Bij H. Marsman's
overlijden
De geschiedenis van een
onherbergzaan stukje
Nederland
Geen nieuwe haring, toch nieuwe haring
Het hotelbedrijf wacht U!
r
D
s~~ Over Boeken, Menschen en
StroomingenJ
Een open mensch en een
dapper hart
VOLSTREKTE
EERLIJKHEID
door
Dr.P.H.RITTERJr.
MILITAIRE MUTATIES
EEN DUIVELSEILAND
IN
DE ZUIDERZEE
DOE GEWOON
en neem vacantie
V
Ha ver toe wij zing
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DONDERDAG 1 AUGUSTUS 1940
T^\E dood van Marsman, die ons. evenals het overlijden van Terbraak en du Perron
diep heeft geschokt, sluit op tragische wijze den ondergang af eener geheele
generatieVan de Forum-groep en hare generatie-genoot en slaat nu nog alleen Vest
dijk als belangrijke figuur omhoog, en het is zeer de vraag, of de tiiden die komen
de atmosfeer zullen scheppen, waarin een kunst als die van Vestdijk gedijt Het is
in den geest van hert die wij betreuren, indien wij de verslagenheid afsluiten in ons
hart. en trachten te komen tot eene kenschetsing van het verschijnsel van dezen
laten bloei der Nederlandsche literatuur.
Deze generatie van letterkundigen heeft een schouwspel te zien gegeven, dat maar
een enkele maal in vele eeuwen voorkomt. Dit is geen geslacht van doorgewinterde
letterkundigen"die een ouden dag bereiken, waarop zij zichzelf nabootsen en met
de eere-teekenen van hen die zij vroeger aanvielen worden bezaaid. Toen de adem
was uitgeblazen van den lijd die hen droeg gingen zij onder. Het behoorde tot hun
wezen, dat zij maar ééne editie gaven van zichzelf.
l(oe was dan die tijd waarin zijn bestonden, en dien wij, met minder dood en
minder eeuwigheid in onze natuur bezig zijn te overleven? Het was de cultuurbloei
der decadentie, de laatste gecsres-ontplooiing vóór de katastrofe, en een periode
van zoo schoone en angstige gespannenheid zal niet spoedig terug komen. Deze
levens „op de grens van twee werelden" hadden de dynamiek in hun wezen, die
de huidige periode stuwt, maar waren tegelijk hardnekkig in humanisme en indivi
dualisme verwortcld. Hun optreden was een cultuur-paradoxWant het dynamisme
stuwt de massa's en hun strijd is luist de eervol verloren strijd geweest tegen hot
collectivum, hun kritisch beginsel dat niveau-kritiek eischte en overeenstemming
weigerde met massale waardeeringen levert daarvan het markantste bewijs En het
individualisme en humanisme heeft de neiging, na zijn eerste, stormachtig ontwaken,
zich behaaglijke en sierlijke vormen aan te meten, en luist aan dit aesthetisch „be
hagen" had deze generatie een broertje dood-
De doodsgedachte nu. is een dogma
tische wijze, waarop het karakter van
eigen kunst hem bewust werd. Heel zijn
werk, zelfs met inbegrip van zijn kri
tisch proza wordt door deze grondeigen
schap bepaald, dat de kern van wat hij
te zeggen heeft, een „stilte" is. die zich
betoont. De kunst van Marsman is over
al de kunst der „aanduiding". Zoodra
de gevoelszenuw van den lezer geprikt
is, wordt het gedicht, het verhaal of de
rede onmiddellijk afgesloten. Afgeslo
ten. niet afgehroken, want het is bijna
altijd gaaf. wat hij zingt of zint. Hij
schrijft van een zeer reëel levensgevoel
uit. maar de kern die hem stuwt, wordt
hem niet openbaar. Zoo vervangt dus de
Dood (omdat een dichter voorstellingen
noodig heeftj het blind Mysterie, dat
alles samenbindt.
LTOEZEER hem deze toestand zelf be-
wust is geweest, blijkt uit zijn kri
tisch „Credo". „De normen, waarna een
kritikus meet", zoo schrijft hij daar, „zijn
voor hemzelf veelal ook onomschreven zoo
helder, dat hij te lang soms verzuimt hen
synthetisch tot een credo te formuleeren,
waarin hij zijn levensbeschouwing in essen
tie samenvat, want zelfs de ijlst-aestheti-
seerende kritikus heeft een, voor miin ge
voel gevierendeeld leven s-besef en meet
met de normen die hij daaraan ontleent. Is
men verplicht dit normen-complex te om
schrijven? Ik hoop nog altijd dat dit on-
noodig is; dat men kan hoor en wat een
kritikus wil en is, dat zijn stem zijn inzicht
en oordeel scherper doet kennen dan de
scherpst-omschrcven dialektiek". Marsman
erkent hier het normatieve karakter van
de kritiek, maar verzet zich tegen het o ri
der kennen van den normZooals hij in
zijn lyrisch werk zijn eigenlijk kriterium
achter de doodsgedachte verbergt, dus
weer aan iets gelooft, zonder het te zien.
Deze geest heeft immer gezocht naai
den blinden norm inzichzelf. Hij verzet
zich tegen het psychologisme, omdat
het het leven verpulvert, de menschen
maakt tot „diagrammen van menschen",
maar hij verzet zich even fel tegen de
nieuwe zakelijkheid, omdat die in haar
normaliseerende functie, het leven mis
kent.
Marsmans kritische werkzaamheid
kenmerkt zioh door hetzelfde „blinde
weten", dat heel zijn oeuvre doortrekt.
Dikwijls in deze kritieken schrijft hij
maar door en de rijkdom van vernuf
tige aforismen kan ons de kritische
conclueie, die te vaak ontbreekt, niet
vergoeden. Het is hier een koortsachtig
tasten naar de conclusie, en dit kri
tisch werk mist deze groote hoedanig
heid van zijn lyrisch proza, dat de kern
van de bedoeling oprijst, opeens uit de
dynamische bewogenheid van het ge
voel of van den geest.
Marsmans laatste levens-strijd is ons
geopenbaard in zijn bundel: „Tempel en
Kruis". Het is de strijd geweest om de
eenmaligheid „Geen ding houdt stand
dan in d'errinnering. Een afscheid, voor
goed, de m,ensch moet verder gaan."
Dat ziin kenmerkende woorden uit de
zen bundel Marsman heeft hel geheim
willen doorbreken, dat hem droeg,
maar dat hij niet kende Hij heeft wil
len leven en willen geven, tot aan de
zelfverwerkelijking, maar hij werd afge
sloten van het mysterie door zijn eigen
zielsgeschiedenis. Toen waagde hij het
moedig, met de eenzaamheid.
O? strijd tusschen historie en lotsbe
stemming. die den strijd geweest is
der geheele generatie heeft in Marsman
ziin meest tragischen. meest driftigen meest
heldenmoedigen vertegenwoordiger gevon
den. Nu hij niet meer in ons midden is.
begrijpen wü zijn vitalismeHet was de
drang naar levensverwerkelijking, die tra
gisch is in een tijd van decadentie.
Dit artikel, wil slechts een kort „In
memoriam" zijn, waarin wij trachtten
eenige kernen van Marsmans leven en
werken vast te leggen. Wanneer uitvoe
riger zijn beteekenis zal worden uit
eengezet, dan zal men de ongemeene
literatuur doorgronden, die ons op Gor
ters Mei, op Menno Terbraak een geheel
oorspronkelijke visie heeft gegeven, on
getwijfeld in beschouwing nemen. En
de inleider en bewerker van Teixeira
de Pascoaes verdient reeds om dezen
arbeid een aparte plaats in onze litera
tuurgeschiedenis.
Zijn vrienden, waaronder ook zij be
hoorden, die vaak den degen met hem
hebben gekruist, zullen de herinnering
bewaren aan een open mensch, een dap
per hart, een ziel, om welke de lucht
zuiver was.
ZOO heeft dan deze innerlijke tegen
spraak hun leven en streven bepaald.
Hun dynamiek was te groot voor de iil-
heid, waarop zij die dynamiek richtten, hun
verbazingwekkende en zich dikwijls in het
geniale uitende geestkracht was te hevig
voor het vertwijfelde wezen dat er door
gedragen werd en onmachtig om den blin
den noodlotsmuur te doordringen, waar
tegen zij ziin verpletterd. De geestcliike
erfenis, die zij ons schonken was hun vol
strekte eerliikheid.
Marsman, de eerlijke, de volstrekte
figuur, wildé zich in zijn kritische ge
schriften gaarne verraden. Ook als hij
over anderen schrijft, zijn die schrif
turen fonteinen van openhartigheid. In
zijn essay over Terbraak zegt hij, dat
bij Terbraak de psychologie een perepek-
tivische taak vervult, maar dat een toe-
komst-psvchologie, het beeld van een
nieuwe menschheid ontbreekt.
Heeft Marsman naar dat beeld ge
zocht? Ongetwijfeld heeft hij even sterk
naar concretiseering gezocht als Ter
braak naar ontmaskering, naar ontve-
zeling van de laatste waarde. Terbraak
wilde het leven tot aan zijn waarde
loosheid hontwaarden". Marsman zócht
nSar de waarden, van de schijnwaar
den uit. Marsman wilde „zich aan het
leven branden", hij zag er niet tegen
op zijn wantrouwen prijs te geven, en
bedrogen te worden, indien dat zijn
menschelijke ervaring zou kunnen ver
diepen.
Het leven6-probleem, dat ons uit de
poëzie en uit het proza van Marsman
tegemoet komt, is het probleem der ver
werkelijking.
Overzien wij zijn poèzie uit de eerste
periode, dip in het eerste deel van zijn
„Verzameld Werk" is gepubliceerd. Het
treft ons, dat deze dichter veel ruimte
noodig heeft, waarin zijn poèzie moet
ademen. En hij voelt zich nog beklemd
in zijn eigen beeldspraak, waarin hij
het niet meer voor verbeelding vatbare
tracht te vangen. Horizonten breken,
dagen verwaaien, stemmen roepen van
het voorgebergte der eeuwigheid. Dit
uitwisschen van de grens tusschen het
ruimtelijke en het ruimtelooze geeft een
eigenaardige structuur aan ziin beeld
spraak. Het ontzagwekkende wordt ge
bezigd om het kleine, het kleine om
het ontzagwekkende te symboliseeren.
Blonde haren zijn al6 een sneeuwstorm,
maar de zonnestralen worden bij wap
perende haren vergeleken. Heel deze
poëzie i6 één krampachtige poging om
vorm Ie geven aan hel tijdelooze, óf door
de gebeurtenissen te plaatsen in een
duizelend eeuwigheidshesef, óf door het
proces van het leven met een duize
lingwekkende snelheid te overzien
l~)T dood is een telkens weerkeerend mo-
tief in deze verzen. Maar hoe ver
schijnt ons de Dood hier? Als een einde?
Neen, als een punt tusschen het niet en het
iet. De dichter Marsman heeft emdelooze
malen het Scheppingsproces willen bele
ven. Hij bouwt niet voort op een psychi
sche continuïteit, neen. telkens opnieuw wil
hij vorm geven aan het essentieelste. aan
wat zoo dicht bij de verdwijning ligt. dat
het vergaan is. zoodra men het bestaart.
Toch kan men den gang van deze poëzie
noemen een gang van het volstrekte, het
kosmische besef, naar het gewonde men-
scheliike leven. De ellende, de vergankeliik-
heid rijst als een wolk binnen het volstrekt-
heidsbewustzijn en dat volstrektheidsbe-
wustziin dicteert den dood vanal wat in
korte schoonheid bloeit
Wij vragen ons af. wat toch die doods
gedachte, die zijn geheele vroegere
poëzie en óók zijn Ivrisch proza door
drenkt, en dip in zoo vele zijner ge
dichten in den vorm van balladen en
elegieën verschijnt, beteekent. In een
zijner onthoezpmingen komt hij tot de
slotsom, dat hij op ppn zeker oogenblik
van zijn leven tot de overtuiging was
gekomen, dat hij geleefd had op drijf
zand. Strijdend pn zingend had hii ziin
enest onderdrukt, en was hii zwevende
gebleven op het zuigende zand.
's-GRAVENHAGE. 1 Augustus. Bij
besluit van 31 Jyli 1910. nr. 49 W, van
den generaal majoor N. T. Carstens,
daartoe gemachtigd door den bevelheb
ber van de Duitsche weermacht in Ne
derland. is met ingang van 1 Augustus
1910, in zijn rang en ouderdom van rang,
overgeplaatst bij den generalen staf. de
kapitein mr. J. D Schepers, van het wa
pen der artillerie.
Bij besluit van 31 Juli 1940. nr. 50 W,
van den generaal-majoor N. T. Carstens.
daartoe gemachtigd door den bevelheb
ber van de Duitsche weermacht in Ne
derland is met ingang van den 10
Augustus 1940. wegens opheffing van
zijn betrekking, eervol ontslag uit den
zeedienst verleend aan den luitenant
ter zee der le klasse B. van der Ploeg:
ingetrokken liet bij besluit van 12 Juli
1940, no. 16 verleende eervol ontslag, uit
den zeedienst van den luitenant ter ze'*
der le klasse B. J. Velderman.
Bij besluit van 31 Juli 1940, no 51 W.
van den generaal-majoor N. T Carstens.
daartoe gemachtigd door den bevelheb
ber van de Duitsche weermacht in Ne
derland. is met ingang van 15 Augustus
1940. op het daartoe door hem gedaan
verzoek, ter zake van langduriger
dienst, eervol ontslag verleend uit. eten
militairen dienst, aan den luitenant
kolonel. G. Sturm, van het wapen der
infanterie.
Bij besluit van 31 Juli 1940 no. 52 W.
van den generaal-majoor N. T. Carstens.
daartoe gemachtigd door den bevelheb
ber van de Duitsche weermacht in Ne
derland is met ingang van 1 Augustus
1940: den kolonel L. J. Schmidt, van het
wapen der infanterie, den kolonel p J.
A. Bartels, van het wapui der artillerie,
den luitenant-kolonel J. W van der
Lely, van het wapen der infanterie, den
luitenant-kolonel C L Ilollertt, van het
wkapen der cavalerie en den kapitein,
plaatselijke-adjudant F. I-I. Kamerling,
van den plantselijken staf, allen op non-
(Van een bijzonderen medewerker)
ONDER de wezenlijk merkwaardige
plaatsen van Overijssel behoort
voorzeker het eenige eiland van dat
gewest Schokland". Aldus vangt
mr. G. Mees Azn., professor in de Ned.
letterkunde en geschiedenis aan het
Atheneum te Deventer, zijn opstel aan,
dat hij schreef in de Overijss. Almanak
van 1847. En wat hij dan verder vertelt
van dit stukje grond door de Zuiderzee
omspoeld, is zóó schokkend, dat we met
gerust geweten kunnen spreken,
zoonis we dit aan het hoofd van dit ar
tikeltje doen, van ..een Duivelseiland
in de Zuiderzee". Op 16 December 1858
kwam er een wet, die voorschreef, dat
het eiland moest worden ont"uimd; er
zou aan heel wat menschen héél wat
leed en ellende bespaard zijn gebleven
als reeds minstens 50 jaren eerder een
dergelijke wet tot stand was gekomen.
Maar toch: „de liefde tot zijn land is
activiteit, op het daartoe door hen ge
daan verzoek, eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend.
ieder aangeboren" ook den Schok
kers. En niet dan noode verlieten zij in
1859 het onherbergzame stukje grond,
dat hun veel ontbering en slechts wei
nig stoffelijk geluk had geschonken.
De schrijver vertelt ons voorts, dat er
op het eiland niet alleen staatkundige,
maar ook godsdienstige verdeeldheid
heerschte. We kunnen op al die ge
schillen en moeilijkheden thans echter
niet verder ingaan.
T IEVER volgen we den schrijver,
den heer G. Mees. op een tocht
over het eilandje. Het was in den zo
mer van IS46- Bij het schoonste zomer
weder. zoo schrijft hij. stond ik bij Ens
op den kistdam of loopplank en zag
niets dan drassig overgcloopen en moe
rassig land. zoodat er slechts enkele
punten zijn. waar men dwars van de
Oost- naar de Westzijde droogvoets
kan gaan. Die zoogenaamde bodem
is meer voor eenden en ganzen dan
voor menschen bewoonbaar.
Het eerste voorwerp bij Ens is de
ruïne eener oude kerk, weder een spre
kend bewijs, dat het eiland veel grooter
uitgebreidheid moet gehad hebben,
daar het een dwaasheid zoude geweest
zijn, eene kerk re stichten op eene
plaats, die zooverre van de woningen
verwijderd is. Van de stichting dier
Daar de vischvangst hier te lande gedeeltelijk stop staat, zijn de vischliefhebbers verstoken van hun versche haring.
Een vischhandelaar heeft hierop een oplossing gevonden. Hii laat nl. uit Denemarken, via Duitschland, kisten met
haring komen welke in ijs verpakt zijn. De verdere behandeling geschiedt bij den opkooper. Op de foto ziet men
eenige Scheveningsche visschers bezig met het kaken van de haringen, welke, als zij eenmaal klaar zijn niet onderdoen
voor de bekende nieuwe Hollandschc haring
OE gewoon", is een slagwoord
dat den laatsten tijd populair
is en een typische uiting mag ge
noemd worden van den kalmen nuch-
teren geest, die bereid is zich snel aan
gewijzigde tijdsomstandigheden aan te
passen. Emotievolle dagen liggen ach
ter ons. het zomerseizoen is al een eind
gevorderd en nu rijst de vraag: hoe
breng ik dit laar mijn vacantie door?
Misschien is het bü sommigen zelfs
nog een punt van overweging of het
onder de huidige omstandigheden wel
juist is met vacantie te gaan. Wij zou
den hun willen antwoorden met den
aanhef van dit artikel: doe gewoon!
Bedenk dat de eischen die het leven
aan den mensch stelt dezelfde blijven,
hoe de omstandigheden ook mogen zijn.
Wie een jaar lang in den tredmolen van
alledag zijn dagelijkschen arbeid heeft
verricht, móet er eens „uit" om lichaam
en geest tc ontspannen. Doet hij dat niet
dan zal hij zulks ongetwijfeld in het vol
gende jaar merken aan zijn verminder
de arbeidsprestatie. F)en mensch kan
niet ongestraft inbreuk maken op het
voor iedereen geldende rhythme van ar
beid en ontspanning. Hoeveel te meer
geldt zulks in dezen tijd, waarin wij,
buiten on6 dagelijksch werk, het groote
aantal snel wisselende indrukken en
emoties van een heftig bewogen tijds
gewricht hebben te verwerken. Ook on
ze kinderen moeten er uit' Voor ons
ouderen is het een plicht om, voor zoo
ver het in ons vermogen ligt. er voor
te waken dat zij in dezen tijd krijgen
wat hun toekomt, dus ook, en vooral,
hun ontspanning. Zij groeien nog op en
zijn dus. in nog sterkere mate dan wij
ouderen, gebonden aan rhythme van ar
beid en ontspanning Daarbij moeten
wij bedenken, dat de afgeloopen tijd op
hun ontvankelijk gemoed waarschijnlijk
een dieperen indruk heeft nagelaten,
dan zij ons, elastisch als de geest der
kinderen is, laten merken. Hoe men het
wendt of keert, doe gewoon, is een van
de meest kernachtige en ware slagwoor
den die wij kennen. Het is de uiting
van een gezonden geestesgesteldheid.
Het is geen reclameslagwoord, Het is
een aanmaning die geboren is uit een
in ons volk levende behoefte. De Neder
lander wil gewoon doen, juist nü. Hij
beseft dat het leven ondanks alles door
gaat en dat de eischen die het aan den
mensch stelt gelijk blijven.
En daarom: onttrekt U nu de
natuur in bloei staat en de zon ons
bruint evenals andere jaren aan
Uw dagelijksche beslommeringen.
Laat Uw arbeid rusten. Verlaat Uw
aloude bekende omgeving, om er
met nieuwen moed en nieuwe ener
gie terug te keeren. Het Hotelbedrijf
wacht U! Zijn over de geheele we
reld bekende en geroemde accomo-
datie wacht U! Zijn personeel staat
klaar om aan Uw grootste zoowel als
aan Uw kleinste wenschen en ver
langens te voldoen. Het wil voor U
„zorgen" gedurende den tijd dat Gij
U aan Uw dagelijksch werk onttrok
ken hebt. „Zorgt niet zelf, 1 a At voor
U zorgen" is het devies dat de Ne
derlandsche Hotelhouders zich geko
zen hebben.
Zoowel in de groote steden, waar amu
sement en bezienswaardigheden U lok
ken, als buiten in de stilte van bosch
en heide of aan de kalmeerende zee,
staan de Nederlandsche hotels, die oor
den van rust en ontspanning, gereed om
U met hun gemakken en geneugten te
omringen. Ge hebt er Uw distributie
kaarten niet van noode! Het Hotelbe
drijf distribueert voor U. Ge wordt er
ongemerkt „gedistribueerd!" Ge zijt er
bevrijd van Uw zorgen voor morgen.
Ge voelt U er iederen dag weer meer
opgewassen tegen het werk dat L wacht.
En Ge komt tot het inzicht dat Ge er
goed aan gedaan hebt om U ook dit
jaar weer toe te vertrouwen aan de
hoede van het Nederlandsche Hotelbe
drijf.
Doe gewoon! Het geldt voor alles en
ATU er. dank zij het droogmaken van
den Noord Ooslpolder en mede
door het anthropologisch onderzoek,
weer de aandacht is gevestigd op
Schokland, heeft een onzer medewer
kers eens opgezocht, wat er in vroe
ger jaren zooal over dit verlaten eiland
is geschreven. De vrucht van die na
sporingen is neergelegd in bijgaand
artikel.
Verschillende bedrijven heb
ben hoeveelheden over
gespaard
s-GRAVENHAGE. 1 Aur. Het
Rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning in oorlogstud maakt bekend,
dat. aangezien gebleken is, dat ver
schillende bedrijven van de haver-
toewijzing voor de paarden min of
meer belangrijke hoeveelheden heb
ben overgespaard, onder de gegeven
omstandigheden besloten is, deze
hoeveelheden niet zonder meer ter
beschikking van de betreffende
veehouders te laten.
De oorspronkelijke havertoewijzing
voor de paarden was verleend tot 15
September 1940. Aangezien thans van
alle bedrdven de nog resteerende gra
nen worden ingenomen, kan met het
oog op de uit te oefenen controle deze
toezegging niet meer worden gehand
haafd.
Immers, het is zeer moeilijk na te
gaan of de haver, welke voor de paar
den aanwezig zou zijn, afkomstig is van
de toewijzing, dan wel op andere wijze
verkregen werd.
Tn die gevallen, waarin de landbou
wers in moeilijkheden zouden geraken/
omdat gppn voldoende voeder voor dc
paarden aanwezig is, zal worden voor
zien door de verstrekking van een toe
wijzing mengvoeder.
C.A.O. VOOR DE SCHOENINDUSTRIE
's-GRAVENHAGE, 1 Aug. - De
Staatscourant van Woensdag 31 Juli be
vat een afzonderlijk bijvoegsel, waarin
is opgenomen een beschikking van den
secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Sociale Zn
ken, houdende algempen verbindend
verklaring van bepalingen der collectie
ve arbeidsovereenkomst voor de schoen
industrie.
voor allen Het evenwicht van den Ne
derlander is onverstoorbaar, evenals zijn
optimisme. En daarom: gun L" ook dit
jaar de rust en ontspanning die U toe
komt.
Het is in het belang van U zelf en
meer nog, in het belang van Uw kin
deren.
kerk bestaat geen herinnering of over
levering meer.
Wij wandelen nu Noordwaarts langs
de Oostzijde van het eiland en wel op
den kistdam of loopplank. Gelief u
herinneren, dat die loopplank geen an
derhalf voet breed en meest zonder
eenige leuning is. Zie recht voor u als
de koorddanser; een beweging link:
doet u tusschen rle palen op de steenen
of in den modder vallen; een rechtsche
afwijking zou u het genot van een zee
had bezorgen.
Na eenige minuten gaans bereikt men
14 armzalige huisjes, dicht bij elkander
gekropen als een hoopje verkleumde
kuikens. Twee zijn onbewoond en drei
gen in te vallen. In de overige treft men
16 gezinnen aan. Van Ens wandelen we
naar de zoogenaamde Middel- of Meu-
lenbuurt; 38 huizen vindt men er be
woond door 45 gezinnen. Ilier is de ver
blijfplaats van den burgemeester G
Gillet, tevens secretaris, die in deze
twee kwaliteiten en als opzichter van
den vuurtoren, met kosten van bestuur
en al zich met een jaarinkomen van
f 650 moet vergenoegen. Op Ens is het
verblijf van dr. C L. Meijer, die voor
f 800 en vrije woning een waarlijk niet
gemakkplijke taak heeft. In den zomei
mogen hem de wandelingen per plank
van zijn woning naar den Zuidert
naar Emmeloord vervelend zijn, in den
winter, hij stormachtige nachten en hoo-
ge vloeden zijn zij gevaarlijk.
Kommerlijk bestaan
1\T IETTFX.ENSTAANDE dc ver-
minderde middelen van bestaan
en de vermeerderde armoede, gaat
mr Mees verder, nemen de bevol
kine en de huwelijken toe en de
sterfte af. En evenwel: hoe kommer
lijk leeft de Schokker! Het voor
naamste voedsel is roggebrood, doch
in plaats van boter soms wat Frie-
sche kaas daarover gesmeerd. Voor
saus bij de gerechten mosterd, azijn
en water. Bladgroenten of vleesch
worden bijna nooit gebruikt, hoogst
zeldzaam een klein stukje spek.
Treden wij nu de woningen hinnec
dan zijn die der eigenlijke armen spi
dig beschreven. Een schuur met
vloer van klei en houten wanden, waa
de wind doorhenen loeit of de zon doo
henen brandt, waar in een woord koud
en hitte een even eereeden toegang vi
den. Het inwendige onzindelijk. Het zon
derlingste is de vuurhaard. In een de
hoeken van de kamer is de zolderinj
lager, daaronder wordt in den aschp<
gestookt. De rook gaat niet uit door ee:
Schoorsteen, maar tusschen het hoogei
en lagere gedeelte van den zolder en be
reikt zoo de vliering, waar hij behulp
zaarn is tn het droogen der aldaar uitge
spreide netten.
Wij. die een pleiziertochtie bij gun stil
weder naar Schokland deden, kunne'
ons moeilijk een denkbeeld vormen. h'
het er in den harren winter, hii de lane
avonden en nachten geschapen is.
buurten, die slechts 30 el breed
staan 6 a 7 voet hoven dagelijksch water
Bij stevigen wind schudt dc grond zor
danig, dat de spiegels en schilderij
soms vrij hard tegen de wand slaan
een weinig meer dan gewonen wind
met eenige oplettendheid waar te n*
men. dat alle kleine hangende voorwet
pen in bewering zijn en hij sterken Oo:
tenwind staat een pendule in een 0<
telijk gelegen kamer, terstond stil.
De sform van 1&
V\^ELK een tooneel moet hij hoo-
re vloeden het arme Schokland
niet opleveren! De eenige gemeen
schap tusschen de buurten, de
plank, is onder water: het eiland
wordt dan drie eilanden, ieder van
vijf minuten of minder in omtrek.
Het giert vooral door de armoedire
woningen, die op hun grondvesten
trillen en heven. Gelukkig evenwel,
dat. de toon eel en van 1825 zich nipt
herhaald hebben: toen was het er
vreeselijk gesteld.
Veel had men reeds den geheelen w
ten van 1824 geleden toen. op Donderd;
den 3den Februari 1825, het. water ster
begon fp rijzen. Met de hoogte van
voet. dat wist nipn. liep het ranse'
eiland onder, pn zie! des avonds kl"
het tof 8, tot 8'/a voet. Des nachts w
het vallende en rijzende tot het des nc
tends van den 4cn tot IOV2 voet slee
Reeds in October 1821 waren de pa;
werken aan de Oostzijde, zooals ook a
de Westzijde der buurten, zwaar bescl
digd: thans sloeg non geheel nieuw
hoid werk bij den Zuidert uit den groi
en dreef weg. De zeedijk, dié genar
zaam hei-stold was. werd tpr lenrte v;
meer dan 2009 pIIph vernield Dra wc:
de verwoesting voltooid. TTit de pal
werken op Ens en Emmeloord wertii
eeheele vakken weggeslingerd en dol
don stroom iTiedegevoerd De vuurtor
werd zoo geteisterd, dat hij geheel
nieuwd moest worden Uit de R K kc
te Emmeloord sloegen de muren w
bot altaar, do banken rnz.. werden dol
dp golven medpeesleent. Tn dp ondi
seheidone buurten snoeiden 26 hui?
weg. 70 werden zwaar beschadigd
noodlottigsfe van alles was. dat 1 m?
vrouwen en 8 kinderpn omkwam'
700 pindlgt mr. Moes deze levendige i
ScLriiving.
Straks, als de diik eereed is en
polder droog valt. dan zal Schoklaf
niet alleen als ei'and hebben onrroli'
dpp te bestaan. Hot zal ook epjeidrli
•n den bodem wegzinken .Alleen de f"
damentpn van de overnnrlp kerk op F
zullen dan nog hliivpp als pon Tiet int
ring aan menschel ijken strijd cn rotf
seheliik leed, op pen klein 'en eenzaa
stukie land in de vroeger zoo woelil
Zuiderzee.