Zware straffen wegens
beleediging van
den Fuehrer
Felle luchtgevechten boven
de Middellandsche Zee
De uitgeverij en de handel
in drukwerken
De Britsche
vliegtuig-
verliezen
Economische onafhankelijkheid
van de Pers
Geen overdracht
van bedrijven
Generaal-pardon
verlengd tot
31 Augustus
Engelsche schepen
hevig bestookt
Finland zal geen
honger hebben
EEN STRIJD OMEEïs
GEDENKTEEKEN
V oorraad motorbrand
stof moet worden
opgegeven
zonder toestemming
Vestigingsplannen en
organisatie-wij ziging
behoeven goedkeuring
v. d. Rijkscommissaris
EERSTE ZITTING
DUITSCH
LANDGERECHT
Ie BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 20 AUGUSTUS 1940
ROME, 19 Aug. (D.N.B.).
Boven de Middellandsche Zee
hebben zich in de laatste dagen
zware luchtgevechten afgespeeld,
waarover naar de oorlogscor
respondent van het D.N.B. voor
het Middellandsche Zeegebied
meldt thans nadere bijzonder
heden bekend worden.
Italiaansche verkenningsvliegtuigen
hadden in de haven van Alexandrië een
groot aantal Engelsche linieschepen,
kruisers en torpedobooten vastgesteld.
Kort daarop deden verscheidene eska
ders Italiaansche bommenwerpers, bege
leid door talrijke jagers, een aanval op
de haven en bestookten deze. anderhalf
uur lang ononderbroken met bommen
van het zwaarste kaliber. De Engelsche
Middellandsche Zcevloot poogde aan
vankelijk maar tevergeefs schuil te gaan
achter een rookgordijn. Daarop stegen
Engelsche jagers op en een hevige lucht-
strijd ontspon zich. Tijdens het bombar
deeren met explosieve bommen konden
de Italiaansche vliegers de uitwerking
hiervan reeds waarnemen. Hooge rook
zuilen en branden werden op verschil
lende punten in het havengebied gezien
en den volgenden dag werd vastgesteld,
dat een deel van de Engelsche Middel
landsche Zeevloot de haven van Alexan
drië had verlaten. Er bestaat hier de
indruk, dat de Engelschen hun Middel
landsche Zeevloot in het Oostelijke bek
ken van de Middellandsche Zee hebben
verdeeld over verschillende havens om
dc bedreiging door de onophoudelijke
Italiaansche bomaanvallen te verminde
ren. Bij hun terugkeer van Alexandrië
kregen de Italiaansche verkennings
vliegtuigen een Engelsch eskader in het
vizier, dat een sterkte had van vier krui
sers, acht torpedojagers en een vlieg
tuigmoederschip en dat koers zette naar
het Westen. Kort daarop werd de aan
wezigheid van het Engelsche eskader in
de nabijheid van de Italiaansche haven
Bardia aan de Noord-Afrikaansche kust
vastgesteld. Het eskader opende het
vuur op de haven en loste 300 schoten.
Tegelijkertijd stegen van het vliegtuig
moederschip Engelsche jagers op, die
voortdurend boven het eskader zwerm
den. Kort daarop kwamen, begeleid door
jagers, verscheidene Italiaansche eska
ders bommenwerpers ter plaatse. Aan
de Italiaansche vliegers gelukte het in
korten tijd zeven Engelsche Glocester-
pladiator-vliegtuigen neer te schieten.
Twee andere vliegtuigen stortten bran
dend naar omlaag en kunnen als verlo
ren beschouwd worden. De Italiaansche
xerliezen aan vliegtuigen bedroegen drie
jagers. Onder den indruk van deze on
ophoudelijke bombardementen hield hot
Fngelsche eskader op met de beschie
ting van de haven van Bardia en ver
dween
Ondanks de hevige beschieting, welke
urenlang heeft geduurd, is de schade,
welke in de haven van Bardia is aange
richt, buitengewoon gering. De aflei
dingsmanoeuvre, welke het Engelsche
opperbevel te Cairo als afweer tegen de
dagelijks heviger Italiaansche luchtaan-
allen heeft ondernomen, is geheel zon
der resultaat gebleven. Het initiatief in
de Middellandsche Zee ligt in de handen
van Italië.
Van 8 tot 18 Augustus werden
732 vliegtuigen vernietigd
BERLIJN. 19 Aug. (D.N.B.) De
Berliner Lokal-Anzeiger geeft een over
zicht van de verliezen der Britsche
luchtmacht. Volgens de officieele berich
ten van het opperbevel der weermacht
zijn van 8 tot IS Augustus in het ge
heel 732 vijandelijke vliegtuigen vernie-
tigd.
In Berlijnsche politieke kringen volgt
men de neutrale persstemmen over den
luchtslag boven Londen met belang
stelling. Men herinnert daarbij aan de
volgende neutrale verklaringen: In de
Vereenigde Staten constateerde een
hoog officier der luchtmacht, dat het er
slecht voor Engeland uitziet. Prof. dr.
IVilliams van de Universiteit North Ca
rolina heeft in een interview- ver
klaard: Duitschland zal waarschijnlijk
dezen oorlog winnen In berichten uit
Stockholm wordt gezegd, dat Engeland
pegronde redenen schijnt te hebben om
de successen der Duitscbe luchtmacht
te verbergen, want do correspondent
van de Stockholm Tidning mocht Croy
don niet bezichtigen. De vertegenwoor
diger van Svenska Dagbladet is zelfs
onder verdenking van spionnage gear
resteerd. toen hii Crovdon naderde, hoe
wel hij over geldige panieren lipsohikte.
Hij werd naar zijn auto teruggebracht
en bedreigd met zeer strenge maatre
gelen voor het geval hij terug zou ko
men. Men krijgt den indruk dat de fei
ten niet overeenstemmen met de offici
eele Engelsche overwinningsberichten.
FINSCH SCHIP
AANGEHOUDEN
HELSINKI. 19 Aug. (D.N.B. Het
tusschen de Vereenigde Staten en Pet-
samo varende Finsche schip „Mathilda
Torden" is. naar thans bekend wordt,
door de Engelschen opgebracht en ge
dwongen een Schotscho haven aan te
loopen. De „Mathilda Torden", die 6000
tr»n meet, had uitsluitend lading voor
Tinland aan boord.
Verklaringen van Ryti en
Tanner
HELSINKI, 19 Aug. (D.N.B.) Minis-
ter-president Ryti en de vroegere minis
ter voor de volksvoorziening. Tanner,
hebben redevoeringen over den econo-
mischen toestand van Finland gehou
den. Ryti constateerde, dat door de de
mobilisatie van het leger werkkrachten
voor den herbonw vrijgekomen zijn.
Zelfs bij de moeilijke economische poli
tie van het land, welks herstel in hoofd
zaak van den binten landschen handel
afhankelijk is, behoeft in den komenden
winter niemand voor honger te vreezen.
Werkloosheid van grooten omvang be
hoeft niet verwacht te worden.
Tanner wees er op, dat de buiten-
landsche handel een concentreerende or
ganisatie eischt en deelde mede, dat
daarom een bureau voor de centrale lei
ding van den huitenlandschen handel
opgericht zal worden.
LUCHTVERKEER NAAR NOORD-
NOORWEGEN HERSTELD
OSLO. 19 Augustus (D.N.B Het
Noorsche hurgerluchtverkeer met Noord-
Noorwegen is, naar „Aften Posten"
meldt, weer hersteld.
BINNENLAND
Op een soldatengraf bij de
gemeente Sassenheim
's-GRAVENHAGE, 19 Augustus.
Bij de Postbrug onder Sassenheim is in
de oorlogsdagen een aantal Nederland
sche soldaten door de ontploffing van
een bom gedood. Op verzoek van cLe
militaire autoriteiten zijn de gesneuvel
den toen door bemoeiing van den bur
gemeester van Sassenheim hegraven in
een nabij gelegen weiland. Dit stuk was
eigendom van den heer B. te Sassen
heim. Op het graf werd een houten
kruis neergezet, een en ander in over
leg met den eigenaar. Later werd-en
aanstalten gemaakt om het houten
kruis door een 6teenen kruis te ver
vangen. Hiermede nam de heer B. geen
genoegen. Hii dagvaardde de gemeente
Sassenheim in kort geding voor den
president der Haagsche rechtbank, met
den eisch, dat de werkzaamheden zou
den moeten stopgezet. Omdat hij als
eigenaar niet gekend was in deze zaak
en hij bezwaar had tegen een steenen
kruis van 2.75 m. hoog.
De president heeft heden deze vor-
dering afgewezen en daarbij overwo
gen, dat het d/ien verrichten dier wer
ken door den burgemeester alleen dan
zou kunnen worden beschouwd als een
handelen door of namens de gedaagde
(de gemeente Sassenheim), wanneer de
burgemeester zou hebben gehandeld als
orgaan van de gemeente, derhalve bin
nen den kring van de aan den burge
meester in het belang der gemeente
huishouding opgedragen taak. Naar de
meening van d>?n president valt echter
de zorg voor oprichting van een gedenk-
teeken op het onderhavige graf niet
binnen den kring van de aan den bur
gemeester als orgaan der gemeente bij
de gemeentewet nf de begrafeniswet om
gedragen bevoegdheden. (De burgemees
ter had betoogd, dat hij op last van de
militaire overheid had gehandeld).
Uiterlijk op 22 Aug. a.s.
's GRAVENHAGE, 19 Aug. -
De secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart, deelt
mede:
Krachtens artikel 17 van de mo
torbrandstofbeschikking 1940 no.
1, gewijzigd bij beschikking d.d. 19
Augustus 1940, opgenomen in de
Nederlandsche Staatscourant no.
160 van 19 Augustus 1940, wordt
een ieder, die meer dan 100 liter
motorbrandstof (benzine of die-
selgasolie voor automobielen) in
voorraad heeft, de verplichting
opgelegd onverwijld hiervan
schriftelijk opgave te doen bij den
directeur van het Rijksbureau
voor aardolieproducten.
De opgave moet geschieden, hetzij per
gefrankeerde briefkaart, .hetzij per brief
in gefrankeerde gesloten enveloppe.
Adresseering uitsluitend aan sectie IV
van het Rijksbureau voor aardoliepro- van den Kunstkring LarenBlaricum.
ducten, Zeestraat 100—104, 's-Graven-
hage.
Zoowel in de opgave als op de enve
loppe moet duidelijk in den linker be
nedenhoek het woord ..Yoorraadopgave"
geschreven worden.
De opgave zelf dient slechts aan te
geven
a. in liters, uitgedrukt in een enkel
getal, de totale hoeveelheid motorbrand
stof, welke men in voorraad heeft onge
acht de wijze van opslag of verpakking;
b. het volledige adres of de volledige
adressen, waar de voorraad zich be
vindt;
c. den naam van den inzender met
evontueelen firmanaam;
d. het volledige adres van den inzen
der;
e. datum van inzending der opgave;
f. de onderteekening door den inzen
der.
N.B.: De opgave moet uiterlijk 22 Aug.
in het bezit van het Rijksbureau zijn.
PROF. ODé 75 JAAR
DELFT, 19 Aug. Maandag 26 Aug.
a.s. hoopt prof. A. W. Odé, oud-hoog -
lceraar in het boetseeren en de beeld
houwkunst aan de Technische Hoogc-
school, zijn 75sten verjaardag te vieren.
Van 1900 tot 1935 was prof. Odé aan de
Technische Hoogeschool verbonden. Y er-
scheidene bekende beeldhouwwerken in
ons land werden door hem uitgevoerd.
G. F. C. BARON VAN TILL f
BLARICUM, 19 Aug. Vanavond is
alhier op 70-jarigen leeftijd overleden dc
heer G. F. C. baron van Till, oud-direc
teur van 's Rijks Munt en bestuurslid
's-GRAVENHAGE, 19 Aug. In het
Verordeningenblad is een besluit opge
nomen van den secretaris-generaal van
het departement van Justitie, inzake ver
zekering van de economische onafhan
kelijkheid der pers.
Hierbij wordt het volgende bepaald:
Artikel 1.
1. De uitgever van een dag- of
weekblad, van een geillustreerd
blad, van een tijdschrift, van pers
berichten of andere periodiek ver
schijnende uitgaven, alsmede de
eigenaren of bestuurders van een
onderneming, die zich geheel of voor
een overwegend deel met de ver
vaardiging van of den handel in zoo
danige drukwerken bezighouden,
zijn verplicht uiterlijk voor 25 Sep
tember 1940 een ingevulde vragen
lijst bij den bevoegden procureur-
generaal, fungeerend directeur van
politie, in te dienen.
2 Hij die tot invulling van een dus
danige vragenlijst verplicht is, moet
voor 10 September 1940 aan de in lid 1
genoemde instantie een verzoek om toe
zending van een vragenlijst insturen,
een en ander onder nauwkeurige op
gave van den aard zijner onderneming.
3. De in lid 1 bedoelde verplichting
geldt zoowel voor ondernemingen, die
door particulieren, als voor dezulken, die
door maatschappijen, vereenigingen of
stichting worden gedreven.
4. De procureurs-generaal, fungeeren-
de directeuren van politie, zijn bevoegd
de juistheid der gedane opgaven te on
derzoeken.
Artikel 2.
1. Voor algeheel of gedeeltelij-
's-GRAVENHAGE, 19 Aug. Blij-
kens een hedenochtend verschenen
verordening van den Rijkscommissa
ris voor het bezette Nederlandsche
gebied, betreffende den handel in
drukwerken, is bepaald, dat het ten
uitvoer leggen van plannen op elk
gebied van het uitgeven of vervaar
digen van, of handel in drukwerken,
de goedkeuring behoeft van den
Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied.
Als plannen worden in het bijzonder
beschouwd nieuwe vestigingen, wezen
lijke veranderingen in de organisatie, de
doelstelling en de verspreiding van boe
ken en periodiek verschijnende druk
werken, verder veranderingen in den
titel, samensmeltingen, alsmede uitbrei
ding van de reclame hui ten het tot dus
ver bestaande verspreidingsgebied, ver
anderingen in den tijd en de menigvul
digheid van verschijning, het invoeren
van uitgaven vooi* een bepaald gebied
of van bijlagen.
Verzoeken om toestemming over
eenkomstig het voorgaande moeten
bevatten:
1) een nauwkeurige omschrijving
van het plan;
2) nauwkeurige gegevens betref
fende de schrijvers, drukkers en uit
gevers, verder betreffende den eige
naar of bestuurder van de uitgeve
rij, alsmede betreffende de uitgeverij
zelf.
Hij die een plan, als hiervoren be
doeld, ten uitvoer legt, zonder van te
voren de vereischte toestemming te heb
ben verkregen, wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste twee
jaren en geldboete van ten hoogste twee
duizend gulden, of met een dezer straf
fen.
De handeling, bedoeld in het vorige
lid, is een misdrijf.
Deze verordening treedt in werking
op den dag van haar afkondiging.
NIEUWE SCHEEPVAARTLIJN
NAAR RUSLAND
ROTTERDAM, 19 Aug. Naar wij
vernemen heeft de Rotterdnmsche car
gadoorsfirma F. A. Yoigt en Co. als
agente van de Deutsche Dampfschif-
falirts Gesellschaft „Hansa", het initia
tief genomen tot oinichling van een
nieuwe scheepvaartlijn, die een regel
matige verbinding met Leningrad zal
vormen.
Goederen voor Rusland zullen in Rot
terdam en bij voldoende bevrachting ook
in Amsterdam worden aangenomen en
per binnenschip naar Bremen, eventueel
later ook naar Delfzijl worden vervoerd.
Van deze plaatsen gaat het transport
pei' Duitsche zeeboot verder.
Aangezien voor dpze nieuwe lijn groo-
te belangstelling blijkt te bestaan, kan
reeds direct met een wekelijksche af-
\aart worden begonnen.
ke overdracht, vervreemding of
bezwaring van:
1) ondernemingen, als bedoeld
in artikel I, die zich bezig houden
met het uitgeven of verhandelen
van drukwerken;
2) afzonderlijke bestanddeelen
van een uitgeversbedrijf, meer be
paaldelijk auteursrechten;
3) die stukken grond en inrich
tingen, die voor handelsbedrijf en
vervaardiging der drukwerken
van wezenlijke beteekenis zijn,
moet te voren de toestemming
van den secretaris-generaal van
het dept. van Justitie worden aan
gevraagd.
2. Hetzelfde geldt voor rechts
handelingen, die de verplichting
tot een overdracht, vervreemding
of bezwaring, als in lid 1 bedoeld,
met zich medebrengen.
AMSTERDAM, 19 Aug. De
Vereeniging voor den effecten
handel deelt mede, dat zij van den
ontvanger van het zegel te Am
sterdam bericht heeft ontvangen,
dat de termijn voor het z.g. „gene
raal-pardon" voor overtreding van
de zegelwet 1917 wat betreft zege
ling van buitenlandsche effecten
(art. 63 lid 2 der zegelwet 1917)
welke termijn aanvankelijk zou
eindigen op 15 Augustus 1940, ver
lengd is tot en met 31 Augustus
1940.
De ontvanger heeft er speciaal de
aandacht op gevestigd, dat slechts voor
de effecten, welke uiterlijk op 31 Aug.
a.s. voor sluiting van zijn kantoor (om
12.30) aan zijn kantoor zijn aangeboden
of ontvangen, het generaal-pardon kan
worden toegepast, zoodat men met post-
zendingen er rekening mee zal moeten
houden de stukken zoo tijdig af te zen
den, dat hieraan wordt voldaan. De re
gelingen met belanghebbenden getrof
fen op grond van de daarvoor geldende
voorschriften, blijven natuurlijk van
kracht. Voor verdere uitvoering van deze
speciale regeling kan uiterlijk tot 31
Augustus a.s. met den ontvanger over
leg worden gepleegd.
Na 31 Augustus 1940 zal geen verlen
ging van den termijn meer worden ge
geven.
VOOR DE ROTTERDAMSCHE
VLUCHTELINGEN
's-GRAVENHAGE, 19 Aug. De regee-
ringscommissaris van het bureau Hulp-
verlcening aan Rotterdam, geeft, met
bijzondere dank en groot e erkentelijk
heid kennis van de volgende sedert 12
Augustus j.l. ten behoeve van de Rot-
terdamsche vluchtelingen ontvangen gif
ten:
D. A. Geervliet, Utrecht, 50: L. van
Es, Uitgeest, 250; C. v. d. B. te V.
2.50; E. K. H. Pluim Mentz. Den Haag.
f 10; ..Wegoband" te Amsterdam, f 26,20;
mej. S. Brinkman. Den Haag. f 2.50; J.
de Wijs, Rijswijk, f 10; jhr. J. A. de
Jonge van Zwijnsbergen 25; L. de
Rood. te Voorburg f 10.80.
Eventueele gelden kunnen worden ge
stort op gironummer 386000 ten name
van „Bureau Hulpverleening aan Rotter
dam" Laan Copes van Cattenburch 11,
's-Gravenhage.
's-GRAVENHAGE, 19 Augustus.—
In een der zalen van het voorma
lige ministerie van Algemeene Za
ken zijn heden de eerste zittingen
van het Duitsche Landsgerecht ge
houden, in welke zittingen verschil
lende gevallen van beleediging van
den Führer zijn behandeld.
De groote zaal was langs de wan
den behangen met hakenkruisvlag-
gen, terwijl achter de tafel van den
rechter een bronzen horstbeeld van
den Führer was geplaatst.
Rechter was dr. Schlüter, terwijl
als aanklager optrad dr. Koblitz.
Als eerste beklaagde stond terecht de
31-jarige verpleegster van Fransche na
tionaliteit, mej. E. L., die op 1 Augus
tus j.l. op een boom in het Haagsche
Bosch, nadat daarop voor den Führei
beleedigende woorden waren wegge-
wischt, deze woorden opnieuw op dien
boom heeft aangebracht.
De beklaagde gaf dit feit toe, waarna
de aanklager er op wees, dat dit ge
rechtshof in het bezette Nederlandsche
gebied tot taak heeft, aanvallen tegen
het Duitsche Rijk te vervolgen. Er is
nauwelpks een zwaarder vergrijp denk
baar dan beleediging van den Führer.
den man, dien het Duitsche volk aan
het lioofd heeft gesteld, omdat het zoo
veel aan hem te danken heeft. Zoo'n
hoofd mag niet aangetast worden. Wal
beklaagde gedaan heeft, is volgens spr.
des te zwaarder, omdat de beleediging
gericht is tegen den man, die Nederland
zoo buzonder edelmoedig heeft behan
deld. Hier kan slechts een zware straf
in aanmerking komen en spr. vraagt
daarom, mede met het oog op het feit.
dat. hier een voorbeeld moet worden ge
steld epn veroordceling tot 4 jaar ge
vangenisstraf.
De rechter, onmiddellijk vonnis
wijzende, achtte het gebeurde zeer
ernstig, doch was i^ts milder ten
aanzien van de strafmaat. Be
klaagde hoorde n.l. een gevange
nisstraf van 3 jaar tegen zich uit
spreken.
In een N.S.B.-café
Ook de tweede zaak betrof een belee
diging van den Führer en wel door den
expediteur L. uit Bussum.
Deze was op 21 Juli met eenige vrien
den in Amsterdam op stap geweest en
kwam daarna in café-Hubert, waar hij
volgens de tenlastelegging beleedigende
woorden over den Führer heeft gebe
zigd.
Beklaagde zegt, van te voren 15 a 16
glazen bier te hebben gedronken. Toen
hij in het bewuste café kwam, zag hij
daar een portret van Adolf Hitler han
gen, waarop hij tot zijn vrienden heef!
gezegd: „Het is hier een N.S.B.-café. We
drinken ons glaasje bier leeg, want we
moeten hier niet wezen". Beklaagde
geeft wel toe dat er een beetje ruzie is
geweest. Voor den Führer beleedigende
woorden heeft hij echter niet gesproken.
Als getuige verklaart mevr. Hubert,
dat L. geenszins dronken was.
De volgende getuige, dc expeditie
knecht R., die in het café aanwezig was.
bevestigt de verklaringen van getuige-
Hubert. Na het voorgevallene heeft deze
getuige de zaak bij de politie aangege
ven.
De getuige A. uit Bussum, een vriend
van beklaagde, zegt geen portret te heb
hen gezien en evenmin beleedigende uit
drukkingen te hebben gehoord.
Een andere vriend, de stoffeerder G.,
weet wel dat beklaagde met mevr. Hu
bert over de foto heeft gesproken, maaT
wat daarbij gezegd is, weet hij niet.
Tenslotte werden de verklaringen van
mevr. Huhert nog bevestigd door den
in het café werkzaam zijnden pianist.
De aanklager, dr. Koblitz, merkt
op, dat wanneer een inwoner van
een bezet land zich veroorlooft, het
hoofd van den overwinnenden staat
te beschimpen, hij daarvoor moet
hoeten. Dergelijke ernstige beschim
pingen, als in het onderhavige geval
zijn gebezigd, moeten energiek wor
den vervolgd, aangezien het hier
een eerezaak van Duitschland geldt.
Teneinde die aangevallen eer te her
stellen en mede, omdat voor ande
ren een ernstig voorbeeld dient te
worden gesteld, is een zware straf
hier gewenscht. Beklaagde is agres
sief tegen Duitschland opgetreden.
Hij heeft aan mevr. Hubert ge
vraagd, hoe zij den moed had het
portret op te hangen, doch spr.
vraagt hoe beklaagde den moed had
op te treden zooals hij heeft gedaan.
Wanneer spr. niet de maximum-straf
vraagt, clan neemt lui daarbij eenerzijds
in aanmerking, dat beklaagde iets ge
dronken had, doch anderzijds eveneens,
dat beklaagde zelfs den moed niet heeft
hier thans de waarheid te zeggen. Re
kening houdend met een en ander
vraagt de aanklager veroordeeling tot
4 jaar gevangenisstraf.
Bij het hooren van dezen eisch barst
beklaagde in snikken uit en betuigt nog
maals zijn onschuld.
De rechter overwoog in zijn
vonnis, dat bij de zeer positieve
verklaringen van drie getuigen, de
ontkenning van beklaagde niet
kan worden aanvaard, te meer
niet, omdat zijn bij de deur uitge
sproken woorden niet anders dan
een gevolg zijn van een vooraf
gaande woordenwisseling.
Daar de rechter de schuld van
beklaagde bewezen achtte, veroor
deelde hij dezen wegens beleedi
ging van den Führer cn legde be
klaagde een gevangenisstraf op
van 2lA jaar.
Naar de Engelsche radio
geluisterd
Hierna werd een klacht over het luis
teren naar een verboden zender behan
deld.
De hotelier G. uit Arnhem had op 26
Juli met vrouw en dochter en twee
pensiongasten in zijn woonkamer naar
de Engelsche radio geluisterd.
Beklaagde zegt-, dat, terwijl het
gezelschap aan het luisteren was,
twee agenten voorbij het raam kwa
men. Die agenten komen wel meer
bil beklaagde in verhand met de
nachtlijsten. Ook nu kwamen beide
mannen binnen en zij bleven luis
teren tot het einde van de uitzen
ding, waarna de een het nacht re
gister controleerde, terwijl de ander
proces-verbaal opmaakte.
Beklaagde keek daar zeer van op,
omdat wel vaker politie-agenten hij
hem naar buitenlandsche zenders
kwamen luisteren.
Beklaagde zegt, daardoor dan ook
den indruk te hebben gekregen, dat het.
luisteren naar den Engelschen zender
in dezen kring niet zoo erg was. Hij
achtte zich geheel te goeder trouw, aan
gezien hij anders bij het zien aankomen
der agenten, heel gemakkelijk een an
der station had kunnen draaien.
Tenslotte deelde beklaagde mede, dat
hij geenszins anti-Duitsch gezind is en
dat hij heelemaal niet sympathiseert
met Engeland.
De aanklager zeide, gisteren persoon
lijk in Arnhem een onderzoek te hebben
ingestld. Van beklaagde's vrouw en van
een pensiongast heeft spr. vernomen,
dat. men wel wist, dat het luisteren ver
boden was, maar dacht, dat het zoo erg
niet was.
In zijn requisitoir wees dr. Koblitz er
voorts op, dat iedereen weet, dat dc En
gelsche zender leugens brengt. Men
maakt daarbij propaganda tegen
Duitschland en neemt het dan niet zoo
nauw met de waarheid.
Beklaagde heeft niet alleen zelf
het verbod overtreden, doch ook
anderen in de gelegenheid gesteld
naar voor Duitschland ongunstige
berichten te luisteren. Daardoor
wordt de Duitsche zaak geschaad.
Wat de strafmaat betreft, wil spr.
voor dit geval nog eenige verzach
tende omstandigheden in aanmer
king nemen en daarom vraagt hij
thans niet de maximumstraf, doch
veroordeeling tot een gevangenis
straf van 1 jaar cn 2 maanden en
bovendien tot een boete van 300,
bij niet betaling te vervangen door
30 dagen gevangenisstraf.
De rechter waardeerde de verzachten
de. omstandigheden iets hooger en ver
oordeelde beklaagde tot een gevangenis
straf van 6 maanden en een geldboete
van 500 gulden, subs. 100 dagen gevan
genisstraf.
RENTE EN OPBRENGSTEN VAN BE
LEGGINGEN, VALLENDE ONDER
DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE
TRANSFERREGELING
AMSTERDAM. 19 Aug. Ter beant
woording van gestelde vragen vestigi de
Vereeniging voor den Effectenhandel er
de aandacht op, dat uit de „deviezen-
bekendmaking 3" niet mag worden afge
leid, dat de daarbij verleende vrijstel
ling van vergunning ook zou gelden
voorzoover betreft buitenlandsche waar
den, vallende onder de Nederlandsch-
Duitsche transferregeling, doch tocbc-
hoorend aan niet-ingezetenen. Het in-
casseeren van rente en dividenden van
Duitsche fondsen overeenkomstig de
transferregeling is, voorzoover de incas-
secring geschiedt ten behoeve van niet-
ingezelenen (bijv. inwoners van Xcder-
landsch-Indic), slechts met vergunning
van het deviczeninstituut geoorloofd.
AUTOBUSDIENSTEN NIET TOE
GESTAAN
Bij besluit van den secretaris-gene
raal van het departement van Water
staat is ongegrond verklaard het beroep,
ingesteld door de N.V. Algemeene
Transport Onderneming te Utrecht,
tegen de beschikking van de commissie
vergunningen personenvervoer, waarbij
is afgewezen haar verzoek om vergun
ning voor de uitoefening van een dage-
lijkschen autobusdienst tusschen 's-Gra
venhage en Rotterdam, over den Rijks
weg no. 13.
Bij besluit van den secretaris-generaal
van het departement van Waierstaat is
ongegrond verklaard het beroep, inge
steld door de N.V. Algemeene Transport
onderneming te Utrecht, tegen de be
schikking van de commissie vergunnin
gen personenvervoer, waarbij aan de
N.V. Algemeene Transpor! Onderne
ming voornoemd, vergunning is gewei
gerd voor de uitoefening van dageliik-
sche autobusdiensten tusschen Amster
dam en Rotterdam en Amsterdam en
IJmuiden.