natuurbad „de b1ltsche duineefi is weer geopend Veiligheid, welvaart ARCHITECTEN BUREAU Johs. H. BLOM Voor deze f dagen Julius Caesar toog naar Engeland en bevolkingstoename Het „Porseleinhuis" BOUWPLANNEN NIEUWBOUW en VERBOUWINGEN Oorzaken der verbluffende toename Advertentiën DEN 25sten MEI WORDT ONS BAD GEOPEND! TE BëLTHOVEN S. D. POLAK PRAKTIJK HERVAT BUITENRUST HETTEMA PRAKTIJK HERVAT H.Hoffmann-Kamm HERVAT VereenÉging Vreemdelingen verkeer Amersfoort. Langestraat 2-4-5 met zijn grote sortering en bekende lage prijzen Grafwerk Fa.WIJK&Co. DRUKKERIJ VAN AMERONGEN CO heeft de werkzaamheden hervat AMERSFOORT'S MANNENKOOR KORTEGRACHT 22 TELEFOON 3972 Vraagt onze adviezen voor: Als de zaak rust werkt de Advertentie S&Lyehy. niet het vele is qoecl V- manr het qoede is veel/J Gedurende de laatste honderd jaar is de wereldbevolking verdubbeld tot bijna twee milliard Van Itium (Calais) uit voeren Romeinsche schepen naar het huidige Kent EEN ALIBI De Directie van de N.V. Drukkerij v/h G. J. VAN A MEKONG EN Co. geeft met groot leedwe zen kennis van het plot seling overlijden van den Chef harer drukke rij Joannes van Biest straat. den Héér A. PLOEG Zij zal de nagedachtenis van dézen tróuwen me dewerker in dankbare herinnering bewaren. Met diepe ontroering geven wij hiermede kennis, dat onze geach te en gewaardeerde Vöorzitter en Collega J. A. SCHOUTEN Apotheker op 11 Mei gevallen is voor zijn Vaderland, Namens de Amers- foortsche Apothekers Vereeniging R. J. DE WEI!EK Leusderwég 212. Op 10 Mei sneuvelde nabij Loosduinen onze lieve Zoon, Broer en Zwager Mr. P. J. A. BOOT Res. Kapt. der Inf. Breda, G. S. BOOT- BAGGERMAN. Amersfoort, S. W. S. BANGE-BOOT A. F. BANGE. Pascalstraat 20. U KUNT DAN WEER GEREGELD VAN ONZE MOOIE INRICHTING GENIETEN. U KOMT TOCH? WANT HET IS GOED VOOR U. Door het verbindend wor den dér eenige uitdéélings- liist is het. faillissement van de N.V. Electr Metaalwaren- fabriek „AMSVORDE" te Amersfoort geëindigd. Dc Curator: Mr. R. P. VAN DER MARK. 22 Mei 1940. Ivortegracht 19. Tandart: Snouckaertlaan 20 Tandarts Prinses Marielaan 8 Mevrouw Utrechtscheweg 112 Mensendieck leerares Ned. Mensendieck Bond Maandag, 27 Mei haar prakti|k Zij, die door eigen ervaring of op andere wyze in staat zijn om juiste inlichtingen te verschaf- feni omtrent het binnenlandsche verkeer (ri vierovergangen, busdiensten, tramwegen enz.) worden in het algemeen belang verzocht daar van ten spoedigste mededeelinig te doen aan het Bureau van de V.V.V., Stationsplein 8a te Amersfoort. Steenhouweri| R. VAN DIJK Arnhemscheweg 6 Te!. 5132 TEGEN TRANSPIREEREN ODOREX, AR RID, ODORONO Drogisterij Arnh.straat 5 Opticien Tel. 3181 VAN PERSEIJNSTRAAT SPOEDWERK KAN VLUG WORDEN GELEVERD De repetities worden Vrijdag 24 Mei hervat. De voorzitter G. BENDERS Westerstraat 82. L wc de r i De sorti voor Don- derdoq, Vri|dog en Zaterdag bestaót uit geperst kalfs vlees, Sachsische Smeerworst en Gel derse gekookte, sa men 1% ons voor 25 ct. met 10% kor ting op de Sorti- kaart. stelt U bij voorkeur een he en toch voedzaam menu q Vergast U deze week daaic lie op sla of jonge groent; be met Van Ommen's spécialité sh Duitse biefstuk Igehakte biel f stuk). i Voor de boterham gêko;; - J procureur, met de zach pikante rooksmaak- naak Tot en met a.s. Dinsdag: ■anci r.otoi lag n dc V/2 pond Duitse biefstuk voor f 1 Gei per pond 75 ct., per stuk 15 ct. 1VL ons gekookt procureur voor 25 ct, tante jen i 'an coop* mor Ter en nger De naalf \r c noet noge >pgei Arnhemsestraat 19 Telefoon 308! De aak /oon ïetzi; rave FEILIGHEID. welvaart en bevolkingstoename zijn nauw met elkaar verbonden. Ter wijl gedurende dc negentiende eeuw de mcnschheid zich nagenoeg heeft verdub beld, viel sedert den Wereldoorlog 19141918 in vele landen een vermindering der bevolkingstoename te bespeuren, en in enkele landen met name Frankrijk zelfs een sterke achteruitgang. Het gevoel van onzekerheid over hetgeen de dag van mor gen brengen zou, zoowel economisch ais politiek, anderzijds ook een steeds sterker neiging naar luxe en comfort deden de cijfers der bevolkingsvermeerdering afnemen, of negatief worden. Veler hoop in de huidige periode van Europeesche moeilijkheden is dan ook. dat hierna een tijdvak komen zal van langdurigen vrede, waarin gearbeid zal kunnen worden aan den opbouw van ons continent, en waarin het goed zal zijn te leven. Zeker zou dit terstond zijn invloed hebben op de bevolkingstoename. Men behoeft daarbij niet bevreesd te zijn voor overbevolking. Deze aarde is ruim en rijk genoeg om een nog veel talrijker mcnschheid levensmogelijkheden te kunnen bieden. \7 ROEGER moest men het aantal menschelijke aardbewoners ruw weg schatten. Thans kan men tellen en yrij nauwkeurige statistische gegevens samenstellen. De jongste bevolkings statistieken voor het uitbreken van den huidigen Europeeschen oorlog becijferden de bevolking der aarde op 19S5 millioen menschen en wezen als de dichtstbevolkte landen aan: Groot Brittanië, België, Nederland, Malta Italië, Britsch-Indië, Malakka, China, Japan en het eiland Mauritius. Bijkans twee milliard menschen leven dus op onze planeet, die Anatole France eens een „zandkorrel in het heelal" noem de. Met andere woorden: de mensch- heid heeft zich inderdaad in de laatste honderd jaar nagenoeg verdubbeld. In het jaar 1839 bedroeg de tota le bevolking der aarde 920 millioen. Vijftig jaar later was die bevolking reeds tot 1450 millioen toégenomen. In Europa alleen, wélks bevolking honderd jaar geleden 220 millioen bedroeg, leven tegenwoordig 470 millioen menschen. Terwijl de ge middelde toename der bevolking in de voorgaande achttien eeuwen het getal 50 millioen per eeuw niet overschreed, bedraagt die toename in de laatste honderd jaar een mil liard. De oorzaken, die wij Bij een derge lijke snelle groei der hevolking in de eerste plaats voor oogen moeten hou den, zijn talrijk: ontsluiting en exploi tatie van reusachtige gebieden in de Vereenigde Staten, Zuid-Amerika en Afrika; uitbreiding der civilisatie over landstreken die vroeger nauwelijks met de beschaving in aanraking kwa men; verbetering der levensvoorwaar den en verheffing van den levensstan daard; het bijkans totaal verdwijnen van vroeger zoo dikwijls voorkomende hongersnooden; teruggang yan epide- miën en ziektebronnen; vermindering van het sterftecijfer en verhooging van den gemiddelden leeftijd der men schen door belangrijke sociaal-hygiëni sche maatregelen in bijna alle landen ter wereld. In weerwil van dit alles dient er kend, dat deze concrete oorzaken nog gfenszins de toename der bevolking van 1 milliard verklaren. Voor een der gelijke verbluffende groei moeten na tuurlijk nog andere, dieper liggende oorzaken aan te wijzen zijn. De wezen lijke oorzaken moeten in de eerste plaats worden gezocht in de voort schrijdende industrialiseering en de wetenschappelijke exploitatie en explo ratie van de „schatten onzer aarde". P) E technische vorderingen der laat- ste honderd jaar hebben de levens voorwaarden niet alleen in Europa maar in nagenoeg elk werelddeel aan zienlijk verbeterd. Merkwaardig ge noeg bewijzen de statistieken, dat de geboorte-overschotten het sterkst optre den in die streken, waar de bewoners de zekerheid hebben volkomen te kun nen leven van de producten van hun arbeid. Dat de continuïteit daarbij be langrijker is dan de rentabiliteit van het oogenblik bewijst het interessante feit, dat de gebieden waar zich kolen mijnen bevinden, aan de spits staan, terwrjl bijvoorbeeld de streken, waar goud gewonnen wordt, tamelijk lage ge boortecijfers hebben. Waar steenkool gevonden en geprodu ceerd wordt ontwikkelen zich bij voort during nieuwe ondernemingen. Er ont staan tal van maatschappijen en chemi sche fabrieken, terwijl bovendien vele dozijnen nevenproducten nieuwe in dustrieën in het leven roepen. De eene industrie leidt tot tien andere: de ste den en plaatsen van het geheele gebied verdubbelen in aantal; de bevolkings cijfers verdrievoudigen. De steenkool is geen eindproduct, maar veeleer het uitgangspunt van een zich voortdurend vernieuwend en ver menigvuldigend productieproces Daar- waar de steenkool gewonnen wordt, heerscht aldus doorgaans een zekere welvaart, die op zichzelf de voornaam ste psychologische voorwaarde voor een regelmatige, snelle bevolkingstoename is. De kolendistricten leveren voor het oogenblik de streken, waar de hoogste geboortecijfers voorkomen. T N weerwil van dit alles bestaat er al- A lerminst aanleiding een overbevol king der aarde binnen afzienbaren tijd. Ie vreézen. Niét alleen dat er nog reus achtige uitgestrekte gebieden bestaan in Afrika, Azië en Amerika, waar nog honderden millioenen menschen een levensmogelijkheid kunnen vinden, maar bovendien ziet hét er naar uit, dat de snelle bevolkingstoename der laatste honderd jaar haar hoogtepunt overschreden hééft, waardoor eén tijde lijke stilstand in deze toename is in getreden. In de laatste twaalf jaar, dat is dus ongeveer het tijdperk van de wereldcri sis, is de bevolkingstoename in vele landen van Europa teruggcloopen. Maar komt er weer een nieuw tijdperk van langdurigen vrede en welvaart, dan mag men weèr eén verdere stijging der bevolkingscijfers verwachten. /UL1US CAESAR, Romeinsch imperatorwas eert veldheer van ongemeene qualiteiten. Zijn naam en faam leven in de Euro peesche historie voort. De Brit- sche eilanden waren in Caesar s dagen de leveranciers van het kostbare metaal tin. Eeuwen wa ren zij zulks reeds geweest, ook langen tijd nadien zouden zij zulks blijven. In het Romeinsche Rijk was weinig omtrent Brittannië be kend, doch Julius Caesar s belang stelling ging uit naar die verre eilanden en hij besloot om een ex peditie tegen dat gebied thans Engeland geheeten te onderne men. HET was in het jaar 55 v. C., dat. het plan daartoe rijpte en tót uitvoe ring kwam. De zomer was reeds ver gevorderd aldus heet het ongeveer in Caesars .Gallische oorlogen' toen Caesar het besluit nrm om over te ste ken naar Brittannië, het land, van waaruit de Galliërs in hun oorlogen te gen de Romeinen vaak nieuwe hulp troepen hadden betrokken. Hoewel het seizoen een eigenlijke oorlogsvoering nauwelijks meer mogelijk deed zijn, meende Caesar toch, dat het zijn nut zou hebben om op de Britsche eilanden te zijn geweest, de daar levende volks stammen en hun methoden van oorlogs voering te hehb°r. leeren kennen, kort om een onderzoekingsexpeditie naar de Britsche eilanden te hebben uitgestuurd. Dus ontbood Caesar vele Gallische han delaren bii zich, doch hij kon niet vol doende informaties verkrijgen. Niette min wilde hij een en ander van het ge bied weten, ondermeer hoe groot de eilanden waren, »velke havens er be stonden en hoe deze geoutilleerd waren. Derhalve werd den officier Volusenus bevolen met een oorlogsschip naar En geland te gaan. Zelf verplaatste Cae«ar zijn leger naar die streken, van waaruit een snelle overtoeht. naar Brittannië mogelijk was. Volusenus verrichtte zijn verkenningstocht zoo goed mogelijk, doch hij waagrle niet om zijn schip te verlaten. Na vijf dagen keerde hij weer en bracht Caesar rapport uit. Eenigen tijd nadien gaf Caesar zijn ruiterij het bevel om zich in te schepen. Caesar zelf was aan böord van eén der sche pen, die het eerst in Brittannië arri veerden. De ruiterij volgde later. Zwaar weer en andere tegenspoed teisterden de Romeinsche vloot, doch niettemin besloot Caesar na zijn terugkeer op het vasteland om later een tweede poging te wagen. Te Itium (het huidige Calais) concentreerde de Romeinsche veldheer vele schepen en troepen. Nabij Calais, want Julius Caesar had erva ren, dat van deze haven uit de beste mogelijkheid bestond voor een landings poging in Br'ttanndë. De afstand van de Z.O.-punt van Engeland tot het vaste land 'bedroeg volgens Caesar niet meer dan 130.000 pas. Toen Caesar na een verblijf in Italië terugkeerde naar Calais, vernam hij. dat eenige tientallen schepen waren uitgevallen, doch dat de overige vloot bereid en in staat was om over te steken. Na eenige weken gewacht te hebben op gunstig weer. koos de Romeinsche vloot zee. De overtocht viel niet mee, doch ten slotte kwam de vloot voor een in den loop van den vo- rigen zomer ontdekte landingsplaats. Geen tegenstand werd bij de lan ding geboden. Caesar bezette Kent en rukte met zijn troepen op tot over de Theems. De beroemde veld tocht tegen Cassivellaunus vond plaats. Caesar overwon en trok met vele gijzelaars en gevangenen te rug naar het vasteland. Zijn eerste poging om Brittannië in een oorlog te verslaan was mislukt; de twee de poging was met succes bekroond.^ Het is aan Caesar's koene en strate gisch goed voorbereide expedities te danken, dat de Britsche eilanden gin gen behooren tot de toenmaals bekende wereld. Hoewel de handel van Calais op Zuid-Oost-Engeland ook vóór Caesar's optreden tamelijk levendig en zeer zeker lucratief was. deden de Gal lische kooplieden, alsof ze niets van het land Brittannië wisten. Een koopman is nu eenmaal niet geneigd om bijzon derheden nopens klanten of leveran ciers prijs te geven, zelfs niet. als hij. die er om vraagt. Romeinsch imperator is. Het feit, dat Caesar's eerste expeditie naar Britt .nmë mislukte, mac dan ook voor een deel worden toegeschreven aan de .bewuste onwetendheid' der Galli sche kooplieden. Hadden niét. welhaast een eeuw tevoren de kooplieden van Massilia aan Scipio en Polybius even zéér informaties over hun bë'trëkkineen met hét .tinland' (Engeland) onthou den? Hadden zii zich niet evenzeèr ver schanst achter hun onkunde als later de West-Gallische handèlaren deden te- cènovèr Julius Caesar's vêrzöèk om in- lichtingèn? AESAR'S eerste tocht naar Brittan- nië vond plaats in de eerste helft van de maand September van het jaar 55 v. C. Deze expeditie was geen succes. Wcl- iéwhór geeft Caèkar dit in zijn geschriften niét tóe, maar Cassius Dio aarzelt niet /an iems leeli Art EN dit," zei de commissaris, werkelijk een mystèrieus ge1 „is geval, Bibber." „Fijn." zuchtte Ulysses P. Bibber, die 'n bedeesd klein heertje en tevens een groot detective was. Dat je 't hem niet &an zag, was z'n grootste plezier. En inderdaad hij was een vreemd soort detective. Hij speelde geen viool, droeg geen kamerjas, en hield zelfs heelemaal niet van onder- huidsche inspuitingen met morphine. Hij trok nooit veelbeteekenend met. de wenkbrauwen, nóch toonde hij door eenig ander karakteristiek dat hij een belangrijke ontdekking bad gedaan behalve misschien, dat hij den knop van zijn oude( zwarte paraplu 'n beetje be knabbelde. Dit-alleen had hij met detec- tives-uit-een-boekje gemeen: hij loste de misdaden op... Bibber zat dus op 't puntje van zijn stoel en wat hij gezegd had, was „Fijn De commissaris bladerde in een paar dossiers en ging. bijna verontschuldi gend, door: ,,'t Zal u wel zoo langza merhand vervelen: dit is alwéér 'n erfe niskwestie... Maar" hij lachte om de glinsterende oogjes, die hem van achter de brilleglazen aanzagen „u bent er 'n specialiteit in geworden." „Ja, hè?" knikte de oude heer verge noegd. Hij diepte een klein beduimeld notitie-boekje uit z'n zak en legde 't op z'n knie gereed. De commissaris glim lachte even. Dat zakboekje nam bij Bib ber de plaats in van de handboeien, dc vergrootglazen en de envelopjes-met- sigarenasch van andere speurders. Daarin teekende hij alle misdaden van de wereld èn hun oplossingen aan. 't Stond vol met statistieken van de gekste dingen. Want Bibber's theorie was 't dat er niets nieuws onder de zon is „Er zijn." legde Bibber zacht-glim- lachend uit. want hij zóg, dat de com missaris naar 't boekje keek. „er zijn al zóó veel misdaden op zóó veel manie ren begaan, dat er niemand is. die nog een nieuwe manier kan ontdekken..." Hij bekeek z'n boekje liefdevol en be klopte 't met een wijsvinger. „Alle mis daden, die ooit begaan zullen worden, staan hierin en alle oplossingen óók. De zaak is alleen maar uit te vinden, welke bij elkaar hooren, zie je," voegde hij er bedeesd aan toe. „Nu hoor dan maar 's," zei de com missaris. „Een oude man met een boel geld is gisteren in z'n eigen huis ver moord. Hij woonde alleen met 'n neef. die hem zoo'n beetje verpleegde. De eenige, die verder in huis kwam, was de dokter, en die kwam dan ook eiken dag. Niet omdat de oude Corliss beet le hij zoo héél erg ziek was, maar omdat-ie 't toch betalen kon. Wel, gis leren kwam de dokter weer en vond 't huis gesloten. De neef, die hem an ders altijd open deed, kwam niet te voorschijn en alles in huis was stil. Hij kwam 's middags terug en liet de deur openbreken. In bed vond hij den ouden Corliss vergiftigd. Hij constateerde dat de dood als 's nachts moest zijn in- eretreden. Van den neef geen spoor... En. Bibber", de commissaris zwaai de indrukwekkend met z'n vinger het ronduit te erkennen. De tweede .Brit sche' expeditie van Caesar herstelde den roem der Romeinsche wapenen, doch Brit tannië werd niet aan Rome onderworpen. Déze tweede tocht vond plaats in den zo mer van het jaar 54 v. C. Hoewel er daar omtrent geen absolute zekerheid bestaat, kan men aannemen, dat Caesar de tweede maal landde ten Noorden van Dover, in de nabjiheid van het huidige Sandwich of Richboröugh. De feitelijke gegevens, in deze beschou wing verwerkt, zijn ontleend aan: H e n n i g Terrae incognitae, deel I, Uitg. Brill, Lei den 1936, „die neef was eenig erfgenaam!" De oude heer keek op, bepaald L'In schrikt door ,'s commissaris heftigfrljf „Verdraaid", zei hij, „heelemaal :jevj zusters of broers of zoo?" „Hij had een tweeling-broer, maar*rin is al sinds jaren en jaren verchventfll Naar Amerika, of weet-ik-waar ieder geval heeft niemand ooit weer xjJ van hem gehoord. En de hoofdzaail Yj dus: dat 't hierop neerkomt, dal lujs jonge Corliss, als eenig aanwezig bh- verwant, universeel erfgenaam i.:ieb Het motief, m'n beste Bibber, is zocï klaar! Want we hebben geinformrlen en 't blijkt dat die neef, die Alexan:. Corliss, in schulden zat. Geld gek 'en op z'n erfenis en zoo meer, zie jeh)0] „En verder?" „Verder staat 't vast, dat hij de eet '1 was, die 't heeft kunnen doen! Hij de eenige huisgenoot, hij was de een: jw die met den ouden man in aanraki] kwam, behalve dan natuurlijk de ter maar die, dat zul je met med -U zijn, had niet 't minste motief. Nee, - H les wijst op Corliss' schuld: de <H van zijn oom was de oplossing alle financieele moeilijkheden 1 niemand was beter in de gelegen iurc dan hij. Hij had 't motief èn do kJnd Bibber." „Ja, dat dacht ik ook," zei Ub-;rl| P., verwonderd met z'n oogen knip* i rend, „maar waarom arresteer je b'" dan niet, zeg?" „Omdat," hrieschte hij, „omdat jflj vent een alibi heeft," „Grappig," zei Bibber. „Wat v« een?" SM ,,'t Beste van de wereld! Hij hdjl dienzelfden nacht op 't politieburffflH gezeten!" De commissaris ging na deze verp- y terende mededeeling weer zitten* sprak ironisch-luchlig: „Had 'n ruiti gegooid, dronken of zoo, weet veel... In elk geval, hij zat hier ohm bureau in cel no. 3, veilig en wel. aardig, vind je niet?" Ilij schopte tegen de prullcmand begroef zich boos in z'n papieren. Bibber giechelde. Hij stond op en llW5 op z'n tcenen naar de deur. Terwnl1 1 commissaris met wilde, wanhopige5 baren in zijn paperassen rondgristcOg z'n haar in de war maakte, sloot hii'Oj deur achter zich. 's Middags kw am hij terug. Ls „Hoor 's", zei hij, „ik bon wat wandelen in 't Vondelpark, wanlw vond 't zoo gek van dat alibi. En,'gn| geloof heusch, dat ik weet, hoe 't maal in elkaar zit." „Vertel op," zei de commissaris. „Nu zie-je, dat alibi is niets waart Die man, die dien nacht op 't buret zat, w&s Alexander Corliss heelenU'/j niet." De commissaris sprong overeind: •on trok zijn wenkbrauwen zoo hoog op 'A hij kon. „Maar iedereen herkende hem 1 j dien neef. Z'n naam stond op z'n pap'; 1 ren. alles in orde!" „Ja maar," zei Bibber, „luister nu Ik w andelde wat en toen ging ik op «y bank zitten. Ik zocht in m'n boekje ME wat er zooal over tweelingbroers stor; 1 en ik zag dat ze vaak eikaars plaats u namen. Ik herinner me zoo'n tweeltc; cp school, die hadden altijd veel P;f3ïj zier „Je bedoeltschreeuwde de missaris. „.Ia", zei Bibber, zachtaardig W j lachend, „ik bedoel dat die broer-v^l hem teruggekomen was. Ze konden li[; j geld nu allebei gebruiken en ze spr3jjj ken wat af v. De tweelingbroer kref Alexander CÓrJiss' papieren mee. slojï het ruitje hier in en werd opgepikt. H'Sl zon«rde voor het alibi.. 1 „Én dé ander pleegde den moor^ brulde de commissaris triomfantelij'1 „Jij," zei Ulysses P. Bibber, zacht vf wijtend, „begrijpt ook dadelijk alles.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 4