TH GS doetjeqoed! Britsche troepen uit Namsos teruggetrokken epen inscheept I'oo.,cNoorsche Britsche bombardementen op vliegvelden DELFTS BLAUW RECLAME De Maansteen Firma G0STERVEEH Zij gingen scheep onder een hevig vuur van Duitsche vliegtuigen Engeland heeft een tegenstander van enorme kracht „Alexandrië gereed" Britten melden successen, Berlijn beweert, dat geen schade is aangericht BIJ RAMSELAAR tot en met 15 Mei a.s. Hoofdpijn en Kiespijn De Amerikaansch- Italiaansche besprekingen „Neutraliteit levens belang voor Spanje" Malta verduisterd A. A. HUMME Jr. Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 4 MEI 1940 JONDEN, 3 Mei. Het ministerie van Oorlog deelt in een timuniqué mede: „Overeenkomstig het algemeene plan van de igtrekking uit de onmiddellijke omgeving van Drontheim zijn de lieerde troepen gisteravond weder te Namsos ingescheept. Het trekken en weder inschepen geschiedde met volledig succes en verliezen. '.'•Je geallieerde troepen, die in het gebied van Narvik oprukken, wjL. vijand op 1 en 2 Mei een tegenaanval ondernomen. Beide werden afgeslagen. De vijand liet voor onze stellingen vele pachter en er werden enkele gevangenen gemaakt." zen. .th' uitschia' /naar n ir een t hier- t.roepen hevig -»n. het dat de kelijkheid derlinge betrf zijn beslissend^ rechtelijke verb vaste grondslagen deel. In dezen strij* alleen politieke m«i,spondln( van Af. op elkaar, maar ook zijn 30 man ge. van rechtelijke natuur; aan", n een En?el- z.jde een zich blijven plaat,djo he) het standpunt van besta^gfr.. £am. kenrecht, zij het wel ee»^rd '9\ denkelijke vrijheden sing, anderzijds ,sle»' p op dat volkenre^^|«hii'V yn tische doeleindjL|2^dV/**re w een eigen rec'/geheschenS^ wil komen toti'hchbe,S dèr jorsc °P recht. Over ^Maatste^^ d^Geal pen. i» noorden in p zijn off^de onderwer- jrTk zelf hinden zeer kor und te brëVgeh-, De Duit- |N;v^ETsnrr^^liaven zoudcYW||brek lieb- nen aan levensmiddelen andere voorraden, zoodat zii in «roote moei lijkheden zouden zijn. Inra^sc'nen be vinden zich Koning Haakonfetf zijn re geering, omtrent wier verblijfplaats ge ruchten de ronde hebben gedaan, nog in Noorwegen, zoo meldt het, Noorsche Telegraafagentschap. Uit gezaghebbende bron wordt heden avond vernomen, dat generaal-majoor Paget bii zijn plan voor de evacuatie van Andalsnes voorgesteld heeft met de Britsche troepen ook alle Noorsche troepen, ten aanzien waarvan het Noor sche opperbevel besloot, dat zii heter in andere gebieden konden worden ge-, bruikt, over te brengen. De noodige in structies werden gegeven om hieraan gevolg fp geven, doch in Londen is nog niet bekend hoeveïen in feite op die wijze overgebracht zijn. Reuter verneemt uit Fjalnas (Zweedsche grens) dat het in het begin van deze week door de Duit- schers ontruimde Roeros nog steeds in Noorsche handen is. Nabij Os. 10 mijl ten Zuiden van Roeros, waar de Noren hardnekkig te genstand bieden, werd vanochtend hevig kanongebulder gehoord. Gister avond is een Duitscbe. afdeeling ter sterkte van 400 man, die Roeros weder trachtte binnen te dringen, door de Noren en de Zweedsche vrijwilligers teruggedrongen. Intusschen rukken, naar verluidt, kleine Duitsche afdeelin- gen van Drontheim uit naar het Zuiden op. De bewoners van Roeros hebben een toevlucht gezocht in berghutten, waar zij den dag doorbrengen, om slechts des nachts naar de stad terug te keeren. De weg van Roeros naar de Zweedsche grens is nog steeds in Noorsche han den, doch zij is tengevolge van de smel tende sneeuw moeilijk begaanbaar. Duitsche troepen zijn naar gemeld wordt Selbu op ongeveer 50 K.M. ten Zuidoosten van Drontheim binnenge rukt. Intusschen wordt bericht, dat de Noorsche troepen, die de Duitschers uit Roeros teruggedrongen hadden, zich thans in Noordelijke richting terugtrek ken. Een bericht in Aftoobladet uit Roeros rneldt, dat zich nog steeds eenige Ge allieerde troepen bevinden in het ge bied ten Zuiden van Drontheim, doch dit wordt met reserve opgevat, gezien Chamberlains verklaring van gisteren. Het bericht meldt, dat Geallieerde troe pen, die zich in Noordelijke richting terugtrekken uit Dombaas, zich thans te Folkstua bevinden op enkele kilome ters ten Noorden van Hjerkinn aan den spoorweg naar Stoeren. Sir John Simon; Terugtrekking uit Zuid-Noor- wegen ondernomen op grond van den besten raad Twee voorloopige commentaren LONDEN. 3 Mei (Reuter). De mi nister van financiën. Sir John Simon, heeft heden voor een liberale vergade ring in Londen een redevoering uitge sproken. Daarbij veroorloofde hij zich twee commentaren, vooruitloopende op de parlementaire debatten van de vol gende week. In de eerste plaats, en sprekende in het bezit van de volle dige inlichtingen, die alleen een lid van het oorlogskabinet tot zijn beschik king heeft, zeide hij te vertrouwen, dat wanneer de volledige positie onthuld werd, het onpartijdige oordeel van het publiek zou- ziin, dat de terugtrekking uit Zuid-Noorwegen verstandig was eh ondernomen was op grond van den besten raad. Het tweede commentaar was, dat, wanneer iemand geneigd zou zijn om zijn critiek te richten op een bepaalden minister, 'hij ernstig teleur gesteld zou worden. Voortgaande zeide Simon, 'c|at hn nooit een Engelsch gebrek was gè'- weest de kwaliteit van den Yijand Uitgebreide maatregelen in de woestijn ALEXANDRIË, 3 Mei. Het Britsche persbureau Reuter schrijft: Alexandrië, dat thans strategisch belangrijker is dan Malta, bevindt zich in staat van volstrekte gereedheid. De kust- en luchtafweerbatterijen zijn bemand. Er worden minder militaire vluchten ondernomen om de machines en manschappen bij de band te houden om er te allen tijde over te kunnen beschikken. De verloven voor het leger en de politie zijn stopgezet. De overige voorzorgsmaatregelen omvatten de in stelling van een z.g. woestijnluchtwacht, n.l. een keten van eenzame Eg\ptische militaire schildwachten, voorzien van telefoon, dwars over de woestijn van de Westelijke grens van Egypte tot aan de Nijidélta. Een krachtige voorhoede van de geallieerde vloot is hier vandaag aangekomen. Binnenkort, wordt hier een zelfs nog grootere vlootmacht verwacht. De diplomatieke correspondent van Reuter schrijft: Ten aanzien van een artikel in de Tevere. waarin beweerd wordt, dat het besluit van de Admiraliteit om de En- gelsche scheepvaart niet meer door de Middellandsche Zee te laten gaan den dood beteekent van de pas opgerichte United Kingdom Commercial Corpora tion, terwijl bovendien de opbrengst der Engelsche scheepvaart met 50 procent wordt verminderd en de Engelsche im port uit den Balkan tot nul wordt terug gebracht. wordt er op gewezen in gezag hebbende kringen, dat 1) de maatregelen niet. op de geheele Britsche scheepvaart voor de Middel landsche Zee van toepassing is. 2) het mogelijk zal zijn om gebruik te maken van neutrale schepen voor goederenvervoer naar Groot. Brittannië, 3) de land route via Turkije en Syrië naar Egypte open staat. 4) de weg om den Kaap de Goede Hoop voor reizen naar Australië en het Verre Oosten maar één dag langer is. De vertraging voor reizen naar Indië zou eenigszins langer zijn. Men zal zich herinneren, dat de oorspronkelijke En gelsche mededeeling de hoop tot uit drukking bracht, dat de omstandighe den in staat zouden stellen om in de naaste toekomst de voorzorgsmaatrege len voor de scheepvaart op te heffen. LONDEN, 3 Mei. Het Britsche pers bureau Reuter meldt: Van gezaghebben de zijde wordt vernomen, dat de Brit sche bommenwerpers gisteravond bij hun aanval op Stavanger weinig tegen stand van de Duitschers ondervonden, hetgeen ongetwijfeld een gevolg is van de hevigheid der voorgaande aanvallen. In de meeste der rond het vliegveld gelegen gebouwen brak brand uit. Te Forneby viel den Britschen vlieg tuigen een warmere ontvangst ten deel, doch vier bommen vielen dicht genoeg bij den voornaamsten hangar om aan zienlijke schade aan te richten. Het groote aantal Britsche toestellen, dat aan de uitgebreide operaties van gisteren heeft deelgenomen, heeft geen verliezen geleden. Het Britsche ministerie van lucht vaart deelt mede. dat het groote Deen- sche vliegveld in het Noorden van Jut land aan de kust van Salten Langso, dat bekend staat onder den naam Ry, door de Duitschers wordt gebruikt bij hun operaties ten aanzien van Noorwe gen. De Britsche luchtmacht heeft thans dit vliegveld krachtig en met 6ucces ge bombardeerd. De aanval is gisteravond begonnen en is den loop van den nacht voortgezet. Overdag werden aanvallen gedaan op Stavanger en zoowel Stavanger als For neby zijn ook gedurende den nacht ge bombardeerd. Talrijke vliegtuigen zijn gebruikt om te bagatelliseeren. Begrepen wordt, dat het hoofd moet worden gebo den aan een tegenstander van enor me kracht, 'die omver geworpen moet worden en die georganiseerd is en voorbereid tot den laatst mo gelijken graad voor de worsteling. De tweede overweging van spr. was de weergalooze eenheid en vastberaden heid, waarmee het Engelsche volk en het overzeesche gemeenebest aan de uitdaging het hoofd biedt. Geen offer is te groot, om deze bedreiging voor de vrijheid te vernietigen. Hoe het getij ook moge zijn, aldus spr., wij zullen het doorstaan tot den dag der overwin ning. gisteren het wegvoeren van de Britsche troepen uit Andalsnes te beschermen Hierbij is geen enkel Britsche vliegtuig verloren gegaan. „Hedenochtend is e?n verkennings vliegtuig van de R A.F. aangevallen door drie vijandelijke gevechtstoestellen nabij het eiland Borkum. Er volgde een fel gevecht waarbij de schutter van het Engelsche toestel werd gedood, echter niet alvorens een vijandelijke machine te hebben neergeschoten. De beide ove rige gevechtstoestellen braken den strijd ten slotte af. Onze piloot en navigator waren beiden gewond, maar slaagden er in het. vliegtuig veilig naar zijn basis terugd te brengen". Duifsche lezing Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Omtrent de Britsche luchtaanvallen in Noorwegen en Denemarken van giste ren wordt bekend gemaakt, dat Engel sche toestellen gisteren het vliegveld van Stavanger hebben aangevallen, ter wijl des avonds twee los van elkander staande aanvallen werden ondernomen op het vliegveld Rv in Denemarken. In den nacht van 2 op 3 Mei verschenen vijandelijke vliegtuigen ook boven het vliegveld Forneby bij Oslo. Aangezien het Duitsche afweervuur tijdig en met effect in actie trad, mislukten al deze aanvallen. De blindelings neergeworpen gewone en brandbommen richtten geen schade aan. alleen een schuur ging bij het vliegveld Ry in vlammen op. daar tengevolge van de brandbommen een kleine oppervlakte heide in brand was gevlogen. De brand zelf kon terstond gebluscht worden. Verder wordt van bevoegde zijde vastgesteld, dat anders luidende berichten van het Britsche ministerie van luchtvaart volkomen ongegrond zijn. BRUNO MUSSOLINI IN LISSABON LISSABON, 3 Mei. (D.N.B.). De zoon van den Duce, Bruno Mussolini, is gisteravond per vliegtuig hier aangeko men. Hii zal hier eenige dagen blijven. GRIEKSCHE GEZANT BIJ SUMNER WELLES WASHINGTON, 3 Mei (Havas). De Grieksche gezant, Diamantopoulos, heeft een onderhoud gehad met Sum ner Welles over den algemeenen toe stand in de Middellandsche Zee en in het bijzonder over de concentratie van Italiaansche vlootstrijdkrachten in de wateren van de Dodekanesos. Veilig en vlug als geen ander hel pen hierbij altijd een poeder of cachet van Mijnhardt Mijnhardt's Poe ders per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" Doos 10 en 50 ct. Ver. Staten trachten uitbreiding van den oorlog te voorkomen WASHINGTON, 3 Mei (Reuter). Roosevelt heeft in de persconferen tie verklaard, dat de Vereenigde Staten er als steeds naar streven, uitbreiding van den Europeeschen oorlog tot andere gebieden en an dere naties te voorkomen. Hij gaf te kennen, dat hij dit in zijn onderhoud van gisteren met den Ita- liaanschen ambassadeur Prins Colon- na duidelijk had gemaakt. Toen den president gevraagd werd, welke maat regelen hii nam om uitbreiding van den oorlog te voorkomen, antwoordde hij, dat de regeering alles deed wat zij kon. Op de vraag, of hij van Prins Colon- na verzekeringen had ontvangen, welke de berichten over den vreedzamen toon Van Mussolini's verklaring tegenover den Amerikaanschen ambassadeur te Rome bevestigden, heeft Roosevelt slechts geantwoord, dat de regeering der Vereenigde Staten haar arbeid voor den vrede voortzette. In de bedoelde verklaring zou Mussolini, naar men weet. den ambassadeur hebben mede gedeeld, dat Italië voor het oogenblik niet voornemens was, in den oorlog te gaan. Havas meldt voorts uit Washington: In een persconferentie heeft Sumner Welles in antwoord op vragen betref fende berichten, volgens welke Ciano aan den Amerikaanschen ambassa deur te Rome, Philipps. zou hebben verklaard, dat Italië binnen zes dagen niet in den oorlog zou trekken, geant woord, dat uit Rome talrijke berichten van speculatief karakter zijn ontvan gen, maar dat Philipps niets van dien aard heeft gezegd in zijn rapport aan het staatsdepartement. Sumner Welles voegde hieraan toe. dat het bericht, waarover de .journalisten spraken, niet uit Amerikaansche bron stamde. Voor zoover het staatsdepartement wist, kwam het uit Italiaansche bron. Voorts verklaarde Sumner Welles, dat nog geen enkel bevel is gegeven aan Ameri kaansche burgers om uit Italië te ver trekken. HENDAYE, 3 Mei (Havas). De vice-consul van Spanje te Saint Jean de Luz, Pascual Vicuna, gedelegeerde van den Spaanschen nationalen pers dienst, heeft aan de pers een nota, af komstig van het Spaansche ministerie van binnenlandsche zaken, overhan digd. Hierin wordt o a. de neutraliteit van Spanje bevestigd. „Het is een levensbelang voor de Spaansche regeering, aldus de nota, te beletten, dat zekere onverantwoorde lijke elementen trachten 'de betrekkin gen tusschen Spanje en Frankrijk te vertroebelen, temeer daar de geogra fische toestand Spanje noopt alles te vermijden, wat de werkelijke en op rechte gevoelens van neutraliteit van Spanje in het huidige conflict zou kun nen schaden." CONCORDAAT TUSSCHEN PORTU- GAL EN H. STOEL ROME. 3 Mei (D.N.B.). Tusschen den H. Stoel en Portugal zal op 7 Mei in het Vaticaan een concordaat onder teekend worden. HET MENU VOOR ZONDAG VOOR DE KOFFIETAFEL Gebakken kalfshersens. Bereiding: Ontdoe de hersens van de vliesjes, zet ze op met koud water en een eetlepel zout en laat dit aan den kook komen. Spoel ze een paar maal na met koud water, laat ze goed uitdrui pen, snijd ze in kleine stukjes, rol ze door wat uitgeklopt eiwit en paneer meel en bak ze in een koekepan gaar en bruin in ruim boter zoo heet moge lijk (c.a. Vi uur). VOOR DE MIDDAGTAFEL Noorsche soep. Gevulde kalfsborst, spinazie, aardap pelpuree. Caramelvla met slagroom. Bereiding soep. Trek van 500 gram! kalfspoulet en Wx L. water een geurige! bouillon, bind deze bouillon met 3 eet-|S lepels maizena, aangemengd met l| kopje melk. Kook w-at fijngesneden groente gaar in zoo weinig mogelij 1c water met zout en balletjes van ca. 55 gr. kalfsgehakt. Roer alles even voor het opdoen in de soep met nog 1 eet lepel sherry. Klop desgewenscht 1 ei dooier in de soepterrine vóór dat de soep er wordt in gedaan. Het menu voor Maandag VOOR DE KOFFIETAFEL Gebakken runderlever. Bereiding: Snijd de lever aan plak ken, haal ze door bloem en bak ze inl boter aan beide kanten bruin en gaar! (c.a. 30 min.) Lardeer de lever me: rookspek of laat. wat schijfjes spek opr.! de lever meebakken, orn droog worden» te voorkomen. VOOR DE MIDDAGTAFEL Stamppot van raapstelen, aardappe< len en klapstuk. Havermoutpap. Bereiding hoofdschotel. Kook 8 bos i raapstelen, na ze schoon gemaakt t» hebben op de gewone wijze gaar. Kooa 1 K.G. aardappelen in de bouillon, gel i trokken van 500 gr. klapstuk. Stamp zi j fijn, vermeng ze met de fijn gehakt» raapstelen en roer er nog wat boter o' I vet door; laat alles samen nog een kwartiertje stovend Doe er desgel j wenscht wat in water gekookte rij!', door. V.I.F: pudding. Neemf U een proef, pakje. Zeer aparte smaken.ll Per pakje 15 ct. LANGESTRAAT 42 TEL. 6771 MALTA, 3 Mei. Het Britsche bureau Reuter meldt: De autoritei ten hebben gelast, dat Malta van zonsondergang tot zonsopgang ge heel verduisterd moet blijven. Deze maatregel begint vannacht en blijft tot nader order van kracht. Men zegt, dat deze maatregel is genomen om de bevolking te wen nen aan een verduistering. FEUILLETON Door WILKIE COLLINS Nederlandsche bewerking van 3) „Heeft de heer „het" bii zich?" Na eenige aarzeling antwoordde de jongen: „Ja". „Zal de heer hier bii bet vallen van den avond komen, zooals hij beloofd heeft?" „Dat kan ik niet zeggen", zei de jon gen. „Waarom niet?" vroeg de Indiër. „Ik ben moe", antwoordde het ventje. „De nevel stijet op in mijn hoofd en verwart mij. Ik kan niets meer zien." Hiermede eindigde de ondervraging. De leider besprak iets met de beide an deren, waarbij hij op den jongen duid de en in de richting van de stad wees, waar, zooals wij later ontdekten, zij hun intrek genomen hadden. Na weer eenige teekens over het hoofd van den jongen gemaakt te hebben, blies hij hem op het voorhoofd, waardoor hij met een schok uit zijn trance ont waakte. Zij sloegen vervolgens den weg naar de stad in en dat was het laatste, wat de mrisies van hem zagen. „O. vader!" zei Penelope angstig. „Wat beteekent „het"?" „Dat zullen we mijnheer Franklin vragen, meisje", antwoordde ik, „als jo tenminste zoolang geduld kunt heb ben." Ik gaf haar een knigoogje, om te laten uitkomen, dat ik de zaak als een grap beschouwde, doch Penelope narn het geval heel ernstig op, hetgeen mij nogal amuseerde. „Wat zou mijnheer Franklin hier nu van kunnen weten?" vroeg ik haar. „Vraagt u hem dat maar", antwoord de mijn dochter „en kijk dan of hij het ook zoo grappie vindt." Na dit gezegd te hebben, verliet zij mij. HOOFDSTUK III Voordat ik gelegenheid had mijn slaapje te hervatten, hoorde ik het ge rammel van borden in de bediendenka mer, het teeken, dat het middageten klaar was. Daar ik mijn maaltijden in mijn zitkamer gebruikte, hoefde ik mij hier niets van aan te trekken, behalve dat het mijn gewoonte was, hun een smakelijk eten toe te wenschen en na dit ook nu gedaan te hebben, had ik mij weer in mijn stoel uitgestrekt, toen Nan cy de keukenmeid, naar buiten kwam. „Wat scheelt er aan, Nancy?" vroeg ik. „Waarom laat jij je eten koud wor den?" „Rosanna is weer niet op tijd", zei Nancy. „En ik ben weer uitgezonden om haar te zoeken. Ik moet al het beroerde werk in dit huis doen, mijnheer Bette- redge." Rosanna was ons tweede kamermeisje en daar ik medelijden met haar had en wel aan Nancy6 gezicht zag, dat zij haar niet al te vriendelijk zou bejege nen, besloot ik. aangezien ik niets be ters te doen had, zelf naar haar te gaan zoeken en er haar op te wijzen, dat zij beter op haar, tijd diende te letten. „Waar is Rosanna?" vroeg ik. „Op het strand natuurlijk!" zei Nancy met een ongeduldige hoofdbeweging. „Ze had vanmorgen weer eens hoofd pijn en vroeg of ze een luchtje mocht gaan scheppen. Ze kan voor mijn part ophoepelen!" „Ga maar weer aan tafel" zei ik. „Ik zal haar wel gaan halen." Rosanna was de eenige nieuwe ge dienstige in huis. Vier maanden geleden was mijn meesteres in Londen geweest en had daar een bezoek gebracht aan een verbeteringsgesticlit voor vrouwen, waar ontslagen gevangenen in de gele genheid werden gesteld het rechte pad te hervinden. De directrice, die zag, dat mijn meesteres belang 6telde in het werk, had haar aandacht gevestigd op Rosanna Spearman en haar een droevig verhaal over het meisje verteld. Het re sultaat was, dat Rosanna als tweede meisje bij on«s kwam en daar niemand, behalve juffrouw Rachel en ik, van haar geschiedenis op de hoogte was, be stond er geen gevaar, dat het overige personeel haar hierover verwijten zou kunnen doen. Zij sloot zich echter bij niemand aan, hoewel er een zekere ma te van vertrouwelijkheid bestond tus schen haar en mijn dochter, Penelope, die steeds vriendelijk tegen haar was. De anderen schenen haar niet te mogen, waarschijnlijk al6 gevolg van haar zwijgzaamheid, want er bestond geen reden jaloersch op haar te zijn, daar zij, het minst van allen, op uiterlijk schoon kon bogen en bovendien het ongeluk had, dat haar eene schouder nooger was dan de andere. Ons hui6 staat op een heuvel bij de ku6t van Yorkshire en van dat punt kan men naar alle richtingen prachtige wan delingen maken. Er is echter één uit zondering en dat is de weg, die door een somber dennenbosch naar een on aanzienlijke baai voert, die ongeveer een kwart mijl verder, door rotsen in gesloten, aan de kust ligt. Tusschen de ze beide landtongen ligt een plek drijf zand, die bij al de kustbewoners be rucht is en. naar gelang van het jaar getijde, zich zee- of landwaarts ver plaatst. Bij iedere wisseling van het. ge tij begint het zand door een onbekende, onderaardsche werking te trillen, waar door het den naam van „Beefzand" heeft gekregen. Het is een eenzame en naargeestige plek, die door iedereen ge meden wordt en men ziet er zelfs geen vogel in de buurt. Ik zag geen spoor van het meisje, toen ik door, het bosch liep, doch bij de lage duinen gekomen, die ik moest doorloo- pen om bij het strand te komen, zag ik haar over het drijfzand naar de zee sta ren. Zij schrok toen ik bij haar kwam en wendde het hoofd af, hoewel ik reeds gezien had, dat zij tranen in haar oogen had. „Kom, ga eens naast me zitten", noo- digde ik haar uit, „en vertel me dan maar wat er aan scheelt." Het kostte baar blijkbaar moeite haar tranen in bedwang te houden, toen zij antwoordde: „U is erg vriendelijk, mijn heer Betteredge." „Waarom vind je het hier zoo pret tig?" vroeg ik. „Wat trekt ie in deze sombere omgeving aan?" „Er is iets dat mij hierheen drijft", zei het mei6je, terwijl zij met haar vin ger lijnen in het zand trok. „Ik probeer mij eraan te onttrekken, maar het is 6terker dan ik. Soms" vervolgde zij met een droevige stem „geloof ik, dat ik hier mijn graf zal vinden." „Als je naar huis gaat. zul je daar de tafel gedekt vinden. Ga direct, eten, want dit komt er van, als je probeert op een leege maag te denken!" Ik zei dit op strengen toon, want ik was natuurlijk verontwaardigd een jonge vrouw van vijf en twintig o\er haar dood te hoo- ren praten! Zij deed echter, of zij mij niet ge hoord had en toen ik wilde opstaan, legde zij haar hand op mijn schouder om mij te beduiden niet weg te gaan. „U moet niet boos op mij zijn," zei ze met zachte stem. „En u moet niet aan lady Verinder zeggen, dat ik ontevreden ben want dat is niet zoo. Ik ben al leen maar onrustig, dat is alles." Zij wees plotseling naar het drijfzand. „Kijk!" riep zij uit. „Is het piet wonder lijk? Is het niet verschrikkelijk? Ik heb het al vele malen gezien en steeds blijft het nieuw. Het is alsof honderden men- schen onder het zand den verstikkings dood sterven en worstelen om aan de oppervlakte te komen, terwijl zij steeds dieper in dien verschrikkelijken poel wegzinken. Gooi er een steen in, mijn heer Betteredge! Gooi er een steen in, dan kunnen wij zien. hoe het zand hem naar beneden zuigt!" Dit wees inderdaad op een ongezon den gemoedstoestand en ik was juist van plan haar een scherpe terechtwij zing toe te dienen toen ik iemand mijn naam hoorde roepen. „Betteredge!" riep de stem. „waar zit je?" „Hier," riep ik zonder het flauwste vermoeden te heb ben, aan wien de stem toebehoorde. Rosanna sprong op en ik_ wilde juist haar voorbeeld volgen, toen ik getrof fen werd door de plotselinge verande ring die over haar gekomen was. Een warme blos gaf haar gelaat een frissche kleur, die ik er nooit eerder op had ge zien en een ademlooze en sprakelooze verrassing straalde uit haar oogen. „Wie kan dat zijn?" .vroeg ik" jt- 1 „Ja, wie kan dat zijn?" herhaalde Ro j sanna tot zichzelf. Ik keerde mij om en zag een jonge! man, gekleed in een keurig bruin co.1 tuum met bijpassenden hoed en handi schoenen, een roos in het knoopsgat glimlachend op ons toekomen. Voordat j ik had kunnen opstaan liet hij zici naast mij in het zand neervallen et sloeg zijn arm om mijn schouders. „Mijn goeie, oude Betteredge!" riep h uit. „Tk ben je nog altijd zeven shilling*1 schuldig. W;eet je nu wie ik ben?" Het was dus werkelijk mijnhee.' Franklin Blake, die vier uur eerder dal wij hem hadden verwacht, was aangfr j komen. Voor ik iets kon zeggen, zag ik mijff heer Franklin, eenigszins verwonderd, j naar Rosanna opkijken. Zijn blik vol gend. merkte ik op, dat een dieper rooi! I haar wangen kleurde. In een voor mi1 j onbegrijpelijke verwarring keerde zü zich om en zonder een woord te zeggen J, maakte zij zich haastig uit de voeten. "V „Wat een eigenaardig persoontje," ze! - mijnheer Franklin. „Ik zou wel een? willen weten, wat er voor bijzonders aan; mij is, dat haar zoo deed schrikken. „Misschien het laagje vreemd vernis* zei ik met een glimlach, doelende op zijn buitenlandsche opvoeding. Noch mijnheer Franklin, met al zijn geleerdheid, noch ik. met mijn onder vinding en natuurlijk inzicht, hadden het geringste vermoeden van de reden voor Rosanna Spearman's' eigenaardig gedrag. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 2