Zware straffen wegens beleediging van den Fuehrer Felle luchtgevechten boven de Middellandsche Zee De uitgeverij en de handel in drukwerken De Britsche vliegtuig- verliezen Economische onafhankelijkheid van de Pers Geen overdracht van bedrijven Generaal-pardon verlengd tot 31 Augustus Engelsche schepen hevig bestookt Finland zal geen honger hebben EEN STRIJD OMEEïs GEDENKTEEKEN V oorraad motorbrand stof moet worden opgegeven zonder toestemming Vestigingsplannen en organisatie-wij ziging behoeven goedkeuring v. d. Rijkscommissaris EERSTE ZITTING DUITSCH LANDGERECHT Ie BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 20 AUGUSTUS 1940 ROME, 19 Aug. (D.N.B.). Boven de Middellandsche Zee hebben zich in de laatste dagen zware luchtgevechten afgespeeld, waarover naar de oorlogscor respondent van het D.N.B. voor het Middellandsche Zeegebied meldt thans nadere bijzonder heden bekend worden. Italiaansche verkenningsvliegtuigen hadden in de haven van Alexandrië een groot aantal Engelsche linieschepen, kruisers en torpedobooten vastgesteld. Kort daarop deden verscheidene eska ders Italiaansche bommenwerpers, bege leid door talrijke jagers, een aanval op de haven en bestookten deze. anderhalf uur lang ononderbroken met bommen van het zwaarste kaliber. De Engelsche Middellandsche Zcevloot poogde aan vankelijk maar tevergeefs schuil te gaan achter een rookgordijn. Daarop stegen Engelsche jagers op en een hevige lucht- strijd ontspon zich. Tijdens het bombar deeren met explosieve bommen konden de Italiaansche vliegers de uitwerking hiervan reeds waarnemen. Hooge rook zuilen en branden werden op verschil lende punten in het havengebied gezien en den volgenden dag werd vastgesteld, dat een deel van de Engelsche Middel landsche Zeevloot de haven van Alexan drië had verlaten. Er bestaat hier de indruk, dat de Engelschen hun Middel landsche Zeevloot in het Oostelijke bek ken van de Middellandsche Zee hebben verdeeld over verschillende havens om dc bedreiging door de onophoudelijke Italiaansche bomaanvallen te verminde ren. Bij hun terugkeer van Alexandrië kregen de Italiaansche verkennings vliegtuigen een Engelsch eskader in het vizier, dat een sterkte had van vier krui sers, acht torpedojagers en een vlieg tuigmoederschip en dat koers zette naar het Westen. Kort daarop werd de aan wezigheid van het Engelsche eskader in de nabijheid van de Italiaansche haven Bardia aan de Noord-Afrikaansche kust vastgesteld. Het eskader opende het vuur op de haven en loste 300 schoten. Tegelijkertijd stegen van het vliegtuig moederschip Engelsche jagers op, die voortdurend boven het eskader zwerm den. Kort daarop kwamen, begeleid door jagers, verscheidene Italiaansche eska ders bommenwerpers ter plaatse. Aan de Italiaansche vliegers gelukte het in korten tijd zeven Engelsche Glocester- pladiator-vliegtuigen neer te schieten. Twee andere vliegtuigen stortten bran dend naar omlaag en kunnen als verlo ren beschouwd worden. De Italiaansche xerliezen aan vliegtuigen bedroegen drie jagers. Onder den indruk van deze on ophoudelijke bombardementen hield hot Fngelsche eskader op met de beschie ting van de haven van Bardia en ver dween Ondanks de hevige beschieting, welke urenlang heeft geduurd, is de schade, welke in de haven van Bardia is aange richt, buitengewoon gering. De aflei dingsmanoeuvre, welke het Engelsche opperbevel te Cairo als afweer tegen de dagelijks heviger Italiaansche luchtaan- allen heeft ondernomen, is geheel zon der resultaat gebleven. Het initiatief in de Middellandsche Zee ligt in de handen van Italië. Van 8 tot 18 Augustus werden 732 vliegtuigen vernietigd BERLIJN. 19 Aug. (D.N.B.) De Berliner Lokal-Anzeiger geeft een over zicht van de verliezen der Britsche luchtmacht. Volgens de officieele berich ten van het opperbevel der weermacht zijn van 8 tot IS Augustus in het ge heel 732 vijandelijke vliegtuigen vernie- tigd. In Berlijnsche politieke kringen volgt men de neutrale persstemmen over den luchtslag boven Londen met belang stelling. Men herinnert daarbij aan de volgende neutrale verklaringen: In de Vereenigde Staten constateerde een hoog officier der luchtmacht, dat het er slecht voor Engeland uitziet. Prof. dr. IVilliams van de Universiteit North Ca rolina heeft in een interview- ver klaard: Duitschland zal waarschijnlijk dezen oorlog winnen In berichten uit Stockholm wordt gezegd, dat Engeland pegronde redenen schijnt te hebben om de successen der Duitscbe luchtmacht te verbergen, want do correspondent van de Stockholm Tidning mocht Croy don niet bezichtigen. De vertegenwoor diger van Svenska Dagbladet is zelfs onder verdenking van spionnage gear resteerd. toen hii Crovdon naderde, hoe wel hij over geldige panieren lipsohikte. Hij werd naar zijn auto teruggebracht en bedreigd met zeer strenge maatre gelen voor het geval hij terug zou ko men. Men krijgt den indruk dat de fei ten niet overeenstemmen met de offici eele Engelsche overwinningsberichten. FINSCH SCHIP AANGEHOUDEN HELSINKI. 19 Aug. (D.N.B. Het tusschen de Vereenigde Staten en Pet- samo varende Finsche schip „Mathilda Torden" is. naar thans bekend wordt, door de Engelschen opgebracht en ge dwongen een Schotscho haven aan te loopen. De „Mathilda Torden", die 6000 tr»n meet, had uitsluitend lading voor Tinland aan boord. Verklaringen van Ryti en Tanner HELSINKI, 19 Aug. (D.N.B.) Minis- ter-president Ryti en de vroegere minis ter voor de volksvoorziening. Tanner, hebben redevoeringen over den econo- mischen toestand van Finland gehou den. Ryti constateerde, dat door de de mobilisatie van het leger werkkrachten voor den herbonw vrijgekomen zijn. Zelfs bij de moeilijke economische poli tie van het land, welks herstel in hoofd zaak van den binten landschen handel afhankelijk is, behoeft in den komenden winter niemand voor honger te vreezen. Werkloosheid van grooten omvang be hoeft niet verwacht te worden. Tanner wees er op, dat de buiten- landsche handel een concentreerende or ganisatie eischt en deelde mede, dat daarom een bureau voor de centrale lei ding van den huitenlandschen handel opgericht zal worden. LUCHTVERKEER NAAR NOORD- NOORWEGEN HERSTELD OSLO. 19 Augustus (D.N.B Het Noorsche hurgerluchtverkeer met Noord- Noorwegen is, naar „Aften Posten" meldt, weer hersteld. BINNENLAND Op een soldatengraf bij de gemeente Sassenheim 's-GRAVENHAGE, 19 Augustus. Bij de Postbrug onder Sassenheim is in de oorlogsdagen een aantal Nederland sche soldaten door de ontploffing van een bom gedood. Op verzoek van cLe militaire autoriteiten zijn de gesneuvel den toen door bemoeiing van den bur gemeester van Sassenheim hegraven in een nabij gelegen weiland. Dit stuk was eigendom van den heer B. te Sassen heim. Op het graf werd een houten kruis neergezet, een en ander in over leg met den eigenaar. Later werd-en aanstalten gemaakt om het houten kruis door een 6teenen kruis te ver vangen. Hiermede nam de heer B. geen genoegen. Hii dagvaardde de gemeente Sassenheim in kort geding voor den president der Haagsche rechtbank, met den eisch, dat de werkzaamheden zou den moeten stopgezet. Omdat hij als eigenaar niet gekend was in deze zaak en hij bezwaar had tegen een steenen kruis van 2.75 m. hoog. De president heeft heden deze vor- dering afgewezen en daarbij overwo gen, dat het d/ien verrichten dier wer ken door den burgemeester alleen dan zou kunnen worden beschouwd als een handelen door of namens de gedaagde (de gemeente Sassenheim), wanneer de burgemeester zou hebben gehandeld als orgaan van de gemeente, derhalve bin nen den kring van de aan den burge meester in het belang der gemeente huishouding opgedragen taak. Naar de meening van d>?n president valt echter de zorg voor oprichting van een gedenk- teeken op het onderhavige graf niet binnen den kring van de aan den bur gemeester als orgaan der gemeente bij de gemeentewet nf de begrafeniswet om gedragen bevoegdheden. (De burgemees ter had betoogd, dat hij op last van de militaire overheid had gehandeld). Uiterlijk op 22 Aug. a.s. 's GRAVENHAGE, 19 Aug. - De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, deelt mede: Krachtens artikel 17 van de mo torbrandstofbeschikking 1940 no. 1, gewijzigd bij beschikking d.d. 19 Augustus 1940, opgenomen in de Nederlandsche Staatscourant no. 160 van 19 Augustus 1940, wordt een ieder, die meer dan 100 liter motorbrandstof (benzine of die- selgasolie voor automobielen) in voorraad heeft, de verplichting opgelegd onverwijld hiervan schriftelijk opgave te doen bij den directeur van het Rijksbureau voor aardolieproducten. De opgave moet geschieden, hetzij per gefrankeerde briefkaart, .hetzij per brief in gefrankeerde gesloten enveloppe. Adresseering uitsluitend aan sectie IV van het Rijksbureau voor aardoliepro- van den Kunstkring LarenBlaricum. ducten, Zeestraat 100—104, 's-Graven- hage. Zoowel in de opgave als op de enve loppe moet duidelijk in den linker be nedenhoek het woord ..Yoorraadopgave" geschreven worden. De opgave zelf dient slechts aan te geven a. in liters, uitgedrukt in een enkel getal, de totale hoeveelheid motorbrand stof, welke men in voorraad heeft onge acht de wijze van opslag of verpakking; b. het volledige adres of de volledige adressen, waar de voorraad zich be vindt; c. den naam van den inzender met evontueelen firmanaam; d. het volledige adres van den inzen der; e. datum van inzending der opgave; f. de onderteekening door den inzen der. N.B.: De opgave moet uiterlijk 22 Aug. in het bezit van het Rijksbureau zijn. PROF. ODé 75 JAAR DELFT, 19 Aug. Maandag 26 Aug. a.s. hoopt prof. A. W. Odé, oud-hoog - lceraar in het boetseeren en de beeld houwkunst aan de Technische Hoogc- school, zijn 75sten verjaardag te vieren. Van 1900 tot 1935 was prof. Odé aan de Technische Hoogeschool verbonden. Y er- scheidene bekende beeldhouwwerken in ons land werden door hem uitgevoerd. G. F. C. BARON VAN TILL f BLARICUM, 19 Aug. Vanavond is alhier op 70-jarigen leeftijd overleden dc heer G. F. C. baron van Till, oud-direc teur van 's Rijks Munt en bestuurslid 's-GRAVENHAGE, 19 Aug. In het Verordeningenblad is een besluit opge nomen van den secretaris-generaal van het departement van Justitie, inzake ver zekering van de economische onafhan kelijkheid der pers. Hierbij wordt het volgende bepaald: Artikel 1. 1. De uitgever van een dag- of weekblad, van een geillustreerd blad, van een tijdschrift, van pers berichten of andere periodiek ver schijnende uitgaven, alsmede de eigenaren of bestuurders van een onderneming, die zich geheel of voor een overwegend deel met de ver vaardiging van of den handel in zoo danige drukwerken bezighouden, zijn verplicht uiterlijk voor 25 Sep tember 1940 een ingevulde vragen lijst bij den bevoegden procureur- generaal, fungeerend directeur van politie, in te dienen. 2 Hij die tot invulling van een dus danige vragenlijst verplicht is, moet voor 10 September 1940 aan de in lid 1 genoemde instantie een verzoek om toe zending van een vragenlijst insturen, een en ander onder nauwkeurige op gave van den aard zijner onderneming. 3. De in lid 1 bedoelde verplichting geldt zoowel voor ondernemingen, die door particulieren, als voor dezulken, die door maatschappijen, vereenigingen of stichting worden gedreven. 4. De procureurs-generaal, fungeeren- de directeuren van politie, zijn bevoegd de juistheid der gedane opgaven te on derzoeken. Artikel 2. 1. Voor algeheel of gedeeltelij- 's-GRAVENHAGE, 19 Aug. Blij- kens een hedenochtend verschenen verordening van den Rijkscommissa ris voor het bezette Nederlandsche gebied, betreffende den handel in drukwerken, is bepaald, dat het ten uitvoer leggen van plannen op elk gebied van het uitgeven of vervaar digen van, of handel in drukwerken, de goedkeuring behoeft van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied. Als plannen worden in het bijzonder beschouwd nieuwe vestigingen, wezen lijke veranderingen in de organisatie, de doelstelling en de verspreiding van boe ken en periodiek verschijnende druk werken, verder veranderingen in den titel, samensmeltingen, alsmede uitbrei ding van de reclame hui ten het tot dus ver bestaande verspreidingsgebied, ver anderingen in den tijd en de menigvul digheid van verschijning, het invoeren van uitgaven vooi* een bepaald gebied of van bijlagen. Verzoeken om toestemming over eenkomstig het voorgaande moeten bevatten: 1) een nauwkeurige omschrijving van het plan; 2) nauwkeurige gegevens betref fende de schrijvers, drukkers en uit gevers, verder betreffende den eige naar of bestuurder van de uitgeve rij, alsmede betreffende de uitgeverij zelf. Hij die een plan, als hiervoren be doeld, ten uitvoer legt, zonder van te voren de vereischte toestemming te heb ben verkregen, wordt gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste twee jaren en geldboete van ten hoogste twee duizend gulden, of met een dezer straf fen. De handeling, bedoeld in het vorige lid, is een misdrijf. Deze verordening treedt in werking op den dag van haar afkondiging. NIEUWE SCHEEPVAARTLIJN NAAR RUSLAND ROTTERDAM, 19 Aug. Naar wij vernemen heeft de Rotterdnmsche car gadoorsfirma F. A. Yoigt en Co. als agente van de Deutsche Dampfschif- falirts Gesellschaft „Hansa", het initia tief genomen tot oinichling van een nieuwe scheepvaartlijn, die een regel matige verbinding met Leningrad zal vormen. Goederen voor Rusland zullen in Rot terdam en bij voldoende bevrachting ook in Amsterdam worden aangenomen en per binnenschip naar Bremen, eventueel later ook naar Delfzijl worden vervoerd. Van deze plaatsen gaat het transport pei' Duitsche zeeboot verder. Aangezien voor dpze nieuwe lijn groo- te belangstelling blijkt te bestaan, kan reeds direct met een wekelijksche af- \aart worden begonnen. ke overdracht, vervreemding of bezwaring van: 1) ondernemingen, als bedoeld in artikel I, die zich bezig houden met het uitgeven of verhandelen van drukwerken; 2) afzonderlijke bestanddeelen van een uitgeversbedrijf, meer be paaldelijk auteursrechten; 3) die stukken grond en inrich tingen, die voor handelsbedrijf en vervaardiging der drukwerken van wezenlijke beteekenis zijn, moet te voren de toestemming van den secretaris-generaal van het dept. van Justitie worden aan gevraagd. 2. Hetzelfde geldt voor rechts handelingen, die de verplichting tot een overdracht, vervreemding of bezwaring, als in lid 1 bedoeld, met zich medebrengen. AMSTERDAM, 19 Aug. De Vereeniging voor den effecten handel deelt mede, dat zij van den ontvanger van het zegel te Am sterdam bericht heeft ontvangen, dat de termijn voor het z.g. „gene raal-pardon" voor overtreding van de zegelwet 1917 wat betreft zege ling van buitenlandsche effecten (art. 63 lid 2 der zegelwet 1917) welke termijn aanvankelijk zou eindigen op 15 Augustus 1940, ver lengd is tot en met 31 Augustus 1940. De ontvanger heeft er speciaal de aandacht op gevestigd, dat slechts voor de effecten, welke uiterlijk op 31 Aug. a.s. voor sluiting van zijn kantoor (om 12.30) aan zijn kantoor zijn aangeboden of ontvangen, het generaal-pardon kan worden toegepast, zoodat men met post- zendingen er rekening mee zal moeten houden de stukken zoo tijdig af te zen den, dat hieraan wordt voldaan. De re gelingen met belanghebbenden getrof fen op grond van de daarvoor geldende voorschriften, blijven natuurlijk van kracht. Voor verdere uitvoering van deze speciale regeling kan uiterlijk tot 31 Augustus a.s. met den ontvanger over leg worden gepleegd. Na 31 Augustus 1940 zal geen verlen ging van den termijn meer worden ge geven. VOOR DE ROTTERDAMSCHE VLUCHTELINGEN 's-GRAVENHAGE, 19 Aug. De regee- ringscommissaris van het bureau Hulp- verlcening aan Rotterdam, geeft, met bijzondere dank en groot e erkentelijk heid kennis van de volgende sedert 12 Augustus j.l. ten behoeve van de Rot- terdamsche vluchtelingen ontvangen gif ten: D. A. Geervliet, Utrecht, 50: L. van Es, Uitgeest, 250; C. v. d. B. te V. 2.50; E. K. H. Pluim Mentz. Den Haag. f 10; ..Wegoband" te Amsterdam, f 26,20; mej. S. Brinkman. Den Haag. f 2.50; J. de Wijs, Rijswijk, f 10; jhr. J. A. de Jonge van Zwijnsbergen 25; L. de Rood. te Voorburg f 10.80. Eventueele gelden kunnen worden ge stort op gironummer 386000 ten name van „Bureau Hulpverleening aan Rotter dam" Laan Copes van Cattenburch 11, 's-Gravenhage. 's-GRAVENHAGE, 19 Augustus.— In een der zalen van het voorma lige ministerie van Algemeene Za ken zijn heden de eerste zittingen van het Duitsche Landsgerecht ge houden, in welke zittingen verschil lende gevallen van beleediging van den Führer zijn behandeld. De groote zaal was langs de wan den behangen met hakenkruisvlag- gen, terwijl achter de tafel van den rechter een bronzen horstbeeld van den Führer was geplaatst. Rechter was dr. Schlüter, terwijl als aanklager optrad dr. Koblitz. Als eerste beklaagde stond terecht de 31-jarige verpleegster van Fransche na tionaliteit, mej. E. L., die op 1 Augus tus j.l. op een boom in het Haagsche Bosch, nadat daarop voor den Führei beleedigende woorden waren wegge- wischt, deze woorden opnieuw op dien boom heeft aangebracht. De beklaagde gaf dit feit toe, waarna de aanklager er op wees, dat dit ge rechtshof in het bezette Nederlandsche gebied tot taak heeft, aanvallen tegen het Duitsche Rijk te vervolgen. Er is nauwelpks een zwaarder vergrijp denk baar dan beleediging van den Führer. den man, dien het Duitsche volk aan het lioofd heeft gesteld, omdat het zoo veel aan hem te danken heeft. Zoo'n hoofd mag niet aangetast worden. Wal beklaagde gedaan heeft, is volgens spr. des te zwaarder, omdat de beleediging gericht is tegen den man, die Nederland zoo buzonder edelmoedig heeft behan deld. Hier kan slechts een zware straf in aanmerking komen en spr. vraagt daarom, mede met het oog op het feit. dat. hier een voorbeeld moet worden ge steld epn veroordceling tot 4 jaar ge vangenisstraf. De rechter, onmiddellijk vonnis wijzende, achtte het gebeurde zeer ernstig, doch was i^ts milder ten aanzien van de strafmaat. Be klaagde hoorde n.l. een gevange nisstraf van 3 jaar tegen zich uit spreken. In een N.S.B.-café Ook de tweede zaak betrof een belee diging van den Führer en wel door den expediteur L. uit Bussum. Deze was op 21 Juli met eenige vrien den in Amsterdam op stap geweest en kwam daarna in café-Hubert, waar hij volgens de tenlastelegging beleedigende woorden over den Führer heeft gebe zigd. Beklaagde zegt, van te voren 15 a 16 glazen bier te hebben gedronken. Toen hij in het bewuste café kwam, zag hij daar een portret van Adolf Hitler han gen, waarop hij tot zijn vrienden heef! gezegd: „Het is hier een N.S.B.-café. We drinken ons glaasje bier leeg, want we moeten hier niet wezen". Beklaagde geeft wel toe dat er een beetje ruzie is geweest. Voor den Führer beleedigende woorden heeft hij echter niet gesproken. Als getuige verklaart mevr. Hubert, dat L. geenszins dronken was. De volgende getuige, dc expeditie knecht R., die in het café aanwezig was. bevestigt de verklaringen van getuige- Hubert. Na het voorgevallene heeft deze getuige de zaak bij de politie aangege ven. De getuige A. uit Bussum, een vriend van beklaagde, zegt geen portret te heb hen gezien en evenmin beleedigende uit drukkingen te hebben gehoord. Een andere vriend, de stoffeerder G., weet wel dat beklaagde met mevr. Hu bert over de foto heeft gesproken, maaT wat daarbij gezegd is, weet hij niet. Tenslotte werden de verklaringen van mevr. Huhert nog bevestigd door den in het café werkzaam zijnden pianist. De aanklager, dr. Koblitz, merkt op, dat wanneer een inwoner van een bezet land zich veroorlooft, het hoofd van den overwinnenden staat te beschimpen, hij daarvoor moet hoeten. Dergelijke ernstige beschim pingen, als in het onderhavige geval zijn gebezigd, moeten energiek wor den vervolgd, aangezien het hier een eerezaak van Duitschland geldt. Teneinde die aangevallen eer te her stellen en mede, omdat voor ande ren een ernstig voorbeeld dient te worden gesteld, is een zware straf hier gewenscht. Beklaagde is agres sief tegen Duitschland opgetreden. Hij heeft aan mevr. Hubert ge vraagd, hoe zij den moed had het portret op te hangen, doch spr. vraagt hoe beklaagde den moed had op te treden zooals hij heeft gedaan. Wanneer spr. niet de maximum-straf vraagt, clan neemt lui daarbij eenerzijds in aanmerking, dat beklaagde iets ge dronken had, doch anderzijds eveneens, dat beklaagde zelfs den moed niet heeft hier thans de waarheid te zeggen. Re kening houdend met een en ander vraagt de aanklager veroordeeling tot 4 jaar gevangenisstraf. Bij het hooren van dezen eisch barst beklaagde in snikken uit en betuigt nog maals zijn onschuld. De rechter overwoog in zijn vonnis, dat bij de zeer positieve verklaringen van drie getuigen, de ontkenning van beklaagde niet kan worden aanvaard, te meer niet, omdat zijn bij de deur uitge sproken woorden niet anders dan een gevolg zijn van een vooraf gaande woordenwisseling. Daar de rechter de schuld van beklaagde bewezen achtte, veroor deelde hij dezen wegens beleedi ging van den Führer cn legde be klaagde een gevangenisstraf op van 2lA jaar. Naar de Engelsche radio geluisterd Hierna werd een klacht over het luis teren naar een verboden zender behan deld. De hotelier G. uit Arnhem had op 26 Juli met vrouw en dochter en twee pensiongasten in zijn woonkamer naar de Engelsche radio geluisterd. Beklaagde zegt-, dat, terwijl het gezelschap aan het luisteren was, twee agenten voorbij het raam kwa men. Die agenten komen wel meer bil beklaagde in verhand met de nachtlijsten. Ook nu kwamen beide mannen binnen en zij bleven luis teren tot het einde van de uitzen ding, waarna de een het nacht re gister controleerde, terwijl de ander proces-verbaal opmaakte. Beklaagde keek daar zeer van op, omdat wel vaker politie-agenten hij hem naar buitenlandsche zenders kwamen luisteren. Beklaagde zegt, daardoor dan ook den indruk te hebben gekregen, dat het. luisteren naar den Engelschen zender in dezen kring niet zoo erg was. Hij achtte zich geheel te goeder trouw, aan gezien hij anders bij het zien aankomen der agenten, heel gemakkelijk een an der station had kunnen draaien. Tenslotte deelde beklaagde mede, dat hij geenszins anti-Duitsch gezind is en dat hij heelemaal niet sympathiseert met Engeland. De aanklager zeide, gisteren persoon lijk in Arnhem een onderzoek te hebben ingestld. Van beklaagde's vrouw en van een pensiongast heeft spr. vernomen, dat. men wel wist, dat het luisteren ver boden was, maar dacht, dat het zoo erg niet was. In zijn requisitoir wees dr. Koblitz er voorts op, dat iedereen weet, dat dc En gelsche zender leugens brengt. Men maakt daarbij propaganda tegen Duitschland en neemt het dan niet zoo nauw met de waarheid. Beklaagde heeft niet alleen zelf het verbod overtreden, doch ook anderen in de gelegenheid gesteld naar voor Duitschland ongunstige berichten te luisteren. Daardoor wordt de Duitsche zaak geschaad. Wat de strafmaat betreft, wil spr. voor dit geval nog eenige verzach tende omstandigheden in aanmer king nemen en daarom vraagt hij thans niet de maximumstraf, doch veroordeeling tot een gevangenis straf van 1 jaar cn 2 maanden en bovendien tot een boete van 300, bij niet betaling te vervangen door 30 dagen gevangenisstraf. De rechter waardeerde de verzachten de. omstandigheden iets hooger en ver oordeelde beklaagde tot een gevangenis straf van 6 maanden en een geldboete van 500 gulden, subs. 100 dagen gevan genisstraf. RENTE EN OPBRENGSTEN VAN BE LEGGINGEN, VALLENDE ONDER DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE TRANSFERREGELING AMSTERDAM. 19 Aug. Ter beant woording van gestelde vragen vestigi de Vereeniging voor den Effectenhandel er de aandacht op, dat uit de „deviezen- bekendmaking 3" niet mag worden afge leid, dat de daarbij verleende vrijstel ling van vergunning ook zou gelden voorzoover betreft buitenlandsche waar den, vallende onder de Nederlandsch- Duitsche transferregeling, doch tocbc- hoorend aan niet-ingezetenen. Het in- casseeren van rente en dividenden van Duitsche fondsen overeenkomstig de transferregeling is, voorzoover de incas- secring geschiedt ten behoeve van niet- ingezelenen (bijv. inwoners van Xcder- landsch-Indic), slechts met vergunning van het deviczeninstituut geoorloofd. AUTOBUSDIENSTEN NIET TOE GESTAAN Bij besluit van den secretaris-gene raal van het departement van Water staat is ongegrond verklaard het beroep, ingesteld door de N.V. Algemeene Transport Onderneming te Utrecht, tegen de beschikking van de commissie vergunningen personenvervoer, waarbij is afgewezen haar verzoek om vergun ning voor de uitoefening van een dage- lijkschen autobusdienst tusschen 's-Gra venhage en Rotterdam, over den Rijks weg no. 13. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van Waierstaat is ongegrond verklaard het beroep, inge steld door de N.V. Algemeene Transport onderneming te Utrecht, tegen de be schikking van de commissie vergunnin gen personenvervoer, waarbij aan de N.V. Algemeene Transpor! Onderne ming voornoemd, vergunning is gewei gerd voor de uitoefening van dageliik- sche autobusdiensten tusschen Amster dam en Rotterdam en Amsterdam en IJmuiden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 3