EDERLANDSCHE LANDSTAND Uitoefenen van een beroep door joden [st van de j verordening ÉH L Arbeidsverbod voor niet-joden in joodsche huishoudingen Nieuwe boter- en vetkaarten Vereenigingen zonder economisch doel NEDERLANDSCHE LANDSTAND JAARGANG No. 100 VRIJDAG 24 OCTOBER 1941 ERSFÖORTSOH DAGBLAD NNEMENTSPRIJSrper 3 maaodeo voor Amersfoort 2.05; uand 0.68; per week 0.16. Binnenland franco per 1 3 maanden 250. Afzonderlijke nummers 0.05. Postrekening 47910 DE EEMLANDER Uitgave VALKHOFF Co. Arnhemsche Poortwal 2a TELEFOON INTER C. %620 hoofdredacteur 1. valkhoff amersfoort PRIJS DER ADVERTENTIEN: van 1—4 regels 1.00, elke regel meer 0.25. Speciale prijzen bij contract Liefdadigheids- advertentiën voor de helft van den prijs. Kleine Advertentiën „KEITJES" bij vooruitbetaling 15 regels 60 cent, elke regel meer 12 cent. driemaal plaatsen 1.20. btAVENHAGE. 24 Oct. Zoo leiders op deze pagina gemeld l het thans verschenen verorde- jenblad opgenomen een veror- ■njz van den Rijkscommissaris [het bezette Nederlandsche ge- I betreffende de oprichting van Neder)a'ndschen La-ndstand verordening luidt als volgt: ARTIKEL 1. De Nederlandsche Landstand is Jenbaar lichaam in den zin van 1152 der grondwet en is gevestigd (avenhage. «Nederlandsche Landstand heeft lenende bevoegdheid in den zin |ikel 153 der grondwet ARTIKEL 2. lederlandsche Landstand heeft in woordelijkheid tegenover "het Ne- Hdsche volk tot taak: belangen van de landelijke be te behartigen en te waken over [van de sfandgenooten. i het kader der door den staat te richtlijnen de bedrijfseconomische [genheden der landelijke bevol- regelen en daarover te waken, an de voedselvoorziening van het indsche volk mede te werken. ARTIKEL 3. Tot den Nederlandschen Land- behooren: lie personen, die door hun werk- >id of door het ter beschikking van perecelen grond of water ■oen aan het productief maken In Nederlandschen bodem met in der binnen- en kustwateren. |e familieleden der onder 1). ge personen; voor zoover dezen ge gedeeltelijk voor het onderhoud nerj zorgen. Vereenigingen, lichamen, instel pn stichtingen kunnen, onafhan ran hun rechtsvorm en rechtspej*- <heid. voor zoover zii geen open rhaam zijn en »r zoover zij op het in artikel 2, 1) omschreven gebied werkzaam «r aanwijzing van den in artikel erordening no. 41/1941, ten einde ien tot een herordening op he* der niet commercieele vereeni en stichtingen genoemden com- oor zoover zij op het in artikel 2. 2) omschreven gebied werkzaam oor aanwijzing van den boeren- n den Nederlandschen landstand opgelost, of daarbij aangesloten 1 worden ontbonden. ARTIKEL 4. an het hoofd van den Nederland- wildstand staat de boerenleider, leeenwoordigt den landstand zoo •uiten rechte. e boerenleider regelt de inwen- rganisatie van den Nederland- Landstand door het geven van tuut. ARTIKEL 5. 'et staatstoezicht op den Neder- ien Landstand berust bij den is-generaal van bet Departe- van Landbouw en Visscherij. secretaris-generaal van het ement van Landbouw en Vissche- rdigt de ter uivoering dezer ver- n? nnodige voorschriften uit. De den in de Nederlandsche Staats afgekondigd. Een foelichting toelichting op den Nederland- tien Landstand ontvingen wij de de uiteenzetting. verordening op de oprichting den Nederlandschen Landstand Ut de hoofdwet van den eersten '^rechtelijken landelijke be stand in Nederland. Het gege- Lader zal in de komende maan- met uitvoeringsbepalingen, al echter door het opbouwwerk den landstand zelf, worden evuld. Daarbij zullen arbeid en '?d van den Landstand steeds er reiken dan door wet en ver engen kan worden bepaald. ""ordening is, evenals* de veror- op de marktordening der voe- nishouding, gegrondvest op de andsche grondwet. De in de ei in den kiem aanwezige ge- dat de aangelegenheden van- roepsstand of van een tak van k van huishouding met verant- •lijkheid door deszei fs leden wor- luurd en geleid,1 is daarmede e eerste maal volledig verwezen- Landstand is geen belangenver- °ordiging, want hij legt zijn ar- jegens het geheele volk verant- l'jke wijze ten uitvoer. Het recht Idling van de eigen aangelegen- sluit verplichtingen jegens het i in. 'andvolk zal deze verplichtingen erkennnen en bevpstigen in tegen- '8 tot de plichten, die het lidmaat schap van de crisisorganisaties met zich mede bracht, want daar bestond prac tie.ch geen verantwoordelijk medebepa lingsrecht. Met de uitwerking van de markt ordeningsorganisaties en den op bouw van den landstand zal derhal ve het einde gekomen zijp van de crisi60fgan isaties. De landstand omvat het landvolk in den breedsten zin des woords. niet al leen den boer, den pachter of tuinder, maar ook den grondbezitter, die grond verpacht of op andere wijze door ande ren laat gebruiken. Tot den landstand behooren de zoetwater- en kustvisschers, ook alle landarbeiders, zijn lid van den landstand en eveneens leden van het landelijk gezin, dus ook de vrouwen van boeren en landarbeiders, de jonge en de oude boer. Voornaamste taak T) E voornaamste taak van den land- stand is de zorg voor al de zijnen en de bescherming van hun standseer. De landstand moet dus den flinken land man. die zijn naam eer aandoet, steu nen. Hij moet er derhalve invloed op hebben, dat de landelijke bodem in han den komt van den besten bewerker. Hij moet den ongeschikten gegadigde voor koop, pacht of bevestiging kunnen uit schakelen. De landstand zal ook het recht krijgen voorstellen te doen betref fende vertegenwoordigers van den land bouw in alle belangrijke corporaties, die beslissen over landbouwbelangen. Niet alleen bij de keuze van menschen, maar ook bij alle groote problemen, die den landbouw betreffen, zal de land stand reeds om zijn deskundigheid be trokken moeten worden, zooals bijvoor beeld alle plannen op het gebied van nederzetting en landelijke cultuur; De zorg voor vrouw en jeugd ten platte- lande biedt een breed terrein van actie. Ach ting en begrip voor arbeid en leven op het land moeten behouden en gewekt worden: ook de staat zal hier met den landstand sa menwerken en bij de opstelling van het leer plan der vakscholen voor den landbouw meer dan tot dusver ideëele gezichtspunten op den voorgrond moeten stellen. De zorg voor den landarbeider mag nfet beperkt blijven tot een rechtvaardige rege ling van de landelijke arbeids- cn loontoe standen. Behalve dit moet de innerlijke ver bondenheid van den landarbeider en ziin ge zin met de plaats van arbeid op de hoeve ersterl^ worden. De opvoering der productie, het berei ken van topprestaties in ieder bedrijf was tot dusver reeds een der voornaamste ta ken. die het staatsbeheer en de tot dusver aanwezige bonden en organisaties van den landbouw tezamen hadden. Door den land stand ontstaat thans de mogelijkheid om binnen het kader van de door den staat gegeven richtlijnen ook den laatsten boer en landarbeider in te schakelen in de groote taakdie de geheetè landelijke be volking in den huldigen tijd moet vervul len. De landstand zelf zal uit eigen recht, eigen aandrift en ook met eigen middelen opbouwwerk leveren en door onderwijs- en proefbedrijven het funtionneeren van de staatsinstituten en van de ambtenaren steunen. Een deel der tot dusver omschreven werk zaamheden stond, ook reeds op het werk plan van bestaande organisaties van den landbouw. Alles, wat tot dusver aan voorbe reidend werk is geschied, wordt definitief gestaafd door de samenvatting in den land stand. De tot dusver aanwezige stands- en beroepsorganisaties zullen met haar werk niet vernietigd, maar opgenomen worden in een grooter geheel, waar haar arbeid, vrji van alle tot dusver aanwezige juridische of politieke beperkingen, voortgezet zal wor den. De in de verordening opgenomen mo gelijkheid tot inschakeling baant voor deze bonden den gesch-iktcn weg. Verwacht kan worden, dat de meerderheid der bestaande organisaties deze mogelijkheid niet zal laten voorbijgaan. De door de inschakeling ont staande juridische consequenties zullen dóór een spoedig te verwachten uitvoeringsver ordening geregeld worden. Terwijl de inschakeling het middel is om de beroeps- en standsorganisaties definitief te verbinden met den landstand, geeft de verordening door de aanhechting van orga nisaties en bonden de mogelijkheid een ver band tot stand te brengen met die privaat rechtelijke corporaties, die zich bezig hou den met de opvoering der productie en met andere bedriifshuishoudelijke taken, dus bij voorbeeld veefokvereenigingen, vereenigin gen voor het fokken van hengsten enz. Deze organisaties behouden daarmede haar juri dische zelfstandigheid, doch moeten zich met haar werk voegen in de algemeene plannen an den landstand en in zooverre ook in structies aanvaarden en een opgedragen taak ten uitvoer leggen, waarvoor eventueel ook de landstand subsidies kan verleenen. Derde arbeidsgebied A LS derde arbeidsgebied naast de zorg voor en de regeling van de bedrijfshuishoudelijke toestanden heeft de landstand opk tot taak mede te werken aan de-voedselvoor ziening. Het werk en de opofferin gen, die liet landvolk thans brengt voor de voeding van het algemeen, verdienen de inschakeling van zijn beroepsstand in de plannen en het beheer en in het hijzonder in de uit voering van de voedingshuishou ding, voor zoover zij den boeren be treft. Met behoud van de uitsluitende ver antwoordelijkheid van den staat in de leiding van de voedingshuishouding jui6t in oorlogstijden bestaat hier de weg om vooral bij de provinciale en plaatselijke instanties een samenwer king vol vertrouwen tot stand te bren gen tusschen het staatsbestuur en de 1 f -V" V-V x' 'iv v Met de telecumera voor Leningrad. Twee Sovjet-vliegtuigen kruisen boven hels havengebied. Rechts de ruim 100 meter hooge Isaiic-kathedraal. - (Foto Atlantic-Holland) 's-GRAVENHAGE, 24 Oct, De Rijks commissaris voor het bezette Nederland sche- gebied heeft een-verordening uit gevaardigd betreffende het doen ver richten van arbeid in Joodsche huishou dingen. In deze verordening wordt het volgende bepaald: ARTIKEL 1 1. Het is verbóden niet-joden ar beid te doen verrichten in huishou dingen van gezinnen, waarvan een jood het hoofd is of waarvan een jood blijvend dan wel tijdelijk, mits voor langeren tijd dan vier weken ononderbroken, deel uitmaakt. 2. In den zin van het. eerste lid: 1. Is jood; hij die op grond van hel bepaalde in artikel 4 der verordening no.189/1940 betreffende .het aangeven van ondernemingen jood is of als joorl wordt aangemerkt. 2., Verricht arbeid in de huishouding van een gezin; hij die geheel of gedeel telijk voor bepaalden of onbepaalden tijd in dat gezin is opgenomen, om in de huishouding daarvan arbeid te verrich ten of'die zich, zonder in het gezin te zijn opgenomen, met dagelijksche huis houdelijke werkzaamheden of met an dere dagelijksche werkzaamheden, wel ke direct of indirect met de huishouding in verband staan, bezighoudt. (3) fn afwijking van het in het eerste lid bepaalde is pet geoorloofd arbeid op grond van een reeds bestaande dienst betrekking verder te doen verrichten: 1) vanaf het tijdstip van inwerkingtre ding dezer verordening tot J Januari 1942 2) vanaf het tijdstip, waarop de om standigheid. op grond waaryan het in het eerste lid bedoelde verbod van toepassing wordt, ontstaat, tot het tijdstip, tegen het welk de werkgever de dienstbetrekking op ziin vroegst na het ontstaan dier omstan digheid han opzeggen, ten hoogste echter tot dertig dagen nadien. ARTIKEL 2 1. Overeenkomsten zijn nietig, voor zoover zij de verplichting tot het ver richten van arbeid in 'strijd met de ver- ertegenwoordigers van den landstand. roor de staatsorganen zal deze samen werking een vergemakkelijking brengen an Tnfn moeilijke taak, voor den land- tan d echter de mogelijkheid om zorg te dragen voor een rechtvaardige uitvoe ring. daarnaast echter ook de verslich ting om ziin leden te overtuigen van de noodzakelijkheid ook van harde maat regelen. Zoodra deze wisselwerking tus schen slaat en alndstand tot stand is ge bracht, is he^ tijdperk van de crisisor- ganisatie definitief overwonnen. De inwendige organisatie van den landstand zal voor het geheele staatsgebied uniform zijn. Zij berust op de door den boerenleider op te stellen statuten. Ook zijn finan cieel© aangelegenheden regelt de landstand zelf op grond van de bijdragen van zijn leden. De staatscontrole, die is opgedragen aan hipt ministerie voor landbouw en isscherij, omvat het recht om de sta tuten goed te keuren en het financieele beheer te controleeren. - Binnen het be stek van de staatscontrole zal er voorts voor gezorgd moeten worden, dat het optreden van den staat en dat van den landstand niet met elkander in strijd komen. De hoofdtaak van den landstand is en blijft de van alle politieke en overige beperkingen vrije samenvatting van het geheele landvolk teneinde de zware taken van den tegemvoordigen tijd ten uitvoer te leggen en om aan den an deren kant het landvolk de grootst mo gelijke rechten te geven. Om die reden heeft de bezettende mogendheid de vor ming van den landstatjd ter hand ge nomen. Radio-rede Roskam 's-GRAVENHAGE. 24 Oct. Over den zender Hilversum I wordt heden avond om 8 uur een reportage verzorgd over den Nederlandschen Landstand. Boerenleider E. J. Roskarp Hzn. zal hierin p.a. mededeelingen doen, welke van groot belang zijn voor iederen volksgenoot. bodsbepalingen van artikel 1 inhouden 2. Voor den werkgever wordt niet als dringende reden in den zin van artikel 1639p, lid 1, van het burgerlijk wetboek beschouwd het feit, dat de bepalingen van het eerste lid van artikel 1 op die dienstbetrekking van toepassing zijn of worden. ARTIKEL 3 1. Hij die in strijd met het in artikel 1 bepaalde iemand arbeid doet verrich t^n, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en met geld boete van ten hoogste tienduizend gul den of met een dezer straffen. 2. Het instellen van een strafvervol ging tegen iemand, die noch de Duit sche nationaliteit, noch de Nederland sche nationaliteit bezit, noch zonder na tionaliteit is, kan slechts plaats vinden met toestemming van den rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche ge bied. 3. Feiten, als bedoeld in het eerste lid, worden beschouwd als delicten in den zin van het tweede lid van par. 2 der verordening no. 52/1940 betreffendr de Duitsche rechterlijke macht vooi strafzaken, zooals dgzp gewijzigd is bn verordening no. 123/1941. ARTIKEL 4 De rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-ge neraal voor bestuur en justitie) kan vrijstelling van bepalingen dezer veror dening verleenen. ARTIKEL 5 1. Deze verordening treedt heden in werking. 2. Gelijkktijdig treedt de verordening no. 231/1940 betreffende het doen ver richten van arbeid door Duitschers in joodsche huishoudingen, buiten wer king. Wat aan joden verboden is 's-GRAVENHAGE. 24 Oct. In het verordeningenblad is opgenomen een verordening van den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende het deelnemen van joden aan vereenigingen van personen en stichtingen .zonder economisch doel. Deze verordening luidt als volgt: Artikel 1. Aan een jood is het ver boden: 1) een vereeniging van personen zon der economisch doel in den zin der ver ordening no. 145/1940, houdende bepa lingen te verkrijgen van een overzicht (Erfassung) van vereenigingen van per sonen en stichtingen zonder economisch doel, op te richten, aan de oprichting van een dergelijke vereeniging van per sonen deel te nemen of lid van een der gelijke vereeniging van personen te zijn of te worden, tenzij de vereeniging van personen uitsluitend joden als leden heeft, 2) Een stichting zonder economisch doel in den zin der verordening no. 145/ 1940 op te richten, aan de oprichting van een dergelijke stichting deel te ne men of uit het vermogen van een der gelijke stichting direct of indirect voor deel te trekken, tenzij de stichting uit sluitend door joden is opgericht of het vermogen van de stichting uitsluitend joden ten goede komt. 3) Werkzaam te zijn voor een vereeni ging van personen of stichting, waarvan hij op grond van het bepaalde onder 1 geen lid mag zijn of uit welker vermo gen hij op gronrl van het bepaalde on der 2 geen voordeel mag trekkèn. Artikel 2. (1) Een jood. die in strijd handelt met het in artikel 1 bepaalde, wordt, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden en geldboete van ten hoogste een duizend gulden of met een dezer straffen. (2) Strafbare feiten, als bedoeld in het vorige lid, worden beschouwd als over tredingen. Artikel 3. Jood in den zin dezer ver ordening is hij die op grond van het be paalde in artikel 4 der verordening no 189/1940 betreffende het aangeven van oudernemingen jood is of-als jood wordt aangemerkt. Artikel 4. Deze verordening treedt op 1 November a.s. in werking. 's-GRAVENHAGE. 24 Oct Het verordeningenblad" bevat een veror dening van den rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche ge bied betreffende de regeling van het* uitoefenen van een beroep door Jo den. Daarin wordt o.m. het volgen de bepaald. ARTIKEL 1. Het uitoefenen van een werkzaamheid als beroep, in een bedrijf, dan wel meer in het algemeen om daarmede geld te verdie nen, door joden kan door instructie af hankelijk worden gesteld van een vergun ning of van voorwaarden of wel worden verboden. Daarbij kunnen tegelijkertijd be palingen omtrent het beëindigen en afwik kelen van die arbeidsovereenkomsten wor den gegeven, waarin de door de instructie getroffen persoon partij is ARTIKEL 2. 1. De instructies worden uitgevaar digd door den rijkscomhiissaris van het bezette Nederlandsche gebied (commis saris-generaal voor financiën en econo mische zaken) of door den door dezen man te wijzen dienst. Zij kunnen betrek king hebben op groepen van personen of op afzonderlijke personen. ARTIKEL 3. De op grond van artikel 2 der verorde ning no. 137/1940 betreffende de regeling van de rechtspositie van ambtenaren en overig personeel, alsmede .van bepaalde beëedigde personen, uitgevaardigde in structies blijven onaangetast. ARTIKEL 4. Op het ontslag van een jood vindt het bepaalde in het eerste uitvoe ringsbesluit (no. 9/1940) ingevolge de verordening no. 8/1940 betreffende het beperken van werk. zooals gewij zigd bij besluit no. 64/1940, geen toe passing. ARTIKEL 5. Een werkgever kan een arbeidsover eenkomst met een jood, met. inachtne ming van een opzeggingstermijn van drie maanden tegen den eersten dag van elke kalendermaand opzeggen, voor het geval de opzeggingstermijn \olgens rechtsvoorschrift dan wel overeenkomst langer is, of de overeenkomst door het verstrijken van tijd op een na 31 Janu ari 1942 vallenden dag zou eindigen. ARTIKEL 6. De secretaris-generaal van het depar tement van sociale zaken kan de aan spraak van een jood, van zijn weduwe dan wel van zijn nakomelingschap op pensioen of op verzorghig zijner nagela ten betrekkingen jegens zijn Werkgever veranderen in een aanspraak op een eenmalige schadeloosstelling, voor het geval de werkgever dit, verzoekt. De se cretaris-generaal kan hierbij bepalen, dal de schadeloosstelling in termijnen zal worden betaald. ARTIKEL 7. 1. Eindigt de arbeidsovereenkomst van een joodschen werknemer en 'heeft de jood of een ander persoon tengevolge van deze beëindiging recht op andere dan de in artikel 6 bedoelde aanspraken jegens den werkgever, dan treedt in de plaats van deze aanspraken .een schade- Loosstelling, welke berekend wordt op basis van de wedde, waarop de jood over de laatste maand van zijn werkzaamheid recht had. Deze schadeloosstelling be draagt bij een ononderbroken duur van de arbeidsovereenkomst: 1. van ten hoogste vijf jaren het enkel voudige; 2. van meer dan vijf of ten hoogste tien jaren het anderhalfvoudige; 3. van meer dan tien tot ten hoogste vijftien jaren het tweevoudige; 4. van meer dan vijftien tot ten hoog ste twintig jaren het drievoudige; 5. van meer dan twintig tot ten hoog ste vijf en twintig jaren het vier en een halfvoudige; 6....van meer dan vijf en twintig jaren hef, zesvoudige van de maandelijksche wedde. 2. De schadeloosstelling vervalt, voor zoover deze niet hooger is dan 'het drie voud van de maandelijksche wedde bij de beëindiging van de arbeidsovereen komst. Jn gevallen, als bedoeld in lid 1, onder 5. kan het overblijvende deel in twee termijnen, in gevallen, als bedoeld in lid 1, ónder 6, in drie termijnen bij vooruitbetaling worden uitgekeerd. 3. Het in de leden 1 en 2 bepaalde vindt geen toepassing voor het geval de in het eerste lid bedoelde aanspraak ge ringer is elan de schadeloosstelling. Voor zoover het eerstbedoelde bedragiuit pe riodiekeprestaties bestaat, wordt, ter ver gelijking met de schadeloosstelling, aan genomen, dat de periodieke prestaties ge durende ten hoogste drie jaren zouden zijn verricht. Tusschenrente wordt niet in aanmerking genomen. ARTIKEL 8. Jood in den zin dezer verordening is hij die op grond van het bepaalde in ar tikel 4 der verordening no. 159/114z be treffende het aangeven van ondernemin gen jooó is of als jood wordt aangemerkt. ARTIKEL 9. 1. De rijkscommissaris voor het bezet te ^Nederlandsche gebied (commissaris- generaal voor financien en economische zaken) treft de ter uitvoering dezer ver ordening noodzakelijke maatregelen. Hij kan de hem toekomende bevoegdheden delegeeren. 2. De rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied (commissa ris-generaal voor financiën en?economi sche zaken) kan ten aanzien van twijfel gevallen, welke zich bij de toepassing der voorschriften dezer verordening kunnen voordoen, algemeen geldende beslissin gen nemen ARTIKEL 10. Deze verordening treedt heden in wer king op den dag harer afkondiging. Nieuwe gevolmachtigden voor Utrecht en N. Brabant 's-GRAVENHAGE, 24 Oct. Dp Rijks- commissaris heeft overeenkomstig art. 4 alinea 2 van zijn verordening van 29 Mei 1940 over de uitoefening der regee- ringshevoegdheden in Nederland tot de volgende pcrsoneelswijzigingen beslo ten: 1. De gevolmachtigde voor de provin cie Noord- Brabant, Ritterbusch, heeft een -aanstelling gekregen in de partij kanselarij. Tot gevolmachtigde voor de provincie Noord-Brabant werd de ge> volmachtigde voor de provincie" Drente, gouw-inspecteur Thicl, benoemd. 2. De gevolmachtigde voor de pro vincie Utrecht, dr. Joachim, heeft een aanstelling gekregen in het rijksmini sterie van Binnenljmdsche Zaken. In zijn plaats werd tot gevolmachtigde voor de provincie Utrecht benoemd de Reichshauptstellcnleiter Sommer. Het rijkscommissariaat maaftt bekend: De rijkscommissaris voor de be zette Nederlandsche gebieden heeft bij de in het verordeningenblad van heden verschenen verordening no. 196/41 den „Nederlandschen Land stand" in het leven geroepen. Aan het hoofd daarvan 6faai de boeren leider van den „Nederlandschen Landstand". Bij de tegelijkertijd ver schijnende verordening no. 197/41 heeft de Rijkscommissaris zich de benoeming van den boerenleider voorbehouden. Op grond tfan deze verordening heeft hij den heer E. J. Roskam in Lunteren tot. boerenlei der van den Nederlandschen Land stand benoemd. 's-GRAVENHAGE. 23 October. De secretaris-generaal van het de partement van Landbouw en Vis scherij maakt bekend, dat vóór 2 November a.s. nieuwe boter- en vet kaarten ter vervanging van de thans in gebruik zijnde, zullen wor den uitgereikt. Op nader door de plaatselijke distri-» buticdiensten te bppalen data zal men zich bij deze diensjen dienen te vervoe gen onder overlegging van de distribu tiestamkaart en alle thans geldige bo ter- en'of vetkaarten. Dit zijn dus de normale boter- en vet kaarten, alsmede de toeslagkaarten van de bonboekjes C en D, voor zwaren en zeer zwaren arbeid. Tegen inlevering van deze kaarten zullen de nieuwe bo ter- en vetkaarten worden uitgereikt, welke per kaart acht bonnen bevatten, genummerd van 51 tot en met 58. rrjet de aanduiding „boter" of „vet". De aandacht wordt er op geves tigd. dat uitsluitend boter en vet kaarten ter inwisseling worden aan genomen, waarop de bon „41" en al le hoogerc nummers nog aanwezig zijn. Voorts behoeven de nieuwe kaarten niet in de plaats van.inschrijving in het bevolkingsregister te worden afgehaald en de toeslagkaarten voor zwaren ar beid niet in de plaats, waar de arbeid wordt' verricht. HOOGE ROEMEENSCHE ORDE VOOR DEN WEERMACHTSBEVELHEBBER 's-GRAVENHAGE, 24 October. Koning Michael van Roemenie heeft den weermachtsbevelhëbher in Ne derland. den generaal der vliegers Fr. Christiansen, de orde'„Sterman Roemenië" verleend, tezamen met het lint van de „Orde voor mili taire dapperheid." Vandaag verduisteren om 18.29 uur Heden (Vrijdag gaat de zon op om 8.19 uur; onder om 18.29 uur. De maan gaat op om 12.50 uur; on der om 21-46 uur. Zaterdag gaat de zon op om 8-21 uur; onder om 18-27 uur. De maan gaat op' om 13.48 uuronder, om 22.47 uur.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1941 | | pagina 1