den strijd bij Benghazi
DE REDE VAN
KlüMPliRïJE KLOMP Zware Britsche verliezen in
KLOOSTERBALSEM
DEN FUEHRER
ndisch bataljon in handen
der Italianen
LUCHTMACHT BOVEN
ENGELAND IN ACTIE
ven-
SPIT IN DEN RUG
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 31 JANUARI 1942
(Vervolg van pag. 1)
Nu moeien zij mij. zoo ging Hitler
voort, op grond van mijn heelo geschi
denis. juist begrijpen ik heb eens een
woord uitgesproken, dat hei buitenland
heelemaal niet begreep Ik zeide: wan
neer de oorlog dan al onvermijdelijk 's
dan wil ik hem liever voecon. niet om
dat ik naar "dezen roem verlang tik doe
hier gaarne afstand van mijn roem. dat
is in mijn oogen heelemaal geen roem
mijn roem zal. wanneer de Voorzienig
heid mij in het leven houdt. een« toch
in de groofe werken de« vredes bestaan
die ik nog denk te schepnen). maar om
dat ik geloof, dat wanneer de Voorzie
nighei£ het dan al zoo hesrhlkte, dal
deze strijd volgens den onnaspeurlijk
\vi!*dezer Voorzienigheid, moest word
uitgevochten, dat dan inderdaad ik de
Voorzienigheid slechts kan bidden mij
den last van dezen strijd toe te vertrou
wen. Ik wil dien last dragen en voor
geen verantwoordelijkheid terugschrik
ken Ik wil iedere verantwoordelijkhei
dragen, zooals ik die tot dusverre gedra
gen heb. Ik weet. dat dit volk mii var-
trouwt Het Puifsche volk mag echter
ook van één ding overtuigd zijn: een
WIS zal. zoolang ik leef. niet gebeuren
Ik zal nooit doze vlag la'en neergaan
Hitier ging verder, terwijl bij het noe
men van iederen bondgenoot uiterst
krachtig applaus klonk ik verheug
mij. dat bij on/p soldaten thans zoovele
bondgenooten zijn gekomen In hef Zui
den Ttalië. heelemaal in het Noorden
Finland en daar tusschenin al de andere
naties, die eveneens hun zonen naar hel
Oosten zenden: Hongaren. Slowaken
Kroaten. Spanjaarden, Belgen, ja zelfs
Franschen nemen deel aan dezen strijd
en bovendien de vrijwilligers der Ger-
maansche staten uit het Noorden en uit
het Westen.
Het is reeds thans een oorlog van
Europa en tenslotte in het Oosten als
nieuwe bondgenoot, die een zekeren
heer zijn belachelijke phrases reeds
heeft afgeleerd: Japan.
Over den oorlog zelf wil ik weinig spre
kpn Hier spreekt reeds de geschiedenis.
1030. de afrekenin-g met Polen. 19iO Noor
wegen en Frankrijk en Engeland. N e-
d e r 1 a n d en België. 1041 eerst de Bal
kan en toen eindelijk de staat, waarvan
de heer Cripps nog slechts enkele dagen
geleden in zijn praatzucht verzekerd
heeft, dat hii zich repds jaren heeft voor
bereid op den strijd met Puitschland
Ik wist dat op het oogenblik. waarop
het mij duidelijk was. dat hier een
valseh «nel gespeeld werd. toen ik ver
nam. dat Churchill reeds in zijn ge
heime zittingen gewezen had op den
nieuwen bondgenoot, op het oogenblik,
waarop hier in Berlijn Molotow afscheid
nam onder de auspiciën van zijn mis
lukte eischen. die ik niet kon inwilli
gen.
En ook hier ben ik het lot dankbaar,
dat het mij geplaatst heeft aan het hoofd
van het Rijk en dat mii veertien dagen
of drie weken eerder tijd vergund zijn
geweest om den eersten stoot toe te
brengen. Wij hebben dat ook in Oost-
Azië beleefd. Wij kunnen Japan slechts
gelukwenschen. dat het in plaats van
r.og langer te marchandeeren met de
leugenachtige subjecten, kort en krach
tig heeft toegeslagen.
En nu strijden sedprt 22 Juni onze sol
daten in het Oosten een strijd, die een
maal in de geschiedenis opgeteekend zal
worden als ppn heldenlied van ons volk.
Ter zee zullen onze duikbooten datgene
te schande maken, wat Roosevelt in zijn
voornempn had. Hij had het voornemen
door steeds nieuwe verklaringen betref
fende Amrrikaansche souvereine gebie
den het Duitsche duikhootwapen gelei
delijk van den oceaan te verdringen,
en op een heel kleine ruimte te houden,
die door de Britsche zeestrijdkrachtpn
beschermd had kunnen worden En dal
was ook de reden van het achteruitgaan
der cijfers van tot zinken gebrachte
schepen niet de minder goede kwaliteit
of het nfnomppdr» aantel duikhnofen
Integendeel, dit is ontzaggelijk topge-
nomen. Gij zult hegrijpen, zoo zeide Hit-
Ier, verwijzende naar deze verklaringen
van Roosevelt, dat het voor mij steed*
een overwinning was. of te wegen of ik
nu aan deze leugen en dit bedrog ppt
einde moest maken, dan wel. om der
wille van don lioven vrede, mij een nieu
we henerking moest laten opleggen Het
ontreden van Jannn heeft ons van deze
zore bevi Thans zullen zij convooien
noodig hebben op alle oceanen der we
reld en nu zullen zij zien hoe onze duik
booten werken. Welke plannen zij ook
mogen hebben, wii zijn voor alles be-
wanend van het Noorden tot aan het
Zuiden, van de kust tot aan het Oosten
Wij staan r*.| en waar wij staan, zullen
wii geen duim breed van den bodem
zonder striid prijs geven. En wanneer
wii een duimhne<»dfe opgeven, wordt on
middellijk opnieuw aangevallen. Wij
7'ip «reln' kïfT sinds gisteren te weten,
dat Generalohersf Rommel met ziin dap-
"»re TtaHian«',bo on Duitsche pantser-
soldaten, op het oogenblik. waarin zij
reloofdcn hem te hebben verslagen on
middellijk rechtsomkeert maakte en
hen terugsloeg. Zij zullen dat zoolang
beleven, totdat deze oorlog met onze
ïverwinine geëindigd zal zijn.
Hitler -">emt de infanterie
ERBIJ komt onze luchtmacht haar
roem is onvergankelijk. Wat zij ge-
•»re<;foprd heeft, is een heldendom, dal
men door onderscheidingen niet genoeg
kan waard «ren. En nehter onze wa
nen? waarvnn de Führer in het hil
'onder weer de infanterie roemde -
«taal een reusachtige vA^i-^rtrsorgnni^"»
lie. Zij allen werpen zich in den strijd
n zullen ook de zwaarste opgnv»n or
'ossen. Want het Is vanzelfsprekend*
makkelijk was het overgaan van eei.
ip wegingsoor log naar een verdediging
n hef Oosten niet De verdediging heef'
>r>- niet de rust opgedrongen.
Na gewezen te hebben on de moeilijk-
heden, die een vorst tot 45 graden voor
de gevechten der troepen van Duitsch-
land en de bondgenooten in het Oosten
met zich mode bracht, verklaarde de
Frthrpr: on dit oogenhlik waarop deze
moeilijke overgang noodzakelijk was
heh ik het als miin tank h*- -houwd de
verantwoordelijkheid hiervoor op mijn
schouders te nemen Tk wilde nog dich
Ier hii mijn soldaten staan en ik wil
hun thans verzekeren: ik weet. wat gij
nresteert. doch ik weet ook. dat he!
zwaarste achter ons ligt. De winter was
de groote hooo van den vijand in het
Oosten De winter zal deze hoop niet in
vervulling doen gaan. Tn vier maanden
waren wij hiina tot Moskou en Lenin
grad opgerukt. Vier maanden van den
winter ziin thans voorbij. De vijand is
on enkele plaatsen enkele kilometers
vooruit gekomen en heeft daar bloed en
menschenlevens geofferd. Dat. kan ons
onverschillig laten, doch over enkele
weken zal de winter in het Zuiden reeds
ten einde ziin en daarna zal ook verder
n het Noorden het voorjaar komen. Hei
uur zal komen, waarop de grond weer
hard en stevig wordt en waarop wij den
vija- zullen verslaan, want .«at kan ik
zeggen: de soldaat in de voorste linies
beseft ziin torenhooce superioriteit te
genover de Russen. Hen. met de Russen
ie vergelijken zou een heleediging zijn.
Het beslissende is alleen, dat de over
gang van den aanval tot de verdediging
gelukt en ik mag zeggen, zij is geluk
Dit front stoat en achter dit front staat
thans een Duisch vaderland, dat haar
waardig is.
Ik heb onlangs, toen ik inzag, dat dat
gene, wet was voorbereid, om bescher
ming te bieden tegen de vorst, nog lang
niet voldoende was, een appèl tot het
Duitsche volk gericht. Dit appèl was een
stemming. Wanneer de anderen van de
mocratie praten: hier ie de ware demo
cratie. Zij heeft zich getoond in deze
dagen toen een geheel volk vrijwillig
gaf. Ik kan op dezen dertigsten Januari
slechts één ding verzekeren. Hoe dit
iaar zal ofloopen weet ik niet. Of dan
de oorlog voorbij zal zijn, weet ik niet
doch één ding weet ik: waar^ de vijand
ook opduikt, wij zullen hem in dit jaar
weer verslaan precies als tot dusver
Het zal een jaar van groote overwin
ningen zijn. Wii mogen niet eens een
vergelijking maken met den tijd van
Frederik den Groote. Frederik de Groo
te moest tegen een overmacht strijden,
die wel haast verpletterend was. Wij
hebben het 6terkste leger der wereld en
de sterkste luchtmacht ter wereld. Wij
hebben e*m viiand voor on6. die mis-
ehien numeriek sterker kan ziin, doch
Ij zullen in het voorjaar numeriek aan
hem gelijk zijn. Wij zullen hem dan
met de wapen6 weer verslaan. Dan
komt weer onze tiid. Vóór alles echter:
wfl hebben thans bondgenooten. Wij ^e-
ven ook thans niet meer in den tijd van
den wereldoorlog. Wat Japan alleen in
het Oosten presteert, is in het geheel
niet te schatten Ons blHft geen andere
weg dan de weg van den strijd en de
weg van het succes. Hij kan moeilijk of
emakkeliik ziin. hii io nooit moerliiker
dan de gevechten van onze voorouders.
Het gebed van den aartsbisschop, die
..enscht. dat F.nropa door het bolsjewis-
me gestraft wordt, zal^iiet in vervulling
gaan. Doch het volgende gpbed zal in
ervulling gaan: God geef ons de
rarht. opdat wij voor ons volk onze
nderen en kindskinderen de vriiheid
behouden en niet alleen voor ons Duit-
be volk. doch ook voor de andere vol
ken van F.urona. Want het is een oor
log voor geheel Europa en zoodoende
erkelijk voor dp geheele menschheid.
ROME. 30 Jan. (Stefani). Het 608ste
Italiaansche weermachtbericht luidt
Bij de gevechten, die tot de reeds in
een extra-bericht gemelde verovering
an Benghasi hebben geleid, werden
talrijke krijgsgevangenen gemaakt en
een aanzienlijke buit. die nog geteld
264. -Precies terecht in de armen
van Klompertje, die zooveel geluk
niet had durven droomen. Dat avon-
tuur had dus maar twee minuutjes ge
duurd. zou ie denken, maar neen
hoor. zoo gauw kwam onze held niet
van den bandiet af. want nu kwam het
er maar op aan
265Om weg te komen, zoo gauw als
hij maar kon. Want. dat zag Klom
pertje drommels goed. de dief was al
weer overeind gekrabbeld en di& zou
het er zeker niet bij laten zitten, dat
zijn bult hem zoo gauw alweer afhan-
handig was gemaakt. Let maar op-
Duitsch weermachtbericht
UIT HET HOOFDKWARTIER VAN
DEN FUEHRER, 30 Jan. (D.N.B.).
Het opperbevel van de weermacht
maakt bekend:
Aan het Oostelijke front voortdu
rende gevechtsactie.
Op de Faroer-eilanden en aan de
Noordoostkust van Schotland hebben
gevechtsvliegtuigen havenwerken en
ravitailleeringsbedrijven gebombar
deerd. Voor de Zuidwestkust van
Engeland heeft de luchtmacht een
koopvaardijschip van 4.000 brt tot
zinken gebracht.
Duitsche duikbooten hebben zoo
als in een extra-bericht is bekend ge
maakt aan do Noord-Amerikaan-
sche en Canadeesche kust nog 13
schepen van tezamen 74.000 brt. tot
zinken gebracht. Hierbij heeft de
duikboot van den corvettenkapitein
Kals zich bijzonder onderscheiden.
Zooals eveneens in een extra-be
richt is bekend gemaakt, hebben in
Noord-Afrika Duitsch-Italiaansche
troepen Benghazi ingenomen.
Duitsche gevechtsvliegtuigen en
duikbommenwerpers hebben Brit
sche colonnes voertuigen bij Barce
en Oostelijk va Solloem. alsmede in
het woestijngebied van Cyrenaica
vernietigd. Bii luchtaanvallen op de
haven van Tobroek werden bomtref-
fers geplaatst op havenwerken cn
luchfdoelstellingen. Vliegvelden op
hef eiland Malta werden door ge
vechtsvliegers overdag en des nachts
met hommen bestookt.
wordt. Bij een aanval op een stelling in
den Djehel heeft een geheel Indisch ba
taljon zich aan onze troepen overgege-
Ofschoon de Duitsch-Italiaansche
strijdkrachten hinder ondervinden van
regen en zandstormen, blijven zij druk
uitoefenen op den vijand, die naar het
Oosten terugtrekt, achtervolgd en be
stookt door de luchtmacht.
Het afweergeschut van onze groote
eenheden heeft twee Engelsche vliegtui
gen neergehaald.
Ondanks de ongunstige weersgesteld
heid hebben de bommenwerpers van de
as de actie tegen Malta voortgezet. Zij
ielen met succes vliegvelden aan en
beschadigden verscheidene geparkeerde
vliegtuigen.
BERLIJN, 31 Jan. (D.N.B.). Over
de inneming van Benghazi verneem't
het D.N.B. nog de volgende hijzonder-
heden: onder de persoonlijke leiding
van den opperbevelhebber, Gcnoral-
oberst Hommel rukten dc Duitsch-Ita
liaansche troepen op 28 Januari des
avonds in weerwil van het slechte weer
en de moeilijke tcrrcingesteldheid van
het Zuiden en Zuidwesten komend, tot
aan den Noordelijken rand van do stad
op. Gelijktijdig werd de Via Balbo ten
Noordoosten van Benghazi afgesloten,
zoodat de in de stad geconcentreerde
vijandelijke strijdkrachten niet meer
konden ontsnappen. Allo pogingen van
de ingesloten Britten om tijdens den
nacht door dc omsingeling heen te ko
men. mislukten. Op 20 Januari drongen
de Duitsch-Italiaansche troepen de stad
binnen, waarbij dc vijand zware verlie
zen leed; de eigen verliezen waren daar
entegen gering. De Duitsch-Italiaansche
soldaten onder leiding van Gcneral-
oberst Rommel werden door dc Ita
liaansche en Arabische bevolking van
Benghazi geestdriftig toegcjuichd.
Na dc inneming van de stad stieten
de troepen van Bonunol aan den Oosto-
lijken rand der stad op vrij sterko Indi
sche en Australische achtorhoeden, die
den terugtocht van het achtste Britsche
leger moesten dekken. Deze achterhoe
den boden weerstand zoolang een te
hunner ondersteuning in den strijd ge
worpen lichte Britsche pantscrafdcoling
standhield. Toen doze pantserwagens bij
hot verschijnen der Duitsche troepen te
rugtrokken, gaven de achtcrhoedon zich
over. Het gelukte den Duitschcn en Ita-
liaanschen troepen het grootste deel der
vluchtendo Britsche pantserafdcelingen
tot den strijd te dwingen, waarbij talrijke
pantserwagens van het type Mark 2
werden vernietigd.
Neerslachtigheid in Engeland
In de Engelsche pers komt duidelijk
do diepe neerslachtigheid der Engelsche
openbare inecning tot uitdrukking mot
betrekking tot den zwaren tegenslag in
Noord-Afrika. De Engelsche openbare
meening is blijkbaar dieper getroffen
door den nieuwen opmarsch van Rom
mel dan door de gebeurtenissen in Oost-
Azie. Er valt in dc openbare meening
een groote ongerustheid Ie bespeuren
ten aanzien van de komende plannen
van generaal Rommel.
Onze V.P.B.-corrcspondent te Rome
meldt, dat de Italiaansche pers zich be
zig houdt met do jongste successen van
de Duitsch-Italiaansche troepen in
Noord-Afrika en herinnert daarbij aan
een artikel van den militairen mede
werker van de „D a i 1 y Expres s", dio
daarin schreef: „Een succes heeft men
in Lvbiö niet bereikt."
Verder op dit onderwerp ingaande, geeft
hij enkclo redenen aan voor het uitblij
ven van een bcslisscnden slag. Het twee
de, offensief in Cyrenaica werd begon
nen met een sterke strijdmacht, zegt hij
Tijdens het verloop van don strijd zijn
de Duitsch-Italiaansche verliezen aan
den lagen kant gebleven, terwijl het ver
moedelijk ook gelukt is, versterkingen
aan te voeren via Tripolis.
Het blad wijst er op, dat do boslisson-
dc slag, dien de Engelschen aan bun
tegenstanders hadden willen toebren
gen, mislukt is, doordien de Duitschors
en dc Italianen buitengewoon handig in
de woestijn hebben weten te opereeren,
zoodat do Engelschen or niet in konden
slagen, hen in een zoodanige positie te
dringen, dat zij een slag moesten aan
vaarden. Daar kwam nog hij, dat de ver
lenging van de ravitailleeringslijnen,
dio honderden kilometers bodroog, eon
Laat dadelijk een groote pot
Kloosterbalsem halen en laat U
drie maal per dag flink daar
mede wrijven. Kloosterbalsem
heeft de eigenschap diep in de
weefsels door te dringen en Uw
spit in de oorzaak aan te tasten.
Verdrijft verrassend snel de pijn
en maakt Uw spieren weer
gezond. By rheumatiek, stram
heid, pijnlijke spieren is 't be
proefde wryfmiddel: AKKER's
hinderpaal was gebleken om de voorste
linies van toereikende versterkingen te
voorzien.
Dc Itnliaonscho pers geeft dit artikel
weer als commontnar op do beschouwin
gen, die zijn vastgeknoopt aan de twee
laatste legerberichten over dc vorderin
gen van den strijd in Noord-Afrika. Wel
is waar zegt men niets over den om
vang en het doel van de nieuwe actie,
doch men laat het feit voor zichzelf
spreken, dat de operaties worden uitge
voerd met intacto strijdkrachten, op de
vernietiging waarvan de Engelschen het
in de eerste plaats hadden toegelegd.
Men wijst er op, dat Churchill niet
heeft gesproken van het bezetten van de
ze of gene plan Is als het hoofddoel van
het offensief, doch van dc „totale ver
nietiging van den vijand". Van dit doel
nu is Groot-Brittannic verder verwijderd
dan ooit, gelijk uit do laatste successon
van do Duitsch-Italiaansche troepen
blijkt.
Bloemenpracht in wintertijd. Kostbare
collecties seringen bloeien in de warme
kassen, waarin Neerlands kweekers
den roemrijken naam van hun bedrijf
vooral in deze koude dagen hoog
houden Pax Holland-De Haan m
De te Amsterdam gehouden barnsteententoonstelling „Het Goud der Zee** li
Woensdag te 's Gravenhage officieel In het Mauritshuis geopemd. De Duitsche
president van de Nederlandsch-Duitsche Kuituurgemeenschap, pron dr. Wehofslch^
bezichtigt In gezelschap van prof. dr. Th. Goedewaagen, secretaris-generaal van
het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten, het beroemde barnsteensc&p
Polygoon-Melje
Aan het Oostfront. Een colonne, die in een munitiedepót
nieuwe voorraden voor de strijders in de voorste linies heeft
geladen, begeeft zich door het barre winterlandschap op weg
Atlantic-Holland-P. K, Koll
De schutter aan boord van een Japansch
vliegtuig achter zijn machinegeweer.
Reeds na korten tijd gelukte het den
Japanschen vliegers, de superioriteit
in de lucht op hun tegenstanders te
behalen Atlantic-Holland
FEUILLETON
13)
HOOFDSTUK VII.
Ik ontmoet Pierre Erisson
Op de gang zag Ik een man, die in
mijn richting kwam. Aangezien de
ruimte er beperkt was, moest ik me te
gen den muur drukken om hem te kufi
non laten passepren
Mijn gedachten waren zoo ver weg
dat ik niet op den man lette. Ik be
merkte zelfs niei direct, dat hij was blij
ven «taan en mij had aangesproken.
Met een srhok keerde ik tot het aard
rijk terug en ontdekte, dal ik tegenover
het knapste'gezicht stond, dat ik ooit
had gezien.
„Neemt u mij niet kwalijk," zei hij
met een eonigszins sleepende stem. „zag
ik n niet uit de woning van Luc Simon
komen?"
„Wel... nee... ja... eigenlijk,,,"
Om zijn mond plooide een glimlach.
„Of het een, óf het ander," zei hij
schertsende „U kwam er uit, of u kwam
er niet uit."
Ik lachte.
„Ik kwam inderdaad uit de woning
van mijnheer Simon," gaf ik toe.
,,'t Klinkt, alsof u iets heel stouts ge
daan hebt," antwoordde hij. Zijn don
kere oogen namen mij scherp op, zij
waren heel donker en zeer schrander.
„En ik kan toch werkelijk niet aanne
men, dat u iets gedaan zoudt hebben,
dat niet in den haak zou zijn. Daar zie',
u nu heelemaal niet naar uit, als ik het
zoo zeggen mag."
Dat ik dat vervelende blozen maar
niet af kan leeren!
„Waar ik naar uit zie, doe*, er hier
niets toe," zoi ik scherp. „Ik kwam uit
die étage en wat gaat u dat aan?"
riij glimlachte weer Ik kon merKon,
da' hij er plezier in had, mij te plagen.
„Alleen maar om tc weten of hij thuis
is." zei hij. „Dat is alles."
„Dat is hij niet," zei ik, op mijn hoe
de. Ten slotte wist ik niet, wie deze
man was, maar ik kreeg zoo het gevoel,
flat hij hem met leugens niet veel te
bereiken zou zijn. De, mogelijkheid be
stond na'uuriijk, dat hij een vriend vat»
Luc wast die mijn aanwezigheid eenigs-
zins verdacht vond.
„Dat spijt me werkelijk," zei hij te
leurgesteld. „Ik had hem graag even ge
sproken."
Naar zijn accent te oordeelen, kwam
hij uit het Zuiden en hij zag er uit als
iemand in zeer goede omstandigheden.
Zijn lichtgrijze pak verried den besten
duursten kleermaker, de lichtgrijze
hoed, dien hij los in de hand hield, was
kennelijk van het beste merk.
Hij aarzelde voor hij verder sprak.
„Misschien zoudt u me kunnen ver
tellen, xwaar ik hem kan vinden? En
wanneer?"
„Ik zou het u niet kimnen zeggen. Hij
behoort niet tot mijn vrienden. Integen
deel".
„Dan is hij dus een dwaas."
Weer straalde die glimlach. Hij keer
de zich om en wij liepen samen naar
het eind van de gang.
„Het is niet mijn bedoeling u uit te
hooren. wat u daar deed," zei hij, nog
steeds glimlachend „Maar ik geloof
niet, dat ik me vergis, als ik aanneem,
dat u en Luc nu niet bepaald dol op el
kaar hent."
„T.uc en ik haten elkaar hartgrondig."
Hij knikte.
„Hij is dtis een nog grootero dwaas,
dan ik dacht," zei hij. „Nu, het spijt me.
Ik moest hem spreken, dringend. Het
was belangrijk. En u hebt geen idee,
waar hij is?"
Ik keek hem aan. Ik dacht aan die
draad, daarbinnen, aan de gaskraan,
aan do auto, waarvan Luc me verteld
had, die het trottoir was ^opgereden,
aan de bloempot, die uit een venster
was gevallen
„Wie bent u?" vroeg ik. Hoe vreemd,
dat je niemand mocht vertrouwen, dat
onze vijanden overal in hinderlaag kon
den liggen! Zelfs deze vreemdeling kon
een vijand zijn.
„Mijn naam is Pierre Brisson," zei
hij. „U hebt misschien gemerkt, dat ik
uit dc Provence kom?"
„Inderdaad", was mijn antwoord. „Nu
laten we onze kaarten open leggen,
mijnheer Brisson. U vertelt mij, waar
voor u Luc wilde zien en ik zal pro-
beeren hem voor u te vinden."
De man fronste het voorhoofd. Plotse
ling scheen het licht in zijn oogen te
dooven. Zijn luchtige, sleepende stem
klonk opeens voorzichtig.
,.Ik geloof niet, dat ik veel lust heb,
dat aan u te vertellen," zei hij lang
zaam.
„Ik weet. waar Luc naar toe is," zei ik
luchtig. „U moet het dus zelf weten."
„U bent een merkwaardig persoontje."
„Als u soms van plan bont me te ver
tellen. dat ik bij-de-hand ben, dan zal
ik dat als een compliment beschouwen
Dat is namelijk mijn vak."
„Wel," zei hij, „laten we het erop
wagon. Maar u moet ook opbiechten.
Wie bent u cn wat wilt u van Luc?"
„Ik wil alles weten, v^at ik omtrent
hem te weten kan komen," zei ik*
„Want ik ben Agnes Graty van Lc Clai-
ron en hij is aan L'Informé. Hij heeft
mij een nieuwtje afgestolen en. dat wil
ik hem betaald zetten."
„Aha, dus u is verslaggeefster?" zei
hij peinzend. „Dat zou ik nooit gedacht
hebben."
„Waarom niet?"
Hij glimlachte weer. dien bekooorllj-
ken, wat plagenden glimlach.
„Het is uw type niet," zei hij. „U bent
niet genoeg door de wol geverfd."
Hetzelfde, wat Luct gezegd had. Maar
ik dacht er niet over, rne daardoor te
laten beïnvloeden.
„Waarom wilt u Luc spreken?" hield
ik vol.
„Omdat hij een geschiedenis op het
spoor is, waarover hij niet mag schrij
ven," zei hij kortaf.
We waren nu op straat en sponden op
het trottoir. Ik zag. dot er een mooie
tweepersoons-wagen voor het huls
stond.
„Wat voor geschiedenis?" vroeg ik
onschuldig.
Hij lachte.
„Zoo vangit u me niet," zei hij. „IJ zit
zelf in dat vak cn ik zou wel dom zijn
er u iets van te vertellen."
„Ik weet er al zoo het ccn en ander
van," zei ik. „Het is zeker iets in ver
band met u of een van uw vrienden?"
„Een vriendin van me," zei hij kort,
„Aha. ccn jong meisje," zei ik en
merkte, dat ik goed had geraden.
„Inderdaad." Heit klonk droog.
„Ren ik de plank mis. als ik veron
derstel, dat dat meisje Constance Mar
tin heet?"
Of hij het. zou ontkennen of niet. ik
wist, dat mijn schot raak was geweest*
Ik zag het aan den schrik die zich op
zijn gezicht afteekende.
„Allo menschcn," riep hij uit. „Wat
wéét. u van freule Martin af?"
„Alles, wat T.uc ook weet, en nog
moer," antwoordde ik. „Maar maakt u
zich maar niet ongerust. Die geschiede
nis komt niet in de kranten. Dat kind
is volkomon veilig."
„Wat u betreft, geloof ik dat wel,"
gaf hij toe. „Maar Luc?"
„Wij weten allebei, waar haar moei
lijkheden liggen," zei ik. „Maar dat
soort geschiedenissen publiceeren wo
hier niet. Als ,u begrijpt, behoef ik u
verder niets te zeggen. Ik was niet. van
plan tegen dezen vreemdeling ronduit
over die opiumhistorie te spreken."
„Dank u," zei hij. „Maar toch zou ik
Luc Simon willen spreken."
l«. ?1> (Wordt vervolgd).