in Duitsche nden BLACK CAP J. A. SCHOTERMAN Ze, Rusland's antwoord aan Engeland Dagorder Geallieerden ondervinden vele moeilijkheden HONGARIJE De Maansteen I RLIJN MELDT: den over de spoorlijnen itheim en Elverum- os beschikken .xiige n in he Skagerrak? fcfeste 1 OLD SCOTCH WHISKY p. fl. 3.75 Het wordt in Londen niet bevredigend geacht IVOROL- tandpasta N van Hitier DE HOUDING VAN ITALIË De troepen moesten worden ontscheept in tweederangs havens, waar men slechts beschikte over houten kaden, zonder voldoende hefmateriaal EN SLOWAKIJE W. K. VAN ROSSUM AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG 1 MÉI 1940 BERLIJN, 30 April. 'e Duitsche weermacht deelt mede, dat de e de terugtrekkende Geallieerde troepen -Jbrandsdal het belangrijke knooppunt van tomPaas Dinsdagmiddag hebben bezet. Bij ■morlijn Dr^ '-eim—Dombaas werd ook fpen bezet/ nede is zoowel de spoor- over ElverumRöros welingelichte krin- van/1" Duitsche a fel- re- dat n wer- aanval- in de t spoe- anbaar jseerde wegen maar t los- jombaas/f welke de d te beh ing is vol- ten Z.W. .oëde wegver- ict van Dom- laatave Zweedsche tele- ,.i werd de' strijd vanmorgen voortgezet hij Hjerkinn aan de spoor lijn. halverwege tusschen Dombaas en Opdal, waar een gemechaniseerd Duitsch detachement van de bergen is afgedaald, na doorgebroken te zijn over een moeilijken met sneeuw bedekten weg uit het. Oesterdal. Een tweede Duitsch detachement dat vertrokken was uit TynsqJ in het Osterdal langs een bergweg naar Ulsberg. ten Noorden van Opdal, werd volgens de berichten nog tegengehouden door Noorsche troe pen hij Kvvkne op 25' k.m. van Ulsberg. Opgemerkt wordt echter, dat de Duit sche troepen, die volgens het Duitsche opperbevel nabij Storen contact hebben gevestigd met de troepen uit Dront- heim. de strijdkrachten zijn die over de bergen uit Tynset zijn gekomen. Aan het front van Steinkjer ten Noor- ïden van Drontheim hebben de Duitsche troepen, zonder te wachten op verster kingen uit het Zuiden, hevige verras- •jaanvallen gedaan .zoowel op de FranscflL?ls op rle Noorsche linies aan beide karfel1 van het Snaasameer. vol- ml STOC^HaM. 30 April. (Havas). en I Belangnjke vlootontmoetingen zouden jn I zich in tien loop der laatste dagen heb- .ong^l^n votrgedaan in het Skagerrak. zoo jvordt ijit Gothenburg gemeld. Dit zou bewijs geven, dat de geallieerde vloo^strijdkrachten nauwlettend deze wateren bewaken en tusschen beide komen om het vervoer vari Duitsche troepen /naar Oslo te verhinderen. Laatstelijk beeft /een groep inwoners van een j Zweed's'ch plaatsje waargeno men, dat' een convooi van twaalf sche pen uiteengedreven werd. gens een me edeeling van het Noorsche hoofdkwartier van Nya Daglii den correspond»* 1 Ulehanfla. Deze aj 5 luchtalarm in noord frankrijk PARIJS, 30 April. (Havas). In het Noorden is er van kwart voor tot kwart over twaalf vanmiddag luchtalarm ge weest Er wordt van geen enkel inci dent melding gemaakt. turksche ambassadeur terug te berlijn BERLIJN. 30 April. (D.N.B.). Dc Turksche ambassadeur te Berlijn, Hus- rev Gerede, is naar Berlijn terugge keerd. Hii heeft de leiding der ambas sade weer op zich genomen. goethe-medaille voor frans léhar BOEDAPEST, 30 April (D.N.B.). De Duitsche gezant heeft in opdracht, van Hitier aan Franz Léhar op zijn if verjaardag de Goethe-medaillg unst en wetenschap overhandijP 99 99 Sole Importers: Utreclitschestraat 17 - Ao. 187S Tel. 3450 LONDEN, 30 April. De di plomatieke correspondent van het Britsche persbureau Reuter verneemt, dat Maisky, de ambas sadeur der Sovjet-Unie, gister avond een bezoek heeft gebracht aan Lord Halifax en hem een schriftelijk antwoord heeft over handigd van de Sovjet regeering op het Britsche memorandum van 19 April inzake een hervatting der Britsch-Russische handelsbespre kingen. In het antwoord wordt verklaard, dat goederen, door de Sovjet-Unio op grond van de handelsovereen- e^ftkomsi met Gróot-Britt&nnië in'-' - •'gevoerd, uitsluitend voor binnen- landsch gebruik zullen worden aan gewend, doch dat de Sovjet-regce- ring nieit kan aannemen te beraad slagen over eenige heperking van haar rechten om Sovjet-Russische producten uit te voeren naar eenig land, waarmede het handelsbetrek kingen onderhoudt. De diplomatieke correspondent van Reuter verneemt, dat het ant woord in Britsche kringen niet bevredigend wordt geacht, hoewel de stand van zaken thans nauw keurig wordt bestudeerd. De Britsche opvatting is, dat eenige belofte der Sovjet-Unie om van Groot- Brittannië ontvangen goederen niet op nieuw uit te voeren, waardeloos zou zijn, indien zij niet vergezeld zou gaan van waarborgen tegen uitvoer naar Duitschland van gelijkwaardige hoe veelheden van hetzelfde product uit Sovjet-Rusland. Bij het aangaan van oorlogshandels overeenkomsten houdt de Britsche re geering steeds rekening met den. uit voer van eigen producten van het des betreffend land. Het is daarbij de Brit sche bedoeling om de neutralen er toe te brengen deze uitvoeren te verminde ren tot het laagst mogelijke bedrag. Dit wordt in Engeland beschouwd als een wettig quid pro quo voor de levering van kostbare, in het Britsche en het Fransche rijk vervaardigde producten. Er wordt van Britsche zijde uiteenge zet, dat Duitschland zich er altijd op heeft beroemd, dat zijn handelsovereen komst met de Sovjet-Unie het, zal in staat S'tellen om met Russische hulp de blokkade te breken. Daarom moet daar met iedere handelsovereenkomst reke ning mede worden gehouden. Ha. Elke vergelijkende proof bewijst dit. In tubpn van 60, 40 en 25 cent- Menschen, die zóóveel haast flfe hebben, dat hun de tijd ontbreekt om veilig te rijden, krijgen vaak maanden cadeau In hospitaal of huis van bewaring.... Aan de Duitsche troepen in Noorwegen BERLIJN, 30 April. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Voor de troepen eenheden, die deelnemen aan de ge vechten in Noorwegen heeft Hitier een dagorder uitgevaardigd, luidende: „Sol daten van het Noorsche oorlogstooneel. In onstuimig opdringen hebben Duit sche troepep heden cle verbinding over land tusschen Oslo en Drontheim tot stanrl gebracht. Daarmede is het voor nemen der westelijke mogendheden om Duitschland toch nog door een bezet ting achteraf van Noorwegen op de knieën ie kunnen krijgen, definitief mislukt. Eenheden van het leger, de marine en het luchtwapen hebben in voorbeel dige samenwerking een prestatie gele verd, die in haar koenheid de jonge Duitsche weermacht tot de hoogste eer strekt. Officieren, onderofficieren en manschappen, gij hebt op het Noorsche oorlogstooneel tegen alle tegenheden ter zee, te land en in de lucht en tegen den weerstand van den vijand gestre den. Gij hebt de ontzaglijke taak, die ik u, geloovende aan u en uw kracht, moest opdragen vervuld. Ik ben trotsch op u. De natie spreekt u door mij haar dank uit. Als uiterlijk teeken van er kentelijkheid en van dezen dank ver leen ik den opperbevelhebber in Noor wegen, generaal Von Falkenhorst, het Ridderkruis van het IJzeren Kruis, Ik za] op voorstel van uw opperbevelheb ber ook rle dappersten onder u onder scheiden. Het hoogste loon voor u allen mag echter reeds thans de overtuiging zijn, dat gij in den zwaarsten strijd van het lot van ons volk om zijn of niet zijn een beslissende bijdrage hebt geleverd. Ik weet, dat gij de u gestelde taak ook verder zult vervullen. Leve ons Groot Duitschland. Adolf Hitler". LONDEN, 30 April. Het Brit sche Bureau Reuter meldt in ge zaghebbende kringen te vernemen, dat de uitspraken van Italianen, die verantwoordelijke posities be- kleeden, en de houding der Ita- liaansche pers kortelings van zoo- danigen aard zijn geweest, dat het nöodig is geworden voor de Engel- sche regeering om zekere voor zorgsmaatregelen te nemen betref fende de Britsche scheepvaart, die normaliter door de Middellandsche Zee zou varen. Zij is echter niet voornemens deze voorzorgsmaatre gelen langer dan noodig te laten voortduren en hoopt, dat de om standigheden in staat zullen stellen ze in de naaste toekomst op te heffen. PARIJS, 30 April. tt ET Fransche persbureau Havas EI-meldt: In den loop der laatste drie dagen is de toestand in Mid- den-Noorwegen met de grootste snelheid tot ontwikkeling gekomen. Terwijl in het begin van de vorige week de Duitsche transporten prac- tisch opgehouden hadden het Ska gerrak over te steken, tengevolge van de door de Britsche vloot ge legde mijnenvelden, kregen de Duit sche troepen slechts druppelsge wijze versterking door de lucht. En zelfs deze wijze van vervoer werd aanzienlijk belemmerd door de omwoe ling van zoowel het terrein van ver trek, zooals b.v. Aalborg op Jutland als het terrein van aankomst in Oslo, Sta- vanger en Drontheim, tengevolge van de Engelsche bombardementen. De Duitsche troepen in het gebied van Os lo hadden veel te doen in de zóne, die zij bezet hadden onmiddellijk na de eerste verschepingen en zij werden in de streek ten noorden van de hoofd stad, tusschen Hamar en Elverum, te gengehouden door Noorsche detache menten, die versterkt waren door eeni ge Britsche detachementen, welke in derhaast van het meest nabije ontsche- pingspunt Andalsnes aan het uiteinde van de Romsdalfjord, naar het zuiden waren gestuurd. In den loop van het weekend bleek de toestand zeer gewijzigd door een plotselinge toestrooming van Duitsche versterkingen, die in de havens aan de zuidkust en met name in Oslo, zonder slag of stoot al het moderne hefmateriaal von den, dat noodig is om terstond het zware materiaal, tanks, geschut en zelfs vliegtuigen, aan land te bren gen. De Geallieerde troepen daaren tegen, die ontscheept werden in tweederangs havens, beschikten slechts over houten kaden, zonder voldoende hefmateriaal. Zij konden slechts zoo snel mogelijk oprukken met lichte eenheden over moeilijk terrein. Daarbij kwam, dat de dooi in de kuststreek eerder begint clan verder in het land, zoodat de toestand der wegen voor de Geallieerden ook moeilijker was. Tevens hadden de wegen veel te lijden gehad van luchtbombardemen ten. Onder die omstandigheden konden geallieerde lichte voorhoede eenheden er slechts tezamen met de Noorsche sol daten aan denken, zooveel mogelijk de z.g. verplichte passages over rivieren, bergpassen e.d. te verdedigen tegen dc herhaalde aanvallen der Duitsche, ge pantserde colonnes die oprukten in de richting van Domhaas, Stóren, Dront heim. Wanneer een van deze grendels gesloopt werd, viel den Duitschers een lang stuk dal in handen. Zoo zijn zij sprongsgewijs opgerukt van Hamar naar Lillehammer, van Lillehammer naar Kvam, van Kvam naar Otta en van Otta naar Brennhau, op 20 K.M. ten zuiden van Domhaas, waar volgens het Britsche communiqué van van avond de Engelschen een nieuwe stel ling hebben ingericht. In het Oesterdal was de Duitsche opmarsch nog sneller tot Röros. Vandaar trokken de Duit schers, die tegengehouden werden, doordat een groote brug was opgebla zen. over bergwegen in de richting van Ulsberg en Stóren en in de richting van Hjerkinn en Domhaas. Deze resul taten konden slechts worden verkregen door een massaa gebruik der lucht macht, waarbij profijt kon worden ge trokken uit den geographischen toe stand. waardoor de Geallieerden geen terreinen vonden voor het inrichten van vliegvelden. Boedapest volgt met aandacht de positie der Hongaarsche minderheden Verklaring van Csaky BOEDAPEST, 30 April. Het' Fransche Bureau Havas meldt: In het Hoogerhuis heeft vanmorgen de vroegere afgevaardigde in het Praagsche parlement Szulloe aan de regeering gevraagd, of zij nog lang de vervolgingen, waaraan de Hongaren in Slowakije bloot staan, zou dulden. Minister Csaky ant woordde, dat de Hongaarsche re geering met de grootste aandacht de behandeling volgt, die de Hon garen zich in Slowakije moeten laten welgevallen. Wij hebben, zeide hij, verscheidene malen pogingen gedaan d,e betrekkin gen met dezen jongen staat, zoowel in politiek als in economisch opzicht te verbeteren. Helaas zijn wij hierin niet geslaagd. Doch men zou een ouden staat als Hongarije slecht kennen als men meende, dat zijn geduld onbeperkt is. Csaky voegde hier nog aan toe. dat spanning in de Hongaarsch-Slo- waaksche betrekkingen de Duitsch- Hongaarsche vriendschap niet nood zakelijk behoefde aan te tasten. Het Hongaarsche Telegraaf Agent schap bericht nog: In dc verklaring, die Csaky heeft af gelegd omtrent de gespannen betrek kingen met Slowakije zeide de minister o.a. nog: Laat geen officieus of officieel persoon trachten, voortdurend tegen ons de kaart van Duitschland als be schermer van Slowakije uit te spelen, want wij hebben het volle vertrouwen in de hechtheid van de Ilongaarsch- Duitsche vriendschap en in de factoren, waarop deze vriendschap berust. Het zou gevaarlijk zijn. te veronderstellen, dat wij zwak zijn of ons zwak voelen. Iedere levenskrachtige natie kan ko men tot de grens,-waarop zij in de ver dediging der moreele waarden alle ri sico's aanvaardt. Csakv besloot met te verklaren, dat de Hongaarsche regee ring, ook in de toekomst de politiek van geduld en vredelievendheid jegens den Slowaakschen buurman wil voort zetten. 3 KORTE BERGSTRAAT Damesconfectie Kleeding naar maat Kubler Kleeding FEUILLETON Door van W\LKIE COLLINS Ne^ -jandsche bewerking A. A. FfcUMME Jr. ing k. tam 'fi: de bestorming Atan seringa- P AT AM'(1799) Uittreksel uit oude familiepapieren J I. s; 0 Mef geschreven in 'mijn verwanten in verklaring te enen. die mij n neef. John schap te wei- oneenig- e gebeur- 1 hadden Seringa- a>-d. de 'k Gelen Diamant een juweel, meerma len vermeld in de inlandsche annalen van Voor-Indiê. Volgens de alleroudste tradities was deze steen gevat geweest in het voor hoofd van een vier-armig afgodsbeeld, dat de Maangod voorstelde. Ten deele door zijn eigenaardige kleur, ten deele door het bijgeloof, dat dezen steen een zekere gevoeligheid toeschreef, voor den invloed van de godheid, wier beeld hij sierde, waardoor zijn glans toenam of verminderde met het wassen of afnemen der Maan, verwierf het juweel den naam waarmede het tot op heden in Britsch- Indië hekend is De Maansteen De avonturen van den Gelen Diamant beginnen in de elfde eeuw van de Chris- telijke jaartelling. In dien tijd werd Voor-Indië doorkruist door den Mohammedaanschen verove raar Mahmoud hen Ghizni. die de hei'i- ge stad Somnauth innam en den be roemden tempel, die daar sedert eeuwen gestaan had en een bedevaartsoord was voor Hindoe pelgrims, van zijn schatten beroofde. Van alle goden, die in den tempel vereerd werden, ontsnapte slechts de Maangod aan de roofzucht der Moham medanen. Door drie Brahmanen zorg vnldig verborgen, werd het nog onge schonden beeld in den nacht overge bracht naar de in rangorde, tweede hei- lige stad in Voor-Indië Benares. Hier, in een nieuw heiligdom, in een zaal. waarvan de muren met kostbare steenen waren ingelegd, en onder een baldakijn, getorst donr gouden pilaren. '1 de Maangod ondergebracht en aan- Hier. in den nacht, na de vol- van het heiligdom, verscheen Vishnoe, de Behouder, aan de ■wnanen in een droom. "d blies zijn goddelijken adem op den diamant in het voorhoofd van het beeld, waarop de Brahmanen'neer knielden en hun aangezicht in hun kleed verborgen. De godheid beval, dat van dat oogenblik af de Maansteen door een drietal priesters om beurten moest worden bewaakt, dag en nacht, tot het einde der dagen, en hij voorzegde dat nameloos onheil den stoutmoedigen sterveling zou treffen, die het wagen durfde, zijn handen naar het heilige juweel uit te strekken en niet alleen hem. doch allen, die het na hem zou den bezitten. En de Brahmanen lieten deze goddelijke waarschuwing in gou den lettors hoven het hek. rondom het heiligdom, aanbrengen De jaren gingen voorbij en steeds, geslacht na geslacht, waakten de opvol gers der drie Brahmanen dag en nacht over den kostbaren Maansteen, totdat in de eerste iaren der achttiende eeuw, de Mogul-keizer Aurangzeb aan het be wind kwam. Op zijn hevel werden we derom de Hindoetempels vernield en ge- olunderd, terwijl het heiligdom van den vierarmigen god ontwijd werd door het slachten van heilige dieren en het stuk slaan der godenheelden De Maansteen werd geroofd door een hoofdofficier van het leger van Aurangzeb en kwam ten laatste in het bezit van Tippoo. sultan van Seringapafam. die den diamant in het handvat van pen dolk liet zetten en beval, dat hij bij de meest kostbare stukken in zijn wapenkamer moest wor den bewaard. Maar zelfs daar in het Daleis van den sultan hieven de drie priesters heimelijk de wacht honden bij den kostbaren steen Er waren drie officieren in Tippoo's hofhouding, die. hoewel vreemdpn voor de overige leden, door hekeering of schijnbare bekeerincr tof den Islam het vertrouwen van hun, meester hadden ge wonnen .en volgens de legende, zouden deze officieren de drie priesters zijn ge weest. II. Dit was het fantastische verhaaJ uver den Maansteen, dat in ons kamp ver teld werd en dat geen van ons voor ernst opnam, behalve mijn neef Herncastle, wiens voorliefde voor het wonderbaar lijke hem er geloof aan deed hechten. Den avond voor. den aanval op Se- ringapatam was hij hevig verbolgen op mij en anderen, die het geheele relaas als een fabel beschouwden. Er volgde een woordenwisseling, waarbij Hern castle zich door zijn driftig tempera ment liet meesleepen. Hii verklaarde, dat indien het Engel sche leger er in zou slagen Seringapa- tam te veroveren, wij den diamant aan zijn vineer zouden zien schitteren, wel ke grootspraak een hartelijk gelach uitlokte. Ik zal u nu de gebeurtenissen ver halen, die plaats hadden op den dag van de bestorming. Van het begin af waren mijn neef en ik \an elkaar gescheiden. Ik had hem niet gezien toen wij de rivier doorwaadden: evenmin, toen wij onze vlag in de eerste bres plantten, de daarachter liggende greppel overstaken en vervolgens de stad binnentrokken, waarbij om iedere duimbreed gronds hevig moest worden gevochten. Pas toen de schemering viel en de stad van ons was en generaal Baird het lijk \an Tippoo onder een hoop gesneuvelden gevonden had. ontmoetten wij elkaar. Zooals ik duidelijk kon zien. was Herncastle's vurig temperament door de slachting, die wij juist hadden mee gemaakt, tot een soort waanzin op gezweept en naar mijn meening was hij totaal ongeschikt de taak te vol brengen die hem als officier was op gelegd. wanorde, doch voor zoover ik kon op merken, werden er geen daden van geweld bedreven. De soldaten waren hier naar hartelust aan het plunde ren. waarbij menige ruwe grap ge maakt werd en de Gele Diamant weer ter sprake kwam. De slagzin: „Wie heeft den Maansteen gevonden?" leid de er steeds toe, de plundering, indien deze op één punt gestaakt was, op een andere plaats weer te doen uitbreken. Terwijl ik tevergeefs trachtte, orde in dezen chaos te brengen, hoorde ik .een hevig geschreeuw van de andere zijde van de binnenplaats komen en vree- zende. dat de plundering nu daar be gonnen was. rende ik in die richting. Bij eer open deur gekomen, zag ik op den drempel de doode lichamen van twet Indiërs, die naar hun klpe- ding te oordeelen, officieren van de paleiswacht waren geweest. Een kreet deed mij de kamer binnen snellen en ik zag, dat ik mij in een soort wapenkamer bevond, waar een derde Indiër, doodeliik gewond lang zaam ineenzakte aan de voeten van een man, die mij op dat oogenblik den rug toekeerde. Deze draaide zich om toen hij mij hoorde binnenkomen en ik zag John Herncastle met een fakkel in de eene hand en een dolk, waar het bloed van afdroop, in de andere, tegenover mij staan Een steen die als een knop in het handvat van den dolk gezet was. vonkte als vuur in het toortslicht. De stervende Indiër zonk op zijn knieën en od den dolk in Herncastle's hand wijzende, zei bij in zijn moedertaal „De Maansteen zal ?ich op u en uw geslacht wreken", waarop hij dood neerviel. Tk keerde John Herncastle den rug toe en heb sedert dat oogenblik niet meer tot hem gesproken. HOOFDSTUK I Vanmorgen (21 Mei 1850) kwam mijn heer Franklin Blake, de neef van mijn meesteres, bij mij en deelde mij het vol gende mede: „Betteredge, ik ben bij den advocaat geweest om eenige familieaangelegenhe den te bespreken en we hebben het ook gehad over de verdwijning van den In- dischen diamant uit het huis van mijn tante in Yorkshire, twee jaar geleden. Mijnheer Bruff is het met mij eens, dat de waarheid het meest gediend is door de feiten, die hierop betrekking hebben, op schrift te stellen hoe eerder hoe béter. „Er zijn bijzonderheden, die aan het licht kunnen worden gebracht", vervolg de mijnheer Franklin, „en er zijn per sonen bij betrokken, die hiervan mel ding kunnen maken. Van deze feiten uitgaande stel ik voor dat wij allen, ieder voor zich, de geschiedenis van don Maansteen, voor zoover ons die per soonlijk bekend is, neerschrijven. Wij moeten beginnen met aan te geven hoe vijftig jaar geleden de diamant in het bezit kwam van mijn oom Herncastle, die toen in Voor-Indië in het leger dien de. Vervolgens hoe twee jaar geleden cle diamant in het huis van mijn tante in Yorkshire terecht kwam en daar onge veer twaalf uur later uit verdween. Nie mand is zoo goed op de hoogte als jij, Betteredge, omtrent de gebeurtenissen, die gedurende dien tijd in het huis plaats hadden. Neem dus de pen op en zet je aan het werk." Twee uren na het vertrek van mijn heer Franklin zette ik mij aan mijn. t-c^rijftafel en begon dit verhaal. (Wordt vervolgd). 1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 2