KINDERCOURANT EEN ROVEROVERVAL IN CANADA ZOEKPRENTJE RUBRIEK VAN OOM BOB PLANTEN IN AFRIKA ,UIT EIGEN PEN BRIEFWISSELING door JAN VAN LEEUWEN Paul Weert reed vrolijk fluitend naar het bos, waar de weg tussen de bo; men en het struikgewas verdween. Hij was in een uitstekend humeur en moest nog lachen, als hij aan het bezorgde gezicht van zijn oom dacht. Het was nu juist vier weken gele den, dat hij in Georgestown was aange komen en Jaap Weert, zijn oom, had hem bijzonder hartelijk begroet. Hij was langen tijd de enige Hollander geweest, die in het kleine plaatsje in het Westen van Canada woonde en het deed hem goed om eindelijk zijn moedertaal weer eens te kunnen spreken. Hij had er een goede farm en hij had daarom naar Holland geschreven, dat zijn neef maar eens moest overkomen. Als het hem op de farm beviel, mocht hij er blij ven en kreeg hij hem, als Jaap Weert zelf te oud werd. Maar de arme man stond elke dag duizend angsten uit om zijn lichtzinni- gen neef. Elke dag zei hij bezorgd: „Jon gen, je bent hier niet in Holland. Ca nada is niet zo veilig als ons water landje aan de andere kant van de Oceaan. Je moet niet altijd overal zo in je eentje naar toe gaan. Het is levens gevaarlij kl Er zwerven hier genoeg bandieten - rond, geloof me. Een paar weken geleden heeft de politie nog ach ter drie bandieten aangezeten, die een koopman vermoord hadden. Ze hebben de schurken intusschen nog niet ge kregen 1 En dacht je, dat ze niet meteen zagen, dat jij hier nieuw bent? Dat kan iedereen al op een mijl afstand zien!'' Maar Paul trok zich niets van alle waarschuwingen aan en reed de vol gende dag nog naar Redfort, een'stadje, dat tien mijl verder naar het Westen lag en dat een vrij behoorlijke plaats moest zijn. Hij wilde er eens poolshoog te gaan nemen en overal op zijn gemak rondneuzen. Paul wordt achtervolgd Nu reed hij door het bos. Soms raakte hij de bladeren van de bomen met zijn hoofd en telkens moest hij zich bukken om onder de takken door te komen. De ;weg kronkelde in allerlei bochten tus sen de bomen door en Paul had al zijn paardrij talenten nodig om veilig en zonder al teveel schrammen, door het bos te komen. Maar wat was dat? Opecng hoorde hij hoefgetrappel achter zich. Hij draaide zich om, maar kon door de bomen niets zien. Toch kon het geen verbeelding van hem zijn. Het leek zelfs alsof de paarden steeds dichterbij kwamen. Paul gaf zijn paard nu ook de sporen en reed zo hard hij kon. Toen hij op een open plek gekomen was, draaide hij zich om en daar zag hij, niet ver achter zich, drie ruiters naderen. De kerels reden met groote snelheid en Paul begreep wel, dat er geen ontko men aan was. Het leek hem het beste om de mannen te wachten en zijn le ven zo duur mogelijk te verkopen. Hij Was er zeker van, dat het de drie ban dieten waren, waar zijn oom juist over gesproken had. Toen de drie mannen vrij dichtbij gekomen waren, kon hij hun gezichten duidelijk onderscheiden. Ze zagen er onguur uit. Ze hadden on geschoren gezichten en de geweldige pistolen, die ze aan hun gordels had den, schenen niet veel goeds te voor spellen. Hij mag niet verder „Waar ga Je heen-" riep een van de drie mannen en keek Paul dreigend aan. „Naar Redfort", antwoordde Paul. „Wat moet je daar?" „O, niets bijzonders", loog Paul, „een zakenreis!" De drie mannen keken elkaar veel betekenend en boos aan. „Dat dachten we wel", zei nu weer een ander. „Hoe veel moet je er voor hebben om niet verder naar Redfort te gaan?" Paul keek hem verwonderd aan. Hij wist niet, wat hij zeggen moest en hield daarom maar zijn mond. „We zullen je honderd dollar geven, als je niet verder gaat. Ben je daar te vreden mee?" Paul schudde zijn hoofd. Hij was helemaal in de war en begreep niet, wat de bandieten bedoelden. De ander, die hem het voorstel had gedaan, keek nu nog bozer en fluisterde iets te gen zijn vrienden. Daarna zei hij: „Hon derd-vijftig dan. maar geen cent meer! Ben je nu tevreden?" „Ja zeker", zei Paul, „maar..." „Geen maar, sir!" riep de bandiet woedend. „Meer kunnen we je onmoge lijk geven. Hier heb je het geld..." hij telde honderd-vijftig dollar uit en gaf ze aan Paul, „en ga nu onmiddellijk raar huis!" Paul liet zich dit geen twee maal zeggen. Hij gaf zijn paard de spo ren en reed naar huis. Hoe de vork in de steel zat „Nou, ik moet zeggen, dat jullie ban dieten een vreemde manier van werken hebben, oom", zei hij, toen hij thuis kwam. „In plaats van je geld af te ne men, geven ze je geld toe!" Hij liet trots de dollarbiljetten zien en vertelde het hele verhaal. Zijn oom schudde verwon derd zijn hoofd. Hij begreep er niets van. Maar een week later kwam Jaap en Paul Weert de drie mannen tegen. Ze dronken een glaasje in het café, waar oom en neef ook juist binnengingen Direct stond één van de mannen op en kwam naar Paul toe. „We zijn erg dankbaar", zei hij nu heel beleefd, „dat u ons alles hebt over gegeven. We hebben nu al het hout voor onszelf kunnen krijgen, en we hebben nog nooit zo goedkoop hout gekocht, als op dio dag." „O, tot uw dienst", zei Paul ironisch. „Het was me een waar* genoegen. Maar wat heeft onze ontmoeting eigen lijk met het kopen van hout te maken?" De drie mannen lachten, dat het klei ne zaaltje er van dreunde. „Dat is een prachtige mop, sir!" brulden ze. „We merkten immers direct, dat u ook naar de grote houtverkoop in Redfort wilde en we hadden met zijn drieën afgespro ken om het hout voor een zo laag mo gelijke prijs op te kopen. Wij zijn na melijk de enige drie houthandelaren hier in de buurt. Maar op de een of an dere manier schijnt u ook van de ver koop gehoord te hebben. Toen moesten we u wel met die honderd-vijftig dollar afkopen! Nu, het was de moeite waard! Waar is uw standplaats?" „O, een heel eind hier vandaan", zei Paul slim. Daarna nam hij snel afscheid en volgde zijn oom, die zijn lachen niet" meer kon houden, naar buiten. DOOR KRUIT GEWEKT In South Kensington in Engeland werd een tentoonstelling gehouden van bijzonderheden en merkwaardige in strumenten. Er was onder, ander een wekker te bewonderen, waar alle bezoe kers veel plezier om hadden. Deze wek ker is al meer dan honderd jaar oud en stamt uit een tijd, dat men nog geen „moderne" wekkers kende. Voor je ging slapen moest je een lading kruit in dc wekker stoppen en op een bepaald uur werd er een haakje opgericht, waar door het kruit werd afgeschoten. Wie daar nog doorheen sliep, was wel een erge slaapkop! Waar is de tuinjongen? De tuinman heeft de hele dag hard gewerkt, maar nu is hij toch klaar ge komen. De hele boel staat klaar om weggehaald te worden. De gieter en al het materiaal moet op de kar geladen worden, maar nu is de knecht van den tuinman verdwenen. De tuinman zit rustig een pijpje te roken, tot zijn knecht terugkomt. Kunnen jullie hem vinden? Oplossing: Draai het plaatje op de rechterkant dan zie je links den tuinjongen staan. r V. Beste nichten en neven. J WIE van jullie heeft gemerkt, dat Oom Bob met vacantie was? Ik had een goede plaatsvervanger, maar hij wist natuurlijk niet zo goed alles van jullie af. Toch ben ik blij, dat ik jullie brieven nu weer zelf kan beantwoorden, want ik heb heus nog wel eens aan jullie gedacht. Het deed mij pleizier te horen, dat vele nichten er neven uit hun vacantieverblijven naar Oom Bob hebben gcschi-even, dat is een bewijs, dat ik nog wel vijf cent (de postzegel) voor jullie waard ben. Het zal niet zo lang meer duren, of ik heb m'n familiekx-ing weer compleet om mij heen, het gaat daarmee al px-e- cies -als thuis, de ene dag zit je met een grote kring aan tafel en de vol gende dag ben je gans alleen. Dat heb je zo in de vacantietijd, het is erg ge zellig, maar het zal toch ook weer prettig zijn, als het leven weer z'n ge regelde loop heeft. Nu laat ik jullie eerst het slot horen van het verhaal, dat onze oud-neef Kleine Lord schreef. Hij is wel plotse ling uit onze familie verdwenen, maar z'n veihaal wilde ik jullie toch nog laten lezen. JAN ONGELUK MET een benauwd gezicht volgde hij z'n kameraden. De zeug hoor den ze al knoiTen. Hein pakte een van de biggetjes. „Hou 'm maar even vast," zei Hein. De aardbol in het klein Hebben jullie wel eens een globe ge zien? Je weet wel, zo'n aardbol, die draaien kan en die op sommige scholen gebruikt wordt in de aardrijkskunde les. Velen van jullie hebben er zeker wel eens een gezien. Als we nu alle bergen en dalen van de aarde in dezelf de maat verkleind voorstelden, zoals dat ook bij een schoolaardbol het geval is, zouden we ons pas goed kunnen in denken, hoe de verschillende verhou dingen ojj de aarde zijn. Maar wij wil len nu niet alleen in de lengte en de breedte de maten aanduiden, maar ook in de hoogte en de diepte. Daarvoor zullen we alle kilometers als milimeters aantekenen, IJus als iets 10 k.m. lang is, tekenen wij het maar 10 m.m. Onze aardbol wordt dan een ballon met een omtrek van 40.000 m.m. of 40 m. Een landhuis zou er dus juist inpassen! De hoogste bergen zouden 9 m.m., dat is ongeveer de dikte van een boon bo ven deze aarde uitsteken. Dat is dus wel héél laag in verhouding met de aarde. Toch vinden wij een berg als de Himalaya, die bijna 9000 meter hoog is, ongelooflijk hoog en is het nog nooit gelukt om die berg te beklimmen. Op de omtrek vau onze „kleine aard bol" zijn de bergen dus maar heel nie tige bobbeltjes. Zo zijn ook de zeeën maar heel ondiepe en kleine water plasjes. De diepste piek zou 10 m.m. zijn en daar zou een klontje suiker dus juist in onderdompelen. Nog gekker lijken opeens onze diepe boorgaten in de mijnen. Ze kunnen maar 2 of 3 m.m. iu de diepte van onze aardbol gaan en bij zon ondiepe schacht kan een mens toch heus nog niet zeggen, dat hij tot aan het diepste van de aarde doordi'ingt. zoals zo dik wijls verteld wordt. De sneltreinen konden over de bal lon niet harder dan 100 m.m. dus 10 c.m. per uur rijden en onze grote lucht schepen, die in een paar dagen tijd naar Amerika vliegen, moeten we ons voorstellen als een heel klein stofje van Vb m.m. lang, dat ongeveer 1 m.m. bo ven de aardbol zweeft. Zo kunnen we nog veel meer verge lijkingen maken en jullie kunnen ze ook zelf bedenken, als je een aardrijks kundeboek hebt. waar alle afstanden goed in staan en als je dan inplaats van elke k.m. een m.m. zegt. Toch is het natuurlijk al heel knap, dat de men sen zover in de aarde konden doordrin gen, want 3 k.m. is al flink diep als je bedenkt hoe klein de mens is. Alleen in verhouding met de heele aarde is het maar een klein stukje. Proberen jullie nu zelf ook nog maar een paar vergelijkingen te maken. Jan nam het diertje over, maar in de vreemde handen begon het te gillen en te schreeuwen. Nee, maar om er doof van te worden. Vlug liet Jan het val len en liep de schuur uit. Nog maar een stap had hij buiten de schuur ge daan of hij rende tegen het varken aan, dat schx-eeuwend wegrende. Maar ook Jan nam de vlucht. Toen hij dc hoek om rende vloog hij bijna tegen de kalkoen en deze werd rood tan woede en begon ook al onwelluidend te schx-ceuwen. Hein kwam naar bulten stuiven, hij dacht minstens dat de kalkoen vex-- moord werd. Toen de rust hersteld was zouden ze krijgex-tje op de hooi berg spelen. Ze hadden erg veel- pret. Maar opeens rolde Jan van de berg af. Juist kwam dc waakhond aanrennen. Hij pakte de arme Jan aan zijn broek vast. Gelukkig kwam de boer dc hoek om. Hij maakte Jan uit. de greep van de hond los en legde hem aan de ket ting. Het was zo zoetjes aan tijd om naar huis te gaan. Daarom zeiden ze dc boer en boerin goeden dag en gin gen naar huis. KLEINE LORD. Speenkruidje. Het is nooit minder dan een velletje vol, die brief van jou, wat dat betreft heb ik geen klagen. Ik vind dat je mij altijd heel wat te vertellen hebt. Was het een leuk feest vanmiddag en heb je met eierlopcn nog een prijs behaald? De vacantie duurt erg lang en ik kan best begrijpen, dat je het prettig zult vin den om weer naar school te gaan. Je zult je neusje nu wel eens een keertje extra snuiten, met zo'n „beeld" van een zakdoek. Poppenmoeke. Dat je met de warmte heel wat met de poppenkin- ders te stellen zult hebben geloof ik graag. Gelukkig weet je ze nog al bezig te houden, je had nu tenminste weer een leuk speelding voor ze bedacht, ik weet wel niet hoe zo iets er uit ziet natuurlijk, maar 't rinkelt in ieder geval en daar zijn kleine kinderen ge loof ik op gesteld. Nu ik hoop, dat ik na het vertrek van je nichtjes weer meer aan de beurt ben, dag Poppen- moes. P i n g u i n. Ik weet niet of Je al thuis bent van het kamp, want je schreef niet hoe lang je ging, maar de krant zal wel voor je bewaai'd worden, Bruinoog zal daar wel heel zusterlijk voor zorgen. Wat heb je prachtig weer gehad, ideaal om te kamperen, alleen een beetje warm, in Uddel kon je fijn zwemmen, in Ommen ook? Bruinoogje. Aardig, dat je nog tijd vond mij het een en ander over je belevenissen te vertellen. Het lijkt mij, dat je het reusachtig fijn hebt gehad, je bent dan ook in een pracht streek geweest. Wel jammei', dat de hei nog niet vol bloeide, zij zal nu wel mooi zijn, maar gelukkig zijn wij hier ook niet slechts bedeeld met de paarse kinderen van Flora. Als je de Leusder- hei over fietst of naar de Stompert gaat, kan je er volop van genieten. Sally Swing. Je vraagt in je brief Oosterveen bonnen, doch je stuurt mij boekenbonnen in ruil, je bedoelt daar zeker „Bonte kleuren" mee? Wil je zo in het vervolg zo noemen, want anders ki'ijgen we vcnvikkclingen. Uit je brief maak ik op, dat je het niet zo heel erg prettig vindt, dat je al weer zo vlug naar school moet. De zomer is ook al weer omgevlogen Sally. Juffie Snip. Wat heb jij al dikwijls een prijs gewonnen nu ben je ook een trouwe raadselinzendster, dus is het niet te verwondei'cn. Je bofte, dat je zo'n mooi boek kreeg. Je bent zeker wel weer erg blij, dat je vx-ien- din er weer is, dan kunnen de laatste vacanticdagcn ook nog gezellig wor den. Heb je niet te veel ijsjes „gepikt"? Ik ken toch nog wel mensen, die er niet van houden, maar daar hoor ik niet bij juffie Snip. Reisbonnen zijn niet meer geldig. Viooltje. Ik denk. dat je juist tussen de buien bent dooi'geglipt Viool, In sommige gedeelten van Afrika is het klimaat zo zacht, dat er een schit terende plantengroei uit is voortgeko men. Als een plaatje uit een sprookje ziet een landschap in die streken er uit en alle soorten tropische planten kun nen we er vinden. Maar ook zijn er gebieden, die zoo droog cn bar zijn, dat planten er nauwe lijks kunnen groeien. We denken nu aan de grote woestijnen cn aan de Kar- roo-vlakte in Zuid-Afrika. In de grote Karroo, een steppcnachtige hoogvlakte, ongeveer 800 meter boven de zeespiegel valt soms maandenlang geen druppel regen. In die tijd krijgen de planten dus helemaal geen gelegenheid om zich te ontwikkelen cn dan moeten de weinige planten, die er zijn, helemaal op hun oude voori'adcn teren. Daar komt nog bij, dat de korte tijd, waarin de planten tot ontwikkeling kunnen komen, heel kort is. Het is dus werkelijk geen won der, dat we hier niet de planten uit de gebieden met zachter klimaat zullen vinden. De planten, die hier groeien, hebben zich helemaal aan het barrfe droge klimaat moeten aanpassen en het gevolg is, dat ze in stxmmige geval len meer op stenen dan op planten lij ken. Dat klinkt nu misschien ongeloof lijk, maar, ieder die bepaalde planten uit die streken heeft gezien, zal moeten toegeven, dat hij ze eerst niet van een gewone steen heeft kunnen onderschei den. Daar heb je bijvoorbeeld de Welwit- schia, een heel merkwaardige plant. De steel wordt 6oms wel een paar meter breed, maar niet veel hooger dan 20 cm. Twee leex-achtige bladeren, waarop over dc gehele lengte strepen lopen, slinge ren zich in wonderlijke bochten om de stengel heen. Mensen, die de Welwit- schia zagen, beweren, dat het net is „alsof een steen bloeide". Bij andere planten is deze gelijkenis met stenen nog groter. Het grootst is zij met sommige planten van de Mesem- bryanthemumsoort, die in enkele geval len helemaal niets meer van een plant hebben. Ze groeien tussen stenen in en zijn er niet van te onderscheiden. Een paar ervan, die op gebieden van kalk steen voorkomen zien er helemaal als brokken kalk uit. Een andere weer heeft op de lichtbruin-grijsachtige buitenkant roodachtige adertjes, precies zoals de stenen, waar de planten op groeien en die dergelijke adertjes hebben door hun gehalte aan ijzcroxyde. Men gelooft, dat het als bescherming moet dienen voor. de dieren, die op deze vlakte voorkomen en die natuurlijk grote behoefte aan plantaardig voedsel hebben. Nu kijken ze dikwijls over de planten heen. nog niet zo gek. Te laatste 2 weken is 't prachtig, daar valt niets op aan te mei-ken.'Je hebt gelijk er zoveel moge- gelijk van te profiteren, mijn vacantie is op, anders deed ik het ook. Tijdens m'n vacantie ben ik zo goed als niet in huis geweest, ik zal er wel eens een cn ander over sclu'ijven misschien. Zonnekind. Nog hartelijk ge feliciteerd zeg, door de omstandighe den ben ik er wat laat mee, maar toch nog binnen de week. Je hebt je ver- jaaxdag dus in je vacantie-oord geviei'd, dat was met mij ook het geval. Het is zo gek, dat je dan helemaal geen be zoek krijgt. De Veluwre is prachtig, ik geloof graag dat je geniet, leuk dat je mij schreef, zoals je ziet heb ik nog niet veel brieven, maar dat komt wel weer. Vandaar dat jullie allemaal zo'n lang antwoord krijgen. Storm vogelt je. Eigenlijk moest ik mij schamen, maar de vacan tie zit niij geloof ik nog in m'n bol, ik ben namelijk vergeten of je een zus je of een vriendinnetje bent van Zon nekind. Ik meen het laatste, in dat ge val logeer je nu bij haar cn dan zal er veel pret gemaakt worden denk ik. Jullie zwerven zeker iedere dag dooi de bossen cn over dc hei, ik denk dat jullie als echte zigeunerinnen terug komen. Het was goed te zien, dat de vulpen wat weerspannig was, doch ik kon er nog best uit wijs worden. Nog veel plezier Stormvogel. Michael Stro go ff. Jij hoort nog tot de badgasten, dan spreekt het vanzelf, dat je niet zooveel last van de warmte hebt gehad. Nu wij hier wel hoor, dat kan ik je verzekeren, maar nu weten wij tenminste dat het nog zomer is. Zondag was ik ook aan zee, er waren veel kwallen, heb jij er ook last van gehad? Van die grote, vies hoor. Het ergst is het als je in het wa ter bent, ze branden zo gemeen. Wan neer ze eenmaal op het strand liggen zijn ze ongevaarlijk, heb je ze dan wel LegpuzzleAutorennen In razende vaart snorren de lage ren- wagens voorbij. In de bochten maken ze een suizend geluid en nog voor ie er erg in hebt, zijn ze alweer voorbij. De fotografen doen koortsachtig hun bost om een auto op het juist ogenblik te „nemen", zodat ook het nummer er duidelijk opstaat. Overal, op en om de renbaan, heerst een zenuwachtige span ning. Ademloos kijken de mensen toe en de renners zelf weten nog maar één ding: ovex-winnen liet eerst aanko men en op die manier een grote over winning op hun naam zetten. Meer cn meer worden er in alle lan den autorennen gehouden. Behalve de vaste ï-aces, die elk jaar terugkomen, worden er ook nieuwe wedstrijden in gelast. Zelfs in ons land is een paar maanden geleden een autobaan ge opend. In Zandvoort vlogen voor het eerst de ronwagens over de gladde weg- Deze ï'cnbaan is nog lang niet zo goed en zo volmaakt als de banen in het buitenland. Denk eens aan de wereld beroemde Nürnburgiïng in Duitsland. Deze renbaan is bijna volmaakt. In grote bochten slingert zij zich door het prachtige landschap. Daarbij vergele ken is dc haan in Zandvoort nog wel heel eenvoudig, maar er zal alles aan gedaan worden, om ook onze renbaan zo gauw mogelijk te vex-betex-en. Leg de losse stukken maar eens aan elkaar dan zie je. hoe de auto's komen aam-azen. Zal nunnner 24 winnen? eens goed bekeken? Ze zijn erg glib- berig, maar wel mooi. Molleboon. Bcgi'ijpelijk Molle- boon, dat ik uit je gedachten was, ex- was voor jou zoveel tc. beleven. Mij dunkt, dat. je al aardig met, bet boeren bedrijf op de hoogte bent, ik maak ten minste uit je verhalen op, dat je op een boex-dcrij was. Ben jij niet in El- speet geweest? Het welpcnkamp was denk ik ook niet kwaad, dat was meen ik in Ommen, van Pinguin hoorde ik er ook iets ov$r en liet zal wel hetzelf de kamp zijn. Nog een paar dogen en dan is de koek weer op. DE OPLOSSINGEN I. Een vorstelijke telg is een konings kind, dit woord wordt gevormd door de woox-den: overdenken, Nederland, Ita liaan, notaris, gewoon, Simon, kort, iep, na, d. II. Waterpolo werd samengesteld uit dc woorden: aanrecht, theater, eerlijk, roest, poes, oss, la, o. Deze week is de prijs voor Poppen- moeke, die wel weet, waar deze te be machtigen. DE RAADSELS (Ingezonden door een nichtje) X X X X X X X X X X X i X Op de kruislijnen komt een meisjes naam. 1 De naam. 2 Is iemand die nooit liegt. 3 Meisjesnaam. 4 Plaats in Gelderland. 5 Een knaagdiei'. 6 Voorzetsel. 7 Medeklinker. .II X X X x x x x X Ook op deze kruislijn komt een meis jesnaam. 1 De naam. 2 Voedsel uit Indië ingevoerd. 3 Roem. 4 Tegengestelde van voor. 5 Klinkex*. RUILHANDEL Bruinoogje als ik ze nog heb, krijg je Droste bonnen. Sally Swing komt kijken of er „Bonte kleuren" voor haar zijn. Maandagmiddag na 3 uur kunnen jullie weer aan net bureau terecht. Dit geldt ook voor de familieleden, die in de vacantie geen gelegenheid hadden de bonnen te komen halen. Er ligt meen ik nog het een en ander voor hen klaar. Hartelijk gegroet, OOM BOB.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 11