in Duitsche
nden
BLACK CAP
J. A. SCHOTERMAN Ze,
Rusland's antwoord aan
Engeland
Dagorder
Geallieerden ondervinden
vele moeilijkheden
HONGARIJE
De Maansteen
I
RLIJN MELDT:
den over de spoorlijnen
itheim en Elverum-
os beschikken
.xiige n
in he Skagerrak?
fcfeste 1
OLD SCOTCH WHISKY p. fl. 3.75
Het wordt in Londen niet
bevredigend geacht
IVOROL- tandpasta N
van Hitier
DE HOUDING VAN
ITALIË
De troepen moesten worden ontscheept in
tweederangs havens, waar men slechts
beschikte over houten kaden, zonder
voldoende hefmateriaal
EN SLOWAKIJE
W. K. VAN ROSSUM
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 1 MÉI 1940
BERLIJN, 30 April.
'e Duitsche weermacht deelt mede, dat de
e de terugtrekkende Geallieerde troepen
-Jbrandsdal het belangrijke knooppunt van
tomPaas Dinsdagmiddag hebben bezet. Bij
■morlijn Dr^ '-eim—Dombaas werd ook
fpen bezet/ nede is zoowel de spoor-
over ElverumRöros
welingelichte krin-
van/1" Duitsche
a fel-
re-
dat
n wer-
aanval-
in de
t spoe-
anbaar
jseerde
wegen
maar
t los-
jombaas/f
welke de
d te beh
ing is vol-
ten Z.W.
.oëde wegver-
ict van Dom-
laatave Zweedsche tele-
,.i werd de' strijd vanmorgen
voortgezet hij Hjerkinn aan de spoor
lijn. halverwege tusschen Dombaas en
Opdal, waar een gemechaniseerd
Duitsch detachement van de bergen is
afgedaald, na doorgebroken te zijn over
een moeilijken met sneeuw bedekten
weg uit het. Oesterdal. Een tweede
Duitsch detachement dat vertrokken
was uit TynsqJ in het Osterdal langs
een bergweg naar Ulsberg. ten Noorden
van Opdal, werd volgens de berichten
nog tegengehouden door Noorsche troe
pen hij Kvvkne op 25' k.m. van Ulsberg.
Opgemerkt wordt echter, dat de Duit
sche troepen, die volgens het Duitsche
opperbevel nabij Storen contact hebben
gevestigd met de troepen uit Dront-
heim. de strijdkrachten zijn die over de
bergen uit Tynset zijn gekomen.
Aan het front van Steinkjer ten Noor-
ïden van Drontheim hebben de Duitsche
troepen, zonder te wachten op verster
kingen uit het Zuiden, hevige verras-
•jaanvallen gedaan .zoowel op de
FranscflL?ls op rle Noorsche linies aan
beide karfel1 van het Snaasameer. vol-
ml STOC^HaM. 30 April. (Havas).
en I Belangnjke vlootontmoetingen zouden
jn I zich in tien loop der laatste dagen heb-
.ong^l^n votrgedaan in het Skagerrak. zoo
jvordt ijit Gothenburg gemeld. Dit zou
bewijs geven, dat de geallieerde
vloo^strijdkrachten nauwlettend deze
wateren bewaken en tusschen beide
komen om het vervoer vari Duitsche
troepen /naar Oslo te verhinderen.
Laatstelijk beeft /een groep inwoners
van een j Zweed's'ch plaatsje waargeno
men, dat' een convooi van twaalf sche
pen uiteengedreven werd.
gens een me
edeeling van het Noorsche
hoofdkwartier
van Nya Daglii
den correspond»* 1
Ulehanfla. Deze aj 5
luchtalarm in noord
frankrijk
PARIJS, 30 April. (Havas). In het
Noorden is er van kwart voor tot kwart
over twaalf vanmiddag luchtalarm ge
weest Er wordt van geen enkel inci
dent melding gemaakt.
turksche ambassadeur
terug te berlijn
BERLIJN. 30 April. (D.N.B.). Dc
Turksche ambassadeur te Berlijn, Hus-
rev Gerede, is naar Berlijn terugge
keerd. Hii heeft de leiding der ambas
sade weer op zich genomen.
goethe-medaille voor frans
léhar
BOEDAPEST, 30 April (D.N.B.). De
Duitsche gezant heeft in opdracht, van
Hitier aan Franz Léhar op zijn if
verjaardag de Goethe-medaillg
unst en wetenschap overhandijP
99
99
Sole Importers:
Utreclitschestraat 17 - Ao. 187S Tel. 3450
LONDEN, 30 April. De di
plomatieke correspondent van
het Britsche persbureau Reuter
verneemt, dat Maisky, de ambas
sadeur der Sovjet-Unie, gister
avond een bezoek heeft gebracht
aan Lord Halifax en hem een
schriftelijk antwoord heeft over
handigd van de Sovjet regeering
op het Britsche memorandum van
19 April inzake een hervatting der
Britsch-Russische handelsbespre
kingen.
In het antwoord wordt verklaard,
dat goederen, door de Sovjet-Unio
op grond van de handelsovereen-
e^ftkomsi met Gróot-Britt&nnië in'-'
- •'gevoerd, uitsluitend voor binnen-
landsch gebruik zullen worden aan
gewend, doch dat de Sovjet-regce-
ring nieit kan aannemen te beraad
slagen over eenige heperking van
haar rechten om Sovjet-Russische
producten uit te voeren naar eenig
land, waarmede het handelsbetrek
kingen onderhoudt.
De diplomatieke correspondent
van Reuter verneemt, dat het ant
woord in Britsche kringen niet
bevredigend wordt geacht, hoewel
de stand van zaken thans nauw
keurig wordt bestudeerd.
De Britsche opvatting is, dat eenige
belofte der Sovjet-Unie om van Groot-
Brittannië ontvangen goederen niet op
nieuw uit te voeren, waardeloos zou
zijn, indien zij niet vergezeld zou gaan
van waarborgen tegen uitvoer naar
Duitschland van gelijkwaardige hoe
veelheden van hetzelfde product uit
Sovjet-Rusland.
Bij het aangaan van oorlogshandels
overeenkomsten houdt de Britsche re
geering steeds rekening met den. uit
voer van eigen producten van het des
betreffend land. Het is daarbij de Brit
sche bedoeling om de neutralen er toe
te brengen deze uitvoeren te verminde
ren tot het laagst mogelijke bedrag. Dit
wordt in Engeland beschouwd als een
wettig quid pro quo voor de levering
van kostbare, in het Britsche en het
Fransche rijk vervaardigde producten.
Er wordt van Britsche zijde uiteenge
zet, dat Duitschland zich er altijd op
heeft beroemd, dat zijn handelsovereen
komst met de Sovjet-Unie het, zal in
staat S'tellen om met Russische hulp de
blokkade te breken. Daarom moet daar
met iedere handelsovereenkomst reke
ning mede worden gehouden.
Ha.
Elke vergelijkende proof bewijst dit. In tubpn van 60, 40 en 25 cent-
Menschen, die zóóveel haast
flfe hebben, dat hun de tijd ontbreekt
om veilig te rijden, krijgen vaak
maanden cadeau In hospitaal of
huis van bewaring....
Aan de Duitsche troepen
in Noorwegen
BERLIJN, 30 April. Het Duitsche
Nieuwsbureau meldt: Voor de troepen
eenheden, die deelnemen aan de ge
vechten in Noorwegen heeft Hitier een
dagorder uitgevaardigd, luidende: „Sol
daten van het Noorsche oorlogstooneel.
In onstuimig opdringen hebben Duit
sche troepep heden cle verbinding over
land tusschen Oslo en Drontheim tot
stanrl gebracht. Daarmede is het voor
nemen der westelijke mogendheden om
Duitschland toch nog door een bezet
ting achteraf van Noorwegen op de
knieën ie kunnen krijgen, definitief
mislukt.
Eenheden van het leger, de marine
en het luchtwapen hebben in voorbeel
dige samenwerking een prestatie gele
verd, die in haar koenheid de jonge
Duitsche weermacht tot de hoogste eer
strekt. Officieren, onderofficieren en
manschappen, gij hebt op het Noorsche
oorlogstooneel tegen alle tegenheden
ter zee, te land en in de lucht en tegen
den weerstand van den vijand gestre
den. Gij hebt de ontzaglijke taak, die ik
u, geloovende aan u en uw kracht,
moest opdragen vervuld. Ik ben trotsch
op u. De natie spreekt u door mij haar
dank uit. Als uiterlijk teeken van er
kentelijkheid en van dezen dank ver
leen ik den opperbevelhebber in Noor
wegen, generaal Von Falkenhorst, het
Ridderkruis van het IJzeren Kruis, Ik
za] op voorstel van uw opperbevelheb
ber ook rle dappersten onder u onder
scheiden. Het hoogste loon voor u allen
mag echter reeds thans de overtuiging
zijn, dat gij in den zwaarsten strijd van
het lot van ons volk om zijn of niet zijn
een beslissende bijdrage hebt geleverd.
Ik weet, dat gij de u gestelde taak ook
verder zult vervullen. Leve ons Groot
Duitschland. Adolf Hitler".
LONDEN, 30 April. Het Brit
sche Bureau Reuter meldt in ge
zaghebbende kringen te vernemen,
dat de uitspraken van Italianen,
die verantwoordelijke posities be-
kleeden, en de houding der Ita-
liaansche pers kortelings van zoo-
danigen aard zijn geweest, dat het
nöodig is geworden voor de Engel-
sche regeering om zekere voor
zorgsmaatregelen te nemen betref
fende de Britsche scheepvaart, die
normaliter door de Middellandsche
Zee zou varen. Zij is echter niet
voornemens deze voorzorgsmaatre
gelen langer dan noodig te laten
voortduren en hoopt, dat de om
standigheden in staat zullen stellen
ze in de naaste toekomst op te
heffen.
PARIJS, 30 April.
tt ET Fransche persbureau Havas
EI-meldt: In den loop der laatste
drie dagen is de toestand in Mid-
den-Noorwegen met de grootste
snelheid tot ontwikkeling gekomen.
Terwijl in het begin van de vorige
week de Duitsche transporten prac-
tisch opgehouden hadden het Ska
gerrak over te steken, tengevolge
van de door de Britsche vloot ge
legde mijnenvelden, kregen de Duit
sche troepen slechts druppelsge
wijze versterking door de lucht.
En zelfs deze wijze van vervoer werd
aanzienlijk belemmerd door de omwoe
ling van zoowel het terrein van ver
trek, zooals b.v. Aalborg op Jutland als
het terrein van aankomst in Oslo, Sta-
vanger en Drontheim, tengevolge van
de Engelsche bombardementen. De
Duitsche troepen in het gebied van Os
lo hadden veel te doen in de zóne, die
zij bezet hadden onmiddellijk na de
eerste verschepingen en zij werden in
de streek ten noorden van de hoofd
stad, tusschen Hamar en Elverum, te
gengehouden door Noorsche detache
menten, die versterkt waren door eeni
ge Britsche detachementen, welke in
derhaast van het meest nabije ontsche-
pingspunt Andalsnes aan het uiteinde
van de Romsdalfjord, naar het zuiden
waren gestuurd.
In den loop van het weekend
bleek de toestand zeer gewijzigd
door een plotselinge toestrooming
van Duitsche versterkingen, die in
de havens aan de zuidkust en met
name in Oslo, zonder slag of stoot
al het moderne hefmateriaal von
den, dat noodig is om terstond het
zware materiaal, tanks, geschut en
zelfs vliegtuigen, aan land te bren
gen. De Geallieerde troepen daaren
tegen, die ontscheept werden in
tweederangs havens, beschikten
slechts over houten kaden, zonder
voldoende hefmateriaal. Zij konden
slechts zoo snel mogelijk oprukken
met lichte eenheden over moeilijk
terrein.
Daarbij kwam, dat de dooi in de
kuststreek eerder begint clan verder in
het land, zoodat de toestand der wegen
voor de Geallieerden ook moeilijker
was. Tevens hadden de wegen veel te
lijden gehad van luchtbombardemen
ten. Onder die omstandigheden konden
geallieerde lichte voorhoede eenheden
er slechts tezamen met de Noorsche sol
daten aan denken, zooveel mogelijk de
z.g. verplichte passages over rivieren,
bergpassen e.d. te verdedigen tegen dc
herhaalde aanvallen der Duitsche, ge
pantserde colonnes die oprukten in de
richting van Domhaas, Stóren, Dront
heim. Wanneer een van deze grendels
gesloopt werd, viel den Duitschers een
lang stuk dal in handen. Zoo zijn zij
sprongsgewijs opgerukt van Hamar
naar Lillehammer, van Lillehammer
naar Kvam, van Kvam naar Otta en
van Otta naar Brennhau, op 20 K.M.
ten zuiden van Domhaas, waar volgens
het Britsche communiqué van van
avond de Engelschen een nieuwe stel
ling hebben ingericht. In het Oesterdal
was de Duitsche opmarsch nog sneller
tot Röros. Vandaar trokken de Duit
schers, die tegengehouden werden,
doordat een groote brug was opgebla
zen. over bergwegen in de richting van
Ulsberg en Stóren en in de richting
van Hjerkinn en Domhaas. Deze resul
taten konden slechts worden verkregen
door een massaa gebruik der lucht
macht, waarbij profijt kon worden ge
trokken uit den geographischen toe
stand. waardoor de Geallieerden geen
terreinen vonden voor het inrichten
van vliegvelden.
Boedapest volgt met aandacht
de positie der Hongaarsche
minderheden
Verklaring van Csaky
BOEDAPEST, 30 April. Het'
Fransche Bureau Havas meldt: In
het Hoogerhuis heeft vanmorgen
de vroegere afgevaardigde in het
Praagsche parlement Szulloe aan
de regeering gevraagd, of zij nog
lang de vervolgingen, waaraan de
Hongaren in Slowakije bloot staan,
zou dulden. Minister Csaky ant
woordde, dat de Hongaarsche re
geering met de grootste aandacht
de behandeling volgt, die de Hon
garen zich in Slowakije moeten
laten welgevallen.
Wij hebben, zeide hij, verscheidene
malen pogingen gedaan d,e betrekkin
gen met dezen jongen staat, zoowel in
politiek als in economisch opzicht te
verbeteren. Helaas zijn wij hierin niet
geslaagd.
Doch men zou een ouden staat als
Hongarije slecht kennen als men
meende, dat zijn geduld onbeperkt
is. Csaky voegde hier nog aan toe.
dat spanning in de Hongaarsch-Slo-
waaksche betrekkingen de Duitsch-
Hongaarsche vriendschap niet nood
zakelijk behoefde aan te tasten.
Het Hongaarsche Telegraaf Agent
schap bericht nog:
In dc verklaring, die Csaky heeft af
gelegd omtrent de gespannen betrek
kingen met Slowakije zeide de minister
o.a. nog: Laat geen officieus of officieel
persoon trachten, voortdurend tegen
ons de kaart van Duitschland als be
schermer van Slowakije uit te spelen,
want wij hebben het volle vertrouwen
in de hechtheid van de Ilongaarsch-
Duitsche vriendschap en in de factoren,
waarop deze vriendschap berust. Het
zou gevaarlijk zijn. te veronderstellen,
dat wij zwak zijn of ons zwak voelen.
Iedere levenskrachtige natie kan ko
men tot de grens,-waarop zij in de ver
dediging der moreele waarden alle ri
sico's aanvaardt. Csakv besloot met te
verklaren, dat de Hongaarsche regee
ring, ook in de toekomst de politiek
van geduld en vredelievendheid jegens
den Slowaakschen buurman wil voort
zetten.
3 KORTE BERGSTRAAT
Damesconfectie
Kleeding naar maat
Kubler Kleeding
FEUILLETON
Door
van
W\LKIE COLLINS
Ne^ -jandsche bewerking
A. A. FfcUMME Jr.
ing k.
tam 'fi:
de bestorming Atan seringa-
P AT AM'(1799)
Uittreksel uit oude familiepapieren
J I.
s; 0 Mef geschreven in
'mijn verwanten in
verklaring te
enen. die mij
n neef. John
schap te wei-
oneenig-
e gebeur-
1 hadden
Seringa-
a>-d.
de
'k
Gelen Diamant een juweel, meerma
len vermeld in de inlandsche annalen
van Voor-Indiê.
Volgens de alleroudste tradities was
deze steen gevat geweest in het voor
hoofd van een vier-armig afgodsbeeld,
dat de Maangod voorstelde. Ten deele
door zijn eigenaardige kleur, ten deele
door het bijgeloof, dat dezen steen een
zekere gevoeligheid toeschreef, voor den
invloed van de godheid, wier beeld hij
sierde, waardoor zijn glans toenam of
verminderde met het wassen of afnemen
der Maan, verwierf het juweel den naam
waarmede het tot op heden in Britsch-
Indië hekend is De Maansteen
De avonturen van den Gelen Diamant
beginnen in de elfde eeuw van de Chris-
telijke jaartelling.
In dien tijd werd Voor-Indië doorkruist
door den Mohammedaanschen verove
raar Mahmoud hen Ghizni. die de hei'i-
ge stad Somnauth innam en den be
roemden tempel, die daar sedert eeuwen
gestaan had en een bedevaartsoord was
voor Hindoe pelgrims, van zijn schatten
beroofde.
Van alle goden, die in den tempel
vereerd werden, ontsnapte slechts de
Maangod aan de roofzucht der Moham
medanen. Door drie Brahmanen zorg
vnldig verborgen, werd het nog onge
schonden beeld in den nacht overge
bracht naar de in rangorde, tweede hei-
lige stad in Voor-Indië Benares.
Hier, in een nieuw heiligdom, in een
zaal. waarvan de muren met kostbare
steenen waren ingelegd, en onder een
baldakijn, getorst donr gouden pilaren.
'1 de Maangod ondergebracht en aan-
Hier. in den nacht, na de vol-
van het heiligdom, verscheen
Vishnoe, de Behouder, aan de
■wnanen in een droom.
"d blies zijn goddelijken adem
op den diamant in het voorhoofd van
het beeld, waarop de Brahmanen'neer
knielden en hun aangezicht in hun
kleed verborgen. De godheid beval, dat
van dat oogenblik af de Maansteen door
een drietal priesters om beurten moest
worden bewaakt, dag en nacht, tot het
einde der dagen, en hij voorzegde dat
nameloos onheil den stoutmoedigen
sterveling zou treffen, die het wagen
durfde, zijn handen naar het heilige
juweel uit te strekken en niet alleen
hem. doch allen, die het na hem zou
den bezitten. En de Brahmanen lieten
deze goddelijke waarschuwing in gou
den lettors hoven het hek. rondom het
heiligdom, aanbrengen
De jaren gingen voorbij en steeds,
geslacht na geslacht, waakten de opvol
gers der drie Brahmanen dag en nacht
over den kostbaren Maansteen, totdat
in de eerste iaren der achttiende eeuw,
de Mogul-keizer Aurangzeb aan het be
wind kwam. Op zijn hevel werden we
derom de Hindoetempels vernield en ge-
olunderd, terwijl het heiligdom van den
vierarmigen god ontwijd werd door het
slachten van heilige dieren en het stuk
slaan der godenheelden De Maansteen
werd geroofd door een hoofdofficier van
het leger van Aurangzeb en kwam ten
laatste in het bezit van Tippoo. sultan
van Seringapafam. die den diamant in
het handvat van pen dolk liet zetten en
beval, dat hij bij de meest kostbare
stukken in zijn wapenkamer moest wor
den bewaard. Maar zelfs daar in het
Daleis van den sultan hieven de drie
priesters heimelijk de wacht honden bij
den kostbaren steen
Er waren drie officieren in Tippoo's
hofhouding, die. hoewel vreemdpn voor
de overige leden, door hekeering of
schijnbare bekeerincr tof den Islam het
vertrouwen van hun, meester hadden ge
wonnen .en volgens de legende, zouden
deze officieren de drie priesters zijn ge
weest.
II.
Dit was het fantastische verhaaJ uver
den Maansteen, dat in ons kamp ver
teld werd en dat geen van ons voor ernst
opnam, behalve mijn neef Herncastle,
wiens voorliefde voor het wonderbaar
lijke hem er geloof aan deed hechten.
Den avond voor. den aanval op Se-
ringapatam was hij hevig verbolgen op
mij en anderen, die het geheele relaas
als een fabel beschouwden. Er volgde
een woordenwisseling, waarbij Hern
castle zich door zijn driftig tempera
ment liet meesleepen.
Hii verklaarde, dat indien het Engel
sche leger er in zou slagen Seringapa-
tam te veroveren, wij den diamant aan
zijn vineer zouden zien schitteren, wel
ke grootspraak een hartelijk gelach
uitlokte.
Ik zal u nu de gebeurtenissen ver
halen, die plaats hadden op den dag
van de bestorming.
Van het begin af waren mijn neef
en ik \an elkaar gescheiden. Ik had
hem niet gezien toen wij de rivier
doorwaadden: evenmin, toen wij onze
vlag in de eerste bres plantten, de
daarachter liggende greppel overstaken
en vervolgens de stad binnentrokken,
waarbij om iedere duimbreed gronds
hevig moest worden gevochten. Pas
toen de schemering viel en de stad van
ons was en generaal Baird het lijk \an
Tippoo onder een hoop gesneuvelden
gevonden had. ontmoetten wij elkaar.
Zooals ik duidelijk kon zien. was
Herncastle's vurig temperament door
de slachting, die wij juist hadden mee
gemaakt, tot een soort waanzin op
gezweept en naar mijn meening was
hij totaal ongeschikt de taak te vol
brengen die hem als officier was op
gelegd.
wanorde, doch voor zoover ik kon op
merken, werden er geen daden van
geweld bedreven. De soldaten waren
hier naar hartelust aan het plunde
ren. waarbij menige ruwe grap ge
maakt werd en de Gele Diamant weer
ter sprake kwam. De slagzin: „Wie
heeft den Maansteen gevonden?" leid
de er steeds toe, de plundering, indien
deze op één punt gestaakt was, op een
andere plaats weer te doen uitbreken.
Terwijl ik tevergeefs trachtte, orde in
dezen chaos te brengen, hoorde ik .een
hevig geschreeuw van de andere zijde
van de binnenplaats komen en vree-
zende. dat de plundering nu daar be
gonnen was. rende ik in die richting.
Bij eer open deur gekomen, zag ik
op den drempel de doode lichamen
van twet Indiërs, die naar hun klpe-
ding te oordeelen, officieren van de
paleiswacht waren geweest.
Een kreet deed mij de kamer binnen
snellen en ik zag, dat ik mij in een
soort wapenkamer bevond, waar een
derde Indiër, doodeliik gewond lang
zaam ineenzakte aan de voeten van een
man, die mij op dat oogenblik den rug
toekeerde. Deze draaide zich om toen
hij mij hoorde binnenkomen en ik zag
John Herncastle met een fakkel in de
eene hand en een dolk, waar het bloed
van afdroop, in de andere, tegenover
mij staan Een steen die als een knop
in het handvat van den dolk gezet was.
vonkte als vuur in het toortslicht. De
stervende Indiër zonk op zijn knieën
en od den dolk in Herncastle's hand
wijzende, zei bij in zijn moedertaal
„De Maansteen zal ?ich op u en uw
geslacht wreken", waarop hij dood
neerviel.
Tk keerde John Herncastle den rug
toe en heb sedert dat oogenblik niet
meer tot hem gesproken.
HOOFDSTUK I
Vanmorgen (21 Mei 1850) kwam mijn
heer Franklin Blake, de neef van mijn
meesteres, bij mij en deelde mij het vol
gende mede:
„Betteredge, ik ben bij den advocaat
geweest om eenige familieaangelegenhe
den te bespreken en we hebben het ook
gehad over de verdwijning van den In-
dischen diamant uit het huis van mijn
tante in Yorkshire, twee jaar geleden.
Mijnheer Bruff is het met mij eens, dat
de waarheid het meest gediend is door
de feiten, die hierop betrekking hebben,
op schrift te stellen hoe eerder hoe
béter.
„Er zijn bijzonderheden, die aan het
licht kunnen worden gebracht", vervolg
de mijnheer Franklin, „en er zijn per
sonen bij betrokken, die hiervan mel
ding kunnen maken. Van deze feiten
uitgaande stel ik voor dat wij allen,
ieder voor zich, de geschiedenis van don
Maansteen, voor zoover ons die per
soonlijk bekend is, neerschrijven. Wij
moeten beginnen met aan te geven hoe
vijftig jaar geleden de diamant in het
bezit kwam van mijn oom Herncastle,
die toen in Voor-Indië in het leger dien
de. Vervolgens hoe twee jaar geleden cle
diamant in het huis van mijn tante in
Yorkshire terecht kwam en daar onge
veer twaalf uur later uit verdween. Nie
mand is zoo goed op de hoogte als jij,
Betteredge, omtrent de gebeurtenissen,
die gedurende dien tijd in het huis
plaats hadden. Neem dus de pen op en
zet je aan het werk."
Twee uren na het vertrek van mijn
heer Franklin zette ik mij aan mijn.
t-c^rijftafel en begon dit verhaal.
(Wordt vervolgd).
1