den strijd bij Benghazi DE REDE VAN KlüMPliRïJE KLOMP Zware Britsche verliezen in KLOOSTERBALSEM DEN FUEHRER ndisch bataljon in handen der Italianen LUCHTMACHT BOVEN ENGELAND IN ACTIE ven- SPIT IN DEN RUG Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 31 JANUARI 1942 (Vervolg van pag. 1) Nu moeien zij mij. zoo ging Hitler voort, op grond van mijn heelo geschi denis. juist begrijpen ik heb eens een woord uitgesproken, dat hei buitenland heelemaal niet begreep Ik zeide: wan neer de oorlog dan al onvermijdelijk 's dan wil ik hem liever voecon. niet om dat ik naar "dezen roem verlang tik doe hier gaarne afstand van mijn roem. dat is in mijn oogen heelemaal geen roem mijn roem zal. wanneer de Voorzienig heid mij in het leven houdt. een« toch in de groofe werken de« vredes bestaan die ik nog denk te schepnen). maar om dat ik geloof, dat wanneer de Voorzie nighei£ het dan al zoo hesrhlkte, dal deze strijd volgens den onnaspeurlijk \vi!*dezer Voorzienigheid, moest word uitgevochten, dat dan inderdaad ik de Voorzienigheid slechts kan bidden mij den last van dezen strijd toe te vertrou wen. Ik wil dien last dragen en voor geen verantwoordelijkheid terugschrik ken Ik wil iedere verantwoordelijkhei dragen, zooals ik die tot dusverre gedra gen heb. Ik weet. dat dit volk mii var- trouwt Het Puifsche volk mag echter ook van één ding overtuigd zijn: een WIS zal. zoolang ik leef. niet gebeuren Ik zal nooit doze vlag la'en neergaan Hitier ging verder, terwijl bij het noe men van iederen bondgenoot uiterst krachtig applaus klonk ik verheug mij. dat bij on/p soldaten thans zoovele bondgenooten zijn gekomen In hef Zui den Ttalië. heelemaal in het Noorden Finland en daar tusschenin al de andere naties, die eveneens hun zonen naar hel Oosten zenden: Hongaren. Slowaken Kroaten. Spanjaarden, Belgen, ja zelfs Franschen nemen deel aan dezen strijd en bovendien de vrijwilligers der Ger- maansche staten uit het Noorden en uit het Westen. Het is reeds thans een oorlog van Europa en tenslotte in het Oosten als nieuwe bondgenoot, die een zekeren heer zijn belachelijke phrases reeds heeft afgeleerd: Japan. Over den oorlog zelf wil ik weinig spre kpn Hier spreekt reeds de geschiedenis. 1030. de afrekenin-g met Polen. 19iO Noor wegen en Frankrijk en Engeland. N e- d e r 1 a n d en België. 1041 eerst de Bal kan en toen eindelijk de staat, waarvan de heer Cripps nog slechts enkele dagen geleden in zijn praatzucht verzekerd heeft, dat hii zich repds jaren heeft voor bereid op den strijd met Puitschland Ik wist dat op het oogenblik. waarop het mij duidelijk was. dat hier een valseh «nel gespeeld werd. toen ik ver nam. dat Churchill reeds in zijn ge heime zittingen gewezen had op den nieuwen bondgenoot, op het oogenblik, waarop hier in Berlijn Molotow afscheid nam onder de auspiciën van zijn mis lukte eischen. die ik niet kon inwilli gen. En ook hier ben ik het lot dankbaar, dat het mij geplaatst heeft aan het hoofd van het Rijk en dat mii veertien dagen of drie weken eerder tijd vergund zijn geweest om den eersten stoot toe te brengen. Wij hebben dat ook in Oost- Azië beleefd. Wij kunnen Japan slechts gelukwenschen. dat het in plaats van r.og langer te marchandeeren met de leugenachtige subjecten, kort en krach tig heeft toegeslagen. En nu strijden sedprt 22 Juni onze sol daten in het Oosten een strijd, die een maal in de geschiedenis opgeteekend zal worden als ppn heldenlied van ons volk. Ter zee zullen onze duikbooten datgene te schande maken, wat Roosevelt in zijn voornempn had. Hij had het voornemen door steeds nieuwe verklaringen betref fende Amrrikaansche souvereine gebie den het Duitsche duikhootwapen gelei delijk van den oceaan te verdringen, en op een heel kleine ruimte te houden, die door de Britsche zeestrijdkrachtpn beschermd had kunnen worden En dal was ook de reden van het achteruitgaan der cijfers van tot zinken gebrachte schepen niet de minder goede kwaliteit of het nfnomppdr» aantel duikhnofen Integendeel, dit is ontzaggelijk topge- nomen. Gij zult hegrijpen, zoo zeide Hit- Ier, verwijzende naar deze verklaringen van Roosevelt, dat het voor mij steed* een overwinning was. of te wegen of ik nu aan deze leugen en dit bedrog ppt einde moest maken, dan wel. om der wille van don lioven vrede, mij een nieu we henerking moest laten opleggen Het ontreden van Jannn heeft ons van deze zore bevi Thans zullen zij convooien noodig hebben op alle oceanen der we reld en nu zullen zij zien hoe onze duik booten werken. Welke plannen zij ook mogen hebben, wii zijn voor alles be- wanend van het Noorden tot aan het Zuiden, van de kust tot aan het Oosten Wij staan r*.| en waar wij staan, zullen wii geen duim breed van den bodem zonder striid prijs geven. En wanneer wii een duimhne<»dfe opgeven, wordt on middellijk opnieuw aangevallen. Wij 7'ip «reln' kïfT sinds gisteren te weten, dat Generalohersf Rommel met ziin dap- "»re TtaHian«',bo on Duitsche pantser- soldaten, op het oogenblik. waarin zij reloofdcn hem te hebben verslagen on middellijk rechtsomkeert maakte en hen terugsloeg. Zij zullen dat zoolang beleven, totdat deze oorlog met onze ïverwinine geëindigd zal zijn. Hitler -">emt de infanterie ERBIJ komt onze luchtmacht haar roem is onvergankelijk. Wat zij ge- •»re<;foprd heeft, is een heldendom, dal men door onderscheidingen niet genoeg kan waard «ren. En nehter onze wa nen? waarvnn de Führer in het hil 'onder weer de infanterie roemde - «taal een reusachtige vA^i-^rtrsorgnni^"» lie. Zij allen werpen zich in den strijd n zullen ook de zwaarste opgnv»n or 'ossen. Want het Is vanzelfsprekend* makkelijk was het overgaan van eei. ip wegingsoor log naar een verdediging n hef Oosten niet De verdediging heef' >r>- niet de rust opgedrongen. Na gewezen te hebben on de moeilijk- heden, die een vorst tot 45 graden voor de gevechten der troepen van Duitsch- land en de bondgenooten in het Oosten met zich mode bracht, verklaarde de Frthrpr: on dit oogenhlik waarop deze moeilijke overgang noodzakelijk was heh ik het als miin tank h*- -houwd de verantwoordelijkheid hiervoor op mijn schouders te nemen Tk wilde nog dich Ier hii mijn soldaten staan en ik wil hun thans verzekeren: ik weet. wat gij nresteert. doch ik weet ook. dat he! zwaarste achter ons ligt. De winter was de groote hooo van den vijand in het Oosten De winter zal deze hoop niet in vervulling doen gaan. Tn vier maanden waren wij hiina tot Moskou en Lenin grad opgerukt. Vier maanden van den winter ziin thans voorbij. De vijand is on enkele plaatsen enkele kilometers vooruit gekomen en heeft daar bloed en menschenlevens geofferd. Dat. kan ons onverschillig laten, doch over enkele weken zal de winter in het Zuiden reeds ten einde ziin en daarna zal ook verder n het Noorden het voorjaar komen. Hei uur zal komen, waarop de grond weer hard en stevig wordt en waarop wij den vija- zullen verslaan, want .«at kan ik zeggen: de soldaat in de voorste linies beseft ziin torenhooce superioriteit te genover de Russen. Hen. met de Russen ie vergelijken zou een heleediging zijn. Het beslissende is alleen, dat de over gang van den aanval tot de verdediging gelukt en ik mag zeggen, zij is geluk Dit front stoat en achter dit front staat thans een Duisch vaderland, dat haar waardig is. Ik heb onlangs, toen ik inzag, dat dat gene, wet was voorbereid, om bescher ming te bieden tegen de vorst, nog lang niet voldoende was, een appèl tot het Duitsche volk gericht. Dit appèl was een stemming. Wanneer de anderen van de mocratie praten: hier ie de ware demo cratie. Zij heeft zich getoond in deze dagen toen een geheel volk vrijwillig gaf. Ik kan op dezen dertigsten Januari slechts één ding verzekeren. Hoe dit iaar zal ofloopen weet ik niet. Of dan de oorlog voorbij zal zijn, weet ik niet doch één ding weet ik: waar^ de vijand ook opduikt, wij zullen hem in dit jaar weer verslaan precies als tot dusver Het zal een jaar van groote overwin ningen zijn. Wii mogen niet eens een vergelijking maken met den tijd van Frederik den Groote. Frederik de Groo te moest tegen een overmacht strijden, die wel haast verpletterend was. Wij hebben het 6terkste leger der wereld en de sterkste luchtmacht ter wereld. Wij hebben e*m viiand voor on6. die mis- ehien numeriek sterker kan ziin, doch Ij zullen in het voorjaar numeriek aan hem gelijk zijn. Wij zullen hem dan met de wapen6 weer verslaan. Dan komt weer onze tiid. Vóór alles echter: wfl hebben thans bondgenooten. Wij ^e- ven ook thans niet meer in den tijd van den wereldoorlog. Wat Japan alleen in het Oosten presteert, is in het geheel niet te schatten Ons blHft geen andere weg dan de weg van den strijd en de weg van het succes. Hij kan moeilijk of emakkeliik ziin. hii io nooit moerliiker dan de gevechten van onze voorouders. Het gebed van den aartsbisschop, die ..enscht. dat F.nropa door het bolsjewis- me gestraft wordt, zal^iiet in vervulling gaan. Doch het volgende gpbed zal in ervulling gaan: God geef ons de rarht. opdat wij voor ons volk onze nderen en kindskinderen de vriiheid behouden en niet alleen voor ons Duit- be volk. doch ook voor de andere vol ken van F.urona. Want het is een oor log voor geheel Europa en zoodoende erkelijk voor dp geheele menschheid. ROME. 30 Jan. (Stefani). Het 608ste Italiaansche weermachtbericht luidt Bij de gevechten, die tot de reeds in een extra-bericht gemelde verovering an Benghasi hebben geleid, werden talrijke krijgsgevangenen gemaakt en een aanzienlijke buit. die nog geteld 264. -Precies terecht in de armen van Klompertje, die zooveel geluk niet had durven droomen. Dat avon- tuur had dus maar twee minuutjes ge duurd. zou ie denken, maar neen hoor. zoo gauw kwam onze held niet van den bandiet af. want nu kwam het er maar op aan 265Om weg te komen, zoo gauw als hij maar kon. Want. dat zag Klom pertje drommels goed. de dief was al weer overeind gekrabbeld en di& zou het er zeker niet bij laten zitten, dat zijn bult hem zoo gauw alweer afhan- handig was gemaakt. Let maar op- Duitsch weermachtbericht UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FUEHRER, 30 Jan. (D.N.B.). Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: Aan het Oostelijke front voortdu rende gevechtsactie. Op de Faroer-eilanden en aan de Noordoostkust van Schotland hebben gevechtsvliegtuigen havenwerken en ravitailleeringsbedrijven gebombar deerd. Voor de Zuidwestkust van Engeland heeft de luchtmacht een koopvaardijschip van 4.000 brt tot zinken gebracht. Duitsche duikbooten hebben zoo als in een extra-bericht is bekend ge maakt aan do Noord-Amerikaan- sche en Canadeesche kust nog 13 schepen van tezamen 74.000 brt. tot zinken gebracht. Hierbij heeft de duikboot van den corvettenkapitein Kals zich bijzonder onderscheiden. Zooals eveneens in een extra-be richt is bekend gemaakt, hebben in Noord-Afrika Duitsch-Italiaansche troepen Benghazi ingenomen. Duitsche gevechtsvliegtuigen en duikbommenwerpers hebben Brit sche colonnes voertuigen bij Barce en Oostelijk va Solloem. alsmede in het woestijngebied van Cyrenaica vernietigd. Bii luchtaanvallen op de haven van Tobroek werden bomtref- fers geplaatst op havenwerken cn luchfdoelstellingen. Vliegvelden op hef eiland Malta werden door ge vechtsvliegers overdag en des nachts met hommen bestookt. wordt. Bij een aanval op een stelling in den Djehel heeft een geheel Indisch ba taljon zich aan onze troepen overgege- Ofschoon de Duitsch-Italiaansche strijdkrachten hinder ondervinden van regen en zandstormen, blijven zij druk uitoefenen op den vijand, die naar het Oosten terugtrekt, achtervolgd en be stookt door de luchtmacht. Het afweergeschut van onze groote eenheden heeft twee Engelsche vliegtui gen neergehaald. Ondanks de ongunstige weersgesteld heid hebben de bommenwerpers van de as de actie tegen Malta voortgezet. Zij ielen met succes vliegvelden aan en beschadigden verscheidene geparkeerde vliegtuigen. BERLIJN, 31 Jan. (D.N.B.). Over de inneming van Benghazi verneem't het D.N.B. nog de volgende hijzonder- heden: onder de persoonlijke leiding van den opperbevelhebber, Gcnoral- oberst Hommel rukten dc Duitsch-Ita liaansche troepen op 28 Januari des avonds in weerwil van het slechte weer en de moeilijke tcrrcingesteldheid van het Zuiden en Zuidwesten komend, tot aan den Noordelijken rand van do stad op. Gelijktijdig werd de Via Balbo ten Noordoosten van Benghazi afgesloten, zoodat de in de stad geconcentreerde vijandelijke strijdkrachten niet meer konden ontsnappen. Allo pogingen van de ingesloten Britten om tijdens den nacht door dc omsingeling heen te ko men. mislukten. Op 20 Januari drongen de Duitsch-Italiaansche troepen de stad binnen, waarbij dc vijand zware verlie zen leed; de eigen verliezen waren daar entegen gering. De Duitsch-Italiaansche soldaten onder leiding van Gcneral- oberst Rommel werden door dc Ita liaansche en Arabische bevolking van Benghazi geestdriftig toegcjuichd. Na dc inneming van de stad stieten de troepen van Bonunol aan den Oosto- lijken rand der stad op vrij sterko Indi sche en Australische achtorhoeden, die den terugtocht van het achtste Britsche leger moesten dekken. Deze achterhoe den boden weerstand zoolang een te hunner ondersteuning in den strijd ge worpen lichte Britsche pantscrafdcoling standhield. Toen doze pantserwagens bij hot verschijnen der Duitsche troepen te rugtrokken, gaven de achtcrhoedon zich over. Het gelukte den Duitschcn en Ita- liaanschen troepen het grootste deel der vluchtendo Britsche pantserafdcelingen tot den strijd te dwingen, waarbij talrijke pantserwagens van het type Mark 2 werden vernietigd. Neerslachtigheid in Engeland In de Engelsche pers komt duidelijk do diepe neerslachtigheid der Engelsche openbare inecning tot uitdrukking mot betrekking tot den zwaren tegenslag in Noord-Afrika. De Engelsche openbare meening is blijkbaar dieper getroffen door den nieuwen opmarsch van Rom mel dan door de gebeurtenissen in Oost- Azie. Er valt in dc openbare meening een groote ongerustheid Ie bespeuren ten aanzien van de komende plannen van generaal Rommel. Onze V.P.B.-corrcspondent te Rome meldt, dat de Italiaansche pers zich be zig houdt met do jongste successen van de Duitsch-Italiaansche troepen in Noord-Afrika en herinnert daarbij aan een artikel van den militairen mede werker van de „D a i 1 y Expres s", dio daarin schreef: „Een succes heeft men in Lvbiö niet bereikt." Verder op dit onderwerp ingaande, geeft hij enkclo redenen aan voor het uitblij ven van een bcslisscnden slag. Het twee de, offensief in Cyrenaica werd begon nen met een sterke strijdmacht, zegt hij Tijdens het verloop van don strijd zijn de Duitsch-Italiaansche verliezen aan den lagen kant gebleven, terwijl het ver moedelijk ook gelukt is, versterkingen aan te voeren via Tripolis. Het blad wijst er op, dat do boslisson- dc slag, dien de Engelschen aan bun tegenstanders hadden willen toebren gen, mislukt is, doordien de Duitschors en dc Italianen buitengewoon handig in de woestijn hebben weten te opereeren, zoodat do Engelschen or niet in konden slagen, hen in een zoodanige positie te dringen, dat zij een slag moesten aan vaarden. Daar kwam nog hij, dat de ver lenging van de ravitailleeringslijnen, dio honderden kilometers bodroog, eon Laat dadelijk een groote pot Kloosterbalsem halen en laat U drie maal per dag flink daar mede wrijven. Kloosterbalsem heeft de eigenschap diep in de weefsels door te dringen en Uw spit in de oorzaak aan te tasten. Verdrijft verrassend snel de pijn en maakt Uw spieren weer gezond. By rheumatiek, stram heid, pijnlijke spieren is 't be proefde wryfmiddel: AKKER's hinderpaal was gebleken om de voorste linies van toereikende versterkingen te voorzien. Dc Itnliaonscho pers geeft dit artikel weer als commontnar op do beschouwin gen, die zijn vastgeknoopt aan de twee laatste legerberichten over dc vorderin gen van den strijd in Noord-Afrika. Wel is waar zegt men niets over den om vang en het doel van de nieuwe actie, doch men laat het feit voor zichzelf spreken, dat de operaties worden uitge voerd met intacto strijdkrachten, op de vernietiging waarvan de Engelschen het in de eerste plaats hadden toegelegd. Men wijst er op, dat Churchill niet heeft gesproken van het bezetten van de ze of gene plan Is als het hoofddoel van het offensief, doch van dc „totale ver nietiging van den vijand". Van dit doel nu is Groot-Brittannic verder verwijderd dan ooit, gelijk uit do laatste successon van do Duitsch-Italiaansche troepen blijkt. Bloemenpracht in wintertijd. Kostbare collecties seringen bloeien in de warme kassen, waarin Neerlands kweekers den roemrijken naam van hun bedrijf vooral in deze koude dagen hoog houden Pax Holland-De Haan m De te Amsterdam gehouden barnsteententoonstelling „Het Goud der Zee** li Woensdag te 's Gravenhage officieel In het Mauritshuis geopemd. De Duitsche president van de Nederlandsch-Duitsche Kuituurgemeenschap, pron dr. Wehofslch^ bezichtigt In gezelschap van prof. dr. Th. Goedewaagen, secretaris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten, het beroemde barnsteensc&p Polygoon-Melje Aan het Oostfront. Een colonne, die in een munitiedepót nieuwe voorraden voor de strijders in de voorste linies heeft geladen, begeeft zich door het barre winterlandschap op weg Atlantic-Holland-P. K, Koll De schutter aan boord van een Japansch vliegtuig achter zijn machinegeweer. Reeds na korten tijd gelukte het den Japanschen vliegers, de superioriteit in de lucht op hun tegenstanders te behalen Atlantic-Holland FEUILLETON 13) HOOFDSTUK VII. Ik ontmoet Pierre Erisson Op de gang zag Ik een man, die in mijn richting kwam. Aangezien de ruimte er beperkt was, moest ik me te gen den muur drukken om hem te kufi non laten passepren Mijn gedachten waren zoo ver weg dat ik niet op den man lette. Ik be merkte zelfs niei direct, dat hij was blij ven «taan en mij had aangesproken. Met een srhok keerde ik tot het aard rijk terug en ontdekte, dal ik tegenover het knapste'gezicht stond, dat ik ooit had gezien. „Neemt u mij niet kwalijk," zei hij met een eonigszins sleepende stem. „zag ik n niet uit de woning van Luc Simon komen?" „Wel... nee... ja... eigenlijk,,," Om zijn mond plooide een glimlach. „Of het een, óf het ander," zei hij schertsende „U kwam er uit, of u kwam er niet uit." Ik lachte. „Ik kwam inderdaad uit de woning van mijnheer Simon," gaf ik toe. ,,'t Klinkt, alsof u iets heel stouts ge daan hebt," antwoordde hij. Zijn don kere oogen namen mij scherp op, zij waren heel donker en zeer schrander. „En ik kan toch werkelijk niet aanne men, dat u iets gedaan zoudt hebben, dat niet in den haak zou zijn. Daar zie', u nu heelemaal niet naar uit, als ik het zoo zeggen mag." Dat ik dat vervelende blozen maar niet af kan leeren! „Waar ik naar uit zie, doe*, er hier niets toe," zoi ik scherp. „Ik kwam uit die étage en wat gaat u dat aan?" riij glimlachte weer Ik kon merKon, da' hij er plezier in had, mij te plagen. „Alleen maar om tc weten of hij thuis is." zei hij. „Dat is alles." „Dat is hij niet," zei ik, op mijn hoe de. Ten slotte wist ik niet, wie deze man was, maar ik kreeg zoo het gevoel, flat hij hem met leugens niet veel te bereiken zou zijn. De, mogelijkheid be stond na'uuriijk, dat hij een vriend vat» Luc wast die mijn aanwezigheid eenigs- zins verdacht vond. „Dat spijt me werkelijk," zei hij te leurgesteld. „Ik had hem graag even ge sproken." Naar zijn accent te oordeelen, kwam hij uit het Zuiden en hij zag er uit als iemand in zeer goede omstandigheden. Zijn lichtgrijze pak verried den besten duursten kleermaker, de lichtgrijze hoed, dien hij los in de hand hield, was kennelijk van het beste merk. Hij aarzelde voor hij verder sprak. „Misschien zoudt u me kunnen ver tellen, xwaar ik hem kan vinden? En wanneer?" „Ik zou het u niet kimnen zeggen. Hij behoort niet tot mijn vrienden. Integen deel". „Dan is hij dus een dwaas." Weer straalde die glimlach. Hij keer de zich om en wij liepen samen naar het eind van de gang. „Het is niet mijn bedoeling u uit te hooren. wat u daar deed," zei hij, nog steeds glimlachend „Maar ik geloof niet, dat ik me vergis, als ik aanneem, dat u en Luc nu niet bepaald dol op el kaar hent." „T.uc en ik haten elkaar hartgrondig." Hij knikte. „Hij is dtis een nog grootero dwaas, dan ik dacht," zei hij. „Nu, het spijt me. Ik moest hem spreken, dringend. Het was belangrijk. En u hebt geen idee, waar hij is?" Ik keek hem aan. Ik dacht aan die draad, daarbinnen, aan de gaskraan, aan do auto, waarvan Luc me verteld had, die het trottoir was ^opgereden, aan de bloempot, die uit een venster was gevallen „Wie bent u?" vroeg ik. Hoe vreemd, dat je niemand mocht vertrouwen, dat onze vijanden overal in hinderlaag kon den liggen! Zelfs deze vreemdeling kon een vijand zijn. „Mijn naam is Pierre Brisson," zei hij. „U hebt misschien gemerkt, dat ik uit dc Provence kom?" „Inderdaad", was mijn antwoord. „Nu laten we onze kaarten open leggen, mijnheer Brisson. U vertelt mij, waar voor u Luc wilde zien en ik zal pro- beeren hem voor u te vinden." De man fronste het voorhoofd. Plotse ling scheen het licht in zijn oogen te dooven. Zijn luchtige, sleepende stem klonk opeens voorzichtig. ,.Ik geloof niet, dat ik veel lust heb, dat aan u te vertellen," zei hij lang zaam. „Ik weet. waar Luc naar toe is," zei ik luchtig. „U moet het dus zelf weten." „U bent een merkwaardig persoontje." „Als u soms van plan bont me te ver tellen. dat ik bij-de-hand ben, dan zal ik dat als een compliment beschouwen Dat is namelijk mijn vak." „Wel," zei hij, „laten we het erop wagon. Maar u moet ook opbiechten. Wie bent u cn wat wilt u van Luc?" „Ik wil alles weten, v^at ik omtrent hem te weten kan komen," zei ik* „Want ik ben Agnes Graty van Lc Clai- ron en hij is aan L'Informé. Hij heeft mij een nieuwtje afgestolen en. dat wil ik hem betaald zetten." „Aha, dus u is verslaggeefster?" zei hij peinzend. „Dat zou ik nooit gedacht hebben." „Waarom niet?" Hij glimlachte weer. dien bekooorllj- ken, wat plagenden glimlach. „Het is uw type niet," zei hij. „U bent niet genoeg door de wol geverfd." Hetzelfde, wat Luct gezegd had. Maar ik dacht er niet over, rne daardoor te laten beïnvloeden. „Waarom wilt u Luc spreken?" hield ik vol. „Omdat hij een geschiedenis op het spoor is, waarover hij niet mag schrij ven," zei hij kortaf. We waren nu op straat en sponden op het trottoir. Ik zag. dot er een mooie tweepersoons-wagen voor het huls stond. „Wat voor geschiedenis?" vroeg ik onschuldig. Hij lachte. „Zoo vangit u me niet," zei hij. „IJ zit zelf in dat vak cn ik zou wel dom zijn er u iets van te vertellen." „Ik weet er al zoo het ccn en ander van," zei ik. „Het is zeker iets in ver band met u of een van uw vrienden?" „Een vriendin van me," zei hij kort, „Aha. ccn jong meisje," zei ik en merkte, dat ik goed had geraden. „Inderdaad." Heit klonk droog. „Ren ik de plank mis. als ik veron derstel, dat dat meisje Constance Mar tin heet?" Of hij het. zou ontkennen of niet. ik wist, dat mijn schot raak was geweest* Ik zag het aan den schrik die zich op zijn gezicht afteekende. „Allo menschcn," riep hij uit. „Wat wéét. u van freule Martin af?" „Alles, wat T.uc ook weet, en nog moer," antwoordde ik. „Maar maakt u zich maar niet ongerust. Die geschiede nis komt niet in de kranten. Dat kind is volkomon veilig." „Wat u betreft, geloof ik dat wel," gaf hij toe. „Maar Luc?" „Wij weten allebei, waar haar moei lijkheden liggen," zei ik. „Maar dat soort geschiedenissen publiceeren wo hier niet. Als ,u begrijpt, behoef ik u verder niets te zeggen. Ik was niet. van plan tegen dezen vreemdeling ronduit over die opiumhistorie te spreken." „Dank u," zei hij. „Maar toch zou ik Luc Simon willen spreken." l«. ?1> (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1942 | | pagina 2