Bij H. Marsman's overlijden De geschiedenis van een onherbergzaan stukje Nederland Geen nieuwe haring, toch nieuwe haring Het hotelbedrijf wacht U! r D s~~ Over Boeken, Menschen en StroomingenJ Een open mensch en een dapper hart VOLSTREKTE EERLIJKHEID door Dr.P.H.RITTERJr. MILITAIRE MUTATIES EEN DUIVELSEILAND IN DE ZUIDERZEE DOE GEWOON en neem vacantie V Ha ver toe wij zing 2e BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DONDERDAG 1 AUGUSTUS 1940 T^\E dood van Marsman, die ons. evenals het overlijden van Terbraak en du Perron diep heeft geschokt, sluit op tragische wijze den ondergang af eener geheele generatieVan de Forum-groep en hare generatie-genoot en slaat nu nog alleen Vest dijk als belangrijke figuur omhoog, en het is zeer de vraag, of de tiiden die komen de atmosfeer zullen scheppen, waarin een kunst als die van Vestdijk gedijt Het is in den geest van hert die wij betreuren, indien wij de verslagenheid afsluiten in ons hart. en trachten te komen tot eene kenschetsing van het verschijnsel van dezen laten bloei der Nederlandsche literatuur. Deze generatie van letterkundigen heeft een schouwspel te zien gegeven, dat maar een enkele maal in vele eeuwen voorkomt. Dit is geen geslacht van doorgewinterde letterkundigen"die een ouden dag bereiken, waarop zij zichzelf nabootsen en met de eere-teekenen van hen die zij vroeger aanvielen worden bezaaid. Toen de adem was uitgeblazen van den lijd die hen droeg gingen zij onder. Het behoorde tot hun wezen, dat zij maar ééne editie gaven van zichzelf. l(oe was dan die tijd waarin zijn bestonden, en dien wij, met minder dood en minder eeuwigheid in onze natuur bezig zijn te overleven? Het was de cultuurbloei der decadentie, de laatste gecsres-ontplooiing vóór de katastrofe, en een periode van zoo schoone en angstige gespannenheid zal niet spoedig terug komen. Deze levens „op de grens van twee werelden" hadden de dynamiek in hun wezen, die de huidige periode stuwt, maar waren tegelijk hardnekkig in humanisme en indivi dualisme verwortcld. Hun optreden was een cultuur-paradoxWant het dynamisme stuwt de massa's en hun strijd is luist de eervol verloren strijd geweest tegen hot collectivum, hun kritisch beginsel dat niveau-kritiek eischte en overeenstemming weigerde met massale waardeeringen levert daarvan het markantste bewijs En het individualisme en humanisme heeft de neiging, na zijn eerste, stormachtig ontwaken, zich behaaglijke en sierlijke vormen aan te meten, en luist aan dit aesthetisch „be hagen" had deze generatie een broertje dood- De doodsgedachte nu. is een dogma tische wijze, waarop het karakter van eigen kunst hem bewust werd. Heel zijn werk, zelfs met inbegrip van zijn kri tisch proza wordt door deze grondeigen schap bepaald, dat de kern van wat hij te zeggen heeft, een „stilte" is. die zich betoont. De kunst van Marsman is over al de kunst der „aanduiding". Zoodra de gevoelszenuw van den lezer geprikt is, wordt het gedicht, het verhaal of de rede onmiddellijk afgesloten. Afgeslo ten. niet afgehroken, want het is bijna altijd gaaf. wat hij zingt of zint. Hij schrijft van een zeer reëel levensgevoel uit. maar de kern die hem stuwt, wordt hem niet openbaar. Zoo vervangt dus de Dood (omdat een dichter voorstellingen noodig heeftj het blind Mysterie, dat alles samenbindt. LTOEZEER hem deze toestand zelf be- wust is geweest, blijkt uit zijn kri tisch „Credo". „De normen, waarna een kritikus meet", zoo schrijft hij daar, „zijn voor hemzelf veelal ook onomschreven zoo helder, dat hij te lang soms verzuimt hen synthetisch tot een credo te formuleeren, waarin hij zijn levensbeschouwing in essen tie samenvat, want zelfs de ijlst-aestheti- seerende kritikus heeft een, voor miin ge voel gevierendeeld leven s-besef en meet met de normen die hij daaraan ontleent. Is men verplicht dit normen-complex te om schrijven? Ik hoop nog altijd dat dit on- noodig is; dat men kan hoor en wat een kritikus wil en is, dat zijn stem zijn inzicht en oordeel scherper doet kennen dan de scherpst-omschrcven dialektiek". Marsman erkent hier het normatieve karakter van de kritiek, maar verzet zich tegen het o ri der kennen van den normZooals hij in zijn lyrisch werk zijn eigenlijk kriterium achter de doodsgedachte verbergt, dus weer aan iets gelooft, zonder het te zien. Deze geest heeft immer gezocht naai den blinden norm inzichzelf. Hij verzet zich tegen het psychologisme, omdat het het leven verpulvert, de menschen maakt tot „diagrammen van menschen", maar hij verzet zich even fel tegen de nieuwe zakelijkheid, omdat die in haar normaliseerende functie, het leven mis kent. Marsmans kritische werkzaamheid kenmerkt zioh door hetzelfde „blinde weten", dat heel zijn oeuvre doortrekt. Dikwijls in deze kritieken schrijft hij maar door en de rijkdom van vernuf tige aforismen kan ons de kritische conclueie, die te vaak ontbreekt, niet vergoeden. Het is hier een koortsachtig tasten naar de conclusie, en dit kri tisch werk mist deze groote hoedanig heid van zijn lyrisch proza, dat de kern van de bedoeling oprijst, opeens uit de dynamische bewogenheid van het ge voel of van den geest. Marsmans laatste levens-strijd is ons geopenbaard in zijn bundel: „Tempel en Kruis". Het is de strijd geweest om de eenmaligheid „Geen ding houdt stand dan in d'errinnering. Een afscheid, voor goed, de m,ensch moet verder gaan." Dat ziin kenmerkende woorden uit de zen bundel Marsman heeft hel geheim willen doorbreken, dat hem droeg, maar dat hij niet kende Hij heeft wil len leven en willen geven, tot aan de zelfverwerkelijking, maar hij werd afge sloten van het mysterie door zijn eigen zielsgeschiedenis. Toen waagde hij het moedig, met de eenzaamheid. O? strijd tusschen historie en lotsbe stemming. die den strijd geweest is der geheele generatie heeft in Marsman ziin meest tragischen. meest driftigen meest heldenmoedigen vertegenwoordiger gevon den. Nu hij niet meer in ons midden is. begrijpen wü zijn vitalismeHet was de drang naar levensverwerkelijking, die tra gisch is in een tijd van decadentie. Dit artikel, wil slechts een kort „In memoriam" zijn, waarin wij trachtten eenige kernen van Marsmans leven en werken vast te leggen. Wanneer uitvoe riger zijn beteekenis zal worden uit eengezet, dan zal men de ongemeene literatuur doorgronden, die ons op Gor ters Mei, op Menno Terbraak een geheel oorspronkelijke visie heeft gegeven, on getwijfeld in beschouwing nemen. En de inleider en bewerker van Teixeira de Pascoaes verdient reeds om dezen arbeid een aparte plaats in onze litera tuurgeschiedenis. Zijn vrienden, waaronder ook zij be hoorden, die vaak den degen met hem hebben gekruist, zullen de herinnering bewaren aan een open mensch, een dap per hart, een ziel, om welke de lucht zuiver was. ZOO heeft dan deze innerlijke tegen spraak hun leven en streven bepaald. Hun dynamiek was te groot voor de iil- heid, waarop zij die dynamiek richtten, hun verbazingwekkende en zich dikwijls in het geniale uitende geestkracht was te hevig voor het vertwijfelde wezen dat er door gedragen werd en onmachtig om den blin den noodlotsmuur te doordringen, waar tegen zij ziin verpletterd. De geestcliike erfenis, die zij ons schonken was hun vol strekte eerliikheid. Marsman, de eerlijke, de volstrekte figuur, wildé zich in zijn kritische ge schriften gaarne verraden. Ook als hij over anderen schrijft, zijn die schrif turen fonteinen van openhartigheid. In zijn essay over Terbraak zegt hij, dat bij Terbraak de psychologie een perepek- tivische taak vervult, maar dat een toe- komst-psvchologie, het beeld van een nieuwe menschheid ontbreekt. Heeft Marsman naar dat beeld ge zocht? Ongetwijfeld heeft hij even sterk naar concretiseering gezocht als Ter braak naar ontmaskering, naar ontve- zeling van de laatste waarde. Terbraak wilde het leven tot aan zijn waarde loosheid hontwaarden". Marsman zócht nSar de waarden, van de schijnwaar den uit. Marsman wilde „zich aan het leven branden", hij zag er niet tegen op zijn wantrouwen prijs te geven, en bedrogen te worden, indien dat zijn menschelijke ervaring zou kunnen ver diepen. Het leven6-probleem, dat ons uit de poëzie en uit het proza van Marsman tegemoet komt, is het probleem der ver werkelijking. Overzien wij zijn poèzie uit de eerste periode, dip in het eerste deel van zijn „Verzameld Werk" is gepubliceerd. Het treft ons, dat deze dichter veel ruimte noodig heeft, waarin zijn poèzie moet ademen. En hij voelt zich nog beklemd in zijn eigen beeldspraak, waarin hij het niet meer voor verbeelding vatbare tracht te vangen. Horizonten breken, dagen verwaaien, stemmen roepen van het voorgebergte der eeuwigheid. Dit uitwisschen van de grens tusschen het ruimtelijke en het ruimtelooze geeft een eigenaardige structuur aan ziin beeld spraak. Het ontzagwekkende wordt ge bezigd om het kleine, het kleine om het ontzagwekkende te symboliseeren. Blonde haren zijn al6 een sneeuwstorm, maar de zonnestralen worden bij wap perende haren vergeleken. Heel deze poëzie i6 één krampachtige poging om vorm Ie geven aan hel tijdelooze, óf door de gebeurtenissen te plaatsen in een duizelend eeuwigheidshesef, óf door het proces van het leven met een duize lingwekkende snelheid te overzien l~)T dood is een telkens weerkeerend mo- tief in deze verzen. Maar hoe ver schijnt ons de Dood hier? Als een einde? Neen, als een punt tusschen het niet en het iet. De dichter Marsman heeft emdelooze malen het Scheppingsproces willen bele ven. Hij bouwt niet voort op een psychi sche continuïteit, neen. telkens opnieuw wil hij vorm geven aan het essentieelste. aan wat zoo dicht bij de verdwijning ligt. dat het vergaan is. zoodra men het bestaart. Toch kan men den gang van deze poëzie noemen een gang van het volstrekte, het kosmische besef, naar het gewonde men- scheliike leven. De ellende, de vergankeliik- heid rijst als een wolk binnen het volstrekt- heidsbewustzijn en dat volstrektheidsbe- wustziin dicteert den dood vanal wat in korte schoonheid bloeit Wij vragen ons af. wat toch die doods gedachte, die zijn geheele vroegere poëzie en óók zijn Ivrisch proza door drenkt, en dip in zoo vele zijner ge dichten in den vorm van balladen en elegieën verschijnt, beteekent. In een zijner onthoezpmingen komt hij tot de slotsom, dat hij op ppn zeker oogenblik van zijn leven tot de overtuiging was gekomen, dat hij geleefd had op drijf zand. Strijdend pn zingend had hii ziin enest onderdrukt, en was hii zwevende gebleven op het zuigende zand. 's-GRAVENHAGE. 1 Augustus. Bij besluit van 31 Jyli 1910. nr. 49 W, van den generaal majoor N. T. Carstens, daartoe gemachtigd door den bevelheb ber van de Duitsche weermacht in Ne derland. is met ingang van 1 Augustus 1910, in zijn rang en ouderdom van rang, overgeplaatst bij den generalen staf. de kapitein mr. J. D Schepers, van het wa pen der artillerie. Bij besluit van 31 Juli 1940. nr. 50 W, van den generaal-majoor N. T. Carstens. daartoe gemachtigd door den bevelheb ber van de Duitsche weermacht in Ne derland is met ingang van den 10 Augustus 1940. wegens opheffing van zijn betrekking, eervol ontslag uit den zeedienst verleend aan den luitenant ter zee der le klasse B. van der Ploeg: ingetrokken liet bij besluit van 12 Juli 1940, no. 16 verleende eervol ontslag, uit den zeedienst van den luitenant ter ze'* der le klasse B. J. Velderman. Bij besluit van 31 Juli 1940, no 51 W. van den generaal-majoor N. T Carstens. daartoe gemachtigd door den bevelheb ber van de Duitsche weermacht in Ne derland. is met ingang van 15 Augustus 1940. op het daartoe door hem gedaan verzoek, ter zake van langduriger dienst, eervol ontslag verleend uit. eten militairen dienst, aan den luitenant kolonel. G. Sturm, van het wapen der infanterie. Bij besluit van 31 Juli 1940 no. 52 W. van den generaal-majoor N. T. Carstens. daartoe gemachtigd door den bevelheb ber van de Duitsche weermacht in Ne derland is met ingang van 1 Augustus 1940: den kolonel L. J. Schmidt, van het wapen der infanterie, den kolonel p J. A. Bartels, van het wapui der artillerie, den luitenant-kolonel J. W van der Lely, van het wapen der infanterie, den luitenant-kolonel C L Ilollertt, van het wkapen der cavalerie en den kapitein, plaatselijke-adjudant F. I-I. Kamerling, van den plantselijken staf, allen op non- (Van een bijzonderen medewerker) ONDER de wezenlijk merkwaardige plaatsen van Overijssel behoort voorzeker het eenige eiland van dat gewest Schokland". Aldus vangt mr. G. Mees Azn., professor in de Ned. letterkunde en geschiedenis aan het Atheneum te Deventer, zijn opstel aan, dat hij schreef in de Overijss. Almanak van 1847. En wat hij dan verder vertelt van dit stukje grond door de Zuiderzee omspoeld, is zóó schokkend, dat we met gerust geweten kunnen spreken, zoonis we dit aan het hoofd van dit ar tikeltje doen, van ..een Duivelseiland in de Zuiderzee". Op 16 December 1858 kwam er een wet, die voorschreef, dat het eiland moest worden ont"uimd; er zou aan heel wat menschen héél wat leed en ellende bespaard zijn gebleven als reeds minstens 50 jaren eerder een dergelijke wet tot stand was gekomen. Maar toch: „de liefde tot zijn land is activiteit, op het daartoe door hen ge daan verzoek, eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. ieder aangeboren" ook den Schok kers. En niet dan noode verlieten zij in 1859 het onherbergzame stukje grond, dat hun veel ontbering en slechts wei nig stoffelijk geluk had geschonken. De schrijver vertelt ons voorts, dat er op het eiland niet alleen staatkundige, maar ook godsdienstige verdeeldheid heerschte. We kunnen op al die ge schillen en moeilijkheden thans echter niet verder ingaan. T IEVER volgen we den schrijver, den heer G. Mees. op een tocht over het eilandje. Het was in den zo mer van IS46- Bij het schoonste zomer weder. zoo schrijft hij. stond ik bij Ens op den kistdam of loopplank en zag niets dan drassig overgcloopen en moe rassig land. zoodat er slechts enkele punten zijn. waar men dwars van de Oost- naar de Westzijde droogvoets kan gaan. Die zoogenaamde bodem is meer voor eenden en ganzen dan voor menschen bewoonbaar. Het eerste voorwerp bij Ens is de ruïne eener oude kerk, weder een spre kend bewijs, dat het eiland veel grooter uitgebreidheid moet gehad hebben, daar het een dwaasheid zoude geweest zijn, eene kerk re stichten op eene plaats, die zooverre van de woningen verwijderd is. Van de stichting dier Daar de vischvangst hier te lande gedeeltelijk stop staat, zijn de vischliefhebbers verstoken van hun versche haring. Een vischhandelaar heeft hierop een oplossing gevonden. Hii laat nl. uit Denemarken, via Duitschland, kisten met haring komen welke in ijs verpakt zijn. De verdere behandeling geschiedt bij den opkooper. Op de foto ziet men eenige Scheveningsche visschers bezig met het kaken van de haringen, welke, als zij eenmaal klaar zijn niet onderdoen voor de bekende nieuwe Hollandschc haring OE gewoon", is een slagwoord dat den laatsten tijd populair is en een typische uiting mag ge noemd worden van den kalmen nuch- teren geest, die bereid is zich snel aan gewijzigde tijdsomstandigheden aan te passen. Emotievolle dagen liggen ach ter ons. het zomerseizoen is al een eind gevorderd en nu rijst de vraag: hoe breng ik dit laar mijn vacantie door? Misschien is het bü sommigen zelfs nog een punt van overweging of het onder de huidige omstandigheden wel juist is met vacantie te gaan. Wij zou den hun willen antwoorden met den aanhef van dit artikel: doe gewoon! Bedenk dat de eischen die het leven aan den mensch stelt dezelfde blijven, hoe de omstandigheden ook mogen zijn. Wie een jaar lang in den tredmolen van alledag zijn dagelijkschen arbeid heeft verricht, móet er eens „uit" om lichaam en geest tc ontspannen. Doet hij dat niet dan zal hij zulks ongetwijfeld in het vol gende jaar merken aan zijn verminder de arbeidsprestatie. F)en mensch kan niet ongestraft inbreuk maken op het voor iedereen geldende rhythme van ar beid en ontspanning. Hoeveel te meer geldt zulks in dezen tijd, waarin wij, buiten on6 dagelijksch werk, het groote aantal snel wisselende indrukken en emoties van een heftig bewogen tijds gewricht hebben te verwerken. Ook on ze kinderen moeten er uit' Voor ons ouderen is het een plicht om, voor zoo ver het in ons vermogen ligt. er voor te waken dat zij in dezen tijd krijgen wat hun toekomt, dus ook, en vooral, hun ontspanning. Zij groeien nog op en zijn dus. in nog sterkere mate dan wij ouderen, gebonden aan rhythme van ar beid en ontspanning Daarbij moeten wij bedenken, dat de afgeloopen tijd op hun ontvankelijk gemoed waarschijnlijk een dieperen indruk heeft nagelaten, dan zij ons, elastisch als de geest der kinderen is, laten merken. Hoe men het wendt of keert, doe gewoon, is een van de meest kernachtige en ware slagwoor den die wij kennen. Het is de uiting van een gezonden geestesgesteldheid. Het is geen reclameslagwoord, Het is een aanmaning die geboren is uit een in ons volk levende behoefte. De Neder lander wil gewoon doen, juist nü. Hij beseft dat het leven ondanks alles door gaat en dat de eischen die het aan den mensch stelt gelijk blijven. En daarom: onttrekt U nu de natuur in bloei staat en de zon ons bruint evenals andere jaren aan Uw dagelijksche beslommeringen. Laat Uw arbeid rusten. Verlaat Uw aloude bekende omgeving, om er met nieuwen moed en nieuwe ener gie terug te keeren. Het Hotelbedrijf wacht U! Zijn over de geheele we reld bekende en geroemde accomo- datie wacht U! Zijn personeel staat klaar om aan Uw grootste zoowel als aan Uw kleinste wenschen en ver langens te voldoen. Het wil voor U „zorgen" gedurende den tijd dat Gij U aan Uw dagelijksch werk onttrok ken hebt. „Zorgt niet zelf, 1 a At voor U zorgen" is het devies dat de Ne derlandsche Hotelhouders zich geko zen hebben. Zoowel in de groote steden, waar amu sement en bezienswaardigheden U lok ken, als buiten in de stilte van bosch en heide of aan de kalmeerende zee, staan de Nederlandsche hotels, die oor den van rust en ontspanning, gereed om U met hun gemakken en geneugten te omringen. Ge hebt er Uw distributie kaarten niet van noode! Het Hotelbe drijf distribueert voor U. Ge wordt er ongemerkt „gedistribueerd!" Ge zijt er bevrijd van Uw zorgen voor morgen. Ge voelt U er iederen dag weer meer opgewassen tegen het werk dat L wacht. En Ge komt tot het inzicht dat Ge er goed aan gedaan hebt om U ook dit jaar weer toe te vertrouwen aan de hoede van het Nederlandsche Hotelbe drijf. Doe gewoon! Het geldt voor alles en ATU er. dank zij het droogmaken van den Noord Ooslpolder en mede door het anthropologisch onderzoek, weer de aandacht is gevestigd op Schokland, heeft een onzer medewer kers eens opgezocht, wat er in vroe ger jaren zooal over dit verlaten eiland is geschreven. De vrucht van die na sporingen is neergelegd in bijgaand artikel. Verschillende bedrijven heb ben hoeveelheden over gespaard s-GRAVENHAGE. 1 Aur. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning in oorlogstud maakt bekend, dat. aangezien gebleken is, dat ver schillende bedrijven van de haver- toewijzing voor de paarden min of meer belangrijke hoeveelheden heb ben overgespaard, onder de gegeven omstandigheden besloten is, deze hoeveelheden niet zonder meer ter beschikking van de betreffende veehouders te laten. De oorspronkelijke havertoewijzing voor de paarden was verleend tot 15 September 1940. Aangezien thans van alle bedrdven de nog resteerende gra nen worden ingenomen, kan met het oog op de uit te oefenen controle deze toezegging niet meer worden gehand haafd. Immers, het is zeer moeilijk na te gaan of de haver, welke voor de paar den aanwezig zou zijn, afkomstig is van de toewijzing, dan wel op andere wijze verkregen werd. Tn die gevallen, waarin de landbou wers in moeilijkheden zouden geraken/ omdat gppn voldoende voeder voor dc paarden aanwezig is, zal worden voor zien door de verstrekking van een toe wijzing mengvoeder. C.A.O. VOOR DE SCHOENINDUSTRIE 's-GRAVENHAGE, 1 Aug. - De Staatscourant van Woensdag 31 Juli be vat een afzonderlijk bijvoegsel, waarin is opgenomen een beschikking van den secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Sociale Zn ken, houdende algempen verbindend verklaring van bepalingen der collectie ve arbeidsovereenkomst voor de schoen industrie. voor allen Het evenwicht van den Ne derlander is onverstoorbaar, evenals zijn optimisme. En daarom: gun L" ook dit jaar de rust en ontspanning die U toe komt. Het is in het belang van U zelf en meer nog, in het belang van Uw kin deren. kerk bestaat geen herinnering of over levering meer. Wij wandelen nu Noordwaarts langs de Oostzijde van het eiland en wel op den kistdam of loopplank. Gelief u herinneren, dat die loopplank geen an derhalf voet breed en meest zonder eenige leuning is. Zie recht voor u als de koorddanser; een beweging link: doet u tusschen rle palen op de steenen of in den modder vallen; een rechtsche afwijking zou u het genot van een zee had bezorgen. Na eenige minuten gaans bereikt men 14 armzalige huisjes, dicht bij elkander gekropen als een hoopje verkleumde kuikens. Twee zijn onbewoond en drei gen in te vallen. In de overige treft men 16 gezinnen aan. Van Ens wandelen we naar de zoogenaamde Middel- of Meu- lenbuurt; 38 huizen vindt men er be woond door 45 gezinnen. Ilier is de ver blijfplaats van den burgemeester G Gillet, tevens secretaris, die in deze twee kwaliteiten en als opzichter van den vuurtoren, met kosten van bestuur en al zich met een jaarinkomen van f 650 moet vergenoegen. Op Ens is het verblijf van dr. C L. Meijer, die voor f 800 en vrije woning een waarlijk niet gemakkplijke taak heeft. In den zomei mogen hem de wandelingen per plank van zijn woning naar den Zuidert naar Emmeloord vervelend zijn, in den winter, hij stormachtige nachten en hoo- ge vloeden zijn zij gevaarlijk. Kommerlijk bestaan 1\T IETTFX.ENSTAANDE dc ver- minderde middelen van bestaan en de vermeerderde armoede, gaat mr Mees verder, nemen de bevol kine en de huwelijken toe en de sterfte af. En evenwel: hoe kommer lijk leeft de Schokker! Het voor naamste voedsel is roggebrood, doch in plaats van boter soms wat Frie- sche kaas daarover gesmeerd. Voor saus bij de gerechten mosterd, azijn en water. Bladgroenten of vleesch worden bijna nooit gebruikt, hoogst zeldzaam een klein stukje spek. Treden wij nu de woningen hinnec dan zijn die der eigenlijke armen spi dig beschreven. Een schuur met vloer van klei en houten wanden, waa de wind doorhenen loeit of de zon doo henen brandt, waar in een woord koud en hitte een even eereeden toegang vi den. Het inwendige onzindelijk. Het zon derlingste is de vuurhaard. In een de hoeken van de kamer is de zolderinj lager, daaronder wordt in den aschp< gestookt. De rook gaat niet uit door ee: Schoorsteen, maar tusschen het hoogei en lagere gedeelte van den zolder en be reikt zoo de vliering, waar hij behulp zaarn is tn het droogen der aldaar uitge spreide netten. Wij. die een pleiziertochtie bij gun stil weder naar Schokland deden, kunne' ons moeilijk een denkbeeld vormen. h' het er in den harren winter, hii de lane avonden en nachten geschapen is. buurten, die slechts 30 el breed staan 6 a 7 voet hoven dagelijksch water Bij stevigen wind schudt dc grond zor danig, dat de spiegels en schilderij soms vrij hard tegen de wand slaan een weinig meer dan gewonen wind met eenige oplettendheid waar te n* men. dat alle kleine hangende voorwet pen in bewering zijn en hij sterken Oo: tenwind staat een pendule in een 0< telijk gelegen kamer, terstond stil. De sform van 1& V\^ELK een tooneel moet hij hoo- re vloeden het arme Schokland niet opleveren! De eenige gemeen schap tusschen de buurten, de plank, is onder water: het eiland wordt dan drie eilanden, ieder van vijf minuten of minder in omtrek. Het giert vooral door de armoedire woningen, die op hun grondvesten trillen en heven. Gelukkig evenwel, dat. de toon eel en van 1825 zich nipt herhaald hebben: toen was het er vreeselijk gesteld. Veel had men reeds den geheelen w ten van 1824 geleden toen. op Donderd; den 3den Februari 1825, het. water ster begon fp rijzen. Met de hoogte van voet. dat wist nipn. liep het ranse' eiland onder, pn zie! des avonds kl" het tof 8, tot 8'/a voet. Des nachts w het vallende en rijzende tot het des nc tends van den 4cn tot IOV2 voet slee Reeds in October 1821 waren de pa; werken aan de Oostzijde, zooals ook a de Westzijde der buurten, zwaar bescl digd: thans sloeg non geheel nieuw hoid werk bij den Zuidert uit den groi en dreef weg. De zeedijk, dié genar zaam hei-stold was. werd tpr lenrte v; meer dan 2009 pIIph vernield Dra wc: de verwoesting voltooid. TTit de pal werken op Ens en Emmeloord wertii eeheele vakken weggeslingerd en dol don stroom iTiedegevoerd De vuurtor werd zoo geteisterd, dat hij geheel nieuwd moest worden Uit de R K kc te Emmeloord sloegen de muren w bot altaar, do banken rnz.. werden dol dp golven medpeesleent. Tn dp ondi seheidone buurten snoeiden 26 hui? weg. 70 werden zwaar beschadigd noodlottigsfe van alles was. dat 1 m? vrouwen en 8 kinderpn omkwam' 700 pindlgt mr. Moes deze levendige i ScLriiving. Straks, als de diik eereed is en polder droog valt. dan zal Schoklaf niet alleen als ei'and hebben onrroli' dpp te bestaan. Hot zal ook epjeidrli •n den bodem wegzinken .Alleen de f" damentpn van de overnnrlp kerk op F zullen dan nog hliivpp als pon Tiet int ring aan menschel ijken strijd cn rotf seheliik leed, op pen klein 'en eenzaa stukie land in de vroeger zoo woelil Zuiderzee.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 6