KINDERCOURANT
EEN ROVEROVERVAL IN
CANADA
ZOEKPRENTJE
RUBRIEK VAN OOM BOB
PLANTEN IN AFRIKA
,UIT EIGEN PEN
BRIEFWISSELING
door JAN VAN LEEUWEN
Paul Weert reed vrolijk fluitend naar
het bos, waar de weg tussen de bo;
men en het struikgewas verdween. Hij
was in een uitstekend humeur en moest
nog lachen, als hij aan het bezorgde
gezicht van zijn oom dacht.
Het was nu juist vier weken gele
den, dat hij in Georgestown was aange
komen en Jaap Weert, zijn oom, had
hem bijzonder hartelijk begroet. Hij was
langen tijd de enige Hollander geweest,
die in het kleine plaatsje in het Westen
van Canada woonde en het deed hem
goed om eindelijk zijn moedertaal
weer eens te kunnen spreken. Hij had
er een goede farm en hij had daarom
naar Holland geschreven, dat zijn neef
maar eens moest overkomen. Als het
hem op de farm beviel, mocht hij er blij
ven en kreeg hij hem, als Jaap Weert
zelf te oud werd.
Maar de arme man stond elke dag
duizend angsten uit om zijn lichtzinni-
gen neef. Elke dag zei hij bezorgd: „Jon
gen, je bent hier niet in Holland. Ca
nada is niet zo veilig als ons water
landje aan de andere kant van de
Oceaan. Je moet niet altijd overal zo in
je eentje naar toe gaan. Het is levens
gevaarlij kl Er zwerven hier genoeg
bandieten - rond, geloof me. Een paar
weken geleden heeft de politie nog ach
ter drie bandieten aangezeten, die een
koopman vermoord hadden. Ze hebben
de schurken intusschen nog niet ge
kregen 1 En dacht je, dat ze niet meteen
zagen, dat jij hier nieuw bent? Dat kan
iedereen al op een mijl afstand zien!''
Maar Paul trok zich niets van alle
waarschuwingen aan en reed de vol
gende dag nog naar Redfort, een'stadje,
dat tien mijl verder naar het Westen
lag en dat een vrij behoorlijke plaats
moest zijn. Hij wilde er eens poolshoog
te gaan nemen en overal op zijn gemak
rondneuzen.
Paul wordt achtervolgd
Nu reed hij door het bos. Soms raakte
hij de bladeren van de bomen met zijn
hoofd en telkens moest hij zich bukken
om onder de takken door te komen. De
;weg kronkelde in allerlei bochten tus
sen de bomen door en Paul had al zijn
paardrij talenten nodig om veilig en
zonder al teveel schrammen, door het
bos te komen.
Maar wat was dat? Opecng hoorde hij
hoefgetrappel achter zich. Hij draaide
zich om, maar kon door de bomen niets
zien. Toch kon het geen verbeelding
van hem zijn. Het leek zelfs alsof de
paarden steeds dichterbij kwamen.
Paul gaf zijn paard nu ook de sporen
en reed zo hard hij kon. Toen hij op
een open plek gekomen was, draaide
hij zich om en daar zag hij, niet ver
achter zich, drie ruiters naderen. De
kerels reden met groote snelheid en
Paul begreep wel, dat er geen ontko
men aan was. Het leek hem het beste
om de mannen te wachten en zijn le
ven zo duur mogelijk te verkopen. Hij
Was er zeker van, dat het de drie ban
dieten waren, waar zijn oom juist over
gesproken had. Toen de drie mannen
vrij dichtbij gekomen waren, kon hij
hun gezichten duidelijk onderscheiden.
Ze zagen er onguur uit. Ze hadden on
geschoren gezichten en de geweldige
pistolen, die ze aan hun gordels had
den, schenen niet veel goeds te voor
spellen.
Hij mag niet verder
„Waar ga Je heen-" riep een van de
drie mannen en keek Paul dreigend
aan.
„Naar Redfort", antwoordde Paul.
„Wat moet je daar?"
„O, niets bijzonders", loog Paul, „een
zakenreis!"
De drie mannen keken elkaar veel
betekenend en boos aan. „Dat dachten
we wel", zei nu weer een ander. „Hoe
veel moet je er voor hebben om niet
verder naar Redfort te gaan?"
Paul keek hem verwonderd aan. Hij
wist niet, wat hij zeggen moest en hield
daarom maar zijn mond.
„We zullen je honderd dollar geven,
als je niet verder gaat. Ben je daar te
vreden mee?" Paul schudde zijn hoofd.
Hij was helemaal in de war en begreep
niet, wat de bandieten bedoelden. De
ander, die hem het voorstel had gedaan,
keek nu nog bozer en fluisterde iets te
gen zijn vrienden. Daarna zei hij: „Hon
derd-vijftig dan. maar geen cent meer!
Ben je nu tevreden?"
„Ja zeker", zei Paul, „maar..."
„Geen maar, sir!" riep de bandiet
woedend. „Meer kunnen we je onmoge
lijk geven. Hier heb je het geld..." hij
telde honderd-vijftig dollar uit en gaf
ze aan Paul, „en ga nu onmiddellijk
raar huis!" Paul liet zich dit geen twee
maal zeggen. Hij gaf zijn paard de spo
ren en reed naar huis.
Hoe de vork in de steel zat
„Nou, ik moet zeggen, dat jullie ban
dieten een vreemde manier van werken
hebben, oom", zei hij, toen hij thuis
kwam. „In plaats van je geld af te ne
men, geven ze je geld toe!" Hij liet trots
de dollarbiljetten zien en vertelde het
hele verhaal. Zijn oom schudde verwon
derd zijn hoofd. Hij begreep er niets
van.
Maar een week later kwam Jaap en
Paul Weert de drie mannen tegen. Ze
dronken een glaasje in het café, waar
oom en neef ook juist binnengingen
Direct stond één van de mannen op en
kwam naar Paul toe.
„We zijn erg dankbaar", zei hij nu
heel beleefd, „dat u ons alles hebt over
gegeven. We hebben nu al het hout voor
onszelf kunnen krijgen, en we hebben
nog nooit zo goedkoop hout gekocht, als
op dio dag."
„O, tot uw dienst", zei Paul ironisch.
„Het was me een waar* genoegen. Maar
wat heeft onze ontmoeting eigen
lijk met het kopen van hout te maken?"
De drie mannen lachten, dat het klei
ne zaaltje er van dreunde. „Dat is een
prachtige mop, sir!" brulden ze. „We
merkten immers direct, dat u ook naar
de grote houtverkoop in Redfort wilde
en we hadden met zijn drieën afgespro
ken om het hout voor een zo laag mo
gelijke prijs op te kopen. Wij zijn na
melijk de enige drie houthandelaren
hier in de buurt. Maar op de een of an
dere manier schijnt u ook van de ver
koop gehoord te hebben. Toen moesten
we u wel met die honderd-vijftig dollar
afkopen! Nu, het was de moeite waard!
Waar is uw standplaats?"
„O, een heel eind hier vandaan", zei
Paul slim. Daarna nam hij snel afscheid
en volgde zijn oom, die zijn lachen niet"
meer kon houden, naar buiten.
DOOR KRUIT GEWEKT
In South Kensington in Engeland
werd een tentoonstelling gehouden van
bijzonderheden en merkwaardige in
strumenten. Er was onder, ander een
wekker te bewonderen, waar alle bezoe
kers veel plezier om hadden. Deze wek
ker is al meer dan honderd jaar oud
en stamt uit een tijd, dat men nog geen
„moderne" wekkers kende. Voor je ging
slapen moest je een lading kruit in dc
wekker stoppen en op een bepaald uur
werd er een haakje opgericht, waar
door het kruit werd afgeschoten. Wie
daar nog doorheen sliep, was wel een
erge slaapkop!
Waar is de tuinjongen?
De tuinman heeft de hele dag hard
gewerkt, maar nu is hij toch klaar ge
komen. De hele boel staat klaar om
weggehaald te worden. De gieter en al
het materiaal moet op de kar geladen
worden, maar nu is de knecht van den
tuinman verdwenen. De tuinman zit
rustig een pijpje te roken, tot zijn
knecht terugkomt. Kunnen jullie hem
vinden?
Oplossing:
Draai het plaatje op de rechterkant
dan zie je links den tuinjongen staan.
r
V.
Beste nichten en neven.
J
WIE van jullie heeft gemerkt, dat
Oom Bob met vacantie was? Ik
had een goede plaatsvervanger,
maar hij wist natuurlijk niet zo goed
alles van jullie af. Toch ben ik blij,
dat ik jullie brieven nu weer zelf kan
beantwoorden, want ik heb heus nog
wel eens aan jullie gedacht. Het deed
mij pleizier te horen, dat vele nichten
er neven uit hun vacantieverblijven
naar Oom Bob hebben gcschi-even, dat
is een bewijs, dat ik nog wel vijf cent
(de postzegel) voor jullie waard ben.
Het zal niet zo lang meer duren, of
ik heb m'n familiekx-ing weer compleet
om mij heen, het gaat daarmee al px-e-
cies -als thuis, de ene dag zit je met
een grote kring aan tafel en de vol
gende dag ben je gans alleen. Dat heb
je zo in de vacantietijd, het is erg ge
zellig, maar het zal toch ook weer
prettig zijn, als het leven weer z'n ge
regelde loop heeft.
Nu laat ik jullie eerst het slot horen
van het verhaal, dat onze oud-neef
Kleine Lord schreef. Hij is wel plotse
ling uit onze familie verdwenen, maar
z'n veihaal wilde ik jullie toch nog
laten lezen.
JAN ONGELUK
MET een benauwd gezicht volgde
hij z'n kameraden. De zeug hoor
den ze al knoiTen. Hein pakte
een van de biggetjes.
„Hou 'm maar even vast," zei Hein.
De aardbol in het klein
Hebben jullie wel eens een globe ge
zien? Je weet wel, zo'n aardbol, die
draaien kan en die op sommige scholen
gebruikt wordt in de aardrijkskunde
les. Velen van jullie hebben er zeker
wel eens een gezien. Als we nu alle
bergen en dalen van de aarde in dezelf
de maat verkleind voorstelden, zoals
dat ook bij een schoolaardbol het geval
is, zouden we ons pas goed kunnen in
denken, hoe de verschillende verhou
dingen ojj de aarde zijn. Maar wij wil
len nu niet alleen in de lengte en de
breedte de maten aanduiden, maar ook
in de hoogte en de diepte. Daarvoor
zullen we alle kilometers als milimeters
aantekenen, IJus als iets 10 k.m. lang is,
tekenen wij het maar 10 m.m. Onze
aardbol wordt dan een ballon met een
omtrek van 40.000 m.m. of 40 m. Een
landhuis zou er dus juist inpassen!
De hoogste bergen zouden 9 m.m., dat
is ongeveer de dikte van een boon bo
ven deze aarde uitsteken. Dat is dus
wel héél laag in verhouding met de
aarde. Toch vinden wij een berg als de
Himalaya, die bijna 9000 meter hoog is,
ongelooflijk hoog en is het nog nooit
gelukt om die berg te beklimmen.
Op de omtrek vau onze „kleine aard
bol" zijn de bergen dus maar heel nie
tige bobbeltjes. Zo zijn ook de zeeën
maar heel ondiepe en kleine water
plasjes. De diepste piek zou 10 m.m. zijn
en daar zou een klontje suiker dus
juist in onderdompelen.
Nog gekker lijken opeens onze diepe
boorgaten in de mijnen. Ze kunnen
maar 2 of 3 m.m. iu de diepte van onze
aardbol gaan en bij zon ondiepe
schacht kan een mens toch heus nog
niet zeggen, dat hij tot aan het diepste
van de aarde doordi'ingt. zoals zo dik
wijls verteld wordt.
De sneltreinen konden over de bal
lon niet harder dan 100 m.m. dus 10
c.m. per uur rijden en onze grote lucht
schepen, die in een paar dagen tijd
naar Amerika vliegen, moeten we ons
voorstellen als een heel klein stofje van
Vb m.m. lang, dat ongeveer 1 m.m. bo
ven de aardbol zweeft.
Zo kunnen we nog veel meer verge
lijkingen maken en jullie kunnen ze
ook zelf bedenken, als je een aardrijks
kundeboek hebt. waar alle afstanden
goed in staan en als je dan inplaats
van elke k.m. een m.m. zegt. Toch is
het natuurlijk al heel knap, dat de men
sen zover in de aarde konden doordrin
gen, want 3 k.m. is al flink diep als je
bedenkt hoe klein de mens is. Alleen in
verhouding met de heele aarde is het
maar een klein stukje.
Proberen jullie nu zelf ook nog maar
een paar vergelijkingen te maken.
Jan nam het diertje over, maar in de
vreemde handen begon het te gillen en
te schreeuwen. Nee, maar om er doof
van te worden. Vlug liet Jan het val
len en liep de schuur uit. Nog maar
een stap had hij buiten de schuur ge
daan of hij rende tegen het varken
aan, dat schx-eeuwend wegrende. Maar
ook Jan nam de vlucht. Toen hij dc
hoek om rende vloog hij bijna tegen
de kalkoen en deze werd rood tan
woede en begon ook al onwelluidend
te schx-ceuwen.
Hein kwam naar bulten stuiven, hij
dacht minstens dat de kalkoen vex--
moord werd. Toen de rust hersteld
was zouden ze krijgex-tje op de hooi
berg spelen. Ze hadden erg veel- pret.
Maar opeens rolde Jan van de berg af.
Juist kwam dc waakhond aanrennen.
Hij pakte de arme Jan aan zijn broek
vast. Gelukkig kwam de boer dc hoek
om. Hij maakte Jan uit. de greep van
de hond los en legde hem aan de ket
ting. Het was zo zoetjes aan tijd om
naar huis te gaan. Daarom zeiden ze
dc boer en boerin goeden dag en gin
gen naar huis.
KLEINE LORD.
Speenkruidje. Het is nooit
minder dan een velletje vol, die brief
van jou, wat dat betreft heb ik geen
klagen. Ik vind dat je mij altijd heel
wat te vertellen hebt. Was het een
leuk feest vanmiddag en heb je met
eierlopcn nog een prijs behaald? De
vacantie duurt erg lang en ik kan best
begrijpen, dat je het prettig zult vin
den om weer naar school te gaan. Je
zult je neusje nu wel eens een keertje
extra snuiten, met zo'n „beeld" van
een zakdoek.
Poppenmoeke. Dat je met de
warmte heel wat met de poppenkin-
ders te stellen zult hebben geloof ik
graag. Gelukkig weet je ze nog al bezig
te houden, je had nu tenminste weer
een leuk speelding voor ze bedacht, ik
weet wel niet hoe zo iets er uit ziet
natuurlijk, maar 't rinkelt in ieder
geval en daar zijn kleine kinderen ge
loof ik op gesteld. Nu ik hoop, dat ik
na het vertrek van je nichtjes weer
meer aan de beurt ben, dag Poppen-
moes.
P i n g u i n. Ik weet niet of Je al
thuis bent van het kamp, want je
schreef niet hoe lang je ging, maar de
krant zal wel voor je bewaai'd worden,
Bruinoog zal daar wel heel zusterlijk
voor zorgen. Wat heb je prachtig weer
gehad, ideaal om te kamperen, alleen
een beetje warm, in Uddel kon je fijn
zwemmen, in Ommen ook?
Bruinoogje. Aardig, dat je
nog tijd vond mij het een en ander
over je belevenissen te vertellen. Het
lijkt mij, dat je het reusachtig fijn hebt
gehad, je bent dan ook in een pracht
streek geweest. Wel jammei', dat de
hei nog niet vol bloeide, zij zal nu wel
mooi zijn, maar gelukkig zijn wij hier
ook niet slechts bedeeld met de paarse
kinderen van Flora. Als je de Leusder-
hei over fietst of naar de Stompert
gaat, kan je er volop van genieten.
Sally Swing. Je vraagt in je
brief Oosterveen bonnen, doch je stuurt
mij boekenbonnen in ruil, je bedoelt
daar zeker „Bonte kleuren" mee? Wil
je zo in het vervolg zo noemen, want
anders ki'ijgen we vcnvikkclingen. Uit
je brief maak ik op, dat je het niet zo
heel erg prettig vindt, dat je al weer
zo vlug naar school moet. De zomer is
ook al weer omgevlogen Sally.
Juffie Snip. Wat heb jij al
dikwijls een prijs gewonnen nu ben je
ook een trouwe raadselinzendster, dus
is het niet te verwondei'cn. Je bofte,
dat je zo'n mooi boek kreeg. Je bent
zeker wel weer erg blij, dat je vx-ien-
din er weer is, dan kunnen de laatste
vacanticdagcn ook nog gezellig wor
den. Heb je niet te veel ijsjes „gepikt"?
Ik ken toch nog wel mensen, die er
niet van houden, maar daar hoor ik
niet bij juffie Snip. Reisbonnen zijn
niet meer geldig.
Viooltje. Ik denk. dat je juist
tussen de buien bent dooi'geglipt Viool,
In sommige gedeelten van Afrika is
het klimaat zo zacht, dat er een schit
terende plantengroei uit is voortgeko
men. Als een plaatje uit een sprookje
ziet een landschap in die streken er uit
en alle soorten tropische planten kun
nen we er vinden.
Maar ook zijn er gebieden, die zoo
droog cn bar zijn, dat planten er nauwe
lijks kunnen groeien. We denken nu
aan de grote woestijnen cn aan de Kar-
roo-vlakte in Zuid-Afrika. In de grote
Karroo, een steppcnachtige hoogvlakte,
ongeveer 800 meter boven de zeespiegel
valt soms maandenlang geen druppel
regen. In die tijd krijgen de planten dus
helemaal geen gelegenheid om zich te
ontwikkelen cn dan moeten de weinige
planten, die er zijn, helemaal op hun
oude voori'adcn teren. Daar komt nog
bij, dat de korte tijd, waarin de planten
tot ontwikkeling kunnen komen, heel
kort is. Het is dus werkelijk geen won
der, dat we hier niet de planten uit de
gebieden met zachter klimaat zullen
vinden. De planten, die hier groeien,
hebben zich helemaal aan het barrfe
droge klimaat moeten aanpassen en
het gevolg is, dat ze in stxmmige geval
len meer op stenen dan op planten lij
ken. Dat klinkt nu misschien ongeloof
lijk, maar, ieder die bepaalde planten
uit die streken heeft gezien, zal moeten
toegeven, dat hij ze eerst niet van een
gewone steen heeft kunnen onderschei
den.
Daar heb je bijvoorbeeld de Welwit-
schia, een heel merkwaardige plant. De
steel wordt 6oms wel een paar meter
breed, maar niet veel hooger dan 20 cm.
Twee leex-achtige bladeren, waarop over
dc gehele lengte strepen lopen, slinge
ren zich in wonderlijke bochten om de
stengel heen. Mensen, die de Welwit-
schia zagen, beweren, dat het net is
„alsof een steen bloeide".
Bij andere planten is deze gelijkenis
met stenen nog groter. Het grootst is
zij met sommige planten van de Mesem-
bryanthemumsoort, die in enkele geval
len helemaal niets meer van een plant
hebben. Ze groeien tussen stenen in en
zijn er niet van te onderscheiden. Een
paar ervan, die op gebieden van kalk
steen voorkomen zien er helemaal als
brokken kalk uit. Een andere weer heeft
op de lichtbruin-grijsachtige buitenkant
roodachtige adertjes, precies zoals de
stenen, waar de planten op groeien en
die dergelijke adertjes hebben door hun
gehalte aan ijzcroxyde.
Men gelooft, dat het als bescherming
moet dienen voor. de dieren, die op deze
vlakte voorkomen en die natuurlijk
grote behoefte aan plantaardig voedsel
hebben. Nu kijken ze dikwijls over de
planten heen.
nog niet zo gek. Te laatste 2 weken is
't prachtig, daar valt niets op aan te
mei-ken.'Je hebt gelijk er zoveel moge-
gelijk van te profiteren, mijn vacantie
is op, anders deed ik het ook. Tijdens
m'n vacantie ben ik zo goed als niet in
huis geweest, ik zal er wel eens een cn
ander over sclu'ijven misschien.
Zonnekind. Nog hartelijk ge
feliciteerd zeg, door de omstandighe
den ben ik er wat laat mee, maar toch
nog binnen de week. Je hebt je ver-
jaaxdag dus in je vacantie-oord geviei'd,
dat was met mij ook het geval. Het is
zo gek, dat je dan helemaal geen be
zoek krijgt. De Veluwre is prachtig, ik
geloof graag dat je geniet, leuk dat je
mij schreef, zoals je ziet heb ik nog
niet veel brieven, maar dat komt wel
weer. Vandaar dat jullie allemaal zo'n
lang antwoord krijgen.
Storm vogelt je. Eigenlijk
moest ik mij schamen, maar de vacan
tie zit niij geloof ik nog in m'n bol,
ik ben namelijk vergeten of je een zus
je of een vriendinnetje bent van Zon
nekind. Ik meen het laatste, in dat ge
val logeer je nu bij haar cn dan zal
er veel pret gemaakt worden denk ik.
Jullie zwerven zeker iedere dag dooi
de bossen cn over dc hei, ik denk dat
jullie als echte zigeunerinnen terug
komen. Het was goed te zien, dat de
vulpen wat weerspannig was, doch ik
kon er nog best uit wijs worden. Nog
veel plezier Stormvogel.
Michael Stro go ff. Jij hoort
nog tot de badgasten, dan spreekt het
vanzelf, dat je niet zooveel last van de
warmte hebt gehad. Nu wij hier wel
hoor, dat kan ik je verzekeren, maar
nu weten wij tenminste dat het nog
zomer is. Zondag was ik ook aan zee,
er waren veel kwallen, heb jij er ook
last van gehad? Van die grote, vies
hoor. Het ergst is het als je in het wa
ter bent, ze branden zo gemeen. Wan
neer ze eenmaal op het strand liggen
zijn ze ongevaarlijk, heb je ze dan wel
LegpuzzleAutorennen
In razende vaart snorren de lage ren-
wagens voorbij. In de bochten maken
ze een suizend geluid en nog voor ie
er erg in hebt, zijn ze alweer voorbij. De
fotografen doen koortsachtig hun bost
om een auto op het juist ogenblik te
„nemen", zodat ook het nummer er
duidelijk opstaat. Overal, op en om de
renbaan, heerst een zenuwachtige span
ning. Ademloos kijken de mensen toe
en de renners zelf weten nog maar één
ding: ovex-winnen liet eerst aanko
men en op die manier een grote over
winning op hun naam zetten.
Meer cn meer worden er in alle lan
den autorennen gehouden. Behalve de
vaste ï-aces, die elk jaar terugkomen,
worden er ook nieuwe wedstrijden in
gelast. Zelfs in ons land is een paar
maanden geleden een autobaan ge
opend. In Zandvoort vlogen voor het
eerst de ronwagens over de gladde weg-
Deze ï'cnbaan is nog lang niet zo goed
en zo volmaakt als de banen in het
buitenland. Denk eens aan de wereld
beroemde Nürnburgiïng in Duitsland.
Deze renbaan is bijna volmaakt. In
grote bochten slingert zij zich door het
prachtige landschap. Daarbij vergele
ken is dc haan in Zandvoort nog wel
heel eenvoudig, maar er zal alles aan
gedaan worden, om ook onze renbaan
zo gauw mogelijk te vex-betex-en.
Leg de losse stukken maar eens aan
elkaar dan zie je. hoe de auto's komen
aam-azen. Zal nunnner 24 winnen?
eens goed bekeken? Ze zijn erg glib-
berig, maar wel mooi.
Molleboon. Bcgi'ijpelijk Molle-
boon, dat ik uit je gedachten was, ex-
was voor jou zoveel tc. beleven. Mij
dunkt, dat. je al aardig met, bet boeren
bedrijf op de hoogte bent, ik maak ten
minste uit je verhalen op, dat je op
een boex-dcrij was. Ben jij niet in El-
speet geweest? Het welpcnkamp was
denk ik ook niet kwaad, dat was meen
ik in Ommen, van Pinguin hoorde ik
er ook iets ov$r en liet zal wel hetzelf
de kamp zijn. Nog een paar dogen en
dan is de koek weer op.
DE OPLOSSINGEN
I. Een vorstelijke telg is een konings
kind, dit woord wordt gevormd door de
woox-den: overdenken, Nederland, Ita
liaan, notaris, gewoon, Simon, kort,
iep, na, d.
II. Waterpolo werd samengesteld uit
dc woorden: aanrecht, theater, eerlijk,
roest, poes, oss, la, o.
Deze week is de prijs voor Poppen-
moeke, die wel weet, waar deze te be
machtigen.
DE RAADSELS
(Ingezonden door een nichtje)
X X X X X X X
X
X
X
X i
X
Op de kruislijnen komt een meisjes
naam.
1 De naam.
2 Is iemand die nooit liegt.
3 Meisjesnaam.
4 Plaats in Gelderland.
5 Een knaagdiei'.
6 Voorzetsel.
7 Medeklinker.
.II
X X X x x
x
x
X
Ook op deze kruislijn komt een meis
jesnaam.
1 De naam.
2 Voedsel uit Indië ingevoerd.
3 Roem.
4 Tegengestelde van voor.
5 Klinkex*.
RUILHANDEL
Bruinoogje als ik ze nog heb,
krijg je Droste bonnen.
Sally Swing komt kijken of er
„Bonte kleuren" voor haar zijn.
Maandagmiddag na 3 uur kunnen
jullie weer aan net bureau terecht. Dit
geldt ook voor de familieleden, die in
de vacantie geen gelegenheid hadden
de bonnen te komen halen. Er ligt
meen ik nog het een en ander voor
hen klaar.
Hartelijk gegroet,
OOM BOB.