worden herdacht door op de
avonden van Donderdag 7, Vrijdag 8 en
Zaterdag 9 September op bijzondere
wijze de aandacht te vestigen op de vier
glazen van Wouter Crabeth, die tot de
mooiste der St. Janskerk behooren, n.l.
door een verlichting van uit de kerk,
zoodat de kleurenpracht de glazen in
volle glorie naar buiten straalt.
Vóórdat deze verlichting wordt ont
stoken. zal in de St. Janskerk, waar ge
durende de Septembermaand een plan-
tenversiering bij de glazen van Wouter
Crabeth wordt aangebracht, een eenvou
dige plechtigheid plaats hebben ter her
denking van dezen voortreffelijken
„glasscriever".
In het museum Bovmans te Rotter
dam is een teekening in rood en wit
krijt van Antoine Watteau, welke een
voorstudie is voor het gestolen en on
langs teruggevonden schilderij, „l'Indif-
ferent" uit het Louvre te Parijs, tentoon
gesteld, tezamen met 15 andere kostbare
tcekeningen van den zeldzamen mees
ter van Valenciennes, alle uit de collec-
tie-Königs, welke het museum Boymans
in bruikleen heeft,
In de zaal voor tijdelijke tentoonstel
lingen is een zestigtal aquarellen en
teekeningen van omstreeks 1900 uit het
museumbezit geëxposeerd.
De tentoonstelling van aquarellen en
teekeningen van den Vlaamschen kun
stenaar Edgar Tijtgat in het Prenten
kabinet blijft nog tot het einde van de
maand te bezichtigen, evenals het
bruikleen van den hertog van Trevise,
bestaande uit schilderijen van Paulus
Potter, Bazzani, Latour, Prudhon en
Géricault, over verschillende zalen ver
deeld.
KERKNIEUWS
ALGEMEENE SYNODE DER
NED. HERV. KERK
De algemeene synode der Ned. Herv.
Kerk heeft uit de generale ka6 tal van
toelagen gevoteerd voor onderscheiden
plaatselijke belangen en aangelegenhe
den. Daarnaast voteerde zij voor de na
volgende belangen van meer dan plaat-
sclijken aard de volgende bedragen:
Voor den arbeid onder de Herv. Neder
landers in Duilschland ƒ4500; voor het
Davos-comité ƒ200; voor den arbeid on
der de binnenschippers ƒ2000; voor den
Prot. wereldbond ƒ30; voor de centrale
voor werkloozenzorg ƒ250; voor het op
voedingsgesticht Valkenheidc te Maars-
bergen 2400; voor de Belgische zen
dingskerk f 100: voor het suppletie
fonds van het Fonds tot verbetering
der schraalste predikantstractemcnten
22.193; voor het fonds tot voorziening
in de geestelijke behoeften 46.5; voor
predikantstractementen en woninghuur
in de Wieringermeer ƒ1460 en aan ver
schillende personen totaal 9229,
\J A de huismusch is ongetwijfeld de
spreeuw de meest algemeene vogel
in de nabijheid der menschelijke wonin
gen. In duizenden, tienduizenden, hon
derdduizenden exemplaren komt hij ten
onzent voor. En als uitvloeisel van het
nauwe contact met den mensch en tenge
volge van zijn talrijkheid behoort de
spreeuw in den letterlijken zin van het
woord tot de meest geziene vertegen
woordigers onzer avifauna. Maar dit
geldt evenzeer in figuurlijken zin: wan
neer er één vogel is, die iemands hart
weet te veroveren, dan is het de spreeuw,
die wel de vogelwording lijkt te zijn van
blijdschap, zonnigheid en optimisme. Hij is
de vogel, die afgezien van enkele mi-
weken in Juli of Augustus altijd zingt:
op alle uren van den dag en in alle sei
zoenen.
Vooral is zijn lied te waardeeren in
de tijden, dat andere vogels volkomen
of zoo goed als geheel zwijgen. Zijn zang
is buitengewoon aanstekelijk: een lan
ge aaneenrijging van muzikale babbel
tjes, die soms plotseling, alsof er een
vuurpijl van geluid wordt afgestoken,
overgaat in lange zuivere fluittonen.
Bewonderenswaardig is ook het imita
tievermogen der spreeuwen: niet alleen
vogels en andere dieren worden soms
onberispelijk nagebootst, maar ook wel
geluiden, die door voertuigen, machi
nes, instrumenten, pompen e.d. worden
voortgebracht. Soms zit een individu
trouwhartig op zijn eentje met grooten
ijver te zingen, maar nog vaker doen
zij aan community singing. Het is dan
een gezwatel, gekokkel en geklok, een
gekwinkel, gekweel en getierelier zon
der einde. In zijn zangenthousiasme
slaat de spreeuw vaak niet de vleu
gels op en neer én het is werkelijk een
aandoenlijk gezicht, wanneer hij vol
geestdrift, met geheven kop en trillen
de halsvceren, zijn levensbevestigende
potpourri'tjes voordraagt. Soms ge
beurt het, dat je zoo'n spreeuw midden
in de wei op een kluitje ziet zingen,
maar meest kiest hij verhevener zit
plaatsen uit: boomtoppen, schoorstee-
nen, dakvorsten e.d. Vooral na over
vloedige maaltijden verandert een
boom, waarin een spreeuwentroep is
neergestreken, soms plots in een heuvel
van zonnig tumult.
door.
A CTIVITEIT kenmerkt alle gedragin-
gen der spreeuwen. Voortvarendheid
zit hun in het bloed. IJver spreekt
zoowel uit zijn bewegingen, wanneer hij
met vluggen waggelgang op den grond
voortstapt om voer voor zichzelf te zoe
ken, als wanneer hij buit verzamelt voor
de hongerige jongen. Zijn spijsliist is zeer
uitgebreid: hij is zoowel vegetariër als
vleeschetcr Aan den cencn kant consu
meert hij de meest uitcenloopende vruch
ten en bessen, waardoor hij nogal eens in
conflict geraakt met den mensch. die zijn
kersen en ander fruit niet graag ziet
weggekaapt, aan den anderen kant is hij
een hardnekkig verdelger van emelten,
ritnaalden, slakken, wormen en allerhande
insecten; landbouwer en tuinder kan hij op
deze wijze onschatbare diensten bewijzen.
Ook ziet men hem niet zelden op de
ruggen der schapen zitten. Pikt hij de
zen misschien parasieten uit de wol?
Overigens is de spreeuw niet louter en
alleen een bodemvoeder; men kan hem
in den zomer ook vaak met vele mak
kers hoog in de lucht insecten zien
vangen; men heeft dan tevens gelegen
heid zijn schitterende glijvluchten te be
wonderen.
Behalve dat de spreeuw een blij-be-
drijvige klant is, is hij ook een mooie
vogel. Als hij zijn prachtkleed draagt,
wordt zijn overwegend zwarte pakje ge
kenmerkt door verrassend fijne groe
ne, blauwe en purperen glanzen; geel
bruine randjes kan men vaststellen bij
de veeren der vleugels, terwijl de rug-
en schouderpartijen bruingeel en de
onderdeelen witachtig gevlekt zijn. De
uiterlijke sexeverschillen, die er tus
schen mannetje en wijfje bestaan, dra
gen geen sprekend karakter, doch de
jongen maken een fietsen, bruingrij-
zen indruk. Als zich in den herfst de
rui voltrekt, krijgen alle veertjes bruin
achtige of witte randjes, zoodat de vo
gel er dan wonderlijk gevlekt komt uit
te zien, maar in den loop van den win
ter vindt slijtage van de veerzoompjes
plaats en komt geleidelijk het fonkelend
prachtkleed voor den dag. Het bruin
van den snavel verandert dan tegelij
kertijd in een fraai geel.
/N menig opzicht gedragen de spreeuwen
zich als koloniedieren, hetgeen o.m. tot
uiting komt in den broedtijd. Ofschoon
zij. anders nogal twistziek van aard zijn,
nestelen zij vaak in groote menigten bij
elkaar, hetzij onder dakplannen, in holle
boomen of in nestkastjes. Konijnenholen of
de nestgangen van oeverzwaluwen, om
enkele der afwijkende nestgelegenheden te
noemen, betrekken zij ook wel zoo nu en
dan.
Het nest is op vrij sjofele wijze sa
mengeflanst met behulp van stroohal-
men en hooisprietjes. Blad, mos, wol en
veeren, haar, touw, lompen en papier,
ziedaar enkele materialen opgesomd,
waarmee de kom dikwijls wordt ge
voerd. Het legsel is meest vier- tot zès-
tallig; de glimmend blauwe eieren ver-
toonen vaak een groenachtig tintje.
Van den spreeuw is bekend geworden,
dat des nachts uitsluitend het wijfje
broedt, terwijl het mannetje haar over
dag af en toe pleegt af te lossen. Broe
den en grootbrengen van het kroost
vergen tezamen een tijd van ongeveer
vijf weken. Wanneer de kinderen zelf
standig zijn geworden, volgt cloch
dit is geen regel soms een tweede
legsel, zopdat er ook in Juni nog wel
spreeuweneieren zijn te vinden. Som
mige Britsche exemplaren van Stur-
nus vulgaris vulgaris zijn nog
voortvarender, gelijk uit mededeelingen
in p e Nederlandse he Vogels
van dr. Eykman c.s. blijkt. Daarin lezen
wij, dat in Engeland „ook derde broed
sels zijn geconstateerd en soms laat in
den herfst en in de maanden December,
Januari en Februari nog enkele broe
dende paartjes worden aangetroffen."
T J ET gedrag der Nederlandsche
tj[ spreeuwen loopt, wat hun reislust
betreft, ten zeerste uiteen. Sommi
ge zijn honkvast, andere verplaatsen zich
meer of minder ver. Uit het buitenland be
reiken ons echter in den herfst ongeloof
lijke scharen. Honderdduizenden passee-
ren deze lage landen bij de zee of blijven
er hangen. Reeds in Augustus kunnen ver
plaatsingen worden vastgesteld: in Sep
tember wordt het aantal reizigers steeds
grootcr. terwijl in October en November
de spreeuwenbeweging een bijna sensatio
neel karakter draagt.
Ook later, wanneer felle koude de vo
gels noodzaakt om opnieuw te verhui
zen, kan men van rushes (paniekvluch-
ten) getuige zijn. Van eind Januari tot
in Mei vindt opnieuw de doortocht
plaats der huiswaartskeerenden.
Het is een uiterst boeiend gezicht,
wanneer, b.v. in October, met snellen
vleugelslag duizenden spreeuwen zich
voortspoeden. Het passeeren geschiedt
soms met een hevig gedruisch van wie
ken, alsof er plotseling een felle wind
opsteekt Buitengewoon interessant zijn
ook de gezamenlijke vliegoefeningen.
Als bewegelijke zwarte hoozen en wol
ken hangen de spreeuwentroepen dan
in de lucht. Bij duizenden overnachten
zij. ook vaak in rietvelden, die zij dan
geducht kunnen toetakelen, of in stads-
boomen. Een eigenaardigheid is tevens,
dat zij zich graag aansluiten bij troe
pen roeken, goudplevieren of kieviten,
in wier gezelschap ze ook dikwijls
fourageerend worden aangetroffen.
ACHTERLICHTJESMISÈRE
Vroeger goedgekeurde fièts-
flchterlichten zijn nu weer
afgekeurd
Behoorlijke controle wordt
onmogelijk
De „Nederlandsche Rijwielhandel"
publiceert een artikel, waaruit blijkt
hoe hopeloos het met de rijwielachter
lichtjes is gesteld:
„De minister van Waterstaat heeft
in de „Staatscourant" van 2 Augustus
j'.l. opnieuw de aandacht gevestigd op
de wettelijke verplichting tot het bij
donker voeren op een rijwiel van een
helder rood achterlicht, dat behoort
tot een der door of vanwege den minis
ter van Waterstaat goedgekeurde soort
en voorzien is van het door dien minis
ter vastgestelde merk (de rijkskeur).
Zijne Excellentie publiceert tege
lijk een merkenlijst van goedge
keurde rijwielachterlichten en een
dito van achterlichten, waarvan de
vroeger verleende goedkeuring is
ingetrokken.
De eerste lijst bevat 38, de tweede 21
modellen.
Iedere rijwielhandelaar begrijpt, hoe
zeer hier nu „opletten" geblazen is en
men vraagt zich vol verbazing af, hoe
het publiek hiervan op de hoogte kan
worden gebracht. Zelfs voor de politie
moet het een onmogelijkheid zijn, be
hoorlijk controle te oefenen en dienten
gevolge wordt de aan bovenbedoelde
publicatie toegevoegde waarschuwing
van den minister, dat. de wielrijders er
zich van moeten vergewissen, een goed
gekeurd achterlicht te gebruiken, o.i.
volkomen illusoir.
Wij vinden voorts niet vermeld, waar
om zoovele soorten achterlichten, aan
vankelijk toch goedgekeurd, nu zijn
afgekeurd. Zijn de fabrikanten van hun
oorspronkelijke modellen afgeweken?
Hoe dan ook, moeten er toch vele van
de nu als ondeugdelijk aangeduide ach
terlichtje in gebruik zijn, welke wèl
aan de eischen voldoen. Worden de
wielrijders, die deze lampjes, d.w.z.
wettelijk goedgekeurde exemplaren, ge
bruiken, thans gedwongen, nieuwe te
koopen? Maar dat is dan toch een
hoogst onredelijke eisch?
Bij groot- en kleinhandel zullen zich
ongetwijfeld ook nog voorraden van
deze, vroeger goedgekeurd, achterlich
tjes bevinden. Publiek en zakenlui wor
den hier de dupe van de zonderlinge
gedragslijn, welke het departement van
Waterstaat, waarschijnlijk met de beste
bedoelingen volgt. Wij zouden hierom
trent waarlijk gaarne eenige nadere op
heldering verkrijgen.
Zijne Excellentie wijst er ook nóg op,
dat door het vervangen van een onder
deel door een ander, ongelijksoortig on
derdeel, het achterlicht niet meer tot
de goedgekeurde behoort."
VUILE MUREN EN PLAFONDS
worden in 1 keer HELDERWIT
met „SNEEUWWIT"
Kan ook over oude
kalklagen worden aangebracht.
SNEEUWWIT kost
SLECHTS 24 CENT PER K.G.
en is alleen verkrügbaai b\j
HET VERFHUIS
TELEFOON 3626
HET VERF- EN GLAS-ADRES
UTRECHTSCHESTRAAT 33
naast HECK'S LUNCHROOM.
Advertenties
zijn ook nieuws
Brood-, Koek- en Banketbakkerij
Soesterweg71 - Tel. 4151
„Eens gekocht, altijd klant"
versche
bü
Leusderw. 140-Eigen branderij
VOOR
Achter „de Poort van Kleef"
Telefoon 4412
Woestijgerweg 31 (woonhuis)
UW ADRES
voor
MOTORRIJWIELEN
en
REPARATIES
JO BOVÉE
LEUSDER WEG.
Vertegenwoordiger Velocette
en Eysink motorrijwielen.
De sterkste en beste Holl
fiets vindt U bij ons. Prijzen
v.a. J 20.-. f 22.50 enz. compl
Sol. gar. Rijwieldeelen en
banden. Spotpr. Ontv. Ie kl.
autopeds, rijw. uitv. f 4.75.
f 7 75. 9.75. DE CDNCUR-
RF.NT Arnh.weg 44, Soester-
weg 96.
KOESTEEG 5 TEL. 3666