TH GS doetjeqoed!
Britsche troepen uit Namsos
teruggetrokken
epen
inscheept
I'oo.,cNoorsche
Britsche bombardementen
op vliegvelden
DELFTS BLAUW RECLAME
De Maansteen
Firma G0STERVEEH
Zij gingen scheep onder een hevig vuur
van Duitsche vliegtuigen
Engeland heeft een
tegenstander van
enorme kracht
„Alexandrië gereed"
Britten melden successen, Berlijn beweert,
dat geen schade is aangericht
BIJ RAMSELAAR tot en met 15 Mei a.s.
Hoofdpijn en Kiespijn
De Amerikaansch-
Italiaansche
besprekingen
„Neutraliteit levens
belang voor Spanje"
Malta verduisterd
A. A. HUMME Jr.
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 4 MEI 1940
JONDEN, 3 Mei. Het ministerie van Oorlog deelt in een
timuniqué mede: „Overeenkomstig het algemeene plan van de
igtrekking uit de onmiddellijke omgeving van Drontheim zijn de
lieerde troepen gisteravond weder te Namsos ingescheept. Het
trekken en weder inschepen geschiedde met volledig succes en
verliezen.
'.'•Je geallieerde troepen, die in het gebied van Narvik oprukken,
wjL. vijand op 1 en 2 Mei een tegenaanval ondernomen. Beide
werden afgeslagen. De vijand liet voor onze stellingen vele
pachter en er werden enkele gevangenen gemaakt."
zen. .th'
uitschia'
/naar n
ir een
t hier-
t.roepen
hevig
-»n.
het
dat de
kelijkheid
derlinge betrf
zijn beslissend^
rechtelijke verb
vaste grondslagen
deel. In dezen strij*
alleen politieke m«i,spondln( van Af.
op elkaar, maar ook zijn 30 man ge.
van rechtelijke natuur; aan", n een En?el-
z.jde een zich blijven plaat,djo he)
het standpunt van besta^gfr.. £am.
kenrecht, zij het wel ee»^rd '9\
denkelijke vrijheden
sing, anderzijds ,sle»' p
op dat volkenre^^|«hii'V yn
tische doeleindjL|2^dV/**re w
een eigen rec'/geheschenS^
wil komen toti'hchbe,S dèr jorsc °P
recht. Over ^Maatste^^ d^Geal
pen. i» noorden in
p zijn off^de onderwer-
jrTk zelf hinden zeer kor
und te brëVgeh-, De Duit-
|N;v^ETsnrr^^liaven zoudcYW||brek lieb-
nen aan levensmiddelen andere
voorraden, zoodat zii in «roote moei
lijkheden zouden zijn. Inra^sc'nen be
vinden zich Koning Haakonfetf zijn re
geering, omtrent wier verblijfplaats ge
ruchten de ronde hebben gedaan, nog
in Noorwegen, zoo meldt het, Noorsche
Telegraafagentschap.
Uit gezaghebbende bron wordt heden
avond vernomen, dat generaal-majoor
Paget bii zijn plan voor de evacuatie
van Andalsnes voorgesteld heeft met de
Britsche troepen ook alle Noorsche
troepen, ten aanzien waarvan het Noor
sche opperbevel besloot, dat zii heter in
andere gebieden konden worden ge-,
bruikt, over te brengen. De noodige in
structies werden gegeven om hieraan
gevolg fp geven, doch in Londen is nog
niet bekend hoeveïen in feite op die
wijze overgebracht zijn.
Reuter verneemt uit Fjalnas
(Zweedsche grens) dat het in het
begin van deze week door de Duit-
schers ontruimde Roeros nog steeds
in Noorsche handen is.
Nabij Os. 10 mijl ten Zuiden van
Roeros, waar de Noren hardnekkig te
genstand bieden, werd vanochtend
hevig kanongebulder gehoord. Gister
avond is een Duitscbe. afdeeling ter
sterkte van 400 man, die Roeros weder
trachtte binnen te dringen, door de
Noren en de Zweedsche vrijwilligers
teruggedrongen. Intusschen rukken,
naar verluidt, kleine Duitsche afdeelin-
gen van Drontheim uit naar het Zuiden
op.
De bewoners van Roeros hebben een
toevlucht gezocht in berghutten, waar
zij den dag doorbrengen, om slechts des
nachts naar de stad terug te keeren.
De weg van Roeros naar de Zweedsche
grens is nog steeds in Noorsche han
den, doch zij is tengevolge van de smel
tende sneeuw moeilijk begaanbaar.
Duitsche troepen zijn naar gemeld
wordt Selbu op ongeveer 50 K.M. ten
Zuidoosten van Drontheim binnenge
rukt. Intusschen wordt bericht, dat de
Noorsche troepen, die de Duitschers uit
Roeros teruggedrongen hadden, zich
thans in Noordelijke richting terugtrek
ken.
Een bericht in Aftoobladet uit Roeros
rneldt, dat zich nog steeds eenige Ge
allieerde troepen bevinden in het ge
bied ten Zuiden van Drontheim, doch
dit wordt met reserve opgevat, gezien
Chamberlains verklaring van gisteren.
Het bericht meldt, dat Geallieerde troe
pen, die zich in Noordelijke richting
terugtrekken uit Dombaas, zich thans
te Folkstua bevinden op enkele kilome
ters ten Noorden van Hjerkinn aan den
spoorweg naar Stoeren.
Sir John Simon;
Terugtrekking uit Zuid-Noor-
wegen ondernomen op grond
van den besten raad
Twee voorloopige
commentaren
LONDEN. 3 Mei (Reuter). De mi
nister van financiën. Sir John Simon,
heeft heden voor een liberale vergade
ring in Londen een redevoering uitge
sproken. Daarbij veroorloofde hij zich
twee commentaren, vooruitloopende op
de parlementaire debatten van de vol
gende week. In de eerste plaats, en
sprekende in het bezit van de volle
dige inlichtingen, die alleen een lid
van het oorlogskabinet tot zijn beschik
king heeft, zeide hij te vertrouwen, dat
wanneer de volledige positie onthuld
werd, het onpartijdige oordeel van het
publiek zou- ziin, dat de terugtrekking
uit Zuid-Noorwegen verstandig was eh
ondernomen was op grond van den
besten raad. Het tweede commentaar
was, dat, wanneer iemand geneigd zou
zijn om zijn critiek te richten op een
bepaalden minister, 'hij ernstig teleur
gesteld zou worden.
Voortgaande zeide Simon, 'c|at hn
nooit een Engelsch gebrek was gè'-
weest de kwaliteit van den Yijand
Uitgebreide maatregelen
in de woestijn
ALEXANDRIË, 3 Mei. Het
Britsche persbureau Reuter
schrijft: Alexandrië, dat thans
strategisch belangrijker is dan
Malta, bevindt zich in staat van
volstrekte gereedheid.
De kust- en luchtafweerbatterijen zijn
bemand. Er worden minder militaire
vluchten ondernomen om de machines
en manschappen bij de band te houden
om er te allen tijde over te kunnen
beschikken. De verloven voor het leger
en de politie zijn stopgezet. De overige
voorzorgsmaatregelen omvatten de in
stelling van een z.g. woestijnluchtwacht,
n.l. een keten van eenzame Eg\ptische
militaire schildwachten, voorzien van
telefoon, dwars over de woestijn van de
Westelijke grens van Egypte tot aan
de Nijidélta. Een krachtige voorhoede
van de geallieerde vloot is hier vandaag
aangekomen. Binnenkort, wordt hier een
zelfs nog grootere vlootmacht verwacht.
De diplomatieke correspondent van
Reuter schrijft:
Ten aanzien van een artikel in de
Tevere. waarin beweerd wordt, dat het
besluit van de Admiraliteit om de En-
gelsche scheepvaart niet meer door de
Middellandsche Zee te laten gaan den
dood beteekent van de pas opgerichte
United Kingdom Commercial Corpora
tion, terwijl bovendien de opbrengst der
Engelsche scheepvaart met 50 procent
wordt verminderd en de Engelsche im
port uit den Balkan tot nul wordt terug
gebracht. wordt er op gewezen in gezag
hebbende kringen, dat
1) de maatregelen niet. op de geheele
Britsche scheepvaart voor de Middel
landsche Zee van toepassing is.
2) het mogelijk zal zijn om gebruik
te maken van neutrale schepen voor
goederenvervoer naar Groot. Brittannië,
3) de land route via Turkije en Syrië
naar Egypte open staat.
4) de weg om den Kaap de Goede
Hoop voor reizen naar Australië en het
Verre Oosten maar één dag langer is.
De vertraging voor reizen naar Indië
zou eenigszins langer zijn. Men zal zich
herinneren, dat de oorspronkelijke En
gelsche mededeeling de hoop tot uit
drukking bracht, dat de omstandighe
den in staat zouden stellen om in de
naaste toekomst de voorzorgsmaatrege
len voor de scheepvaart op te heffen.
LONDEN, 3 Mei. Het Britsche pers
bureau Reuter meldt: Van gezaghebben
de zijde wordt vernomen, dat de Brit
sche bommenwerpers gisteravond bij
hun aanval op Stavanger weinig tegen
stand van de Duitschers ondervonden,
hetgeen ongetwijfeld een gevolg is van
de hevigheid der voorgaande aanvallen.
In de meeste der rond het vliegveld
gelegen gebouwen brak brand uit.
Te Forneby viel den Britschen vlieg
tuigen een warmere ontvangst ten deel,
doch vier bommen vielen dicht genoeg
bij den voornaamsten hangar om aan
zienlijke schade aan te richten.
Het groote aantal Britsche toestellen,
dat aan de uitgebreide operaties van
gisteren heeft deelgenomen, heeft geen
verliezen geleden.
Het Britsche ministerie van lucht
vaart deelt mede. dat het groote Deen-
sche vliegveld in het Noorden van Jut
land aan de kust van Salten Langso,
dat bekend staat onder den naam Ry,
door de Duitschers wordt gebruikt bij
hun operaties ten aanzien van Noorwe
gen. De Britsche luchtmacht heeft thans
dit vliegveld krachtig en met 6ucces ge
bombardeerd. De aanval is gisteravond
begonnen en is den loop van den nacht
voortgezet.
Overdag werden aanvallen gedaan op
Stavanger en zoowel Stavanger als For
neby zijn ook gedurende den nacht ge
bombardeerd.
Talrijke vliegtuigen zijn gebruikt om
te bagatelliseeren. Begrepen wordt,
dat het hoofd moet worden gebo
den aan een tegenstander van enor
me kracht, 'die omver geworpen
moet worden en die georganiseerd
is en voorbereid tot den laatst mo
gelijken graad voor de worsteling.
De tweede overweging van spr. was
de weergalooze eenheid en vastberaden
heid, waarmee het Engelsche volk en
het overzeesche gemeenebest aan de
uitdaging het hoofd biedt. Geen offer
is te groot, om deze bedreiging voor
de vrijheid te vernietigen. Hoe het getij
ook moge zijn, aldus spr., wij zullen
het doorstaan tot den dag der overwin
ning.
gisteren het wegvoeren van de Britsche
troepen uit Andalsnes te beschermen
Hierbij is geen enkel Britsche vliegtuig
verloren gegaan.
„Hedenochtend is e?n verkennings
vliegtuig van de R A.F. aangevallen
door drie vijandelijke gevechtstoestellen
nabij het eiland Borkum. Er volgde een
fel gevecht waarbij de schutter van het
Engelsche toestel werd gedood, echter
niet alvorens een vijandelijke machine
te hebben neergeschoten. De beide ove
rige gevechtstoestellen braken den strijd
ten slotte af. Onze piloot en navigator
waren beiden gewond, maar slaagden
er in het. vliegtuig veilig naar zijn basis
terugd te brengen".
Duifsche lezing
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
Omtrent de Britsche luchtaanvallen in
Noorwegen en Denemarken van giste
ren wordt bekend gemaakt, dat Engel
sche toestellen gisteren het vliegveld
van Stavanger hebben aangevallen, ter
wijl des avonds twee los van elkander
staande aanvallen werden ondernomen
op het vliegveld Rv in Denemarken. In
den nacht van 2 op 3 Mei verschenen
vijandelijke vliegtuigen ook boven het
vliegveld Forneby bij Oslo. Aangezien
het Duitsche afweervuur tijdig en met
effect in actie trad, mislukten al deze
aanvallen. De blindelings neergeworpen
gewone en brandbommen richtten geen
schade aan. alleen een schuur ging bij
het vliegveld Ry in vlammen op. daar
tengevolge van de brandbommen een
kleine oppervlakte heide in brand was
gevlogen.
De brand zelf kon terstond gebluscht
worden. Verder wordt van bevoegde
zijde vastgesteld, dat anders luidende
berichten van het Britsche ministerie
van luchtvaart volkomen ongegrond
zijn.
BRUNO MUSSOLINI IN LISSABON
LISSABON, 3 Mei. (D.N.B.). De
zoon van den Duce, Bruno Mussolini, is
gisteravond per vliegtuig hier aangeko
men. Hii zal hier eenige dagen blijven.
GRIEKSCHE GEZANT BIJ SUMNER
WELLES
WASHINGTON, 3 Mei (Havas).
De Grieksche gezant, Diamantopoulos,
heeft een onderhoud gehad met Sum
ner Welles over den algemeenen toe
stand in de Middellandsche Zee en in
het bijzonder over de concentratie van
Italiaansche vlootstrijdkrachten in de
wateren van de Dodekanesos.
Veilig en vlug als geen ander hel
pen hierbij altijd een poeder of
cachet van Mijnhardt Mijnhardt's Poe
ders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets,
genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 ct.
Ver. Staten trachten uitbreiding
van den oorlog te voorkomen
WASHINGTON, 3 Mei (Reuter).
Roosevelt heeft in de persconferen
tie verklaard, dat de Vereenigde
Staten er als steeds naar streven,
uitbreiding van den Europeeschen
oorlog tot andere gebieden en an
dere naties te voorkomen.
Hij gaf te kennen, dat hij dit in zijn
onderhoud van gisteren met den Ita-
liaanschen ambassadeur Prins Colon-
na duidelijk had gemaakt. Toen den
president gevraagd werd, welke maat
regelen hii nam om uitbreiding van
den oorlog te voorkomen, antwoordde
hij, dat de regeering alles deed wat zij
kon.
Op de vraag, of hij van Prins Colon-
na verzekeringen had ontvangen, welke
de berichten over den vreedzamen toon
Van Mussolini's verklaring tegenover
den Amerikaanschen ambassadeur te
Rome bevestigden, heeft Roosevelt
slechts geantwoord, dat de regeering
der Vereenigde Staten haar arbeid voor
den vrede voortzette. In de bedoelde
verklaring zou Mussolini, naar men
weet. den ambassadeur hebben mede
gedeeld, dat Italië voor het oogenblik
niet voornemens was, in den oorlog te
gaan.
Havas meldt voorts uit Washington:
In een persconferentie heeft Sumner
Welles in antwoord op vragen betref
fende berichten, volgens welke Ciano
aan den Amerikaanschen ambassa
deur te Rome, Philipps. zou hebben
verklaard, dat Italië binnen zes dagen
niet in den oorlog zou trekken, geant
woord, dat uit Rome talrijke berichten
van speculatief karakter zijn ontvan
gen, maar dat Philipps niets van dien
aard heeft gezegd in zijn rapport aan
het staatsdepartement. Sumner Welles
voegde hieraan toe. dat het bericht,
waarover de .journalisten spraken, niet
uit Amerikaansche bron stamde. Voor
zoover het staatsdepartement wist,
kwam het uit Italiaansche bron. Voorts
verklaarde Sumner Welles, dat nog
geen enkel bevel is gegeven aan Ameri
kaansche burgers om uit Italië te ver
trekken.
HENDAYE, 3 Mei (Havas). De
vice-consul van Spanje te Saint Jean
de Luz, Pascual Vicuna, gedelegeerde
van den Spaanschen nationalen pers
dienst, heeft aan de pers een nota, af
komstig van het Spaansche ministerie
van binnenlandsche zaken, overhan
digd. Hierin wordt o a. de neutraliteit
van Spanje bevestigd.
„Het is een levensbelang voor de
Spaansche regeering, aldus de nota, te
beletten, dat zekere onverantwoorde
lijke elementen trachten 'de betrekkin
gen tusschen Spanje en Frankrijk te
vertroebelen, temeer daar de geogra
fische toestand Spanje noopt alles te
vermijden, wat de werkelijke en op
rechte gevoelens van neutraliteit van
Spanje in het huidige conflict zou kun
nen schaden."
CONCORDAAT TUSSCHEN PORTU-
GAL EN H. STOEL
ROME. 3 Mei (D.N.B.). Tusschen
den H. Stoel en Portugal zal op 7 Mei
in het Vaticaan een concordaat onder
teekend worden.
HET MENU VOOR ZONDAG
VOOR DE KOFFIETAFEL
Gebakken kalfshersens.
Bereiding: Ontdoe de hersens van de
vliesjes, zet ze op met koud water en
een eetlepel zout en laat dit aan den
kook komen. Spoel ze een paar maal na
met koud water, laat ze goed uitdrui
pen, snijd ze in kleine stukjes, rol ze
door wat uitgeklopt eiwit en paneer
meel en bak ze in een koekepan gaar
en bruin in ruim boter zoo heet moge
lijk (c.a. Vi uur).
VOOR DE MIDDAGTAFEL
Noorsche soep.
Gevulde kalfsborst, spinazie, aardap
pelpuree.
Caramelvla met slagroom.
Bereiding soep. Trek van 500 gram!
kalfspoulet en Wx L. water een geurige!
bouillon, bind deze bouillon met 3 eet-|S
lepels maizena, aangemengd met l|
kopje melk. Kook w-at fijngesneden
groente gaar in zoo weinig mogelij 1c
water met zout en balletjes van ca. 55
gr. kalfsgehakt. Roer alles even voor
het opdoen in de soep met nog 1 eet
lepel sherry. Klop desgewenscht 1 ei
dooier in de soepterrine vóór dat de
soep er wordt in gedaan.
Het menu voor Maandag
VOOR DE KOFFIETAFEL
Gebakken runderlever.
Bereiding: Snijd de lever aan plak
ken, haal ze door bloem en bak ze inl
boter aan beide kanten bruin en gaar!
(c.a. 30 min.) Lardeer de lever me:
rookspek of laat. wat schijfjes spek opr.!
de lever meebakken, orn droog worden»
te voorkomen.
VOOR DE MIDDAGTAFEL
Stamppot van raapstelen, aardappe<
len en klapstuk.
Havermoutpap.
Bereiding hoofdschotel. Kook 8 bos i
raapstelen, na ze schoon gemaakt t»
hebben op de gewone wijze gaar. Kooa
1 K.G. aardappelen in de bouillon, gel i
trokken van 500 gr. klapstuk. Stamp zi j
fijn, vermeng ze met de fijn gehakt»
raapstelen en roer er nog wat boter o' I
vet door; laat alles samen nog een
kwartiertje stovend Doe er desgel j
wenscht wat in water gekookte rij!',
door.
V.I.F: pudding. Neemf U een proef,
pakje. Zeer aparte smaken.ll
Per pakje 15 ct.
LANGESTRAAT 42
TEL. 6771
MALTA, 3 Mei. Het Britsche
bureau Reuter meldt: De autoritei
ten hebben gelast, dat Malta van
zonsondergang tot zonsopgang ge
heel verduisterd moet blijven. Deze
maatregel begint vannacht en blijft
tot nader order van kracht.
Men zegt, dat deze maatregel is
genomen om de bevolking te wen
nen aan een verduistering.
FEUILLETON
Door
WILKIE COLLINS
Nederlandsche bewerking
van
3)
„Heeft de heer „het" bii zich?"
Na eenige aarzeling antwoordde de
jongen: „Ja".
„Zal de heer hier bii bet vallen van
den avond komen, zooals hij beloofd
heeft?"
„Dat kan ik niet zeggen", zei de jon
gen.
„Waarom niet?" vroeg de Indiër.
„Ik ben moe", antwoordde het ventje.
„De nevel stijet op in mijn hoofd en
verwart mij. Ik kan niets meer zien."
Hiermede eindigde de ondervraging.
De leider besprak iets met de beide an
deren, waarbij hij op den jongen duid
de en in de richting van de stad wees,
waar, zooals wij later ontdekten, zij
hun intrek genomen hadden. Na weer
eenige teekens over het hoofd van den
jongen gemaakt te hebben, blies hij
hem op het voorhoofd, waardoor hij
met een schok uit zijn trance ont
waakte. Zij sloegen vervolgens den weg
naar de stad in en dat was het laatste,
wat de mrisies van hem zagen.
„O. vader!" zei Penelope angstig.
„Wat beteekent „het"?"
„Dat zullen we mijnheer Franklin
vragen, meisje", antwoordde ik, „als jo
tenminste zoolang geduld kunt heb
ben." Ik gaf haar een knigoogje, om te
laten uitkomen, dat ik de zaak als een
grap beschouwde, doch Penelope narn
het geval heel ernstig op, hetgeen mij
nogal amuseerde.
„Wat zou mijnheer Franklin hier nu
van kunnen weten?" vroeg ik haar.
„Vraagt u hem dat maar", antwoord
de mijn dochter „en kijk dan of hij het
ook zoo grappie vindt."
Na dit gezegd te hebben, verliet zij
mij.
HOOFDSTUK III
Voordat ik gelegenheid had mijn
slaapje te hervatten, hoorde ik het ge
rammel van borden in de bediendenka
mer, het teeken, dat het middageten
klaar was. Daar ik mijn maaltijden in
mijn zitkamer gebruikte, hoefde ik mij
hier niets van aan te trekken, behalve
dat het mijn gewoonte was, hun een
smakelijk eten toe te wenschen en na dit
ook nu gedaan te hebben, had ik mij
weer in mijn stoel uitgestrekt, toen Nan
cy de keukenmeid, naar buiten kwam.
„Wat scheelt er aan, Nancy?" vroeg
ik. „Waarom laat jij je eten koud wor
den?"
„Rosanna is weer niet op tijd", zei
Nancy. „En ik ben weer uitgezonden om
haar te zoeken. Ik moet al het beroerde
werk in dit huis doen, mijnheer Bette-
redge."
Rosanna was ons tweede kamermeisje
en daar ik medelijden met haar had en
wel aan Nancy6 gezicht zag, dat zij
haar niet al te vriendelijk zou bejege
nen, besloot ik. aangezien ik niets be
ters te doen had, zelf naar haar te gaan
zoeken en er haar op te wijzen, dat zij
beter op haar, tijd diende te letten.
„Waar is Rosanna?" vroeg ik.
„Op het strand natuurlijk!" zei Nancy
met een ongeduldige hoofdbeweging.
„Ze had vanmorgen weer eens hoofd
pijn en vroeg of ze een luchtje mocht
gaan scheppen. Ze kan voor mijn part
ophoepelen!"
„Ga maar weer aan tafel" zei ik. „Ik
zal haar wel gaan halen."
Rosanna was de eenige nieuwe ge
dienstige in huis. Vier maanden geleden
was mijn meesteres in Londen geweest
en had daar een bezoek gebracht aan
een verbeteringsgesticlit voor vrouwen,
waar ontslagen gevangenen in de gele
genheid werden gesteld het rechte pad
te hervinden. De directrice, die zag, dat
mijn meesteres belang 6telde in het
werk, had haar aandacht gevestigd op
Rosanna Spearman en haar een droevig
verhaal over het meisje verteld. Het re
sultaat was, dat Rosanna als tweede
meisje bij on«s kwam en daar niemand,
behalve juffrouw Rachel en ik, van
haar geschiedenis op de hoogte was, be
stond er geen gevaar, dat het overige
personeel haar hierover verwijten zou
kunnen doen. Zij sloot zich echter bij
niemand aan, hoewel er een zekere ma
te van vertrouwelijkheid bestond tus
schen haar en mijn dochter, Penelope,
die steeds vriendelijk tegen haar was.
De anderen schenen haar niet te mogen,
waarschijnlijk al6 gevolg van haar
zwijgzaamheid, want er bestond geen
reden jaloersch op haar te zijn, daar zij,
het minst van allen, op uiterlijk schoon
kon bogen en bovendien het ongeluk
had, dat haar eene schouder nooger was
dan de andere.
Ons hui6 staat op een heuvel bij de
ku6t van Yorkshire en van dat punt kan
men naar alle richtingen prachtige wan
delingen maken. Er is echter één uit
zondering en dat is de weg, die door
een somber dennenbosch naar een on
aanzienlijke baai voert, die ongeveer
een kwart mijl verder, door rotsen in
gesloten, aan de kust ligt. Tusschen de
ze beide landtongen ligt een plek drijf
zand, die bij al de kustbewoners be
rucht is en. naar gelang van het jaar
getijde, zich zee- of landwaarts ver
plaatst. Bij iedere wisseling van het. ge
tij begint het zand door een onbekende,
onderaardsche werking te trillen, waar
door het den naam van „Beefzand"
heeft gekregen. Het is een eenzame en
naargeestige plek, die door iedereen ge
meden wordt en men ziet er zelfs geen
vogel in de buurt.
Ik zag geen spoor van het meisje, toen
ik door, het bosch liep, doch bij de lage
duinen gekomen, die ik moest doorloo-
pen om bij het strand te komen, zag ik
haar over het drijfzand naar de zee sta
ren. Zij schrok toen ik bij haar kwam
en wendde het hoofd af, hoewel ik reeds
gezien had, dat zij tranen in haar oogen
had.
„Kom, ga eens naast me zitten", noo-
digde ik haar uit, „en vertel me dan
maar wat er aan scheelt."
Het kostte baar blijkbaar moeite haar
tranen in bedwang te houden, toen zij
antwoordde: „U is erg vriendelijk, mijn
heer Betteredge."
„Waarom vind je het hier zoo pret
tig?" vroeg ik. „Wat trekt ie in deze
sombere omgeving aan?"
„Er is iets dat mij hierheen drijft",
zei het mei6je, terwijl zij met haar vin
ger lijnen in het zand trok. „Ik probeer
mij eraan te onttrekken, maar het is
6terker dan ik. Soms" vervolgde zij
met een droevige stem „geloof ik, dat
ik hier mijn graf zal vinden."
„Als je naar huis gaat. zul je daar de
tafel gedekt vinden. Ga direct, eten, want
dit komt er van, als je probeert op een
leege maag te denken!" Ik zei dit op
strengen toon, want ik was natuurlijk
verontwaardigd een jonge vrouw van
vijf en twintig o\er haar dood te hoo-
ren praten!
Zij deed echter, of zij mij niet ge
hoord had en toen ik wilde opstaan,
legde zij haar hand op mijn schouder
om mij te beduiden niet weg te gaan.
„U moet niet boos op mij zijn," zei ze
met zachte stem. „En u moet niet aan
lady Verinder zeggen, dat ik ontevreden
ben want dat is niet zoo. Ik ben al
leen maar onrustig, dat is alles." Zij
wees plotseling naar het drijfzand.
„Kijk!" riep zij uit. „Is het piet wonder
lijk? Is het niet verschrikkelijk? Ik heb
het al vele malen gezien en steeds blijft
het nieuw. Het is alsof honderden men-
schen onder het zand den verstikkings
dood sterven en worstelen om aan de
oppervlakte te komen, terwijl zij steeds
dieper in dien verschrikkelijken poel
wegzinken. Gooi er een steen in, mijn
heer Betteredge! Gooi er een steen in,
dan kunnen wij zien. hoe het zand hem
naar beneden zuigt!"
Dit wees inderdaad op een ongezon
den gemoedstoestand en ik was juist
van plan haar een scherpe terechtwij
zing toe te dienen toen ik iemand mijn
naam hoorde roepen. „Betteredge!" riep
de stem. „waar zit je?" „Hier," riep ik
zonder het flauwste vermoeden te heb
ben, aan wien de stem toebehoorde.
Rosanna sprong op en ik_ wilde juist
haar voorbeeld volgen, toen ik getrof
fen werd door de plotselinge verande
ring die over haar gekomen was. Een
warme blos gaf haar gelaat een frissche
kleur, die ik er nooit eerder op had ge
zien en een ademlooze en sprakelooze
verrassing straalde uit haar oogen.
„Wie kan dat zijn?" .vroeg ik"
jt- 1
„Ja, wie kan dat zijn?" herhaalde Ro j
sanna tot zichzelf.
Ik keerde mij om en zag een jonge!
man, gekleed in een keurig bruin co.1
tuum met bijpassenden hoed en handi
schoenen, een roos in het knoopsgat
glimlachend op ons toekomen. Voordat j
ik had kunnen opstaan liet hij zici
naast mij in het zand neervallen et
sloeg zijn arm om mijn schouders.
„Mijn goeie, oude Betteredge!" riep h
uit. „Tk ben je nog altijd zeven shilling*1
schuldig. W;eet je nu wie ik ben?"
Het was dus werkelijk mijnhee.'
Franklin Blake, die vier uur eerder dal
wij hem hadden verwacht, was aangfr j
komen.
Voor ik iets kon zeggen, zag ik mijff
heer Franklin, eenigszins verwonderd, j
naar Rosanna opkijken. Zijn blik vol
gend. merkte ik op, dat een dieper rooi! I
haar wangen kleurde. In een voor mi1 j
onbegrijpelijke verwarring keerde zü
zich om en zonder een woord te zeggen J,
maakte zij zich haastig uit de voeten. "V
„Wat een eigenaardig persoontje," ze! -
mijnheer Franklin. „Ik zou wel een?
willen weten, wat er voor bijzonders aan;
mij is, dat haar zoo deed schrikken.
„Misschien het laagje vreemd vernis*
zei ik met een glimlach, doelende op
zijn buitenlandsche opvoeding.
Noch mijnheer Franklin, met al zijn
geleerdheid, noch ik. met mijn onder
vinding en natuurlijk inzicht, hadden
het geringste vermoeden van de reden
voor Rosanna Spearman's' eigenaardig
gedrag.
(Wordt vervolgd).