VREDESOPROEP T0r
DOOR DE STAATSH
DER OSLO-GROEP
Frankrijk roept
reservisten op
COMMUNIQUE
der Oslo-staten
Moderne lijstenmakerij
HET RAADSEL VAN
RIVERSIDE DRIVE
Radio-programma's
Ie BLAD PALL 2
AMERSFOORT5CH DAGBLAD
DONDERDAG 24 AUGUSTUS 1939
Koning Leopold voor de mie
ONING LEOPOLD van België heeft
gisteravond een rede uitgesproken voor
den Belgischen omroepzender N.I.R., welke
rede tevens werd uitgezonden door de Neder-
landsche zenders, waarin de Koning der Bel
gen mede namens den Koning van Denemar
ken, den president van Finland, de Groother
togin van Luxemburg, de Koningin der
Nederlanden, den Koning van Noorwegen en
den Koning van Zwedent een vredesoproep
richtte tot de wereld en in het bijzonder tot
Europa.
De tijd dringt!
„Dat het geweten der wereld wakker wor
de", zoo zeide Koning Leopold.
„Het ergste kan nog verineden worden.
Maar de tijd dringt. De evolutie der gebeur
tenissen kan weldra elk rechtstreeksch contact
nog moeilijker maken."
Fransche burgers in Duitschland
krijgen van ambassade te
Berlijn den raad om dit
land te verlaten
Daladier presideert een
vergadering van den
verdedigingsraad
PARIJS, 23 Aug. (Havas). De
Fransche minister-president deelt
mede: „In verband met den inter
nationalen toestand, heeft de Fran
sche regeering besloten de reeds
genomen militaire maatregelen te
voltooien door nog meer reservis
ten onder de wapenen te roepen."
Na een bespreking te hebben ge
had met den Poolschen ambassa
deur te Parijs heeft minister-presi
dent Daladier een bijeenkomst van
den permanenten nationalen verde
digingsraad gepresideerd, welke te
zes uur in den avond bijeen is geko
men. De vergadering werd bijge
woond door den minister van bui-
tenlandsche zaken Bonnet», den mi
nister van marine Campinchi, en
minister van luchtvaart Guy la
Chambre, de generaals Gamelin en
Colson, admiraal Darlan en den
controleur-generaal Jacomei Na de
vergadering heeft Daladier nog een
bespreking met Bonnet gehad.
Fransche burgers in Duitschland
hebben zich tot de Fransche am
bassade te Berlijn gericht met de
vraag of het geraden was langer
in Duitschland te blijven. De am
bassade heeft hierop aan Fran-
schen, die niet door dringende ver
plichtingen weerhouden worden,
aangeraden Duitschland te ver
laten.
VERHOOGING VAN PREMIE DER
VERZEKERING TEGEN OORLOGS
RISICO
NEW YORK. 23 Aug. (Reuter).
Met ingang van morgen zullen de pre
mies voor verzekering tegen oorlogs
risico's van zendingen uit de Vereenig-
de Staten naar Duitschland en Italië
tot het twintigvoudige worden ver
hoogd. De premies voor verscheping
naar de Britsche eilanden blijven onge
wijzigd.
266. Bil den berg aangekomen zet hij zijn voertuig stop en
stapt uit. Hij is wat stijf van het lange zitten, doch dat zal
weldra wel overgaan
267. Nu begint hij den berg te beklimmen. Dat gaat niet
erg makkelijk, want het zware harnas zit, hem in den weg.
„Bereid mede te werken aan
elke verzoeningspoging
AI,VORENS Koning Leopold van
België zijn radiorede uitsprak, had
het Belgische ministerie van bui-
tenlandsche zaken een communiqué uit
gegeven over de conferentie der Oslo-
staten, waarvan hier de officieele tekst
volgt:
„In Juni 1938 zijn Zweden, Noorwe
gen, Finland, Denemarken, Neder
land, Luxemburg en België, te Kopen
hagen door hun ministers van Buiten-
landscho Zaken vertegenwoordigd,
„overeengekomen om het onderlinge
contact door onderzoek van de vraag
stukken van gemeenschappelijk belang
te handhaven. Bovendien hebben .zij
bevestigd, dat zij, wat hen betreft, be
reid zijn metterdaad mede te werken
aan elke Internationale verzoèningspo-
ging in een geest van onpartijdigheid en
onafhankelijkheid ten aanzien van de
verschillende groepen van mogendhe
den".
Aldus zijn de moreele banden, welke
tusschen deze natiën bestaan, en welker
buiten landsche politiek doordrongen is
van dezelfde beginselen: leven voor den
vrede en de wil om in een conflict
slechts ter verdediging van de eigen be
dreigde onafhankelijkheid tusschenbei-
de te komen, bevestigd. Uit een derge
lijke gelijksoortige houding tegenover
het internationale vraagstuk en uit de
eensgezindheid, welke uit hun gehecht
heid aan dezelfde beginselen is geboren,
is tusschen deze landen een gemeen
schap van belangen ontstaan in de cri-
tieke- omstandigheden, welke wij thans
beleven.
Dit is de reden, waarom deze staten
in gemeenschappelijk overleg besloten
hebben een samenkomst te houden te
Brussel, waarop zij vertegenwoordigd
zijn door hun ministers van Buitenland-
sche zaken. Deze zelfde mogendheden
hebben bij monde van hun vertegen
woordigers hun insteemming betuigd
met de bewoordingen van de verklaring,
die Zijne Majesteit de Koning der Bel
gen vandaag zal afleggen in naam van
de hoofden der betrokken staten. De
beraadslagingen, die zooeven hebben
plaats gehad, hebben den wil bevestigd
van de vertegenwoordigde staten mei
elkander contact te houden voor de vrij
waring hunner gemeenschappelijke be
langen".
GERARD BLOM
KROMMESTR. 66a b.h. HAVIK
TEL. 3062
KINDERHOEKJE
Hieronder laten wij den officieelen
Ncderlandschen tekst volgen van deze
radiorede, welke de Koning der Bel
gen te 8.20 uur Nederlandschen tijd
voor den Belgischen omroepzender
NJ.R. heeft gehouden:
DE verklaring, waarvan ik
voorlezing ga doen, wordt
afgelegd in het paleis te Brussel in
tegenwoordigheid van de minis
ters van buitenlandsche zaken en
uit naam der staatshoofden van
de Oslogroep.
De wereld beleeft een tijdperk van zoo
danige spanning, dat elke normale sa
menwerking onder de staten onmogelijk
dreigt to worden. Gro'ote mogendheden
treffen maatregelen, die bijna gelijk
staan met de mobilisatie hunner gewa
pende macht Moeten de kleine mo
gendheden niet vreezen het slachtoffer
te worden van een eventueel conflict
waarin zij, tegen hun eigen wil in, zou
den worden medegeslecpt, niettegen
staande hun politiek van onbetwistbare
onafhankelijkheid en hun vasten wil
onzijdig te blijven? Zijn ze ei* niet aan
blootgesteld het voorwerp te worden
van buiten hen om getroffen schikkin
gen?
Zelfs zonder dat er vijandelijkheden
geopend worden, wordt de wereld door
een economische instorting bedreigd.
Alom heerschen wantrouwen en arg
waan.
Onder onze oogen vormen zich de
strijdkampen, stellen de legers zich op,
wordt een afschuwelijke strijd in Euro
pa voorbereid.
Gaat ons werelddeel zelfmoord
plegen door zich te storten in een
ontzettenden oorlóg, waarin er noch
overwinnaar noch overwonnene zou
zijn, maar waarin alle geestelijke
en stoffelijke waarden door de be
schaving van eeuwen geschapen
ten onder zouden gaan?
De oorlogspsychose dringt alle huizen
binnen» en alhoewel de openbare mee
ning er zich zeer goed van bewust is
welk een ondenkbare ramp een volken-
strijd voor de gansche menschheid zou
bcteekenen, laat zij zich meer en meer
over aan de gedachte dat wij er onver
mijdelijk in medegesleurd zullen wor
den.'Het is van belang legen een zoo
noodlottige gelatenheid op te komen.
FEUILLETON
Naar hef Engelsch van
STANLEY HART PAGE
43)
In Portland kocht ik proviand en een
tent. 's Avonds laat huurde ik een mo
torboot en liet met naar Thumcak
eiland brengen, waar ik met een roei
bootje achterbleef. Daar woon ik nu al
drie dagen. Eiken avond ben ik hier
naar het eiland komen roeien. Ik heb
reeds enkele merkwaardige dingen
ontdekt. Gisteravond hel» ik bijvoor
beeld uw 6pook voor het raam zien
6taan. Ik zat achter het huis verscho
len. Het was levend genoeg om te
struikelen en te vallen, toen het weer
weg liep. En het kan vloeken ook,
maar dan in een vreemde taal."
„Maar dat gezicht voor het raam?"
riep ik uit.
„Och. hij zal een masker of zoo voor
gehad hebben. Ik kon zijn gezicht trou
wens niet onderscheiden. Maar hij was
het eenige spook niet. Er is' nog een
tweede. Hij komt in een roeibootje van
een schip, dat voor anker gaat op de
plek. waar het wrak ligt. Hij roeit
naar het strand, klimt boven op de
rotsen en schreeuwt dan met hólle
stem door een grooten scheepsroeper
heen. Hij doet dat om de menschen
daar uit de huurt te houden. Omdat er
van dat schip een duiker in zee af
ER is geen volk wij leggen hier
sterk den nadruk op dat zijn
kinderen den dood wil inzenden
om aan andere natiën dat recht op het
bestaan te ontnemen dat het voor zich
zelf opeischt.
Stellig zijn de belangen van alle
staten niet allen dezelfde. Maar zijn
er wel belangen, die niet op vrede
lievende wijze tot overeenstemming
kunnen gebracht worden, en kan
dat niet oneindig veel beter voor
dan na een oorlog?
Dat het geweten der wereld wakker
worde. Het ergste kan nog vermeden
worden. Maar de tijd dringt. De evolu
tie der gebeurtenissen kan weldra elk
rechtstreeksch contact nog moeilijker
maken.
Dat men zich niet vergisse. Wij weten
dat het recht om te kunnen leven op
een hechten grondslag moet steunen,
en do vrede dien wij wenschen is de
vrede, welke berust op den eerbied van
alle staten. Een duurzame vrede kan
niet gevestigd zijn op de macht, maar
enkel op een zedglijke orde.
Gebiedt niet de wijsheid op dit
oogenblik een eind te stellen aan
den strijd met woorden, aan ophit
singen en bedreigingen, ten einde te
besluiten om over de gestelde
vraagstukken te beraadslagen. Wij
vormen plechtig den wensch. dat de
mannen, waarvan den loop der ge
beurtenissen afhangt, bereid zullen
zijn hun geschillen en eischen te
onderwerpen aan een onderhande
ling ingezet in een geest van broe
derlijke samenwerking.
Het is uit deze overwegingen dat ik in
naam van
Z.M. den Koning van Denemarken,
den president der Finsche Republiek,
H.K.H. de Groothertogin van Luxemburg,
H.M. dc Koningin der Nederlanden,
Z.M. den Koning van Noorwegen,
Z.M. den Koning van Zweden,
en in mijn eigen naam. ieder onzer in
overeenstemming handelend met zijn re
geering. deze oproep doe.
Wij drukken de hoop uit dat andere
staatshoofden hun stem bij den onze
zullen voegen, bezield door dezelfde
zorg voor den vrede en de veiligheid
van hun volkeren. Straks zullen hon-
daalt, als hij staat te schreeuwen."
We zaten als verstomd te kijken.
„Een duiker, zegt u?" vroeg Garri
son.
„Juist, een diepzeeduiker."
„Maar waar duikt hij dan naar?
vroeg Garrison verbluft. „In die oude
visschersschuit zitten toch zeker geen
schatten verborgen. Bovendien zijn wij
er droogvoets naar toe kunnen komen.
Daar is geen duiker voor noodig!"
„Ik weet net zoomin als u, waarnaar
hij duikt," zei Hand. „Maar dat er gedo
ken wordt i6 zeker. Ik heb zelf de pom
pen hooren gaan, waarmee ze hem lucht
toevoeren."
„De pompen van dien schoener!" riep
ik uit. „Dan hebben Mapcs en dc rest, die
dus gehoord de pompen van een
duikerschip."
„Maar ik zou voor den drommel dan
toch wel eens willen weten, wat hij daar
zocht", zei Garrison.
„Dat kunt u binnenkort te weten ko
men," zei Hani op zijn horloge kijkend.
„Vanmorgen vroeg ben ik naar Thum-
cab geroeid. Ongeveer een half uur ge
leden heb ik drie postduiven losgelaten,
met eenzelfde boodschap. Ze moeten nu
wel weer op hun hok terug zijn. Als ge
volg moet er binnenkort eon kustwacht-
kotter hierheen komen. En als zo aan
mijn verzoek voldoen, dan heeft die een
duiker installatie aan boord."
„Verdraaid, wat jammer, dat we hier
niemand hebben, die verstand van dui
ken heeft. De heele uitrusting heb ik op
het jacht voorradig."
„Wat?" vroeg Hand opgetogen.
„Wel, we hebben dc „Dorothy" nog
maar voor een paar weken juist ge
bruikt om te duiken. We waren op zoek
naar een oud kaperschip, jaren geleden
bij de Bahama eilanden vergaan. We
hebben er veel plezier gehad. Ik had
derden millioenen menschen van harte
met ons zijn om den wedloop naar den
oorlog te stuiten.
Mogen degenen, in wier handen
het lot der wereld berust, deze
gevoelens beantwoorden en den
door hen menigmaal uitgedrukten
wensch verwezenlijken, de moei
lijkheden, die hen scheiden op
vredelievende wijze te regelen. En
dat de ramp, die de menschheid
bedreigt, vermeden worde.
een duiker gehuurd en de heele instal
latie ervoor gekocht. Maar we hebben
geen schat gevonden."
„Maar dan zijn we klaar!" riep Hand
uit. „We hebben een geroutineerd dui
ker in ons midden!" Daarmee bedoelde
hij mfj. Ik had meermalen gedoken om
een door mijzelf uitgevonden duiker
helm te beproeven. Hand hemelde mijn
werk erg op en men wensdhte mij van
alle kanten geluk. Ik had er niet veel
mee op.
„Maar zou het water niet ver
schrikkelijk koud zijn?" zei ik. „Als het
nu nog zomer was! En dan voor
praktische doeleinden heb ik nooit ge
doken."
„Clark is weer al te bescheiden," zei
Hand. „Niemand misgunt je de gelegen
heid, jezelf een held te toonen. En over
de kou behoef je niet bezorgd te zijn.
Bovendien behoef je niet lang onder te
blijven. Je hebt alleen maar te kijken,
waar die kerels naar duiken en dan
trekken we je dadelijk weer op."
Na veel beraadslagen werd besloten,
dat Flount, Innes, Riley en Mapes het
huis zouden blijven bewaken en-dat
twee matrozen, die de luchtpomp kon
den bedienen, mee zouden gaan. Maar
Hand wilde nog eerst een dienst aan
dr. Innes vragen. Ilij moest hem ergens
inee helpen, voordat we aan boord gin
gen.
„Het duurt maar een minuutje," zei
hij. „Ik heb aan den anderen kant Van
de kreek iets gevonden. Ik vermoed, dat
dit verklaring kan geven van de heele
spookgeschiedenis op dit eiland."
Hand bracht ons midden in het
bosch. Daar vonden we het geraamte
van een man onder een dikke laag
dennenaalden half verborgen. Hand
knielde ernaast neer. Hij wees op een
door roest half vergaan mes. „Dit
vond ik naast het geraamte. Het heft
is vrij goed bewaard gebleven. Er
staan de letters H. J. in gesneden. Dat
moet wel het mes van schipper John
son zijn, niet waar?'"
„Natuurlijk... en dan is dit zijn ge
raamte!" riep ik uit.
„Ongetwijfeld. En, kijk nu eens dok
ter, de schedel is gebarsten. Ik ver
moed, dat bij de schipbreuk de schip
per overboord tegen de rotsen is gesla
gen. Die barst ziet er niet naar uit, dat
hij doodelijk gewond was. Maar ver
moedelijk is hij daardoor krankzinnig
geworden. Wat denkt u ervan, dok
ter?"
Dr. Innes onderzocht den schedel
nauwkeurig.
„Er zit hier wel een deuk, maar
splinters zie ik nergens. Ja, die deuk
kan genoeg druk op de hersenen heb
ben uitgeoefend om krankzinnigheid
te veroorzaken."
„Maar was die niet doodelijk?"
„Neen, vermoedelijk niet. Lastig te
zeggen. Blijkbaar is hij er niet aan ge
storven."
„Dan denk ik, dat deze man later tot
het bewustzijn is teruggekeerd, maar
krankzinnig was geworden. Dat klopt
met het verhaal van de visschcrs hier.
Hij heeft toen zijn broer en de ande
ren, die hem dood waanden, verjaagd
en is ongetwijfeld van uitputting ge
storven."
We lieten het geraamte liggen en
verwijderden ons zwijgend.
HOOFDSTUK XXI
Een vreemde ontdekking
Toen we aan boord van het jacht
kwamen, trad de kapitein ons tege
moet.
GIBRALTAR IN STAAT
VAN VERDEDIGING
GIBRALTAR, 23 Aug. (Havas).
Sedert Dinsdag is een groote activi
teit in het garnizoen merkbaar. De
soldaten mogen de kazernes niet
meer verlaten en alle posten van het
verdedigingssysteem, zooals de zwa
re batterijen en de luchtdoel-artille
rie op de rotsen zijn bemand, ter
wijl de detachementen aan de grens
versterkt zijn en de Noordelijke toe
gang tot de haven is versperd. De
verdedigingscommissie van Gibral
tar heeft vergaderd. Binnenkort
wordt een aantal oorlogsschepen
verwacht.
VERBOD TOT VLIEGEN BOVEN
DE DUITSCHE OOSTGRENS
BERLIJN, 23 Aug. (Reuter). Van
Woensdagochtend zes uur tot Zaterdag
avond acht uur is bet vliegen boven de
Oostgrens van Duitschland aan beide
zijden van de Poolsche corridor ver
boden door de Duitsche autoriteiten.
VRIJDAG 25 AUGUSTUS
HILVERSUM I, 1875 en 414.4 M. 8 00
VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 12.00 AV
RO, 4.00 VARA, 7.30 VPRO, 9 00 VARA,
10.40 VPRO, 11.00—12.00 VARA.
8.00 Grara.muziek (Om 8.16 Berichten);
10.00 Morgenwijding; 10.20 Esmeralda; 1100
Declamatie; 11.20 VARA-orkest; 12.00 Staf-
muziek 6de Regiment Infanterie (Óm 12.15
Berichten en 12.45—1.15 Gram.muziek); 1.45
Sylvestre-Trio; 2.30 Declamatie; 2.50 AVRO
Kinderkoor met pianobegeleiding; 3.35 Va
riété (gr.pl.); 4.00 Gram.muziek met toe
lichting; 4.30 Gram.muziek; 5.00 Voor de
kinderen; 5.30 VARA-orkest; 6.30 Literaire
voordracht; 6.506.55 Gram.muziek; 7.00
VARA-Kalender7.05 Causerie „Een wan
deling langs het Nederlandsche Strand";
7.23 Berichten ANP; 7.30 Berichten en me-
dedeelingen; 7.35 Cursus „Kracht"; 8.00
Viool en piano; 8.30 Cursus „Levensaanvaar
ding" (II); 9.00 Esmeralda; 9.30 Radiotoo
neel; 9.45 VARA-orkest; 10.30 Berichten
ANP; 10.40 Avondwijding; 11.00 Orgelspel
en zang; 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.); 11.55
12.00 Gram.muziek.
HILVERSUM II, 301.5 M. Algemeen
Programma verzorgd door dé NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie; 8,15 Berich
ten, gram.muziek; (9.30—9.45 Gelukwen-
schen); 10.30 Morgendienst; 11,00 Gram.mu
ziek; 11.15 Vioolvoordracht met pianobege
leiding en gram.muziek; 12.00 Berichten;
12.15-Christ. Mannenkoor „Onder ons"; (Ca
12.30 Een woord voor U); 1.00 Gram.mu
ziek; 1.15 Marcando-Ensemble en gram.mu
ziek; 2.30 Christ. Lectuur; 3.00 Orgelspel:
4.00 De Consonanten en gram.muziek; 5.45
Declamatie -en gram.muziek; (Ca. 6.30 Be
richten); 6.30 Causerie „Bloembollen in
huis"; 7.00 Berichten; 7.157.55 Gram.mu
ziek; 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-
berichten; 8,15 NCRV-orkest en soliste; 9.00
Medische causerie; 9.30 Vervolg concert;
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur; 10.30
Pianovoordracht; 10.45 De Vedelaars: 11.25
Gram.muziek; Ca. 11,5012.00 Schriftle
zing,
DROITWICH, 1500 M, 11.05 Gram.mu-
„Hebben Stevens en Garthwait u al
over die duikerinstallatie gesprokén?"
vroeg Garrison.
„Zeker, mijnheer. Ze zijn er beneden
mee bezig. Ze beweerden, dat ze het
gauw in orde zouden maken."
„Best. Mijnheer Hand zal u wel zeg
gen, waar we voor anker gaan. ïn elk
geval moeten we naar den Oostkant."
Ik ging naar beneden om het duiker
pak te bekijken. Het was meer dan
uitstekend. De pomp stond in het voor
onder opgesteld. De slangen gingen
door een luikje in het dek naar boven.
We beproefden de pomp. Alles bleek
goed in orde. Stevens voorzag me van
een ouden broek en trui en gaf me cr
nog een dik vest bij. Toen we het dui
kerpak naar boven brachten, was de
„Dorothv'' reeds onderweg naar de
kreek. Hand en Arnold bestudeerden
een zeekaart.
„Maar daar vlak voor ons ligt een
rif,'* zei de kapitein. „Hierdit
Bij laag water is het duidelijk te zien
en we hebben nu eb."
„Ja, dat rif ken ik," zei Hand. „Die
schuit lag aan de zuidzijde bij laag
water gemeerd."
„Als u de kaart bekijkt", zei Arnold.
„Dan ziet u, dat er op den zeebodem
een soort plateau is, dat aan den zuid
kant van dat rif begint. Het loopt af
tot vierhonderd voet diepte. Uw schip
moet dus aan de landzijde voor anker
hebben gelegen, anders had het niet
kunnen ankeren."
„Het schip lag vlak aan de zuidpunt
van het rif geankerd," hield Hand vol.
„Het scheen er vlakbij te liegen."
„We kunnen er ook vlakbij komen,
want daar staat water genoeg. Onze
motoren draaien nii allebei, dus kun
nen we goed manoeuvreeren."
ziek; 11.35 Het Emilio Colombo octet; 12.05
Orgelconcert; 12.35 Brian Lawrance en zijn
sextet en „The Three Ginx"; 1.20 „Empire
Exchange7', causerieën; 1.35 Het BBC-Nor-
thern Irelandorkest en solist; 2,35 Het As
ton Hippodrome orkest; 3.20 Het Plrani-trio
3.50 Militair orkest; 4.50 Dansmuziek (gr-
pl.) en causerie; 5.20 Pianovoordracht; 5.50
„High DayB and Holidays", voordracht; 6.20
Berichten; 6.50 Causerie Tomorrow in the
country; 7.00 Cembalovoordracht; 7.20 Va
riété-programma; 8.20 Het BBC-Symphopie-
orkest en solist; 9.20 Berichten; 9.45 De
clamatie; 10.05 Venlog concert; 10.50 Harry
Leader en zyn Band, „The Four Swingsters"
en solisten; 11.50 Gram.muziek; 12,1512.20
Berichten.
RADIO-PARIS, 1648 M. 9.00 en 9 30
Gram.muziek; 12.30 Zang; 1.10 en 2.35
Gram.muziek; 3.35 Zang; 3.50 Pianovoor
dracht; 4.05 en 4.35 Gram.muziek; 5.25 Om-
roepstrvjkkwartet 6.35 Vocaal concert; 7.20
Gram.muziek; 8.35 Vioolvoordracht; 8.50
Radiotooneel; 10.50 Hoorbe'richt; 11.05
Gram.muziek; 11.2012,50 Het Rhené Ba
ton-orkest.
KEULEN, 456 M. 6.50 Gram.muziek;
7.358.20 en 8.509.50 Hermann Hagestedt's
orkest; 12.20 Mijnwerkers-orkest; 1.35 Het
Omroepkléjnorkest; 2.3O-r3.20 Populair con
cert; 4.20 Het Omroepamusementsorkest en
reportage; 6,50 Zang en piano; 7.35 Gram.
muziek; 8.35 Leo Eysoldt's orkest; 9.35.Vo
caal concert; 11.0012.20 Het Omroeporkest
en solisten,
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20
Gram.muziek; 12.50 Omroeporkest; 1.5Ö
2.20 Gram.muziek; 5,20 Cembalo-voordracht;
5.50, 6.40, 7.20 en 7.45 Gram.muziek; 8.20
Omroeporkest; 9.35 Gram.muziek; 9.50 Het
Omroeporkest; 10.3011.20 Gram.muziek.
484 M.: 12.20 Gram.muziek; 12.50 Radio
orkest; 1.502.20 5.20 en 6.38 Gram.muziek
8.20 De Stafmuziek van het 1ste Regiment
Gidsen en soliste; 10.3011,20 Gram.mu
ziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.85
Radiotooneel; 9.05 Gram.muziek; 10.20 Be
richten; 10.40 Blazers-octet; 11.05 Berich
ten; 11.2012.20 Het Omroepkleinorkest en
reportage.
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken
Gerard us Deegens, koopman, wonen
de te Utrecht, Mariaplaats 9. Curator
mr. Ed. Spanjaard te Utrecht. Rechter
commissaris mr. A. D. van Regteren
Altena te Utrecht.,
A. J. Wenteler, wonende te Amers
foort, aan de Aldegondastraat no. 98.
Curator mr. H. E. Beunke te Amers
foort. Rechter-Commissaris mr. A. D.
van Regteren Altena. te Utrecht
De Naamlooze Vennootschap H. Rijn
bergen en Zn. N.V. gevestigd en kan-
toorhoudende te Culemborg. Curator
mr. J. van Nes te Tiel. Rechter-Commis
saris mr. A. D. van Regteren Altena,
te Utrecht.
Leendert Antoon Klein Sprokkelhorst»
wonende te Zeist, tusschen de Dennen 6.
Curator mr. H. L. L. van Hoogenhuyze
te Zeist. Rechter-Commissaris mr. A. D.
van Regteren Altena te Utrecht.
P. Zuidam, wonende te Jutphaas, aan
den Ouden Kerkweg no. 13 A. Curator
mr. A. Murman te Utrecht. Rechter-
Commissaris mr. A. D. van Regteren
Altena, te Utrecht.
Geëindigd
Wegens gebrek aan actief:
Pieter de Gram. landbouwer, wonende
te Geldermalsen A 407. Curator mr. jhr.
E. J. .J. van Lidt de Jeude te Tiel, Rech-
ter-commissaris mr. D. Visser te Utrecht
„Ik maak me ergens ongerust over."
zei ik even later tegen Hand. „Je hebt
gezegd, dat er een van die- bende aan
boord moet zijn. Weet je nu, wie dat
is?"
„Daar ben je laat mee, Clark. fiat
hebben de anderen me allang ge
vraagd."
„Als hij op het jacht was, dan moet
hij er nu ook op zijn. Ik daal liever
niet naar den bodem met de kans, dat
ïij iets aan de luchtbuis doet. 'Hij'heeft
Garrison ook overboord geduwd en het
jacht in brand gestoken. Hij is ook in
staat, mijn luchtbuis door te snijden."
„Ik heb tegen de anderen gezegd,
dat ik niet wist, wie het was. Maar dat
wil ik tegen jou niet beweren. Toch
zal ik het je niet vertellen. Ik heb lie
ver dat hij zichzelf blootgeeft. Ik houd
hem heusch wel in het oog. Hij krijgt
van mij geen kans, bij die luchtbuis te
komen. Kom, maak je klaar!"
We naderden het rif zoo dicht, dat
ik het zeewier in het water zag heen
en weer wuiven. Het jacht werd aan
twee ankers gelegd. Ik trok het dui
kerpak aan cn Hand zelf schroefde
den helm dicht. Ik hoorde de lucht
door den helm blazen. Geholpen door
Garthwait en Hand klauterde ik over
de reeling en liet me overboord glijden
aan het touw. Ze lieten me zakken.
Toen ik in het water kwam, voelde ik
het duikerpak tegen mijn lichaam
aankleven. Ik daalde snel. Mijn lon
gen hijgden naar adem. Een paar maal
draaien aan de controlekraan deed
mijn pak wat meer opzwellen, zoodal
de druk op mijn borst minder werd.
Eindelijk raakten mijn voeten don bo
dem.
(Wordt vervolgd.)