De vereeniging met
den langen naam
J
De inrichting van het
zevende leerjaar
LAATSTE BERICHTEN
lenen louw in 't
Artelsche veld"
Volkseenheid
Bomaanslag op
Amsterdam
Conflict in het
Britsche
opperbevel?
Scherpe woorden
Over Boeken, Menschen en
kStroomingen J
Een gedenkboek over den boekhandel,
dat niet ongelezen mag blijven
door
Dr.P.H.RITTERJr.
VERSLAG VAN DE COMMISSIE-
VAN POELJE VERSCHENEN
Beschuit- en banket-
bloem
AFRIKA-JACHT IN HET
KNOLLENVELD
Marsman herdacht
Lord Beaverbrook's bevel
aan de jachtvliegres
Rusland en de Ver. Staten
Hongaarsch - Roemeensche
besprekingen
der Giornale d' Italia
jegens Griekenland
Ie BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 14 AUGUSTUS 1940
1~\ E Vereeniging tot bevordering van de belangen des boekhandels heeft de groole
■LS verdienste dat zij de eenige vereeniging is in Nederlandwier naam zich niet leent
voor de monstcrliike afkortingen, waaraan ons volk zich. al stotterend bezondigt. Haar
naam is zoo lang dat iedere afkorting faalt, reden waarom zij in den regel met den
titel wordt aangekondigd, die wij schreven boven dit opstel
Zij vierde haar eeuwfeest tijdens een oorlog, zij viert haar honderdvüfentwintig-jarig
bestaan tijdens een oorlog. Maar in 1915, toen Nederland buiten den werkelijken krijg
vertoefde, vond zij nog aanleiding, de bloemetjes buiten te zetten, en gaf zij een feest
maaltijd. waar twee honderd vijfenzeventig gasten aanzaten waaronder Minister Post-
huma, jhrRöell, de Commissaris der provincie Noord-Holland en wijlen burgemeester
Tellegen, en dichtte zij een feestlied
„Honderd jaar is de Vereeniging
Honderd jaar en toch niet oud!
.long in werkkracht, jong in daden
Groot in wat zij heeft gebouwd
DAT feestlied geldt nop heden ten
dage; het heeft zelfs een verhoogde
beteekenis gekregen, maar het feest
banket, en de krans van joligheid en
vindingrijken humor, welke dat luis
terrijke feest omgaf, moeten thans
achterwege blijven. De vereeniging met
den langen naam wenscht van ons
thans slechts een stillen handdruk en
schonk ons slechts een merkwaardig ge
schrift van mr. A. Loosjes. Den stil
len handdruk geven wij haar en wij
leggen warmte in dien handdruk, want
zij heeft veel gedaan voor het boek, en
wij, auteurs en journalisten, die het
boek schrijven en beoordeelen, hebben
in het bijzonder reden, haar geluk te
wenschen. omdat wij toch eigenlijk den
kon en de staart vormen van haar vak.
Want de kop is; dat het hoek geschre
ven wordt en de staart, dat het publiek
het leest.
Maar over het boek van mr. Loosjes
nioet ook wat worden gezegd. Wie. die
ooit met het boek te maken had, kent
hem niet, den rustigen, altijd hulpvaar
digen mensch, wien de deftigheid, dit
zoo te waardeeren attribuut van uitge
vers en boekverkoopcr, nooit verlaat,
maar die achter zijn brilleglazen twee
fonkelende oogen heeft, welke den pit-
tigen en onbarmhartigen schrijver ver
raden. die vele artikelen in „de Dietsche
Gedachte" op zijn rekening heeft staan,
waarin hij ons volk gegispt heeft om de
zonden tegen zijn nationaal wezen.
DE lectuur van de meeste „Gedenk
boeken" i6 ijselijk vervelend. Zij
dienen er toe, om plechtig aangeboden
te worden en daarna te verdwijnen naar
zolders en afgesloten kast-laden. Zij be-
hooren tot die rubriek van geschriften,
waarvan bij voorbaat vaststaat, dat wij
ze niet lezen. Maar d i t gedenkboek
is zeer lezenswaard. Omdat mr. A.
Loosjes het heeft geschreven.
Want mr. Loosjes behoort tot de zeer
enkelen in de wereld, die de waarheid
aandurven. Hij zal den luister zijner
vereeniging (lezer, gun mij een actueel
woord) niet verduisteren, maar als er
in zijn vereeniging strijd en moeilijk
heid voorkomt, dan verdraait hij hel
om „taktisch" te zijn., en komt er eerlijk
voor uit. Verder behoort mr. Loosjes tot
de even zeldzame auteurs, die behoor
lijk Nederlandsch schrijven en bi] de
lectuur van wiens geschriften men zich
vrij weet van anglicismen, germanis
men en gallicismen. Daarom mag* d i t
gedenkboek niet naar den zolder wor
den verwezen, maar behoort het op een
zichtbare plaats in onzo boekenkast.
MAAR ook verdient'het dat lot, om
dat „het boek" behoort tot onze
eerste cultuurgoederen en men in het
geschrift dat onze aandacht heeft, een
stuk geschiedenis aantreft van het boek
in Nederland.
Het boek, zijn verzorging en versprei
ding en inventariseerinc wordt in ons
land niet aan de heidenen overgelaten,
en dat het aantal boék-heidenen in Ne
derland gestadig afneemt, daaraan heeft
de vereeniging met den langen naam
haar deel.
Zij heeft een perfekt archief ingericht
van de gegevens, die op het boek be
trekking hebben. Zij onderhoudt het
„Bestelhuis \an den Boekhandel", en 't
Centraal Boekhuis te Amsterdam, dat
eigenlijk de bron is te noemen van al
onze literatuur, zij ger'ft het Nieuws
blad van den Boekhandel uit, wantin
men omtrent alle nieuwe verschijnin
gen kan worden ingelicht, een nieuws
blad. dat eigenlijk regelmatig in handen
moest komen van ieder, die in het boek
belang stelt. Zij is een gemeenschappe
lijke reclame begonnen en zij brengt
veel leven in de brouwerij van het boek
door haar thans alom bekende boeken
week. Zij heeft een belangrijke biblio
theek, een bibliotheekfonds, een fonds
voor de Noord-Nederlandsche Biblio
grafie en zii bemoeit zich met het han
delsverkeer in den Nederlandschen
boekhandel, de regeling voor het lees
bibliotheek-bedrijf en de vakopleiding
tot den boekhandel en het uitgeversbe
drijf.
Duizelt het u? Ik ben nog verre van
volledig geweest in mijne opsomming'
van hare goede werken, en toch geiool
ik, dat ik u een indruk gegeven heb \an
haar veelzijdigen arbeid.
Wij zingen „In Holland staat een
huis!" .Ta. inderdaad, in Holland, in
Amsterdam, staat op een der deftige
grachten een imposant huis, en in dat
huis arbeiden vele heldere hoofden en
vele vaardige handen aan de centrale
distributie van het boek en aan de cen
trale zorg van al wat met het boek sa
menhangt.
En nu willen wij op dezen stil-ge-
vierden honderd vijf en twintigsten ver-
Jaardag van een vereeniging. die ieder
Nederlander, die in cultuur belang stelt
op het hart moest dragen, ons niet ver
diepen in de moeilijkheden uit haar
verleden, waarvan mr. Loosjes met zulk
een niets-ontziende openhartigheid ver
telt. Wij willen ons niet verdiepen in
tegenstellingen tusschen uitgevers en
boekverkoopers, noch in de lange wor
steling om de reorganisatie. Wij zien
slechts dit: dat deze vereeniging ge
groeid is tot een uiterst belangrijke or
ganisatie ten dienste van het hoek. en
dat zij daarom den dank verdient van
onze geheele cultuur-gemeenschap.
PIET HEIN, zijn naam is- klein,
z'n daden bennen groot!", het is
misschien het meest, populaire onzer
volksliederen. Ziet hier een vereeniging,
wier naam groot is en wier daden ook
groot bennen, en die daarom het recht
heeft een der meest populaire te zijn
van onze vereenigingen.
Het contact tusschen literatoren
eenerzijds en boekverkoopers en uitge
vers anderzijds geeft een eigenaardig
beeld te aanschouwen. Want boekver
koopers en uitgevers zijn uitermate def
tige lieden, cn literatoren zijn zoo'n
beetje jongens van de vlakte. Maar hoe
perfekt leven zij samen, deze bewoners
van tegengestelde polen en tot hoevele
vreugdevolle bijeenkomsten in boeken
weken heeft deze bonte samenleving
aanleiding gegeven!
Bij ieder feest, zeif6 bij een stil feest
als onze honderd vijf en twintisr-jarige
than6 viert, roept men een goede fee
In de kassen van de Proeftuin van het Zuid Hollandsch Glasdistrict te Naaldwijk
worden vele bijzondere groente- en (rultsoorten gekweekt - De oubergines
groeien voorspoedig (Foto Pax Holland)
Een verzoek van de samen
werkende organisaties in
het bakkersbedrijf
's-GRAVENHAGE, 11 Aug. De sa
menwerkende organisaties van werk
gevers in het bakkersbedrijf hebben
zich telegrafisch gewend tot het hoofd
van het departement van l-Iandel, Nij
verheid en Scheepvaart, met het ver
zoek ten spoedigste maatregelen te wil
len treffen, opdat aan de broodbakke
rijen, die tevens banket en beschuit ver
vaardigen, beschuit bloem en banket-
bloem ter beschikking wordt gesteld,
niet alleen in het belang van deze be
drijven, doch ook in het belang van het
groote aantal arbeiders in deze bedrij
ven werkzaam.
De organisaties wezen in het tele
gram tevens op de onbillijkheid die in
dezen bestaat, n.l. dat de beschuitfabrie
ken en banketfabrieken voorzien wor
den van beschuitbloem en banket-
bloem, doch de vele duizenden kleinere
bedrijven, die tevens beschuit en ban
ket maken, op het oogenblik daarvan
uitgesloten zijn.
aan, wie men vraagt om de vervulling
van een wensch. Welke wensch zullen
wij haar thans toevertrouwen? Dat
het Nederlandsche volk met groot
enthousiasme zal antwoorden op de
groote opwekkingsbeweging tot lectuur,
die de vereeniging met den langen
naam binnenkort weer gaat beginnen.
Want het beste, wat wij in oorlogstijd
kunnen doen is: lezen!
JLJEFTIG ratelt de tele
foon in dc groote ka
nier van het gemeentehuis.
Het is één van dc eerste da
gen van den oorlogsstorm,
die zoo plotseling over ons
vaderland is opgestoken.
Niet alleen in het midden
cn in dc groote steden,
maar tot zelfs in de klein
ste uithoeken van het land,
cn zoo ook in dit vredig
dorpje in het Zuid-Westen,
heeft het logge oorlogs-
mónster zijn schaduw voor-
geschaft te worden, want aan. het einde van het veld
reeds ten tweede male ra- bij den boschrand, een ge-
telt de telefoon cn dezelfde weldigc gele gedaante zich
boer kondigt aan dat met groote sprongen voort-
„dieen louw" nog altijd lus- bewegen. Dc kleine "ambtc-
tig rondspringt en „alle naar parkeert ijlings zijn
schape opvreit„Kom toch fiets in den berm, en pos
gauw," is wederom zijn teert, zich met een benepen
bede in doodsnood. gezicht bij een hoogen
„Ja, we komen," brult de boom. Ook de anderen ver-
klerk terug, ,we zijn het ge- zekeren zich met hun fiet-
weer al aan het laden." sen, zoo het noodig mocht
blijken, een veiligen af-
J\yf AAR nu is het dc bur- tocht. Slechts de militaire
1*1 gemeester, die in- politie schept behagen in
grijpt. Dc militaire politic het geval. Fluks is een hek
tel veer niéuwe nariffhëdcn Worrft opgebeld en het geforceerd cn hobbelend en
dreint aan te kondigen duurt niet lang of een zij- duikelend verdwijnt de mo-
voelen allen van burqc- span met twee hoornen van tor, met zijn berijders met
meester tot den loopjongen kerels, beladen met gewei- het geweer xmden^fulag,
van den secretaris, zich be. dige spuiten, cn met bi eed naar dc b uwer-
klrrnd nw het hart. glimlachende gezichten, be- klinken, rookwolkjes tiek-
rcid ik-wcet-nict-wat te ken op en spoedig verschrj-
uitgeworpen en dies
hccrschl ccn zeer gespan- 'Ï"V" ""V
nen en ongcnoegelijke sfeer ™er al attn hct laden'
in de. gemeente en in het
raadhuis. En wanneer dan
dc ongeluksbode, dc tele
foon, met zijn heftig gera
-■ villi -ii l' t'-tiff fVW» v/'
Aarzelend gnjpt de klerk sc/ll-e^cn voor fat ge- nen de militaire jagers
naar den hoorn en zicht- meentejiui8 voor, angstig weer met glunderende ge
baar bevreesd houdt hij c[oor hel dage- zichten. Het pleit is bc-
hem aan het. oor. lijksch gemeentebestuur, slecht en het gevaarlijke
„Burgemiester, burge- het voitomQ administratief roofdier is niet meer. Het
miester, gilt ecu ontzette -crsoncci en dorpspoli- is geveld door toch zeker
stem, „d er springt tenen 'tk (Me kogcls cn sijn Hjk is in
louw in het Artelsche veld; -n ook jcze iaat_ het snelstroomand riviertje
kom toch gauw, kom toch gfcn £00J. hct geval van gepi01l8t.
Oauw- nood van degelijke wa-
„Een louw, voor den pens en snc//c vervoer mid- HF ROTSCH en gelukkig
drommel, in hct Artelsche delen voorzien en terwijl 1 over het geslaagde
veld, wat is dat?" zegt dc -|c/t n0g eenige boeren met jachtfestijn keert het gezel
klerk en kijkt verbaasd om. gyiepen cn mestvorken bij schap zegevierend naar
„Wat, een louw," vraagt het jachtgezelschap aan- zijn punt van uitgang te-
de burgemeester verwon- siniten, begeeft dc stoet rug, en nadat dc bur ge
werd, „een leeuw zullen die (n VCrsncld tempo op meester opdracht heeft ge-
boeren bedoelen. Een 'iveg naar hct Artelsche geven om. hct kadaver, als
leeuw? Die hebben ze zeker veid. De auto van den bur- het gezien mocht worden,
losgelaten uit den dieren- gervader voorop, dan de op te visschen, noodigt hij
tuin in het volgende dorp. sij3pan, vervolgens de veld- de deelnemers aan dc jacht
Wat moeten we daar nu wacl,ter en het personeel uit op een vroolijlcen dronk
mee aan?" op de fiets, de boeren en op den goeden afloop.
Doodschietenluidt het tenslotte, zich als een ra- Gezellig zit het gezel-
korte bescheid van den 'se- zende werende, de kleine schap bijeen, drinkt cn
cretaris. Maar dat is ge- ambtenaar van den burger- kout, vertelt met nadruk el-
makkelijker gezegd dan gc- lijken stand, die op hct laat- kander dc eigen zoo juist
daan. Wat ongebruikte wa- stc moment er nog in slaag- beleefde avonturen, stipt
pens, waarondSr een jacht- de een meisjes fiets te pak- vergenoegd humoristische
geweer, liggen nog op zol- keu te krijgen. détails aan tot plots met
der boven. Dc loopjongen In dc buurt van het ter- groote kracht de deur open-
wordt er heen gestuurd en rein des onheils begint hct gezwaaid wordt door een
intusschen wordt de veld- tempo te minderen, spie- van woede bevenden jacht
wachter opgesnord, om dend gaan de oogen rond, opziener van de plaats bui-
diens hulp en raad in te de wapens worden vaster ten het dorp, die met. tra-
winnen. Maar ook hij blijkt, in de knuisten gegrepen cn nen van toorn in de oogen,
evenals dc anderen van het bij de metsten begint het luide en krachtig protcs-
notabele gezelschap, zeer enthousiasme voor hun teert tegen hct gedrag van
weinig lust te.hebben ineen taak belangrijk te tanen, gewapende onverlaten, die
dergelijke riskante jacht- Warempel, daar ziet men nóg geen half uur geleden
partij in de knollenvelden eensklaps, deels tot onge- zijn. grooten, gelen jacht
en boschjes van zijn terri- me$ne vreugde, deels tot hond hebben doodgescho-
torium. Raad dient echter grooten schrik en angst, ten.
Ons volksleven moet gefundeerd
worden op de overwinnende
krachten van vergeving
en van naastenliefde
In het Alg. Weekblad herdenkt C.
Leeflang den onlangs gestorven dichter
Henny Marsman. „Hij verachtte het
kruis, en het kruis liet hem niet los.
Zijn trots bleef ongebroken. Omdat hij
niet kwam tot de overgave aan God, die
de zin is van het leven, bleef de angst
voor den dood., en de onlust over van
den waanzin van het levenEen
Dichter is heengegaan. Onze smart is
groot.'*
Daan Jansen schrijft over Kerken en
crypten, W. A. P. Smit over liederen van
geloof. Verder citeeren wij uit een be
langrijke beschouwing van L. J. A. de
Jonge over Volkseenheid:
„Onontkoombaar is onze bitterheid te
verteren en „oud zeer" te vergeten. Om
werkelijk zoo algeheel te vergeven en
opnieuw te beginnen, als we dagelijks
aan God bidden door het „Onze Vader".
Doet Christus niet eiken dag opnieuw
hetzelfde met ons? Er is geen eenheid
noch gemeenschap mogelijk met alle
landgenooten, dan de eenheid door
verzoening. Dat is het eenige ant
woord op de verscheurdheid van ons
volksleven. Zou op dit peil van denken
en handelen nationale samenwerking
cn reëele volkseenheid mogelijk zijn?
In feite gaat het erom, of we liefde ge
noeg hebben om eerlijk onze tegenstan
ders en vijanden tegemoet te treden.
Als Nederland een waarach
tige eenheid wil worden, moet
ons volksleven gefundeerd
worden op de overwinnende
krachten van vergeving en
van naastenliefde. Nederland
heeft onze toewijding noodig, hier en
nu, om tot zijn hoogste bestemming te
komen. Lager mogen we niet grijpen
willen wij onze nationale erfenis waard
zijn.
Nederland heeft immers eeuwenlang
zijn taak in de wereld met eere vol
bracht. Nederland heeft vele zonen
voortgebracht, die als lichtende gestal
ten voortleven in onze herinnering en
in hunne werken.
Dit historische bewustzijn is het ce
ment van ons volksleven. Nederland
heeft meer dan ooit noodig een nieuwe
pioniersgeest, die een reëele en inner
lijk sterke volksgemeenschap zal bren
cn. Daaraan te bouwen, onvermoei
baar, is de mooiste taak voor elkeen,
die haar ziet en aanvaarden wil; Hct is
niet mogelijk haar te aanvaarden zonder
brandende liefde in ons hart voor ons
volk en voor ons land. Dc grondslag
ervoor is onze eenheid met God en met
onze naaste.
Iets ervan te verwezenlijken kan ons
gegeven zijn, als in ons hart de hewo
genheid is gewekt door het Kruis van
Christus, als wereldwijde liefdedaad
Gods, ook voor ons".'
Nog niet-ontplofte projectielen
in de buurt van de
Kinkerstraat
AMSTERDAM, 13 Aug. Hst, leed,
"lat het Engelsche bombardement op de
hoofdstad in den nacht van Maandag
op Dinsdag veroorzaakt heeft, is wel
licht nog niet ten einde. Er zijn name
lijk in de buurt van de Kinkerstraat
nog explosieve projectielen gevonden,
die nog niet tot ontploffing gekomen
zijn. Een is er het wegdek ingedrongen
en eindigt thans vlak onder dc tramrails.
Met het oog op de mogelijkheid, dat
men hier met een tijdbom te maken
heeft, is hct huizenblok tusschen Da
Cost astraat en Da Costakade op last
van de Duitsche autoriteiten ontruimd.
Het is niet het eenige niet-ontplofte
projectiel. Bij de pcrceelen Kinker
straat 11, 43 en -45 liggen er nog drie.
Het verkeer door dit gedeelte van de
Kinkerstraat is omgelegd. Ook het
tramverkeer is hiermede gemoeid, en
wel voor wat betreft de lijnen 7 en 17.
Lijn 7 rijdt thans, komende van den
Weteringschans, via Overtoom en le
Constantijn Huygenstraat, de route van
lijn 17 is in zooverre gewijzigd, dat via
Rozengracht, de Clereqstraat en Bilder-
dijkstra at gereden wordt.
's-GRAVENHAGE, 14 Augustus.
Verschenen is het verslag van de
commissie-Van Poelje, aan welke
commissie was opgedragen te on
derzoeken, hoe het zevende leerjaar
en de evcntueele hoogere leerjaren
van de school voor gewoon lager
onderwijs kunnen worden inge
richt, in het bijzonder ook in ver
band met de hier en daar opgeko
men neiging om door toevoeging
van huishoudelijke vakken aan het
onderwijs in die leerjaren een spe
ciaal karakter te geven.
De commissie komt in dit rapport
tot de volgende conclusies:
1. Een oplossing van het aan de
commissie voorgelegde vraagstuk moet
gezocht worden, zonder dat daarbij
aan de grondslagen van de geldende
wettelijke onderwijsorganisatie wordt
getornd.
Hoewel het niet mogelijk is om
een volledige analyse en een bepaling
van haar onderlinge verhouding te ge
ven van alle oorzaken, welke tot hct
ontstaan van de tegenwoordige moei
lijkheden hebben geleid, mag, wat Let
onderwijs aan meisjes betreft, worden
voorop gesteld, dat vooral het nog al
tijd bestaand tekort aan primair nijver
heidsonderwijs voor meisjes een groote
rol speelt.
Hct is daarom gewenscht, dat,
zoodra de openbare geldmiddelen
dit toelaten, van overheidswege
medewerking wordt verleend tot
het stichten van een aantal, de pri
maire opleiding omvattende, een
voudige nijverheidsscholen voor
meisjes.
3. Ook wanneer dc onder 2 bedoelde
scholen zullen zijn gesticht, zullen er
meisjes overblijven, die na het door-
loopen van de eerste zes jaren van het
gewoon lagrr onderwijs niet naar een
nijverheidsschool overgaan. Voor de
zen, cn, zoolang een beduidende uit
breiding van het nijverheidsonderwijs
voor meisjes niet mogelijk is, ook voor
de onder 2 bedoelden, dient normaal
wettelijk de mogelijkheid te worden
geschapen, dat het zevende en de
eventueel volgende leerjaren een on
derwijs geven, dat meer dan het over
wegend tot het verstand sprekende
onderwijs de belangstelling heeft van
de leerlingen, en dat voor haar verder
leven ook grootere practische waarde
heeft dan dit laatste.
4. Voor het zevende leerjaar zal
daartoe in den regel geen verdere
uitbreiding van de leerstof noodig
zijn, dan wordt verkregen door ont
wikkeling van het vak nuttige
handwerken in de richting van het
z.g. lingerienaaien.
5. Zoodra men verder wil gaan dan
onder 4 is aangegeven, dient de oplos
sing in de eerste plaats te worden ge
zocht in samenwerking tusschen de
lagere school en het nijverheidsonder
wijs.
6. Indien in gevallen als onder 5 be
doeld, samenwerking van de lagere
school met een nijverheidsschool niet
mogelijk is, of daarvan om objectief te
toetsen redenen moet worden afgezien,
client de mogelijkheid te worden ge
schapen, dat aan het leerplan van het
achtste (eventueel negende) leerjaar
der lagere school andere vakken van
nijverheidsonderwijs dan lingerienaai
en worden toegevoegd, mits onder de
noodige waarborgen, dat voor bouw en
inrichting van lokalen geen gelden uit
de openbare kassen worden beschik
baar gesteld, indien hot medegebruik
van andere lokalen met inrichting kan
worden verkregen, en dat op de uit de
openbare kassen bekostigde gebouwen
en inrichtingen steeds de last zal rus
ten, dat tot medegebruik moet worden
medegewerkt, zoolang het eigen ge
bruik gedurende een vast te stellen
maximum-aantal lesuren per klasse de
objectieve mogelijkheid daarvan laat
bestaan, en dat ook het onderwijs in
deze vakken alleen door daartoe be
voegde leerkrachten wordt gegeven.
7. Voor de jongens ligt het vraagstuk
anders dan voor de meisjes omdat de
primaire nijverheidsschool voor jon
gens steeds een school is, die bepaalde
vakopleiding geeft. Daarom zal voor de
jongens, voor zoover uitbreiding der
leerstof in het geding is, er in den regel
mede volstaan moeten worden, dat
praktisch georiënteerd onderwijs in
handenarbeid in het leerplan van het
zevende en de eventueele hoogere leer
jaren wordt opgenomen. Nader dient
te worden onderzocht, in welke mate
in bepaalde deelen van het land sa
menwerking met land- en tuinbouw
onderwijs mogelijk is, en wat het ze
vende leerjaar en de eventueele hoogere
leerjaren kunnen doen in de richting
van voorbereiding voor die vakken,
waarvoor een schoolopleiding niet. of
nog niet bestaat, wellicht niet of moei
lijk denkbaar is. .j
(Ongecorrigeerd)
STOCKHOLM, 14 Aug. (D.N.B.).
Het eerste politieke gevolg van de
Duitsche luchtaanvallen op Enge
land is, naar in Zweden uit Londen
verluidt, een conflict in het Britsche
opperbevel, dat wellicht tot belang
rijke mutaties op de hoogere posten
van het Britsche ministerie van
luchtvaart tengevolge zal hebben.
Lord Gort en eenige andere leidende
generaals van het leger verzetten zich
krachtig tegen het bekende bevel van
Lord Beaverbrook aan de piloten der
jachtvliegtuigen om zich niet meer aan
gevechten met de Duitsthe jachtvliegers
te wagen. Beaverbrook heeft in een
Maandag onder voorzitterschap van
Churchill gehouden vergadering, waar
aan uitsluitend militairen van de drie
deelen der weermacht deenamen, het
standpunt verdedigd, dat England?
jachtvloot beslist, gespaard moet worden,
om op het oogenblik van den Duitschen
inval nog ten volle strijdvaadig te zijn.
Lord Gort wees er daarentegen op. dat
uitbreiding van het. principe van de
„Fleet in Being" tot de luchtvloot tot
\erderfelijkc gevolgen \oor hct land zou
kunnen leiden. „Het geeft niets wanneer
de jachtvliegtuigen gespaard blijven,
doch het geheele land intusschen ver
woest wordt."
Beaverbrook zou zijn standpunt echter
hebben doorgezet. Daarom hebben de
Britsche jachtvliegers ook daarna in
hoofdzaak slechts bommenwerpers aan
gevallen. terwijl zij bij het verschijnen
\an Duitsche jagers de wijk namen.
WASHINGTON, li Aug. (D.N.B
Onderstaatssecretaris Sumner Welles
heeft medegedeeld, dat hij in den loop
van de afgelopen dagen twee besprekin
gen heeft gevoerd met den Sovjet-Rus-
sischen ambassadeur Oumansky. Hij
zal deze besprekingen voortzetten in de
hoop op een bevredigende regeling van
de problemen, welke beide naties be
treffen. In verhand met de Russische
nota, waarin de opheffing wordt ge-
eischt van de dipplomatieke en consu
laire vertegenwoordigingen in de Balti-
sche staten heelt Welles verklaard, dat
een antwoord der Amerikaansche regee-
ring binnenkort zal volgen.
BOEDAPEST, 14 Aug. (D.N.B.)
Naar in bevoegde Hongaarsehe po
litieke kringen verluidt, is te Boeda
pest een officieels uitnoodiging ont
vangen van de Roemeensche regee
ring om te beginnen met de Hon-
gaarsch-Roemeensche onderhande
lingen, welke zullen worden gehou
den in Turn-Severin. De Hongaar-
sche delegatie zal waarschijnlijk
onder leiding van den gezant Von
Hory in de tweede helft von deze
week naar Turn-Severin reizen om
de besprekingen met de Roemeen
sche delegatie te openen.
ROME, 14 Aug. (D.N.B.) Ojiu.»r het
opschrift „Gerechtigheid voor Albanië,
vergeefsche poging van Griekenland om
den moord op den patriot Daut Iloggia
te rechtvaardigen" verklaart dc Gior
nale d'Italia: De regeering te Athene
probeert zich door een lange en kron
kelige nota van haar schuld schoon 19
wasschen. Daut Hoggia is een ware pa
triot en werd door alle fiere Albanee-
sche 6tamm engeëerd. Jarenlang heeft
hij met gevaar voor zijn leven aan alle
nationale vrijheids- en onafhankelijk
heidsbewegingen deelgenomen
De jeugdige sluipmoordenaars zijn
twee Grieksche en geen Albanecsche
nomaden. Sinds geruimen tijd is van
hen bekend, dat zij door de Grieksche
politie betaald worden Het atheensche
persbureau kan het zich besparen er
op te wijzen, dat de Grieksche regie
ring de onafhankelijkheid van Albanië
cn zijn grenzen eerbiedigt. Italië heeft
tallooze bewijzen in handen, welke van
het tegendeel blijk geven.
Sinds de eerste dagen van de Itali-
aansche deelneming aan den oorlog
heeft Griekenland zijn ontbindende
actie aan dc grens van Albanië ver
scherpt. Van het begin af heeft het zich
door zijn gebied cn zijn kust bereid ie
stellen ter beschikking van het Brit
sche opperbevel gesteld. De minister
van buitenlandsche zaken graaf Ci-ano
heeft in een van zijn redevoeringen hel
der en duidelijk gezegd, dat de grenzen
van Albanië en de verdediging daar
van een heiligen plicht vormen voor
Italië. In dit beslissende uur van de
Europeesche geschiedenis kunnen der
gelijke laakbare fouten, als Grieken
land zich veroorlooft, niet geduld wor
den.